ook sociologie
en economie
op Het kim
Grotere vrijheid voor de adelborsten in Den Helder
mannen
opgelet,
pikant in
de krant
van
morgen!
Eisenhower wilde geen
groot offensief op
Nederlands gebied
§Lj oltüntfi
Leniging van hongersnood
„Kennis is macht,
karakter is meer"
Noodkreet uit
Giethoorn en
W anneperveen
Het zaaltje
Computer
Apart NS-nummer
voor reisinformatie
in Amersfoort
T waalfde-ecuwse
ceramiek gevonden
Geen controle
Fabric h
Evolutie
Te klein
Geen paniek
Noodtoestand
Hulp nodig
Overleg
Idwqmxt
Hïohj-lVm
TM kuM clan
Hij heeft zich dan naast zijn mili
taire en nautische studie ook bezig
gehouden met sociologie, met eco
nomie en wetenschappen. Want ook
wetenschappen worden op Het Kim
bedreven. Zo zijn er studies gaande
in de maritieme corrosie en wordt
er een onderzoek gedaan in de voe
dingsleer.
„Waarom". zo vroegen we.
„mocht een adelborst tot voor kort
geen motorrijden?" Het element
blijkt onschuldiger te zijn dan het
vermoeden, geënt op snobisme. Zes
tig jaar geleden verongelukte er na
melijk een adelborst op een motor
fiets. Zijn ouders gaven Het Kim
een bibliotheek ten geschenke, maar
verbonden daaraan de voorwaarde
dat er voor adelborsten een alge
heel verbod zou worden ingesteld
motorfietsen te besturen.
Het Kim ging er mee akkoord.
Zestig jaar lang mocht een adelborst
geen motorrijden. Kortgeleden ver
dween ook dit taboe. Er is er nog
een: een adelborst mag niet in het
openbaar met zijn meisje lopen te
vrijen; maar dat mag in feite geen
enkele militair, vindt Het Kim.
Gewoon netjes aan de arm mag
wel en dat heeft ook altijd wel ge
mogen. al golden ook hiervoor on
geschreven regels die eigenlijk toch
nog wel bestaan.
VAN JONGENS MANNEN MAKEN
r\EN HELDER De weg van adelborst naar officier van de Koninklijke
Marine is een lange weg geworden. Een weg van vallen en opstaan, van
hoogte- en dieptepunten, discipline en tucht, maar ook van democratie, van
vrij zijn ondanks de gebondenheid.
Dat die weg moeizaam is, ondervonden onlangs twee adelborsten toen zij bij
de tentamens spiekten. Ze werden van „Het Kim" gestuurd en voor wie niet
weet wat „Het Kim" is: het is het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den
Helder.
Spieken is er taboe. Maar het
spieken behoort niet tot de enige
grove fouten tegen het ongeschre
ven reglement van „Het Kim". Op
het instituut probeert men van jon
gens mannen te maken.
Dat duurt vijf jaar en in die vijf
jaar is er eigenlijk maar één wet
die dat doel bepaalt: „Kennis is
macht, karakter is meer".
Het hangt in de hal van „Het
Kim" keurig uitgehouwen in een
bord. boven de ingang van wat de
adelborsten wat oneerbiedig „het
zaaltje" plegen te noemen. „Het
zaaltje" is het sociale trefpunt van
„Het Kim".
De adelborsten ontmoeten elkaar
zoals studenten elkaar in de soos
tegenkomen: eerstejaars en oudste-
jaars, want „Het Kim" is de afge
lopen jaren een soort hogeschool ge
worden waar men na vijf jaar ma
rine-officier wordt.
Het hogeschooleffect zit 'm niet
alleen in het college .van curatoren
in 1963 ingesteld maar ook in
het voortdurend bijschaven van het
onderwijsprogramma. De leiding van
de Koninklijke Marine wil namelijk
af van hoe-het-was.
Een officier van de Koninklijke
Marine zal in de toekomst een man
moeten zijn die „alles" weet.
Alles van moderne navigatie, alles
van radio-technieken, maar ook al
les van electronica, omdat oorlogs
schepen zo langzamerhand drijvende
leboratoria zijn geworden.
Daarom wordt de adspirant voor
dit vak door hoogleraren onderwe
zen. Hij zal een kop als een compu
ter moeten hebben, maar in die
UTRECHT De Nederlandse
Spoorwegen heeft haar station in
Amersfoort een primeur gegeven op
het gebied van de informatiever
strekking aan het publiek door voor
dat doel uitsluitend een telefoonnum
mer, dat gemakkelijk in het gehoor
ligt, namelijk 10.000 te bestemmen.
Op het centrale nummer van het sta
tion werden tot op heden niet alleen
doorverbindingen tot stand gebracht
met dienstnummers, maar tot voor
kort ook reisinformaties verstrekt.
Het gevolg was, dat men soms bij
zonder lang moest wachten op de
gewenste gegevens. Door de inge
bruikneming van een apart toestel
heeft de NS een einde gemaakt aan
een bron van ergenis.
KRIMPEN AAN DE LEK Naar
de Rijksdienst voor het oudheidkun
dig bodemonderzoek te Amersfoort
meedeelt. Ls te Krimpen aan de Lek,
in de gelijknamige polder, bij de aan
leg van een aardgasbuis een vind
plaats van middeleeuws aardewerk
aangesneden. Het betrof een brand-
plek waaruit en waaronder een asso
ciatie van laat-12e-eeuw.se ceramiek
geborgen kon worden: Pingsdorf.
Paffrath. Kogelpot.
De vondsthorizont bestond uit twee
gedeelten, een oranjekleurige, band
van verbrande klei en een laag van
slappe, venige klei daaronder, beide
9 cm dik; het geheel rustte op bos-
veen en werd afgedekt door ca. 40
cm vondstloze klei. Opmerkelijk is
de over het algemeen kleine omvang
van de scherven. Mogelijk zijn zij
stukgeploegd toen hier op het veen
nog landbouw werd bedreven. De
brandplek zou dan dateren van na ca.
1200, maar van vóór de overstroming
(en), waarbij de bovenste klei is af
gezet. Historisch demografisch is de
ligging van deze woonplaats midden-
de polder belangwekkend; zij ver
toont geen enkele samenhang met de
huidige wooncentra, wegen en ka
vels, die op de klei het bewonings-
patroon van de late middeleeuwen af
representeren.
Hoewel de juiste omvang van de
brandplek niet kon worden nagegaan
bleek de diameter ten hoogste 1.70
m. te zijn geweest. Pogingen om door
middel van een klein onderzoek mo
gelijke resten van een erbij behoren
de woning'boerderij bloot te leggen,
zijn, hoofdzakelijk door de drassige
ondergrond, helaas mislukt.
„kop" zal toch ook plaats moeten
zijn voor menselijke elementen, voor
leiderschap en improvisatietalent;
voor organisatievermogen en biecht-
vaderlijke kwaliteiten.
Daarom mag de adelborst-van-van-
daag ook met meisjes omgaan en
dat mocht hij een paar jaar gele
den niet, althans niet in het open
baar.
Hij mag ook in alle cafés en kroe
gen komen en ook 'dat mocht hij tot
voor kort nog niét. Hij mag „zelfs"
autorijden, zelf zijn eigen vrouwelij
ke levenspartner kiezen en... hij mag
in burger „de poort" uit.
In burger en niet in zijn donker
blauwe, roodgek raagde uniform, dat
compleet met de ponjaard, een soort
sierdolk met ketting, tot het oudste
militaire tenue van Nederland be
hoort.
Dat hij zonder die plunje mag
rondstappen heeft hem van een ver
guisde, bekakte jongen doen worden
tot een student; een jongeman die
een beroep heeft gekozen dat in zijn
studieprincipes gelijk is aan bijvoor
beeld vakken als: medicijnen, rech
ten en noem maar op.
Een adelborst mag in feite alles,
maar hij mag niet oneerlijk zijn.
En spieken is een karakterfout. Het
is de meest grove schending vindt
de commandant van „Het Kim"
tegen het „meer" zijn van zijn karak
ter.
Dat „meer" zijn van zijn karak
ter wordt de adelborst al bijgebracht
bij zijn installatie. Hij heeft dan
HBS-b en een strenge selectie ach
ter de rug en tijdens de installatie
rede vraagt zijn commandant hem
om vertrouwen; om vertrouwen in
de mensen die hem gaan vormen
en leiden, gaan onderrichten en do
ceren.
Dat scala van docenten varieert
van hoogleraren tot onder-officieren
die de adelborst de grondbeginselen
van de militaire discipline, de exer
citie en ook „het-kerel-worden" pro
beren bij te brengen.
Maar in die periode wordt de adel
borst niet alleen om vertrouwen ge
vraagd. Hij krijgt het ook. Zijn proef
werken en zijn tentamens worden
niet gecontroleerd; zelfs bij zijn
examen ontbreekt elke controle op
eventueel spieken, stelen van opga
ven enzovoorts.
Daarmee wordt getracht hem ook
andere mensen zijn latere onder
geschikten te doen vertrouwen.
Wie daar tegen zondigt gaat zonder
pardon van „Het Kim".
In het oude, sombere gebouw aan
de Helderse buitenhaven leidt hij zijn
leventje van vroeg opstaan en ont
bijten, van sport, studie, maar ook
van zelfonderricht.
Buiten, op het zogenaamde „bok-
keveldje" zal hij het zilt van de zee
op zijn lippen proeven en als het
bootsmansfluitje gaat zal hij moeten
voelen dat deel uitmaken van de
Koninklijke Marine ook traditie be
tekent.
Vandaag zijn uniform; vandaar
ook zijn zee-pa. een oudere marine
man die hem zijn verdere leven be
geleidt en zijn „pleegouders", een
Helders gezin waar hij kan „uithui
len".
En de 2500 inwoners van Giet
hoorn kregen het afgelopen jaar zes
honderdduizend dagjesmensen „over
de vloer".
Al die honderdduizenden maken
gebruik van de w.c.'s was- en badge-
legenheden. die berekend op een
bevolking van slechts enkele duizen
den zonder scrupules lozen op de
vaarten en plassen. Die zijn daar-
T7inanciecl is een adelborst een
gesjochte jongen. Hij krijgt,
als eerstejaars een zakgeldje van
f 21, als tweedejaars f 27 en als
derdejaars 32 gulden per week.
Hoewel hij dan nog twee jaar
studie voor de boeg heeft wordt hij
echter al tot officier beëdigd. Hij
krijgt de rang van luitenant ter zee
der derde klasse, maar zijn studie
is pas na twee jaar in die rang vol
tooid. Totaal dus: vijf jaar.
Maar de laatste twee jaar be
draagt zijn „katje", afhankelijk van
het al of niet getrouwd zijn. van
leeftijd enzovoorts toch nog rond de
zevenhonderd gulden schoon
per maand.
Mede door die traditie is „Het
Kim" nimmer een „Fabriek van
officieren geworden, zoals Hans Hel
mut Kirst die ooit in zijn roman
heeft beschreven. Dat er een te
strenge tucht was die voor privé-
meningen, vrije meningsuiting en
het recht op een eigen leven geen
plaats kende is duidelijk.
Menige marine-officier heeft in het
nog niet eens zo heel verre verleden
zijn carrière moeten afbreken, om
dat hij een vrouw had getrouwd die
toch eigenlijk niet paste in om
het maar met Toon Hermans te
zeggen „het milieu".
„Hij mag in feite alles binnen
het kader van zijn eigen gevoel voor:
dit kan niet en dat kan wel. Dat ge
voel wordt aangekweekt op een open,
eerlijke manier", zo zegt men in
Den Helder.
En dat gaat niet alleen in de stu-
diebanken. maar ook op het sport
veld waar de adelborst of, zoals Den
Helder hem liever noemt: „de jon
ker" dagelijks zijn hart moet opha
len aan bijvoorbeeld rugby, voetbal
en hockey.
Hij kan zijn hobby blijven be
oefenen en eenmaal per jaar mag
hij zich helemaal uitleven in het
„assaut", een feest, geboren als wa-
penfeest, maar uitgegroeid tot een
grootse „party" waar geen enkel
studentenfeest want een studen
tenfeest blijft het tegenop kan.
Dan wordt het „zaaltje", waarover
we het al eerder hadden, een grote
balzaal, zijn er boven en beneden
optrekjes en barretjes, vol mensen
in avondkleding. Dan is er in „Het
Kim" geschilderd en getimmerd aan
een versiering die zijn weerga niet
kent.
Dan blijken er onder de adel
borsten artiesten te schuilen die
decors ontwerpen in barok-stijl;
vindt men er figuratieve en non
door nu al zo ernstig vervuild dat
zwemmen op de meeste plassen on
verantwoord is.
Haa^r
Daarbij moet worden bedacht dat
iet toerisme in de kop van Over
ijssel nog maar nauwelijks begon
nen is. Er zijn miljoenenplannen in
..Het Kim" viert feest met een
intensie waarbij alle opgekropte
energie wordt ontladen.
O
figuratieve schilderijen; dan komen
ook de meisjes.
Zij arriveren in Den Helder, of
zoals de Nieuwedieper zijn stad lie
ver noemt „in Nieuwediep" in de
feeëntrein, een sliert spoorwegwa
gons vol met bruisend leven en
schoonheid.
Dan viert „Het Kim" feest met
een intensie, waarbij alle opgeprop
te energie wordt ontladen, maar
waarbij toch een bijzondere stijl en
waardigheid wordt behouden. Ook
dan worden, op het assaut zelf of op
het voor-assaut alle personeelsleden
van „Het Kim" in het leven van
de adelborsten betrokken.
Op die wijze proberen de jonkers
hen die hen leiden te bedanken.
Uitspraak van een in het marine-
vak vergrijsde, maar zeker niet
verroeste onderofficer: „Tot voor
kort was het echt nog wel zo, dat
onderofficieren de verschillende tech
nische aspecten van het vak het best
beheersten. Moest er een bepaald
onderdeel in Frankrijk worden ge
haald dan gingen er een officier en
een onderofficier. De onderofficier
omdat hij verstand had van de spul
len die gehaald moesten worden; de
officier omdat hij Frans sprak en
de bevoegdheid had de factuur te te
kenen".
Toch zegt dezelfde onderofficier:
„Dat is nu niet meer zo. D.e marine
heeft, waar het de vernieuwde offi
ciersopleiding betreft, zo hoog mo
gelijk gegrepen. Er is, zowel onder
wijstechnisch als op het gebied van
de techniek, van radar, decca, so
nar, lodar, noem maar op, zo'n evo
lutie dat men moet waken tegen
achterblijven.
Burgemeester C. van der Wolf
,,Als er geen geld komt zie ik de
toekomst somber in".
O
oorbereiding, 'die het de recreant
:o aangenaam mogelijk moeten ma
nen.
Achter die plannen wordt vaart ge
zet. want omstreeks 1973 liggen de
plassen (via de snelweg Randstad -
Hij citeert prins Bernhard die bij
de installatie van de raad van cura
toren zei: „De officier wordt een
schakel tussen wetenschap en prak
tijk, tussen kennisdragenden en de
mannen die de taak moeten uitvoe
ren. Om zo een schakel te kunnen
zijn, moet zijn algemene, maat
schappelijke en praktische vorming
minstens zoveel aandacht hebben als
zijn we ten sch appel ijkê *Vormfng met
de militaire toepassingen. Het even
wicht daartussen te bewaren eist
zeer veel van de leiders, die nog on
ophoudelijk werken aan de methode
om dat doel te bereiken".
Flevopolders - Friesland - Gronin
gen) nog maar op een uurtje rijden
van Amsterdam.
Tegen die achtergrond krijgt de
noodkreet van burgemeester Van der
Wolf wat reliëf en begrijpt men ook
de twijfel die de heer H. J. Zand
bergen (recreatieconsulent voor
Overijssel) bekruipt, als hij zich af
vraagt: „Kunnen we wel met goed
fatsoen doorgaan met die projec
ten zolang er geen waarborgen zijn
voor de hygiëne in het gebied?"
Het gaat in totaal om ruim acht
miljoen gulden. Voor dat geld kun
nen Giethoorn. Wanneperveen en
Belt-Schutsloot riolerings- en zui
veringsinstallaties krijgen. Maar de
gemeenten zijn te klein om derge
lijke bedragen op tafel te kunnen
krijgen (ze zouden de lasten aan
rente en aflossing niet eens kunnen
betalen).
„We hebben hier in Wanneperveen
al een begrotingstekort van zestig
duizend gulden", zegt burgemeester
Van der Wolf, „we hoeven er dan
ook niet aan te denken nog meer
geld te krijgen. Gedeputeerde Sta
ten hebben ons zelfs de kredieten,
die we nodig hebben voor het ma
ken van d^ plannen geweigerd. Aan
uitvoering hoeven we dus helemaal
niet te denken".
Hij is er wat huiverig voor om
Dwight David Eisenhower, on
der meer drager van 't
Grootkruis in de Orde van de
Nederlandse Leeuw, heeft zeer
veel bijgedragen tot leniging van
de noden die, sinds het najaar
van 1944, in bezet westelijk Ne
derland heersten. Nadat de ge
allieerden er in sept. 1944 niet
in waren geslaagd alle doelen
van de luchtlandingsoperaties in
ons land te bereiken, drongen ze
in het voorjaar van 1945 eindelijk
langs de oostelijke oever van de
Ussel op. Dat had o.m. tot ge
volg, dat vele eenheden van de
bezettingsmacht, om afsnijding te
voorkomen, over de Ussel terug
trokken naar het westen van ons
land. waar verscheidene gebie
den onder water waren gezet.
f
Montgomery was van mening
en Eisenhower was het daar
mee geheel eens zoals hij later
in zijn „Kruistocht in Europa"
schreef dat een onmiddellijke
geallieerde actie gericht op het
nog bezette gedeelte van ons land
ten noorden van de grote rivie
ren, zou leiden tot een groot lij
den „voor dat ongelukkige land,
waarvan de bevolking al ernstig
te lijden had door gebrek aan
voedsel".
We besloten daarom, aldus
Eisenhower, acties gericht op dat
nog bezette deel van Nederland
uit te stellen. De situatie in dat
land was bijna ondraaglijk ge
worden. „Afgaande op de mij
ter beschikking staande berichten,
was ik bang dat er een volle
dige hongerdood zou komen en ik
besloot maatregelen te nemen om
dat te voorkomen. Ik bleef wei
geren een groot offensief in dat
gebied in overweging te nemen.
Niet alleen zouden nog meer ver
nielingen en rampspoed daarvan
het gevolg zijn geweest, maar de
vijand zou door het doorsteken
van dijken het land nog meer
onder water hebben gezet en veel
van de vruchtbare gronden voor
jaren hebben vernietigd. Ik waar
schuwde generaal Blaskowitz, de
Duitse bevelhebber in Nederland,
af te zien van het doorsteken van
nog meer dijken en ik bracht
hem onder zijn aandacht, dat niets
wat hij in Nederland zou doen
de snelle ineenstorting van Duits
land kon vertragen".
Uit naoorlogse Nederlandse ge
schiedschrijving over gebeurtenis
sen in de tweede wereldoorlog
is o.m. bekend, dat van Duitse en
Nederlandse kant gesproken werd
over opheffing van de noodtoe
stand, zij het van verschillend
ADVERTENTIE
mmmmm mmmmm mmmmmmmmmm
paniek te zaaien. Daarom besluit
hij: „Een noodtoestand is er niet.
Maar het is wel de hoogste tijd dat
er wat wordt gedaan. Het gaat daar
bij niet in de eerste plaats om de
belangen van de mensen in de
streek, maar om die van de toeris
ten".
De heer Zandbergen, adviseur van
Gedeputeerde Staten en de gemeen
ten van Overijssel op het gebied van
de recreatie, ziet maar één oplos
sing. „Die recreatie hier is een na
tionale zaak, die daarom landelijk
moet worden aangepakt: gemeen
ten, provincie en Rijk moet er sa
men het geld voor uittrekken", zegt
hij.
„Er moet wat gedaan worden",
gaat hij verder, „en het Rijk moet
daarbij helpen. Zonder het rijk ge
beurt er niets en lopen we de kans
de miljoenen die wij in de recreatie
gaan steken, gewoon in het water
te gooien"
Hij wijst erop dat ook de natuur
monumenten, die de meren zo aan
standpunt en met verschil Ier.
doel.
Eisenhower vermeldde in zijn
boek, dat Seyss-Inquart een wa
penstilstand voorstelde, maar uit
Nederlandse bronnen blijkt, dat er
heel wat aan is voorafgegaan.
Verscheidene Nederlanders, o.a.
dr. H. M. Hirschfeld, ir. S. L.
Louwes en Z.K.H. de Prins der
Nederlanden, zijn zeer nauw be
trokken geweest bij een regeling*
ter leniging van de noden.
Eisenhower kreeg uiteindelijk
vrij mandaat van zijn militaire
chéfs en hij stuurde zijn adju
dant, generaal Walter Bedell-
Smith, naar Achterveld om daar
op 28 april 1945 met Seyss-In
quart te praten. Deze had echter
een vertegenwoordiger gezonden,
waar Smith geen genoegen mee
nam. Een nu verhitte Smith sprak
daarop op 30 april, nogmaals in
Achterveld, met Seyss. Daar werd
een overeenkomst bereikt over
het zenden van voedsel o.a. af
komstig uit Zweden. Generaal
Smith liet er bij Seyss geen twij
fel over bestaan, dat Eisenhower
daarbij geen enkele tussenkomst
van de Duitsers zou dulden. Zou
den de Duitsers zich niet aan hun
woord houden dan zou Eisenho
wer laten weigeren ze als krijgs
gevangenen te behandelen.
Kort tevoren, nl. op 15 april,
hadden de Duitsers nog een groot
aantal Nederlanders geëxcu-
teerd en bovendien, beducht voor
een geallieerde aanval van Fries
land uit over de Afsluitdijk, de
gehele Wieringermeerpolder on
der water gezet, waardoor een
achtduizend mensen hals over kop
have en goed moesten verlaten
voor het wassende water. Tenslot
te kon de voedselverstrekking be
ginnen over de weg en van de
lucht uit.
Eisenhower heeft gedurende de
tweede wereldoorlog enkele ke
ren op Nederlands grondgebied
overleg gehad met Montgomery,
Bradley en Tedder. Zo besprak
hij met Montgomery in diens tac
tisch hoofdkwartier in Zonhoven
op 28 en 29 november 1944 de
verre van glorieuze situatie, die
op dat ogenblik aan het gealli
eerde front heerste.
Op 7 december van dat jaar
confereerde hjj in Maastricht
met Montgomery, Bradley en Ted
der, onbewust van de ophan
den zijnde Duitse aanval in de
Ardennen, die op 16 december
begon.
Op 14 februari 1945 ontmoet
ten Eisenhower en Montgomery
elkaar weer voor een bespreking
in Zonhoven, waar het tactisch
hoofdkwartier van de Bitse veld
maarschalk toen echter al niet
meer was gevestigd. In oktober
1945 bracht Eisenhower een offi
cieel bezoek aan ons land, dat
bijna evenveel geestdrift onder
de bevolking teweeg bracht als
het bezoek, dat Winston Churchill
met echtgenote en dochter Ma
ry in het voorjaar en 1946 aan
Nederland bracht.
In juli 1951 was Eisenhower,
nu in zijn hoedanigheid van op
perbevelhebber der geallieerde
strijdkrachten in Europa, op het
vliegveld Ypenburg tegenwoordig
bij de officiële overdracht van de
eerste „Thunderjet"-straaljager
aan ons land. Tienduizenden Ne
derlanders omzoomden het veld,
waar de ambassaderaad O'Dono-
ghue het toestel overdroeg aan de
toenmalige minister van oorlog,
ir. C. Staf. Eisenhower hield een
korte toespraak en keek naar
Gloster Meteor straaljagers van
de vliegbasis Leeuwarden die
over Ypenburg vlogen.
In mei 1952 was generaal
Eisenhower in hotel Figi in Zeist
bij een conferentie van geestelij
ke verzorgers van strijdkrachten
van landen, aangesloten bij de
Noordatlantische Verdragsorgani
satie. Hij hield er ook zijn laat
ste toespraak als generaal; kort
daarop trok hij zich terug uit de
militaire dienst om zich verder
voor te bereiden op de campag
ne, die hem op de stoel van pre
sident der V.S. zou brengen.
trekkelijk maken, door watervervui
ling aangetast kunnen worden. „En
met het behoud van de reservaten,
waarin ook grote kapitalen zijn geïn
vesteerd, staat of valt de hele bete
kenis van het gebied voor het toe
risme", zo licht hij toe.
De heer Zandbergen vindt tenslot
te, dat er lang genoeg is gepraat.
„Wij hameren al drie jaar op dit
aambeeld", zegt hij. „Nu moet er
worden ingegrepen. Elke dag dat we
nu nog wachten wordt de zaak ver
der verpest".
ADVERTENTIE
O VERIJSSELSE MEREN VER VUILEN
Wf ANNEPERVEEN „Er moet nu wat gebeti-
ren Wij mogen niet het risico lopen hier geel
zucht- of paratyfusgevallen te krijgen. Dan is het te
laat".
Burgemeester C. van der Wolf (Giethoorn en Wan
neperveen) slaakt deze verzuchting in het genieente
huis van Wanneperveen, het dorp dat midden in
het merengebied van Noord-Overijssel ligt.
Een rapport van Provinciale Waterstaat van Over
ijssel heeft de ernstige vervuiling van het water in
deze streek opnieuw in de belangstelling gebracht.
De strekking was voor de heer Van der Wolf geen
nieuws.
Hij probeert al jarenlang geld los te krijgen voor de
aanleg van rioleringen en zuiveringsinstallaties in de
dorpen waar hij burgemeester is. Tot nog toe was
het tevergeefs.
„Ik zie dan ook geen oplossing", gaat hij wat ver
moeid verder. „Als er niet zomaar geld beschikbaar
wordt gesteld, dan zie ik de toekomst somber in".
De ontwikkeling van het toerisme in de afgelopen
jaren kan een aanwijzing geven voor die toekomst.
Alleen al in de gemeente Wanneperveen (1800 inwo
ners) is het aantal overnachtingen de afgelopen vijf
jaren gestegen van 20.000 tot 120.000.