REGIMENT GENEESKUNDIGE TROEPEN RESTAAT NU HONDERD JAAR 6 m m m m 9 m m m m w mm m m JW m 0 m DENK ER EENS OVER NA SCHAKEN 3 u g C f DAMMEN s s s a a 3 1 1; a 7 5=3 CRYPTOGRAM door H. KRAMER 11 i 5 ■W| RS s A r o door J. M. BOM door H. W. FILARSKI Verduisterde tijden door de Franse Zonnekoning *7 o er ooit een regerend vorst geweest is waar boek dein over vol geschreven zijn, dan toch zeker over Lodewijk XIV, de praalzuchtigste Fran se koning die geleefd heeft. Hij stond niet toe dat iemand zich met absolutitische instel ling als vorst bemoeide. Alles wat niet in zijn kraam te pas kwam werd gedoodverfd. In Frankrijk vooral heerste daar door aan de top een ellendi ge tirannie. De heerszucht van de Zonnekoning ging ten slotte zo ver, dat hij het Fran se prestige wilde versterken door uitbreiding van de gren zen en daarbij trachtte hij ook de Nederlanden onder de voet te lopen. Geheel onver wacht had de in 1638 geboren koning in 1661 de teugels zelf ter hand genomen (zijn vader overleed in 1643 en er volgde regentschap van zijn moeder Anna van Oostenrijk, meer derjarigheidsverklaring op 13- jarige leeftijd en tien jaar uitvoerend bewind door Ma- zarinen en de 23-jarige koning werd met recht „le Roi So- leil" met zijn maitresses, bouw van het vermaarde pa leis te Versailles en concen tratie van het hofleven daar. Kunsten en wetenschappen brachten Frankrijk aan de top van de toenmalige beschaving. Hij was een trouw katholiek, maar duldde geen inspraak van de hoge geestelijkheid, bestreed fel het Jansenisme (in ons land voortgezet in de Oud-katholieke kerk in 1724) en verbrak in 1685 het Edict van Nantes, dat aan de Huge noten sinds 1598 grote vrijhe den veroorloofde, vrijheden, die reeds in 1669 beperkt wer den en in 1679 leidden tot ver volging van de Franse pro testanten, waarop een golf van vluchtelingen ons land binnenstroomde. Want... de opzet de Nerderlanden in be zit te krijgen was grandioos mislukt. En daarbij heeft de stad Tiel moedig bijgedragen. Tn 1672 naderde het Fran- se leger vanuit Kleef, het zelfde Kleef waar in 1666 vre de gesloten werd tussen „bom- men-Berend", de Münsterse bisschop Berend van Galen, en onze Republiek, waarvoor Lodewijk XIV en Frederik Willem, keurvorst (de Jürote) van Brandenburg, de Neder landen te hulp gesneld waren; vanuit datzelfde Kleef had in 1672 de grensoverschreiding plaats door de trouweloze Lo dewijk XIV. De stad Tiel ge raakte in paniek. Er was geen bezetting, de vestingwerken verkeerden in een deplorabe le toestand en de grachten waren droog. Men vreesde dat de Fransen Nijmegen wil den voorbijtrekken en regel recht op de stad aan zouden stevenen door Maas en Waal. Bij Tiel lag het reeds in de tachtigjarige oorlog gelegde fort Nassau ook fort fscharts van de Voorn ge noemd. Het is evenwel nu dat wij speciaal melding van deze sterke schans maken. Ze viel, evenals de stad Tiel en de schans Sint-Andries bij Here waarden, zonder slag of stoot in 1672 in handen van de Fran sen. De inval van Lodewijk XIV blijkt zo onverwachts ge komen te zijn en de vreugde- roe* over de verkregen vrij heid zó in optimistische sfeer beleefd te zijn, dat men de versterkingen maar liet ver- slonsen. Nergens lag een lood ammunitie opgeslagen. T"|e naam „Veren" of „Voo- ren" is reeds uit de mid deleeuwen bekend. Heer Goo- sen van Varick werd in 1383 beleend met een „cleyn weert- ken gheleghen bij de. Voeren ende de geright van Hesel". Kort vóór 1599 legde prins Maurits een fort op de Voorn dat naar hem het fort Nas sau genoemd werd. Wij heb ben reeds vermeld dat Jacob Mom dit fort aan de Spaan- sen wilde overleveren, een po ging die mislukte. In 1637 was het fort met zes bolwerken versterkt en kon met glans een aanval, door de Spanjaar den op touw gezet, doorstaan. En ook de Stedendwinger Fre derik Hendrik had grote be langstelling voor de Voorn. Deze prins van Oranje, de zéér bekwame en zéér tole rante zoon van Willem van Oranje en Louise de Coligny, bezocht in 1639 met de éven gematigde Floris II van Pal- landt, graaf van Culemborg, het fort om uit te maken of het daar gestationeerde Staat se leger óf naar de Vlaamse kust óf naar 't door de Span jaarden bezette deel van Gel derland afgevoerd diende te worden. De graaf van Culem borg was gedeputeerde te Velde. Even gaan wij in de historie een flinke stap voor uit en komen tot 1674, het jaar waarin de kerkelijke gemeen te van Voorn opgeheven werd. En dat is dan meteen én van de opmerkelijkste zaken die over dit fort mee tedelen zijn. Het is begrijpelijk dat alle godsdienstoefeningen die in het fort gehouden werden ge reformeerd waren Deze schans is gedurende de refor matietij d gesticht en waar prins Maurits de scepter zwaaide, daar kon alleen het calvinisme voet aan de grond krijgen. Tie stad Tiel evenwel stond tot de kerkelijke gemeen te van de Voorn vanaf de aanvang in nauwe relatie. Zo kozen de weinige vaste offi cieren van de Voorn vóór sa menwerking met de classis Tiel. Het waren meesttijds adellijke officieren en deze verleenden de gemeente van de Voorn hoog aanzien. Bij collecten stond de Gerefor meerde Gemeente van de Voorn zelfs bóven Tiel en Zoe- len! De eerste dienstdoende garnizoenspredikant van de schans Nassau op de Voorn was Henricus Praetorius, zo als blijkt uit de Synodale ac ta van de Gelderse Synode die van 10 - 13 juli 1599 te Harderwijk gehouden werd. In de loop van 1664 dan werd de kerkelijke gemeente opge heven. Dit is des te meer te betreuren omdat daarmee tevens het kerkelijk archief verloren gegaan is. Wij zijn iets te ver vooruit gelopen, maar dit interstadiale gedeel te was beslist noodzakelijk, omdat zó maar zonder slag of stoot de hertog van Turenne dit machtige fort in handen kreeg. En de stad Tiel en de even machtige schans Sint- Andries eveneens. Hoe ont stellend was ons volk in slaap gedommeld, of beter nog ge zegd in slaap gesukkeld. Geen gevaar en geen vijanden meer, zo redeneerde men. Wel onderling geharrewar over geloof en vrije menings uiting. De val van Tiel is wel zeer dramatisch geweest. Mis schien ware het beter van een klucht te spreken, opgevoerd door van verre de dienst uit makende, onvoorzichtige be windslieden. Ze hebben hem wel verguisd, stadhouder Wil lem III van Oranje, maar als ze hem eens niet gehad had den, waar was onze vrijheid dan gebleven? ¥~)e prins van Oranje lag met zijn leger aan de IJssel en de stedelijke magistraat van Tiel zond twee afgevaar digden naar de gecommitteer den van de Generale Staten ten Velde, om te gaan beraad slagen wat men moest doen, zo de hertog van Rurenne door zou stoten en voor het totaal in onverdedigbare staat ver kerende Tiel en de schansen op de Voorn en Sint-Andries aan zou komen. Op de school banken moesten wij deze klas sieke zin leren: De regering was redeloos, het volk was ra deloos en het land was redde loos. Toch heeft de magistraat van Tiel niet stilgezeten. De burgemeesters Diderik van Riemsdijk en jonker Otto van Wijhe, heer van Echteld, re den spoorslags naar de IJssel- linie bij Arnhem en werden direct verwezen naar de prins van Oranje, die ook niets an ders kóh dan beloven te zul len doen wat maar mogelijk was. Maar de hulp bleef uit. Op 12 juni 1672 trokken de Fransen de Rijn over en vie len de Betuwe binnen. Het stadsbestuur van Tiel zond Gerard Bouwensch en Albert van Lidth de Jeude naar Vijgh, de ambtman van Neder-Betu- we om tesamen met de rid derschap uit diens ambtsge bied overleg te plegen hoe men de dwarsdijk door dit ge bied kon versterken en daar toe contact met gecommit teerden en prins p te nemen. Fn zo was dan het gezel- schap bijeen op het huis Zoelen bij ambtman Vijgh. Het Staatse leger bij Arnhem was opgebroken en had zich te ruggetrokken op de stad Utrecht. Maar dat wisten die heren blijkbaar nog niet. Maar ze kwamen er wel achter. Uit hun midden werden de ambt man en jonker Wilt v. Broeck- huysen, ambachtsheer van Eek en Wiel, met de afgevaar digden uit Tiel naar de prins gezonden om nogmaals om hulp te gaan vragen. Maar de tijdingen die ze onderweg te horen kregen waren verre van rooskleurig. Ze hadden zich met twee tegelijk gesplitst en reisden resp. met een rijtuig en te paard, maar men trof elkaar aan het veer bij Rijs wijk en daar was het defini tief halt geblazen. De pont was tot zinken gebracht om de vijand de overtocht te be letten. Daar vernam men dat de prins naar Utrecht was ge gaan met zijn leger en waar de tocht om gemaakt werd, de versterking van de dwars dijk, dat was niet eens meer nodig. De Fransen waren die reeds gepasseerd. In arren moede keerden de heren te rug. rl\>ch waren die Fransen slechts 'n uitgezonden voor hoede, die onder bevel van graaf De Lorge in de Betuwe en de Tielerwaard, zonder te genstand te ontmoeten, waren doorgedrongen. Gezeten te paard en overmoedig door het succes stroopten die Fransen de omgeving van Tiel af, tot ze bij Rumpt in de Tieler waard stootten op een gewa pende troep voetvolk onder be vel van kapitein Bouwensch, zoon van de Tielse burgemees ter. De vijand sloeg op de vlucht door deze onverwach te tegenstand; wagens met veel buit achterlatende. Een welgemikt schot doodde het paard waar graaf De Lorge op zat en verwondde hem zelf. De Tielse kapitein en de zij nen gaven het niet op en maakten vervolgens bij Leer dam contact met tachtig Fran se dragonders. Ook deze wer den verdreven, maar de moe dige burgemeesterszoon raak te gewond en zo moest men de achtervolging staken. Veel genoegen beleefden ze niet aan de buitgemaakte goede ren, want de voerlieden gin gen er gedurende dit gevecht met de wagens vandoor.... FJc gehele raad en regenten van de stad Tiel hadden de benen genomen. Alleen de burgemeesters Diderik van Riemsdijk en Peter de Vries bleven op hun posten. Deze „aftocht" wekte in hoge ma te de spotlust op van de bur gerij, die in de bierhuizen en molkroegen de opengevallen regerings ambten als waren 't veilinggoederen bij opbod te koop aanboden. Beide burge meesters ontboden op 15 ju ni de officieren van de bur gercompagnieën bij zich en er werd besloten een aantal gecommitteerden uit de bur- gerrij aan te stellen, behoren de bij het desbetreffende stad- slot. Deze compagniescomman danten waren Liesvelt, De Vries, Schuil, Tijnagel en Van Leeuwen. De uit de burgerij gekozenen waren allen voor aanstaande lieden; Jan met de pet was nog niet aan rege ren toe. En alweer werd een commissie benoemd om de gecommitteerden ten Velde en Zijne Hoogheid de prins van Oranje op de hoogte te brengen van het feit dat de hertog van Turenne ieder ogenblik met zijn legermacht voor de poorten van Tiel kon verschijnen. En zo togen de ambtman Bod eek en de land- schrijver Foijert dan alweer naar het kamp van de prins. Mogelijk met loden schoenen. TL/fen bleef commissies aan t benoemen. Zo werd er een gevormd om een voorhands nog geheim ontwerp voor de capitulatie te maken. Er wa ren brieven van de magistra ten van Buren en Culemborg binnen gekomen, die reeds sauvegarde (soort bescher ming) aan Turenne verzochten en reeds ontvangen hadden, inhoudende mededeling dat de hertog hun verzocht had bij de stad Tiel te informeren waarom men daar nog talm de, temeer daar dit hoog tijd werd. Tjonge, wat was dat een stok achter de deur. En de beide heren die naar de prins gezonden waren kwa men ook al ontmoedigd terug. De prins van Oranje had te Woerden laten overnachten en zou wel in één keer op.'s- Gravenhage terugtrekken. Be vreesd als zij waren niet meer in Tiel terug te kunnen keren hadden zij de terugtocht aan vaard. En op 16 juni van het gedenkwaardige jaar 1672, vier dagen nadat de Fransen de Betuwe binnen vielen, vroeg het inderhaast in het le ven geroepen „militaire ge zag" binnen Tiel Sauvegar de.... Adriaan P. de Kleuver. «MHOTiikdujs mmmmmmm Koninginnedag gaat de Lodewijkkazer- ne in Amersfoort, waarin het opleidings centrum van de Militair Geneeskundige Dienst is gehuisvest, voor de burgerij open. Op het kazerneterrein worden dan verschillende sport activiteiten georganiseerd, 's avonds is er tap toe en vuurwerk. Deze festiviteiten vormen overigens nog maar een klein onderdeel van een vrij uitgebreid feestprogramma dat van dinsdag 29 april tot en met zaterdag 3 mei wordt uitgevoerd ter gelegenheid van het hon derdjarig bestaan van het Regiment Genees kundige Troepen. In vrijwel ieder onderdeel van enig bete kenis kunnen wij ze vinden, de miltairen van de Geneeskundige Troepen, die vanaf de rang van soldaat-gewondenverzorger tot arts toe, ge organiseerd in pelotons, compagnieën of batel- jons al naar gelang de grootte van het onder deel waaraan ze zijn toegevoegd, hulp bieden aan gewonde of zieke militairen. Die hulp kan variëren van het verbinden van een onbedui dende snee of schram via het verplegen van een griepje in een ziekenzaal tot het verlenen van hulp bij een operatie toe. Om ervaring in deze tak van hulpverlening op te doen worden trouwens de hospitaalsoldaten gedurende enige tijd gedetacheerd bij een ziekenhuis. De Geneeskundige Troepen, waarbij thans zo'n 3000 man zijn ingedeeld, bestaan voorna melijk uit dienstplichtigen. Slechts een 10 tot 15 procent van dit teeds meer aan waarde ring winnende onderdeel van de Koninklijke Landmacht bestaat uit beroepspersoneel. Hat vertelde ons de commandant van de Geneeskundige Troepen, luitenant-kolonel H. Putters, die van zijn mensen veel vergt. Daarom prefereert hij de inzet van jongelui met een hoog moreel, lichamelijke fitheid en liefst met een grote intelligentie. Want veelal is de soldaat-gewondenverzorger de eerste met wie een gewonde, voordat hij aan doktersbe handeling toekomt, krijgt te maken bij oefe ningen. Onder de militairen van de Geneeskundige Troepen vinden we ook een beperkt aantal K.V.V.-ers, kortverband-vrijwilligers en sinds enige tijd ook wel Technisch Specialisten. Deze laatsten vooral zijn aan de Geneeskun dige Troepen toegevoegd voor de verzorging van het eigen wagenpark, van een eenvoudige jeep tot de gepantserde M113-tank toe die te genwoordig voor gewondenvervoer in het veld in gebruik is. Als men het materiaal, de kennis en vooral de toewijding geniet waarmee vandaag de dag de gewonde militair wordt omgeven, altijd nog niet genoeg volgens overste Putters die de weg van het veld naar het hospitaal vaak nog te lang vindt, dan valt op dat dit alles nogal veel verschilt met de dagen waarin het Regiment Geneeskundige Troepen werd opgericht. Dat was op 7 april 1869 toen een Koninklijk Be sluit verscheen waarin kort en krachtig werd gesteld dat het wapen Ider infanterie werd ver meerderd met 2 compagnieën hospitaal-solda ten, ieder zo rond de honderd man sterk. Dat aantal van twee was gekozen omdat het veld leger uit twee divisies bestond en het de be doeling was dat in oorlogstijd iedere divisie een compagnie hospitaal-soldaten zou krijgen. Toen het veldleger werd uitgebreid tot drie di visies, in 1881 en later, in 1905, tot vier, werd het aantal geneeskundige compagnieën overeen komstig die sterkten uitgebreid. fn 1884 komt ook de ziekendrager en de hulpziekendrager op het appel van het ge neeskundig personeel van het militaire appa raat. Het waren geen eigenlijke hospitaalsol daten hoewel hun taken thans wel binnen het kader van de Geneeskundige Troepen vallen. De ziekendragers, die onder de bescherming van de Conventie van Genève vielen, met de hulpziekendragers was dat niet het geval, wa ren in eerste opzet bestemd voor het verzame len en het afvoeren van de op het slagveld gewonde militairen. De hospitaalsoldaten gaven aan dat werk leiding, zij assisteerden op de verbandplaatsen en veldhospitalen de officie ren van gezondheid en deden dienst als ver plegers. De legerhervorming in 1922 maakte een eind aan de vreemde situatie dat de compag nieën hospitaal-soldaten oorlogs- en vredes- onderdeel tegelijk waren. Zij gingen nu uitslui ten de opleiding verzorgen en kregen geen taak meer in de oorlogsorganisatie van de ge neeskundige dienst in het veldleger. In 1936 verdween de naam hospitaalsoldaat uit de or ganisatie. Tot 1938 kreeg men nu de figuur van de compagnieën Geneeskundige Troepen, vier in totaal die toen tot een bataljon werden samengevoegd. Daarbij werd toen vrij veel per soneel ingedeeld dat om welke redenen dan ook niet bij de strijdende troepen wilde dienen en dus voor velen niet als volwaardig soldaat werd aangemerkt. Het bataljon Geneeskundige Troe pen werd bij de mobilisatie in 1939 omgevormd tot een depot, dat naar Amsterdam ging en tot 12 compagnieën werd uitgebreid. Men telde on der die twaalf compagnieën vier speciale stu denten-compagnieën, bestaande uit studenten in de medicijnen of de veeartsenijkunde die in militair verband aan de vier grote universi teiten studeerden. \fet de bezetting werd het gehele instituut opgeheven en daarna, in 1946 krijgen we weer een nieuw Depot Geneeskundige Troepen, nu te Utrecht, dat echter maar bescheiden van omvang was. Naast dat depot kwamen nog ge neeskundige afdelingen te Assen, Ede en Eiber gen. De ene reorganisatie volgde na de andere totdat in 1948 alle opleidingseenheden in de Sypesteinkazerne te Utrecht werden geconcen treerd. De wat onoverzichtelijke organisatie verhinderde echter niet dat in de periode 1946- 1950 duizenden dienstplichtigen werden opge leid en vele geneeskundige eenhden werdn leid en vele geneeskundige eenheden werden geformeerd die naar Indonesië werden uitge zonden. Daar kwamen 17 hulpverbandplaatsen, v.-,:"- Ziekenwagen voor paardentractiein ge bruik geweest van 1906 tot 1940. Een dergelijk voertuig was geschikt voor het ver voer van vier liggende of tien zittende ge- jonden vanuit een hulpverbandplaats, vlak bij het slagveld, naar een veldhospitaal. Tegenwoordig vervoert men gewonden vanaf het slagveld met deze gepantserde M 113 tank, een speciaal voor gewondenver voer ingericht personeelsvoertuig twee hoofdverbandplaatsen, zes veldhospitalen, twee grote hospitalen, hygiënische afdelingen en drie tandheelkundige afdelingen. Toen in 1950 de vredesorganisatie van de landmacht weer eens werd herzien kregen we het Regi ment Geneeskundige Troepen dat naar de Ju liana van Stolbergkazerne en Lodewijkkazerne te Amersfoort verhuisde. De Geneeskundige Troepen werden in 1954 een zelfstandig dienst vak en daarmee was een zekere mate van con solidatie bereikt. ïn een fraai uitgevoerd herinneringsboek, A rijk geïllustreerd, kan men de gehele ge schiedenis van het verzorgen en vervoeren van gewonden vinden. Daaruit blijkt, dat hoewel er altijd wel een of andere vorm van genees kundige verzorging, die toch lange tijd lang niet zo up to date is geweest als men eigen lijk wel mocht veronderstellen. Men heeft lange tijd de gedachte gehad dat een zwaar gewon de van geen nut meer voor het leger zou kun nen zijn en daarom werd hij dan ook prak tisch afgeschreven al zal men niet steeds zo onchristelijk en wreed zijn geweest als aan het eind van de middeleeuwen toen men zwaarge wonden gewoon onthoofdde.. Lichtgewonden probeerde men zo vlug mogelijk weer op de been te krijgen, niet omdat men medelijden met hen had, maar om hen weer zo spoedig mogelijk in 't gevecht te kunnen gebruiken. Die gedachte heeft tot na de eerste wereldoorlog geheerst. In de tweede wereldoorlog en daarna ging men de gewondenverzorging vanuit humanitaire ge zichtspunten bekijken. En in dat licht gezien kan de verzorging en het vervoer niet goed genoeg zijn. Daarom ook vindt overste Putters dat het gewondenvervoer nog sneller moet ge beuren dan nu al het geval is, worden weer de rijdende brancards ingevoerd en streeft men er naar bij de staf van de Geneeskundige Troe pen om zo nodig zelfs helikopters bij het ge wondenvervoer in te kunnen schakelen zoals de Amerikanen dat al doen. Maar dat zal ge zien de bezuinigingen voorlopig wel een vrome wens blijven. IN KET Friese vtagMtaeittood om het kampioenschap van Nederlan-cl. dat dezer dagen te Leeuwarden is gehouden, zijn deelnemers voortdurend in gevaar. Zelfs buiten het schaakbord om, want op een gegeven moment kwam een deel van het plafond in de speelzaal naar beneden met een geraas alsof de geluidsbarrière werd doorbroken. Voor geweld op het bord zorgde vooral de Rotterdamse kam pioen John van Baarle. Met name in zijn partijen geldt voortdurend dat de te genstander in gevaar verkeert. Hij bond lo.a. Donner en Piket aan zijn zegekar. Zijn partij tegen Piket was een spekta- ifcel9tuk van de eerste orde. De lezer loordele zelf. Wit: JOHN VAN BAARLE. Zwart: J. PIKET. (Leeuwarden 1909). Benoni verde diging. 1. <12<M, Pge—16 I, c2—ol c7CS 3. d4d5, e7—e5 (De gesloten Benoni, een isysfceem waarvan wijlen AljecMn een liefhebber was). 4. Fblc3, d7d6 5. e2e4, Lf«—e7 (Een andere mogelijkheid is 5g€ met overgang in de Koning»-Indische verde diging). 6. pga—£3, 0—0 7 ha—<h3 (De theorie mag dan 7. Le2 of 7. g.7 voorschrijven, de witspeler trekt ziioh daar niets van aan. Met deze en de volgende zet gaat hij regelrecht tot daden over). 7Pf«—e8 8. g2g4!, Pb8d7 9. Lfld3, g7—g€ 10. Lel—h6, Pe8—g7 11. Ddl—d2, Pd7—f6 (De opmars f5 komt niet in aanmerking, omdat wit dan de beschikking krijgt over de open g-lijn. Na 11f5 12. gxf5, gxf5 13. Tgl, Tf7 14. exf5 wint wit bovendien een pion). HET BEGIN 12. 0-0—0. Kg8—h6 13. Tdl—gl, Pf6—g8 (Overweging verdient 13Ld7 om g4 onder druk te houden en daardoor de nu volgende opmars te benuoeiflijtoen). 14. h3h4, Pg8xh6 15. Dd2xh6, f7—f6 16. Ld3e2, Tf8—n 17. g4-ng5 (Wit moet nachten een open lijn voor zijn torens te creëren, anders gaat zijn a'amwafl niet verder). 17Pg7—f5 (Het spektakel begint: zwart wint de dame). 18. «4xf5, Le7—f« 10. f5xg6. Lf8xh6 20. gfixH, Lh6g7 21. h4h5, f6xg5 (Zwart kan g6g6 niet toelaten, omdat wit dan zijn maahiti'ge vrijpion op f! zou handha ven). 22. h5h6!, Lg7—f6 23. Pc3—«4, Lo8—f5!? (Beter lijkt mij 23g4 24. Ph2, Lf5, of 24. Pfd2, De7). 24. Pf3xg5, Dd8—«7 25. Tgl—g3, Lf6xg5+ (Niet 25Lxe4 26. Pxe4, Dxf7? wegens 27. Tf3.) 26. Pe4xg5, e5e4 27. Le2—h5, De7—f6 28. LhS—dl, Df6d4 (Even lijkt heft er op dat zwart weer aan heit woord komt. Maar het woord wordt hem snel ontno men). I 29. Thl—gl!, Dd4xc4t 30. LdU—c2, e4e3? 7 1 8 a SAES 4 3 1. i 2 1 a b c d h De opgave van de week: hoe ontkomt wilt aan hert dreigende mart? De oplossing vindt u in dl volgende rubriek. OPLOSSING Wit (Tolusch) Khl, Dc7, Tdl, Lb4, pion nen b2, c2. f4, h3. Zwart (Kototf)Kg6, Dh7, Ta6 en pionnen a6 en e6. Er volgde: 39. f4—Kt, Kg6—h6 (of: ex» 40. Tglt, Kh6 41. Df4f en mat;) 40. Dc7£4t, Kh6g7 41. Df4—g6t en mat Sn enkele zetten. Ook 40. Tglt, Kh6 41. Df4t is gloed Misschien zal de derde ronde van de thans lopende wedstrijd om het persoon lijk kampioenschap van Nederland de geschiedenis ingaan als die van de defi nitieve nederlaag van ex-wereldkam pioen Piet Roozenburg tegen de jonge generatie. Dit werd niet veroorzaakt door een directe nederlaag tegen een van de ver tegenwoordigers van die Jonge generatie, maar door het samengaan van twee fac toren gelijkertijd: Zelf speelde hij tegen Plefcer Bergsma zowel in tactisch als staategisch opzicht een bizonder zwakke partij, zoals wij die nog nimmer van Roozenburg hebben gezien, terwijl Sy- brands terzelfder tijd in grootse stijl afrekende met een riskante flankaanval. Hieronder allereerst dit fragment: •Wit (J. M. Bom) 24 28, 29, 34, 36, 36, 39, 42, 43, 44, 48 (lil SCh). Zwart (T. Sybrands) 2, 6, 9, lil, 12 13, 15, 18, 20, 25, 26 (11 SCh). in deze stelling was Sybrands aan zet en speelde: 1. 12—17! Wit speelde al enige zetten in de overtuiging, dat zijn flankcentrum aanval ten slotte toch had gezegevierd ovèr de door zwart gevoerde verdediging en antwoordde: 2. 28—23?? waarmede hij direct verloor door: 2. 26—UI3. 23x21 13—16; 4. 36x27 18—23 5. 29x18 20x49; Het fraaie van deze combi natie is dat wits gehele positie onder mijnd blijkt te zijn: 38—32 faalt op (2530) 34x3 (1116) 3x21 (16x40) Na 42—37 volgt (26—31!) steeds met winst. Gedwon gen is de spelgang: 38—33 (9—14!) 44—40 (17-22!) 28x17 (111x22) 43—38 en het cen trum kan nimmer meer heroverd wor den, waardoor wit zeer slecht staat. Hieronder de leerzame partij tussen Roozenburg en Bergsma: Wit: P Roozenburg: Zwart P. Bergsma; 1. 35—30 20—25 2. 33—29 13-20; 3. 20—23. De Agafonov-variantdie na een zeer korte bloei weer in de vergetelheid is geraakt. Strategisch is de opening wel speelbaar, maar vanuit tactisch oogpunt heeft zwart tal van aanknopingspunten. Gezien de speelstijl van de titelhouder was deze opening juist een kolfje naar zijn hand, waarmee de ex-wereldkam- ploen zijn eerste fout maakte in deze partij 3. 18x29;*. 34x23 25x34; 5. 40x29 19x28; 6. 32x23 16—21; In de eerste zet ten na deze opening gold (2025) als de sterkste. Bergsma's idee is een nadere studie zeker waard. 7. 37—32. Na 31—26 (21—27) is de witte voorpost zwak. 7. 21—26; 8. 41—37 17—22! Weer bizonder sterk. Valt de witte voorpost ,,in de rug* aan 9. 38—33 20—25; 10. 46—40 13-46; 11. 50—45 11—17. Hoewel er ndets dreigt, ligt het gehele witte spel aan banden: 31—27, nodig om de witte positie wat meer ruimte te geven kan nu niet door: 22x31 (36x27) 17—22 (46—4/1) 22x31 (41—36) 25—30! (36x27) 30—34 (39x30) 18—22 (27x18) 14—19 (23x14) 12x25 schijfwinst. Daarom speelt wit eerst: 12. 46—41 6—41!; 13. 31—27?? Niets vermoedend loopt wit in de val; 13. 22x31; 14. 36x27 (zie diagram). Hier verraste zwart zijn tegenstander met de schitterende zet: 14. 25—30! Dreigt met de schrijfwinst (18—22) (30—34) en (14—49). Na lang nadenken speelde wit tenslotte: 15. 40—35 en bood daarbij zijn tegenstander een damzet aan. Zwart nam deze, maar.... juist anders dan Roozen burg had berekend en, tot Roozenburgs geluk nam hij deze, enige winnende combinatie foutief! Aan onze lezers voor deze week de opgave: Welke combinatie voerde zwart uit en welke fout maakte hij daarbij? In het verdere verloop verspeelde Roozenburg S is ëi B 3 26, 27, 28, 32, 33, IT, een voordelig eindspel door een nieuw* blunder en ook hiervan maakt Bergsma. geteisterd door een enorme tijdnood evenmin gebruik! OPLOSSING De stand was: Wit: (Sybrands) 22, 38, 39, 42 49, 50 (12 St). Zwart (De Boer) 9, 10, 11. 12 13 14, 1«, 18, 19, 24, 26, 35 (12 St.) De enige zet, diie naast de gespeeld* (HO—16) in aanmerking komt ds: (14—17). Nu voor wit niet: 22x11? (16x7) 28x20 (19—24) 20x29 (18—22!) maar: 29x20! (17x28) 32x23! (19x28 A) 33x22 (10—15) 49—44 (15x24) 44—40 (35x33) 38x20! en de ze aanval wint gemakkelijk. A. (48x29) 33x24 (19x30) 25x34 04x23) 37—31 en dit afspel is theoretisch verlo ren voor zwart. .UKKIGE bestössingen dreigen de ondergang te vormen van reputa- Jes Ernst Goudsmit, wellicht de beste tafelspeler die Nederland ooit heeft ge had, speelde eens een spel waarin hij gewoon loon snijden (50 pet. loams) of het spel kon winnen door te spelen op een dwangpositie die zo ongeveer 70 pet. loams bood. Uiteraard koos de maestro deze laatste mogelijkheid verongelukte, en hoorde na afloop van het contract een toekij kende dame de opmerking maken: „Me neer Goudsmit, waarom hebt u niet ge woon op klavervrouw gesneden?". Sindsdien worden bridgespellen die 'gewoon' te maken zijn maar 'moeilijk' zullen verongelukken, ln bepaalde Ne derlandse bridgekringen afgedaan met de opmerking: „Mevrouw Schots zou het contract hebben gemaakt!" Arie van Heusden, een nog vrij jong talent in de wereld van bridge-groothe- den, moet deze cursus nog volgen. Hij spéélt meestal volgens de 'grootste kans' en deed dat ook bij het vorige week getoonde spel uit Oostende. Waarop na afloop 'mevrouw Schots' meende, dat het dwaas geweest was ook niet 'gewoon' te snijden. Wat is uw mening?? B 9 7 4 9 10 8 5 3 <>6 4 *AB9 H 6 5 3 9 H V 7 6 B 9 8 5 V 7 3 2 9 4 2 O H V 7 2 10 8 6 4 A V 10 8 2 9 A B 9 O A 10 3 H5 Zuid één klaver (conventioneel) noord één harten zuid één schoppen noord twee schoppen zuid vier schop pen. West startte met hartenheer en zuid nam met hartenaas. Daatnna werd schop penaas gespeeld en schoppen na, waarbij de volgende winstkansen aanwezig zijn: de schoppen vallen 2:2, of de schoppens vallen 3:1 met de heer sec, of de schop pens vallen 3:1, maar de man die met schoppenheer aan slag komt heeft geen harten meer, dan wel nog twee hartens. Zoals het spel ligt, gaat het contract down bij deze speelwijze: oost moet pre cies drie schoppens met de heer hebben alsmede twee hartens. Men zou dus de vraag kunnen stellen: waarom heeft zuid niet 'gewoon' op schoppenheer gesneden? Antwoord: om dat hij dan down gaat als west schop penheer tweede of sec heeft en oost een aftroever in harten krijgt! Het enige argument dat misschien aan gevoerd kan worden om inderdaad op schoppen heer te snijden: als west harten HV heeft én schoppenheer én vermoede lijk een plaatje in ruiten, zou hij dan niet hebben geboden? Dergelijke argumenten zijn echter nooit afkomstig van mevrouw Schots! RUITENBOER Vorige week heeft een groot deel der Nederlandse wedstrijd-bridgege- meenschap meegedaan aan de traditione le wedstrijd 'Rultenboer'. Test (presta tie-) punten werden gegeven voor heft bieden en maken van meer of minder moeilijke contracten en een der meest lastige opgaven bleek de volgende t* zijn: A 8 4 9 A H V 6 O A 7 5 9 6 5 T? #652 9 B 10 7 OV9 A H V B 10 Oost gever, OW kwetsbaar. Oost opent het bieden met één schoppen, waarna NZ ln een eindcontraot van drie (of zes) Sans terecht zullen kunnen komen. Noord moet dus het spel spelen en oost start (noord is spelleider) met schoppen heer, waarop west de schoppen drie bij speelt. De elf slagen zijn reeds voor het opra pen, maiair hier is noords beste speelplan om te trachten tot twaalf slagen te ko men? Een bijzonder belangrijke twaalfde slag, want voor het maken van 12 slagen kunnen NZ een hoge score in testpunten verwerven. U weet nu nog méér dan de spelers, die het slechts met de wetenschap moesten doen, dat zij in een contract van Sansaitout zoveel mogelijk slagen moeten proberen te maken! Volgend* week ziet u de oplossing! HORIZONTAAL. 1. Dit toil rikel is niet van hem, al mag hij het wel gebruiken (7). 10. Hij gaat 's avonds naar huis (10). 11. Het bladtin uit het sigaretten doosje (7). 12. Een gelukkige na een ongeluk is toch vefdrietig (10). 13. De poging tot moord van de fiscus (7). 14. Deze ligplaats is niet aanbevelens waardig (4). 16. Zeker niet te laat (5). .17. Hier kweekt men ruiters (6). !18. Onhandige zijde (5). 126. Hierdoor mag men binnenkomen (6). |27. In Gelderland is een oude man m de war geraakt (3). 28. Met meer buik dan voorheen (6). 30. Dit meisje is a-sociaal (7). 31. Dit laat altijd ongewenste sporen na (10). 32. Dit is de manier om dichterbij te komen (7). 33. De nette mannen die er bij komen, trekken de zaak uit (10). 34. Wil je wel eens stil zijn? (2). 35. Dit hapje heeft iets goddelijks (4). VERTICAAL: 2. Sommigen hebben 's winters een stukje Rusland om de nek (8). 3. Afgepaste portie (8). 4. Van een meisje dat zo is, kan je echt wel houden (8). 5. Spaans stuk in een fles (6). 6. Dit mannetje is helemaal geen heer (4). 7. Godin met gekrulde staart (7). 8. Een Hollandse Dulcinea (7). 9. Wel geen zwaardlelie, maar toch kan je haar bij de verdediging ge bruiken (7). 15. Dit vrouwekleed siert de man (3). 19. Pril beginnen (8). 20. Deze militair houdt het hout in de hougreep (8). 21. Rond of vierkant, zij rollen altijd (8). 22. Het aantal koeien is daaraan te danken (8). 23. Voor eten en drinken (7). 24. Zij mag ook haar zegje zeggen (7). 25. De lichting '39 heeft men niet ge zien (7). 29. Friese plaats aan Utrechtse stroom (6). Oplossing vorige kruiswoordraadsel HORIZONTAAL,: 1. Limge, 5. Donge, 8. Regge, 12. ASron, 14. slede, 16. brasem, 18. ode, 20. akolei, 22. Best, 23. enteren, 26. mast; 27. ent, 28. knot, 29. vest, 32. teer, 34. keten, 36. Este, 38. te, 39. los, 41. Ran, 42. met, 43. na, 45. neeto, 47. lorre, 49. raam, 50. opgepot, 51. olie, 52. terras, 54. Reims, 56. na, 58. nat, 59. met, 61. tra, 62. Ed, 63. pats, 65. lenen. 67. anti, 69. Spa, 70. pook, 72. rein, 74. ego, 76. telg, 78. Abkoude, 80. over, 81. altoos, 83. arg, 84. tanend, 86. enkel, 88. Asten, 59. lange, 90. Annen, 91. eiser. VERTICAAL: 1. lebbe, 2. naaste, 3. giast, 4. ere, 5 dn., 6. node, 7. es, 8. rek, Edom, 10. gelaat, 11. elite, 13. omen, 15. lans, 17. rente, 18. otter, 19. erven, 21. Essen, 24. nok, 25. Een, 28. krot, 30. 4eer. 33. element, 35. takelen, 37. stroman, 38. toren, 40. stort, 42. motet, 44. arend, 45. nat, 46. opa, 47. lor, 48. els, 53. rasp, 56. Iran, 57. appel, 59. Mekka, 60. terug, 62. eigen, 64. Aalten, 65. lob, 06. Ned„ 68. tevens, 69, staal, 71. oase, 73. iets, 75. order. 77. gong, 79. Oran, 80. Anei. 83. oké. 85. Ate. 87. la. 88. An.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 17