DEZE WEEK: nader beschouwd
Minister Luns zal nu moeten...
„Uw geld - hun leven"
De kroonprins
De generaal wil geen
papieren leger
EEN NIEUWE LEIDER -
HET OUDE GELUID
HUSAK
WIL
MACHT
Het legerkorps wisselt
(weer) van commandant
Veel contact
Zwenking
Eerzuchtig
Specialisten
In de gevangenis
Minister Luns is een man met zoveel
diplomatieke ervaring dat vrijwel alle an
dere minsters van buitenlandse zaken in
de wereld iets van hem kunnen leren. Dat
is prettig, maar het heeft ook zijn nade
len. Een van die nadelen is dat het hem
moeilijk valt eens een stap te doen die
dan wel wat minder diplomatiek kan zijn
maar die in ieder geval het voordeel heeft
van duidelijkheid.
Zulk een stap zal minister Luns r>u toch
moeten ondernemen. Want niet alleen de
oppositie maar ook de regeringspartijen
hebben hem in schriftelijke vragen dui
delijk onder de neus gewreven dat hij in
zake Griekenland echt ernst moet maken.
Dat acht fracties uit de Tweede Kamer
gezamenlijk een minister zo onder druk
zetten is een zeldzaam verschijnsel In
dit geval bewijst het dat de Kamer het ge
treuzel van de heer Luns om Griekenland
niet langer te erkennen als lid van de
Raad van Europa, meer dan beu is.
Het optreden van het dictatoriale kolo
nelsbewind in Athene zit de Tweede Ka
mer hoog. En terecht. Steeds duidelijker
wordt het ook uit getuigenverklaringen
dat Papadopoulo8 en de zijnen de de
mocratische rechten van het Griekse volk
geweld aandoen. Binnenkort komt de
Europese commissie voor de rechten van
de mens met 'n rapport op tafel, maar 't
gaat niet aan om zoals minister Luns
wil daar nog langer op te wachten. Te
genover het Griekse volk kan dat wachten
alleen maar als een slappe, steriele en on
bewogen politiek worden uitgelegd.
De minister van Buitenlandse Zaken zal,
na overleg met de overige kabinetsleden,
verstandig handelen indien hij de wenk van
de Kamer opvolgt. Hij kan niet blijven
doen alsof de volksvertegenwoordiging
maar een lastig college is, waarvan hij de
besluiten naast zich neer kan leggen.
De actie van de fracties krijgt nog meer
betekenis nu is gebleken dat de socialist
Van der Stoel de regeringspartijen voor
zijn standpunt heeft weten te winnen! Zelfs
minister Luns' egen partijgenoot mc. J
A. Mommersteeg ondertekende de vragen.
Het is helaas weer nodig: de Stichting
Vluchtelingenhulp Biafra-conflict zal In
de komende week opnieuw een beroep op
u doen om te geven. Om véél te geven.
Want, zo luidt het motto: „Uw geld
hun leven" met uw geld worden levens
gespaard. Er is nauwelijks een betere be
stemming van geld mogelijk. Hoe u aan
deze actie mee kunt doen zult u de vol
gende week vanzelf bemerken, want de
organisatoren zijn niet van plan iemand
over te slaan. Zou u toch de collectebus
of de intekenlijst mislopen, dan kunt u
altijd nog uw geld kwijt op gironummer
400 ten name van de Stichting die in
Utrecht is gevestigd.
Is het inderdaad nodig? Er zijn twee
antwoorden op mogelijk: ja en neen. Het
is nodig omdat er in dat geteisterde ge
bied nog altijd een onvoorstelbare nood
heerst die alleen maar door hulp van bui
tenaf kan worden gelenigd. Het zou niét
nodig zijn als de wereld eindelijk eens
wijs werd en een einde maakte aan dit
onmenselijke conflict. Als men eindelijk
eens ophield met wapens te leveren aan
Nigeria en als men eindelijk eens aan de
verwaten oorlogsleiders duidelijk maakte
dat uithongeren een wapen is dat tot de
oorlogsmisdaden gerekend kan worden.
En als zodanig ook bestraft dient te wor
den. Zo lang dat niet gebeurt zal men
doorgaan tot het bittere einde - het aan
ons overlatend voor de slachtoffers te
zorgen.
Het is bitter het zo te moeten stellen
- maar nooit mag hieruit de conclusie
getrokken worden dat we die slachtoffers
dan ook maar aan hun lot moeten over
laten. We moéten helpen. Want als wij,
de beschaafde, de christelijke landen niet
het voorbeeld geven van naastenliefde,
wat kan men dan nog voor waarde hech
ten aan die beschaving en aan die chris
telijkheid?
Gezegd mag worden dat men dit in de
wereld en in Nederland niet in de laat
ste plaats terdege beseft. Er is in de
afgelopen periode enorm veel gedaan en
enorm veel gegeven. Zesentwintig mil
joen gulden is er tot dusverre uitgege
ven door de vier organisaties die bij de
hulpverlening betrokken zijn. En dat dat
niet helemaal tevergeefs is geweest mag
blijken uit een rapport dat een Ameri
kaanse groep deskundigen aan de Senaat
heeft uitgebracht. Deze deskundigen trok
ken drie conclusies: dat er sinds het be
gin van de oorlog anderhalf miljoen men
sen zijn verhongerd; dat er dit jaar nog
eens een miljoen zal omkomen als er
geen drastische verruiming komt van de
aanvoermogeiijkheid voor voedsel en me
dicamenten; en dat zonder de intensieve
hulp die is geboden tenminste nog een
miljoen mensen meer om het leven zou
zijn gekomen.
„Uw geld hun leven". Het Is triest
maar waar. Dan maar ons geld!
Als morgen de Fransen neen zeggen op de vragen die hun
president hun heeft gesteld en als Charles de Gaulle dan zyn
dreigement waar maakt en heen gaat wat dan? De vraag
stellen is tevens denken aan Georges Pompidou, de man die
al vele jaren gezien wordt als „de kroonprins", als Frankrtfks
president in het na-Gaullistische tijdperk. Want men vergisse
zich niet: een eventuele afwijzing van het referendum mag
niet worden uitgelegd als een afwijzing van „het Gaullisme"
wat dat dan ook wezen mag. De Fransen weten maar al
te goed dat zij aan het regime-De Gaulle de (nog altijd be
trekkelijke) rust en welvaart te danken hebben, die het land
onder de steeds wisselende kabinetten van het oude regime
moest ontberen. En daarom zullen zij, als er eventueel een
nieuwe president moet worden gekozen, aan Pompidou zeker
de voorkeur geven boven een oppositionele kandidaat. Want
Pompidou is de man op wiens bureau een foto van De Gaul
le staat met daarop als opdracht: „Aan mijn vriend voor al
tijd...".
En dan zal Georges Pompidou niet weigeren. Niet omdat hij
een ambitieus politicus is integendeel: veel liever zou hij
leraar gebleven zijn. Of hoogleraar. Of schrijver, want ook
daarin blinkt hij uit. Maar hij is boven alles een plichtsge
trouw man. Een man die bereid is eigen belang opzij te
schuiven als de belangen van zijn land daarmee gediend
zijn. De tijd dat hij van „kroonprins" zal promoveren tot
president lijkt niet ver meer af. En dan pas bal blijken wie
Pompidou werkelijk is: alleen maar de plichtsgetrouwe
vriend van de grote Charles of een eigen persoonlijkheid.
Europa hoopt op het laatste.
„Ik was er eerlijk gezegd
kapot van!" de woorden
zijn van generaal-majoor J.
C. Dartels als reactie op zijn
benoeming, per 1 november
a.s., tot commandant van het
eerste legerkorps. „Ik be
schouw deze bevordering als
een mooie afsluiting van mijn
militaire carrière!" Zo Is het
ook inderdaad en graag wil
len we de nieuwe comman
dant onze gelukwensen aan
bieden. Dat wij hierna toch
een paar kritische kantteke
ningen maken heeft met de
persoon van generaal Dartels
niets te maken, want hij zal
een bijzonder goed comman
dant zijn. De kritiek komt
voort uit het nauwkeurig le
zen van het benoemingsbe-
richt. Generaal Dartels is 58
.jaar, zal dus zijn functie
hoogstens twee jaar kunnen
bekleden. Hij volgt de luite
nant-generaal L. A. Savalle
op, die op 1 november met
pensioen gaat en dan op de
dag af twee jaar zijn functie
het hoogste Nederlandse
troepencommando zal heb
ben vervuld. Generaal Dar
tels zal ln zijn functie van
commandant van de 7-de-
cember-divisie worden opge
volgd door brigade-generaal
Th. van Ardenne, die dan
precies negen maanden
chef van de staf van het eer
ste legerkorps zal zijn ge
weest. Hier raakt een burger
toch wel even onder de in
druk. Hoewel hem niet alle
rangen en standen van het
leger volkomen duidelijk zijn
beseft hij dat het hier gaat
over topfuncties, functies die
zeer grote verantwoordelijk
heid met zich brengen voor
mensen en (kostbaar) mate
rieel. Kan een man atefa In
zo'n functie inwerken en
waar maken als hij sleohts
een periode van maanden
toegewezen krijgt evenveel
maanden als een topfunctio
naris in de burgermaatschap
pij meestal jaren krijgt? Na
tuurlijk is het waar dat een
leger anders functioneert dan
een bedrijf: de hele opleiding
van officieren is gericht op
het dragen van verantwoor
delijkheid en men krijgt die
ook te dragen zij het telkens
op een ander niveau. En ook
de werkzaamheden op die
verschillende niveaus lijken
op elkaar. Maar dat neemt
niet weg dat elke functie een
eigen problematiek in zich
bergt en ook dat men telkens
met andere medewerkers en
andere relaties te maken
krijgt. Hoe kan men in die
verbanden tot teamwork ko
men als men maar zo'n korte
tijd ter beschikking heeft?
In het interview dat de ko
mende legerkorpscomman
dant onze verslaggever toe
stond is het over dit alles niet
gegaan en toch vindt men
er iets van terug. Generaal
Dartels is een man die in de
twee jaar dat hij comman
dant zal zijn toch wel een
eigen stempel op die functie
zal willen drukken. Maan
m'n plannen en ideeën
zal ik eerst met de bevelheb
ber der landstrijdkrachten
moeten besprekenKoes
tert hij hoop er dan ook nof
iets van te kunnen verwezen
lijken? Waarschijnlijker Ltfirt
het dat hij de uitvoering toch
aan een ander zal moeten
overlaten. En die ander heeü
ook weer eigen plannen ea
ideeën.
Officieel draagt een generaal een
pet niet een rode band generaal
Bartels zal er ook zeker een hebben,
maar bijna niemand heeft hem ooit
met die pet op gezien. Want hij is de
generaal van het veldtenue en de on
afscheidelijke cavaleriecap. Zo kan
men hem vinden in een commando
wagen of zo maar in een tent terwijl
hij een sigaretje draait met een soldaat
of een korporaal. Of tijdens een oefe
ning een kopje koffie drinkend met
een verslaggever die wat weten wil.
Een veldheer is hij, letterlijk en fi
guurlijk. Een liefhebber van de na
tuur, minnaar van jacht en van paar
den. Met een hartgrondige hekel aan
„papieren rompslomp'*. We waren bij
hem toen hij net terug was van een
oefening in Duitsland. „Kijk toch
eens wat een map papieren er bij zo'n
oefening te pas komt", zegt hij. „Ik
geloof toch dat het allemaal wel wat
eenvoudiger kan. Ik ga het in ieder
geval proberen. Want als er werkelijk
eens iets zou gebeuren dan is er wel
licht geen tijd voor het maken van zo
veel stukken!" En daarmee bestempelt
de generaal zich ook als een heel rea
listisch man.
Dat realisme zal hij nodig hebben en
zijn afkeer van veel papier zal hij
toch moeten onderdrukken, want ge
neraal Bartels krijgt het bevel over het
legerkorps in een niet zo heel gemak
kelijke periode. Een periode waarin
van alle kanten wordt aangedrongen op
bezuiniging op de militaire uitgaven,
een periode ook waarin zich wellicht al
de eerste gevolgen zullen doen gevoelen
van de vervroegde dienstverlating van
vele officieren ook al zal de grote
klap" pas later komen. n
„Ik weet het", zegt generaal Bartels.
„Ik weet dat er bezuinigd zal moeten
worden en ik weet dat ik van lieverle
de ervaren en toegewijde mensen zal
moeten missen. Met die wetenschap
echter wil ik de paraatheid en inzet
baarheid van het legerkorps niet
slechts op het huidige niveau handha
ven maar zo mogelijk nog verbeteren".
Over dat legerkorps is hij overigens
bijzonder enthousiast. „Vergeleken met
legerkorpsen uit andere Navo-landen
slaan we beslist een goed figuur. Ik
houd nog steeds vol dat de Nederland
se soldaat de beste van Europa is".
Kom bij hem ook niet aan met min of
meer laatdunkende uitlatingen als „on
ze jongens" „De soldaten in ons le
ger zijn geen jongens. Het zijn in het al
gemeen mannen, vaak met een eigen
gezin en met hun eigen verantwoorde
lijkheden".
Generaal Bartels kent zijn soldaten.
„Ik praat graag en veel met mijn men
sen, ongeacht welke rang of functie.
En ik zal ook in de toekomst m'n best
doen het contact met de troep niet te
veel te verliezen. Als bataljonscom
mandant is goed contact met de troep
nog het beste te realiseren. In een bri
gade wordt dat al wat moeilijker en
als divisiecommandant heb je er moei
te mee van dag tot dag op de hoogte
te blijven van wat er onder de men
sen leeft. Ik vind het contact met de
mens, met de jeugd vooral, belangrijk.
Altijd heb ik met ze gepraat, heb ik
geprobeerd te begrijpen wat er in die
jongeren omgaat. Hun opvattingen, ze
ker als men ze plaatst in het huidige
tijdsbestek, kan ik goed begrijpen".
In dit licht beziet hij ook de democra
tisering van het leger. „De soldaten-
commissies vind ik een goede zaak,
wat dat betreft sta ik pal achter gene
raal Van Rijn, de bevelhebber der
landstrijdkrachten. Ik zie in die nieu
we commissies veel positieve elemen
ten schrijf dat maar gerust op. Ik
geloof dat onze tijd om zoiets vraagt.
We hoeven wat door die commissies
„Het is een zwaar en verantwoordelijk ambt
dat mij heden krachtens de verkiezing in het
presidium van onze partij is opgelegd". Deze en
soortgelijke woorden sprak de nieuwe leider
van de Tsjechoslowaakse communistische
partij Gustav Husak, donderdagavond voor de
Praagse televisie. Hij zei ook: „Onze politiek
zal niet worden gewijzigd, slechts de methoden
om haar ten uitvoer te brengen".
De nieuwe partijchef had bepaalde metho
den van de „onveranderlijke politiek" in de
vorm van „preventieve" massa-arrestaties in
praktijk gebracht toen hij nog pardjchef was in
Slowakije. Al te euvel mag men hem dat overi
gens niet duiden. Tenslotte heeft de door een
mateloze eerzucht gedreven Husak al in de pe
riode na de oorlog „zuiveringstechnieken" pn-
der Slowaakse intellectuelen uitgeprobeerd.
Voor morele overwegingen schijnt in Husaks
politieke overtuigingen niet veel ruimte te be
staan.
Husaks eerzucht maakt tenslotte ook de zwen
kende koers van zijn politieke opvattingen be
grijpelijk. Die omspande in het afgelopen jaar
zonder moeite de boog van een ogenschijnlijk li
berale hervormer naar de met samenwerking
met de Russische bezetters strevende politicus.
Nadat Dubcek de leidende positie van Novot-
ny had overgenomen het begin van het korte
„liberale" tijdperk in Tsjecho-Slowakije had
Husak de noodzakelijkheid van de democratise
ring nog met de volgende woorden omschreven:
„De Europese tijdgenoot wil meepraten en mee
beslissen, wanneer zijn lot ter discussie staat.
Hij wil zijn leiders zelf kunnen kiezen. Hij wil
hen kunnen prijzen, maar ook kunnen kritise
ren, ja zelfs kunnen afzetten".
In de vlak na de invasie ontstane ondoorzich
tige toestand trad Husak voorlopig gereserveerd
op. Met voorzichtige opmerkingen hield hij zijn
positie naar beide kanten open. Later ontpopte
hij zich steeds meer als een van de ijverigste
helpers van degenen die de eens door hem ge
laakte „krachten der verstarring" in zijn land
vertegenwoordigden. Plotseling was uit de her
vormer de „realist" gegroeid, die de Russische
leuzen van „pers-excessen" en de „gevaarlijke
werkingen van anti-socialistische, rechtsgerich-
Geen wonder dat aan muren woordspelingen
te krachten" bereidwillig overnam,
werden gekalkt die al eerder de ronde hadden
gedaan zoals Husak-Rusak Hnusak, wat zo
veel betekent als Husak-Russenvriend Af
schuwelijke vent.
Het doel is bereikt: met veel eerbetoon
werd partijleider Husak deze week in
Moskou ontvangen. Van links naar rechts:
Cernik, Breznjev, Husak, Kosygin en Podgorny.
ders nam hij in 1944 aan de nationale opstand
van de Slowaken tegen het Duitsland van Hitier
deel.
Na de oorlog werd hij premier van Slowakije.
In 1948 was hij een van de weinige mannen,
die bij de politieke zuiveringen over leven en
dood van anderen beschikte. Maar drie jaar la
ter kreeg het lot hem te pakken: wegens „bur
gerlijk nationalisme" werd hij in 1951 tot le
venslange gevangenisstraf veroordeeld. Nadat
hij in 1960 was vrijgelaten en in 1963 was gere
habiliteerd, bracht de overwinning van Dub
cek en de val van Novotny hem opnieuw hoog
op de politieke ladder. Husak werd eerst voor
zitter van de Slowaakse Nationale Raad, kort
daarna een van de plaatsvervangers van pre
mier Cernik.
Deze regeringsfunctie raakte hij kwijt toen
begin dit jaar Tsjechoslowakije werd gesplitst
in twee federale republieken: Tsjechië en Slo
wakije. Als partijleider van de Slowaakse com
munistische partij, een ambt dat hij na de in
vasie van de van collaboratie verdachte Bilak
had overgenomen, versterkte hij zijn invloed
op de politke gebeurtenissen in zijn land. De
invloed werd nog groter toen hij korte tijd la
ter in het partij presidium van de Tsjechoslo
waakse communistische partij werd gekozen.
Al lang voordat Praag werd gedwongen van
de liberale koers af te wijken was het duide
lijk dat de met twee ellebogen vechtende Slo-
waak hetstreven naar liberalisering slechts in
zoverre ondersteunde als nuttig was voor zijn
Slowaaks patriottisme. De oude droom van
een federale staat bereikte in januari zijn po
litieke doel.
Viel vóór de 21ste augustus het streven van
Husak samen met dat van de Praagse hervor
mers, na de bezetting ontdekte hij in de Rus
sen zijn bondgenoten. Hoezeer de Russen hem
van hun kant als een doeltreffend instrument
voor het bereiken van hun doelstellingen gezien
hebben, bleek wel uit de hoffelijkheid waarmee
Russische afgezanten hem bezochten, lang voor
dat hij partijleider werd.
Zijn nooit onderdrukte eerzucht naar de func
tie van partijvoorzitter, waarop hij als beloning
voor zijn dienstbaarheid aan de Russen had ge
hoopt, heeft hem tenslotte het gestelde doel la
ten bereiken.
Husaks wens is vervuld, maar zijn land staat
aan het begin van een nieuwe etappe in het po
litieke drama, dat op 21 augustus 1968 met de
brutale Russische o.verval is begonnen.
gedaan wordt nu niet direct inspraak
te noemen, maar een feit is dat onze
mensen via die commissies vaak met
goede gedachten komen die het overwe
gen en vaak ook het uitvoeren waard
zijn. Ik vind dat ons leger daar beter
van wordt!"
Een probleem waarmee génernaal
Bartels in z'n tweejarige periode als le
gerkorpscommandant zeker ook te ma
ken zal krijgen is de steeds snellere op
mars van de techniek in het leger.
Want er zal dan wel zuinig aan gedaan
moeten worden maar de verbetering
en de vernieuwing van het materieel
zal voortgang moeten vinden. En de
opleiding van mensen die met die tech
nieken vertrouwd zijn, zal daarmee
gelijke tred moeten houden. Ik okto
ber al zullen de eerste nieuwe Leo-
pardtanks in München van de band rol
len en ze zullen in de periode van ge
neraal Bartels' commanda in het worps
moeten worden ingepast. „Ik ben er blij
mee", zeg hij, „want het is een goede
tank". Maar de hele technische op
mars overziend is hij toch van mening
dat er voor de bediening van al dat du
re en meestal ingewikkelde materieel
meer beroepspersoneel beschikbaar zou
moeten zijn. Niet dat hij dat materieel
niet aan toegewijde dienstplichtigen
zou willen toevertrouwen, maar de op
leiding van deze mensen is kostbaar en
men heeft er betrekkelijk weinig pro
fijt van. „Daarom vind ik het instituut
van de technische specialisten een goe
de oplossing. De resultaten die men
daarmee de laatste tijd heeft bereikt
zijn goed. En van de opleiding van de
ze mensen profiteren zowel het leger
als de burgermaatschappij. Een be
roepsleger zoals met name de Engel
sen dat hebben, heeft natuurlijk vele
voordelen voor de legerleiding. Maar er
zijn toch ook grote nadelen denk al
leen maar aan de vele overplaatsin
gen!"
Generaal Bartels is zijn militaire
carrière begonnen als res erve- offkaer
bij de artillerie. In het voorjaar van
1939 ging hij als beroepsofficier naar
de cavalerie... en huzaar voelt hij zich
nog altijd. Paarden hebben zijn grote
liefde. „Ik hoop na mijn pensionering
nog eens een paard helemaal te kun
nen africhten. Nu heb ik daar geen tijd
voor. Ook aan mijn andere liefhebberij,
jagen op grof wild, kom ik trouwens
maar zelden toe". Hij bladert in zijn
agenda, die is volgeboekt met data van
(oefeningen, stafbesprekingen, conferen
ties. Op één dag na, ergens in het na
jaar. Daar staat met duidelijke letters
grofwilddag! Maar dat is dan ook de
enige vrije dag die er uitspringt, afge
zien van de vakantie. Ook die is, van
zelfsprekend, aan de jacht gewijd. Of
jagen... „Het gaat me niet in de eer
ste plaats op het jagen zelf. Soms
schiet ik geen dier in die vrije weken.
Voor mij is de hoofdzaak dat ik in de
vrije natuur ben!
Hoe die vakantie dit jaar zal lopen?
„Ik heb geprobeerd in de maanden ju
li en augustus m'n agenda een beetjt
vrij te houden. Want ik heb tijd nodig
om m'n plannen en ideeën een wat vas
tere vorm te geven. Nee, iets daarvan
vertellen kan ik niet, zover ben ik nog
niet. Ik zal ze trouwens eerst met de
bevelhebber der landstrijdkrachten
moeten bespreken". In oktober dan nog
een grote oefening met een pantserbri
gade, waarin de generaal alles wat hij
tot nu toe aan tactische theorieën heeft
verkondigd, wil toepassen. En dan is
er het afscheid van de divisie. „Er
gens wel jammer! We hebben hier een
bijzondere prettige sfeer. Ik heb goede
mensen in mijn staf zitten. Men loopt
makkelijk mijn bureau binnen en we
lachen samen ook vaak". En dan is
het 1 november, de datum waarop het
legerkorps een nieuwe commandant
krijgt. Een commandant die een veld
heer is, letterlijk en figuurlijk. Een
veldheer die trots zal zijn op zijn ap
paraat, op zijn mensen. Maar ook een
veldheer die heel duidelijk ziet dat het
leger eën instrument dient te zijn om
de vrede te bewaren.
Dit politiek opportunisme, de drijfveer van z'n eer
zucht is de kern van een leven dat ongeveer
vergelijkbaar met de Pool Gomulka het stem
pel uit de jaren van het stalinisme heeft gekre
gen.
De 56-jarige Slowaak, advocaat van beroep,
klein van gestalte, met bril zonder randen en
grijze haardos, behoort al sinds 1933 tot de
communistische partij. Als een van haar lei-
WSÊB