Dr. .J. C. Hooykaas meen!
„Dodenherdenking
kan voor de jongeren
jaarlijkse afwijzing
geweld en onrecht worden"
Wessel
keert terug naar radio
Rudolf Hess
wordt zaterdag 75 jaar
„Ik ben een
moeilijk man
om zaken
mee te doen"
Aardgas en
beplanting
Valse schaamte weerhoudt
velen van aanvragen bijstand
„VIER MEI" SPREEKT OOK DE NIEUWE GENERATIE AAN
Dit jaar voor
het eerst op
zondag
„Voordat er kritiek op mij komt'"
v-urrrr jlïjc r r ojji
„Ik ben gewoon
voor de camera
gegooid"
(de eenzame gevangene
van Spandau)
THOMAS GLEASON
(leider Amerikaanse
havenarbeiders
Veteraan
Geen liefdadigheid
T ragisch
DATUM
ZIN
GRAADMETER
BEZINNING
TWINTIG JAAR
NIETS COMMERCIEELS
Oud-staatssecretaris Egas gaat er iets aan doen
LEGENDE
LEVENSLANG
STRENG
NIET ALLEEN
ONVOLDOENDE
DREMPELS
AFWEERREACTIE
TV-STRIPS
OVERGANG
ONPERSOONLIJK
PRAKTISCH NUT
Beeld Hawaiiaanse
koning staat in
het Capitool
ROTTERDAM „Als het op onder-
handelen aankomt, ben ik een moeilijk
man om zaken mee te doen. Zodra ik
echter een contract heb getekend, moet
er worden gewerkt. En verder geen
flauwekul".
Dit zegt Thomas Gleason (68) uit New
York, als de leider van 116.000 Ameri
kaanse havenarbeiders één van de mach
tigste mannen in de Verenigde Sta
ten. Een uitgelezen gezelschap van
Amerikaanse ondernemers heeft zich
kortgeleden weer eens te pletter ge
lopen op het graniet van Gleason's per
soonlijkheid.
In New York en een aantal andere
havens aan de oostkust werd 56 dagen
gestaakt. In de havens langs de Golf
van Mexico lag het werk honderd da
gen stil. Volgens een grove schatting
kostt deze staking de Amerikaanse
schatkist en de ondernemers vijf miljard
gulden.
Tom Gleason voelt zich niet verant
woordelijk voor dit indrukwekkende
verlies. „Ik heb het me ook niet aan
getrokken. Ik voerde deze actie voor
mijn mensen en beleefde er verder geen
gram plezier aan.
De grote aanvoerder van de Ameri
kaanse havenarbeiders is een kleine,
schrale man. Hij is een veteraan, die
in 1915 zijn eerste baantje kreeg in de
haven van New York. Door de jaren
heen raakte hij vertrouwd met alle fa
cetten van de havenarbeid. Hij zweette
onder balen katoen in het ruim, hij was
kraanmachinist en hij reed op vorkhef
trucks.
In 1934 kreeg hij zijn eerste functie
in de vakbond. Vijf jaar geleden werd
hij president van deze organisatie, de
International Longshoremen's Associa
tion (ILA). Hij is bezeten van zijn
werk. „Wat mij betreft ga ik er mee
door tot ik honderd ben".
Hij geeft toe dat de ILA naar West-
europese en zeker naar Nederlandse
maatstaven een zeer militante organisa
tie is.
„Misschien hoeven de vakbonden in
Nederland niet zo agressief te zijn om
dat de werkgevers beter zijn voor hun
mensen. Mogelijk ook zijn de vakbonds
leiders hier teveel afhankelijk gewor
den omdat ze lid zijn van het parle
ment of zitting hebben in gemeentera
den. Het is niet mijn bedoeling hierop
kritiek te oefenen. Maar bij ons is
dit onmogelijk".
De laatste havenstaking was volgens
Tom Gleason een actie die bitter nood
zakelijk was. „Begrijp me goed: wij
willen de vooruitgang niet tegenhouden.
Maar door de containerisatie, de auto
matisering van de havenarbeid dreigen
tal van mensen hun baan te verliezen.
Dit wilden wij voorkomen".
Hoezeer de werkgelegenheid alleen al
door de komst van de containerschepen
wordt bedreigd, legt hij uit aan de hand
van een sommetje. „Een containerschip
wordt gelost of geladen met 23 mensn.
Ieder containerschip vervoert de lading
van vier conventionele schepen. Voor
de behandeling van een conventioneel
schip zijn 115 mensen nodig. Ieder con
tainerschip maakt zodoende 437 haven
arbeiders overbodig".
„Deze mensen kunnen dan een uitke
ring van de staat krijgen. Dat is prach
tig maar wij willen geen liefdadigheid.
De mensen willen werk. Bovendien pro
fiteert niet de overheid van de arbeids
besparende technieken maar de onder
nemers die hun produktiviteit met
sprongen omhoog zien gaan. Daarom
eisten wij voor de komende drie jaar 'n
garantieloon voor iedere werknemer.
Daarmee namen wij een zeer bescheiden
deel van de winst die de werkgevers
overhouden aan de gestegen produktivi
teit.
Daarnaast eiste de ILA dat de haven
arbeiders in de gelegenhid werden ge
steld öp hun 55ste jaar met pensioen
te gaan met behoud van loon. „Op deze
manier ontstaat een vorm van natuur
lijke afvloeiing die in de toekomst brood
nodig zal blijken. Wij verwachten na
melijk dat over vijf jaar 40 pet. van het
huidige personeelsbestand overbodig zal
zijn. De kosten van dit vervroegde pen
sioen worden door de ondernemers ge
dragen".
Tom Gleason vindt niet dat hij met
deze eisen de werkgevers heeft over
vraagd. „In een land als Nederland is
nog een tekort aan arbeidskrachten. De
Verenigde Staten zijn een hoog geïndus
trialiseerd land waar de machines al
zoveel taken hebben overgenomen dat
steeds meer mensen zonder meer over
bodig worden. Dit is diep tragisch, want
wat is een man zonder werk? Voor eens
en voor altijd hebbe wij de toekomst
van onze havenarbeiders willen veilig
stellen".
DEN HAAG Vooral de blauwe overalls maken doorgaans diepe indruk op
kinderen van zeven tot zestien jaar. Als deze mannen in de schemering van de
mei-avond oprijzen langs de lange weg over de Waalsdorpervlakte bij Scheve-
ningen dan worden voor de jeugd vele van de wat onwaarschijnlijke verhalen
geloofwaardig deze mannen hebben tegen de bezetters gevochten.
Zelfs al is die strijd wat schimmig voor mensen die na de oorlog werden ge
boren. dan nog vormt de jaarlijkse dodenherdenking een trefpunt dat elk jaar
meer mensen naar de Waalsdorpervlakte trekt.
Prof. dr. L. de Jong, directeur van
het Rijksinstituut voor oorlogsdocumen
tatie, heeft enkele jaren geleden gezegd
dat de Dodenherdenking in Nederland
is uitgegroeid tot een nationale bezin
ning van zo algemene aard, als in geen
enkel ander land wordt geëvenaard.
Dat klinkt aannemelijk want in de
meeste landen is de herdenking van de
slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog
al na enkele jaren geworden tot een
bijeenkomst van een krimpend groepje
mensen, die tijdens de plechtigheid dui
delijk buiten de werkelijkheid van het
leven waren.
In ons land komen steeds meer men
sen naar de jaarlijkse plechtigheid-
maar omdat we nu eenmaal Nederlan
ders zijn, is er ook een oeverloos gehar
rewar geweest over de datum van Do
denherdenking.
Toen 4 mei in 1947 op een zondag
viel, meende de regering het protestant
se volksdeel in verband met de zon
dagsheiliging een genoegen te doen door
de herdenking te verzetten. Logisch was
toen dat de overheid in 1957 de sabbat
wilde ontzien toen de 4de mei op een
zaterdag viel. Om tenslotte ook een ge
baar naar de rooms-katholieke vader
landers te maken, ging de regering in
1966 Dodenherdenking verzetten, toen
Hemelvaartsdag op 4 mei viel.
Tegen die tijd was echter een was
send aantal Nederlanders zich publie
kelijk aan het afvragen waarom de her
denking van mensen die voor de vrij
heid waren gestorven zondag, sabbat of
welke kerkelijke dag dan ook zou „ont
heiligen".
Deze verbazing inspireerde het Natio
nale Comité Dodenherdenking twee jaar
geleden tot een advies aan de regering
om de jaarlijkse Dodenherdenking on
veranderlijk te houden op de vierde
mei. De regering nam dat advies over
en zo herdenkt Nederland dit jaar voor
het eerst zijn doden op zondag.
Men kan zich afvragen hoelang deze
herdenking nog zinvol kan zijn, een
moeilijke vraag vooral gesteld aan men
sen, die tijdens de oorlog persoonlijke
verlezen hebben geleden. De Voorzitter
van 't Nat. Comité Dodenherdenking
dr. J. C. Hooykaas in Den Haag, is door
deze vraag niet gekwetst: „In ons co
mité waarin alle groepen van het ver
zet vertegenwoordigd zijn, is deze vraag
meer dan eens ter sprake gekomen".
„Wij zouden ons werk wel willen over
dragen aan jonge mensen, maar wij
voelen ons nog zo sterk verbonden met
de mensen die in de oorlog naast ons
stonden en die de bevrijdingsdag niet
haalden".
Dr. Hooykaas, gepromoveerd econoom
en 62 jaar- heeft tijdens de oorlog on
der meer meegewerkt aan de legale en
illegale voedselvoorziening. Hij wil lie
ver niet over het eigen verzetsverleden
praten, want „we herdenken de doden
niet onszelf". Maar als het gesprek
minder formeel wordt, komen onopge
merkt toch de verhalen over Victor, die
tot grote verbazing van de remonstrant
se econoom na de oorlog de abt van een
Beniktijnerklooster bleek te zijn: over
de vierhonderd verhongerende kinderen
die in het Vrijmetselaarsgebouw een
onderdak kregen; over de joodse vrouw
die na de oorlog terugkwam.
Als ik hem vraag hoe hij de zeker
heid heeft dat ook jonge mensen zich
nog bij de Dodenherdenking betrokken
voelen, zegt hij: „Voor mij is de stille
tocht naar de Waalsdorpervlakte een
goede graadmeter. Elk jaar komen daar
meer mensen en het aantal jonge men
sen groeit. En zelfs in de jaren, toen
het zeer onrustig was in Amsterdam, is
de plechtigheid op De Dam nooit ver
stoord geworden".
Bijna automatisch komt het gesprek
nu op de jonge generatie die proteste
rend een nieuwe samenleving wil op
bouwen.
Dr. Hooykaas heeft in zijn hele leven
de helft van de tijd besteed aan eco-
nomisch-wetenschappelijk werk en de
andere helft vulde hij met sociaal-cul
turele arbeid. Hij zegt wel: „De vijf
oorlogsjaren hebben mijn leven defini
tief bepaald", maar hij is niet blijven
toeven in het verleden.
Toen hij 2 jaar geleden met pensioen
ging, begon hij als enige oudere tussen
tieners aan een opleiding tot edelsmid
hij heeft nu zijn meestertitel en on
langs kopieerde-hij een antieke ramme
laar voor zijn kleinkind. Mede daardoor
heeft hij veel waardering voor de jeugd
van nu. „De jonge mensen zijn bezig,
soms met veel inspiratie en inspanning,
de vruchten te oogsten, waarvoor het
zaad in 1940-1945 werd uitgestrooid".
Hij begrijpt ook dat voor de na-oorlog-
se jeugd het verzet en zijn slachtoffers
slechts historische gegevens zijn: -,Toen
ik op school was, herdachten we nog de
bevrijding van de Napoleontische legers.
Dat zei mij niets, natuurlijk. Er komen
steeds meer jonge mensen voor wie Na
poleon en Hitler met gradueel verschil
dezelfde plaats hebben in het gevoelsle
ven".
„De Dodenherdenking op 4 mei kan
echter door en voor de jonge generaties
uitgroeien tot een jaarlijkse afwijzing
van alle geweld en alle menselijk on
recht. Ik geloof dat vele jonge mensen
dat nu al zo ervaren".
„De wereld is niet geworden wat wij
er tijdens de oorlog van hebben ver
wacht".
„Een jaarlijkse bezinning op menselij
ke vrijheid en een jaarlijkse daad van
waardering van het verzet tegen ge
weld, onrecht en willekeur, kan de jeugd
van nu, die doorgaans het geweld zo
duidelijk afwijst, tot grote inspiratie
zijn".
„Ik hoop alleen dat men de doden
herdenking nooit zal maken tot uiting
van onderling meningsverschil. Onze do
den zijn, ondanks de onderlinge ver
schillen in levensopvatting en ideolo
gie, gevallen in een strijd, die de een
heid van het verzet tegen het onrecht
tot basis had. Laat ons pogen hen in
diezelfde eenheid, wellicht opgebouwd
uit afwijkende meningen, jaarlijks te
herdenken".
DEN HAAG Uit een onderzoek is
gebleken dat in zeer veel gevallen lek
kage van aardgas mede oorzaak is van
een te lage zuurstof en te hoge kool
zuurgasconcentratie in de bodemlucht,
waardoor de ademhaling en de ontwik
keling van het wortelstelsel der straat
bomen nadelig wordt beïnvloed. Dit ver
oorzaakt ten slotte het kwijnen of ster
ven van de boom hetgeen tevens wordt
bevorderd door het in hoge mate gas-
dicht zijn van het wegdek en door het
omzetten van metaan uit het aardgas
door de micro-organismen in de bodem.
Dit zijn enkele conclusies uit het der
de rapport van de studiecommissie „In
vloed aardgas op beplantingen" van de
„Nederlandse vereniging van hoofden
van gemeentelijke beplanting".
In het rapport worden een aantal
maatregelen aanbevolen om de samen
stelling van de bodemlucht te verbe
teren. De voorkeur van de commissie
gaat uit naar de ventilatiekanalenme-
thode omdat deze permanent werkt en
de toepassing eenvoudig is. Deze me
thode is ontwikkeld door de dienst der
gemeentelijke plantsoenen te Den Haag.
Tussen de gasleiding en de bodem
worden met een grondboor enkele gaten
van ca. 70 cm diep geboord. Deze wor
den volgestort met grint of lava en het
oppervlak wordt afgedekt met een ga
tentegel. Alleen als de bodemgesteld
heid zo slecht is dat het gat niet tot
voldoende diepte in stand blijft, kan
van een geperforeerde kunststofbuis ge
bruik worden gemaakt. Doordat aard
gas lichter is dat lucht stijgt het van
zelf naar de oppervlakte. Deze kanalen
kunnen tevens worden gebruikt voor
het toedienen van water en voedings
stoffen. Een ander voordeel is dat het
aardgas ook vanonder een gesloten
wegdek kan ontsnappen. Uit metingen
op proefobjecten is reeds gebleken dat
de samenstelling van de bodemlucht
aanmerkelijk verbetert na toepassing
van deze methode.
Een vertrouwd gezicht verdwijnt. Een
vertrouwde stem blijft. Ilse Wessel
neemt volgende maand na bijna zes
jaar afscheid als televisie-omroepster
van de AVRO. Zij gaat zich, evenals
vroeger, weer volledig op radiowerk
concentreren.
„Dat ik ermee stop, is een kwestie
van zelfkritiek. Ik heb het nu lang ge
noeg gedaan, vind ik. Ik wil weg zijn,
voordat er kritiek op mij komt", zegt
de negenendertigjarige omroepster.
Als radio-omroepster en presentatrice
blijft Ilse Wessel werken bij de AVRO,
de omroep, die zij al zo'n 20 jaar trouw
is. Zij trad er in dienst als secretaresse
en werkte in die functie onder meer op
de afdeling, waar het legendarische
amusementsprogramma „De Bonte Dins-
dagavondtrein" werd voorbereid.
Eind 1953 kwam er een omroepsters-
plaats vrij door het vertrek van Netty
Rosenfeld naar de VARA. Ilse greep
haar kans en sindsdien was haar plaats
achter de radiomicroofon.
„Ik herinner mij, dat het vak van
omroepster mij al aantrok toen ik nog
op school zat. Zo bijzonder is dat niet,
want omroepster is gewoon een aantrek
kelijk vak voor een meisje. Het is enorm
afwisselend en je ontmoet nogal eens
beroemdheden".
AMSTERDAM Menselijke trots, valse schaamte en een volstrekt verouderd
beeld over bijstand bij grote groepen bejaarden en mensen van middelbare leef
tijd. Dat zijn enkele factoren die een geolied functioneren van de Bijstandswet in
de weg staan.
Oud-staatssecretaris C. Egas (55) gaat het duidelijk aan het hart dat de jongste
schakel in de keten van sociale voorzieningen die ons van de wieg tot het graf
begeleidt, ook de zwakste blijkt te zijn.
BERLIJN Elke dag twee keer
wachten de vogels op Rudolf Hess. Zij
zijn de enige metgezellen die de vroege
re plaatsvervanger van „Führer" Adolf
Hitier zijn gebleven. Dit voorjaar, op
26 april wordt Hess 75 jaar. Het is het
28ste jaar dat hij zich in de gevange
nis bevindt. De vogels zijn groot en
klein; kraaien, duiven en zangvogels
van vele tinten.
Hess, de tobbende vroegere vooraan
staande nazi voert de vogels broodkrui
mels uit de keuken van de grote Span-
dau-gevangenis waar hij sinds 1946 op
gesloten zit. De kruimels brengt hij in
een papieren zak naar de gevangenis
tuin en nadat hij ze daar heeft rondge
strooid kijkt hij toe hoe zijn vrienden
het brood opeten.
Aan de vogels is te merken wanneer
Hess in de grote tuin van de 19e eeuwse
gevangenis aan de rand van West-
Berlijn en niet ver van de Oostduitse
grens verschijnt.
De vogels verzamelen zich en wach
ten 's ochtends en 's middags op Hess,
die dan zijn eenzame wandelingen in
de tuin maakt. Hess komt daar altijd,
als het weer niet al te slecht is. Hij
vervloekt „het verotte Duitse weer" en
praat over de zon en de warmte van
Alexandrië in Egypte, waarhij 26 april
1894 als de zoon van een Duitse expor
teur gebbren werd.
De gevangenistuin meet 125 bij 40
meter. Hess, gewoonlijk met zijn han
den op zijn rug, heeft een spoor in de
grond gelopen. Zijn eens zwarte haar is
dunner geworden, maar is nog steeds
strak naar achteren gekamd. Zijn wenk
brauwen zijn nog dik, maar evenals
zijn haar grijzend.
Zij staan boven diepliggende door
dringende blauwe ogen. De schouders
van Hess hangen, maar hij loopt nog
steeds in soldatentempo.
Hess ziet er nog goed uit na bijna
30 jaar gevangenisleven, waarvan twee
jaar vrijwel eenzaam in een militaire
gevangenis, die gebouwd is om 660 ge
vangenen te huisvesten.
Hess vertoont geen tekenen van in
storting en is zich, naar wordt gezegd
volledig bewust van zijn betekenis als
de enige gevangene, die door de 4 mach
tige naties de Ver. Naties, Groot-Brit-
tannië, Frankrijk en de Sovjet-Unie
wordt vastgehouden.
Altijd omringd met geheimzinnigheid
sinds hij op 10 mei 1941 met een para
chute in Engeland landde, is Hess nu
tijdens zijn leven al een legende gewor
den.
De soldaten die hem bewaken hebben
niet veel op met hun taak, omdat het
dodelijk vervelend is en in de winter
bitterkoud, maar allen zijn nieuwsgierig
om Hess te zien, de man die historie
maakte nog voordat de meesten hunner
geboren waren.
De vier grote mogendheden houden
bij maandelijkse toerbeurt de wacht. In
krijgen wat hij wil, van boeken tot si
garetten en cognac. Ook draagt hij
burgerkleren, maar natuurlijk is Hess
„zeer eenzaam", zei de man.
Op 1 oktober 1946 werd Hess tot le
venslange gevangenisstraf veroordeeld
tezamen met zes andere top-nazi's.
Hess heeft altijd geweigerd gevange-
niswerk te doen en tot 1968 schonk hij
op zijn wandelingen door de tuin vrijwel
geen aandacht aan de vogels. Het was
in dat jaar dat hij ze begon te voeren.
De kranten die hij leest en de brief
die hij elke maand aan zijn vrouw en
zijn zoon schrijft worden gecensureerd,
evenals de brieven die hij maandelijks
van zijn familie ontvangt. Hess heeft
bezoek van zijn familie in de gevange
nis geweigerd, omdat hij zegt onschul
dig en geen misdadiger te zijn. Hij wil
niet dat ze hem in de gevangenis zien.
Hess is veroordeeld wegens samenzwe
ring tegen de vrede en wegens het be
ramen, aanzetten tot en uitvoeren van
een agressie-oorlog.
Van een gezaghebbend persoon is ver
nomen, dat de westelijke bondgenoten
op zijn minst tien keer hebben gepro
beerd Hess op menselijke gronden vrij
te laten. De Russen zijn hierover op
verschillende niveaus benaderd, maar zij
zouden steeds hebben geweigerd.
april is het altijd de beurt van Ameri
ka om voor de veiligheid van de gevan
genis te zorgen en dit is een van de
redenen dat Hess het gewoonlijk op zijn
verjaardag redelijk goed heeft.
In het verleden heeft hij die dag een
taart gekregen en waarschijnlijk zal hij
er ook nu weer een krijgen.
Van welingelichte zijde is vernomen,
dat de Amerikaanse bevelhebber van
Berlijn Robert G. Ferguson, heeft voor
gesteld Hess een televisietoestel te ge
ven, maar het wordt onwaarschijnlijk
geacht, dat hierover overeenstemming
tussen de vier mogendheden zal worden
bereikt.
Vroeger is al geopperd dat hij een
radio krijgt, of een hond, of dat hij in
zijn kleine cel op de radio van de ge
vangenis wordt aangesloten om op be
paalde uren te kunnen luisteren. Maar
al deze voorstellen werden afgewezen.
De reglementen, die voor de dagelijk
se routine van Hess gelden zijn nauw
gezet omschreven en worden streng toe
gepast, al kan die gestrengheid verschil
len naarmate welk land de beurt heeft
van de bewaking.
Van gezaghebbende zijde is vernomen
dat de gezondheidstoestand van Hess uit
stekend is en dat is ook uiterlijk aan
hem te zien. „Hij wordt behandeld als
een koning", zei deze persoon, die daar
mee de behandeling bedoelde die Hess
medisch en lichamelijk en wat zijn voed
sel betreft ondergaat. Tijdens de Ame
rikaanse maand zou Hess vrijwel steeds
Maar er zijn ook aanwijzingen, dat
niet alleen de Russen de status quo wil
len handhaven. Spandau is één van de
twee nog overgebleven gezamenlijke in
stellingen van de vier mogendheden in
Berlijn. De andere is het controlecen
trum voor de veiligheid in de lucht.
Spandau is op hoger niveau en veelzij-
diger dan het luchtcentrum. Voor hoge
geallieerde officieren is het mogelijk om
de Russen in Spandau te ontmoeten.
Rondom de gevangenis is er omgang
tussen de Russen en de westelijke ge
allieerden, waarbij lunches in Span
dau voor vele officieren en diplomaten
tijdens een bezoek aan Berlijn een hoog
tepunt vormen. De lunches vinden plaats
in een gebouw, dat zich vlak bij de
gevangenismuren bevindt.
Zij die in de gevangenis zijn geweest
komen van zo'n bezoek enigszins ge
schokt terug door het zien van één
enkele oude man die in de enorme ge
vangenis door 50 man wordt bewaakt
ten koste van 200.000 dollar per jaar.
Wantrouwend en geheimzinnig heeft
Hess eigenlijk nooit echt verteld, waar
om hij naar Engeland ging en wie hem
gestuurd heeft, of Hitier die hem la
ter verloochende als een gek, toen zijn
missie was mislukt wist dat hij ging.
Vele mysteries, die alleen Hess kan op
helderen zullen met hem sterven als hij
zelf in de gevangenis overlijdt.
Zou Hess in de gevangenis sterven,
dan wordt hij ook op gevangenisgrond
begraven. De kist staat al klaar.
Nederlanders maken al jaren gebruik
van de mogelijkheden die de Ziektewet,
de Werkloosheidswet en de Algemene
Ouderdomswet bieden, maar aan de Bij
standswet hebben nog te weinig mensen
een boodschap.
„De mensen weten onvoldoende van
de Bijstandswet", zegt de heer Egas,
„want in die wet staat: Elke Neder
landse burger heeft het recht op bij
stand wanneer hij niet in de normale
kosten van het bestaan kan voorzien".
Wat zijn normale kosten?
„Daar is geen vast cijfer voor gege
ven. Ze worden per gemeente vastge
steld. In elke gemeente ligt de norm nu
eenmaal anders en daar houdt de wet
rekening mee".
„Behalve voor bijstand voor normale
kosten kan men incidenteel ook voor
buitengewone lasten bij de Bijstandswet
terecht. Ik geef een voorbeeld. Een be
jaarde, die het met zijn AOW en een
pensioen aardig rooit, wordt plotseling
invalide".
„Zijn huis moet worden aangepast aan
zijn nieuwe omstandigheid. Er moeten
misschien wel drempels worden verwij
derd. Voor die extra kosten kan men
bijstand vragen".
Heerst er drempelvrees voor het aan
vragen van bijstand?
„Ja. Veel mensen hebben er moeite
mee om de drempel van het gebouw
van sociale zaken' te overschrijden".
Dit komt weieens door de houding
van de ambtenaren, die da mensen niet
altijd even tegemoetkomend behande
len. Daardoor is bij veel mensen een af-
weerrèactie ontstaan".
„Het moet mogelijk worden dat an
deren de aanvraag indienen. Ik bedoel
verzorgsters in een bejaardenhuis,
maatschappelijk werksters, wijkver
pleegsters en vakboncjsfunctionarissen"
„Ik heb daarover al vaker mijn ge
dachten laten gaan toen ik nog staats
secretaris was. Ik heb destijds een werk
groep ingesteld die door de tegenwoor
dige staatssecretaris tot een commissie
is omgevormd. Van die commissie word
ik voorzitter en volgende maand wor
den we actief".
,Het soort mensen, dat bij de omroep
werkt, ligt mij. Het is een soort, waar
bij ik me happy voel. Er heerst 'n sfeer
die niets commercieels heeft en dat is
juist zo prettig. Een technicus bij de
radio kan zich urenlang kapot werken
voor één klein geluidseffectje".
,De luisteraars merken er nauwelijks
iets van en die technicus verdient er
geen cent mee. Toch doet hij het, om
dat hij er lol in heeft".
In 1959 trouwde Ilse Wessel met Jaap
Dubbelboer, toen zanger en student in
Groningen, nu als drs. Dubbelboer
plaatsvervangend hoofd van de pro
grammaleiding van de AVRO-televisie.
Vier jaar later stapte zij over van de
radio naar de televisie. Een plotselinge
overgang.
„Ik ben gewoon voor de televisieca
mera's gegooid. Ik moest invallen, om
dat de omroepsters van de AVRO ziek
waren. Een t.v.-studio had ik van bin
nen nooit eerder gezien. Tot overmaat
van ramp was mijn eerste optreden op
een zondag. Dat was wel het ergste wat
een vrouw kan overkomen, want alle
kapperszaken waren dicht".
Bij de televisie leerde Ilse zich, zo
als zij het noemt, bewust worden van
uiterlijkheden. De angst, dat zij iets fout
zou doen, bleef haar achtervolgen, ook
al ging er nooit iets fout.
Na zes jaar ervaring voor de came
ra's weet zij: „Over het algemeen kun
je een televisie-omroepster niet voor
radio-werk gebruiken. Zij zal meestal
bij de radio door de mand vallen, om
dat haar stem en uitspraak op de eerste
plaats komen".
Ilse constateert nuchter: „Het werk,
dat een televisie-omroepster doet, is nu
ook weer niet zo belangrijk als meestal
wordt gedacht. Het is vrij onpersoonlijk
werk. Op zo'n avond representeer ik ge
woon de AVRO. Je spreekt trouwens op
een avond in totaal nauwelijks meer
dan twee minuten".
V
Toch gelooft zij niet, dat de televisie
er zonder omroepsters aantrekkelijker
op zou worden. „Het is gewoon van
praktisch nut, dat er een juffrouw een
hele avond in de studio klaar staat,
voor het geval er iets mis gaat".
Uitgesproken voorkeur voor een be
paald televisieprogramma heeft Ilse
Wessel niet. „Er is geen enkel program
ma, waarvoor ik thuis blijf. Of het moe
ten Toon Hermans of Wim Sonneveld
zijn".
En Peyton Place, waarvan de AVRO
deze week de honderdste aflevering liet
zien?
Ilse: „Afschuwelijk".
En voetballen op de t.v.?
Ilse: „Voetballen interesseert me geen
lor".
„Met alle middelen die ons ter be
schikking staan gaan we de Bijstands
wet populariseren. We krijgen televisie
strips voor de algemene informatie,
maar daarnaast zullen we ook gericht
te werk gaan. De wethouder en de
ambtenaar die nu nog een verkeerde
instelling hebben krijgen informatie,
evenals de anderen die ik al noemde".
„Het moet niet langer mogelijk zijn,
dat mensen vijf tot tien jaar geen nieu
we kleren kopen, omdat ze er geen geld
voor hebben of, zoals bij een onderzoek
in de Amsterdamse Bos- en Lommer-
buurt gebleken is, gewoon honger lij
den".
WASHINGTON Een enorm beeld
van een Hawaiiaanse koning is in het
Capitool geplaatst. Het is de eerste mo
narch, die in het Capitool als held van
de republiek wordt geëerd.
Het bronzen beeld van koning Kame-
hameha I, dat boven zijn voetstuk nog
bijna 2,70 meter meet, en een meer dan
levensgroot beeld van pater Joseph Da-
miaan, de Belgische missionaris die on
der de leprozen van Hawaii heeft ge
werkt, zijn de bijdragen van de 50ste
staat der V.S. aan de beelden verzame
ling in de hallen van het Capitool.
Elke staat heeft recht op de plaatsing
van twee beelden van zijn helden. Al
leen Alaska is nog niet vertegenwoor
digd. Acht staten hebben slechts één
beeld in het Capitool staan.