Kleding
van leer
Griekse stewardessen in
Cardin-uniform
PIERRE JANSSEN: FLATGEBOUWEN ..VRESELIJK!
Ellen Scheffer over mode: „inkopers denken aan de massa
(jefuh eerÉiih
eer lil
ueraiend
DIRECTIE VAN CONSUMENTENBOND MEENT:
MET BUS DEIS
KIBBOETS
KINDEREN
IETS BIJZONDERS
GEPAKT
IXKOPERS
WEINIG GELD
CAMELJAS
SCHADEVERGOEDING
VOOR DIENSTMEISJE
tr
Koken
DONDERDAG 17 APRIL 196?
EERST STUDEREN DAN REIZEN
T)as 21 jaar, zeer mini gekleed, hypermoderne ideeën, op
vallend gedecideerd, vóór een „vrij huwelijk", maar
wel even eerst eindexamen HBS gehaald en nu vlak voor
het eindexamen kunstacademie, afdeling mode dat is
Ellen Scheffer in Arnhem.
Ellen Scheffer is de oudste van drie kinderen "n broer
van achttien studeert in Nijmegen, een broer van veertien
zit op het lyceum. Haar vader is stedebouwkundige hoofd
van de afdeling uitbreiding van de stad Arnhem.
Het stortregent buiten wanneer Ellen in het ouderlijk huis
onbevangen antwoord geeft op de vraag, waarom ze op
die kunstacademie van Arnhem voor het vierde en laatste
jaar modetekenen en mode-ontwerpen studeert.
„Het ging me niet om zelf kleren te maken", zegt ze. „Na
tuurlijk, je moet ook je coupeusediploma halen en je tex-
tielbrevet, maar ik vond tekenen zo fijn. Mensen tekende
ik altijd graag. En toen ik de HBS-A achter me had, dacht
ik Neen, niet zoals zoveel meisjes doen, niet naar Parijs
of Londen bij een familie au pair. maar eerst een opleiding
volgen en die afmaken. Dan pas reizen".
Dat eindexamen op de kunstacademie staat nu voor de deur
maandag moest Ellen Scheffer een scriptie over kostuums
klaar hebben. Daarom heeft ze net een paar dagen gelogeerd
bij haar grootmoeder in Amsterdam, om daar in het toneel
museum gegevens bij elkaar te snuffelen. En na dat eind
examen reizen
„Ja, ik wil een jaar of langer veel zien van de we-
n°g g^Cn va~e baa" hebben. Kjjk, als je een baan£ Twee bruidstoiletten van Ellen Scheffer. „Het rechtse Ellen Scheffer thuis, op de Arnhemse divan. Zij is vóór mini, als de
e an ga je carrière maken en veel geld verdienen. Ik soort overall-pak kun je zó dragen", zegt ze, „of met benen het hebben kunnen. Zij is tégen hippie-toestanden met kettingen
wil me nog niet aan geld binden".
Akkoord, maar hoe gaat dat jaar
reizen dan? Op de portemonnaie van
vader? „Helemaal niet", antwoord
Ellen Scheffer snel. „Onderweg wer
ken. Mijn ideeën zijn nog een beet
je vaag wat het reisdoel betreft. Ik
denk aan een archeologisch werk
kamp in Zuid-Amerika, maar ook
aan werken in een kibboets of drui
ven plukken in Frankrijk. En dan
na een tijd in dat land waar ik werk
aan de slag komen met de mode."
Negen jaar heeft Ellen Scheffer nu
op scholen gezeten, negen jaar was
ze gebonden door een strak werk-
rooster. Nu wil ze er uit na dat
eindexamen dus. En later wel iets
doen met haar „mode-opleiding".
„Ja. beslist. Later in de mode ver
der. Misschien op jounalistiek ge
bied, ik bedoel: modepagina's maken
waarvoor ik ook de tekeningen ver
zorg. Maar ik vind de commerciële
kant van de mode ook leuk, het
inkopen".
Maar als Ellen Scheffer getrouwd
is over twee jaar, over zes jaar,
wie weet dat? wordt ze dan een
mevrouwtje, gewoon, met een huis
houden? Ze griezelt even zichtbaar
en slaat al haar einden been bijna
het jurkje links er overheen als tuniek". Geen sluiertjes omdat die „niet bij de mensen hier passenEllen zou mode willen ontwer-
bij de bruidstoiletten van Ellen. pen voor vrouwen van dertig, veertig of vijftig. Maar de inkopers zitten
haar dwars.
geprikkeld de andere kant op.
„Ik ben niet zo voor het huwe
lijk als het nu is", zegt ze En
dat betekent? „Ik ben meer voor
het vrije huwelijk", legt ze uit.
..Op een basis van gelijkheid en
alle twee blijven werken. Ik vind het
een beetje raar dat de man altijd
alleen het geld binnen moet brengen.
En de vrouw maar thuis zitten. Zijn
later de kinderen de deur uit, dan
verveelt ze zich een ongeluk".
Een vrij huwelijk zonder kinde
ren voor Ellen? „Oh neen, wèl kin
deren", vindt ze direct. „Maar ik
vind het erg gevaarlijk om je met
een aan één mens te binden en
kinderen te hebben. Ik geloof niet
dat ik dat zou kunnen, mijn hele
leven bij een persoon. Maar vergeet
niet, ik moet 't allemaal nog ervaren.
Op dit moment zou ik het niet kun
nen. Vandaar: vrij huwelijk. En ben
je zeker van elkaar en neem je kin
deren, ja dan zou ik mijn huwelijk
wel gelegaliseerd willen hebben, na
tuurlijk".
Maar in het wit trouwen zal El
len Scheffer nooit. „Met zo'n sluier
tje, het zegt me niks. Ik zou wel
iets bijzonders aan willen hebben die
dag, ietd dat me staat". Mini vindt
Ellen Scheffer, mode-ontwerpster,
dus leuk? „Ja, als het je staat",
laat ze er meteen op volgen.
Ik heb het over die honderden
misschien duizenden meisjes
in Nederland, die er naar mijn
smaak afschuwelijk uitzien met hun
uitgerekte hempjes, die dan mini-
jurkjes moeten voorstellen en daar
onder de typische stevige Nederland
se dijbenen.
„Ja. als je je kleedt, moet je
nooit de massa nadoen of de mode
van het moment te star volgen",
vindt Ellen Scheffer. „Je moet je
zelf eerst eens goed voor de spiegel
bekijken en denken: wat staat mij
en wat past bij mij. Sinds de beat
generatie is opgekomen, wordt het
allemaal wat beter. Spencertjes dra
gen is leuk als je kijkt, hoe het in
het modeblad Vogue wordt aange
geven. Maar lang niet iedereen staat
het".
Dit is onze kans, denken we, we
zitten tegenover een jonge Neder
landse vrouw die als vak mode koos
en die in het paasweekeinde in het
programma „Gevraagd" voor heel
Nederland op het scherm verscheen
en tegen Godfried Bomans vertelde,
wat ze van mode vond. Nu zullen we
het eens vragen.
Vindt Ellen Scheffer niet, dat het
er naar uitziet, dat de hele mode te
genwoordig alleen maar op de tie
ners is afgestemd? Zou zij zich, als
ze nu een vrouw van vijfenveertig
was, niet een beetje gepakt voelen?
Net of vrouwen van boven de vijf
entwintig er niet meer bij horen?
„Ja, die vrouwen van dertig, veer
tig, vijftig of zestig voelen zich ze
ker „gepakt", maar dat komt door
de inkopers", zegt Ellen. „De ont
werpers willen heus wel, maar de
inkopers denken agn de grote rpas-
sa, aan de jeugd en aan het gerin
kel van de kassa".
„En wat de inkopers ook steeds
denken? Als je met een inkoper over
„de vrouw van middelbare leeftijd"
spreekt, dan denken ze meteen dat
het over dikke vrouwen gaat. Ont
werp je voor de talrijke vrouwen
van veertig of ouder die zich jong
voelen en die slank zyn iets jeugdigs
dan willen die inkopers er niet aan.
Daar zit het 'm in".
Al dat hippe gedoe met kettingen
is niks voor Ellen Scheffer. „Het
past niet bij deze tijd", zegt ze.
..Het komt uit het oosten, maar
hoort niet bij de mensen hier in het
westen. De wens om te „versieren"
is er wel. Maar die moet je in de
ontwerpen juist goed vertalen."
Zelf heeft Ellen niet veel kleren.
„Dat is vervelend", vindt ze. „Als
je mode-ontwerpster bent, dan ver
wachten ze zoveel van je en dat kan
ik nooit waar maken. Ik heb geen
dingen die echt goed zitten en ver
antwoord zijn. Maar wat doe je als
je weinig geld hebt?"
Heeft u Ellen Scheffer een week
geleden op de kijkbuis gezien? Heeft
u haar kritiek gehoord op de camel-
jas? Zo'n voor de hand liggend kle
dingstuk, tikje burgerlijk, past over
al bij, veel te gemakkelijk?
„Ik heb er zelf ook een", lacht
Ellen in Arnhem. „Al jaren. Nog
maals: een kwestie van geld".
„HUISVROUWEN MEER PRIJSBEWUST"
In opdracht van een schoenfa
briek heeft de bekende Amsterdam
se mode-ontwerpster Sophie van
Kleef een collectie leren kleding
ontworpen, die o.m. getoond werd
op de Internationale Schoenenbeurs
te Utrecht. Het is een collectie
overgooiers en rokjes met vestjes
of hesjes geworden, uitgevoerd in
..Iove-in" geiteleer, in een stevige
en in een soepele kwaliteit suède
en in het zogenaamde, voor kle
ding nieuwe donkerbruin, vuurrood,
aubergine, donkergroen, donker
blauw en zwart. Suède zocht zij uit
in zendkleur, in zacht-oranje, -lila,
mosterd en cognac. Op bijgaande
foto een voorbeeld van Sophie's
creaties.
FRANKFORT Een gerechtshof in
Frankfort heeft een smartegeld van
100.000 mark (90.000 gulden) toegekend
aan het 19-jarige Turkse dienstmeisje
Naide Erzelebi-Karapinar, dat jaren
lang mishandeld was door haar werk
gevers, een Amerikaans echtpaar.
Het echtpaar. Raymond en Birsen
Birch, heeft zich niet tegen de tenlaste
legging verweerd.
Het dienstmeisje werd op 14-jarige
leeftijd door het echtpaar Birch uit Tur
kije gehaald en moest volgens talrijke
getuigen in het gezin Birch in Frank
fort vele vernederingen en mishandelin
gen ondérgaan. vooral door mevrouw
Birch, die van Turkse afkomst is.
De zaak werd in januari 1967 in han
den van de politie gegeven, die het
dienstmeisje ondervroeg
In de prijzenslag sinds 1 januari heeft de Nederlandse Con
sumentenbond, gehuisvest in de vroegere fabriek van de
failliete radiatorenfabrikant Van Hejjst, gediend als klach
tenbureau voor enkele duizenden mensen. Nog steeds ko
men dagelijks tientallen brieven over te hoog geachte prij
zen binnen.
Tegen de achtergrond van deze klachten heeft de directrice
van de bond, mej. drs. A. G. Fransen, In veelvuldig overleg
met de Economische Controle Dienst en in samenspraak met
de minister van Economische Zaken. mr. L. de Block, haar
aandeel in de strijd tegen de te hoge prijzen geleverd.
Zij was de enige vrouw in het gezelschap van vakbewegings-
functionarissen en behartigers van consumentenbelangen, dat
vorige week door minister De Block persoonlijk werd inge
licht over de nieuwe wapens van de regering tegen de prijs
stijging prijsstop per 15 maart, te hoge prijzen terugdruk
ken, verdubbeling van het aantal prijzencontroleurs en mis
schien consumenten-subsidie op melk.
Is zij optimistisch over het effect van deze maatregelen
tiet antwoord begint met een lange stilte. „TjaNa nog
enige aarzeling „Ik denk dat het wel iets zal uithalen,
maar dat de prijzen zullen teruggaan tot het peil van begin
januari, nee. dat geloof ik niet".
„Een belangrijk voordeel is, dat alle mensen nu weten waar
zij met nieuwe prijsverhogingen aan toe zijn Iedereen die
een prijs omhoog ziet gaan, weetdat is mis. Geen enkele
prijs mag immers sinds 15 maart omhoog".
Voor de controleurs van de Eco
nomische Controle Dienst (250 man
plus 250 man versterking van enige
ministeries) is de controle ook ge
makkelijker. Iedere ondernemer dit
een prijs verhoogt, kan onmiddellijk
een proces-verbaal krijgen en voor
de rechter worden gebracht.
Deze voordelen verdwijnen gedeel
telijk, aldus mej. Fransen, als er
ontheffingen worden toegestaan.
„Wanner eenmaal ontheffingen is be
gonnen, is er geen prijsstop meer."
Over de mogelijke consumenten
subsidie op melk of andere eerste
levensbehoeften is zij niet enthousi
ast „Niemand trouwens, geloof
ik" maar in de huidige situatie
drukt zo'n subsidie in elk geval de
gezinsuitgaven, vooral van gezinnen
met veel kinderen. De minister heeft
de huisvrouwen opgeroepen, meer
„prijsbewust" inkopen te doen. De
directrice van de Consumentenbond
vindt dat de huisvrouw al aardig
haar best doet. „Het is natuurlijk
onzin dat zij voor twintig boodschap
pen twintig winkels kan gaan aflo
pen", zegt zij.
Maar de consument is zeker veel
prijsbewuster geworden sinds die
term omstreeks 1964 werd uitgevon
den door de toenmalige felle
„prijsvechter" minister van Econo
mische Zaken, dr. J. E. Andriessen
of de heer B. Buitendijk van de
Consumentenbond. Door wie van de
twee is niet helemaal zeker.
In die tijd begon de Consumenten
bond op aandrang van de minis
ter met de publikatie van prijsver
gelijkingen van produkten onder de
kop ,Weest prijsbewust!' Prijsverge
lijking is nu een krachtig wapen ge
worden, niet alleen van de consu
mentenorganisaties, maar zelfs van
Mej. dra. A. G. Fransen: de
mensen weten nu waar zij aan toe
zijn
grootwinkelbedrijven onderling.
Mej. Fransen: „De mensen zijn
zich bewust geworden dat de prij
zen van een bepaald produkt niet
één pot nat zijn. Zij zijn de soms
grote prijsverschillen duidelijk gaan
zien." „Steeds meer vrouwen gaan
een soort patroon opbouwen van:
dit neem ik bij de kruidenier, dat
neem ik bij de groenteman, want
daar is het goedkoper. Ook nemen
zij vaker twee kruideniers of twee
groenteboeren".
'TVouwens, in één winkel kunnen de
prijzen voor een bepaalde soort
produkten ook nogal uiteenlopen. Zo
haal je als consument wel niet het
maximum uit de Nederlandse markt,
maar je komt toch een stuk voorde
liger uit dan maar te kopen zonder
prijzen te vergelijken".
Zij gelooft dat de consument op de
ze manier de concurrentie, en daar
mee de prijsverlaging, flink kan aan
wakkeren. Hetzelfde effect kan vol
gen op een afremming van de aanko
pen, of zelfs een kopersstaking.
„Ik zie de verwezenlijking van een
kopersstaking niet zo erg, want wie
geld op zak heeft, wil het toch uitge
ven. Maar terughoudendheid bij het
kopen, kan een druk op de prijzen
leggen".
A ls econome ziet zij in de hogere
spaarcijfers van de eerste maan
den van dit jaar en de wat afgeno
men vraag naar produkten een ten
dens in die richting.
„De mensen zijn misschien geïrri
teerd geraakt over de prijsverhogin
gen en hebben toen besloten, met
sommige aankopen nu maar eens te
wachten. Dat kan ondernemers in de
concurrentie drijven".
In die stemming hebben heel wat
mensen ook besloten lid van de Ne
derlandse Consumentenbond te wor
den. In de eerste maanden van het
BTW-tijdperk in ons land heeft een
ongekente stroom van ongeveer
achtduizend mensen zich spontaan
als lid gemeld. Het aantal leden is
nu ongeveer 215.000.
Het was een triest verhaal, dat zij voor de microfoon vertelde.
Zo triest, dat het nauwelijks om aan te horen was. Het
gemakkelijkste verweer in zo'n geval is het omdraaien van de knop
of overschakelen op een andere golflengte. Maar er was iets in haar vlakke
maar stellig niet onverschillige stem dat tot verder luisteren dwong.
Want hier was een jonge vrouw aan het woord die een
onvoorstelbaar ongelukkig leven achter de rug had, en toch voor
het leven zelf een zekere waardering wist op te brengen.
Maar juist dit sprankeitje levenslust dat zij had weten te behoeden,
deed haar relaas eens zo schrijnend lijken. Hoe was het mogelijk
dat in deze toch zo geregelde samenleving een kind zo volslagen weerloos
en verstoken van alle normale genegenheid aan hardvochtige
willekeur was overgeleverd.
Een ouderlijk huis bestond er voor haar alleen maar op het papier van
het bevolkingsregister. Vader en moeder waren overhaast getrouwd
omdat er een kind op komst was. En dat terwijl zij beiden toen al
tot de ontdekking waren gekomen dat zij eikaars nabijheid nauwelijks meer
konden verdragen.
Dochters entree in de wereld was dus allesbehalve een blijde gebeurtenis,
waarnaar door moeder met vertedering en verlangen werd uitgezien.
Integendeel: zonder dat kleine schepsel in de wieg had ieder van
de partners zijn eigen weg kunnen gaan, zo ver mogelijk van elkaar vandaan.
Nu waren zij gedwongen een gezin te vormen, met dit ongewenste
dochtertje en een paar jaar later verschenen zoon. De beide kinderen
hadden letterlijk geen leven. Zij groeiden op in een gestadige angst voor
de onmogelijk strenge vader en de harde, verbitterde moeder. Vader
sloeg er zo ongenadig op los dat de kinderen vol striemen en
blauwe plekken zaten. Moeder haatte vooral de dochter, die het blok
aan haar been was geweest sinds de geboorte.
Als jij er niet geweest was had ik niet behoeven te trouwen. Het is
allemaal jouw schuld. Gooi een jong kind bij elke huiselijke
scène dat onzinnige verwijt voor de voeten, en laat haar opgroeien zonder
ook maar een spoortje van moederlijke genegenheid, dan mag het een
wonder heten als er uit dat kind geen balsturig wezen groeit dat
alle volwassenen haat.
Het meisje was te trots om haar nood aan derden te klagen, maar schelle
ruzies en woeste afranselingen blijven op den duur niet onopgemerkt.
Op school kwamen de wonden en blauwe plekken aan het licht,
de buren praatten hun verontwaardigde woordje mee, en toen de kinderen
tenslotte buiten de deur werden gezet lag de ellende eindelijk op straat.
Twee zwervende tieners genieten meer bescherming dan twee
doodsbange opgesloten kinderen onder het ouderlijk dak. Het leven in
een kindertehuis was een verademing na de hel van slagen en schoppen en
hongerlijden. Maar vooral het meisje voelde zich na een tijdje opnieuw
opgesloten in strenge regels, en duidelijk afgezonderd van de
gelukkige normale kinderen op school.
Zij liep weg, werd weer teruggebracht, ontsnapte opnieuw, vond werk,
kreeg eindelijk gedaan dat zij op eigen benen mocht staan, hoe wankel
die ook waren. En dan wordt het vervolg een schrijnend eentonig
relaas van het zoeken naar een lotgenoot, een kameraad, iemand die bij
je hoort. Samenleven met een vriend, teleurgesteld en uitgebuit worden,
zwerven van de een na de ander, totdat zij een kamer deelt met een
evenzeer door het leven gehavende jongen, die haar de illusie van een
blijvende geborgenheid geeft. Zij trouwen, want ondanks dat ziet zij
het huwelijk nog als iets begeerlijks, als een kans op een werkelijk geluk.
Maar er komt bitter weinig van terecht, en als zij op haar beurt een kind
verwacht is zij daar daar zo rampzalig onder, dat zij er weer vandoor
gaat. Het loopt op een echtscheiding uit, de jonge vader krijgt het kind
toegewezen, en dan beseft ze wat haar afgenomen is.
Een kind, een klein meisje, dat is toch iets „gezelligs", een soort
onschuldig klein huisdier, dat om je heen speelt, tegen wie je praten kunt
Maar zij heeft haar reputatie niet mee: een minderjarige zwerfster
met vele vriendjes, een moeilijke pupil van de kinderbescherming. Het kind
blijft aan de gescheiden echtgenoot toegewezen, en wordt bij een
jong echtpaar in zijn familie uitbesteed.
Dan komt haar koppige agressiviteit pas goed in het geweer, zij zet alles
op haren en snaren om het bezit van het dochtertje. Zij werkt hard en
spaart, bekostigt zelf een advocaat om haar zaak te verdedigen, als het
moet in hoger beroep.
Als het jonge echtpaar genoeg krijgt van het pleegdochtertje, omdat er
een eigen kind op komst is, en de moeder inmiddels meerderjarig is
geworden, stijgen haar kansen. En terwijl zij werkt wat zij kan en zichzelf
alles ontzegt om haar dure proces te kunnen betalen, klampt zij zich
nog even gretig als in haar verschrikkelijke jeugd vast aan de droom van
een eigen huis met iemand die bij je hoort en lief tegen je is. Een man?
informeert de ondervrager, en haar vlakke stem wordt bijna heftig in haar
weerwoord: Waarom niet? Een huwelijk, dat is toch iets gezelligs.
Met een man voor wie je lekker kookt en op wie je wacht tot hij thuiskomt.
Het was een eresaluut waard, en voor wie met verbijstering geluisterd
had bleek de omroeper een onverwachte spelbreker. Want nu verdween zij
weer in de onbekendheid, de stem zonder naam, maar ondanks alles
met zoveel karakter.
Hoe zullen we nu ooit weten of zij die simpele wens: een man en een kind
onder een veilig dak, eindelijk van het leven cadeau heeft gekregen?
Zij mag dan nog zoveel scheve schaatsen gereden hebben: dat geluk heeft
zij dubbel en dwars verdient
PIERRE CARDIN heeft nieuwe
uniformen ontworpen voor de ste
wardessen van Olympic Airways,
de Griekse luchtvaartmaatschappij,
die is opgezet door de heer Onassis.
De Griekse stewardessen gaan hun
witblauwe kostuumpjes (van Coco
Chanel, naar ik meen) vervangen
door een groen-witte mini-jurk,
waarbij niet alleen een kort wit
jasje hoort, maar ook een grote
lichte cape. Plus een kinderlijk
mutsje met kinband.
NU REST er één grote vraag.
Waarom moeten de Grieken, toch
veelal niet overlopend van rijkdom,
per se de zeer dure Cardin inscha
kelen om hun stewardessen aan
een nieuw pakje te helpen? Het
heeft ongetwijfeld te maken met de
„image", het is ongetwijfeld sjiek
en stijlvol stewardessen naar voren
te schuiven die gekleed zijn door
een grote Parijzenaar.
MAAR IK maak me sterk, dat
er in bijvoorbeeld Griekenland zelf
ook wel een ontwerper is te vinden.
Waarschijnlijk goedkoper dan Car
din en waarschijnlijk had hij het
nog beter gedaan ook. Want die
pakjes van Cardin zijn leuk voor
een meisje van zeventien jaar; niet
voor iemand die het visitekaartje
van een luchtvaartmaatschappij
moet zijn.
ALS DAT visitekaartje er goed
uitziet, dan doet het er weinig toe
of daarvoor nu een Cardin nodig is
geweest of dat de stewardessen het
uniform zelf hebben bedacht, zoals
de stewardessen van British Uni
ted Airways.
EN NU over naar Zuid-Frank
rijk, waar de Nederlander ir. C.
Wanneer Pierre Janssen iets moet
openen, dan wordt er wél iets ge
zegd. Vorige week, toen hij de in
ternationale huishoudbeurs in Am
sterdam opende, heeft hij de nood
klok geluid over onze huizenbouw.
Flatgebouwen vindt hij vreselijk,
„een wegstapelen van mensen". Hij
zei ook, dat wij moeten leven in een
„tragische gevangenschap van een
fantasieloze architectuur".
Kortom, de heer Janssen is het
met de huidige woningbouw van Ne
derland helemaal oneens. Hij heeft
ook gezegd: „Ik wou, dat het Neder
landse volk zich over die woning
bouw eens geweldig ging opwinden,
in plaats van over Mies Bouwman
of een programma in de stijl van
„Zo is het..." Ik wou, dat wij de
schandelijke bedenksels van massa-
woningfabrikanten eens niet meer
namen."
Wat wij moeten hebben is een hu
maan ontworpen woning, een wo
ning die rekening houdt met de men-
selijke vrijheid, aldus de heer Pier
re Janssen. En aldus hij niet alleen.
Onlangs liet de architect Jan Ver
hoeven uit Hoevelaken zich in gelij
ke zin uit. Hij stelde er ook iets
voor in de plaats: de serie wonin
gen die hij ontwerpt ontstaan in
overleg met de toekomstige kopers
van die huizen.
In Duitsland is er iets veel rus-
tigers gebeurd: daar heeft de rege
ring een onderzoek laten instellen
naar het koken van de huisvrouwen.
Vierduizend vrouwen werden inge
schakeld en tweederde vertelde, dat
zij koken, bakken en inmaken nog
altijd van hun moeder hadden ge
leerd. Precies 54 procent van de da
mes vindt het klaarmaken van een
maaltijd een prettige bezigheid, de
rest beschouwt het koken als een
onderdeel van het huishouden, niet
zo prettig dus, maar ook weer geen
bezoeking.
Het nieuwe uniform voor een
Griekse stewardess: goed voor
iemand van zeventien.
Buys in 'n laboratorium in La Lon-
de proeven neemt die gaan over de
houdbaarheid van snijbloemen.
WANNEER U op dit moment
net kwaad bent, omdat pas gekre
gen rozen vervelend doen en slap
hangen, kan ir. Buys daarover wel
iets vertellen.
BEKEND IS allang, dat het
blad grote invloed uitoefent op de
houdbaarheid van een bloem. Men
dacht aan een tè grote verdamping
van het blad, waardoor de bloem
minder lang mooi blijft. Onderzoe
kingen wezen al uit, dat door het
weghalen van het blad bij een roos
bijvoorbeeld het slaphangen van de
bloemkop sterk wordt verminderd.
MAAR IR. BUYS heeft nu
meer ontdekt: de bladeren van mi
mosa, rozen en seringen (die in ie
der geval) bevatten voordat de na
tuur de bloemen tevoorschijn laat
komen, een remstof die de bloei
moet tegenhouden. Bloemen die
kunstmatig tevoorschijn worden
getoverd (dus vroeger dan de na
tuur het 'wil) zijn daardoor slech
ter houdbaar.