Overwegen van herziening
is niet te veel gevraagd
Schip zonder roer in
Veenendaalse wapen
is ongelukkige keuze
WAPENEN VLAG BEHOREN TOT
DE VERBEELDING TE SPREKEN
Winkeldievegge
gechanteerd
LUXOR THEATER
VEENENDAAL
door
Adriaan P. de Kleuvei
Fantomas
contra Scotland Yard
Operatie Lady C
assistent
Stichten
Predikaat
OntWz
Ingelanden
Prutswerk
Herziening
Andere regeling
rooien
fruitbomen
nodig geacht
VROUWELIJKE
ADMINISTRATIEVE
KRACHT
MARKTEN
D. M. VAN LEUSDEN
Assurantiekantoor „MULDER" (sinds 1922)
18 jaar)
Assurantiekantoor MULDER
Pagina 5
WOENSDAG 9 APRIL
„Hoe komt het toch dat het schip in het gemeentewapen
van Veenendaal geen roer heeft?" Het was beter als men
vroeg: „Hoe komt dat turftrappersdorp aan zo'n opge
tuigd zeeschip?" Met récht! Het slaat op Veenendaal als
een tang op een varken. Mijn gevoel voor de historie en
de zuivere heraldiek komt er door in laaiende opstand.
„Ze" hebben ons maar wat aangesmeerd. Wie die „ze"
waren? Niets meer of minder dan het illustre College van
de Hoge Raad van Adel. Toen op 20 februari 1816 dit
gezagsorgaan ingesteld werd was het oppermachtig. Men
flanste een aantal gemeentewapens in elkaar die deels
teruggrepen op legenden en christelijke symboliek en
deels zocht men toevlucht tot vervormingen en z.g. „spre
kende" afbeeldingen. Met de Noordbrabantse en Lim
burgse gemeenten was men al héél gauw klaar. Overwe
gend werd een afbeelding van de kerkpatroon genomen.
Het wemelt daar van de heiligefiguren in de gemeente
wapens. Veenendaal kreeg een lik uit de vervormings-
pan
Wapen en vlag zijn erfelijke symbo
len. Het is op de slagvelden van Europa
gebeurd dat een vaandeldrager sneu
velde en mét hem de vlag neer ging.
Dan zonk ook de moed en deze herleef
de weer als een ander die vlag weer
voortdroeg. Wapen en vlag behoren tot
onze verbeelding te spreken. Het oude
turfscheepje van de Veenraden was
simpel, maar het was een herinnering
aan de tijd waarin men te Veenendaal
nog met de turf stik en de baggerbeu-
gel werkte. Maar stel je eens voor dat
je met die opgetuigde driemaster van
Veenendaal 'n gouden nog wel op
de grift moest gaan varen. Je zou bij
het Grebbeschut niet op de Rijn kunnen
komen en stel je voor dat, je er mee in
Amersfoort moest komen. Dat kon
toch niet. En toch stopten ze daar in
Den Haag ons zo'n zeewaardige bark in
de maag.
Zo'n zeeschip had alle eeuwen door
het roer onder de waterspiegel zitten.
Juist, omdat het een zeeschip is uit de
tijd van de zeilvaart, daarom zie je
geen fluit van het roer. Enfin, Veenen
daal voer er wel bij. Dat is een ding
dat zeker is. Maar dat zou het ook best
gefikst hebben met het oude turf
scheepje met wél een gezellig hand
zaam roer. De mensen zeiden wel dat
Veenendaal een schip zonder roer had.
Maar wij waren niet stuurloos. Al zou
je dat nu van een zekere grote plaatse
lijke industrie wél zeggen.
Zo juist viel het woord Veenraden.
Met dit College heeft het gemeentewa
pen zijdelings iets te maken. In
de begintijd van de gemeentelijke inde
ling van ons gehele land (België inclu
sief) werden een aantal waterschappen
eveneens bevestigd in het bezit van een
wapen. Het waren rechtscolleges met
uitvoerende macht en als zodanig ge
rechtigd te zegelen. Over de Geldersche
en Stichtsche Venen was het College
van Veenraden gesteld. Dit alles hangt
dan weer samen met de centraliserende
politiek van Keizer Karei V, die sinds
1543 ook landsheer over Gelre was. In
de hertogelijke tijd zou een centraal
lichaam als dit Veenraadschap nooit in
deze vorm tot stand gekomen zijn. Het
was trouwens koning Philips II die het
Veenraadschap constitueerde.
De hele geschiedenis vangt aan met
het graven van de grift, op last van
bisschop David van Bourgondië, begon
nen in 1473. Dat is het eigenlijke stich
tingsjaar van het dorp Veenlo. Welis
waar woonden er al enige boeren en er
is jarenlang getwist over de „paalste-
king" (grensaanduiding) tussen de be
zitters van de Grote- en de Kleine Ven-
lo en de prior van het Karthuizerkloos-
ter „Nieuw Licht" van de Vecht bij
Utrecht. Verder waren de venen deels
bezit van de bisschoppen en deels in
handen van rijke heren, die tezamen
de Ghemeene Veengenoten vormden en
in feite de dienst hier uitmaakten. Als
in zo veel gevallen woonden zulke
■grondbezitters niet ter plaatse. De
Stichtsche Venen (ook Renense Venen
genaamd) behoorden rond 1550 aan Jan
v. Culenbosch heer van Renswoude, Jan
v. Cuijck, Bruyninck v. Cuijck, Frans
van Nijenrode, Cornelis Thin (waarnaar
de Tinneweide genoemd werd zonder
dat iemand daar feitelijk bij stil stond)
«n niet het minst aan de toen nog
minderjarige jonker Floris van Pal-
landt, voor wie mede Bruyninck van
Cuijck optrad. Floris van Pallandt
werd later graaf van Culemborg. Deze
bezitters waren wel veengenoten, maar
eerst in 1563 kwam het Veenraadschap
tot stand met aansluiting van de Gel
derse veenlanden.
Toch zag men wel 't grote nut in van
een gezamenlijke waterhuishouding. In
1545 was de grift reeds zó verland en
begroeid dat Karei V een commissie er
heen zond om de toestand in ogen
schouw te nemen. De venen leverden zo
goed als niets meer op. En daarover
wilde de keizer haring of kuit. Hergra
ven dus, een arm en bij graven naar
de Zwerte Eder Veenen (tot de Klomp)
en tevens doortrekken langs het Pan-
nenhuis, een oude bierbrouwerij. Er
moest aan de Stichtse zijde een jaag
pad gemaakt worden en bovendien zou
den er schutten moeten komen. Deze be
sluiten werden aan de kerkdeuren ge
slagen te Barveveld, Ede, Bennekom,
Renkum, Harderwijk, Wageningen en
Arnhem, alsmede te Rhenen, Wijk (bij
Duurstede), Amerongen, Amersfoort en
Utrecht. Wie meebetaalde (contribuant
werd) mocht zijn turf over de ver-
nieuwe grift vervoeren. De grote man
werd Frans van Nijenrode.
Het werk werd aanbesteed en bij de
afslag riep Jan Roeck „mijn", zodat
hij de uitvoerder van het werk werd.
En in de zomer van 1549 kon weer van
de geheel uitgediepte, verbrede en te
vens verlengde grift gebruik gemaakt
worden. Eerst op 18 oktober 1552 was
het gehele werk gereed. Een groot ge
zelschap voer af bij de Swaluwsteert
(nu het Zwaaiplein) en eerst werd Het
Zand geïnspecteerd, waarop men bij
het Pannenhuis moest keren en men
vervolgens de Geldersche Wijck naar
de Zwerte Eder Veenen door de Boven-
buurt van het buurschap van Geldersch
Veenendaal (toen uiteraard nog niet
bestaande!!) afvoer tot de plek waar
deze bij de Klomp eindigde. Wéér te
rug dus en daarna naar het Grebbe
schut. Bij deze visitatie bleek dat Jan
Roeck puik' werk geleverd had. En
onderwijl was Gilbert van Schoonbeke
doende met een vaartje van Emmik-
huizen naar de Lunterse beek om de in
het Pratterborger veen gemaakte turf
op de Eem te kunnen krijgen.
Dat stichten van Veenendaal in 1549
is niet meer dan een niet met de wer
kelijkheid overeenstemmend verzinsel
van zekere heer T. Hootsen. De feite
lijke grondlegger was bisschop David
van Bourgondië in 1473 en vervolgens
diens voortzetter van het verlopen werk
keizer Karei V in 1545 en de definitie
ve organisator van de bestuurszaken
was koning Philips II die bij placaat in
1563 het Veenraadschap der Geldersche
en Rhenensche Veenen in het leven
riep. Dit werd een rechtscollege met
meer macht dan een huidig water
schapsbestuur. In feite verwierf 't jon
ge Veenedaal er een behoorlijke zelf
standigheid door. Aan de turfnering zat
voor de landsheer een rijke bron van
import vast en zijn instelling zou zéker
niet door de magistraten van Rhenen
en Wageningen, noch door de ambts
jonkers uit 't ambt Ede getorpedeerd
worden. Het jaar van de bewustwording
als eigen gesloten gemeenschap is on
betwist 1563 geweest.
Er werd gebouwd aan een kerk en
rond die kerk op de marktheuvel ging
zich het volksleven afspelen. Op die
markt kwamen de boeren, de eekschil
lers, de vissers, de schippers, ja óók
de weinig in het oog lopende lieden die
als turfbewerkers te boek stonden, die
keuterboeren en turftrapper tegelijk wa
ren. Ze kwamen naar dat nieuwe dorp
en er was nering. Aan de paar straat
jes vestigden zich herbergiers vooral,
een kuiper en een mandenmaker, een
smid en een timmerman, een schoenma
ker vooral ook, omdat men daar in de
venen lange baggerslaarzen moest heb
ben, en wat denkt men van klompen
makers, botenbouwers, borstelwerkers
en 'n winkel waar van alles te koop
was.
Zo'n dorpje groeit snel en als men
eenmaal op een kluitje bij elkaar zit,
dan ontstaat daar een typische eigen
geest en men vormt er met elkaar een
eigen dialect. En wij vinden in de
Veenraadregisters ook de namen van
de bewoners. De secretaris (cameraar)
hield de begraafboeken bij en dan le
zen wij over het aantal doden per jaar.
Heel gering maar; soms maar 2 a 3
per jaar. Slaat men aan het rekenen
dan zullen rond het midden tot het
einde van de zestiende eeuw zo'n 200
stonden de beruchte veenbranden en
woond hebben. Ze woonden in hutten,
maar toen het brandgevaar al groter
werd waren ze verplicht die veenhut-
ten en boeien af te breken. In het mid
den van de zestiende eeuw brak in de
venen herhaaldelijk brand uit en ont
stonden de beruchte veenbranden e
heidebranden. Zo kramen langzaam
aan overal stenen huisjes te staan. Oh,
héél bescheiden, want die mensen wa
ren allen afhankelijk van de grote
pachtheren, die tevens de dienst uit
maakten als Veenraden. Die kozen de
pastoor en later de dominee die hun
aanstond. Maar er was een gemeen
schap groeiende en men woonde in het
kerspel Veenendaal en niet langer in
het Rense veen. Hun machtige bescher
mer was koning Philips II. Ze verlie
ten hun landsheer ook niet zo gauw.
De eerste predikant kwam in 1592
en dan is de gemeenschap Veenendaal
al zó hecht dat men Rhenen als een
stiefmoeder gaat zien. Maar de „Stad
Rhenen" legde de geschiedenis van
die waterpoel dan ook niet vast. Daar
bij komt nog dat de stedelijke magi
straat met die eigengereide veenmeyers
slecht* overweg kon.
Ze wisten daar al vroeg hun eigen wil
door te zetten. En de Veenraden sticht
ten hun eigen Veenraadarchief; rijke
bron van inlichtingen. Zo kwamen
die machtige Veenraden er ook toe een
eigen zegel te gaan voeren En wat doet
dan zo'n college dat de behartiging van
de turfnering ter harte gaat? Men kiest
als wapenfiguur een turfschip. Men
laat een cachet maken en het zegel
met randschrift er in graveren. Vervol
gens gaan de belangrijke stukken geze
geld bij de secretaris de deur uit. Dat
Bij het ontwerp wapen Dijkschap
Grebbedijk ging het ,,hartniet
door en Adriaan P. de Kleuver teken
de vervolgens het nieuwe wapen (zon
der hart). Het was nog nooit voor
gekomen dat een particulierzo'n
opdracht kreeg.
zag er allemaal zéér indrukwekkend
uit. Ja, dat turftrappersdorpje begon
wat mans te worden.
In 1751 liet de Erfstadhouder Willem
Carel Hendrik Friso alle voorgaande
papieren, placaten en archieven verza
melen en in een „hasse oft kist ter
Griffie van den Hove Provinciaal van
Utrecht" opbergen ten einde een nieuw
statuut van regering het licht te doen
zoen. Zo komt het dat van enige oude
re stukken in het Veenraadarchief te
Veenendaal slechts afschriften bestaan.
Dat nieuwe statuut van 1751 bleef in
gebruik tot 1904, waarna het ingrijpend
gewijzigd werd en nog tot 1949 dienst
deed bij de beleidszaken van het oude
Veenraadschap, dat opgeheven werd
toen op 1 jan. 1949 de nieuwe water
schappen ingesteld werden. De laatste
voorzittende Veenraad was D. Sand-
brink Jr., directeur van de Textielfa
briek Veenendaal aan de Dijkstraat.
Het gemeentewapen van Veenen
daal zoals dat in 1816 werd vast
gesteld.
naai) de grensafbakening van de twee
nieuwe waterschappen Wageningen en
Ede (watefgraaf ir. J. J. Mynssen) en
Grebbe (watergraaf Jhr. Mr. L. H. N.
F. M. Bosch ridder van Rosenthal).
Over de Grebbedijk werd een dijkschap
in het leven geroepen met sinds 19"9
als dijkgraaf de heer D. Sa-:1
Alle ingelanden die acht morgenland
in eigendom hadden waren gekwalifi
ceerd zitting in het college te nemen.
Aanvankelijk hield men de vergade
ringen op het Geldersche gedeelte, zo
als blijkt uit de notulen van 1717 toen
vergaderd werd in ,,'t Wapen van Gel
derland" bij „hospes" Wouter van Mae-
nen. Als er open rekendagen waren
kwam men met de ingelanden en de
rekenmeesters bijeen in de Oude kerk
op de Markt en werd dit met „klep-
pinge van de kloek" bekend gemaakt.
Dit was aan het begin van deze eeuw
nog het geval, een zéér oud recht van
het Veenraadschap dus. Hadden de
meeste kerken speciale schepenbanken
en herenbanken (deze kan men respec
tievelijk nog op voortreffelijke wijze te
zien krijgen in de kerk te Maurik en
in de kerken te IJzendoorn (zéér mooi)
en Lienden); de Veenraden van Vee
nendaal hadden óók een eigen bank in
de Oude kerk. Later werd aan de hui
dige Hoogstraat een eigen Polderhuis
ingericht. Na 1795 verloor 't Veenraad
schap veel van zijn macht en behar
tigde nadien in hoofdzaak waterschaps-
belangen.
Kerk en marktterrein bleven nog lan
ge tijd in beheer bij de Veenraden. Het
gehele Veenraadarchief is thans veilig
ondergebracht in het Raadhuis te Vee
nendaal. Het bevat, zoals velen hebben
gezien op de voortreffelijke tentoonstel
ling bij gelegenheid van de in gebruik
neming van het niéuwe politiebureau in
1968, zeldzame stukken waaronder van
de graaf van Leicester en prins Maii-
rits. Iets waar Veenendaal met recht
trots op kan zijn. Uiteraard bevindt zich
daartussen ook het door de Hoge Raad
van Adel bevestigde wapen van het
Veenraadschap, zoals dit in 1818, wat
later dus het gemeentewapen van Vee
nendaal werd. Waarom gaf men Vee
nendaal het wapen toen zó?
De hoge heren in Den Haag zaten met
dat wapen voor Veenendaal in hun
maag. Men wilde om historische rede
nen de Veenraden in het bezit laten
van hun oude turfscheepje. Vooruit met
de geit, zeiden ze, die gemeente ook
een schip. En dan meteen maar een
knoert van een schip ook. Ze grepen
daarbij zeker terug op de interglaciale
toestand van tussen de 3e en de 4e ijs
tijd, toen de heuvels van Veenendaal
omspoeld werden door de Eemzee. Maar
neen, ook dat was het niet, want aan
ijstijdtheorieën was men toen nog niet
toe. Wat dan wel? Dit wapen is een
nog steeds springlevend bewijs van het
heersende diepe verval van de heral
diek. Pas nog hadden de brengers van
vrijheid, gelijkheid en broederschap een
diep spoor achtergelaten in de kerken,
waar met een ijver van alle grafzerken
die men maar wist te liggen de wapens
weggekapt werden. Dat moest u eens
gaan bekijken in 't koor van de Euse-
biuskerk te Arnhem. Ontstellend ge
woon.
De heraldiek werd als erfenis van adel
en regentendom eenvoudig uitgebannen.
De nieuwbakken adel moest er maar
weer wat van zien te maken. Toen
bleek, dat men niet „van adel" behoef
te te zijn om als goed heraldicus te
boek te staan. Er is prutswerk gele
verd en schrijver is bijzonder ingeno
men met de nieuwere procedure van
bekrachtiging van Koninklijk. Besluit.
Bovendien hebben thans zéér bekwa
me heraldici zitting in de Hoge Raad
van Adel.
Bij verstrekking van 'n wapen wordt
niets aan het toeval overgelaten en bo
vendien worden deskundigen geraad
pleegd. Dat daarbij het Veenraadwapen
nog eens een rol zou spelen was niet
te voorzien vóór 1949. Dat schrijver
daarbij zou worden betrokken nog min
der.
Na 1 januari 1949 vervielen de vol
gende oude beheersinstellingen: a. Het
Veenraadschap der Geldersche en
Stichtse Veenen; b. De Dijkstoel van de
Rhenensche Nude en Achterbergse
Hooglanden; c. Het Polderdistrict Wa
geningen en Bennekom en d. De Bui
tenpolder Maenen en Veldhuizen.
Dit viertal waterschappen had tot '49
het beheer over de Grebbedijk mede
te verzorgen en werd gezamelijk aan
geduid als de Collegiën der Exoneree-
rende Landen. Alle vier lagen ten oos
ten van de Slaperdijk en bestreken dus
de gehele zuidelijke Gelderse Vallei. Na
1949 werd de Grift (nu dus Valleika-
Het was deze dijkgraaf, die
maakte van het wapen voer Tst Di
schap Grebbedijk. Er is tussen augus
tus 1953 en januari 1956 veel over en
weer geschreven en gedebatteerd, want
hóé kon iets zinvols tot stand gebracht
worden. Er waren reeds ontwerpen van
de Hoge Raad van Adel binnen geko
men, alsmede van de Rijksarchivaris/
Inspecteur van de Gemeente- en Wa
terschapsarchieven in Gelderland, maar
de dijkgraaf wilde toch de dijk spre
kend in het wapen opgenomen zien.
Ook schrijver kreeg opdracht een ont
werp te maken (zie afbeelding). En dat
kreeg van genoemde rijksarchivaris di
rect bijval. Het hartschild vooral bleek
een vondst te zijn. De groene balk ver
beeldde de dijk. Bovendien werd het
idee tot devies de woorden „Immer wa
kende" te nemen als zéér goed getrof
fen aanbevolen. Persoonlijk zocht ik
naar het juiste evenwicht en kwam uit
eindelijk een gekwartileerd veld uit de
bus met de vier oude waterschappen
en als hartschild de groene balk op het
veld van zilver. Er waren twee origine
le wapens van voormalige waterschap
pen bij (Veenraadschap en Dijkstoel)
en verder het schependom van Wage
ningen en het ambt Ede.
De dijkstoel van Wageningen en Ben
nekom nam voorheen in de Exonereren-
de landen een eerste plaats is en kreeg
dan ook de eerste plaats. Na wat ver
wisselen werd de volgorde van 't schild:
1 - Wageningen/Bennekom, 2 - Manen/
Veldhuizen, 3 - Veenraden en 4 - Rhe-
nense Nude etc. En het hartschild bleef
gehandhaafd. En toen beging menm.i.
een hoogst opmerkelijke fout. In de
plaats van het wapen van het „Kollegie
van Dijkgraaf en Heemraden van de
Rhenensche Nude en Achterbergsche
Hooilanden", vanouds gevoerd sinds
1818, werd het huidige gemeentewapen
van Rhenen (verleend 26-10-1943) door
dezelfde rijksarchivaris te Arnhem aan
bevolen, omdat dit juister zou zijn. Goed
goed, dat recente wapen van Rhenen
is onder alle wapens die ik ken moge
lijk wel het allerbeste, maar als dezelf
de heer archivaris het idee de gemeen
ten niet-zo sterk te laten spreken en 't
meer op de historisch zo belangrijke
oude waterschapscorporaties te houden
had vastgehouden (dat was toch zijn
idee) dan had hij het wapen uit 1818
moeten aanvaarden.
De wél opgenomen wapens die Wage
ningen'/Bennekom en Manen/Veldhui-
ze verbeelden zijn resp. in 1818 ge
meentewapen van Wageningen en in
1816 gemeentewapen van Ede gewor
den. En nu zeilt in dat wapen van het
Dijkschap Grebbedijk zo verduveld een
zaam dat turfscheepje van de Veenra
den tussen de grote broers Wagenin
gen, Ede en Rhenen voort. Het werd
toch in hoofdzaak een „gemeentelijke"
aangelegenheid. Toen bleek plotseling
dat in 't wapen van de gemeente Rhenen
de baard van de sleutel niet goed te
zien was. Die is samengesteld uit de
letters SP (Sint-Pieter) en heeft niets,
maar dan ook niets met Cunera van
doen. Alwéér moest er veranderd wor
den.
Tenslotte verdween het' hartschild met
de groene dijk. Alles omwille van de
baard van een sleutel. Drie jaar lang
gehannes over een wapen.
Dat ging in 1816 gemakkelijker. Jij
een wapen? Huppekee, jij een schip om
de zeeën er mee te kunnen bevaren. Ze
hadden geen tijd om iets rustig te be
kijken. Iedere dag ging er wel één de
deur uit en dat moest geschilderd wor
den en geregistreerd. Ze zijn nu al blij
Is ze er twee a drie per jaar mogen
bewerken". Ze hebben nu een zee van
;d over. Juist mooi om Veenendaal
r.ht te doen wedervaren. Want dat
t de Hoge Raad van Adel nog wél
is te verwerken: een herziening.
Juist, dat moeten wij hebben! Een
herziening! Dan is dat scheepje in het
dijkschap wapen óók op zijn plaats. Ja,
dat moest onze gemeente nu maar eens
doen. De heren in Den Haag verzoeken
ons van dat opgetuigde zeeschip a la Su
riname te willen verlossen om dan ons
in het ons rechtens historische gronden
toekomende wapen van het Veenraad-
Op voorstel van de afdeling Fruit
teelt en van de commissie Bedrijfsont
wikkeling en Agrarische Voorlichting
heeft het bestuur van het Landbouw
schap onlangs besloten te bevorderen
dat de rooipremie-regeling wordt gewij
zigd.
De leeftijdsgrens, waarop de huidige
regeling van toepassing is, wil men
verleggen van 19.15 tot 1955, terwijl
men na 1 januari 1970 zal bezien of
een vérdere verschuiving van de leef
tijdsgrens gewenst is. Eveneens heeft
het bestuur besloten akkoord te gaan
met het voorstel om bij bedrijfsbeëin
diging de rooipremie te verlenen onge
acht de leeftijd.
Het wapen, dat het Collegie van
Veenraden van Veenendaal voer
de. Het werd in 1818 verstrekt als
voortzetting van oude zegel van het
Veenraadschap der Geldersche en
Stichtsche Veenen, dat in 1563 door
koning Philips II werd ingesteld.
schap te bevestigen. Persoonlijk vind
ik die opgetuigde driemaster voor een
plaats'als Veenendaal belachelijk. Te
bedenken dat in Veenendaal een Veen
raadschap zetelde dat een puur en puur
historisch verantwoord zegel had, dat
na 1949 geen enkele functie meer heeft
en waarvan slechts de herinnering
voortleeft in het wapen van het Dijk
schap Grebbedijk! Ja, dat wapen van
de Veenraden zou nu een eervolle plaats
kunnen innemen. Als het maar gemeen
tewapen van Veenendaal was. Er is geen
rede aan te voeren waarom Veenendaal
geen wapenherziening kan krijgen. Het
Veenraadschap is opgedoekt; het be
staat niet meer. Maar Veenendaal wel.
En hóé!! Zie eens hoe Barneveld in
1961 voor een aanvulling pleitte en de
ze verkreeg. Ja ook, hoe méér dan een
eeuw lang Rhenen het wapen foutief
voerde en een herziening er door kreeg.
Zo'n heksentoer is zo iets óókweer niet.
Tn Alkmaar heeft de politie een be-
drijfsleider en een administra
teur van een winkel gevat, omdat
't tweetal 'n vrouw, die op 'n win
keldiefstal was betrapt, hebben ge
chanteerd.
De vrouw zou voor veertig gulden
hebben gestolen. Nadat de mannen
haar hadden bedreigd met de poli
tie, zouden zij van haar 250 gulden
hebben geëist. De mannen hebben
het geld niet in eigen zak, maar in
de winkelkassa gestort. Dat is hdn
eriigë winstpunt.
VEENENDAAL Op de eiermarkt
te Veenendaal waren de prijzen van de
eieren gisteren als volgt: grote eieren
f 15,50-f 16,50 per honderd stuks, klei
ne eieren f 10,00-f 13,00 per honderd
stuks. Er werden 50.000 eieren aange
voerd. De handel was matig.
Donderdag 10 april 7.30 uur - zaterdag
12 april 7 uur - zondag 18 april 3 war
LOUIS DE FUNtlS - JEAN MARAIS -
MYLÈNE DEMONGEOT in
De derde Fantomas-film staat garant
voor humor en sensatie.
Toegang 14 jaar.
Zaterdag 12 april 9 uur - zondag 18
maandag 14 april 7.30 uur
KEN CLARK - DANIEIA BIANCHI
EVELYN STEWART in
Accountant en Belastingconsulent
Honskamperweg 16
zoek t
in het bezit van het diploma M.B.A. of
studerend voor SP.D. en daarvoor reeds
ver gevorderd.
Schriftelijke sollicitaties aan bovenstaand adres.
Geslepen vrouwen die hun charmes ge
bruiken om oneervolle opdrachten te vol
voeren. Toegang 18 jaar.
Eigenaar R. R. Mulder - Makelaar In Assurantiën
vraagt per 1 mei een
goed kunnende typen en enige ervaring in
Nederlandse handelscorrespondentie diplo
ma niet vereist).
Schriftelijke sollicitaties worden gaarne ingewacht bij
Kerkewflk 167, Veenendaal. Postbus 43. Tel. 08385—10.000