Dodelijk schot verstoorde landelijk leven in de Peel
Vader Van Moorsel
nam schuld op zich
en zat 4 jaar uit
Buks van zoon
overgenomen
Thans waant hij de hele
wereld tegen zich
Commissie
wil spelling
nog veel
eenvoudiger
REVISIE
ROYALE GROEI
EIGEN WETTEN
EIGEN WERELDJE
GESAPPELD
ALS RAVEN
HULP
ONTGOOCHELD
BEZORGD
VREEMD BLEEF
TE VERGAAND
VOORSTEL
VOORBEELDEN
WOENSDAG 16 APRIL 1969
de drie schoten geen dodelijk doel had ge- heeft geboet voor dat dodelijke schot. Hoe da
1 si itit /?vn r\&ryi/is>ht t/im 1QKA a w/im L,iA s>r*i s> v ~it ie f~Z msl c- Att\A/>1\\lr
A één van Je Jr/e schoten geen dodelijk doel had ge
vonden in die september nacht van 1964, ach dan had
Gradus van Moorsel ongestoord verder kunnen leven in
zijn witte huis in de Peelzoals hij dat toen al een halve
eeuw had gedaan. Maar tijdens een van de vele vechtpar
tijen in de wijdvertakte familie Van Moorsel hadden plot
seling enkele mensen buksen in de hand. Toen de fami
lievijand Jan Eibers bij de komst van de politie overle
den bleek, draaide Gradus er voor op.
Begin deze maand besliste het gerechtshof in Arnhem,
dat Gradus ten onrechte bijna vier jaar in de gevangenis
heeft geboet voor dat dodelijke schot. Hoe dat nu allemaal
precies zit, is Gradus niet helemaal duidelijk. Hij begrijpt
wel, dat de hoge heren, die zó deftig kunnen spreken dat
geen gewoon mens er nog iets van begrijpt, zich hebben
vergist. Hij begrijpt ook, dat hij van die vergissing het
slachtoffer is geworden. Dxiarom wil Gradus schadever
goeding, maar hij weet niet hoe dat allemaal moet, want
toen hij jong was, had hij het veel te druk om lezen en
schrijven te leren. Z'n handtekening zetten, alah dat lukt
dan nog wel, maar wie moeiteloos een brief kan lezen, is
in zijn ogen een gestudeerd mens.
Zoals Gradus daar zit in ztfn kleine huisje met voor zover het oog reikt alleen
maar dennebomen en kale veen, past htf beter in een roman van Antoon Coolen
dan in de moderne Peel met zjjn winkelcentra en snelwegen.
Zyn eigen stukje Peel past nog wel in een ouderwetse roman en daar heeft Gra
dus zich vijftig jaar staande weten te houden. Volgens de maatschappelijke nor
men die buiten zijn stukje land gingen gelden, was dat bestaan niet helemaal aan
gepast, maar Gradus stamt nog uit de tijd, dat een mens z'n eigen wetten kon
stellen.
Dan moeten er natuurlijk geen doden
vallen en daarom greep Gradus in die
septembernacht de buks, waarmee zijn
toen vijftienjarige zoon Driekus had ge
schoten. Goed, zijn neef Cornelis had
ook op Jan Eibers geschoten, maar Gra
dus was bang, dat de politie zijn kind
zou pakken er dus zei hij, dat hij met
de buks had geschoten.
„Vijf jaar", zei de rechter in Venlo
en in hoger beroep kwam er in Den
Bosch nog een jaar bij. „Ik wilde m'n
mond niet open doen en toen werden
ze kwaad daar in Den Bosch. Logisch
natuurlijk, maar je bent toch vader,
hè? Ze hebben zich in de bajes nog rot-
gelachen om dat jaar extra".
Bijna vier jaar zwierf Gradus van de
ene gevangenis naar de andere. Gelei
delijk aan werd het hem duidelijk, dat
zijn neef Cornelis even goed- het dode
lijke schot had kunnen* lossen als. zijn
zoon Driekus.
Gradus probeerde het de autoriteiten
Kijk, zo gebeurde het: naast
me stond m'n zoon Driekus en
schuin voor me m'n neef Cornelis.
Door de deur zagen we Jan Eibers
komen. We hadden het licht uitge
daan, want we waren gewoon bang.
Nou en toen werd er geschoten
duidelijk te maken, maar niemand wil
de naar hem luisteren, totdat hij in de
Koepelgevangenis van Breda ernstig
ziek werd.
Dominee, reclassering en sociale
dienst gingen zich voor zijn zaak inte
resseren. Een advocaat in Breda zag
een mogelijkheid en diende een revisie-
verzoek in bij de Hoge Raad.
Daar achtte men het bewijs van
schuld niet geleverd en het hof in Den
Bosch kreeg opdracht de zaak opnieuw
te onderzoeken. Dat was in juli van het
vorig jaar en in afwachting van het
nieuwe proces werd Gradus vrijgelaten.
De Peel van nu vertelt weinig meer
over het geslacht Van Moorsel, waarvan
de stamvader omstreeks 1880 met een
woonwagen in het veen bleef steken en
zich toen maar in de Peel vestigde. In
die tijd was de vrucht van de Peel ar
moede, maar de stam van de Van Moor
sels botte royaal uit.
Veel van de Van Moorsels trokken in
de loop van de jaren op Utrecht aan,
maar in de Peel wonen nog altijd zestig
familieleden, die op de een of andere
manier bij de Van Moorsels horen.
Zo wonen op de wijde vlakte van de
Belgenhoek, een lap grond van enkele
tientallen hectaren woeste grond in
Grashoek, een van de vijf kerkdorpen
van de gemeente Helden-Penningen.
Met ongeregelde handel, weinig
werk-in-dienstverband en zo nu en dan
eens een gelukkige vondst, die niet he
lemaal binnen de wet was te plaatsen,
heeft de snel groeiende familie daar
jarenlang een voor hen aanvaardbaar
leven geleefd.
Met eigen wetten en een eigen recht.
Daar heeft een buitenstaander zich
niet mee te bemoeien; zeker de poli
tie niet. Onderlinge geschillen lósten
ze zelf wel op en als de politie kwam
trokken ze één lijn.
De mensen die niet tot de clan beho
ren, weten niets van dat leven en zijn
er ook niet nieuwsgierig naar.
Al wonen ze dan enkele kilometers
van de Van Moorsels vandaan in de
schaars bebouwde en eenzame Gras-
hoek ben je dan toch nog buren en met
je buren moet je geen herrie krijgen.
De herries tussen de Van Moorsels on
derling lagen altijd buiten gehoorsaf-
stand.
Vanuit het moderne gemeentehuis in
Helden-Panningen moet men echter
zorgen dat 't wereldje vol sluimerende
Wild-West in de Grashoek zich niet te
ver verwijdert van wat in onze samen
leving aanvaardbaar wordt geacht.
Enkele sociale werksters hebben er al
jaren een dagtaak aan en het resultaat
is pover. Als alles heeft gefaald, komt
de Raad voor de kinderbescherming tus
senbeide.
Over Gradus was men daar echter
wel te spreken: „We hebben nooit zo
erg veel moeite met hem gehad. Hij
heeft zelfs een aantal jaren geregeld
gewerkt. Toen werd hij invalide ver
klaard. Hij ging toen zo'n dikke vier
honderd gulden per maand rente trek
ken en voor de rest scharrelde hij in
alles wat los en vast zat."
Als Gradus zelf zijn verhaal vertelt,
is het soms moeilijk hem te volgen.
Zijn dialect is in de Belgenhoek tot
ontwikkeling gekomen en hij struikelt
over de vele woorden, die hij alle
maal tegelijk kwijt wil: „We hadden
geen hemd aan onze kont toen we
trouwden tijdens de oorlog, mijn
vrouwke en ik, maar ik heb het bij
elkaar gesappeld, eerst een stukje
grond en toen dit huisje erop."
Er kwamen maar liefst vijftien kin
deren; de jongste werd geboren vlak
voordat in september 1964 de fatale
schoten klonken. Maar in dat kleine
huisje met zijn vier kleine kamers
moesten ook nog familieleden wonen:
een neef of een achternicht met een
gezin, dat toevallig in de penarie zat.
„Ik bulkte van de handel", vertelt
Gradus, „Voor duizenden lag hier in
en om het huis, maar die familie stal
als de raven en dat heeft ze helemaal
gedaan toen ik gepakt was".
Hij somt op wat er tijdens zijn ge
vangenschap allemaal is verdwenen:
een paard, een tractor, een ploeg,
paardetuig en zijn handel: schroot,
lood en koper.
Het wordt niet helemaal duidelijk
wie Gradus voor al dit verlies aanspra
kelijk stelt: zijn familie of de over
heid.
Gradus loopt met een licht ontwrich
te schouder rond. want er zijn sinds
zijn vrijlating in juli al weer familie
ruzies uitgevochten.
Neen, van zijn familie moest Gra
dus het vier jaar lang niet hebben. De
hulp kwam van de overheid, die grote
schoonmaak in het huisje liet houden,
die er nieuwe meubels liet plaatsen,
en de kinderen in behoorlijke kleding
naar school zond.
Een tijdlang heeft tijdens Gradus'
afwezigheid een jonge non in het witte
huisje gewerkt. Er zijn nog foto's van:
de kinderen met heldere gezichten
naast de stralende kloosterzuster en
de gezette, wat moedeloze vrouw van
Gradus gehoorzaam aan het andere
eind van de foto.
Hij voelt zich genomen door de hele
wereld en hij heeft alleen nog vertrou
wen in de mensen in Breda die hem
hebben geholpen.
Ook dat vertrouwen krijgt een
knauw als ik bij hem ben, want er
komt een brief en Gradus vraagt mij
In het nog woeste hart van de
Peel probeert Gradus van
Moorsel na vier jaren de brok
stukken van zijn leven te lijmen.
In september 1964 vielen er scho
ten in zijn huisje: zeer onlangs be
sliste de rechter, dat Gradus ten
onrechte was veroordeeld.
die voor te lezen: de advocaat dient
een onkostenrekening in „declara
tie", staat in de brief. van ruim
f 130,-. Gradus begrijpt het verkeerd:
„Dat is veel te weinig, ik moet
meer hebben".
Als ik hem vertel dat hij dat bedrag
aan zijn advocaat moet betalen, wordt
hij even stil. „Hoe kan dat nou", zegt
hij ontgoocheld, „die advocaat zou het
toch voor niks doen?".
„Iedereen laat me barsten", zegt
hij somber: zijn vrouw ligt in het zie
kenhuis. Enkele kinderen zijn thuis,
maar waar de andere zitten, weet hij
amper. De meeste zijn onder voogdij
gesteld en Gradus weet te vertellen in
welke zedenverwilderence milieus zij
verzeild zijn geraakt.
Hij heeft moeilijkheden met het in
nen van de kinderbijslag bijna dui
zend gulden per kwartaal en tussen
al die bedrijven door is hij diep in zijn
hart bezorgd, dat de justitie na de
vrijspraak zijn inmiddels getrouwde
en naar Utrecht verhuisde zoon zal
grijpen. Dan zouden die vier jaar ge
vangenis helemaal voor niets zijn ge
weest
...en laat er nou
op die nieuwe
Enka-zeem ook
n
aar
garant iezi 11en
-7PidPPU£ir) xeiJG
DEN HAAG Nog even geduld en
schoolkinderen hoeven het hoofd
niet meer over de spelling van me
nig woord te breken. Want de Bel
gisch-Nederlandse spellingscommis
sie Pée-Wesselings, die door de vroe
gere minister van Onderwijs, mr. J.
Cals, werd ingesteld, vindt dat
blijkt uit haar eindrapport bij
voorbeeld dat de „dt" achterwege
mag blijven bij de verbuiging van
werkwoorden. Waarom niet „hij ant
woord" in plaats van „hij ant
woordt".
Tegen het opdoeken van een aantal ver
dubbelingen in de verleden tijd heeft
de commissie ook geen bezwaar. Hij
lustte zou geschreven kunnen worden
als „hij luste"; hij lootte als „hij
lote"; het vliegtuig landde als „lande'*.
De commissie had oorspronkelijk als
opdracht de vreemde woorden die in
het Nederlands ingeburgerd zijn, een
eenvoudiger schrijfwijze te geven.
Toch is aan Engelse woorden bitna
niets gewijzigd. Cockpit wordt welis
waar „kokpit", alle sporttermen wor
den daarentegen ternauwernood ver
anderd. De verklaring is niet ver te
zoeken: de vreemde schrijftrant is
vaak allang ingeburgerd. Dat geldt
zeker voor worden als cocktail. Soms
zijn er ook voldoende gelijkwaardige
Nederlandse woorden voorhanden.
Dat neemt niet weg dat de commissie
toch wel voorstelt in een aantal
vreemde woorden de „c" door de „s"
te vervangen, bijvoorbeeld: auspi-
siën, finansiën en sement. Graag had
de commissie ook odeklonje, dinee
en marksist willen schrijven voor re
spectievelijk eau de cologne, diner en
Marxist. Volgens dr. J. H. Wesse-
lings, voorzitter van de Nederlandse
commissie, is er echter veel kritiek
gekomen op dit voorstel uit het eerste
rapport van twee jaar geleden. Het
wijzigen van de spelling is een on
gelooflijk ingewikkjelde zaak. Als een
aantal woorden wo!rdt geschreven zo
als ze worden uitgesproken,
dat vaak weer verwarring in
andere groepen woorden teweeg. Wat
bijvoorbeeld te doen met „oto", zo
lang sommigen „auto" en anderen
weer „oto" zeggen? Om nog maar
te zwijgen over de vraag of „ei" ooit
overal als „ij" kan worden geschre
ven, wanneer er resultaten ontstaan
als „zij zij" voor „zij zei".
In de commissie hadden enkele gere
nommeerde neerlandici zitting, onder
wie prof. dr. B. C. Damsteegt en
prof. dr. K. Heerema. Minister Ve-
ringa (onderwijs) dient tenslotte te
beslissen over een eventuele spellings
wijziging. Het rapport is al naar Suri
name en de Nederlandse Antillen ge
weest voor kritiek. Dr. Veringa wil
voor de Kamer met zomerreces gaat
met een voorstel komen.
Een lijstje met voorbeelden van de
voorgestelde nieuwe spelling ontle
nen wij aan het dagblad De Tijd:-
Werkwoorden: hij word, hij bereid,
hij vind, de lamp brand; hij ant-
woorde, ik ruste, jij prate, het kind
hete Jannetje, dat bevreemde ons,
toen praten (in plaats van praatten)
de kinderen, gisteren antwoorden zij
(in plaats van antwoordden).
Au/ou: In plaats van blauw, nauw,
paus: blouw, houw, pous.
Ei/ij: ontraden wordt de invoering van
een teken voor ei en ij.
Lijk/lik: vreselik, dadelik, makkelik.