Provinciale Waterstaat bestudeert het verkeer
DEZE DRIE
VAN HET TEAM
VOELEN ZICH MEDE VERANTWOORDELIJK
Recreatiecommissie trekt
lijnen naar 't jaar 2000
Ter wille
van de
nette vent!"
Dagtrek
Concentratie
punten
Tweede huis
Taakstelling
1%/Jet een beetje goede wil kun je over „De
Filosofie van het Verkeersongeluk"
meer woorden neerschrijven dan er ooit on
gelukken gebeurd zijn. Sommige mensen ha
len vlak voor een bocht een héle file auto's
in waarom? Dat is de afdeling voor de
opvoeders van het volk, die over dit pro
bleem in geen jaren uitgepraat zullen raken.
De rechter daarentegen kan er kort over zijn:
grove schuld. Maar dan rijdt iemand pardoes
het water in. Als er verder niets bijzonders
bij is, kan de rechter daarover soms ook kort
zijn: er was geen duidelijke aanleiding. De
automobilist is schuldig. Goed dat was hij
dan. Maar misschien op een heel andere ma
nier dan de man, die de file inhaalde. Ter il
lustratie vertelt de heer Tieman twee eigen
ervaringen van één zomerse zondagmiddag.
Een paar jongelui halen hem in met hun auto,
terwijl een tegenligger al heel dicht genaderd
is. Het gaat goed, maar het is een kwestie
van een centimeter. Een roekeloze onderne
ming en voor een verkeersdeskundige zeker
geen studie-object. Even la'er rijdt iemand
vlak voor de auto van de heer Tieman de
voorrangsweg op. Beide chauffeurs moeten
hard remmen. De schuldige krijgt „zó'n
kop", hij schaamt zich ontzettend. Kortom:
hij had die fout niet willen maken.
Dat is het moment waarop een verkeersdes-
kum 'ge zich moet afvragen of aan de situatie
ter plaatse iets mankeert, iets waardoor men
sen gemakkelijk fouten maken. Op dat deel
van de Filosofie van het Verkeersongeluk
spitst het werk, te doen door de verkeersdes-
kundigen bij Provinciale Waterstaat, zich toe.
Niet op het be- of veroordelen van de man
die de fout maakte, maar op het kritisch be
kijken van de hele situatie, waarin die fout
is gemaakt. Alleen al het verplaatsen van
een bochtpaaltje kan soms verbluffend goede
resultaten geven.
T")it. werk vraagt een open oog en een luiste-
rend oor. Met grote waardering spreekt
ir. Dirkzwager over tipgevers, die in de af
gelopen jaren brieven schreven of telefoon
tjes pleegden met het oogmerk de verkeers2
afdeling van Provinciale Waterstaat attent te
maken op bepaalde situaties. Het waren lang
niet altijd mensen uit het vak die dat deden.
Vaak kwamen de tips van ambteloze burgers.
Niet zelden konden zij dan later zien, dat er
inderdaad iets was veranderd aan de ge
wraakte situatie. In ieder geval werden alle
tips grondig bestudeerd. „Maar we werkten
te veel in 't minimale door gebrek aan man
kracht" zegt ir. Dirkzwager. „Door de komst
van de heer Tieman zullen we nu uit dat
minimale raken. Niemand moet verwachten,
dat we binnen het jaar met geweldige din
gen voor de dag komen het is een gigan
tisch werk dat tijd vraagt. Maar dat straks
aan de beveiliging van onze provinciale we
gen veel meer kan gebeuren dan tot dusver
mogelijk was, dat staat vast. Een kernpunt
daarbij wordt de preventie. Al te vaak heb
ben we moeten ervaren, dat onze adviezen te
laat kwamen, namelijk als er al een paar
ongelukken gebeurd waren. Nu kunnen we
op veel meer plaatsen aan 't werk gaan voor
dat er iets gebeurt. Ik roep allemaal echt
niet over de straat als een evangelie. We
kennen heus onze eigen beperkingen wel en
we weten ook, dat het een voortdurend zoe
ken blijft, net als in de andere provincies,
waarmee we trouwens ook veel contact heb
ben. Maar het grote winstpunt is, dat we nu
veel dichter bij de' dagelijkse praktijk van de
verkeerssituaties komen te staan".
W/at treft nu een team van verkeersdeskun-
kundigen in die dagelijkse praktijk van
verkeerssituaties? Dat kan weer een heel
lange lijst worden, maar om er eens een punt
uit te pakken, dat vrijwel iedereen aan
spreekt: de snelheidsbeperkingen.
Het is een heel gemakkelijk middel, je kunt
het „ingeven" als een aspirientje. Maar even
als vele andere gemakkelijk toe te passen
middelen geeft snelheidsbeperking vaak geen
échte oplossing van het probleem. Ir. Dirk
zwager: „Het is vaak het eerste, waar je aan
denkt. Deugt een weg niet? Dan snelheids
beperking erop. Wat hebben we dan bereikt?
We beperk.en de gevolgen van een ongeluk,
maar we voorkomen 't ongeluk niet. Je moet
er wel eens naar grijpen bij gebrek aan an
dere middelen, maar als we niet verder zoe
ken zitten we fout". De resultaten zijn trou
wens vaak twijfelachtig ook dat is een
ervaring van het team. Veel weggebruikers
houden zich helemaal niet aan de maximum
toegestane snelheid, zolang ze geen politie
zien. (Adjudant Tieman: „Nu ik als burger
over de weg rijd zie ik heel wat meer dan
indertijd vanuit mijn politie-auto, ook al reed
ik daar nog zo onopvallend mee...."). Sommi
gen gaan 80 km per uur rijden zodra ze een
bord met het opschrift „70 km" zien, omdat
ze denken dat er wel een marge in zit. Als
er geen bord had gestaan, zouden ze mis
schien 60 km hebben gereden, op eigen ini
tiatief. Want borden kunnen irriteren, vooral
als er veel staan. En veel weggebruikers
willen zo graag zelf zien, waarom iets moet.
De wegbeheerder, in dit' geval de Provinciale
Waterstaat kan dan natuurlijk zeggen: „Je
hèbt niks te zien, alleen dat bord en dat is
duidelijk genoeg!" maar is de kous daarmee
af? Voor het team in Arnhem niet. Het oor
deelt immers niet over mensen, maar over
situaties en over de manier, waarop mensen
die situaties verwerken. Als situaties irrite
ren, moet bekeken worden waarom dat 't ge
val is. Want hier spreekt niet de justitie,
maar de wegbeheerder, die 't aantal ongeluk
ken op zijn wegen wil verminderen. Al blijft
't voor de weggebruiker zelf natuurlijk bij
zonder nuttig, bij 't zien van 'n verkeersbord
te zeggen: „Dar bord zullen ze er zeker niet
zomaar neergezet hebben, er zal een reden
voor zijn!" En daarnaar te handelen!
rpja we vormen als weggebruikers samen
een heel wonderlijk volkje, waarvan
heel sympathiek, de leden van het verkeer»-
Vele jaren lang heeft ad
judant B. H. Tieman (60)
het verkeer bekeken als
politieman. In de jaren
dertig maakte hij deel uit
van de eerste ver keer s-
groep bij de toenmalige
rijksveldwacht, laatstelijk
was hij commandant ver-
keersgroep van het rijks-
politied i strict Doe tine hem
Maar al in die tijd hield
hem, als er weer eens een
verschrikkelijk ongeluk
was gebeurd, de vraag be
zig: „Waaróm moest dit
ongeluk gebeuren? Ligt de
schuld helemaal bij'de be
stuurder of komt het mede
door de situatie ter plaat
se? En als dat laatste het
geval is, wat kan er dan ge
beuren om herhaling te
voorkomen?" Strikt geno
men belandde hij daarbij
even buiten zijn directe
werkterrein »- maar het
liet hem niet los. Met gro
te vreugde heeft hij dan
ook pas geleden een benoe
ming aangenomen bij de
Provinciale Waterstaat van
Gelderland in Arnhem. Als
medewerker van de ver-
keersafdeling van deze
dienst kan hij zich nu he
lemaal aan de verkeersvei
ligheid op de provinciale
wegen van Gelderland wij
den. Het werk van dit team
houdt vooral in: studie van
verkeerssituaties en van
hetgeen in die situaties ge
beurt of kan gebeuren.
Maar ook: het gedrag van
mensen op de weg. Docu
mentatie komt o.m. van de
politiekorpsen in de pro
vincies en van de eigen
dienst. Behoedzaam wer
kend zal het team tot een
doelgericht programma
voor de verkeersveiligheid
in Gelderland komen. Bij
het ontwerpen van nieuwe
en het veranderen van be
staande wegen kunnen de
gegevens daaruit van grote
waarde zijn.
De Provinciale Water
staat is al langer met dit
werk bezig, maar tot dus
ver kon door gebrek aan
mankracht niet naar een
degelijk programma toe
worden gewerkt. Nu kan
dat wel. In een team, met
een eigen filosofie, die even
flexibel is als het snelver
keer zelf. Een onzer redac
teuren sprak hierover met
drie leden van dat team:
ir. P. H. Dirkzwager, ver-
keersingenieur, de heer P.
Schuak, technisch hoofd
ambtenaar en adjudant B.
H. Tieman (op de foto
hiernaast van links naar
rechts).
team in Arnhem zichzelf niet uitzonderen.
Borden negeren we zolang we niet zien waar
ze eigenlijk voor dienen, maar aan sommige
verkeersregels zonder borden houden we ons
perfect. Opvallend is bijv. hoe strikt het
verbod op een voorrangsweg buiten de be
bouwde kom te parkeren wordt nageleefd.
Wat voor kronkels hebben we nog meer?
Och, kronkels ir. Dirkzwager zou dat toch
graag anders geformuleerd zien. Een deel van
onze tekortkomingen moet namelijk ook op
rekening worden geschreven van fysieke on
mogelijkheden. Er kan een situatie zijn, waar
in we twee dingen tegelijk moeten doen en
waarin dan plotseling grootmoeders oude
wijsheid: Je kunt maar één ding tegelijk" be
waarheid wordt. We doen één van de beide
dingen goed of we doen ze allebei half. Wan
neer 'n bepaalde wegsituatie aanleiding geeft
tot zo'n paniekreactie, moet "er iets aan ver
beterd worden. Tegen de stelling van deskun
digen op ander terrein: „We moeten leren le
ven met de weg", werpt ir. Dirkzwager op
zijn eigen vakterrein een andere uitspraak in
de weegschaal: „Hoe maken we een weg, die
hiinder onveilige situaties oplevert?" Niet zel
den botsen daarbij verschillende belangen: die
strijd wordt echter niet in de ambtelijke dien
sten, maar op bestuurlijk niveau uitgevoch
ten. En soms. is bij voorbaat al duidelijk, dat
sommige wenselijk geachte verbeteringen nu
eenmaal niet uitgevoerd kunnen worden. Je
kunt bijvoorbeeld niet altijd een woonwijk
afbreken terwille van een verkeerssituatie.
Dan moet er iets anders worden bedacht....
lyiaar weer eens met het team de straat op
om een voorbeeld te zoeken van zo'n on
mogelijkheid. Dat kan via 't schoolbord in de
kamer van ir. Dirkzwager. Hij tekent een
belangrijke verkeersader, die gekruist wordt
door een andere weg. In die kruisende weg
is, zoals men vaak ziet, een bocht gemaakt
vlak voor de kruising. De bedoeling daarvan
is, dat het verkeer vaart zal minderen voor
dat het de grote weg opdraait. Maar nu ge
beurt het heel vaak, dat de bestuurder zich
helemaal instelt op het nemen van die tame
lijk moeilijke bocht, waardoor hij de kruising
verwaarloost. Een gevaarlijke situatie! Ir.
Dirkzwager zou willen pleiten voor het ma
ken van afrembochten op grotere afstand van
de kruising. Ook dan zal de automobilist zich
sterk op zo'n bocht moeten concentreren, maar
daarna duurt het nog even, voordat hij bij
de kruising is. Het doel is bereikt: de vaart
is. verminderd. En voordat hij de kruising is
genaderd heeft de automobilist al zijn aan
dacht weer beschikbaar voor het oprijden van
de grote weg. Vaak is het een pure onmoge
lijkheid, bijvoorbeeld omdat er huizenrijen
voor afgebroken moeten worden. Op bestuurs
niveau moet worden uitgemaakt als men
het er al mee eens is of het kan gebeuren.
Lukt het niet, dan kan en mag de ambte
naar er geen punt rtieer van maken. Hij heeft
zijn advies uitgebracht en met inspanning
van alle krachten geprobeerd haalbare situa
ties te ontwerpen. Maar belangen blijven bot
sen. Het team kan dat zonder bitterheid
zeggen, al gaat er heus wel eens een pittige
opmerking tussendoor. oZals deze van ir.
Dirkzwager: „Je komt soms tot de vraag wat
belangrijker is: een boom of de man die er
tegenaan rijdt!" Waarbij hij overigens na
drukkelijk aantekent, dat hij beslist niet zon
der meer de bijl in de boom wil slaan op alle
plaatsen, waar dat op het eerste gezicht no
dig. lijkt. Het gaat om "een redelijk evenwicht.
Jo gecompliceerd is de wereld van het sta-
tische wegbeeld en het dynamische ge
drag op de weg, dat ir. Dirkzwager, het werk
van zijn team overziend, zegt dat het „in een
beginstadium" is. Hetgeen niet wegneemt, dat
in de afgelopen jaren een solide basis is ge
legd voor de activiteiten, die het team defi
nitief uit dat beginstadium zullen halen. Op
zienbarende resultaten hij zei 't al zul
len we, niet vandaag op morgen voorgescho
teld krijgen. Wel gaat achter de schermen
heel veel gebeuren in een voortreffelijk sa
mengaan van wetenschap en politie-ervaring.
Terwille van de oppassende weggebruiker,
die een fout kan maken waarvoor Waterstaat
zich mede verantwoordelijk voelt.
Overal ongelijkvloerse kruisingen dat zou ideaal zijn.
Maar het is meestal een onmogelijkheid en dan moeten er
andere oplossingen worden gezocht om een zo groot mogelijke
veiligheid voor het verkeer te waarborgen.
rFot het jaar 2000 zal in Gel-
derland zeker 580 miljoen
gulden geïnvesteerd moeten
worden ten behoeve van de
recreatie: verwerving en uit
breiding van natuurgebieden
en recreatieve voorzieningen,
subsidiëring van plannen en
projecten. Tot deze schatting
komt de Gelderse Recreatie
commissie in haar nota over
de openluchtrecreatie in Gel
derland. Uit deze nota blijkt
duidelijk de functie, die de
provincie op dit terrein ook in
groter verband heeft. In de
prognoses komt tot uitdruk
king, dat de dagtrek in Gel
derland op zomerse vrije da
gen zal kunnen toenemen van
750.000 (thans) tot ruim een
miljoen in 1985 en anderhalf
miljoen in 2000. De geschatte
capaciteit aan bestaande
slaapplaatsen bedraagt nu
100.000. de behoefte in 2000
kan worden geschat op 400.000.
„Hoewel alle prognoses over
deze ontwikkeling het euvel
hebben, dat het beloop van de
ontwikkelingslijnen niet kan
worden voorzien, is het min
ste wat gedaan kan worden:
rekening houden met de waar
schuwing van de nu bestaan
de trends", aldus de commis
sie. Tal van problemen vra
gen om speciale aandacht en
studie. Daartoe behoren de
groenvoorzieningen bij stede
lijke agglomeraties in relatie
tot de trek naar buiten en de
inrichting van bufferzones,
alsmede het aankoopbeleid
van gronden voor recreatie
ve doeleinden. Verder punten
als de confrontatie van land
bouw en recreatie, geconcen
treerde zandwinningen en de
financiële consequenties hier
van en beschermende maatre
gelen voor natuurgebieden.
Maar ook: het probleem van
de tweede woning, vaste
standplaatsen op kampeerter
reinen. En tenslotte genorma
liseerde opzet van ontwikke
lingsplannen voor de recrea
tie, terwijl bij dit alles ook de
verkeersvoorzieningen veel
aandacht zullen vragen. De
commissie beveelt aan, over
deze en andere onderwerpen
deelnota's op te stellen ter on
dersteuning van het provin-
ciaal beleid. Ook het plan van
het ministerie van Cultuur,
Recreatie en Maatschappelijk
Werk om te komen tot een
landelijk georiënteerd onder
zoekprogramma wordt in de
belangstelling aanbevolen.
basis van cijfers uit ver-
schillende voorgaande ja
ren komt de commissie, wat
de dagtrek aangaat, tot een
bezoek van 750.000 personen
op één zomerse zondag, van
wie 450.000 de beschikking zou
den hebben over een motor
voertuig. Op de vraag, wat
die dagrecreanten een bevre
digende tijdbesteding vinden,
is moeilijk een antwoord te
geven. De gedachten gaan
het meest uit naar de stelling,
dat zij vooral een zo groot mo
gelijke verscheidenheid van
belevenissen zoeken. Hierdoor
blijft ook het gevoel van vrij
heid, een basis voor de recrea
tieve waarde van de dagbe
steding, zo goed mogelijk ge
handhaafd. De grootste con
centraties van bezoekers wor
den nog steeds aangetroffen
op zandverstuivingen, bosran
den e.d. en vooral daar, waar
bovendien water is te vinden:
de spartelvijvers. Maar in
combinatie daarmee zoeken
veel bezoekers ook de beziens
waardigheden op, die samen
te vatten zijn in de veel ge
hoorde aanduiding: „Iets, dat
de tocht de moeite waard
maakt". Een meer gerichte
benadering van de mogelijk
heden, die in deze combina
tie liggen, zou een aanzienlij
ke verrijking kunnen beteke
nen, aldus de nota.
Verschuivingen in honderd jaar tijd: zó is de verhouding in
procenten tussen slapen, werken en vrije tijd in 1860 en 1960.
énkele duidelijke tendensen
in de dagrecreatie zijn, dat
rond 40 pet. van de Gelderse
bevolking op een zomerse zon
dag buiten de eigen woon
plaats zal zijn en dat vanuit
de omringende gebieden de
dagrecreatie op dezelfde ma
nier zal groeien als voor Gel
derland wordt aangenomen.
Vanuit de Randstad moet re
kening worden gehouden met
een toeneming van de stroom
dagbezoekers. Het natuurge
bied in het bijzonder dat
van de Veluwe zal dan ook
in wezen ongerept moeten
blijven, zeker in gelijke mate
als thans het geval is. Het
wordt in de nota nog eens
krachtig onderstreept: deze
grondgedachte moet gehand
haafd worden, wil men er
gens in ons land nog een te
genwicht hebben tegen de
steeds voortschrijdende occu
patie. Gepleit wordt o.m.
voor een situering van nieu
we concentratiepunten voor
dagtoerisme ten behoeve van
bezoekers die niet op weg zijn
naar de natuurgebieden zelf.
Verder wijst de ervaring bij de
ontwikkeling van concentratie
punten als Nulde en Horst er
op, dat verkeersvraagstukken
van niet geringe omvang op
treden. Een nader verkeers-
onderzoek wordt zeer gewenst
geacht.
fkver de vakantierecreatie in
Gelderland zijn meer ge
gevens beschikbaar dan over
de dagtrek; o.m. voerde het
CBS een onderzoek naar de
vakantiebesteding van de Ne
derlandse bevolking uit in '54,
'60 en '66. Aangenomen kan
worden, dat de concentratie
in de topweken van 1966 on
geveer 20 pet. was van de in
Nederland verblijvende vakan
tiegangers. Dit zou dan inhou--
den, dat in die topweken de
tweede helft vart juli ca.
een kwart miljoen vakantie
gangers in Gelderland verble
ven. Hiervan zal ongeveer de
helft een beroep hebben ge
daan op de beschikbare ac
commodatie, terwijl de ande
ren bij familie of kennissen
logeerden. Vergelijkingen met
het totaal van de geschatte ca
paciteit ca. 100.000 slaap
plaatsen) leidt tot de conclu
sie, dat de verblijfs&commo-
datie in Gelderland volledig
bezet en op een bepaald aan
tal punten zelfs overbezet was.
De toekomstverwachting: te
gen het jaar 2000 moet reke-
-ïing worden gehouden met 14%
miljoen Nederlandse vakan
tiegangers binnen Nederland.
Van deze vakantiegangers
heeft tot dusver ca. 17 pet.
Gelderland als vakantiegebied
gezocht. Bij dé eerder licht
stijgende dan dalende tendens
is ook het toekomstig aandeel
wel op dat percentage te schat
ten, dat betekent voor Gelder
land 2,5 miljoen in het jaar
2000.
Am te kunnen nagaan welke
consequenties een vakan-
tiebezoek van deze omvang
heeft voor de behoefte aan lo-
giesgelegenheid, moet eerst d
te verwachten invloed van de
vakantiespreiding worden na
gegaan. De acties, o.m. van
de Stichting Recreatie, hebben
toch wel enige wijziging in het
spreidingspatroon tengevolge
gehad. Maar het resultaat
bleef wellicht beneden de ver
wachtingen. Niet alleen is
slechts de top overgeplaatst
van augustus naar juli, er is
nu sprake van twee topweken,
terwijl de basis evenmin is
verbreed. Voor 1985 wordt de
concentratie in de topweken nu
geschat op 18 pet, voor 2000
op 16 pet.
Zowel de bestaande verblijfs-
accommodatie als de te ver
wachten behoefte aan uitbrei
ding daarvan stellen de com
missie voor enkele vraagpun
ten. Zo is Gelderland bijvoor
beeld al sinds heel lange tijd
een gezocht vakantiegebied
met het gevolg, dat een vrij
groot deel van de logiesver-
strekkende bedrijven ook al
lang bestaat. In de hotelsector
heeft dit geleid tot een terug
gang, waaraan overigens ook
het kamperen debet zal zijn.
Dat in de prognose toch op een
toename in deze sector wordt
gerekend houdt enerzijds ver
band met de hoop, dat ver
scheidene bestaande hotels door
een ingrijpende modernisering
hun aandeel in de slaapplaats
behoefte kunnen behouden An
derzijds met de verwachting,
dat nieuwe vormen van gecon
centreerde verblijfsaccommo-
datie zullen ontstaan, die eer
der onder de hotels dan onder
de kampeerbedrijven gerekend
kunnen worden. De kampeer
bedrijven zelf geven overigens
aanleiding tot een soortgelijk
probleem. Ook hier zijn be
drijven, vooral kleinere, die
aanpassingsmoeilijkheden heb
ben ten opzichte van de huidi
ge eisen en maatstaven. Dit
geldt vooral op het gebied van
de hygiëne, maar ook op dat
van begeleiding van de gasten
en de landschappelijke verzor
ging. In zulke gevallen is sa
nering nodig, aldus de nota. In
middels mag het initiatief
hoofdzakelijk Van de onderne
mers worden verwacht, maar
de commissie pleit 'op z'n minst
'n actieve begeleiding van de
overheid. Hier staat immers de
goede naam van de provincie
als vakantiestreek op het spel."
Het tegemoetkomen aan het
op zichzelf niet onaanvaard
bare verlangen naar een
tweede woning kan in de pro
vincie Gelderland slechts op
beperkte schaal plaats vinden.
In mindere mate geldt dit na
tuurlijk voor oude boerderij
tjes e.d., die als bestaand ele
ment in het landschap uitste
kend als tweede woning kun
nen worden gebruikt.
i~kok planologisch zijn in de
nota verschillende gebieden
doorgelicht. Voor ieder gebied
wordt een programma met een
taakstelling gegeven.
Voor de Neder-Betuwe en de
Tielerwaard:
Uitvoering jachthaven Cu-
lemborg en zo mogelijk ver
groting vaarwater in de Redi-
chemse Waard.
Uitwerking van een plan en
uitvoering van eerste fase van
een object voor de recreatie te
water bij Maurik.
Voorbereiding van een ob
ject voor dagrecreatie in de
omgeving van Tiel, dat zowel
een functie zal dienen te krij
gen voor de streekbevolking als
voor dagrecreanten uit het
westen.
Uitvoering van (een gedeel
te van) de ontworpen voorzie
ningen langs de Linge.