De status van portiekflats hoger dan galerijflats QUIZ-TEAM IS AAN EINDE VAN LATIJN Doctorandus en monteur schrappen verf in Hoorn STOOM IS TOCH HET ENIGE ECHTE Kersenbloesems, geishas, zijde, parels De toekomst van het tweede huis SCHROOTHOOP ZATERDAG GEEN PROBLEEM BEPALINGEN ZAKELIJK CONGRESSEN SERVICE VAST ONDERGRONDS HOSPITAAL ftnMMMMMimMMriMfVfMJBHMIMNIJnfVMIWMVlMmp HERGEBOORTE VAN LOCOMOTIEFJE HOORN De rails op het verstilde zaterdag in Hoorn het vervallen mate- gtationsemplacement van Hoorn zijn rieel te 15 Dan staat een doctorandus dof van de joest. Een enkel stel slechts heeft nog wat glans. Dank zij de die seltreintjes die volgens de dienstrege ling met ruimte tussenpozen de welda dige rust verstoren. Aan de rand van het terrein staat •en oude, gore loods vol gebroken ruit jes. Binnen staan wat oude stoomloco- motiefjes en kapotte wagonnetjes, die rijp lijken voor de sloop. Op he toog een toonbeeld van verval en verlaten heid. Maar dat is schijn. Binnen wordt ge klopt en gezaagd. En af en toe dringt wat geroep en gefluit naar binnen. In de deuropening staan twee mannen. Hun blikken glijden liefkozend over de locomotiefjes. „Ze zijn", zegt de een, „zo goed als rijklaar. Biinenkort gaan we er mee rijden." „En volgend jaar," vult de ander aan, „gaan we er een dienst mee rij den. Dan moeten er ook een paar rij tuigen klaar zijn." Zij kijken naar de wrakke, onttakelde wagons. „Dat zul len we wel redden. Er wordt enthou siast genoeg gewerkt." De loods is het domein van de Tram wegstichting, een zeshonderd donateurs tellende club van mensen die gek zijn op stoomtrammetjes. Een club van messen die kosten noch moeite sparen om het overgebleven stoomtrammate- rieel in Nederland van de schroothoop te redden, opgericht in 1965 toen de laatste stoomtramdienst van de Rotter- damsche Tramwegmaatschappij werd opgedoekt. „Wij zijn," zegt Piet Scholten (37), montagechef van een warmtetechnisch bedrijf uit Zaandijk, „er een beetje bezeten van en daarom offeren we ie dere zaterdag op om hier te werken." „En andere leden," vult Hans de Her der (46), oudstationschef van Schiedam nu ambtenaar op het bureau Transport van de Nederlandse Spoorwegen in Rotterdam-Zuid, aan, „doen hetzelfde in onze werkplaatsen in Hellevoetsluis en Rotterdam." Een kleine twintig man gaat elke I in de natuurkunde verf te schrappen I een bedrijfsleider van een raffinaderij I Piet Scholten loopt bedrijvig- heen en de man van wie de technische aan- I naast een laborant. En dan timmert I zij aan zij met een typograaf. weer. Hij is chef van de werkplaats, wijzingen moeten komen. „De locomotieven zijn geen pro bleem", zegt hij en zijn hand klopt voorzichtig op de flank van de 18. een loc uit het begin van deze eeuw die de stichting cadeau kreeg van de Coöpe ratieve Suikerfabriek uit Roosendaal, „maar we moeten natuurlijk ook wat rijtuigen klaar krijgen". „In mei gaan we een paar ritten ma ken. Van Hoorn naar Wognum. Op 24 mei maken we twee ritten voor het pu bliek. Om centjes binnen te krijgen, want de financiën vormen het grootste probleem. Transport en reparaties van onze aanwinsten kosten ons handenvol geld". Hij kijkt -zorgelijk. „Maar", gaat hij wat vrolijker verder, „in oktober hopen we onze concessie te krijgen voor de exploitatie van de tramlijn Hoom Medemblik". „Dat is tui nog een goederenlijn van de spoorwegen. Lekker onrendabel. Als wij die lijn krijgen, wordt hij gedegra deerd tot tramlijn". „Dat is alleen maar prettig, hoor, want de exploitatie van een spoorlijn valt onder veel strengere bepalingen dan het onderhouden van een tramlijn. Als het eenmaal een tramlijn is, zijn een paar van onze eigen mensen be voegd om als machinist te rijden". „De vaste klanten voor het goederen- verhvoer nemen we van de spoorwe gen over. Daarnaast gaan we zeker twee keer in de week voor het pu bliek rijden. Het moet een toeristenlijn worden". Hij knipt met zijn vingers en kijkt opeens heel zakelijk. „Goedkoop wordt het niet, hoor, zo'n ritje. Maar de men sen mogen ook wel een paar centen over hebben voor zo'n unieke rit". „De opbrengst is bovendien toch ze ker voor een goed doel. Er zijn nog heel wat mooie stoommachines die ge red moeten worden". Zijn blik wordt dromerig. „Wie houdt", zegt hij, „nou niet van stoom. Stoom is toch het enige echte". ROYAL YORK HOTEL TORONTO HEEFT GEEN „GEWONE GASTEN TOKIO Sakoera (kersebloesem), geisha's, zijde en parels zijn lang be schouwd als de vier elegante produk- ten, die het beeld dat men zich in het buitenland van Japan vormde, een ro mantisch voorkomen gaven. Alle vier hebben tegenwoordig veel van hun symbojische positie verloren. Luchtvervuiling, veroorzaakt door in tense industrialisatie en motorisering, vernietigt elk jaar duizenden kersebo men. Japanners, die veel reizen, zijn tegenwoordig geneigd te zeggen: „Ga naar Washington als gij de echte schoonheid van de kersebloesem wilt zien". De kersebomen te Wasington zijn de nakomelingen van jonge bomen, die in 1912 aan Washington zijn ge schonken door de burgemeester van To kio, Joekio Oazaki. De geishha, eens de koningin van de gastvrouwen van de Japanse ver maaksindustrie, verliest in snel tempo haar populariteit. De Japanse mannen van het computertijdperk geven in toe nemende mate de voorkeur aan de ca barets en de cafés, boven de feodale gratie en charme van de geisha. Lang geleden was Japan de voornaam ste zij de-exporteur van de wereld. Ve len waren van mening, dat zijde een glans, een zachtheid en een sterkte be zat, die door synthetische stoffen niet konden worden geëvenaard. Nylon, te- tron, vinylon en andere synthetische weefsels nemen tegenwoordig in Japan en daarbuiten de plaats van zijde in. Zijde maakt thans nauwelijks een pro cent uit van de totale export van het land. Ook de produktie is gedaald, zo dat dit land ook zijde moet invoeren. De kweekparel was het produkt van zulk een bloeiende industrie, dat wijlen de paarlkoning Kokitsji Mikimoto eens blufte: „Ik zal de halzen van alle knappe vrouwen van de hele wereld verbergen in paarlencolliers van Miki moto". Sommige Japanse paarl-exporteurs wijten de achteruitgang van de export aan de komst van het miimok-tijdvak, andere aan ontwrictehnde overproduk- tie. HALMSTAD Evenals in Nederland hebben ook tal van inwoners van Zwe den, dat twaalf maal zo groot is als ons land, maar slechts 7,8 miljoen inwo ners telt, een tweede huis. Om precies te zijn heeft Zweden op het ogenblik zo'n 300.000 tweede huizen. Een officië le schatting meent, dat dit aantal in 1970 reeds zal zijn opgelopen tot een half miljoen. Deskundigen op het gebied van toe risme, zoals Per-Eric Eking, de direc teur van het toeristenbureau in de Zweedse plaats Halmstad, menen even wel, dat deze schatting aan de hoge kant is. Zij wijzen er op, dat tal van Zweden hun vakantiehuis van de hand doen, daar hun opgroeiende kinderen er bezwaar tegen maken steeds naar dit tweede tehuis te moeten, reden waar om dan ook al vele Zweden dit huis van de hand doen en zich een caravan aanschaffen. De toeristische deskundi gen verwachten dan ook, dat de toege nomen verkoop van caravans zich zal doorzetten. hotel berust is niet uit het eigen hospi taal afkomstig- Dat medisch studieobject is vergeten door een spreker op een artsencongres. Als deze zomer het volgende artsencon gres wordt gehouden, zal hij hem weer; meenemen, heëft hij beloofd. Het is een van de niet te tellen hoe veelheid congressen die er jaarlijks in het hotel worden gehouden. Elke dag vervaardigt de eigen drukkerij een lijst van de bijeenkomsten die er die dag in de 32 vergaderzalen worden gehouden, variërend van de jaardag van de club van kerstboomverbouwers tot 't studie congres van de Canadese bond van ac countants. Om hun zaal te bereiken hebben zij in het hotel 24 roltrappen en een bat terij van tien liften tot hun beschikking. Het liftknopje voor de juiste verdieping hoeven de gasten niet eens zelf in te drukken: daarvoor heeft het hotel een legertje in kinderlijke uniformen gesto ken dames in dienst, onder commando van een gezette dame achter een ouder wets schakelbord. Service wordt immers in het hotel met een hoofdletter geschreven. Alleen: de Europese gast, die om een verloop stekker voor zijn niet op Amerikaanse stopcontacten berekende scheerapparaat vraagt, krjjgt te horen: Daar owrdt wel vaker om gevraagd, maar die heb ben we niet". In een hotel in Montreal waar men voor het eenpersoonstarief van het TORONTO Op de schrijftafels op de begane grond uitziende op de grote, schemerdonkere centrale hal liggen nog kroontjespennen. Wie een brief wil sturen kan er echter ook een stenotypiste huren die haar stenogrammen op een elektrische schrijfmachine uittikt. Het is typerend voor de sfeer in het reusachtige Royal York hotel in de Cana dese stad Toronto: alle modere comfort is aanwezig, maar het wordt verhuld achter een klassieke, pseudo-antieke aanblik. Als zij niet willen, behoeven zij geen voet op straat te zetten. In de hal en de ondergrondse winkelstraat onder die hal bevinden zich een bloemist, een snoep winkel, een sigarenwinkel, een winkel in boeken en tijdschriften, een kapper, een schoonheidssalon, een zaak in Es kimo-kunst (gewilde maar prijzige Ca nadese souvenirs), een regiment schoen poetsers, een modezaak, een portretfoto graaf en verschilende reisbureaus. Na tuurlijk is er ook een kantoor van Ca nadian Pacific Air, de luchtvaartmaat schappij die tot hetzelfde concern be hoort als het hotel, het concern dat met zijn eigen treinen, vrachtauto's, schepen en telegraaflijnen de grootste transport onderneming van de wereld is. Het Royal York is met zijn zestien honderd kamers het grootste hotel van het Britse Gemenebest maar het is niet de massa waar dit hotel zijn kracht in zoekt. Zegt de directie niet trots: „Ge wone gasten? Die hebben we niet". De prijzen lijken haar gelijk te ge ven. Een normale kamer (met ouder wets ingerichte eigen badkamer en toilet) kost per nacht voor één persoon f 71,40, zonder ontbijt. Het hotel heeft ook 116 suites, voor wie aan één kamer niet genoeg heeft. Twee daarvan zijn de zogenaamde vice regal-suites, bestaande uit één zit- en twee slaapkamers plus een soort keu ken- Hiervoor betalen de gasten ko ningin Juliana en president Kennedy logeerden er bijvoorbeeld 442 gulden per nacht, maar het kunnen betalen van dat bedrag is er niet de enige voorwaar de voor. De eenvoudige burgerman die hier bijv. een prijs uit de loterij zou willen opmaken zou te horen krijgen, dat er „helaas" geen suite beschikbaar is. Toch zijn er gasten die hier hun vaste verblijf hebben. Op het ogenblik zijn het er zestien die zich die weelde kun nen veroorloven. Voor de treinen vertrekkende van het ondergronds met het hotel verbon den Royal York station en de andere hotels van Canadian Pacific in Canada wordt de was in het Royal York Hotel gedaan en wordt ook al het zilverwerk onderhouden. Dat betekent dat in het topje van het 24 verdiepingen tellende gebouw, in een smoezelige ruimte, die schril afsteekt bij het pluche en de luxe van de ruimten voor de gasten, zes zil versmeden dag in dag uit deuken uit A In de Canadian Room, een van de 32.zalen van het Royal'York Hotel, kunnen 1550 mensen tegelijk dineren, In de keuken beschikken de koks daar voor onder meer over een gril waarin 72 kalkoenen tegelijk kunnen worden geroosterd. theepotten en ander zilverwerk zitten te hameren. Zo kent het hotel ook zijn eigen ploeg schilders, timmerlui, stoffeerders, sloten makers, elektriciens en monteurs voor de televisietoestellen en radio's, die op geen kamer ontbreken. Ze vormen maar een deel van de 1750 man personeel van het hotel. Daarbij zijn onder meer driehonderd kamer meisjes (toch vonden wij een asbak vol peuken op een schoongemaakte kamer) maar verwonderlijker is dat daarbij ook twee volledig bevoegde verpleeg sters zijn. Het hotel heeft immers zijn eigen hospitaaltje, dag en nacht geopend voor spoedgevallen bij gasten of perso neelsleden en te allen tjjde is een van de twee los-vast aan het hotel verbon den artsen op te roepen. Dat is in zo'n groot hotel geen overdaad, want vorig jaar stierven hier zestien mensen. Deze ziekenafdeling heeft echter ook al vaak nieuw leven mogen begroeten, als baby's de thuisreis van hun moeder niet wensten af te wachten. Voor aman delenknippen deinst men hier ook niet terug, maar de zieke hartklep op sterk water, die al zes maanden fyy de afdeling gevonden voorwerpen van het A Het Royal York Hotel heeft een eigen hospitaaltje met twee verpleeg sters in vaste dienst. Een van de twee artsen die aan het hotel zijn verbon den is altijd bereikbaar voor spoed- behandeling van een gast of een per soneelslid. Royal York vier kamers kan krijgen, beschikt men wel over een doos vol verloopstekkers. Hoe zit dat? De re ceptionist in Montreal glimlacht: „In onze klasse hotel komen meer Euro peanen". UTRECHT Het vastgoedbeleggings fonds voor institutionele beleggers geeft de voorkeur aan portiekflats boven galerijflats. Dat verklaarde de directeur van het bestuurskantoor Onroerend Goed N..V, de heer J. J. Jiskoot, in Utrecht op de jaarlijkse vergadering van houders van vast goedfracties van het VI.B Desgevraagd zei de heer Jiskoot, dat de raad van bijstand van het VIB zijn voorkeur voor de portiekwonin gen op tal van argumenten baseert: de bewoners van galerijflats ervaren het als onaangenaam, dat ze als ze thuiskomen via een min of meer war me hab toch weer de buitenlucht in moeten, voor ze bij hun huisdeur zijn; de galerijflats vergen door de aanwezigheid van hekken en wat dies meer zij, meer onderhoud en boven dien blijken flatbewoners een hogere status toe te kennen aan portiek- dan aan galerij woningen... De heer Jiskoot zei ook, dat het merk waardige verschijnsel zich. voordoet van een „hogere woonbeschaving" in de portiekflat. De bewoners moeten samen met een trap en een lift doen, men let meer op elkaar en houdt de zaak daarom beter schoon en er ko men in de portieken minder buren ruzies voor, dan op de veel georiger galerijen waaraan meestal de slaap kamers en keukens liggen. Flatgebouwen staan overigens onder aan het prioriteitslijstje van het VIB. Bij zijn beleggingen geeft het fonds allereerst de voorkeur aan eengezins woningen, omdat die waarschijnlijk binnen enkele jaren schaars en dus veel gevraagd zullen zijn. Daarna volgen de kleinere winkelcentra, waarvoor men de huur koppelt aan 'n index (die van levensonderhoud) en ide 'n relatied hoger rendement opleveren dan wonigen. In de derde plaats noemde de heer Jiskoot kan toorgebouwen, al is het VIB daar nu wat voorzichtiger mee geworden, om dat het aanbod van kantoren in ver schillende steden al zo groot is, dat men moeite heeft om ze te vullen. Het VIB bouwt daarom uitsluitend kan- toorgeboqwen als het zeker is van solvabele uhurders, die 'n jarenlanng contract willen afsluiten. Beleggingen in bedrijfsruimten heeft 't VIB voor lopig opgeschort, tot zich zeer gun stige projecten voordoen. HILVERSUM Ellen Blazer, Cha- wa Aronson en Ton Robbers, samen het brein achter het populairste tele visie-programma Per Seconde Wijzer, zijn doodmoe. Alleen de wetenschap, dat de quiz nog twee afleveringen heeft, houdt hen op de been. De laatste vragen voor de zestiende kandidaat moeten nog gemaakt worden. „Wij hebben onze bazen bij de Vara ervan moeten overtuigen dat wij on mogelijk nog een seizoen met Per Se conde Wjjzer kunnen doorgaan", aldus regisseuse Ellen Blazer. „Ik heb het idee dat er een wolk in mijn hoofd zit", verduidelijkt Chawa Aronson. Zij is Israëlische, maar woont reeds vele jaren in Nederland. Evenals Ellen Blazer en produktie- assistent Ton Robbers, heeft zij een dagtaak met het bedenken en uitzoe ken van de bijna drieduizend vragen en het controleren van de even zovele antwoorden. „Wij maken de vragen allemaal zelf, omdat een deskundige zo dicht op de onderwerpen zit, dat hij moeilij ke kwesties voor gemakkelijke houdt. Wij als leken worden niet door zo'n opeenhoping van kennis geremd". Ellen Blazer laat er wel op volgen dat de antwoorden door wetenschapsmen sen worden nagegaan. Trouwens elk feitje, dat in de quiz voorkomt, is gecontroleerd. „Wij heb ben een geweldige steun van bibliothe ken, ambassades en encyclopedieën. Rn toch komt het voor dat een ant woord niet goed is, zoals bij de heer Jager. Hij noemde een andere plaats voor de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Maar die zetel was dit jaar pas verhuisd", vergoeilijkt Ton Robbers. Chawa Aronson heeft tijdens de quiz wel ontdekt dat er in bijna elke encyclopedie onjuistheden staan. „Wij kunnen op geen enkel dichtvaren. Of het nu de Larousse, de Winkler Prins of de Brittannica is. Overal hebben wij er fouten in ontdekt". Toch is het moeilijkste onderdeel van het quiz-werk het maken van de bijbehorende filmpjes. „In één tot an- A Het vermoeide brein achter het po pulaire televisie-spel Per Seconde Wijzer. Links Ellen Blazer en rechts Chawa Aronson. derhalve minuut moeten wij het vol gende onderwerp aankondigen, maar met een open vraag laten eindigen. Het zo gecomprimeerd mogelijk werken heeft tot gevolg, dat wij elk ander tv-programma vervelend vin den. Zij zijn voor ons gevoel te lang zaam", zegt Ellen Blazer. Ruim tweehonderd mensen hebben zich voor het televisiespel gemeld. In het gebouw van de VARA moesten zij een examen afleggen over een van de vier gekozen onderwerpen. De mëes- ten zakten door de gepeperde vragen. Zestien kandidaten deden uiteindelijk mee, terwijl er maar vier de ruim vijfduizend gulden wonnen. Van deze winnaars was wat kennis betreft de oud-journalist Janssen uit Utrecht de knapste. „Hij wist werke lijk alles", aldus Ellen Blazer. „Hij liet ons echter zweten, door de poppe tjes - beeldjes noemde hij ze - steeds te laten vallen". Ellen Blazer herinnert zich dat de meeste brieven komen, als er een kan didaat is afgevallen. „Dan zijn wij niet eerlijk geweest of waren de vra gen te moeilijk". Het ziet er naar uit dat het televisie programma met de grootste kijk dichtheid - elke keer zo'n vijf miljoen mensen - op het toppunt van zijn popu lariteit uit de ether gaat. Op 5 mei zal de laatste kandidaat, de Delftse student R. Maliepaard aan de vierde ronde beginnen. Tijdens de laatste uitzending, op 17 mei, kan hij de ruim vijfduizend gulden winnen. Een nieuwe kandidaat wordt niet meer gezocht. Hij zou zijn vijf rondes niet meer afkrijgen. Hoe vaak zal de Delftse student op de rand van zijn kennis balanceren Want dan ontstaat de spanning in het televisiespel. Ellen Blazer weet het nog niet. Wel weet zij, dat, zij nooit in de stoel van haar slachtoffer wil zitten. A

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 7