Wat is er in
Veenendaal
aan de hand
GEREFORMEERDEN EN
NIEUWE THEOLOGIE
In discussie
met
VU-hoogleraar
dr. H. M. Kuitert
WONING
GEZOCHT!
GESCHR OKKEN KOSTERS
L UIDEN DE NOODKLOK
HET WOORD
TER OVERDENKING
Plaatsing geschiedt
buiten verantwoordelijkheid
van de redactie
Naar aanleiding van de gebeurtenissen rond de do
denherdenking op de vierde mei ontvingen we van
de heer Adriaan P. de Kleuver een ingezonden stuk
dat wij hieronder laten volgen. Hoewel we hieronder
dit stuk van enig commentaar voorzien willen we er
nu al op wijzen dat dit artikel niet door de heer De
Kleuver geschreven is als medewerker aan onze
krant zo kennen de meesten hem immers. De re
dactie neemt voor de inhoud dan ook geen verant
woordelijkheid.
Ingezonden stukken schrijven is niet mijn sterk
ste zijde. Maar nu mijn geboorteplaats Veenendaal
voor de zoveelste maal in de sensatie-rubrieken
van de grote pers verzeild geraakt is om zekere
principes, die in onze moderne tijd niet meer te
hanteren zijn, nu klaag ik open en eerlijk de ver
oorzakers van deze onmogelijke kwestie aan. Men
tracht van onze gemeente een soort Jeruzalem van
het westen te maken. Maar men weet goed en
zéér goed zelfs dat zulk een poging op heftig ver
zet moet stuiten. Een deel van de bevolking tracht
haar macht uit het verre verleden aan héél de ge
meenschap op te dringen. En niemand durft het
aan daar stelling tegen te nemen. De bakker niet
omdat het een broodklant kan kosten, de boekhan
delaar niet, omdat hij er een bloknote minder door
zal verkopen, de drogist niet, omdat het de ver
koop van een pakje pleisters kan kosten. En de
arbeider niet, omdat de baas hem gauw genoeg de
mond zal snoeren.
Wat is er dan toch in Veenendaal gaande?! Ik
stond in Rhenen op de bus te wachten en las in
het wachthuisje van de NBM: „Veenendaal het
donkere dorp". Gevolgd door een smeer aan het
adres van een zekere Vroegindewey. Dat moet
daar beslist door een opstandige Veenendaler met
eenviltstif neergepend zijn. Goed het is schutting-
taal en ik wil er ook niets anders in zien. Maar
wel roep ik bij deze de bedrijvers van het kwaad
ons oude Veenendalers telkens belachelijk te maken
ken ter verantwoording. Is dat nu de zo hoog ge
roemde geloofsvrijheid? Is dat het resultaat van
onze meningsuiting?
Wie zijn de schuldigen? Vanzelf zij die ons steeds
weer belachelijk maken met pseudo-vromigheid
die in feite niets met het ware christen-zijn te ma
ken heeft. De mannen die zich zo graag om hun
reformatorische beginselen op de Veenendaalse borst
slaan, weten zij wel wat een bloed, leed en dic
tatuur al eeuwen lang in hun kielzog meevaart?
De reformatie was niets anders dan het meelopen
met de kleine adel of de grote bonzen. Terwijl over
al reeds dominees preekten in de kerken, bleef
Veenendaal halsstarrig in de roomse eredienst vol
harden. Eerst in 1592 haalden ze uit Leerdam een
predikant omdat het totaal de verkeerde kant uit
ging. Van calvinistische zijde heeft men in Veenen
daal een bloeiende Doopsgezinde Gemeente een
voudig kapot gemaakt. Vergeten die zo geprangde
mensen met hun smoesjes over zondagsrust dat in
ditzelfde Veenendaal in het midden van de zeven
tiende eeuw nog zondagsmarkt gehouden werd en
het gelal uit de kroegen rond de markt de preek
van de dominee overstemde? Willen deheren-pre
dikanten daar de synodale acta en de gerechtelijke
resoluties eens over raadplegen? Aan dat calvinis
me kleeft bloed. Van Servet di<- zonder dat de
grote baas er in Genève een hand voor uitstak
vermoord werd. De smerige moord op last van de
stomdroken calvinist Lumey op de 21 Gorkumse
priesters; ja ook de moord op de goede vaderland
se Johan van Oldenbarneveld die als eerste van
de resultaten van het „drama van Dort" viel. Wat
willen de geestelijke nazaten van deze moorde
naarsbende toch? Och, dat is allemaal al zo lang
geleden en de calvinisten. Vroegindewey inclusief,
ze zijn allemaal keurig nette mensen waar ieder
de hoed voor afneemt. Ze doen geen vlieg kwaad.
Maar ergens zit toch iets fout. Het ergste van al
les is het onuitstaanbare chauvinisme van „slechts
wij hebben het bij het rechte eind". Men is ge
wend in eigen kring de zwakke schapen hun wil
op te leggen. Dat is niet zo moeilijk als het maar
bij schapen blijft. Maar Veenendaal bestaat óók
uit „anders denkenden" en hoe denkt men daar in
die kringen wel over? Oh, heel eenvoudig, die lo
pen maar netjes mee op onze platgetrapte paad
jes. Maar dat doen die „anders-denkenden" niet.
En toch moeten ook deze mensen delen in de
smaad die men ons Veenendalers aandoet. Neen,
niet de pers! Wél zij die er principes op na hou
den die voor duizenden onaanvaardbaar zijn en die
deze de massa willen opdringen, 't Is gewoon mid
deleeuws...
Veenendaal
Adriaan P. de Kleuver
Dit is dan het tweede ingezonden stuk dat wij over
deze kwestie ontvingen en het is zo mogelijk met
nog grotere emotionaliteit geschreven dan het eerste.
De heer De Kleuver heeft zich hier kennelijk laten
gaan, heeft uit het oog verloren dat teruggrijpen
naar de geschiedenis ook objectiviteit vereist en
komt zo tot de conclusie dat Calvinisten de nazaten
zijn van een moordenaarsbende. We hopen dat hij
zijn eigen opgewonden stuk nog eens zal willen na
lezen misschien dat hij er zich toch wel wat voor
zal schamen!
Los hiervan: we vragen ons af of dit nu de stijl
is waarin mensen die een meningsverschil hebben
elkaar moeten benaderen. Of het nu nodig is dat er
een soort godsdienstoorlog uitbreekt met en dat
maakt deze zaak dubbel triest als aanleiding de
vraag hoe wij onze doden moeten herdenken. Of een
rustig gesprek tussen de mensen die bezwaar tegen
elkaar hebben niet heilzamer kan werken dan veel
opgewonden geschrijf. We geloven dat wij dit advies
geven moeten: laat men ophouden met het schrijven
van ingezonden stukken hierover. Praat liever met
elkaar dan kan er wederzijds begrip groeien.
Want dat is ons grote bezwaar tegen de behande
ling van deze hele affaire: de weinige bereidheid om
met eikaars standpunten rekening te houden. We ge
loven dat degenen die zich aan het gezamenlijk her
denken hebben onttrokken, dit te weinig hebben be
dacht en dat omgekeerd zij die zich hieraan geër
gerd hebben te weinig rekening willen houden met
de opvattingen over de zondagsheiliging zoals die bij
sommige kerkelijke groeperingen in Veenendaal (en
ook elders) leven. Men kan het daar niet mee eens
zijn wij zijn het er ook niet mee eens maar
we zullen altijd de mening van een ander blijven
respecteren. Want dat is de enige basis waarop een
gesprek en misschien ook de oplossing mogelijk is.
Het gooien met stenen is alleen maar voorbehouden
aan „wie uwer zonder zonden is...l" Redactie.
De binding aan de belijdenisgeschriften, een van de
vele onderwerpen waarmee de Gereformeerde Synode zich
in de komende maanden zal moeten bezighouden, is een
uiterst delicate kwestie we schreven er vorige week
over toen wij in het kort de agenda van deze synode
bespraken. Immers, een zelfde discussie heeft vroeger de
kwestie-Geelkerken tot gevolg gehad en daarmee een
scheuring in de gereformeerde kerken. De kans dat
opnieuw dergelijke „kwesties" ontstaan ljjkt maar uiterst
gering desondanks bestaat er in gereformeerde krin
gen toch wel een grote verontrusting over de opvattin
gen die sommige vooraanstaande theologen huldigen.
Een van die theologen is prof. dr. H. M. Kuitert te
Amsterdam, hoogleraar aan de Vrije Universiteit, Fries
van geboorte, nu 45 jaar. Als studenten-predikant in
Amsterdam (van '55 tot '65) kreeg hij al bekendheid,
werd wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de theolo
gische faculteit van de V.U., waarop in 1967 zijn be
noeming volgde tot gewoon hoogleraar. Sommigen noemen
hem een „doorbraak-geestelijke" er zijn hem trouwens
ernstiger verwijten naar het hoofd geslingerd! Het deert
dr. Kuitert niet al te zeer: h(j gelooft dat z(jn nieuw
verworven inzichten uiteindelijk bevrijdend zullen wer
ken en het proclameren daarvan beziet hij als zijn op
dracht in dit levenu
Met hem heeft onze medewerker Rik Valkenburg te
Veenendaal een van zijn befaamde discussie-interviews
gehad. Het is een zeer uitvoerig gesprek geworden, waar
in de heer Valkenburg getracht heeft de gedachtengang
van dr. Kuitert scherp en duidelijk omlijnd vast te leg
gen. Men vindt van dit gesprek hieronder een samen
vatting wie het uitvoeriger wil weten leze het boek
„Haring of Kuit" waarin uitgeverij J. H. Kok N.V. te
Kampen eind vorig jaar een aantal van de interviews
van de heer Valkenburg samenbundelde.
Om naar goed journalistiek gebruik ook de „wederpar
tij" kans te geven haar stem te laten horen plaat
sen we volgende week een samenvatting van het inter
view met een andere V.U.-hoogleraar, prof. dr. ir. H.
van Riessen. Hoe lijnrecht de meningen tegenover elkaar
staan zal dan duidelijk worden.
Professor Kuitert, wat vindt u van de
verschuivingen in het gereformeerde le
ven?
Daar ben ik erg blij mee. Ik hoop dat
er nog veel meer gaat verschuiven.
En als die verschuivingen nu eens re
sulteren in een aardbeving?
Daar moeten we geen angst voor heb
ben. Ik vind deze dynamiek, deze bewe
ging erg gezond.
Ook als de mensen terecht komen op
de puinhopen van hun steeds maar weer
aangevallen geloof in de betrouwbaarheid
van de Bijbel, wat hen zo vaak op de
rand van het atheïsme brengt?
Het zou mij erg spijten als dat zo was.
Maar ik geloof niet dat dat gebeurt. De
mensen staan al lang op de rand van het
atheïsme, voor wij een boek hebben ge
publiceerd. Juist die groepen willen wij
benaderen met onze nieuwe inzichten. Im
mers de problemen zijn er al lang.
U bombardeert de gemeente dus maar
rustig door met uw schokkende theo
rieën?...
Zo ligt het nu ook weer niet. In de
eerste plaats zijn mijn „theorieën" niet
zo schokkend als U ze voorstelt. Verder
zeg ik erbij: we moeten de gemeente op
herderlijke wijze met 'deze dingen con
fronteren. De gemeente moet het gaan le
ren.
U bent voorstander van historisch-kri-
tisch onderzoek?...
Dat hangt van de definitie af. Als U
het woord een nette vulling geeft, dan
zeg ik: Jazeker!
Wat is een ónnette vulling?...
Dat men bij voorbaat van zichzelf uit
gaat, als staande boven de bijbel. Aan
de andere kant mag men de bijbel ook
niet zo lezen alsof alles precies zo is ge
beurd als het er staat. Met het vooroor
deel dus, dat alles onkreukbaar-historisch
juist is. Dan staat men niet goed opge
steld. De bijbel zelf wijst ons daarop.
Waar doet de bjjbel dat?
Wel, heel eenvoudig. De eyangelisten
Lucas en Johannes b.v. spreken elkaar
hier en daar tegen.
Is dat geen tekort in de Heilige
Geest, die deze mensen inspireerde bij
het schrijven van hun evangeliën?...
Nee, juist niet. Het hangt juist samen
met de bedoeling van de Heilige Geest.
Welke bedoeling?...
De Heilige Geest wil geen getuigenis
op onmenselijke of bovenmenselijke wij
ze, doch door de mensen heen. Ik vind
dit juist een eer voor de Heilige Geest.
Hij vindt het blijkbaar niet verkeerd dat
bijbelschrijvers de dingen verschillend
zeggen. Wij hebben vaak een verkeerd
droombeeld van de bijbel.
Brengen deze inzichten u niet tot twij
fel? Concreter gezegd: gelooft U, wel
echt in de bijbel?...
En of! Anders was ik geen christen,
en zeker geen dominee!
Gelooft U de historiciteit van Adam en
Eva?
Nee, daar moeten we van af, vind ik.
Als ik U dan vraag wie de eerste men
sen waren, wat antwoordt U dan?...
Dat wij niet weten wie historisch de
eerste mensen waren.
Wat betekent voor U de bijbel dan?...
Zij is voor mij 100 pet. godsopenba
ring, het gewaad waarin Christus tot ons
komt zoals Calvijn zei. Denk niet dat ik
de bijbel verwerp. Integendeel. Door
haar geloof ik ook in God, als de Schep
per.
Zoals Genesis ons dat mededeelt?...
Genesis openbaart het ons, maar niet
als een exact historisch gegeven.
Wat zegt U dan Genesis 3, waar de
mens van God afvalt?...
Dat betekent voor mij, dat God de
wereld goed geschapen heeft, maar dat
de schuld concreet aan de zijde van de
mens ligt. Maar het wil niet zeggen dat
het gebeurde op een wijzj als in Genesis
beschreven wordt. De slang en de vrouw
zijn figuranten die ingevoerd werden.
Wat hebt U dan voor frond om aan te
nemen dat de zonde wel concreet is, geen
abstractie dus en geen figuratie? Door
het ene te ontkennen en het andere aan
te nemen balanceert U toch op een onze
kere, subjectieve basis?...
De bijbel doet zijn best ons te overtui
gen, dat de zonde niet van God, maar
van de mens komt. Als men de bijbel
leest geeft de Heilige Geest dat getuige
nis. Dan ervaart men dat de zonde een
exact gegeven is. Een werkelijkheid. De
val is voor mij het zondig zijn van ons,
mensen.
Heeft* God een eerste mens geschapen
of een oercel?...
Dat doet er niet toe. Hij is en blijft de
Schepper.
Gelooft U de evolutie-leer?...
Er pleit veel voor. De onderzoekers
zijn in elk geval nooit gestuit op een pa
radijs-idylle, maar op een hordemens.
Steekt de bijbel op deze manier nog
wel boven bijvoorbeeld de Koran uit?...
Zeer beslist. Zodra U het eigene van
de bijbel maar ziet in zijn inhoud: de
boodschap van Christus als heil voor de
mensheid. Wie de bijbel van deze in
houd losmaakt, houdt juist zoiets als een
Koran over! Ik geloof dat God de God
van alle mensen is, maar de b(jbel is
juist als getuigenis van Christus uniek.
Zo is hij het woord van God. Ik vindt syn
cretisme, de versmelting der godsdiens
ten dus, onbijbels. Daarvoor zou U dus
op een ander adres moeten zijn.
Wat vindt U de waarde van de weten
schap?
Veel mensen overschatten de weten
schap. Daarom zijh ze er zo bang voor.
Je moet de wetenschap in haar eigen
waarde laten. De wetenschap zet je een
bril op, waardoor je beter ziet. Zij haalt
naar boven wat reeds lang was, al wor
den de vondsten steeds nieuwer.
Zijn bijbel en wetenschap tegengesteld
aan elkaar?...
Beslist niet. God heeft met de weten
schap te maken. God staat achter de ont
plooiing van de wereld. Het is allemaal
van Hem.
Wat is de realiteit van het geloof?...
Geloof gaat niet op in gelovigheid of
een gelovige houding. Geloven is ergens
op betrokken zijn. Zonder een bepaalde
gelovige houding kan het nu echter ook
weer niet.
Moet er geen antithese zijn?...
Niet de antithese die de gereformeer
den altijd gepropageerd hebben. Dat was
veel te gemakkelijk en die had weinig
zin. De antithese moet een bepaalde le
vensstijl zijn, die b.v. Dr. Martin Luther
King kenmerkte. Daar word je voor ver
moord! Je moet willen sterven voor je
geloof. Dat is antithese!
Tegenwoordig benadrukt men steeds
meer het horizontalisme, als een soort
religiositeit. Zit daar geen gevaar in?...
Velen die er gevaar in zien, gebruiken
deze argumenten om dan maar b.v. niets
aan ontwikkelingshulp te doen. Christus
leert twee hoofdgeboden en daar houd ik
me aan. Dus ook medemenselijkheid.
Ziet U iets goeds in de persvereniging
„Waarheid en Eenheid" en de vereniging
van verontrusten?...
Nee, helemaal niet. Ze sluiten hun
ogen voor de werkelijkheid en voor hun
medechristenen. Ze hebben nooit een se
rieuze poging tot gesprek ondernomen.
Belijdt U de vcrzoenings-theologie?
De wijze waarop de catechismus dit
doet vind ik wel wat stuntelig. Toch ge
loof ik dat het offer van Christus, de ver
zoening dus, de clou, het centrum, de
spits, de drempel is van het Christen
dom.
Gelooft U de lijfelijke opstanding van
Christus?...
Ja, ik geloof dat het concreet en lijfe-'
lijk plaats vond!
Ook de wederkomst van Christus?
Hoe dat zijn zal weet ik niet. Aan de
prediking ervan hecht ik grote waarde.
Hij moet nog afmaken wat Hij begon
Of Jezus echter op een wolk naar bene
den komt? Dat lijkt mij meer een sym
boliek.
Bent C voor kerkelijke tucht?...
Dogmatisch gesproken ben ik er voor.
Praktisch ben ik er tegen. Ik ben er erg
huiverig voor. Je ziet doorgaans weinig
resultaat er van.
Moet een ambtsdrager niet staan in de
kracht van: „Zo spreekt de Here?"
Een predikant moet niet bang zijn om
gekruisigd te worden. Hij heeft zich te
veel onkwetsbaar gemaakt! Ik meen te
mogen zeggen dat ik de kwetsbaarheid
doelbewust niet ontloop.
Bent U eigenlijk niet vrijzinnig?...
Nee, in de verste verte niet.
U houdt er anders wel vrije denbeelden
op na. Hoe definieert U vrijzinnigheid?
Het is een nogal ruim begrip. Zoals
ook het begrip orthodoxie. Gereformeer
den zijn orthodox. Christelijke Gerefor
meerden, Gereformeerde Gemeenten, Ge
reformeerde Bond, enz. U bemerkt, er
zit nogal verschil tussen. Zo is het ook
nogal wijdlopig met de vrijzinnigheid.
Zij wordt in sterke mate bepaald door de
beschouwing van Christus. Het kardinale
punt is of Hij de Zoon van God is.
Ziet u Christus als Gods Zoon?...
Jazeker.
Zoals elke gelovige een Zoon van God
kan zijn?...
Nee, Jezus is het op een unieke ma
nier.
U belijdt dus de trinitiet?...
Van ganser harte. Het is een mense
lijke constructie - dat blijft het natuur
lijk - om het spreken van God zo goed
mogelijk te ordenen. Het unieke Zoon
schap van Christus is het knelpunt in de
vrijzinnigheid.
Heeft U nog een slotopmerking?
Ja, men maakt naar mijn mening de
zaak wel wat al te gewichtig. Geloven is
niet in Adam en Eva geloven of in het echt
gebeurd-zijn van de eerste hoofdstukken
van Genesis. Dat alles zijn bepaalde con
sequenties van een - ik mag wel zeggen:
fundamentalistische - Schriftbeschouwing
die doodgewoon is achterhaald. Wij doen
als gereformeerden over het afscheid wat
langer omdat wij broederlijkheid willen
betrachten en niemand willen afschrij
ven. Maar een soort schibbolet ervan ma
ken voor het christen-zijn? En dat in an
no 1968? Nee, dat is voorbij. Tenminste,
als het van mij en de meeste andere ge
reformeerden (want zo ligt de zaak wel)
afhangt. Ik weet natuurlijk niet hoe het
bij de gereformeerde gezindte in het al
gemeen staat. Maar als ze hier niet te
gen kunnen, wat doen ze dan nog in de
kou van deze wereld? Is dat soms de
boodschap die we hebben: lieve mensen,
Adam heeft beslist geleefd? Nee, wij zijn
christenen omdat we in Jezus Christus
zijn gaan geloven als het heil voor mens
en wereld tezamen. De christelijke prak
tijk bestaat er in om aan dat geloof in
onze huidige leefwereld handen en voeten
te geven".
Hoe lieflijk zijn Uw woningen,
o Here der heerscharen
Ps. 84 2
U leest nog wel eens van mensen,
die een woning zoeken, het mogen ook
wel een paar kamers zijn. Een plaats
om te wonen, om te leven, om jezelf
te kunnen zijn heeft ieder nodig. Wat
een vreugde kunt u lezen uit de ogen
van een paar mensen die een woning
hebben gevonden. Welk een toestanden
komen aan het licht bij de actie in
Den Haag (en andere steden) voor
krotopruiming en woningverbetering.
We leven in een wereld waar je
voor een goede woning niet dankbaar
genoeg kunt wezen.
In Psalm 84 staat over de mus en
de zwaluw, die hun nestjes bouwen
bij de tempel en bij de altaren. Daar
aan denkt de profeet, wanneer hij
zelf ver van Jeruzalem is. Hij ver
langt ernaar om de tempel te zien,
om te jubelen tot de levende God. Hij
zoekt de woning, waar de Here, zijn
God, woont.
Waar komt dat verlangen vandaan?
Hoe komt een mens er toe om te
smachten naar een ander huis, dan
waar hij in woont? Hij heeft als Is
raëliet gehoord van het wonder, dat
de Here God woning gezocht heeft bij
zijn volk. Daar in Jeruzalem staat de
tempel als een teken van Gods tegen
woordigheid. Daar woont Hijzelf, daar
wordt zijn heil verkregen en het leven
tot in eeuwigheid. Here der heerscha
ren is zijn Naam. De God van over
winning. Hij heerst over al het zicht
bare en onzichtbare; heel de schep
ping is zijn gebied. Daarom komt aan
deze God het oordeel toe. Machtig is
de Here in zijn schepping, heilig is Hij
in zijn oordeel.
Nu is er iets heel bijzonders aan de
tempel. De dichter-profeet heeft daar
weet van. Deze God veroordeelt niet
degenen die bij het altaar der verzoe
ning tot Hem komen. Voor de Israëliet
die naar de tempel ging, was het al
taar het eerste wat hij zag staan. Er
is geen toegang tot de Here God dan
via het altaar, alleen door het offer.
De Here heeft woning gezocht om
dat te komen aanzeggen. In de Here
Jezus Christus heeft de stenen pree'
van de tempel vlees en bloed aangen
men. Hij heeft het offer gebracht.
is de weg, die naar de Vader 1
Wie God zoekt, zal de Here Jezus
den.
Hoe lieflijk zijn Uw woningen!
Het verlangen naar de tempel kei
nen wij op deze manier niet meer.
Maar het wonder dat de Here God wo
ning gemaakt heeft bij de mensen is er
niet minder groot om. Tot God moogt
ge u begeven. Hij werkt het verlangen
naar Hemzelf. Want zonder Hem bent
u nergens.
Zondag staan de kerkdeuren open.
Zult u erheen gaan? Zult u gaan mee
zingen het lied van de gemeente dat
zingt van het wonder dat de heilige
God, de levende God woning gezocht
heeft? Hij maakt aan mensen bekend
dat zij tot Hem mogen terugkeren. De
boodschap van de kerk is geen ande
re dan die van de tempel.
De Here heeft woning gezocht. De
vraag is: heeft Hij u daar gevonden?
Hebt u daar God gevonden?
Hoe lieflijk zijn Uw woningen,
Here der heerscharen.
O
Renswoude,
L. van de Peut.
De kosters, aangesloten bij de Protestants Christelijke Vereniging
van Kosters in Nederland (een vereniging die op haar beurt weer
deel uitmaakt van het C.N.V.) zijn geschrokken. Geschrokken van
de uitslag van een enquête, die is gehouden onder omstreeks 550
van de (ruim) 800 leden, en dat is heel begrijpelijk. Die 550 leden
zijn allen in dienst van een van de hervormde of. gereformeerde
kerken in Nederland de een heeft er een dagtaak aan, de ander
doet het als nevenbetrekking, als schnabbel. Als het goed was
behoorden zij allen te vallen onder de algemene richtlijnen, die een
aantal jaren geleden zijn opgesteld door de P.C.V.K. als werkne
mersorganisatie en als werkgevers de (hervormde) Vereniging van
Kerkvoogdijen en het (gereformeerde) Landelijk Verband van
Commissies van Beheer. In die richtlijnen zijn de werkomstandig
heden van de kosters geregeld: urenaantal en overuren, salaris en
vakantietoeslag. Een soort arbeidsovereenkomst dus, maar niet
algemeen verbindend verklaard dat is namelijk niet goed mo
gelijk, enerzijds omdat de kerkvoogdijen zelfstandig zijn en geen
bindende regelingen behoeven te aanvaarden en anderzijds omdat
er een enorm verschil kan bestaan tussen de ene koster en de
andere.
Desondanks had men de verwachting dat de kerkvoogdijen en
de commissies van beheer toch op z'n minst naar de geest van
de algemene richtlijnen zouden handelen de enquête heeft uit
gewezen dat het niet zo is. Een paar gegevens:
9 Voor de kosters in vaste dienst is gebleken dat de algemene
richtlijnen niet worden toegepast ten aanzien van 46 pet. van de
hervormde kosters en van 35 pet. van de gereformeerde kosters.
9 De kosters in niet volledige dienst komen er nog slechter af:
voor 72 pet. van de hervormde kosters gelden de richtlijnen niet
(40 pet. krijgt ook geen vakantietoeslag) en in de gereformeerde
kerk ligt dit percentage op 80.
Met de werktijden is het ook niet al te best gesteld: 68 pet. van
de gereformeerde kosters werkt langer dan 50 uur per week en
voor de hervormde ligt dat percentage rond de 52. De enquête
wees uit dat er zelfs kosters zijn die een werkweek moeten ma-
van 80 uren!
9 Met de lonen is het al niet veel beter gesteld. Voorbeelden:
een koster, niet in volledige dienst, heeft de zorg voor een
kerk met 500 zitplaatsen, met houten vloeren, met grote
gazons, met kolenverwarming, met omstreeks 30 huwelijken per
jaar. Een niet zo simpel bijbaantje dus, waarbij het hele gezin
moet worden ingeschakeld. Vergoeding: f 25,- per week voor de
man en f 10,- per week voor de vrouw. Plus vrij wonen. Toen
de P.C.V.K. er zich mee ging bemoeien kreeg het gezin 100 pet.
opslag! Een ander voorbeeld: een evenmin volledig in dienst
zijnde koster besteedt met vrouw en kinderen vijftig uur per
week aan het kosterschap. Beloning: f 80,-. Een uurloon dus
van f 1,60!
9 De wél in vaste dienst zijnde kosters, voor zover ze volgens de
algemene richtlijnen worden betaald, zijn iets beter af: na tien
dienstjaren kunnen ze een bruto-jaarsalaris bereiken van
f 9900,- op basis van een vijftigurige werkweek. Omgerekend
komt dat op een uurloon uit van omstreeks f 3,90 toch ook
geen salaris om hoera over te roepen!
Dit alles heeft de enquête uitgewezen voor de kosters reden
voldoende om eens aan de noodklok te trekken. Op een deze week
gehouden bijeenkomst noemde voorzitter Van den Brink het on
begrijpelijk dat kerkvoogdijen hun medewerkers zo slecht durven
te betalen en nog onbegrijpelijker dat er nog kosters zijn die dit
nemen. Waarop secretaris Th. Zeilmaker inhaakte: „Meestal is het
zo dat zij niet durven protesteren!" Waarom niet is vlug duidelijk
gemaakt: de meeste kerken streven ernaar het kosterschap als
bijbaantje te laten behandelen. Niet zeldzaam zijn de voorbeelden
dat een koster in volledige dienst na pensionering wordt vervan
gen door een koster in niet-volledige dienst. Koster-zijn wordt
dus steeds meer een schnabbel en wie eenmaal gewend is een ex
traatje bij te verdienen en daarop zijn leven instelt, protesteert
niet zo vlug uit angst dat hij zijn schnabbel kwijtraakt. Als het
kerkgebouw daarvoor geschikt is, zoekt hij het liever in wat extra-
verdienste bij de bruiloften en andere gelegenheden die in de
kerkelijke lokalen worden georganiseerd. „Maar dat is toch wel
een ongezonde basis!", meent de heer Van den Brink.
En dus gaat de P.C.V.K. binnenkort maar weer eens met de
andere partijen praten. „Ten slotte mag het niet zo worden dat
kosters van de schooi moeten gaan leven!", zegt voorzitter Van
den Brink. En daar heeft hij gelijk in. Er zijn goede werkgevers
onder de kerken de P.C.V.K. constateert het met dankbaarheid.
Maar er zijn er ook nog die geloven dat koster een soort erebaan
tje is. Maar daarvoor lijkt dat aantal van vijftig of meer werkuren
per week toch wel wat aan de hoge kant!