Wat is er in Veenendaal aan de hand GEREFORMEERDEN EN NIEUWE THEOLOGIE In discussie met VU-hoogleraar dr. H. M. Kuitert WONING GEZOCHT! GESCHR OKKEN KOSTERS L UIDEN DE NOODKLOK HET WOORD TER OVERDENKING Plaatsing geschiedt buiten verantwoordelijkheid van de redactie Naar aanleiding van de gebeurtenissen rond de do denherdenking op de vierde mei ontvingen we van de heer Adriaan P. de Kleuver een ingezonden stuk dat wij hieronder laten volgen. Hoewel we hieronder dit stuk van enig commentaar voorzien willen we er nu al op wijzen dat dit artikel niet door de heer De Kleuver geschreven is als medewerker aan onze krant zo kennen de meesten hem immers. De re dactie neemt voor de inhoud dan ook geen verant woordelijkheid. Ingezonden stukken schrijven is niet mijn sterk ste zijde. Maar nu mijn geboorteplaats Veenendaal voor de zoveelste maal in de sensatie-rubrieken van de grote pers verzeild geraakt is om zekere principes, die in onze moderne tijd niet meer te hanteren zijn, nu klaag ik open en eerlijk de ver oorzakers van deze onmogelijke kwestie aan. Men tracht van onze gemeente een soort Jeruzalem van het westen te maken. Maar men weet goed en zéér goed zelfs dat zulk een poging op heftig ver zet moet stuiten. Een deel van de bevolking tracht haar macht uit het verre verleden aan héél de ge meenschap op te dringen. En niemand durft het aan daar stelling tegen te nemen. De bakker niet omdat het een broodklant kan kosten, de boekhan delaar niet, omdat hij er een bloknote minder door zal verkopen, de drogist niet, omdat het de ver koop van een pakje pleisters kan kosten. En de arbeider niet, omdat de baas hem gauw genoeg de mond zal snoeren. Wat is er dan toch in Veenendaal gaande?! Ik stond in Rhenen op de bus te wachten en las in het wachthuisje van de NBM: „Veenendaal het donkere dorp". Gevolgd door een smeer aan het adres van een zekere Vroegindewey. Dat moet daar beslist door een opstandige Veenendaler met eenviltstif neergepend zijn. Goed het is schutting- taal en ik wil er ook niets anders in zien. Maar wel roep ik bij deze de bedrijvers van het kwaad ons oude Veenendalers telkens belachelijk te maken ken ter verantwoording. Is dat nu de zo hoog ge roemde geloofsvrijheid? Is dat het resultaat van onze meningsuiting? Wie zijn de schuldigen? Vanzelf zij die ons steeds weer belachelijk maken met pseudo-vromigheid die in feite niets met het ware christen-zijn te ma ken heeft. De mannen die zich zo graag om hun reformatorische beginselen op de Veenendaalse borst slaan, weten zij wel wat een bloed, leed en dic tatuur al eeuwen lang in hun kielzog meevaart? De reformatie was niets anders dan het meelopen met de kleine adel of de grote bonzen. Terwijl over al reeds dominees preekten in de kerken, bleef Veenendaal halsstarrig in de roomse eredienst vol harden. Eerst in 1592 haalden ze uit Leerdam een predikant omdat het totaal de verkeerde kant uit ging. Van calvinistische zijde heeft men in Veenen daal een bloeiende Doopsgezinde Gemeente een voudig kapot gemaakt. Vergeten die zo geprangde mensen met hun smoesjes over zondagsrust dat in ditzelfde Veenendaal in het midden van de zeven tiende eeuw nog zondagsmarkt gehouden werd en het gelal uit de kroegen rond de markt de preek van de dominee overstemde? Willen deheren-pre dikanten daar de synodale acta en de gerechtelijke resoluties eens over raadplegen? Aan dat calvinis me kleeft bloed. Van Servet di<- zonder dat de grote baas er in Genève een hand voor uitstak vermoord werd. De smerige moord op last van de stomdroken calvinist Lumey op de 21 Gorkumse priesters; ja ook de moord op de goede vaderland se Johan van Oldenbarneveld die als eerste van de resultaten van het „drama van Dort" viel. Wat willen de geestelijke nazaten van deze moorde naarsbende toch? Och, dat is allemaal al zo lang geleden en de calvinisten. Vroegindewey inclusief, ze zijn allemaal keurig nette mensen waar ieder de hoed voor afneemt. Ze doen geen vlieg kwaad. Maar ergens zit toch iets fout. Het ergste van al les is het onuitstaanbare chauvinisme van „slechts wij hebben het bij het rechte eind". Men is ge wend in eigen kring de zwakke schapen hun wil op te leggen. Dat is niet zo moeilijk als het maar bij schapen blijft. Maar Veenendaal bestaat óók uit „anders denkenden" en hoe denkt men daar in die kringen wel over? Oh, heel eenvoudig, die lo pen maar netjes mee op onze platgetrapte paad jes. Maar dat doen die „anders-denkenden" niet. En toch moeten ook deze mensen delen in de smaad die men ons Veenendalers aandoet. Neen, niet de pers! Wél zij die er principes op na hou den die voor duizenden onaanvaardbaar zijn en die deze de massa willen opdringen, 't Is gewoon mid deleeuws... Veenendaal Adriaan P. de Kleuver Dit is dan het tweede ingezonden stuk dat wij over deze kwestie ontvingen en het is zo mogelijk met nog grotere emotionaliteit geschreven dan het eerste. De heer De Kleuver heeft zich hier kennelijk laten gaan, heeft uit het oog verloren dat teruggrijpen naar de geschiedenis ook objectiviteit vereist en komt zo tot de conclusie dat Calvinisten de nazaten zijn van een moordenaarsbende. We hopen dat hij zijn eigen opgewonden stuk nog eens zal willen na lezen misschien dat hij er zich toch wel wat voor zal schamen! Los hiervan: we vragen ons af of dit nu de stijl is waarin mensen die een meningsverschil hebben elkaar moeten benaderen. Of het nu nodig is dat er een soort godsdienstoorlog uitbreekt met en dat maakt deze zaak dubbel triest als aanleiding de vraag hoe wij onze doden moeten herdenken. Of een rustig gesprek tussen de mensen die bezwaar tegen elkaar hebben niet heilzamer kan werken dan veel opgewonden geschrijf. We geloven dat wij dit advies geven moeten: laat men ophouden met het schrijven van ingezonden stukken hierover. Praat liever met elkaar dan kan er wederzijds begrip groeien. Want dat is ons grote bezwaar tegen de behande ling van deze hele affaire: de weinige bereidheid om met eikaars standpunten rekening te houden. We ge loven dat degenen die zich aan het gezamenlijk her denken hebben onttrokken, dit te weinig hebben be dacht en dat omgekeerd zij die zich hieraan geër gerd hebben te weinig rekening willen houden met de opvattingen over de zondagsheiliging zoals die bij sommige kerkelijke groeperingen in Veenendaal (en ook elders) leven. Men kan het daar niet mee eens zijn wij zijn het er ook niet mee eens maar we zullen altijd de mening van een ander blijven respecteren. Want dat is de enige basis waarop een gesprek en misschien ook de oplossing mogelijk is. Het gooien met stenen is alleen maar voorbehouden aan „wie uwer zonder zonden is...l" Redactie. De binding aan de belijdenisgeschriften, een van de vele onderwerpen waarmee de Gereformeerde Synode zich in de komende maanden zal moeten bezighouden, is een uiterst delicate kwestie we schreven er vorige week over toen wij in het kort de agenda van deze synode bespraken. Immers, een zelfde discussie heeft vroeger de kwestie-Geelkerken tot gevolg gehad en daarmee een scheuring in de gereformeerde kerken. De kans dat opnieuw dergelijke „kwesties" ontstaan ljjkt maar uiterst gering desondanks bestaat er in gereformeerde krin gen toch wel een grote verontrusting over de opvattin gen die sommige vooraanstaande theologen huldigen. Een van die theologen is prof. dr. H. M. Kuitert te Amsterdam, hoogleraar aan de Vrije Universiteit, Fries van geboorte, nu 45 jaar. Als studenten-predikant in Amsterdam (van '55 tot '65) kreeg hij al bekendheid, werd wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de theolo gische faculteit van de V.U., waarop in 1967 zijn be noeming volgde tot gewoon hoogleraar. Sommigen noemen hem een „doorbraak-geestelijke" er zijn hem trouwens ernstiger verwijten naar het hoofd geslingerd! Het deert dr. Kuitert niet al te zeer: h(j gelooft dat z(jn nieuw verworven inzichten uiteindelijk bevrijdend zullen wer ken en het proclameren daarvan beziet hij als zijn op dracht in dit levenu Met hem heeft onze medewerker Rik Valkenburg te Veenendaal een van zijn befaamde discussie-interviews gehad. Het is een zeer uitvoerig gesprek geworden, waar in de heer Valkenburg getracht heeft de gedachtengang van dr. Kuitert scherp en duidelijk omlijnd vast te leg gen. Men vindt van dit gesprek hieronder een samen vatting wie het uitvoeriger wil weten leze het boek „Haring of Kuit" waarin uitgeverij J. H. Kok N.V. te Kampen eind vorig jaar een aantal van de interviews van de heer Valkenburg samenbundelde. Om naar goed journalistiek gebruik ook de „wederpar tij" kans te geven haar stem te laten horen plaat sen we volgende week een samenvatting van het inter view met een andere V.U.-hoogleraar, prof. dr. ir. H. van Riessen. Hoe lijnrecht de meningen tegenover elkaar staan zal dan duidelijk worden. Professor Kuitert, wat vindt u van de verschuivingen in het gereformeerde le ven? Daar ben ik erg blij mee. Ik hoop dat er nog veel meer gaat verschuiven. En als die verschuivingen nu eens re sulteren in een aardbeving? Daar moeten we geen angst voor heb ben. Ik vind deze dynamiek, deze bewe ging erg gezond. Ook als de mensen terecht komen op de puinhopen van hun steeds maar weer aangevallen geloof in de betrouwbaarheid van de Bijbel, wat hen zo vaak op de rand van het atheïsme brengt? Het zou mij erg spijten als dat zo was. Maar ik geloof niet dat dat gebeurt. De mensen staan al lang op de rand van het atheïsme, voor wij een boek hebben ge publiceerd. Juist die groepen willen wij benaderen met onze nieuwe inzichten. Im mers de problemen zijn er al lang. U bombardeert de gemeente dus maar rustig door met uw schokkende theo rieën?... Zo ligt het nu ook weer niet. In de eerste plaats zijn mijn „theorieën" niet zo schokkend als U ze voorstelt. Verder zeg ik erbij: we moeten de gemeente op herderlijke wijze met 'deze dingen con fronteren. De gemeente moet het gaan le ren. U bent voorstander van historisch-kri- tisch onderzoek?... Dat hangt van de definitie af. Als U het woord een nette vulling geeft, dan zeg ik: Jazeker! Wat is een ónnette vulling?... Dat men bij voorbaat van zichzelf uit gaat, als staande boven de bijbel. Aan de andere kant mag men de bijbel ook niet zo lezen alsof alles precies zo is ge beurd als het er staat. Met het vooroor deel dus, dat alles onkreukbaar-historisch juist is. Dan staat men niet goed opge steld. De bijbel zelf wijst ons daarop. Waar doet de bjjbel dat? Wel, heel eenvoudig. De eyangelisten Lucas en Johannes b.v. spreken elkaar hier en daar tegen. Is dat geen tekort in de Heilige Geest, die deze mensen inspireerde bij het schrijven van hun evangeliën?... Nee, juist niet. Het hangt juist samen met de bedoeling van de Heilige Geest. Welke bedoeling?... De Heilige Geest wil geen getuigenis op onmenselijke of bovenmenselijke wij ze, doch door de mensen heen. Ik vind dit juist een eer voor de Heilige Geest. Hij vindt het blijkbaar niet verkeerd dat bijbelschrijvers de dingen verschillend zeggen. Wij hebben vaak een verkeerd droombeeld van de bijbel. Brengen deze inzichten u niet tot twij fel? Concreter gezegd: gelooft U, wel echt in de bijbel?... En of! Anders was ik geen christen, en zeker geen dominee! Gelooft U de historiciteit van Adam en Eva? Nee, daar moeten we van af, vind ik. Als ik U dan vraag wie de eerste men sen waren, wat antwoordt U dan?... Dat wij niet weten wie historisch de eerste mensen waren. Wat betekent voor U de bijbel dan?... Zij is voor mij 100 pet. godsopenba ring, het gewaad waarin Christus tot ons komt zoals Calvijn zei. Denk niet dat ik de bijbel verwerp. Integendeel. Door haar geloof ik ook in God, als de Schep per. Zoals Genesis ons dat mededeelt?... Genesis openbaart het ons, maar niet als een exact historisch gegeven. Wat zegt U dan Genesis 3, waar de mens van God afvalt?... Dat betekent voor mij, dat God de wereld goed geschapen heeft, maar dat de schuld concreet aan de zijde van de mens ligt. Maar het wil niet zeggen dat het gebeurde op een wijzj als in Genesis beschreven wordt. De slang en de vrouw zijn figuranten die ingevoerd werden. Wat hebt U dan voor frond om aan te nemen dat de zonde wel concreet is, geen abstractie dus en geen figuratie? Door het ene te ontkennen en het andere aan te nemen balanceert U toch op een onze kere, subjectieve basis?... De bijbel doet zijn best ons te overtui gen, dat de zonde niet van God, maar van de mens komt. Als men de bijbel leest geeft de Heilige Geest dat getuige nis. Dan ervaart men dat de zonde een exact gegeven is. Een werkelijkheid. De val is voor mij het zondig zijn van ons, mensen. Heeft* God een eerste mens geschapen of een oercel?... Dat doet er niet toe. Hij is en blijft de Schepper. Gelooft U de evolutie-leer?... Er pleit veel voor. De onderzoekers zijn in elk geval nooit gestuit op een pa radijs-idylle, maar op een hordemens. Steekt de bijbel op deze manier nog wel boven bijvoorbeeld de Koran uit?... Zeer beslist. Zodra U het eigene van de bijbel maar ziet in zijn inhoud: de boodschap van Christus als heil voor de mensheid. Wie de bijbel van deze in houd losmaakt, houdt juist zoiets als een Koran over! Ik geloof dat God de God van alle mensen is, maar de b(jbel is juist als getuigenis van Christus uniek. Zo is hij het woord van God. Ik vindt syn cretisme, de versmelting der godsdiens ten dus, onbijbels. Daarvoor zou U dus op een ander adres moeten zijn. Wat vindt U de waarde van de weten schap? Veel mensen overschatten de weten schap. Daarom zijh ze er zo bang voor. Je moet de wetenschap in haar eigen waarde laten. De wetenschap zet je een bril op, waardoor je beter ziet. Zij haalt naar boven wat reeds lang was, al wor den de vondsten steeds nieuwer. Zijn bijbel en wetenschap tegengesteld aan elkaar?... Beslist niet. God heeft met de weten schap te maken. God staat achter de ont plooiing van de wereld. Het is allemaal van Hem. Wat is de realiteit van het geloof?... Geloof gaat niet op in gelovigheid of een gelovige houding. Geloven is ergens op betrokken zijn. Zonder een bepaalde gelovige houding kan het nu echter ook weer niet. Moet er geen antithese zijn?... Niet de antithese die de gereformeer den altijd gepropageerd hebben. Dat was veel te gemakkelijk en die had weinig zin. De antithese moet een bepaalde le vensstijl zijn, die b.v. Dr. Martin Luther King kenmerkte. Daar word je voor ver moord! Je moet willen sterven voor je geloof. Dat is antithese! Tegenwoordig benadrukt men steeds meer het horizontalisme, als een soort religiositeit. Zit daar geen gevaar in?... Velen die er gevaar in zien, gebruiken deze argumenten om dan maar b.v. niets aan ontwikkelingshulp te doen. Christus leert twee hoofdgeboden en daar houd ik me aan. Dus ook medemenselijkheid. Ziet U iets goeds in de persvereniging „Waarheid en Eenheid" en de vereniging van verontrusten?... Nee, helemaal niet. Ze sluiten hun ogen voor de werkelijkheid en voor hun medechristenen. Ze hebben nooit een se rieuze poging tot gesprek ondernomen. Belijdt U de vcrzoenings-theologie? De wijze waarop de catechismus dit doet vind ik wel wat stuntelig. Toch ge loof ik dat het offer van Christus, de ver zoening dus, de clou, het centrum, de spits, de drempel is van het Christen dom. Gelooft U de lijfelijke opstanding van Christus?... Ja, ik geloof dat het concreet en lijfe-' lijk plaats vond! Ook de wederkomst van Christus? Hoe dat zijn zal weet ik niet. Aan de prediking ervan hecht ik grote waarde. Hij moet nog afmaken wat Hij begon Of Jezus echter op een wolk naar bene den komt? Dat lijkt mij meer een sym boliek. Bent C voor kerkelijke tucht?... Dogmatisch gesproken ben ik er voor. Praktisch ben ik er tegen. Ik ben er erg huiverig voor. Je ziet doorgaans weinig resultaat er van. Moet een ambtsdrager niet staan in de kracht van: „Zo spreekt de Here?" Een predikant moet niet bang zijn om gekruisigd te worden. Hij heeft zich te veel onkwetsbaar gemaakt! Ik meen te mogen zeggen dat ik de kwetsbaarheid doelbewust niet ontloop. Bent U eigenlijk niet vrijzinnig?... Nee, in de verste verte niet. U houdt er anders wel vrije denbeelden op na. Hoe definieert U vrijzinnigheid? Het is een nogal ruim begrip. Zoals ook het begrip orthodoxie. Gereformeer den zijn orthodox. Christelijke Gerefor meerden, Gereformeerde Gemeenten, Ge reformeerde Bond, enz. U bemerkt, er zit nogal verschil tussen. Zo is het ook nogal wijdlopig met de vrijzinnigheid. Zij wordt in sterke mate bepaald door de beschouwing van Christus. Het kardinale punt is of Hij de Zoon van God is. Ziet u Christus als Gods Zoon?... Jazeker. Zoals elke gelovige een Zoon van God kan zijn?... Nee, Jezus is het op een unieke ma nier. U belijdt dus de trinitiet?... Van ganser harte. Het is een mense lijke constructie - dat blijft het natuur lijk - om het spreken van God zo goed mogelijk te ordenen. Het unieke Zoon schap van Christus is het knelpunt in de vrijzinnigheid. Heeft U nog een slotopmerking? Ja, men maakt naar mijn mening de zaak wel wat al te gewichtig. Geloven is niet in Adam en Eva geloven of in het echt gebeurd-zijn van de eerste hoofdstukken van Genesis. Dat alles zijn bepaalde con sequenties van een - ik mag wel zeggen: fundamentalistische - Schriftbeschouwing die doodgewoon is achterhaald. Wij doen als gereformeerden over het afscheid wat langer omdat wij broederlijkheid willen betrachten en niemand willen afschrij ven. Maar een soort schibbolet ervan ma ken voor het christen-zijn? En dat in an no 1968? Nee, dat is voorbij. Tenminste, als het van mij en de meeste andere ge reformeerden (want zo ligt de zaak wel) afhangt. Ik weet natuurlijk niet hoe het bij de gereformeerde gezindte in het al gemeen staat. Maar als ze hier niet te gen kunnen, wat doen ze dan nog in de kou van deze wereld? Is dat soms de boodschap die we hebben: lieve mensen, Adam heeft beslist geleefd? Nee, wij zijn christenen omdat we in Jezus Christus zijn gaan geloven als het heil voor mens en wereld tezamen. De christelijke prak tijk bestaat er in om aan dat geloof in onze huidige leefwereld handen en voeten te geven". Hoe lieflijk zijn Uw woningen, o Here der heerscharen Ps. 84 2 U leest nog wel eens van mensen, die een woning zoeken, het mogen ook wel een paar kamers zijn. Een plaats om te wonen, om te leven, om jezelf te kunnen zijn heeft ieder nodig. Wat een vreugde kunt u lezen uit de ogen van een paar mensen die een woning hebben gevonden. Welk een toestanden komen aan het licht bij de actie in Den Haag (en andere steden) voor krotopruiming en woningverbetering. We leven in een wereld waar je voor een goede woning niet dankbaar genoeg kunt wezen. In Psalm 84 staat over de mus en de zwaluw, die hun nestjes bouwen bij de tempel en bij de altaren. Daar aan denkt de profeet, wanneer hij zelf ver van Jeruzalem is. Hij ver langt ernaar om de tempel te zien, om te jubelen tot de levende God. Hij zoekt de woning, waar de Here, zijn God, woont. Waar komt dat verlangen vandaan? Hoe komt een mens er toe om te smachten naar een ander huis, dan waar hij in woont? Hij heeft als Is raëliet gehoord van het wonder, dat de Here God woning gezocht heeft bij zijn volk. Daar in Jeruzalem staat de tempel als een teken van Gods tegen woordigheid. Daar woont Hijzelf, daar wordt zijn heil verkregen en het leven tot in eeuwigheid. Here der heerscha ren is zijn Naam. De God van over winning. Hij heerst over al het zicht bare en onzichtbare; heel de schep ping is zijn gebied. Daarom komt aan deze God het oordeel toe. Machtig is de Here in zijn schepping, heilig is Hij in zijn oordeel. Nu is er iets heel bijzonders aan de tempel. De dichter-profeet heeft daar weet van. Deze God veroordeelt niet degenen die bij het altaar der verzoe ning tot Hem komen. Voor de Israëliet die naar de tempel ging, was het al taar het eerste wat hij zag staan. Er is geen toegang tot de Here God dan via het altaar, alleen door het offer. De Here heeft woning gezocht om dat te komen aanzeggen. In de Here Jezus Christus heeft de stenen pree' van de tempel vlees en bloed aangen men. Hij heeft het offer gebracht. is de weg, die naar de Vader 1 Wie God zoekt, zal de Here Jezus den. Hoe lieflijk zijn Uw woningen! Het verlangen naar de tempel kei nen wij op deze manier niet meer. Maar het wonder dat de Here God wo ning gemaakt heeft bij de mensen is er niet minder groot om. Tot God moogt ge u begeven. Hij werkt het verlangen naar Hemzelf. Want zonder Hem bent u nergens. Zondag staan de kerkdeuren open. Zult u erheen gaan? Zult u gaan mee zingen het lied van de gemeente dat zingt van het wonder dat de heilige God, de levende God woning gezocht heeft? Hij maakt aan mensen bekend dat zij tot Hem mogen terugkeren. De boodschap van de kerk is geen ande re dan die van de tempel. De Here heeft woning gezocht. De vraag is: heeft Hij u daar gevonden? Hebt u daar God gevonden? Hoe lieflijk zijn Uw woningen, Here der heerscharen. O Renswoude, L. van de Peut. De kosters, aangesloten bij de Protestants Christelijke Vereniging van Kosters in Nederland (een vereniging die op haar beurt weer deel uitmaakt van het C.N.V.) zijn geschrokken. Geschrokken van de uitslag van een enquête, die is gehouden onder omstreeks 550 van de (ruim) 800 leden, en dat is heel begrijpelijk. Die 550 leden zijn allen in dienst van een van de hervormde of. gereformeerde kerken in Nederland de een heeft er een dagtaak aan, de ander doet het als nevenbetrekking, als schnabbel. Als het goed was behoorden zij allen te vallen onder de algemene richtlijnen, die een aantal jaren geleden zijn opgesteld door de P.C.V.K. als werkne mersorganisatie en als werkgevers de (hervormde) Vereniging van Kerkvoogdijen en het (gereformeerde) Landelijk Verband van Commissies van Beheer. In die richtlijnen zijn de werkomstandig heden van de kosters geregeld: urenaantal en overuren, salaris en vakantietoeslag. Een soort arbeidsovereenkomst dus, maar niet algemeen verbindend verklaard dat is namelijk niet goed mo gelijk, enerzijds omdat de kerkvoogdijen zelfstandig zijn en geen bindende regelingen behoeven te aanvaarden en anderzijds omdat er een enorm verschil kan bestaan tussen de ene koster en de andere. Desondanks had men de verwachting dat de kerkvoogdijen en de commissies van beheer toch op z'n minst naar de geest van de algemene richtlijnen zouden handelen de enquête heeft uit gewezen dat het niet zo is. Een paar gegevens: 9 Voor de kosters in vaste dienst is gebleken dat de algemene richtlijnen niet worden toegepast ten aanzien van 46 pet. van de hervormde kosters en van 35 pet. van de gereformeerde kosters. 9 De kosters in niet volledige dienst komen er nog slechter af: voor 72 pet. van de hervormde kosters gelden de richtlijnen niet (40 pet. krijgt ook geen vakantietoeslag) en in de gereformeerde kerk ligt dit percentage op 80. Met de werktijden is het ook niet al te best gesteld: 68 pet. van de gereformeerde kosters werkt langer dan 50 uur per week en voor de hervormde ligt dat percentage rond de 52. De enquête wees uit dat er zelfs kosters zijn die een werkweek moeten ma- van 80 uren! 9 Met de lonen is het al niet veel beter gesteld. Voorbeelden: een koster, niet in volledige dienst, heeft de zorg voor een kerk met 500 zitplaatsen, met houten vloeren, met grote gazons, met kolenverwarming, met omstreeks 30 huwelijken per jaar. Een niet zo simpel bijbaantje dus, waarbij het hele gezin moet worden ingeschakeld. Vergoeding: f 25,- per week voor de man en f 10,- per week voor de vrouw. Plus vrij wonen. Toen de P.C.V.K. er zich mee ging bemoeien kreeg het gezin 100 pet. opslag! Een ander voorbeeld: een evenmin volledig in dienst zijnde koster besteedt met vrouw en kinderen vijftig uur per week aan het kosterschap. Beloning: f 80,-. Een uurloon dus van f 1,60! 9 De wél in vaste dienst zijnde kosters, voor zover ze volgens de algemene richtlijnen worden betaald, zijn iets beter af: na tien dienstjaren kunnen ze een bruto-jaarsalaris bereiken van f 9900,- op basis van een vijftigurige werkweek. Omgerekend komt dat op een uurloon uit van omstreeks f 3,90 toch ook geen salaris om hoera over te roepen! Dit alles heeft de enquête uitgewezen voor de kosters reden voldoende om eens aan de noodklok te trekken. Op een deze week gehouden bijeenkomst noemde voorzitter Van den Brink het on begrijpelijk dat kerkvoogdijen hun medewerkers zo slecht durven te betalen en nog onbegrijpelijker dat er nog kosters zijn die dit nemen. Waarop secretaris Th. Zeilmaker inhaakte: „Meestal is het zo dat zij niet durven protesteren!" Waarom niet is vlug duidelijk gemaakt: de meeste kerken streven ernaar het kosterschap als bijbaantje te laten behandelen. Niet zeldzaam zijn de voorbeelden dat een koster in volledige dienst na pensionering wordt vervan gen door een koster in niet-volledige dienst. Koster-zijn wordt dus steeds meer een schnabbel en wie eenmaal gewend is een ex traatje bij te verdienen en daarop zijn leven instelt, protesteert niet zo vlug uit angst dat hij zijn schnabbel kwijtraakt. Als het kerkgebouw daarvoor geschikt is, zoekt hij het liever in wat extra- verdienste bij de bruiloften en andere gelegenheden die in de kerkelijke lokalen worden georganiseerd. „Maar dat is toch wel een ongezonde basis!", meent de heer Van den Brink. En dus gaat de P.C.V.K. binnenkort maar weer eens met de andere partijen praten. „Ten slotte mag het niet zo worden dat kosters van de schooi moeten gaan leven!", zegt voorzitter Van den Brink. En daar heeft hij gelijk in. Er zijn goede werkgevers onder de kerken de P.C.V.K. constateert het met dankbaarheid. Maar er zijn er ook nog die geloven dat koster een soort erebaan tje is. Maar daarvoor lijkt dat aantal van vijftig of meer werkuren per week toch wel wat aan de hoge kant!

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 15