Overwegen van herziening is niet te veel gevraagd Schip zonder roer in Veenendaalse wapen is ongelukkige keuze WAPENEN VLAG BEHOREN TOT DE VERBEELDING TE SPREKEN Winkeldievegge gechanteerd LUXOR THEATER VEENENDAAL door Adriaan P. de Kleuvei Fantomas contra Scotland Yard Operatie Lady C assistent Stichten Predikaat OntWz Ingelanden Prutswerk Herziening Andere regeling rooien fruitbomen nodig geacht VROUWELIJKE ADMINISTRATIEVE KRACHT MARKTEN D. M. VAN LEUSDEN Assurantiekantoor „MULDER" (sinds 1922) 18 jaar) Assurantiekantoor MULDER Pagina 5 WOENSDAG 9 APRIL „Hoe komt het toch dat het schip in het gemeentewapen van Veenendaal geen roer heeft?" Het was beter als men vroeg: „Hoe komt dat turftrappersdorp aan zo'n opge tuigd zeeschip?" Met récht! Het slaat op Veenendaal als een tang op een varken. Mijn gevoel voor de historie en de zuivere heraldiek komt er door in laaiende opstand. „Ze" hebben ons maar wat aangesmeerd. Wie die „ze" waren? Niets meer of minder dan het illustre College van de Hoge Raad van Adel. Toen op 20 februari 1816 dit gezagsorgaan ingesteld werd was het oppermachtig. Men flanste een aantal gemeentewapens in elkaar die deels teruggrepen op legenden en christelijke symboliek en deels zocht men toevlucht tot vervormingen en z.g. „spre kende" afbeeldingen. Met de Noordbrabantse en Lim burgse gemeenten was men al héél gauw klaar. Overwe gend werd een afbeelding van de kerkpatroon genomen. Het wemelt daar van de heiligefiguren in de gemeente wapens. Veenendaal kreeg een lik uit de vervormings- pan Wapen en vlag zijn erfelijke symbo len. Het is op de slagvelden van Europa gebeurd dat een vaandeldrager sneu velde en mét hem de vlag neer ging. Dan zonk ook de moed en deze herleef de weer als een ander die vlag weer voortdroeg. Wapen en vlag behoren tot onze verbeelding te spreken. Het oude turfscheepje van de Veenraden was simpel, maar het was een herinnering aan de tijd waarin men te Veenendaal nog met de turf stik en de baggerbeu- gel werkte. Maar stel je eens voor dat je met die opgetuigde driemaster van Veenendaal 'n gouden nog wel op de grift moest gaan varen. Je zou bij het Grebbeschut niet op de Rijn kunnen komen en stel je voor dat, je er mee in Amersfoort moest komen. Dat kon toch niet. En toch stopten ze daar in Den Haag ons zo'n zeewaardige bark in de maag. Zo'n zeeschip had alle eeuwen door het roer onder de waterspiegel zitten. Juist, omdat het een zeeschip is uit de tijd van de zeilvaart, daarom zie je geen fluit van het roer. Enfin, Veenen daal voer er wel bij. Dat is een ding dat zeker is. Maar dat zou het ook best gefikst hebben met het oude turf scheepje met wél een gezellig hand zaam roer. De mensen zeiden wel dat Veenendaal een schip zonder roer had. Maar wij waren niet stuurloos. Al zou je dat nu van een zekere grote plaatse lijke industrie wél zeggen. Zo juist viel het woord Veenraden. Met dit College heeft het gemeentewa pen zijdelings iets te maken. In de begintijd van de gemeentelijke inde ling van ons gehele land (België inclu sief) werden een aantal waterschappen eveneens bevestigd in het bezit van een wapen. Het waren rechtscolleges met uitvoerende macht en als zodanig ge rechtigd te zegelen. Over de Geldersche en Stichtsche Venen was het College van Veenraden gesteld. Dit alles hangt dan weer samen met de centraliserende politiek van Keizer Karei V, die sinds 1543 ook landsheer over Gelre was. In de hertogelijke tijd zou een centraal lichaam als dit Veenraadschap nooit in deze vorm tot stand gekomen zijn. Het was trouwens koning Philips II die het Veenraadschap constitueerde. De hele geschiedenis vangt aan met het graven van de grift, op last van bisschop David van Bourgondië, begon nen in 1473. Dat is het eigenlijke stich tingsjaar van het dorp Veenlo. Welis waar woonden er al enige boeren en er is jarenlang getwist over de „paalste- king" (grensaanduiding) tussen de be zitters van de Grote- en de Kleine Ven- lo en de prior van het Karthuizerkloos- ter „Nieuw Licht" van de Vecht bij Utrecht. Verder waren de venen deels bezit van de bisschoppen en deels in handen van rijke heren, die tezamen de Ghemeene Veengenoten vormden en in feite de dienst hier uitmaakten. Als in zo veel gevallen woonden zulke ■grondbezitters niet ter plaatse. De Stichtsche Venen (ook Renense Venen genaamd) behoorden rond 1550 aan Jan v. Culenbosch heer van Renswoude, Jan v. Cuijck, Bruyninck v. Cuijck, Frans van Nijenrode, Cornelis Thin (waarnaar de Tinneweide genoemd werd zonder dat iemand daar feitelijk bij stil stond) «n niet het minst aan de toen nog minderjarige jonker Floris van Pal- landt, voor wie mede Bruyninck van Cuijck optrad. Floris van Pallandt werd later graaf van Culemborg. Deze bezitters waren wel veengenoten, maar eerst in 1563 kwam het Veenraadschap tot stand met aansluiting van de Gel derse veenlanden. Toch zag men wel 't grote nut in van een gezamenlijke waterhuishouding. In 1545 was de grift reeds zó verland en begroeid dat Karei V een commissie er heen zond om de toestand in ogen schouw te nemen. De venen leverden zo goed als niets meer op. En daarover wilde de keizer haring of kuit. Hergra ven dus, een arm en bij graven naar de Zwerte Eder Veenen (tot de Klomp) en tevens doortrekken langs het Pan- nenhuis, een oude bierbrouwerij. Er moest aan de Stichtse zijde een jaag pad gemaakt worden en bovendien zou den er schutten moeten komen. Deze be sluiten werden aan de kerkdeuren ge slagen te Barveveld, Ede, Bennekom, Renkum, Harderwijk, Wageningen en Arnhem, alsmede te Rhenen, Wijk (bij Duurstede), Amerongen, Amersfoort en Utrecht. Wie meebetaalde (contribuant werd) mocht zijn turf over de ver- nieuwe grift vervoeren. De grote man werd Frans van Nijenrode. Het werk werd aanbesteed en bij de afslag riep Jan Roeck „mijn", zodat hij de uitvoerder van het werk werd. En in de zomer van 1549 kon weer van de geheel uitgediepte, verbrede en te vens verlengde grift gebruik gemaakt worden. Eerst op 18 oktober 1552 was het gehele werk gereed. Een groot ge zelschap voer af bij de Swaluwsteert (nu het Zwaaiplein) en eerst werd Het Zand geïnspecteerd, waarop men bij het Pannenhuis moest keren en men vervolgens de Geldersche Wijck naar de Zwerte Eder Veenen door de Boven- buurt van het buurschap van Geldersch Veenendaal (toen uiteraard nog niet bestaande!!) afvoer tot de plek waar deze bij de Klomp eindigde. Wéér te rug dus en daarna naar het Grebbe schut. Bij deze visitatie bleek dat Jan Roeck puik' werk geleverd had. En onderwijl was Gilbert van Schoonbeke doende met een vaartje van Emmik- huizen naar de Lunterse beek om de in het Pratterborger veen gemaakte turf op de Eem te kunnen krijgen. Dat stichten van Veenendaal in 1549 is niet meer dan een niet met de wer kelijkheid overeenstemmend verzinsel van zekere heer T. Hootsen. De feite lijke grondlegger was bisschop David van Bourgondië in 1473 en vervolgens diens voortzetter van het verlopen werk keizer Karei V in 1545 en de definitie ve organisator van de bestuurszaken was koning Philips II die bij placaat in 1563 het Veenraadschap der Geldersche en Rhenensche Veenen in het leven riep. Dit werd een rechtscollege met meer macht dan een huidig water schapsbestuur. In feite verwierf 't jon ge Veenedaal er een behoorlijke zelf standigheid door. Aan de turfnering zat voor de landsheer een rijke bron van import vast en zijn instelling zou zéker niet door de magistraten van Rhenen en Wageningen, noch door de ambts jonkers uit 't ambt Ede getorpedeerd worden. Het jaar van de bewustwording als eigen gesloten gemeenschap is on betwist 1563 geweest. Er werd gebouwd aan een kerk en rond die kerk op de marktheuvel ging zich het volksleven afspelen. Op die markt kwamen de boeren, de eekschil lers, de vissers, de schippers, ja óók de weinig in het oog lopende lieden die als turfbewerkers te boek stonden, die keuterboeren en turftrapper tegelijk wa ren. Ze kwamen naar dat nieuwe dorp en er was nering. Aan de paar straat jes vestigden zich herbergiers vooral, een kuiper en een mandenmaker, een smid en een timmerman, een schoenma ker vooral ook, omdat men daar in de venen lange baggerslaarzen moest heb ben, en wat denkt men van klompen makers, botenbouwers, borstelwerkers en 'n winkel waar van alles te koop was. Zo'n dorpje groeit snel en als men eenmaal op een kluitje bij elkaar zit, dan ontstaat daar een typische eigen geest en men vormt er met elkaar een eigen dialect. En wij vinden in de Veenraadregisters ook de namen van de bewoners. De secretaris (cameraar) hield de begraafboeken bij en dan le zen wij over het aantal doden per jaar. Heel gering maar; soms maar 2 a 3 per jaar. Slaat men aan het rekenen dan zullen rond het midden tot het einde van de zestiende eeuw zo'n 200 stonden de beruchte veenbranden en woond hebben. Ze woonden in hutten, maar toen het brandgevaar al groter werd waren ze verplicht die veenhut- ten en boeien af te breken. In het mid den van de zestiende eeuw brak in de venen herhaaldelijk brand uit en ont stonden de beruchte veenbranden e heidebranden. Zo kramen langzaam aan overal stenen huisjes te staan. Oh, héél bescheiden, want die mensen wa ren allen afhankelijk van de grote pachtheren, die tevens de dienst uit maakten als Veenraden. Die kozen de pastoor en later de dominee die hun aanstond. Maar er was een gemeen schap groeiende en men woonde in het kerspel Veenendaal en niet langer in het Rense veen. Hun machtige bescher mer was koning Philips II. Ze verlie ten hun landsheer ook niet zo gauw. De eerste predikant kwam in 1592 en dan is de gemeenschap Veenendaal al zó hecht dat men Rhenen als een stiefmoeder gaat zien. Maar de „Stad Rhenen" legde de geschiedenis van die waterpoel dan ook niet vast. Daar bij komt nog dat de stedelijke magi straat met die eigengereide veenmeyers slecht* overweg kon. Ze wisten daar al vroeg hun eigen wil door te zetten. En de Veenraden sticht ten hun eigen Veenraadarchief; rijke bron van inlichtingen. Zo kwamen die machtige Veenraden er ook toe een eigen zegel te gaan voeren En wat doet dan zo'n college dat de behartiging van de turfnering ter harte gaat? Men kiest als wapenfiguur een turfschip. Men laat een cachet maken en het zegel met randschrift er in graveren. Vervol gens gaan de belangrijke stukken geze geld bij de secretaris de deur uit. Dat Bij het ontwerp wapen Dijkschap Grebbedijk ging het ,,hartniet door en Adriaan P. de Kleuver teken de vervolgens het nieuwe wapen (zon der hart). Het was nog nooit voor gekomen dat een particulierzo'n opdracht kreeg. zag er allemaal zéér indrukwekkend uit. Ja, dat turftrappersdorpje begon wat mans te worden. In 1751 liet de Erfstadhouder Willem Carel Hendrik Friso alle voorgaande papieren, placaten en archieven verza melen en in een „hasse oft kist ter Griffie van den Hove Provinciaal van Utrecht" opbergen ten einde een nieuw statuut van regering het licht te doen zoen. Zo komt het dat van enige oude re stukken in het Veenraadarchief te Veenendaal slechts afschriften bestaan. Dat nieuwe statuut van 1751 bleef in gebruik tot 1904, waarna het ingrijpend gewijzigd werd en nog tot 1949 dienst deed bij de beleidszaken van het oude Veenraadschap, dat opgeheven werd toen op 1 jan. 1949 de nieuwe water schappen ingesteld werden. De laatste voorzittende Veenraad was D. Sand- brink Jr., directeur van de Textielfa briek Veenendaal aan de Dijkstraat. Het gemeentewapen van Veenen daal zoals dat in 1816 werd vast gesteld. naai) de grensafbakening van de twee nieuwe waterschappen Wageningen en Ede (watefgraaf ir. J. J. Mynssen) en Grebbe (watergraaf Jhr. Mr. L. H. N. F. M. Bosch ridder van Rosenthal). Over de Grebbedijk werd een dijkschap in het leven geroepen met sinds 19"9 als dijkgraaf de heer D. Sa-:1 Alle ingelanden die acht morgenland in eigendom hadden waren gekwalifi ceerd zitting in het college te nemen. Aanvankelijk hield men de vergade ringen op het Geldersche gedeelte, zo als blijkt uit de notulen van 1717 toen vergaderd werd in ,,'t Wapen van Gel derland" bij „hospes" Wouter van Mae- nen. Als er open rekendagen waren kwam men met de ingelanden en de rekenmeesters bijeen in de Oude kerk op de Markt en werd dit met „klep- pinge van de kloek" bekend gemaakt. Dit was aan het begin van deze eeuw nog het geval, een zéér oud recht van het Veenraadschap dus. Hadden de meeste kerken speciale schepenbanken en herenbanken (deze kan men respec tievelijk nog op voortreffelijke wijze te zien krijgen in de kerk te Maurik en in de kerken te IJzendoorn (zéér mooi) en Lienden); de Veenraden van Vee nendaal hadden óók een eigen bank in de Oude kerk. Later werd aan de hui dige Hoogstraat een eigen Polderhuis ingericht. Na 1795 verloor 't Veenraad schap veel van zijn macht en behar tigde nadien in hoofdzaak waterschaps- belangen. Kerk en marktterrein bleven nog lan ge tijd in beheer bij de Veenraden. Het gehele Veenraadarchief is thans veilig ondergebracht in het Raadhuis te Vee nendaal. Het bevat, zoals velen hebben gezien op de voortreffelijke tentoonstel ling bij gelegenheid van de in gebruik neming van het niéuwe politiebureau in 1968, zeldzame stukken waaronder van de graaf van Leicester en prins Maii- rits. Iets waar Veenendaal met recht trots op kan zijn. Uiteraard bevindt zich daartussen ook het door de Hoge Raad van Adel bevestigde wapen van het Veenraadschap, zoals dit in 1818, wat later dus het gemeentewapen van Vee nendaal werd. Waarom gaf men Vee nendaal het wapen toen zó? De hoge heren in Den Haag zaten met dat wapen voor Veenendaal in hun maag. Men wilde om historische rede nen de Veenraden in het bezit laten van hun oude turfscheepje. Vooruit met de geit, zeiden ze, die gemeente ook een schip. En dan meteen maar een knoert van een schip ook. Ze grepen daarbij zeker terug op de interglaciale toestand van tussen de 3e en de 4e ijs tijd, toen de heuvels van Veenendaal omspoeld werden door de Eemzee. Maar neen, ook dat was het niet, want aan ijstijdtheorieën was men toen nog niet toe. Wat dan wel? Dit wapen is een nog steeds springlevend bewijs van het heersende diepe verval van de heral diek. Pas nog hadden de brengers van vrijheid, gelijkheid en broederschap een diep spoor achtergelaten in de kerken, waar met een ijver van alle grafzerken die men maar wist te liggen de wapens weggekapt werden. Dat moest u eens gaan bekijken in 't koor van de Euse- biuskerk te Arnhem. Ontstellend ge woon. De heraldiek werd als erfenis van adel en regentendom eenvoudig uitgebannen. De nieuwbakken adel moest er maar weer wat van zien te maken. Toen bleek, dat men niet „van adel" behoef te te zijn om als goed heraldicus te boek te staan. Er is prutswerk gele verd en schrijver is bijzonder ingeno men met de nieuwere procedure van bekrachtiging van Koninklijk. Besluit. Bovendien hebben thans zéér bekwa me heraldici zitting in de Hoge Raad van Adel. Bij verstrekking van 'n wapen wordt niets aan het toeval overgelaten en bo vendien worden deskundigen geraad pleegd. Dat daarbij het Veenraadwapen nog eens een rol zou spelen was niet te voorzien vóór 1949. Dat schrijver daarbij zou worden betrokken nog min der. Na 1 januari 1949 vervielen de vol gende oude beheersinstellingen: a. Het Veenraadschap der Geldersche en Stichtse Veenen; b. De Dijkstoel van de Rhenensche Nude en Achterbergse Hooglanden; c. Het Polderdistrict Wa geningen en Bennekom en d. De Bui tenpolder Maenen en Veldhuizen. Dit viertal waterschappen had tot '49 het beheer over de Grebbedijk mede te verzorgen en werd gezamelijk aan geduid als de Collegiën der Exoneree- rende Landen. Alle vier lagen ten oos ten van de Slaperdijk en bestreken dus de gehele zuidelijke Gelderse Vallei. Na 1949 werd de Grift (nu dus Valleika- Het was deze dijkgraaf, die maakte van het wapen voer Tst Di schap Grebbedijk. Er is tussen augus tus 1953 en januari 1956 veel over en weer geschreven en gedebatteerd, want hóé kon iets zinvols tot stand gebracht worden. Er waren reeds ontwerpen van de Hoge Raad van Adel binnen geko men, alsmede van de Rijksarchivaris/ Inspecteur van de Gemeente- en Wa terschapsarchieven in Gelderland, maar de dijkgraaf wilde toch de dijk spre kend in het wapen opgenomen zien. Ook schrijver kreeg opdracht een ont werp te maken (zie afbeelding). En dat kreeg van genoemde rijksarchivaris di rect bijval. Het hartschild vooral bleek een vondst te zijn. De groene balk ver beeldde de dijk. Bovendien werd het idee tot devies de woorden „Immer wa kende" te nemen als zéér goed getrof fen aanbevolen. Persoonlijk zocht ik naar het juiste evenwicht en kwam uit eindelijk een gekwartileerd veld uit de bus met de vier oude waterschappen en als hartschild de groene balk op het veld van zilver. Er waren twee origine le wapens van voormalige waterschap pen bij (Veenraadschap en Dijkstoel) en verder het schependom van Wage ningen en het ambt Ede. De dijkstoel van Wageningen en Ben nekom nam voorheen in de Exonereren- de landen een eerste plaats is en kreeg dan ook de eerste plaats. Na wat ver wisselen werd de volgorde van 't schild: 1 - Wageningen/Bennekom, 2 - Manen/ Veldhuizen, 3 - Veenraden en 4 - Rhe- nense Nude etc. En het hartschild bleef gehandhaafd. En toen beging menm.i. een hoogst opmerkelijke fout. In de plaats van het wapen van het „Kollegie van Dijkgraaf en Heemraden van de Rhenensche Nude en Achterbergsche Hooilanden", vanouds gevoerd sinds 1818, werd het huidige gemeentewapen van Rhenen (verleend 26-10-1943) door dezelfde rijksarchivaris te Arnhem aan bevolen, omdat dit juister zou zijn. Goed goed, dat recente wapen van Rhenen is onder alle wapens die ik ken moge lijk wel het allerbeste, maar als dezelf de heer archivaris het idee de gemeen ten niet-zo sterk te laten spreken en 't meer op de historisch zo belangrijke oude waterschapscorporaties te houden had vastgehouden (dat was toch zijn idee) dan had hij het wapen uit 1818 moeten aanvaarden. De wél opgenomen wapens die Wage ningen'/Bennekom en Manen/Veldhui- ze verbeelden zijn resp. in 1818 ge meentewapen van Wageningen en in 1816 gemeentewapen van Ede gewor den. En nu zeilt in dat wapen van het Dijkschap Grebbedijk zo verduveld een zaam dat turfscheepje van de Veenra den tussen de grote broers Wagenin gen, Ede en Rhenen voort. Het werd toch in hoofdzaak een „gemeentelijke" aangelegenheid. Toen bleek plotseling dat in 't wapen van de gemeente Rhenen de baard van de sleutel niet goed te zien was. Die is samengesteld uit de letters SP (Sint-Pieter) en heeft niets, maar dan ook niets met Cunera van doen. Alwéér moest er veranderd wor den. Tenslotte verdween het' hartschild met de groene dijk. Alles omwille van de baard van een sleutel. Drie jaar lang gehannes over een wapen. Dat ging in 1816 gemakkelijker. Jij een wapen? Huppekee, jij een schip om de zeeën er mee te kunnen bevaren. Ze hadden geen tijd om iets rustig te be kijken. Iedere dag ging er wel één de deur uit en dat moest geschilderd wor den en geregistreerd. Ze zijn nu al blij Is ze er twee a drie per jaar mogen bewerken". Ze hebben nu een zee van ;d over. Juist mooi om Veenendaal r.ht te doen wedervaren. Want dat t de Hoge Raad van Adel nog wél is te verwerken: een herziening. Juist, dat moeten wij hebben! Een herziening! Dan is dat scheepje in het dijkschap wapen óók op zijn plaats. Ja, dat moest onze gemeente nu maar eens doen. De heren in Den Haag verzoeken ons van dat opgetuigde zeeschip a la Su riname te willen verlossen om dan ons in het ons rechtens historische gronden toekomende wapen van het Veenraad- Op voorstel van de afdeling Fruit teelt en van de commissie Bedrijfsont wikkeling en Agrarische Voorlichting heeft het bestuur van het Landbouw schap onlangs besloten te bevorderen dat de rooipremie-regeling wordt gewij zigd. De leeftijdsgrens, waarop de huidige regeling van toepassing is, wil men verleggen van 19.15 tot 1955, terwijl men na 1 januari 1970 zal bezien of een vérdere verschuiving van de leef tijdsgrens gewenst is. Eveneens heeft het bestuur besloten akkoord te gaan met het voorstel om bij bedrijfsbeëin diging de rooipremie te verlenen onge acht de leeftijd. Het wapen, dat het Collegie van Veenraden van Veenendaal voer de. Het werd in 1818 verstrekt als voortzetting van oude zegel van het Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen, dat in 1563 door koning Philips II werd ingesteld. schap te bevestigen. Persoonlijk vind ik die opgetuigde driemaster voor een plaats'als Veenendaal belachelijk. Te bedenken dat in Veenendaal een Veen raadschap zetelde dat een puur en puur historisch verantwoord zegel had, dat na 1949 geen enkele functie meer heeft en waarvan slechts de herinnering voortleeft in het wapen van het Dijk schap Grebbedijk! Ja, dat wapen van de Veenraden zou nu een eervolle plaats kunnen innemen. Als het maar gemeen tewapen van Veenendaal was. Er is geen rede aan te voeren waarom Veenendaal geen wapenherziening kan krijgen. Het Veenraadschap is opgedoekt; het be staat niet meer. Maar Veenendaal wel. En hóé!! Zie eens hoe Barneveld in 1961 voor een aanvulling pleitte en de ze verkreeg. Ja ook, hoe méér dan een eeuw lang Rhenen het wapen foutief voerde en een herziening er door kreeg. Zo'n heksentoer is zo iets óókweer niet. Tn Alkmaar heeft de politie een be- drijfsleider en een administra teur van een winkel gevat, omdat 't tweetal 'n vrouw, die op 'n win keldiefstal was betrapt, hebben ge chanteerd. De vrouw zou voor veertig gulden hebben gestolen. Nadat de mannen haar hadden bedreigd met de poli tie, zouden zij van haar 250 gulden hebben geëist. De mannen hebben het geld niet in eigen zak, maar in de winkelkassa gestort. Dat is hdn eriigë winstpunt. VEENENDAAL Op de eiermarkt te Veenendaal waren de prijzen van de eieren gisteren als volgt: grote eieren f 15,50-f 16,50 per honderd stuks, klei ne eieren f 10,00-f 13,00 per honderd stuks. Er werden 50.000 eieren aange voerd. De handel was matig. Donderdag 10 april 7.30 uur - zaterdag 12 april 7 uur - zondag 18 april 3 war LOUIS DE FUNtlS - JEAN MARAIS - MYLÈNE DEMONGEOT in De derde Fantomas-film staat garant voor humor en sensatie. Toegang 14 jaar. Zaterdag 12 april 9 uur - zondag 18 maandag 14 april 7.30 uur KEN CLARK - DANIEIA BIANCHI EVELYN STEWART in Accountant en Belastingconsulent Honskamperweg 16 zoek t in het bezit van het diploma M.B.A. of studerend voor SP.D. en daarvoor reeds ver gevorderd. Schriftelijke sollicitaties aan bovenstaand adres. Geslepen vrouwen die hun charmes ge bruiken om oneervolle opdrachten te vol voeren. Toegang 18 jaar. Eigenaar R. R. Mulder - Makelaar In Assurantiën vraagt per 1 mei een goed kunnende typen en enige ervaring in Nederlandse handelscorrespondentie diplo ma niet vereist). Schriftelijke sollicitaties worden gaarne ingewacht bij Kerkewflk 167, Veenendaal. Postbus 43. Tel. 08385—10.000

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 5