REGIMENT GENEESKUNDIGE TROEPEN
RESTAAT NU HONDERD JAAR
6
m
m
m
m
9
m
m
m
m
w
mm
m
m
JW
m
0
m
DENK ER EENS OVER NA
SCHAKEN
3
u
g
C
f
DAMMEN
s
s
s
a
a
3
1
1;
a
7
5=3
CRYPTOGRAM
door H. KRAMER
11
i
5
■W|
RS
s
A
r
o
door J. M. BOM
door H. W. FILARSKI
Verduisterde tijden door
de Franse Zonnekoning
*7 o er ooit een regerend
vorst geweest is waar boek
dein over vol geschreven zijn,
dan toch zeker over Lodewijk
XIV, de praalzuchtigste Fran
se koning die geleefd heeft.
Hij stond niet toe dat iemand
zich met absolutitische instel
ling als vorst bemoeide. Alles
wat niet in zijn kraam te pas
kwam werd gedoodverfd. In
Frankrijk vooral heerste daar
door aan de top een ellendi
ge tirannie. De heerszucht
van de Zonnekoning ging ten
slotte zo ver, dat hij het Fran
se prestige wilde versterken
door uitbreiding van de gren
zen en daarbij trachtte hij
ook de Nederlanden onder de
voet te lopen. Geheel onver
wacht had de in 1638 geboren
koning in 1661 de teugels zelf
ter hand genomen (zijn vader
overleed in 1643 en er volgde
regentschap van zijn moeder
Anna van Oostenrijk, meer
derjarigheidsverklaring op 13-
jarige leeftijd en tien jaar
uitvoerend bewind door Ma-
zarinen en de 23-jarige koning
werd met recht „le Roi So-
leil" met zijn maitresses,
bouw van het vermaarde pa
leis te Versailles en concen
tratie van het hofleven daar.
Kunsten en wetenschappen
brachten Frankrijk aan de top
van de toenmalige beschaving.
Hij was een trouw katholiek,
maar duldde geen inspraak
van de hoge geestelijkheid,
bestreed fel het Jansenisme
(in ons land voortgezet in de
Oud-katholieke kerk in 1724)
en verbrak in 1685 het Edict
van Nantes, dat aan de Huge
noten sinds 1598 grote vrijhe
den veroorloofde, vrijheden,
die reeds in 1669 beperkt wer
den en in 1679 leidden tot ver
volging van de Franse pro
testanten, waarop een golf
van vluchtelingen ons land
binnenstroomde. Want... de
opzet de Nerderlanden in be
zit te krijgen was grandioos
mislukt. En daarbij heeft de
stad Tiel moedig bijgedragen.
Tn 1672 naderde het Fran-
se leger vanuit Kleef, het
zelfde Kleef waar in 1666 vre
de gesloten werd tussen „bom-
men-Berend", de Münsterse
bisschop Berend van Galen,
en onze Republiek, waarvoor
Lodewijk XIV en Frederik
Willem, keurvorst (de Jürote)
van Brandenburg, de Neder
landen te hulp gesneld waren;
vanuit datzelfde Kleef had in
1672 de grensoverschreiding
plaats door de trouweloze Lo
dewijk XIV. De stad Tiel ge
raakte in paniek. Er was geen
bezetting, de vestingwerken
verkeerden in een deplorabe
le toestand en de grachten
waren droog. Men vreesde
dat de Fransen Nijmegen wil
den voorbijtrekken en regel
recht op de stad aan zouden
stevenen door Maas en Waal.
Bij Tiel lag het reeds in de
tachtigjarige oorlog gelegde
fort Nassau ook fort
fscharts van de Voorn ge
noemd. Het is evenwel nu dat
wij speciaal melding van deze
sterke schans maken. Ze viel,
evenals de stad Tiel en de
schans Sint-Andries bij Here
waarden, zonder slag of stoot
in 1672 in handen van de Fran
sen. De inval van Lodewijk
XIV blijkt zo onverwachts ge
komen te zijn en de vreugde-
roe* over de verkregen vrij
heid zó in optimistische sfeer
beleefd te zijn, dat men de
versterkingen maar liet ver-
slonsen. Nergens lag een lood
ammunitie opgeslagen.
T"|e naam „Veren" of „Voo-
ren" is reeds uit de mid
deleeuwen bekend. Heer Goo-
sen van Varick werd in 1383
beleend met een „cleyn weert-
ken gheleghen bij de. Voeren
ende de geright van Hesel".
Kort vóór 1599 legde prins
Maurits een fort op de Voorn
dat naar hem het fort Nas
sau genoemd werd. Wij heb
ben reeds vermeld dat Jacob
Mom dit fort aan de Spaan-
sen wilde overleveren, een po
ging die mislukte. In 1637 was
het fort met zes bolwerken
versterkt en kon met glans
een aanval, door de Spanjaar
den op touw gezet, doorstaan.
En ook de Stedendwinger Fre
derik Hendrik had grote be
langstelling voor de Voorn.
Deze prins van Oranje, de
zéér bekwame en zéér tole
rante zoon van Willem van
Oranje en Louise de Coligny,
bezocht in 1639 met de éven
gematigde Floris II van Pal-
landt, graaf van Culemborg,
het fort om uit te maken of
het daar gestationeerde Staat
se leger óf naar de Vlaamse
kust óf naar 't door de Span
jaarden bezette deel van Gel
derland afgevoerd diende te
worden. De graaf van Culem
borg was gedeputeerde te
Velde. Even gaan wij in de
historie een flinke stap voor
uit en komen tot 1674, het jaar
waarin de kerkelijke gemeen
te van Voorn opgeheven werd.
En dat is dan meteen én van
de opmerkelijkste zaken die
over dit fort mee tedelen zijn.
Het is begrijpelijk dat alle
godsdienstoefeningen die in
het fort gehouden werden ge
reformeerd waren Deze
schans is gedurende de refor
matietij d gesticht en waar
prins Maurits de scepter
zwaaide, daar kon alleen het
calvinisme voet aan de grond
krijgen.
Tie stad Tiel evenwel stond
tot de kerkelijke gemeen
te van de Voorn vanaf de
aanvang in nauwe relatie. Zo
kozen de weinige vaste offi
cieren van de Voorn vóór sa
menwerking met de classis
Tiel. Het waren meesttijds
adellijke officieren en deze
verleenden de gemeente van
de Voorn hoog aanzien. Bij
collecten stond de Gerefor
meerde Gemeente van de
Voorn zelfs bóven Tiel en Zoe-
len! De eerste dienstdoende
garnizoenspredikant van de
schans Nassau op de Voorn
was Henricus Praetorius, zo
als blijkt uit de Synodale ac
ta van de Gelderse Synode
die van 10 - 13 juli 1599 te
Harderwijk gehouden werd.
In de loop van 1664 dan werd
de kerkelijke gemeente opge
heven. Dit is des te meer te
betreuren omdat daarmee
tevens het kerkelijk archief
verloren gegaan is. Wij zijn
iets te ver vooruit gelopen,
maar dit interstadiale gedeel
te was beslist noodzakelijk,
omdat zó maar zonder slag of
stoot de hertog van Turenne
dit machtige fort in handen
kreeg. En de stad Tiel en de
even machtige schans Sint-
Andries eveneens. Hoe ont
stellend was ons volk in slaap
gedommeld, of beter nog ge
zegd in slaap gesukkeld. Geen
gevaar en geen vijanden
meer, zo redeneerde men.
Wel onderling geharrewar
over geloof en vrije menings
uiting. De val van Tiel is wel
zeer dramatisch geweest. Mis
schien ware het beter van een
klucht te spreken, opgevoerd
door van verre de dienst uit
makende, onvoorzichtige be
windslieden. Ze hebben hem
wel verguisd, stadhouder Wil
lem III van Oranje, maar als
ze hem eens niet gehad had
den, waar was onze vrijheid
dan gebleven?
¥~)e prins van Oranje lag met
zijn leger aan de IJssel
en de stedelijke magistraat
van Tiel zond twee afgevaar
digden naar de gecommitteer
den van de Generale Staten
ten Velde, om te gaan beraad
slagen wat men moest doen,
zo de hertog van Rurenne door
zou stoten en voor het totaal
in onverdedigbare staat ver
kerende Tiel en de schansen
op de Voorn en Sint-Andries
aan zou komen. Op de school
banken moesten wij deze klas
sieke zin leren: De regering
was redeloos, het volk was ra
deloos en het land was redde
loos. Toch heeft de magistraat
van Tiel niet stilgezeten. De
burgemeesters Diderik van
Riemsdijk en jonker Otto van
Wijhe, heer van Echteld, re
den spoorslags naar de IJssel-
linie bij Arnhem en werden
direct verwezen naar de prins
van Oranje, die ook niets an
ders kóh dan beloven te zul
len doen wat maar mogelijk
was. Maar de hulp bleef uit.
Op 12 juni 1672 trokken de
Fransen de Rijn over en vie
len de Betuwe binnen. Het
stadsbestuur van Tiel zond
Gerard Bouwensch en Albert
van Lidth de Jeude naar Vijgh,
de ambtman van Neder-Betu-
we om tesamen met de rid
derschap uit diens ambtsge
bied overleg te plegen hoe
men de dwarsdijk door dit ge
bied kon versterken en daar
toe contact met gecommit
teerden en prins p te nemen.
Fn zo was dan het gezel-
schap bijeen op het huis
Zoelen bij ambtman Vijgh. Het
Staatse leger bij Arnhem was
opgebroken en had zich te
ruggetrokken op de stad
Utrecht. Maar dat wisten die
heren blijkbaar nog niet. Maar
ze kwamen er wel achter. Uit
hun midden werden de ambt
man en jonker Wilt v. Broeck-
huysen, ambachtsheer van
Eek en Wiel, met de afgevaar
digden uit Tiel naar de prins
gezonden om nogmaals om
hulp te gaan vragen. Maar de
tijdingen die ze onderweg te
horen kregen waren verre van
rooskleurig. Ze hadden zich
met twee tegelijk gesplitst en
reisden resp. met een rijtuig
en te paard, maar men trof
elkaar aan het veer bij Rijs
wijk en daar was het defini
tief halt geblazen. De pont
was tot zinken gebracht om
de vijand de overtocht te be
letten. Daar vernam men dat
de prins naar Utrecht was ge
gaan met zijn leger en waar
de tocht om gemaakt werd,
de versterking van de dwars
dijk, dat was niet eens meer
nodig. De Fransen waren die
reeds gepasseerd. In arren
moede keerden de heren te
rug.
rl\>ch waren die Fransen
slechts 'n uitgezonden voor
hoede, die onder bevel van
graaf De Lorge in de Betuwe
en de Tielerwaard, zonder te
genstand te ontmoeten, waren
doorgedrongen. Gezeten te
paard en overmoedig door het
succes stroopten die Fransen
de omgeving van Tiel af, tot
ze bij Rumpt in de Tieler
waard stootten op een gewa
pende troep voetvolk onder be
vel van kapitein Bouwensch,
zoon van de Tielse burgemees
ter. De vijand sloeg op de
vlucht door deze onverwach
te tegenstand; wagens met
veel buit achterlatende. Een
welgemikt schot doodde het
paard waar graaf De Lorge
op zat en verwondde hem zelf.
De Tielse kapitein en de zij
nen gaven het niet op en
maakten vervolgens bij Leer
dam contact met tachtig Fran
se dragonders. Ook deze wer
den verdreven, maar de moe
dige burgemeesterszoon raak
te gewond en zo moest men
de achtervolging staken. Veel
genoegen beleefden ze niet
aan de buitgemaakte goede
ren, want de voerlieden gin
gen er gedurende dit gevecht
met de wagens vandoor....
FJc gehele raad en regenten
van de stad Tiel hadden
de benen genomen. Alleen de
burgemeesters Diderik van
Riemsdijk en Peter de Vries
bleven op hun posten. Deze
„aftocht" wekte in hoge ma
te de spotlust op van de bur
gerij, die in de bierhuizen en
molkroegen de opengevallen
regerings ambten als waren 't
veilinggoederen bij opbod te
koop aanboden. Beide burge
meesters ontboden op 15 ju
ni de officieren van de bur
gercompagnieën bij zich en
er werd besloten een aantal
gecommitteerden uit de bur-
gerrij aan te stellen, behoren
de bij het desbetreffende stad-
slot. Deze compagniescomman
danten waren Liesvelt, De
Vries, Schuil, Tijnagel en Van
Leeuwen. De uit de burgerij
gekozenen waren allen voor
aanstaande lieden; Jan met
de pet was nog niet aan rege
ren toe. En alweer werd een
commissie benoemd om de
gecommitteerden ten Velde
en Zijne Hoogheid de prins
van Oranje op de hoogte te
brengen van het feit dat de
hertog van Turenne ieder
ogenblik met zijn legermacht
voor de poorten van Tiel kon
verschijnen. En zo togen de
ambtman Bod eek en de land-
schrijver Foijert dan alweer
naar het kamp van de prins.
Mogelijk met loden schoenen.
TL/fen bleef commissies aan t
benoemen. Zo werd er een
gevormd om een voorhands
nog geheim ontwerp voor de
capitulatie te maken. Er wa
ren brieven van de magistra
ten van Buren en Culemborg
binnen gekomen, die reeds
sauvegarde (soort bescher
ming) aan Turenne verzochten
en reeds ontvangen hadden,
inhoudende mededeling dat
de hertog hun verzocht had
bij de stad Tiel te informeren
waarom men daar nog talm
de, temeer daar dit hoog tijd
werd. Tjonge, wat was dat
een stok achter de deur. En
de beide heren die naar de
prins gezonden waren kwa
men ook al ontmoedigd terug.
De prins van Oranje had te
Woerden laten overnachten
en zou wel in één keer op.'s-
Gravenhage terugtrekken. Be
vreesd als zij waren niet meer
in Tiel terug te kunnen keren
hadden zij de terugtocht aan
vaard. En op 16 juni van het
gedenkwaardige jaar 1672,
vier dagen nadat de Fransen
de Betuwe binnen vielen,
vroeg het inderhaast in het le
ven geroepen „militaire ge
zag" binnen Tiel Sauvegar
de....
Adriaan P. de Kleuver.
«MHOTiikdujs mmmmmmm
Koninginnedag gaat de Lodewijkkazer-
ne in Amersfoort, waarin het opleidings
centrum van de Militair Geneeskundige Dienst
is gehuisvest, voor de burgerij open. Op het
kazerneterrein worden dan verschillende sport
activiteiten georganiseerd, 's avonds is er tap
toe en vuurwerk. Deze festiviteiten vormen
overigens nog maar een klein onderdeel van
een vrij uitgebreid feestprogramma dat van
dinsdag 29 april tot en met zaterdag 3 mei
wordt uitgevoerd ter gelegenheid van het hon
derdjarig bestaan van het Regiment Genees
kundige Troepen.
In vrijwel ieder onderdeel van enig bete
kenis kunnen wij ze vinden, de miltairen van
de Geneeskundige Troepen, die vanaf de rang
van soldaat-gewondenverzorger tot arts toe, ge
organiseerd in pelotons, compagnieën of batel-
jons al naar gelang de grootte van het onder
deel waaraan ze zijn toegevoegd, hulp bieden
aan gewonde of zieke militairen. Die hulp kan
variëren van het verbinden van een onbedui
dende snee of schram via het verplegen van
een griepje in een ziekenzaal tot het verlenen
van hulp bij een operatie toe. Om ervaring in
deze tak van hulpverlening op te doen worden
trouwens de hospitaalsoldaten gedurende enige
tijd gedetacheerd bij een ziekenhuis.
De Geneeskundige Troepen, waarbij thans
zo'n 3000 man zijn ingedeeld, bestaan voorna
melijk uit dienstplichtigen. Slechts een 10 tot
15 procent van dit teeds meer aan waarde
ring winnende onderdeel van de Koninklijke
Landmacht bestaat uit beroepspersoneel.
Hat vertelde ons de commandant van de
Geneeskundige Troepen, luitenant-kolonel
H. Putters, die van zijn mensen veel vergt.
Daarom prefereert hij de inzet van jongelui
met een hoog moreel, lichamelijke fitheid en
liefst met een grote intelligentie. Want veelal
is de soldaat-gewondenverzorger de eerste met
wie een gewonde, voordat hij aan doktersbe
handeling toekomt, krijgt te maken bij oefe
ningen.
Onder de militairen van de Geneeskundige
Troepen vinden we ook een beperkt aantal
K.V.V.-ers, kortverband-vrijwilligers en sinds
enige tijd ook wel Technisch Specialisten.
Deze laatsten vooral zijn aan de Geneeskun
dige Troepen toegevoegd voor de verzorging
van het eigen wagenpark, van een eenvoudige
jeep tot de gepantserde M113-tank toe die te
genwoordig voor gewondenvervoer in het veld
in gebruik is.
Als men het materiaal, de kennis en vooral
de toewijding geniet waarmee vandaag de dag
de gewonde militair wordt omgeven, altijd nog
niet genoeg volgens overste Putters die de weg
van het veld naar het hospitaal vaak nog te
lang vindt, dan valt op dat dit alles nogal veel
verschilt met de dagen waarin het Regiment
Geneeskundige Troepen werd opgericht. Dat
was op 7 april 1869 toen een Koninklijk Be
sluit verscheen waarin kort en krachtig werd
gesteld dat het wapen Ider infanterie werd ver
meerderd met 2 compagnieën hospitaal-solda
ten, ieder zo rond de honderd man sterk. Dat
aantal van twee was gekozen omdat het veld
leger uit twee divisies bestond en het de be
doeling was dat in oorlogstijd iedere divisie
een compagnie hospitaal-soldaten zou krijgen.
Toen het veldleger werd uitgebreid tot drie di
visies, in 1881 en later, in 1905, tot vier, werd
het aantal geneeskundige compagnieën overeen
komstig die sterkten uitgebreid.
fn 1884 komt ook de ziekendrager en de
hulpziekendrager op het appel van het ge
neeskundig personeel van het militaire appa
raat. Het waren geen eigenlijke hospitaalsol
daten hoewel hun taken thans wel binnen het
kader van de Geneeskundige Troepen vallen.
De ziekendragers, die onder de bescherming
van de Conventie van Genève vielen, met de
hulpziekendragers was dat niet het geval, wa
ren in eerste opzet bestemd voor het verzame
len en het afvoeren van de op het slagveld
gewonde militairen. De hospitaalsoldaten gaven
aan dat werk leiding, zij assisteerden op de
verbandplaatsen en veldhospitalen de officie
ren van gezondheid en deden dienst als ver
plegers. De legerhervorming in 1922 maakte een
eind aan de vreemde situatie dat de compag
nieën hospitaal-soldaten oorlogs- en vredes-
onderdeel tegelijk waren. Zij gingen nu uitslui
ten de opleiding verzorgen en kregen geen
taak meer in de oorlogsorganisatie van de ge
neeskundige dienst in het veldleger. In 1936
verdween de naam hospitaalsoldaat uit de or
ganisatie. Tot 1938 kreeg men nu de figuur
van de compagnieën Geneeskundige Troepen,
vier in totaal die toen tot een bataljon werden
samengevoegd. Daarbij werd toen vrij veel per
soneel ingedeeld dat om welke redenen dan ook
niet bij de strijdende troepen wilde dienen en
dus voor velen niet als volwaardig soldaat werd
aangemerkt. Het bataljon Geneeskundige Troe
pen werd bij de mobilisatie in 1939 omgevormd
tot een depot, dat naar Amsterdam ging en tot
12 compagnieën werd uitgebreid. Men telde on
der die twaalf compagnieën vier speciale stu
denten-compagnieën, bestaande uit studenten
in de medicijnen of de veeartsenijkunde die in
militair verband aan de vier grote universi
teiten studeerden.
\fet de bezetting werd het gehele instituut
opgeheven en daarna, in 1946 krijgen we
weer een nieuw Depot Geneeskundige Troepen,
nu te Utrecht, dat echter maar bescheiden van
omvang was. Naast dat depot kwamen nog ge
neeskundige afdelingen te Assen, Ede en Eiber
gen.
De ene reorganisatie volgde na de andere
totdat in 1948 alle opleidingseenheden in de
Sypesteinkazerne te Utrecht werden geconcen
treerd. De wat onoverzichtelijke organisatie
verhinderde echter niet dat in de periode 1946-
1950 duizenden dienstplichtigen werden opge
leid en vele geneeskundige eenhden werdn
leid en vele geneeskundige eenheden werden
geformeerd die naar Indonesië werden uitge
zonden. Daar kwamen 17 hulpverbandplaatsen,
v.-,:"-
Ziekenwagen voor paardentractiein ge
bruik geweest van 1906 tot 1940. Een
dergelijk voertuig was geschikt voor het ver
voer van vier liggende of tien zittende ge-
jonden vanuit een hulpverbandplaats, vlak
bij het slagveld, naar een veldhospitaal.
Tegenwoordig vervoert men gewonden
vanaf het slagveld met deze gepantserde
M 113 tank, een speciaal voor gewondenver
voer ingericht personeelsvoertuig
twee hoofdverbandplaatsen, zes veldhospitalen,
twee grote hospitalen, hygiënische afdelingen
en drie tandheelkundige afdelingen. Toen in
1950 de vredesorganisatie van de landmacht
weer eens werd herzien kregen we het Regi
ment Geneeskundige Troepen dat naar de Ju
liana van Stolbergkazerne en Lodewijkkazerne
te Amersfoort verhuisde. De Geneeskundige
Troepen werden in 1954 een zelfstandig dienst
vak en daarmee was een zekere mate van con
solidatie bereikt.
ïn een fraai uitgevoerd herinneringsboek,
A rijk geïllustreerd, kan men de gehele ge
schiedenis van het verzorgen en vervoeren van
gewonden vinden. Daaruit blijkt, dat hoewel
er altijd wel een of andere vorm van genees
kundige verzorging, die toch lange tijd lang
niet zo up to date is geweest als men eigen
lijk wel mocht veronderstellen. Men heeft lange
tijd de gedachte gehad dat een zwaar gewon
de van geen nut meer voor het leger zou kun
nen zijn en daarom werd hij dan ook prak
tisch afgeschreven al zal men niet steeds zo
onchristelijk en wreed zijn geweest als aan het
eind van de middeleeuwen toen men zwaarge
wonden gewoon onthoofdde.. Lichtgewonden
probeerde men zo vlug mogelijk weer op de been
te krijgen, niet omdat men medelijden met hen
had, maar om hen weer zo spoedig mogelijk in 't
gevecht te kunnen gebruiken. Die gedachte heeft
tot na de eerste wereldoorlog geheerst. In de
tweede wereldoorlog en daarna ging men de
gewondenverzorging vanuit humanitaire ge
zichtspunten bekijken. En in dat licht gezien
kan de verzorging en het vervoer niet goed
genoeg zijn. Daarom ook vindt overste Putters
dat het gewondenvervoer nog sneller moet ge
beuren dan nu al het geval is, worden weer
de rijdende brancards ingevoerd en streeft men
er naar bij de staf van de Geneeskundige Troe
pen om zo nodig zelfs helikopters bij het ge
wondenvervoer in te kunnen schakelen zoals
de Amerikanen dat al doen. Maar dat zal ge
zien de bezuinigingen voorlopig wel een vrome
wens blijven.
IN KET Friese vtagMtaeittood om het
kampioenschap van Nederlan-cl. dat
dezer dagen te Leeuwarden is gehouden,
zijn deelnemers voortdurend in gevaar.
Zelfs buiten het schaakbord om, want op
een gegeven moment kwam een deel van
het plafond in de speelzaal naar beneden
met een geraas alsof de geluidsbarrière
werd doorbroken. Voor geweld op het
bord zorgde vooral de Rotterdamse kam
pioen John van Baarle. Met name in zijn
partijen geldt voortdurend dat de te
genstander in gevaar verkeert. Hij bond
lo.a. Donner en Piket aan zijn zegekar.
Zijn partij tegen Piket was een spekta-
ifcel9tuk van de eerste orde. De lezer
loordele zelf.
Wit: JOHN VAN BAARLE. Zwart: J.
PIKET. (Leeuwarden 1909). Benoni verde
diging.
1. <12<M, Pge—16 I, c2—ol c7CS 3.
d4d5, e7—e5 (De gesloten Benoni, een
isysfceem waarvan wijlen AljecMn een
liefhebber was).
4. Fblc3, d7d6 5. e2e4, Lf«—e7 (Een
andere mogelijkheid is 5g€ met
overgang in de Koning»-Indische verde
diging).
6. pga—£3, 0—0 7 ha—<h3 (De theorie
mag dan 7. Le2 of 7. g.7 voorschrijven, de
witspeler trekt ziioh daar niets van aan.
Met deze en de volgende zet gaat hij
regelrecht tot daden over).
7Pf«—e8 8. g2g4!, Pb8d7 9.
Lfld3, g7—g€ 10. Lel—h6, Pe8—g7 11.
Ddl—d2, Pd7—f6 (De opmars f5 komt niet
in aanmerking, omdat wit dan de
beschikking krijgt over de open g-lijn.
Na 11f5 12. gxf5, gxf5 13. Tgl, Tf7 14.
exf5 wint wit bovendien een pion).
HET BEGIN
12. 0-0—0. Kg8—h6 13. Tdl—gl, Pf6—g8
(Overweging verdient 13Ld7 om g4
onder druk te houden en daardoor de nu
volgende opmars te benuoeiflijtoen).
14. h3h4, Pg8xh6 15. Dd2xh6, f7—f6 16.
Ld3e2, Tf8—n 17. g4-ng5 (Wit moet
nachten een open lijn voor zijn torens
te creëren, anders gaat zijn a'amwafl niet
verder).
17Pg7—f5 (Het spektakel begint:
zwart wint de dame).
18. «4xf5, Le7—f« 10. f5xg6. Lf8xh6 20.
gfixH, Lh6g7 21. h4h5, f6xg5 (Zwart
kan g6g6 niet toelaten, omdat wit dan
zijn maahiti'ge vrijpion op f! zou handha
ven).
22. h5h6!, Lg7—f6 23. Pc3—«4, Lo8—f5!?
(Beter lijkt mij 23g4 24. Ph2, Lf5, of
24. Pfd2, De7).
24. Pf3xg5, Dd8—«7 25. Tgl—g3, Lf6xg5+
(Niet 25Lxe4 26. Pxe4, Dxf7? wegens
27. Tf3.)
26. Pe4xg5, e5e4 27. Le2—h5, De7—f6
28. LhS—dl, Df6d4 (Even lijkt heft er op
dat zwart weer aan heit woord komt.
Maar het woord wordt hem snel ontno
men). I
29. Thl—gl!, Dd4xc4t 30. LdU—c2,
e4e3?
7
1
8
a
SAES
4
3
1.
i
2
1
a
b
c
d
h
De opgave van de week: hoe ontkomt
wilt aan hert dreigende mart?
De oplossing vindt u in dl volgende
rubriek.
OPLOSSING
Wit (Tolusch) Khl, Dc7, Tdl, Lb4, pion
nen b2, c2. f4, h3.
Zwart (Kototf)Kg6, Dh7, Ta6 en
pionnen a6 en e6.
Er volgde: 39. f4—Kt, Kg6—h6 (of: ex»
40. Tglt, Kh6 41. Df4f en mat;) 40.
Dc7£4t, Kh6g7 41. Df4—g6t en mat Sn
enkele zetten. Ook 40. Tglt, Kh6 41.
Df4t is gloed
Misschien zal de derde ronde van de
thans lopende wedstrijd om het persoon
lijk kampioenschap van Nederland de
geschiedenis ingaan als die van de defi
nitieve nederlaag van ex-wereldkam
pioen Piet Roozenburg tegen de jonge
generatie.
Dit werd niet veroorzaakt door een
directe nederlaag tegen een van de ver
tegenwoordigers van die Jonge generatie,
maar door het samengaan van twee fac
toren gelijkertijd: Zelf speelde hij tegen
Plefcer Bergsma zowel in tactisch als
staategisch opzicht een bizonder zwakke
partij, zoals wij die nog nimmer van
Roozenburg hebben gezien, terwijl Sy-
brands terzelfder tijd in grootse stijl
afrekende met een riskante flankaanval.
Hieronder allereerst dit fragment:
•Wit (J. M. Bom) 24 28, 29, 34, 36, 36, 39,
42, 43, 44, 48 (lil SCh).
Zwart (T. Sybrands) 2, 6, 9, lil, 12 13,
15, 18, 20, 25, 26 (11 SCh).
in deze stelling was Sybrands aan zet
en speelde: 1. 12—17! Wit speelde al
enige zetten in de overtuiging, dat zijn
flankcentrum aanval ten slotte toch had
gezegevierd ovèr de door zwart gevoerde
verdediging en antwoordde: 2. 28—23??
waarmede hij direct verloor door: 2.
26—UI3. 23x21 13—16; 4. 36x27 18—23 5.
29x18 20x49; Het fraaie van deze combi
natie is dat wits gehele positie onder
mijnd blijkt te zijn: 38—32 faalt op
(2530) 34x3 (1116) 3x21 (16x40) Na 42—37
volgt (26—31!) steeds met winst. Gedwon
gen is de spelgang: 38—33 (9—14!) 44—40
(17-22!) 28x17 (111x22) 43—38 en het cen
trum kan nimmer meer heroverd wor
den, waardoor wit zeer slecht staat.
Hieronder de leerzame partij tussen
Roozenburg en Bergsma:
Wit: P Roozenburg: Zwart P.
Bergsma;
1. 35—30 20—25 2. 33—29 13-20; 3. 20—23.
De Agafonov-variantdie na een zeer
korte bloei weer in de vergetelheid is
geraakt. Strategisch is de opening wel
speelbaar, maar vanuit tactisch oogpunt
heeft zwart tal van aanknopingspunten.
Gezien de speelstijl van de titelhouder
was deze opening juist een kolfje naar
zijn hand, waarmee de ex-wereldkam-
ploen zijn eerste fout maakte in deze
partij 3. 18x29;*. 34x23 25x34; 5. 40x29
19x28; 6. 32x23 16—21; In de eerste zet
ten na deze opening gold (2025) als de
sterkste. Bergsma's idee is een nadere
studie zeker waard. 7. 37—32. Na 31—26
(21—27) is de witte voorpost zwak.
7. 21—26; 8. 41—37 17—22! Weer
bizonder sterk.
Valt de witte voorpost ,,in de rug* aan
9. 38—33 20—25; 10. 46—40 13-46; 11.
50—45 11—17. Hoewel er ndets dreigt, ligt
het gehele witte spel aan banden: 31—27,
nodig om de witte positie wat meer
ruimte te geven kan nu niet door: 22x31
(36x27) 17—22 (46—4/1) 22x31 (41—36) 25—30!
(36x27) 30—34 (39x30) 18—22 (27x18) 14—19
(23x14) 12x25 schijfwinst. Daarom speelt
wit eerst: 12. 46—41 6—41!; 13. 31—27??
Niets vermoedend loopt wit in de val; 13.
22x31; 14. 36x27 (zie diagram).
Hier verraste zwart zijn tegenstander
met de schitterende zet: 14. 25—30!
Dreigt met de schrijfwinst (18—22) (30—34)
en (14—49). Na lang nadenken speelde wit
tenslotte: 15. 40—35 en bood daarbij zijn
tegenstander een damzet aan. Zwart nam
deze, maar.... juist anders dan Roozen
burg had berekend en, tot Roozenburgs
geluk nam hij deze, enige winnende
combinatie foutief!
Aan onze lezers voor deze week de
opgave:
Welke combinatie voerde zwart uit en
welke fout maakte hij daarbij? In het
verdere verloop verspeelde Roozenburg
S
is
ëi
B
3
26, 27, 28, 32, 33, IT,
een voordelig eindspel door een nieuw*
blunder en ook hiervan maakt Bergsma.
geteisterd door een enorme tijdnood
evenmin gebruik!
OPLOSSING
De stand was:
Wit: (Sybrands) 22,
38, 39, 42 49, 50 (12 St).
Zwart (De Boer) 9, 10, 11. 12 13 14, 1«,
18, 19, 24, 26, 35 (12 St.)
De enige zet, diie naast de gespeeld*
(HO—16) in aanmerking komt ds: (14—17).
Nu voor wit niet: 22x11? (16x7) 28x20
(19—24) 20x29 (18—22!) maar: 29x20!
(17x28) 32x23! (19x28 A) 33x22 (10—15)
49—44 (15x24) 44—40 (35x33) 38x20! en de
ze aanval wint gemakkelijk.
A. (48x29) 33x24 (19x30) 25x34 04x23)
37—31 en dit afspel is theoretisch verlo
ren voor zwart.
.UKKIGE bestössingen dreigen
de ondergang te vormen van reputa-
Jes Ernst Goudsmit, wellicht de beste
tafelspeler die Nederland ooit heeft ge
had, speelde eens een spel waarin hij
gewoon loon snijden (50 pet. loams) of het
spel kon winnen door te spelen op een
dwangpositie die zo ongeveer 70 pet.
loams bood.
Uiteraard koos de maestro deze laatste
mogelijkheid verongelukte, en hoorde
na afloop van het contract een toekij
kende dame de opmerking maken: „Me
neer Goudsmit, waarom hebt u niet ge
woon op klavervrouw gesneden?".
Sindsdien worden bridgespellen die
'gewoon' te maken zijn maar 'moeilijk'
zullen verongelukken, ln bepaalde Ne
derlandse bridgekringen afgedaan met de
opmerking: „Mevrouw Schots zou het
contract hebben gemaakt!"
Arie van Heusden, een nog vrij jong
talent in de wereld van bridge-groothe-
den, moet deze cursus nog volgen. Hij
spéélt meestal volgens de 'grootste kans'
en deed dat ook bij het vorige week
getoonde spel uit Oostende. Waarop na
afloop 'mevrouw Schots' meende, dat het
dwaas geweest was ook niet 'gewoon' te
snijden.
Wat is uw mening??
B 9 7 4
9 10 8 5 3
<>6 4
*AB9
H 6 5
3
9 H V 7 6
B 9 8 5
V 7 3 2
9 4 2
O H V 7 2
10 8 6 4
A V 10 8 2
9 A B 9
O A 10 3
H5
Zuid één klaver (conventioneel)
noord één harten zuid één schoppen
noord twee schoppen zuid vier schop
pen.
West startte met hartenheer en zuid
nam met hartenaas. Daatnna werd schop
penaas gespeeld en schoppen na, waarbij
de volgende winstkansen aanwezig zijn:
de schoppen vallen 2:2, of de schoppens
vallen 3:1 met de heer sec, of de schop
pens vallen 3:1, maar de man die met
schoppenheer aan slag komt heeft geen
harten meer, dan wel nog twee hartens.
Zoals het spel ligt, gaat het contract
down bij deze speelwijze: oost moet pre
cies drie schoppens met de heer hebben
alsmede twee hartens.
Men zou dus de vraag kunnen stellen:
waarom heeft zuid niet 'gewoon' op
schoppenheer gesneden? Antwoord: om
dat hij dan down gaat als west schop
penheer tweede of sec heeft en oost
een aftroever in harten krijgt!
Het enige argument dat misschien aan
gevoerd kan worden om inderdaad op
schoppen heer te snijden: als west harten
HV heeft én schoppenheer én vermoede
lijk een plaatje in ruiten, zou hij dan
niet hebben geboden?
Dergelijke argumenten zijn echter
nooit afkomstig van mevrouw Schots!
RUITENBOER
Vorige week heeft een groot deel der
Nederlandse wedstrijd-bridgege-
meenschap meegedaan aan de traditione
le wedstrijd 'Rultenboer'. Test (presta
tie-) punten werden gegeven voor heft
bieden en maken van meer of minder
moeilijke contracten en een der meest
lastige opgaven bleek de volgende t*
zijn:
A 8 4
9 A H V 6
O A 7 5
9 6 5
T?
#652
9 B 10 7
OV9
A H V B 10
Oost gever, OW kwetsbaar. Oost opent
het bieden met één schoppen, waarna
NZ ln een eindcontraot van drie (of zes)
Sans terecht zullen kunnen komen.
Noord moet dus het spel spelen en oost
start (noord is spelleider) met schoppen
heer, waarop west de schoppen drie
bij speelt.
De elf slagen zijn reeds voor het opra
pen, maiair hier is noords beste speelplan
om te trachten tot twaalf slagen te ko
men? Een bijzonder belangrijke twaalfde
slag, want voor het maken van 12 slagen
kunnen NZ een hoge score in testpunten
verwerven.
U weet nu nog méér dan de spelers,
die het slechts met de wetenschap
moesten doen, dat zij in een contract
van Sansaitout zoveel mogelijk slagen
moeten proberen te maken! Volgend*
week ziet u de oplossing!
HORIZONTAAL.
1. Dit toil rikel is niet van hem,
al mag hij het wel gebruiken (7).
10. Hij gaat 's avonds naar huis (10).
11. Het bladtin uit het sigaretten
doosje (7).
12. Een gelukkige na een ongeluk is
toch vefdrietig (10).
13. De poging tot moord van de fiscus
(7).
14. Deze ligplaats is niet aanbevelens
waardig (4).
16. Zeker niet te laat (5).
.17. Hier kweekt men ruiters (6).
!18. Onhandige zijde (5).
126. Hierdoor mag men binnenkomen
(6).
|27. In Gelderland is een oude man m
de war geraakt (3).
28. Met meer buik dan voorheen (6).
30. Dit meisje is a-sociaal (7).
31. Dit laat altijd ongewenste sporen
na (10).
32. Dit is de manier om dichterbij te
komen (7).
33. De nette mannen die er bij komen,
trekken de zaak uit (10).
34. Wil je wel eens stil zijn? (2).
35. Dit hapje heeft iets goddelijks (4).
VERTICAAL:
2. Sommigen hebben 's winters een
stukje Rusland om de nek (8).
3. Afgepaste portie (8).
4. Van een meisje dat zo is, kan je
echt wel houden (8).
5. Spaans stuk in een fles (6).
6. Dit mannetje is helemaal geen
heer (4).
7. Godin met gekrulde staart (7).
8. Een Hollandse Dulcinea (7).
9. Wel geen zwaardlelie, maar toch
kan je haar bij de verdediging ge
bruiken (7).
15. Dit vrouwekleed siert de man (3).
19. Pril beginnen (8).
20. Deze militair houdt het hout in de
hougreep (8).
21. Rond of vierkant, zij rollen altijd
(8).
22. Het aantal koeien is daaraan te
danken (8).
23. Voor eten en drinken (7).
24. Zij mag ook haar zegje zeggen (7).
25. De lichting '39 heeft men niet ge
zien (7).
29. Friese plaats aan Utrechtse stroom
(6).
Oplossing vorige
kruiswoordraadsel
HORIZONTAAL,: 1. Limge, 5. Donge, 8.
Regge, 12. ASron, 14. slede, 16. brasem,
18. ode, 20. akolei, 22. Best, 23. enteren,
26. mast; 27. ent, 28. knot, 29. vest, 32.
teer, 34. keten, 36. Este, 38. te, 39. los, 41.
Ran, 42. met, 43. na, 45. neeto, 47. lorre,
49. raam, 50. opgepot, 51. olie, 52. terras,
54. Reims, 56. na, 58. nat, 59. met, 61. tra,
62. Ed, 63. pats, 65. lenen. 67. anti, 69.
Spa, 70. pook, 72. rein, 74. ego, 76. telg,
78. Abkoude, 80. over, 81. altoos, 83. arg,
84. tanend, 86. enkel, 88. Asten, 59. lange,
90. Annen, 91. eiser.
VERTICAAL: 1. lebbe, 2. naaste, 3.
giast, 4. ere, 5 dn., 6. node, 7. es, 8. rek,
Edom, 10. gelaat, 11. elite, 13. omen, 15.
lans, 17. rente, 18. otter, 19. erven, 21.
Essen, 24. nok, 25. Een, 28. krot, 30. 4eer.
33. element, 35. takelen, 37. stroman, 38.
toren, 40. stort, 42. motet, 44. arend, 45.
nat, 46. opa, 47. lor, 48. els, 53. rasp, 56.
Iran, 57. appel, 59. Mekka, 60. terug, 62.
eigen, 64. Aalten, 65. lob, 06. Ned„ 68.
tevens, 69, staal, 71. oase, 73. iets, 75.
order. 77. gong, 79. Oran, 80. Anei. 83.
oké. 85. Ate. 87. la. 88. An.