Prins Bernhard neemt in ons land een unieke
Deze landen
bezocht
de Prins
plaats in. Als lid van het Koninklijk Huis staat hij
boven alle partijen. Hij laat zich niet in en kan zich ook
moeilijk inlaten met de binnenlandse politiek. Hij zou
zich kunnen terugtrekken in, wat de Engelsen noemen:
splendid isolation, als echtgenoot van de Koningin, als vader
van de Prinsessen.
De Prins treedt vaak in de openbaarheid. Men ziet en
hoort hem bij het openen van belangrijke congressen, maar
ook vriendelijk lachend bij het openen van bruggen, van
bedrijven, bij tewaterlatingen, kortom bij reeksen gebeurte
nissen die mooie en „lieve" plaatjes opleveren.
Weinigen kennen hem als promotor van de Nederlandse
industrie. Weinigen beseffen nog wat Prins Bernhard
betekent als vertegenwoordiger van ons land in het
buitenland. Professor dr. E. H. van der Beugel, eens presi
dent-directeur van de K.L.M., heeft van hem gezegd: „De
Prins is ons beste exportartikel. Alleen al door zijn relaties
bewijst hij ons land in het buitenland onschatbare diensten."
Over de activiteiten van Prins Bernhard, als good-will-
ambassadeur nummer één, had een onzer medewerkers een
gesprek met de Prins in zijn werkkamer in Paleis Soestdijk.
Risico's
Verzekeri ngsfonds
Cultuur
Bilderberg-Groep
Strijdkrachten
Genoeg elan
PRINS BERNHARD bekleedt in
Nederland een groot aantal zeer
gevarieerde functies.
Van de werkkamer van prins Bernhard in Paleis Soestdijk heeft men door een
groot raam een prachtig uitzicht over het parklandschap dat zich achter het paleis
uitstrekt. Een uitzicht, dat rust geeft en dat alle gelegenheid biedt tot bezinning.
Een ideale plaats voor studie, een ideale plaats om zich terug te trekken en zich te
verdiepen in allerlei problemen.
„Sinds 1950 maak ik bijna jaar
lijks een of meer grote reizen met de
bedoeling contacten te leggen. Die
contacten liggen meestal op het ge
bied van de grote ondernemingen in
ons land."
zaterdag
12 april 1969
- U hebt voor ons bedrijfsleven in het
buitenland tal van deuren geopendwaar
door men zou kunnen binnenstappen. Is dat
bedrijfsleven, en in het bijzonder de kleinere
onderneming, wel in voldoende mate ge
volgd?
„Ik geloof dat de grote bedrijven bepaald
geen gebrek aan ondernemingslust hebben.
Als zij kansen zien, dan springen zij er
bovenop. De moeilijkheden liggen echter bij
de kleine en middelgrote ondernemingen.
Die hebben zeker niet minder onderne
mingslust, maar voor deze bedrijven liggen
relatief de risico's veel zwaarder. Een groter
bedrijf kan gemakkelijk bijvoorbeeld een
politiek risico aanvaarden. Als het mocht
mislopen, of een vestiging in een bepaald
land zou worden genationaliseerd, dan kan
een grote onderneming dit alles wel ergens
opvangen. De directie van een kleiner bedrijf
zit meteen met een onaanvaardbaar risico,
zowel tegenover dat bedrijf zelf als tegen
over aandeelhouders en personeel.
,De grote moeilijkheid is dat er voor deze
bedrijven geen regeringsgarantie tegenover
dergelijke relatief risico's tot nu toe be
stond.
„Na een van mijn eerste reizen kreeg ik al
een idee, om wat aan bet vermijden van die
1950 West-Indië, Venezuela, Mexico en
Canada.
1951 Uruguay, Argentinië en Chili
1952 Mexico, Colombia, Ecuador, Peru
en de Verenigde Staten.
1954 Zuid-Afrika.
1955 Tanganyika.
1957 Verenigde Staten.
1958— Liberia, Tanganyika, Canada en de
Verenigde Staten.
1959 Chili. Paraguay, Brazilië, Mexico en
de Verenigde Staten.
1960 Mexico, Aruba, Curagao, Tsjaad en
Soedan.
1961 Soedan.
1962 Mexico,
1963 —Soedan. Tsjaad, Centraal-Afrikaanse
Republiek, Mexico, Canada, de Ver
enigde Staten, Iran, Thailand en
Curagao.
1964 Verenigde Staten, Mexico, Tanga
nyika en Japan.
1965 Verenigde StatenGriekenland, Tan
zania en West-Indië.
1966 Verenigde Staten, Tanganyika en
Soedan.
1967 Tunesië, Verenigde Staten (twee
maal), Canada en Mexico.
1968 Centraal-Afrikaanse Republiek, Tu
nesië, Verenigde Staten, Canada en
Mexico.
1969 Tot dusver Soedan en Ethiopië en in
april naar de Verenigde Staten.
Daar tussendoor nog reizen naar een aan
tal Europese landen.
In 1951 werd de Prins op grond van zijn
kennis .yan het Spaans geinstaleerd als voor
zitter van het Instituto de Estudios Hispani-
cos in Utrecht. Tevens is hij curator van het
Nederlandsch Economisch Instituut en de
Nederlandse Economische Hogeschool.
Als oprichter en regent van het Prins
Bernhardfonds en regent van de Stichting
Praemium Erasmanium en voorzitter van de
Fondation Européenne de la Culture is de
Prins nauw verbonden met kunst en weten
schap.
Het Prins Bernhardfonds heeft ten doel de
zelfwerkzaamheid van het Nederlandse volk
op het gebied van wetenschap, kunst en
cultuur in het algemeen te bevorderen en de
Nederlandse cultuur in het buitenland uit te
dragen.
De Stichting Praemium Erasmanium is een
Nederlandse stichting, die geldprijzen ver
leent aan mensen of instellingen werkzaam
op cultureel en wetenschappelijk gebied die
een belangrijke bijdrage hebben geleverd tot
de Europese cultuur.
De Fondation Européenne de la Culture is
een Europese stichting, die de bevordering
beoogt van culturele samenwerking in Euro
pa, waaronder die op het gebied van onder
wijs en wetenschap.
Tevens is prins Bernhard president van het
World WQdlife Fund, dat beoogt het in
standhouden van de natuur als levensvoor
waarde voor mens en dia: en het bescher
men van diersoorten tegen uitsterven.
De Prins is voorts voorzitter van de Bilder
berg-Groep. Hiervan komen eenmaal per jaar
onder zijn leiding 75 tot 80 politici, zaken
lieden en mensen uit de universitaire en
journalistieke wereld bijeen om over actuele
buitenlands politieke en economische pro
blemen te ^preken. De deelnemers komen
uit Westeuropese landen, de Verenigde Sta
ten en Canada.
nationaal gezien, iets uitkomt. Het moet
toch mogelijk zijn om zoiets op te zetten. Er
is bepaald geen gebrek aan elan, ook niet bij
het kleine bedrijf, maar gezien hun verplich
tingen mogen juist die ondernemers geen
onmogelijke risico's lopen. Ik meen dat nu
een wet voor de garantie aan het bedrijfs
leven tegen politieke risico's in Nederland in
bewerking is. Misschien heeft die al zijn
beslag gekregen."
- Heerst er bij het bedrijfsleven niet vaak
de mentaliteit, dat men liever de gemakke
lijke weg zoekt, dat men liever dicht bij huis
zijn produkten verkoopt in plaats van zich
te richten op de veel grotere buitenlandse
markten waardoor dat bedrijfsleven kansen
buiten Europa mist?
„Ik geloof dat die mentaliteit sterk is
verbeterd. Toen ik met mijn reizen in 1950
begon, was er nog weinig bundeling van
bedrijven, een bundeling om samen grotera
projecten te beginnen. Bovendien was er in
die tijd sprake van een zekere arbeidsschaar-
ste, een gebrek aan mensen. Daar is wel
verandering in gekomen."
vervolg 3 pagina's verder
Naast de véle erefuncties, die zijn positie
meebrengt, heeft de Prins een aantal posities
die hem in nauw contact brengen met het
Nederlandse bedrijfsleven.
Hij is lid van de raad van bestuur, dan wel
commissaris van de N.V. Koninklijke Neder
landse Vliegtuigenfabriek Fokker, de N.V.
Koninklijke Nederlandsche Hoogovens en
Staalfabrieken, de Koninklijke Nederlandse
Jaarbeurs en de Koninklijke Luchtvaart
Maatschappij N.V.
De belangrijkste van zijn militaire functies
is die van Inspecteur-Generaal der Neder
landse Strijdkrachten, waarin de Prins zich
een oordeel kan vormen over vraagstukken
betreffende de organisatie en de geoefend
heid van de krijgsmacht. Voorts is hij lid van
de Admiraliteitsraad, de Legerraad en de
Luchtmachtraad en maakt hij deel uit van
de Algemene Verdedigingsraad.
bedrijven op dat verzekeringsfonds, ook al
naar rato, een beroep moeten kunnen doen.
In geval van nationalisatie zouden die bedrij
ven dan uit dat fonds moeten worden
betaald."
Prins Bernhard lacht als hij over de uitwer
king van zijn idee nog eens nadenkt.
„Ik had voor de globale uitwerking daar
van twee bladzijden nodig. Toen ik mijn
Élan na mijn eerste reis in 1950 lanceerde,
ichte iedereen mij uit. Daarop heeft de
Duitse bankier Hermann Abs dit nader
uitgewerkt tot een boekwerk van 50 pagi
na's. Dat heeft hij voorgedragen op een
bijeenkomst in San Francisco, maar toen
waren er nogal politieke bezwaren. Daarop
hebben de Engelsen het plan overgenomen
en later de O.E.S.O., de Organisatie voor
economische samenwerking en ontwikke
ling. Die heeft aan de toenmalige president
van de Wereldbank, George Woods, hetzelf
de plan voorgelegd, dat ik in 1950 al op
papier had staan."
„Ik heb van het begin tot bet eind
gehoopt dat het voor elkaar zou komen en
ik blijf ook nu nog hopen, dat er voor ons,
Daarvoor echter wordt de werkkamer, die een verzameling bevat van talrijke dierenfiguren,
meest olifanten, beslist niet alleen gebruikt. Zij dient eerder als een plaats waar plannen
worden voorbereid en uitgewerkt, plamen die zelden of nooit in de publiciteit komen.
Weinigen weten dat aan opzienbarende feiten en belangrijke contracten vaak voorbereidend
werk van Prins Bernhard ten grondslag heeft gelegen.
„Daaruit rijn bijvoorbeeld exportorders
voor de spoorwegen in Argentinië voortge
komen, juist in een tijd dat Werkspoor voor
het behoud van de werkgelegenheid die
orders nodig had. Zou Werkspoor die orders
niet hebben gekregen, dan zou het bedrijf
toen vele mensen hebben moeten ontslaan."
politieke risico's te doen. Eigenlijk was dat
het Ei van Columbus, dacht ik. Alle landen,
die betrokken zijn bij handel met ontwikke
lingslanden of met andere gebieden waar
dergelijke gevaren dreigen, zouden samen
moeten dienen als een soort verzekerings
fonds, een algemene pot dus."
„In die pot zouden de deelnemende lan
den naar rato bedragen moeten storten.
Wanneer bedrijven door moeilijkheden bui
ten hun schuld zouden worden getroffen,
zoals politieke strubbelingen, zouden die