Kleding van leer Griekse stewardessen in Cardin-uniform PIERRE JANSSEN: FLATGEBOUWEN ..VRESELIJK! Ellen Scheffer over mode: „inkopers denken aan de massa (jefuh eerÉiih eer lil ueraiend DIRECTIE VAN CONSUMENTENBOND MEENT: MET BUS DEIS KIBBOETS KINDEREN IETS BIJZONDERS GEPAKT IXKOPERS WEINIG GELD CAMELJAS SCHADEVERGOEDING VOOR DIENSTMEISJE tr Koken DONDERDAG 17 APRIL 196? EERST STUDEREN DAN REIZEN T)as 21 jaar, zeer mini gekleed, hypermoderne ideeën, op vallend gedecideerd, vóór een „vrij huwelijk", maar wel even eerst eindexamen HBS gehaald en nu vlak voor het eindexamen kunstacademie, afdeling mode dat is Ellen Scheffer in Arnhem. Ellen Scheffer is de oudste van drie kinderen "n broer van achttien studeert in Nijmegen, een broer van veertien zit op het lyceum. Haar vader is stedebouwkundige hoofd van de afdeling uitbreiding van de stad Arnhem. Het stortregent buiten wanneer Ellen in het ouderlijk huis onbevangen antwoord geeft op de vraag, waarom ze op die kunstacademie van Arnhem voor het vierde en laatste jaar modetekenen en mode-ontwerpen studeert. „Het ging me niet om zelf kleren te maken", zegt ze. „Na tuurlijk, je moet ook je coupeusediploma halen en je tex- tielbrevet, maar ik vond tekenen zo fijn. Mensen tekende ik altijd graag. En toen ik de HBS-A achter me had, dacht ik Neen, niet zoals zoveel meisjes doen, niet naar Parijs of Londen bij een familie au pair. maar eerst een opleiding volgen en die afmaken. Dan pas reizen". Dat eindexamen op de kunstacademie staat nu voor de deur maandag moest Ellen Scheffer een scriptie over kostuums klaar hebben. Daarom heeft ze net een paar dagen gelogeerd bij haar grootmoeder in Amsterdam, om daar in het toneel museum gegevens bij elkaar te snuffelen. En na dat eind examen reizen „Ja, ik wil een jaar of langer veel zien van de we- n°g g^Cn va~e baa" hebben. Kjjk, als je een baan£ Twee bruidstoiletten van Ellen Scheffer. „Het rechtse Ellen Scheffer thuis, op de Arnhemse divan. Zij is vóór mini, als de e an ga je carrière maken en veel geld verdienen. Ik soort overall-pak kun je zó dragen", zegt ze, „of met benen het hebben kunnen. Zij is tégen hippie-toestanden met kettingen wil me nog niet aan geld binden". Akkoord, maar hoe gaat dat jaar reizen dan? Op de portemonnaie van vader? „Helemaal niet", antwoord Ellen Scheffer snel. „Onderweg wer ken. Mijn ideeën zijn nog een beet je vaag wat het reisdoel betreft. Ik denk aan een archeologisch werk kamp in Zuid-Amerika, maar ook aan werken in een kibboets of drui ven plukken in Frankrijk. En dan na een tijd in dat land waar ik werk aan de slag komen met de mode." Negen jaar heeft Ellen Scheffer nu op scholen gezeten, negen jaar was ze gebonden door een strak werk- rooster. Nu wil ze er uit na dat eindexamen dus. En later wel iets doen met haar „mode-opleiding". „Ja. beslist. Later in de mode ver der. Misschien op jounalistiek ge bied, ik bedoel: modepagina's maken waarvoor ik ook de tekeningen ver zorg. Maar ik vind de commerciële kant van de mode ook leuk, het inkopen". Maar als Ellen Scheffer getrouwd is over twee jaar, over zes jaar, wie weet dat? wordt ze dan een mevrouwtje, gewoon, met een huis houden? Ze griezelt even zichtbaar en slaat al haar einden been bijna het jurkje links er overheen als tuniek". Geen sluiertjes omdat die „niet bij de mensen hier passenEllen zou mode willen ontwer- bij de bruidstoiletten van Ellen. pen voor vrouwen van dertig, veertig of vijftig. Maar de inkopers zitten haar dwars. geprikkeld de andere kant op. „Ik ben niet zo voor het huwe lijk als het nu is", zegt ze En dat betekent? „Ik ben meer voor het vrije huwelijk", legt ze uit. ..Op een basis van gelijkheid en alle twee blijven werken. Ik vind het een beetje raar dat de man altijd alleen het geld binnen moet brengen. En de vrouw maar thuis zitten. Zijn later de kinderen de deur uit, dan verveelt ze zich een ongeluk". Een vrij huwelijk zonder kinde ren voor Ellen? „Oh neen, wèl kin deren", vindt ze direct. „Maar ik vind het erg gevaarlijk om je met een aan één mens te binden en kinderen te hebben. Ik geloof niet dat ik dat zou kunnen, mijn hele leven bij een persoon. Maar vergeet niet, ik moet 't allemaal nog ervaren. Op dit moment zou ik het niet kun nen. Vandaar: vrij huwelijk. En ben je zeker van elkaar en neem je kin deren, ja dan zou ik mijn huwelijk wel gelegaliseerd willen hebben, na tuurlijk". Maar in het wit trouwen zal El len Scheffer nooit. „Met zo'n sluier tje, het zegt me niks. Ik zou wel iets bijzonders aan willen hebben die dag, ietd dat me staat". Mini vindt Ellen Scheffer, mode-ontwerpster, dus leuk? „Ja, als het je staat", laat ze er meteen op volgen. Ik heb het over die honderden misschien duizenden meisjes in Nederland, die er naar mijn smaak afschuwelijk uitzien met hun uitgerekte hempjes, die dan mini- jurkjes moeten voorstellen en daar onder de typische stevige Nederland se dijbenen. „Ja. als je je kleedt, moet je nooit de massa nadoen of de mode van het moment te star volgen", vindt Ellen Scheffer. „Je moet je zelf eerst eens goed voor de spiegel bekijken en denken: wat staat mij en wat past bij mij. Sinds de beat generatie is opgekomen, wordt het allemaal wat beter. Spencertjes dra gen is leuk als je kijkt, hoe het in het modeblad Vogue wordt aange geven. Maar lang niet iedereen staat het". Dit is onze kans, denken we, we zitten tegenover een jonge Neder landse vrouw die als vak mode koos en die in het paasweekeinde in het programma „Gevraagd" voor heel Nederland op het scherm verscheen en tegen Godfried Bomans vertelde, wat ze van mode vond. Nu zullen we het eens vragen. Vindt Ellen Scheffer niet, dat het er naar uitziet, dat de hele mode te genwoordig alleen maar op de tie ners is afgestemd? Zou zij zich, als ze nu een vrouw van vijfenveertig was, niet een beetje gepakt voelen? Net of vrouwen van boven de vijf entwintig er niet meer bij horen? „Ja, die vrouwen van dertig, veer tig, vijftig of zestig voelen zich ze ker „gepakt", maar dat komt door de inkopers", zegt Ellen. „De ont werpers willen heus wel, maar de inkopers denken agn de grote rpas- sa, aan de jeugd en aan het gerin kel van de kassa". „En wat de inkopers ook steeds denken? Als je met een inkoper over „de vrouw van middelbare leeftijd" spreekt, dan denken ze meteen dat het over dikke vrouwen gaat. Ont werp je voor de talrijke vrouwen van veertig of ouder die zich jong voelen en die slank zyn iets jeugdigs dan willen die inkopers er niet aan. Daar zit het 'm in". Al dat hippe gedoe met kettingen is niks voor Ellen Scheffer. „Het past niet bij deze tijd", zegt ze. ..Het komt uit het oosten, maar hoort niet bij de mensen hier in het westen. De wens om te „versieren" is er wel. Maar die moet je in de ontwerpen juist goed vertalen." Zelf heeft Ellen niet veel kleren. „Dat is vervelend", vindt ze. „Als je mode-ontwerpster bent, dan ver wachten ze zoveel van je en dat kan ik nooit waar maken. Ik heb geen dingen die echt goed zitten en ver antwoord zijn. Maar wat doe je als je weinig geld hebt?" Heeft u Ellen Scheffer een week geleden op de kijkbuis gezien? Heeft u haar kritiek gehoord op de camel- jas? Zo'n voor de hand liggend kle dingstuk, tikje burgerlijk, past over al bij, veel te gemakkelijk? „Ik heb er zelf ook een", lacht Ellen in Arnhem. „Al jaren. Nog maals: een kwestie van geld". „HUISVROUWEN MEER PRIJSBEWUST" In opdracht van een schoenfa briek heeft de bekende Amsterdam se mode-ontwerpster Sophie van Kleef een collectie leren kleding ontworpen, die o.m. getoond werd op de Internationale Schoenenbeurs te Utrecht. Het is een collectie overgooiers en rokjes met vestjes of hesjes geworden, uitgevoerd in ..Iove-in" geiteleer, in een stevige en in een soepele kwaliteit suède en in het zogenaamde, voor kle ding nieuwe donkerbruin, vuurrood, aubergine, donkergroen, donker blauw en zwart. Suède zocht zij uit in zendkleur, in zacht-oranje, -lila, mosterd en cognac. Op bijgaande foto een voorbeeld van Sophie's creaties. FRANKFORT Een gerechtshof in Frankfort heeft een smartegeld van 100.000 mark (90.000 gulden) toegekend aan het 19-jarige Turkse dienstmeisje Naide Erzelebi-Karapinar, dat jaren lang mishandeld was door haar werk gevers, een Amerikaans echtpaar. Het echtpaar. Raymond en Birsen Birch, heeft zich niet tegen de tenlaste legging verweerd. Het dienstmeisje werd op 14-jarige leeftijd door het echtpaar Birch uit Tur kije gehaald en moest volgens talrijke getuigen in het gezin Birch in Frank fort vele vernederingen en mishandelin gen ondérgaan. vooral door mevrouw Birch, die van Turkse afkomst is. De zaak werd in januari 1967 in han den van de politie gegeven, die het dienstmeisje ondervroeg In de prijzenslag sinds 1 januari heeft de Nederlandse Con sumentenbond, gehuisvest in de vroegere fabriek van de failliete radiatorenfabrikant Van Hejjst, gediend als klach tenbureau voor enkele duizenden mensen. Nog steeds ko men dagelijks tientallen brieven over te hoog geachte prij zen binnen. Tegen de achtergrond van deze klachten heeft de directrice van de bond, mej. drs. A. G. Fransen, In veelvuldig overleg met de Economische Controle Dienst en in samenspraak met de minister van Economische Zaken. mr. L. de Block, haar aandeel in de strijd tegen de te hoge prijzen geleverd. Zij was de enige vrouw in het gezelschap van vakbewegings- functionarissen en behartigers van consumentenbelangen, dat vorige week door minister De Block persoonlijk werd inge licht over de nieuwe wapens van de regering tegen de prijs stijging prijsstop per 15 maart, te hoge prijzen terugdruk ken, verdubbeling van het aantal prijzencontroleurs en mis schien consumenten-subsidie op melk. Is zij optimistisch over het effect van deze maatregelen tiet antwoord begint met een lange stilte. „TjaNa nog enige aarzeling „Ik denk dat het wel iets zal uithalen, maar dat de prijzen zullen teruggaan tot het peil van begin januari, nee. dat geloof ik niet". „Een belangrijk voordeel is, dat alle mensen nu weten waar zij met nieuwe prijsverhogingen aan toe zijn Iedereen die een prijs omhoog ziet gaan, weetdat is mis. Geen enkele prijs mag immers sinds 15 maart omhoog". Voor de controleurs van de Eco nomische Controle Dienst (250 man plus 250 man versterking van enige ministeries) is de controle ook ge makkelijker. Iedere ondernemer dit een prijs verhoogt, kan onmiddellijk een proces-verbaal krijgen en voor de rechter worden gebracht. Deze voordelen verdwijnen gedeel telijk, aldus mej. Fransen, als er ontheffingen worden toegestaan. „Wanner eenmaal ontheffingen is be gonnen, is er geen prijsstop meer." Over de mogelijke consumenten subsidie op melk of andere eerste levensbehoeften is zij niet enthousi ast „Niemand trouwens, geloof ik" maar in de huidige situatie drukt zo'n subsidie in elk geval de gezinsuitgaven, vooral van gezinnen met veel kinderen. De minister heeft de huisvrouwen opgeroepen, meer „prijsbewust" inkopen te doen. De directrice van de Consumentenbond vindt dat de huisvrouw al aardig haar best doet. „Het is natuurlijk onzin dat zij voor twintig boodschap pen twintig winkels kan gaan aflo pen", zegt zij. Maar de consument is zeker veel prijsbewuster geworden sinds die term omstreeks 1964 werd uitgevon den door de toenmalige felle „prijsvechter" minister van Econo mische Zaken, dr. J. E. Andriessen of de heer B. Buitendijk van de Consumentenbond. Door wie van de twee is niet helemaal zeker. In die tijd begon de Consumenten bond op aandrang van de minis ter met de publikatie van prijsver gelijkingen van produkten onder de kop ,Weest prijsbewust!' Prijsverge lijking is nu een krachtig wapen ge worden, niet alleen van de consu mentenorganisaties, maar zelfs van Mej. dra. A. G. Fransen: de mensen weten nu waar zij aan toe zijn grootwinkelbedrijven onderling. Mej. Fransen: „De mensen zijn zich bewust geworden dat de prij zen van een bepaald produkt niet één pot nat zijn. Zij zijn de soms grote prijsverschillen duidelijk gaan zien." „Steeds meer vrouwen gaan een soort patroon opbouwen van: dit neem ik bij de kruidenier, dat neem ik bij de groenteman, want daar is het goedkoper. Ook nemen zij vaker twee kruideniers of twee groenteboeren". 'TVouwens, in één winkel kunnen de prijzen voor een bepaalde soort produkten ook nogal uiteenlopen. Zo haal je als consument wel niet het maximum uit de Nederlandse markt, maar je komt toch een stuk voorde liger uit dan maar te kopen zonder prijzen te vergelijken". Zij gelooft dat de consument op de ze manier de concurrentie, en daar mee de prijsverlaging, flink kan aan wakkeren. Hetzelfde effect kan vol gen op een afremming van de aanko pen, of zelfs een kopersstaking. „Ik zie de verwezenlijking van een kopersstaking niet zo erg, want wie geld op zak heeft, wil het toch uitge ven. Maar terughoudendheid bij het kopen, kan een druk op de prijzen leggen". A ls econome ziet zij in de hogere spaarcijfers van de eerste maan den van dit jaar en de wat afgeno men vraag naar produkten een ten dens in die richting. „De mensen zijn misschien geïrri teerd geraakt over de prijsverhogin gen en hebben toen besloten, met sommige aankopen nu maar eens te wachten. Dat kan ondernemers in de concurrentie drijven". In die stemming hebben heel wat mensen ook besloten lid van de Ne derlandse Consumentenbond te wor den. In de eerste maanden van het BTW-tijdperk in ons land heeft een ongekente stroom van ongeveer achtduizend mensen zich spontaan als lid gemeld. Het aantal leden is nu ongeveer 215.000. Het was een triest verhaal, dat zij voor de microfoon vertelde. Zo triest, dat het nauwelijks om aan te horen was. Het gemakkelijkste verweer in zo'n geval is het omdraaien van de knop of overschakelen op een andere golflengte. Maar er was iets in haar vlakke maar stellig niet onverschillige stem dat tot verder luisteren dwong. Want hier was een jonge vrouw aan het woord die een onvoorstelbaar ongelukkig leven achter de rug had, en toch voor het leven zelf een zekere waardering wist op te brengen. Maar juist dit sprankeitje levenslust dat zij had weten te behoeden, deed haar relaas eens zo schrijnend lijken. Hoe was het mogelijk dat in deze toch zo geregelde samenleving een kind zo volslagen weerloos en verstoken van alle normale genegenheid aan hardvochtige willekeur was overgeleverd. Een ouderlijk huis bestond er voor haar alleen maar op het papier van het bevolkingsregister. Vader en moeder waren overhaast getrouwd omdat er een kind op komst was. En dat terwijl zij beiden toen al tot de ontdekking waren gekomen dat zij eikaars nabijheid nauwelijks meer konden verdragen. Dochters entree in de wereld was dus allesbehalve een blijde gebeurtenis, waarnaar door moeder met vertedering en verlangen werd uitgezien. Integendeel: zonder dat kleine schepsel in de wieg had ieder van de partners zijn eigen weg kunnen gaan, zo ver mogelijk van elkaar vandaan. Nu waren zij gedwongen een gezin te vormen, met dit ongewenste dochtertje en een paar jaar later verschenen zoon. De beide kinderen hadden letterlijk geen leven. Zij groeiden op in een gestadige angst voor de onmogelijk strenge vader en de harde, verbitterde moeder. Vader sloeg er zo ongenadig op los dat de kinderen vol striemen en blauwe plekken zaten. Moeder haatte vooral de dochter, die het blok aan haar been was geweest sinds de geboorte. Als jij er niet geweest was had ik niet behoeven te trouwen. Het is allemaal jouw schuld. Gooi een jong kind bij elke huiselijke scène dat onzinnige verwijt voor de voeten, en laat haar opgroeien zonder ook maar een spoortje van moederlijke genegenheid, dan mag het een wonder heten als er uit dat kind geen balsturig wezen groeit dat alle volwassenen haat. Het meisje was te trots om haar nood aan derden te klagen, maar schelle ruzies en woeste afranselingen blijven op den duur niet onopgemerkt. Op school kwamen de wonden en blauwe plekken aan het licht, de buren praatten hun verontwaardigde woordje mee, en toen de kinderen tenslotte buiten de deur werden gezet lag de ellende eindelijk op straat. Twee zwervende tieners genieten meer bescherming dan twee doodsbange opgesloten kinderen onder het ouderlijk dak. Het leven in een kindertehuis was een verademing na de hel van slagen en schoppen en hongerlijden. Maar vooral het meisje voelde zich na een tijdje opnieuw opgesloten in strenge regels, en duidelijk afgezonderd van de gelukkige normale kinderen op school. Zij liep weg, werd weer teruggebracht, ontsnapte opnieuw, vond werk, kreeg eindelijk gedaan dat zij op eigen benen mocht staan, hoe wankel die ook waren. En dan wordt het vervolg een schrijnend eentonig relaas van het zoeken naar een lotgenoot, een kameraad, iemand die bij je hoort. Samenleven met een vriend, teleurgesteld en uitgebuit worden, zwerven van de een na de ander, totdat zij een kamer deelt met een evenzeer door het leven gehavende jongen, die haar de illusie van een blijvende geborgenheid geeft. Zij trouwen, want ondanks dat ziet zij het huwelijk nog als iets begeerlijks, als een kans op een werkelijk geluk. Maar er komt bitter weinig van terecht, en als zij op haar beurt een kind verwacht is zij daar daar zo rampzalig onder, dat zij er weer vandoor gaat. Het loopt op een echtscheiding uit, de jonge vader krijgt het kind toegewezen, en dan beseft ze wat haar afgenomen is. Een kind, een klein meisje, dat is toch iets „gezelligs", een soort onschuldig klein huisdier, dat om je heen speelt, tegen wie je praten kunt Maar zij heeft haar reputatie niet mee: een minderjarige zwerfster met vele vriendjes, een moeilijke pupil van de kinderbescherming. Het kind blijft aan de gescheiden echtgenoot toegewezen, en wordt bij een jong echtpaar in zijn familie uitbesteed. Dan komt haar koppige agressiviteit pas goed in het geweer, zij zet alles op haren en snaren om het bezit van het dochtertje. Zij werkt hard en spaart, bekostigt zelf een advocaat om haar zaak te verdedigen, als het moet in hoger beroep. Als het jonge echtpaar genoeg krijgt van het pleegdochtertje, omdat er een eigen kind op komst is, en de moeder inmiddels meerderjarig is geworden, stijgen haar kansen. En terwijl zij werkt wat zij kan en zichzelf alles ontzegt om haar dure proces te kunnen betalen, klampt zij zich nog even gretig als in haar verschrikkelijke jeugd vast aan de droom van een eigen huis met iemand die bij je hoort en lief tegen je is. Een man? informeert de ondervrager, en haar vlakke stem wordt bijna heftig in haar weerwoord: Waarom niet? Een huwelijk, dat is toch iets gezelligs. Met een man voor wie je lekker kookt en op wie je wacht tot hij thuiskomt. Het was een eresaluut waard, en voor wie met verbijstering geluisterd had bleek de omroeper een onverwachte spelbreker. Want nu verdween zij weer in de onbekendheid, de stem zonder naam, maar ondanks alles met zoveel karakter. Hoe zullen we nu ooit weten of zij die simpele wens: een man en een kind onder een veilig dak, eindelijk van het leven cadeau heeft gekregen? Zij mag dan nog zoveel scheve schaatsen gereden hebben: dat geluk heeft zij dubbel en dwars verdient PIERRE CARDIN heeft nieuwe uniformen ontworpen voor de ste wardessen van Olympic Airways, de Griekse luchtvaartmaatschappij, die is opgezet door de heer Onassis. De Griekse stewardessen gaan hun witblauwe kostuumpjes (van Coco Chanel, naar ik meen) vervangen door een groen-witte mini-jurk, waarbij niet alleen een kort wit jasje hoort, maar ook een grote lichte cape. Plus een kinderlijk mutsje met kinband. NU REST er één grote vraag. Waarom moeten de Grieken, toch veelal niet overlopend van rijkdom, per se de zeer dure Cardin inscha kelen om hun stewardessen aan een nieuw pakje te helpen? Het heeft ongetwijfeld te maken met de „image", het is ongetwijfeld sjiek en stijlvol stewardessen naar voren te schuiven die gekleed zijn door een grote Parijzenaar. MAAR IK maak me sterk, dat er in bijvoorbeeld Griekenland zelf ook wel een ontwerper is te vinden. Waarschijnlijk goedkoper dan Car din en waarschijnlijk had hij het nog beter gedaan ook. Want die pakjes van Cardin zijn leuk voor een meisje van zeventien jaar; niet voor iemand die het visitekaartje van een luchtvaartmaatschappij moet zijn. ALS DAT visitekaartje er goed uitziet, dan doet het er weinig toe of daarvoor nu een Cardin nodig is geweest of dat de stewardessen het uniform zelf hebben bedacht, zoals de stewardessen van British Uni ted Airways. EN NU over naar Zuid-Frank rijk, waar de Nederlander ir. C. Wanneer Pierre Janssen iets moet openen, dan wordt er wél iets ge zegd. Vorige week, toen hij de in ternationale huishoudbeurs in Am sterdam opende, heeft hij de nood klok geluid over onze huizenbouw. Flatgebouwen vindt hij vreselijk, „een wegstapelen van mensen". Hij zei ook, dat wij moeten leven in een „tragische gevangenschap van een fantasieloze architectuur". Kortom, de heer Janssen is het met de huidige woningbouw van Ne derland helemaal oneens. Hij heeft ook gezegd: „Ik wou, dat het Neder landse volk zich over die woning bouw eens geweldig ging opwinden, in plaats van over Mies Bouwman of een programma in de stijl van „Zo is het..." Ik wou, dat wij de schandelijke bedenksels van massa- woningfabrikanten eens niet meer namen." Wat wij moeten hebben is een hu maan ontworpen woning, een wo ning die rekening houdt met de men- selijke vrijheid, aldus de heer Pier re Janssen. En aldus hij niet alleen. Onlangs liet de architect Jan Ver hoeven uit Hoevelaken zich in gelij ke zin uit. Hij stelde er ook iets voor in de plaats: de serie wonin gen die hij ontwerpt ontstaan in overleg met de toekomstige kopers van die huizen. In Duitsland is er iets veel rus- tigers gebeurd: daar heeft de rege ring een onderzoek laten instellen naar het koken van de huisvrouwen. Vierduizend vrouwen werden inge schakeld en tweederde vertelde, dat zij koken, bakken en inmaken nog altijd van hun moeder hadden ge leerd. Precies 54 procent van de da mes vindt het klaarmaken van een maaltijd een prettige bezigheid, de rest beschouwt het koken als een onderdeel van het huishouden, niet zo prettig dus, maar ook weer geen bezoeking. Het nieuwe uniform voor een Griekse stewardess: goed voor iemand van zeventien. Buys in 'n laboratorium in La Lon- de proeven neemt die gaan over de houdbaarheid van snijbloemen. WANNEER U op dit moment net kwaad bent, omdat pas gekre gen rozen vervelend doen en slap hangen, kan ir. Buys daarover wel iets vertellen. BEKEND IS allang, dat het blad grote invloed uitoefent op de houdbaarheid van een bloem. Men dacht aan een tè grote verdamping van het blad, waardoor de bloem minder lang mooi blijft. Onderzoe kingen wezen al uit, dat door het weghalen van het blad bij een roos bijvoorbeeld het slaphangen van de bloemkop sterk wordt verminderd. MAAR IR. BUYS heeft nu meer ontdekt: de bladeren van mi mosa, rozen en seringen (die in ie der geval) bevatten voordat de na tuur de bloemen tevoorschijn laat komen, een remstof die de bloei moet tegenhouden. Bloemen die kunstmatig tevoorschijn worden getoverd (dus vroeger dan de na tuur het 'wil) zijn daardoor slech ter houdbaar.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 13