Dr. .J. C. Hooykaas meen! „Dodenherdenking kan voor de jongeren jaarlijkse afwijzing geweld en onrecht worden" Wessel keert terug naar radio Rudolf Hess wordt zaterdag 75 jaar „Ik ben een moeilijk man om zaken mee te doen" Aardgas en beplanting Valse schaamte weerhoudt velen van aanvragen bijstand „VIER MEI" SPREEKT OOK DE NIEUWE GENERATIE AAN Dit jaar voor het eerst op zondag „Voordat er kritiek op mij komt'" v-urrrr jlïjc r r ojji „Ik ben gewoon voor de camera gegooid" (de eenzame gevangene van Spandau) THOMAS GLEASON (leider Amerikaanse havenarbeiders Veteraan Geen liefdadigheid T ragisch DATUM ZIN GRAADMETER BEZINNING TWINTIG JAAR NIETS COMMERCIEELS Oud-staatssecretaris Egas gaat er iets aan doen LEGENDE LEVENSLANG STRENG NIET ALLEEN ONVOLDOENDE DREMPELS AFWEERREACTIE TV-STRIPS OVERGANG ONPERSOONLIJK PRAKTISCH NUT Beeld Hawaiiaanse koning staat in het Capitool ROTTERDAM „Als het op onder- handelen aankomt, ben ik een moeilijk man om zaken mee te doen. Zodra ik echter een contract heb getekend, moet er worden gewerkt. En verder geen flauwekul". Dit zegt Thomas Gleason (68) uit New York, als de leider van 116.000 Ameri kaanse havenarbeiders één van de mach tigste mannen in de Verenigde Sta ten. Een uitgelezen gezelschap van Amerikaanse ondernemers heeft zich kortgeleden weer eens te pletter ge lopen op het graniet van Gleason's per soonlijkheid. In New York en een aantal andere havens aan de oostkust werd 56 dagen gestaakt. In de havens langs de Golf van Mexico lag het werk honderd da gen stil. Volgens een grove schatting kostt deze staking de Amerikaanse schatkist en de ondernemers vijf miljard gulden. Tom Gleason voelt zich niet verant woordelijk voor dit indrukwekkende verlies. „Ik heb het me ook niet aan getrokken. Ik voerde deze actie voor mijn mensen en beleefde er verder geen gram plezier aan. De grote aanvoerder van de Ameri kaanse havenarbeiders is een kleine, schrale man. Hij is een veteraan, die in 1915 zijn eerste baantje kreeg in de haven van New York. Door de jaren heen raakte hij vertrouwd met alle fa cetten van de havenarbeid. Hij zweette onder balen katoen in het ruim, hij was kraanmachinist en hij reed op vorkhef trucks. In 1934 kreeg hij zijn eerste functie in de vakbond. Vijf jaar geleden werd hij president van deze organisatie, de International Longshoremen's Associa tion (ILA). Hij is bezeten van zijn werk. „Wat mij betreft ga ik er mee door tot ik honderd ben". Hij geeft toe dat de ILA naar West- europese en zeker naar Nederlandse maatstaven een zeer militante organisa tie is. „Misschien hoeven de vakbonden in Nederland niet zo agressief te zijn om dat de werkgevers beter zijn voor hun mensen. Mogelijk ook zijn de vakbonds leiders hier teveel afhankelijk gewor den omdat ze lid zijn van het parle ment of zitting hebben in gemeentera den. Het is niet mijn bedoeling hierop kritiek te oefenen. Maar bij ons is dit onmogelijk". De laatste havenstaking was volgens Tom Gleason een actie die bitter nood zakelijk was. „Begrijp me goed: wij willen de vooruitgang niet tegenhouden. Maar door de containerisatie, de auto matisering van de havenarbeid dreigen tal van mensen hun baan te verliezen. Dit wilden wij voorkomen". Hoezeer de werkgelegenheid alleen al door de komst van de containerschepen wordt bedreigd, legt hij uit aan de hand van een sommetje. „Een containerschip wordt gelost of geladen met 23 mensn. Ieder containerschip vervoert de lading van vier conventionele schepen. Voor de behandeling van een conventioneel schip zijn 115 mensen nodig. Ieder con tainerschip maakt zodoende 437 haven arbeiders overbodig". „Deze mensen kunnen dan een uitke ring van de staat krijgen. Dat is prach tig maar wij willen geen liefdadigheid. De mensen willen werk. Bovendien pro fiteert niet de overheid van de arbeids besparende technieken maar de onder nemers die hun produktiviteit met sprongen omhoog zien gaan. Daarom eisten wij voor de komende drie jaar 'n garantieloon voor iedere werknemer. Daarmee namen wij een zeer bescheiden deel van de winst die de werkgevers overhouden aan de gestegen produktivi teit. Daarnaast eiste de ILA dat de haven arbeiders in de gelegenhid werden ge steld öp hun 55ste jaar met pensioen te gaan met behoud van loon. „Op deze manier ontstaat een vorm van natuur lijke afvloeiing die in de toekomst brood nodig zal blijken. Wij verwachten na melijk dat over vijf jaar 40 pet. van het huidige personeelsbestand overbodig zal zijn. De kosten van dit vervroegde pen sioen worden door de ondernemers ge dragen". Tom Gleason vindt niet dat hij met deze eisen de werkgevers heeft over vraagd. „In een land als Nederland is nog een tekort aan arbeidskrachten. De Verenigde Staten zijn een hoog geïndus trialiseerd land waar de machines al zoveel taken hebben overgenomen dat steeds meer mensen zonder meer over bodig worden. Dit is diep tragisch, want wat is een man zonder werk? Voor eens en voor altijd hebbe wij de toekomst van onze havenarbeiders willen veilig stellen". DEN HAAG Vooral de blauwe overalls maken doorgaans diepe indruk op kinderen van zeven tot zestien jaar. Als deze mannen in de schemering van de mei-avond oprijzen langs de lange weg over de Waalsdorpervlakte bij Scheve- ningen dan worden voor de jeugd vele van de wat onwaarschijnlijke verhalen geloofwaardig deze mannen hebben tegen de bezetters gevochten. Zelfs al is die strijd wat schimmig voor mensen die na de oorlog werden ge boren. dan nog vormt de jaarlijkse dodenherdenking een trefpunt dat elk jaar meer mensen naar de Waalsdorpervlakte trekt. Prof. dr. L. de Jong, directeur van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumen tatie, heeft enkele jaren geleden gezegd dat de Dodenherdenking in Nederland is uitgegroeid tot een nationale bezin ning van zo algemene aard, als in geen enkel ander land wordt geëvenaard. Dat klinkt aannemelijk want in de meeste landen is de herdenking van de slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog al na enkele jaren geworden tot een bijeenkomst van een krimpend groepje mensen, die tijdens de plechtigheid dui delijk buiten de werkelijkheid van het leven waren. In ons land komen steeds meer men sen naar de jaarlijkse plechtigheid- maar omdat we nu eenmaal Nederlan ders zijn, is er ook een oeverloos gehar rewar geweest over de datum van Do denherdenking. Toen 4 mei in 1947 op een zondag viel, meende de regering het protestant se volksdeel in verband met de zon dagsheiliging een genoegen te doen door de herdenking te verzetten. Logisch was toen dat de overheid in 1957 de sabbat wilde ontzien toen de 4de mei op een zaterdag viel. Om tenslotte ook een ge baar naar de rooms-katholieke vader landers te maken, ging de regering in 1966 Dodenherdenking verzetten, toen Hemelvaartsdag op 4 mei viel. Tegen die tijd was echter een was send aantal Nederlanders zich publie kelijk aan het afvragen waarom de her denking van mensen die voor de vrij heid waren gestorven zondag, sabbat of welke kerkelijke dag dan ook zou „ont heiligen". Deze verbazing inspireerde het Natio nale Comité Dodenherdenking twee jaar geleden tot een advies aan de regering om de jaarlijkse Dodenherdenking on veranderlijk te houden op de vierde mei. De regering nam dat advies over en zo herdenkt Nederland dit jaar voor het eerst zijn doden op zondag. Men kan zich afvragen hoelang deze herdenking nog zinvol kan zijn, een moeilijke vraag vooral gesteld aan men sen, die tijdens de oorlog persoonlijke verlezen hebben geleden. De Voorzitter van 't Nat. Comité Dodenherdenking dr. J. C. Hooykaas in Den Haag, is door deze vraag niet gekwetst: „In ons co mité waarin alle groepen van het ver zet vertegenwoordigd zijn, is deze vraag meer dan eens ter sprake gekomen". „Wij zouden ons werk wel willen over dragen aan jonge mensen, maar wij voelen ons nog zo sterk verbonden met de mensen die in de oorlog naast ons stonden en die de bevrijdingsdag niet haalden". Dr. Hooykaas, gepromoveerd econoom en 62 jaar- heeft tijdens de oorlog on der meer meegewerkt aan de legale en illegale voedselvoorziening. Hij wil lie ver niet over het eigen verzetsverleden praten, want „we herdenken de doden niet onszelf". Maar als het gesprek minder formeel wordt, komen onopge merkt toch de verhalen over Victor, die tot grote verbazing van de remonstrant se econoom na de oorlog de abt van een Beniktijnerklooster bleek te zijn: over de vierhonderd verhongerende kinderen die in het Vrijmetselaarsgebouw een onderdak kregen; over de joodse vrouw die na de oorlog terugkwam. Als ik hem vraag hoe hij de zeker heid heeft dat ook jonge mensen zich nog bij de Dodenherdenking betrokken voelen, zegt hij: „Voor mij is de stille tocht naar de Waalsdorpervlakte een goede graadmeter. Elk jaar komen daar meer mensen en het aantal jonge men sen groeit. En zelfs in de jaren, toen het zeer onrustig was in Amsterdam, is de plechtigheid op De Dam nooit ver stoord geworden". Bijna automatisch komt het gesprek nu op de jonge generatie die proteste rend een nieuwe samenleving wil op bouwen. Dr. Hooykaas heeft in zijn hele leven de helft van de tijd besteed aan eco- nomisch-wetenschappelijk werk en de andere helft vulde hij met sociaal-cul turele arbeid. Hij zegt wel: „De vijf oorlogsjaren hebben mijn leven defini tief bepaald", maar hij is niet blijven toeven in het verleden. Toen hij 2 jaar geleden met pensioen ging, begon hij als enige oudere tussen tieners aan een opleiding tot edelsmid hij heeft nu zijn meestertitel en on langs kopieerde-hij een antieke ramme laar voor zijn kleinkind. Mede daardoor heeft hij veel waardering voor de jeugd van nu. „De jonge mensen zijn bezig, soms met veel inspiratie en inspanning, de vruchten te oogsten, waarvoor het zaad in 1940-1945 werd uitgestrooid". Hij begrijpt ook dat voor de na-oorlog- se jeugd het verzet en zijn slachtoffers slechts historische gegevens zijn: -,Toen ik op school was, herdachten we nog de bevrijding van de Napoleontische legers. Dat zei mij niets, natuurlijk. Er komen steeds meer jonge mensen voor wie Na poleon en Hitler met gradueel verschil dezelfde plaats hebben in het gevoelsle ven". „De Dodenherdenking op 4 mei kan echter door en voor de jonge generaties uitgroeien tot een jaarlijkse afwijzing van alle geweld en alle menselijk on recht. Ik geloof dat vele jonge mensen dat nu al zo ervaren". „De wereld is niet geworden wat wij er tijdens de oorlog van hebben ver wacht". „Een jaarlijkse bezinning op menselij ke vrijheid en een jaarlijkse daad van waardering van het verzet tegen ge weld, onrecht en willekeur, kan de jeugd van nu, die doorgaans het geweld zo duidelijk afwijst, tot grote inspiratie zijn". „Ik hoop alleen dat men de doden herdenking nooit zal maken tot uiting van onderling meningsverschil. Onze do den zijn, ondanks de onderlinge ver schillen in levensopvatting en ideolo gie, gevallen in een strijd, die de een heid van het verzet tegen het onrecht tot basis had. Laat ons pogen hen in diezelfde eenheid, wellicht opgebouwd uit afwijkende meningen, jaarlijks te herdenken". DEN HAAG Uit een onderzoek is gebleken dat in zeer veel gevallen lek kage van aardgas mede oorzaak is van een te lage zuurstof en te hoge kool zuurgasconcentratie in de bodemlucht, waardoor de ademhaling en de ontwik keling van het wortelstelsel der straat bomen nadelig wordt beïnvloed. Dit ver oorzaakt ten slotte het kwijnen of ster ven van de boom hetgeen tevens wordt bevorderd door het in hoge mate gas- dicht zijn van het wegdek en door het omzetten van metaan uit het aardgas door de micro-organismen in de bodem. Dit zijn enkele conclusies uit het der de rapport van de studiecommissie „In vloed aardgas op beplantingen" van de „Nederlandse vereniging van hoofden van gemeentelijke beplanting". In het rapport worden een aantal maatregelen aanbevolen om de samen stelling van de bodemlucht te verbe teren. De voorkeur van de commissie gaat uit naar de ventilatiekanalenme- thode omdat deze permanent werkt en de toepassing eenvoudig is. Deze me thode is ontwikkeld door de dienst der gemeentelijke plantsoenen te Den Haag. Tussen de gasleiding en de bodem worden met een grondboor enkele gaten van ca. 70 cm diep geboord. Deze wor den volgestort met grint of lava en het oppervlak wordt afgedekt met een ga tentegel. Alleen als de bodemgesteld heid zo slecht is dat het gat niet tot voldoende diepte in stand blijft, kan van een geperforeerde kunststofbuis ge bruik worden gemaakt. Doordat aard gas lichter is dat lucht stijgt het van zelf naar de oppervlakte. Deze kanalen kunnen tevens worden gebruikt voor het toedienen van water en voedings stoffen. Een ander voordeel is dat het aardgas ook vanonder een gesloten wegdek kan ontsnappen. Uit metingen op proefobjecten is reeds gebleken dat de samenstelling van de bodemlucht aanmerkelijk verbetert na toepassing van deze methode. Een vertrouwd gezicht verdwijnt. Een vertrouwde stem blijft. Ilse Wessel neemt volgende maand na bijna zes jaar afscheid als televisie-omroepster van de AVRO. Zij gaat zich, evenals vroeger, weer volledig op radiowerk concentreren. „Dat ik ermee stop, is een kwestie van zelfkritiek. Ik heb het nu lang ge noeg gedaan, vind ik. Ik wil weg zijn, voordat er kritiek op mij komt", zegt de negenendertigjarige omroepster. Als radio-omroepster en presentatrice blijft Ilse Wessel werken bij de AVRO, de omroep, die zij al zo'n 20 jaar trouw is. Zij trad er in dienst als secretaresse en werkte in die functie onder meer op de afdeling, waar het legendarische amusementsprogramma „De Bonte Dins- dagavondtrein" werd voorbereid. Eind 1953 kwam er een omroepsters- plaats vrij door het vertrek van Netty Rosenfeld naar de VARA. Ilse greep haar kans en sindsdien was haar plaats achter de radiomicroofon. „Ik herinner mij, dat het vak van omroepster mij al aantrok toen ik nog op school zat. Zo bijzonder is dat niet, want omroepster is gewoon een aantrek kelijk vak voor een meisje. Het is enorm afwisselend en je ontmoet nogal eens beroemdheden". AMSTERDAM Menselijke trots, valse schaamte en een volstrekt verouderd beeld over bijstand bij grote groepen bejaarden en mensen van middelbare leef tijd. Dat zijn enkele factoren die een geolied functioneren van de Bijstandswet in de weg staan. Oud-staatssecretaris C. Egas (55) gaat het duidelijk aan het hart dat de jongste schakel in de keten van sociale voorzieningen die ons van de wieg tot het graf begeleidt, ook de zwakste blijkt te zijn. BERLIJN Elke dag twee keer wachten de vogels op Rudolf Hess. Zij zijn de enige metgezellen die de vroege re plaatsvervanger van „Führer" Adolf Hitier zijn gebleven. Dit voorjaar, op 26 april wordt Hess 75 jaar. Het is het 28ste jaar dat hij zich in de gevange nis bevindt. De vogels zijn groot en klein; kraaien, duiven en zangvogels van vele tinten. Hess, de tobbende vroegere vooraan staande nazi voert de vogels broodkrui mels uit de keuken van de grote Span- dau-gevangenis waar hij sinds 1946 op gesloten zit. De kruimels brengt hij in een papieren zak naar de gevangenis tuin en nadat hij ze daar heeft rondge strooid kijkt hij toe hoe zijn vrienden het brood opeten. Aan de vogels is te merken wanneer Hess in de grote tuin van de 19e eeuwse gevangenis aan de rand van West- Berlijn en niet ver van de Oostduitse grens verschijnt. De vogels verzamelen zich en wach ten 's ochtends en 's middags op Hess, die dan zijn eenzame wandelingen in de tuin maakt. Hess komt daar altijd, als het weer niet al te slecht is. Hij vervloekt „het verotte Duitse weer" en praat over de zon en de warmte van Alexandrië in Egypte, waarhij 26 april 1894 als de zoon van een Duitse expor teur gebbren werd. De gevangenistuin meet 125 bij 40 meter. Hess, gewoonlijk met zijn han den op zijn rug, heeft een spoor in de grond gelopen. Zijn eens zwarte haar is dunner geworden, maar is nog steeds strak naar achteren gekamd. Zijn wenk brauwen zijn nog dik, maar evenals zijn haar grijzend. Zij staan boven diepliggende door dringende blauwe ogen. De schouders van Hess hangen, maar hij loopt nog steeds in soldatentempo. Hess ziet er nog goed uit na bijna 30 jaar gevangenisleven, waarvan twee jaar vrijwel eenzaam in een militaire gevangenis, die gebouwd is om 660 ge vangenen te huisvesten. Hess vertoont geen tekenen van in storting en is zich, naar wordt gezegd volledig bewust van zijn betekenis als de enige gevangene, die door de 4 mach tige naties de Ver. Naties, Groot-Brit- tannië, Frankrijk en de Sovjet-Unie wordt vastgehouden. Altijd omringd met geheimzinnigheid sinds hij op 10 mei 1941 met een para chute in Engeland landde, is Hess nu tijdens zijn leven al een legende gewor den. De soldaten die hem bewaken hebben niet veel op met hun taak, omdat het dodelijk vervelend is en in de winter bitterkoud, maar allen zijn nieuwsgierig om Hess te zien, de man die historie maakte nog voordat de meesten hunner geboren waren. De vier grote mogendheden houden bij maandelijkse toerbeurt de wacht. In krijgen wat hij wil, van boeken tot si garetten en cognac. Ook draagt hij burgerkleren, maar natuurlijk is Hess „zeer eenzaam", zei de man. Op 1 oktober 1946 werd Hess tot le venslange gevangenisstraf veroordeeld tezamen met zes andere top-nazi's. Hess heeft altijd geweigerd gevange- niswerk te doen en tot 1968 schonk hij op zijn wandelingen door de tuin vrijwel geen aandacht aan de vogels. Het was in dat jaar dat hij ze begon te voeren. De kranten die hij leest en de brief die hij elke maand aan zijn vrouw en zijn zoon schrijft worden gecensureerd, evenals de brieven die hij maandelijks van zijn familie ontvangt. Hess heeft bezoek van zijn familie in de gevange nis geweigerd, omdat hij zegt onschul dig en geen misdadiger te zijn. Hij wil niet dat ze hem in de gevangenis zien. Hess is veroordeeld wegens samenzwe ring tegen de vrede en wegens het be ramen, aanzetten tot en uitvoeren van een agressie-oorlog. Van een gezaghebbend persoon is ver nomen, dat de westelijke bondgenoten op zijn minst tien keer hebben gepro beerd Hess op menselijke gronden vrij te laten. De Russen zijn hierover op verschillende niveaus benaderd, maar zij zouden steeds hebben geweigerd. april is het altijd de beurt van Ameri ka om voor de veiligheid van de gevan genis te zorgen en dit is een van de redenen dat Hess het gewoonlijk op zijn verjaardag redelijk goed heeft. In het verleden heeft hij die dag een taart gekregen en waarschijnlijk zal hij er ook nu weer een krijgen. Van welingelichte zijde is vernomen, dat de Amerikaanse bevelhebber van Berlijn Robert G. Ferguson, heeft voor gesteld Hess een televisietoestel te ge ven, maar het wordt onwaarschijnlijk geacht, dat hierover overeenstemming tussen de vier mogendheden zal worden bereikt. Vroeger is al geopperd dat hij een radio krijgt, of een hond, of dat hij in zijn kleine cel op de radio van de ge vangenis wordt aangesloten om op be paalde uren te kunnen luisteren. Maar al deze voorstellen werden afgewezen. De reglementen, die voor de dagelijk se routine van Hess gelden zijn nauw gezet omschreven en worden streng toe gepast, al kan die gestrengheid verschil len naarmate welk land de beurt heeft van de bewaking. Van gezaghebbende zijde is vernomen dat de gezondheidstoestand van Hess uit stekend is en dat is ook uiterlijk aan hem te zien. „Hij wordt behandeld als een koning", zei deze persoon, die daar mee de behandeling bedoelde die Hess medisch en lichamelijk en wat zijn voed sel betreft ondergaat. Tijdens de Ame rikaanse maand zou Hess vrijwel steeds Maar er zijn ook aanwijzingen, dat niet alleen de Russen de status quo wil len handhaven. Spandau is één van de twee nog overgebleven gezamenlijke in stellingen van de vier mogendheden in Berlijn. De andere is het controlecen trum voor de veiligheid in de lucht. Spandau is op hoger niveau en veelzij- diger dan het luchtcentrum. Voor hoge geallieerde officieren is het mogelijk om de Russen in Spandau te ontmoeten. Rondom de gevangenis is er omgang tussen de Russen en de westelijke ge allieerden, waarbij lunches in Span dau voor vele officieren en diplomaten tijdens een bezoek aan Berlijn een hoog tepunt vormen. De lunches vinden plaats in een gebouw, dat zich vlak bij de gevangenismuren bevindt. Zij die in de gevangenis zijn geweest komen van zo'n bezoek enigszins ge schokt terug door het zien van één enkele oude man die in de enorme ge vangenis door 50 man wordt bewaakt ten koste van 200.000 dollar per jaar. Wantrouwend en geheimzinnig heeft Hess eigenlijk nooit echt verteld, waar om hij naar Engeland ging en wie hem gestuurd heeft, of Hitier die hem la ter verloochende als een gek, toen zijn missie was mislukt wist dat hij ging. Vele mysteries, die alleen Hess kan op helderen zullen met hem sterven als hij zelf in de gevangenis overlijdt. Zou Hess in de gevangenis sterven, dan wordt hij ook op gevangenisgrond begraven. De kist staat al klaar. Nederlanders maken al jaren gebruik van de mogelijkheden die de Ziektewet, de Werkloosheidswet en de Algemene Ouderdomswet bieden, maar aan de Bij standswet hebben nog te weinig mensen een boodschap. „De mensen weten onvoldoende van de Bijstandswet", zegt de heer Egas, „want in die wet staat: Elke Neder landse burger heeft het recht op bij stand wanneer hij niet in de normale kosten van het bestaan kan voorzien". Wat zijn normale kosten? „Daar is geen vast cijfer voor gege ven. Ze worden per gemeente vastge steld. In elke gemeente ligt de norm nu eenmaal anders en daar houdt de wet rekening mee". „Behalve voor bijstand voor normale kosten kan men incidenteel ook voor buitengewone lasten bij de Bijstandswet terecht. Ik geef een voorbeeld. Een be jaarde, die het met zijn AOW en een pensioen aardig rooit, wordt plotseling invalide". „Zijn huis moet worden aangepast aan zijn nieuwe omstandigheid. Er moeten misschien wel drempels worden verwij derd. Voor die extra kosten kan men bijstand vragen". Heerst er drempelvrees voor het aan vragen van bijstand? „Ja. Veel mensen hebben er moeite mee om de drempel van het gebouw van sociale zaken' te overschrijden". Dit komt weieens door de houding van de ambtenaren, die da mensen niet altijd even tegemoetkomend behande len. Daardoor is bij veel mensen een af- weerrèactie ontstaan". „Het moet mogelijk worden dat an deren de aanvraag indienen. Ik bedoel verzorgsters in een bejaardenhuis, maatschappelijk werksters, wijkver pleegsters en vakboncjsfunctionarissen" „Ik heb daarover al vaker mijn ge dachten laten gaan toen ik nog staats secretaris was. Ik heb destijds een werk groep ingesteld die door de tegenwoor dige staatssecretaris tot een commissie is omgevormd. Van die commissie word ik voorzitter en volgende maand wor den we actief". ,Het soort mensen, dat bij de omroep werkt, ligt mij. Het is een soort, waar bij ik me happy voel. Er heerst 'n sfeer die niets commercieels heeft en dat is juist zo prettig. Een technicus bij de radio kan zich urenlang kapot werken voor één klein geluidseffectje". ,De luisteraars merken er nauwelijks iets van en die technicus verdient er geen cent mee. Toch doet hij het, om dat hij er lol in heeft". In 1959 trouwde Ilse Wessel met Jaap Dubbelboer, toen zanger en student in Groningen, nu als drs. Dubbelboer plaatsvervangend hoofd van de pro grammaleiding van de AVRO-televisie. Vier jaar later stapte zij over van de radio naar de televisie. Een plotselinge overgang. „Ik ben gewoon voor de televisieca mera's gegooid. Ik moest invallen, om dat de omroepsters van de AVRO ziek waren. Een t.v.-studio had ik van bin nen nooit eerder gezien. Tot overmaat van ramp was mijn eerste optreden op een zondag. Dat was wel het ergste wat een vrouw kan overkomen, want alle kapperszaken waren dicht". Bij de televisie leerde Ilse zich, zo als zij het noemt, bewust worden van uiterlijkheden. De angst, dat zij iets fout zou doen, bleef haar achtervolgen, ook al ging er nooit iets fout. Na zes jaar ervaring voor de came ra's weet zij: „Over het algemeen kun je een televisie-omroepster niet voor radio-werk gebruiken. Zij zal meestal bij de radio door de mand vallen, om dat haar stem en uitspraak op de eerste plaats komen". Ilse constateert nuchter: „Het werk, dat een televisie-omroepster doet, is nu ook weer niet zo belangrijk als meestal wordt gedacht. Het is vrij onpersoonlijk werk. Op zo'n avond representeer ik ge woon de AVRO. Je spreekt trouwens op een avond in totaal nauwelijks meer dan twee minuten". V Toch gelooft zij niet, dat de televisie er zonder omroepsters aantrekkelijker op zou worden. „Het is gewoon van praktisch nut, dat er een juffrouw een hele avond in de studio klaar staat, voor het geval er iets mis gaat". Uitgesproken voorkeur voor een be paald televisieprogramma heeft Ilse Wessel niet. „Er is geen enkel program ma, waarvoor ik thuis blijf. Of het moe ten Toon Hermans of Wim Sonneveld zijn". En Peyton Place, waarvan de AVRO deze week de honderdste aflevering liet zien? Ilse: „Afschuwelijk". En voetballen op de t.v.? Ilse: „Voetballen interesseert me geen lor". „Met alle middelen die ons ter be schikking staan gaan we de Bijstands wet populariseren. We krijgen televisie strips voor de algemene informatie, maar daarnaast zullen we ook gericht te werk gaan. De wethouder en de ambtenaar die nu nog een verkeerde instelling hebben krijgen informatie, evenals de anderen die ik al noemde". „Het moet niet langer mogelijk zijn, dat mensen vijf tot tien jaar geen nieu we kleren kopen, omdat ze er geen geld voor hebben of, zoals bij een onderzoek in de Amsterdamse Bos- en Lommer- buurt gebleken is, gewoon honger lij den". WASHINGTON Een enorm beeld van een Hawaiiaanse koning is in het Capitool geplaatst. Het is de eerste mo narch, die in het Capitool als held van de republiek wordt geëerd. Het bronzen beeld van koning Kame- hameha I, dat boven zijn voetstuk nog bijna 2,70 meter meet, en een meer dan levensgroot beeld van pater Joseph Da- miaan, de Belgische missionaris die on der de leprozen van Hawaii heeft ge werkt, zijn de bijdragen van de 50ste staat der V.S. aan de beelden verzame ling in de hallen van het Capitool. Elke staat heeft recht op de plaatsing van twee beelden van zijn helden. Al leen Alaska is nog niet vertegenwoor digd. Acht staten hebben slechts één beeld in het Capitool staan.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 9