Medeplichtigen
van Himmler
voor rechter
PAS HA
Acht overwegingen
om uw salaris
te storten op een
AMRO -Privé-rekening:
2
3
4
6
7
8
AMRO BANK
Ex-boer boert goed bij de Deltawerken
„Vrijheid meningsuiting
vereist waakzaamheid"
Hannes de Ruiter
kreeg nooit spijt
Interpellatie
over T. en I).
Indrukken van een verwarrende vergadering
PROCES ZAL
TWEE JAAR
DUREN
SI
PA
R
K.W.J. kritiseert
NVV-verldaring
RIJSWERK
HUISJE
KROM ME RIEK
steken
VEILIGHEID
VOORZITTER JOURNAUSTEISVEREISIGING
Sli
Applaus
Abrupt
Spannend
Motie
Meerderheid
INMENGING
UITTOCHT
man poogt broer
te doden; eis
twaalf maanden
OPGEHANGEN
ADMINISTRATIE
VERNIETIGD
EICHMANN
W ISTEN HET NIET
in vacu-pak
FILTER-GEMALEN
EXCLUSIEF VOOR
gemakkelijk contant geld opnemen
(ook door uw echtgenote b.v.);
5 Betaalcheques, om contant te be
talen zonder contant geld op zak;
geen kosten. Alle giro-mogelijk
heden. En iedere boeking ziet u
op het dagafschrift;
3%% rente. En spaar-mogelijk-
heden met 4 t/m 6%% rente;
een voorschot is mogelijk. Maar
belangrijker mogelijkheid: de
AMRO-Lening;
u kunt de bank de betaling van
huur, verzekeringen, electriciteit
e.d. laten verzorgen;
alle overige diensten van de
AMRO Bank staan tot uw be
schikking;
uw geld is veilig en voordelig bij
de AMRO Bank. Maak daar ge
bruik van.
AMSTERDAM-ROTTERDAM BANK
ZATERDAG 10 MEI 1969
"X'Zr „HARD MAAR FIJN WERK
TJANNES de Ruiter verwisselde twaalf jaar geleden het boerenbedrijf toot
■*- de Deltawerken. Hij heeft sindsdien nog nooit zo goed geboerd!
Toen de Aannemerscomhinatie Willemstad begon aan het afshiiten van het
olkerak, begon hij als 23-jarige boerenzoon uit een gezin van twaalf kin
deren aan een avontuur, waarvan hij nooit spijt kreeg, doch waarvan hij al
leen maar vruchten plukte.
HARD MAAR FIJN WERK II.
Hij glundert als hij vertelt over het
eigen huisje met een flinke lap grond
voor eigen groenten en aardappelen en
over het autootje waarmee hü zijn
vrouw en twee dochtertjes op zondag
de stand van zaken aan de waterkant
laat zien.
„Waarom ik hier ging werken? Wat
Ml ik zeggen? Thuis ik kom van Wil
lemstad hadden we vee en land en
gelijk werkte ik bij de boer. Bij de
boer werd het steeds minder door de
mechanisatie. De boeren hebben prak
tisch geen volk meer.
En het verdient hier beter. Dat
scheelt zo door mekaar wel een derde.
Tja en die schepen voorbij zien va
ren, dat trok me wel, want werk tegen
mijn zin, dat staat me niet erg aan".
,.Ik ben begonnen in het rijswerk,
zinkstukken maken. Dat leerde je van
de Sliedrechters en Werkendammers.
Dat was eerst wel zwaar werk met die
harde bossen hout op je rug. Toen
kwam ik dikwijls moe thuis, maar ja.
je verdiende meer, hè? Wel sleten je
kleren veel harder en dat moest er dan
weer af".
„Na een maand of drie moest ik
stortsteen lossen uit de schepen en in
netten rollen. Dat was helemaal zwaar
werk. Kun je nagaan, dat wordt nu
met poliepgrijpers gedaan. In die tijd
had ik voor mezelf nog een blokje tuin,
maar dat heb ik weg moeten doen. Dat
ging niet meer. Met mooi weer zou je
je uien binnen moeten halen, maar dan
moest je ook hier zijn".
„Maar toch heb ik een huisje, een be
staand huisje hoor, bjj elkaar kunnen
scharrelen, met een mooi lapje grond
voor eigen gebruik. Daar heb ik ook
niet krom voor hoeven te liggen.
Thuis leefde ik rustig door. Anders
had ik mijn autootje ook niet gekocht,
dat doe ik niet. Ik blijf wel met de
fiets of de brommer komen. Het au
tootje is voor de weekeinden".
„Pas heb ik weer een stukje aan
mijn huisje bijgebouwd. Ik ben vroe
ger nog een poos opperman geweest.
Ik kon er drie weken onbetaald ver
lof voor krijgen. Dat kon ik met mijn
baas regelen, want zie je, de vakan
tie is er hier ook wel eens bij inge
schoten als het werk dat nodig maak
te".
„Fijn werk vond ik het met de bo
ten op het water. Ik heb veel gepeild.
Nee, bang werd ik niet zo makkelijk,
maar ik was weieens zeeziek. Daar
ben ik overheen gekomen. Waar ik
op dat caisson de afsluiters open
draaide om het te laten zinken, daar
heb ik dikwijls gepeild. Dat was no
dig om uit te rekenen hoeveel grond
er uit moest. Later moest dat dan
weer worden nagepeild".
„Tk heb dus zo van alles gedaan.
Met de schop en de kromme riek ach
ter de dragline gestaan. Dat is het hel
pen met dijken maken. Dan breng je
eigenlijk de lijnen in het dijklichaam.
Ik heb toen ook met het waterpasinstru
ment leren omgaan".
„Een andere keer zat ik weer in de
schepen bij het lossen van mijnsteen
en grind. Dan moest je bijscheppen,
uit de kanten scheppen van de lading
zodat de grijper het kon oppakken. Die
schepen moesten zo min mogelijk lig
dagen hebben. Dat was dus ongeregeld
met eten. Dit zware werk wordt wel ex
tra betaald, net als het steen lossen".
„Op zuigers en baggermolens deed
ik het werk van de dekknechts, zoals
het vieren en inhalen van de draden. Ik
heb ook wel op een drijvende leiding
gezeten. Op onderlossers stond ik aan
het stuur als ze versleept werden."
„Ja, veel kou en wind meegemaakt,
maar ik deed het graag, vooral aan de
waterkant dat deed ik het liefst. Toch
ben ik heel weinig ziek geweest. Eén
keer eigenlijk maar. Ik stond ook op
het zuigerstort om pijpen aan te koppe
len. Dat is op de plek waar het zand
uit de persleiding komt bij het opspui
ten van een dijklichaam".
..Toen stond je nog dikwijls dag en
nacht in het water. Nu werken ze an
ders. In elk geval kreeg Ik toen ste
ken in de benen, ik geloof dat het reu
matiek was. Toen heb Ik een week
of vier. vijf thuis gezeten. Dat was
alles, want voor verkoudheid of griep
blijf je niet zo makkelijk thuis".
„Het blijft wel hard werken. Sinds
een jaar of vier ben ik voorman. Dat
betekent niet de baas spelen en toekij
ken, maar het is zeker zo hard werken
als anders. Je gaat vooruit, je geeft als
het ware het voorbeeld. Dat kost dus
kracht, maar ik heb altijd goed kunnen
eten. Per dag zo'n achttien sneden
bruin brood, meest met spek want je
hebt zware kost nodig. En dan 's avonds
thuis natuurlijk warm eten, een be
hoorlijk portie aardappelen en zo, maar
vooral stevig".
„Ik heb dus altijd aardig kunnen ver
dienen en ik doe het nog steeds graag.
Ik kom er 's ochtends graag uit. De
wekker hoef ik eigenlijk niet te zetten.
Je ziet met dit soort werk dat er wat
gebeurt. Het gaat om de veiligheid en
daar ben je eigenlijk zelf elke dag mee
bezig. Ik vind het leuk en dat meen ik,
dat ik later kan zeggen dat ik erbij ben
geweest".
„De mensen zien dat niet en ze weten
het misschien ook niet, maar waar nu
die caissons zijn neergelaten, daar heb
ben wij al twee jaar aan gewerkt met
zinkstukken en zo. Die caissons heb ik
ook nog helpen aankleden met drijf-
schotten aan de zijkanten".
„Voorlopig komt er hier nog geert
eind aan. Het duurt nog wel,even voor
de dam helemaal klaar is. Er zit hier
nog wel een paar jaar werk in. Daarna
zie ik wel verder. Ze zeggen dat er
misschien een derde sluis bij komt, wie
weet..."
DONN - Voor de gezworenenrechtbank van West-Berlijn-Moabit is *t pro-
■*-* ces begonnen tegen negen vroegere medewerkers van het Reichssicher-
heitshaiiptamt Himmlers beruchte terreurcentrale aan de Berlijnse Prinz Al-
brechtstrasse.
De negen mannen worden beschuldigd van moord of medeplichtigheid aan
moord op vele duizenden Joden. Hun berechting het grootste strafproces
dat ooit in Berlijn is gehouden is nog maar het begin van een hele reeki
processen tegen de „bureaumoordenaars" van de Prinz Albrechtstrasse.
HANNES DE RUITER
boer af
en nog nooit zo goed geboerd
DEN HAAG Het communistische
Tweede-Kamerlid M. Bakker zal vol
gende week woensdag, 14 mei, tijdens
zijn interpellatie in de Tweede Kamer
inzake de sluitingen bij Thomassen en
Drijver Verblifa NV de regering de
vraag voorleggen in hoeverre zij is ge
kend in het besluit van deze naamloze
vennootschap om tot sluiting van een
aantal fabrieken over te gaan. „Wordt
dit besluit, dat genomen is ondanks het
feit dat het bedrijf zeer goed rendeert,
door de regering gebillijkt", zo zal de
heer Bakker willen weten en voorts zal
hij er op aandringen dat de regering
haar standpunt in deze motiveert.
Verder zal het Kamerlid de vraag
stellen of genoemde firma bij de rege
ring een verzoek heeft ingediend om 'n
investeringspremie te ontvangen voor
een of meer van haar andere bedrijven
en welke houding zij op dit punt aan
neemt. Hoe zal die houding zijn als na
sluitingen in Krommenie, Utrecht, Dor
drecht en Leiden de fabrieken in kern
gemeenten uitbreiding zullen ondergaan
en daarvoor premie geclaimd wordt.
De revolutie in Tilburg ebde
weg naar een vredig einde
MAASTRICHT „Journalisten ontmoeten zowel bij de overheid als bij
particulieren nog vaak geslotenheid en geheimhouding, die vrijwel uit
sluitend wortelen in wanbegrip en gewichtigdoenerij en slechts zelden iets uit
staande hebben met een wezenlijk maatschappelijk belang".
TILBURG De laatste uren van de revolutie waren woensdagavond
warm, verward en wat nerveus. Naarmate de uren verstreken werden
steeds meer jasjes en jacks uitgetrokken en de literfles seven-up op de be
stuurstafel ging steeds vaker van mond tot mond. Alleen prof. Van Dijck,
prorector van de Tilburgse hogeschool, liet de frisdrank in een glaasje schen
ken. Hij hield trouwens ook zijn jasje aan.
Deze historische vergadering in de overbezette bedompte aula was anders
dan de andere vergaderingen die de revolutie had gekend.
De laaiende geestdrift was verzwakt,
er werd kritischer en aandachtiger
naar de sprekers geluisterd en men
was op zijn qui vive. Er was mét de
uitgekiende vredesverklaring van se
naat en curatoren een duidelijke wig
gedreven in de grote massa der re
bellen.
De gematigden, veelal in keurig pak
met stropdas en overhemd, wilden
weer studeren, de extremisten be
merkten dat ze hun greep op de gro
te massa aan het verliezen waren.
Het was zaak niet te provoceren en
toch de hele vergadering mee te krij
gen met een felle veroordeling van het
curatorium.
im
Prof. Van Dijck, die dat alles heel
goed aanvoelde maakte een slim ge
bruik van de mogelijkheden die hem
werden geboden. Nadat een aantal
studielustigen had gewezen op de om
mezwaai, die senaat en curatoren
zouden hebben gemaakt, haakte hij
er bijvoorbeeld zo op in: „Er zijn nog
enkele kleine verschilpunten tussen
de standpunten. Er zit geen poging
in onze verklaring om wie dan ook
„te flessen". U kunt daarom niet
meer doorgaan met zo'n extreem
middel als een bezetting".
trouwen, o.k., maar dat kunt u niet
eindeloos volhouden. Dat de struc
tuur van de hogeschool, speciaal de
benoeming van de curatoren buiten
de instelling om, overleefd is, daar
zijn we het allemaal over eens. Maar
hoe het wel moet dat kunnen we van
avond niet oplossen. Daar willen we
juist die structuurcommissie voor".
Er werden veel pogingen gedaan om
goedkeuring van de verklaring van
het hogeschoolbestuur en opheffing
van de bezetting te koppelen aan de
voorwaarde dat het huidige curato
rium heengaat en vervangen wordt
door degenen die werken en studeren
aan de hogeschool wordt voergedra-
g er,.
Overdonderend applaus, maar ook een
boos opspringende student: „De se
naat staat gewoon op het oude stand
punt, dat nu helemaal verdoezeld is
in de termen van studenten. Prof.
Van Dijck komt het lekker uitleggen
en wij trappen erin. Wij zijn ver
domd inconsequent".
Geschreeuw en gestamp, gefluit.
Prof. Van Dijck: „U kunt niet zeggen
dat er niets bereikt is. Er is wan-
De gematigde middengroepen proberen
een abrupt einde aan de discussie te
maken door temidden van de chaos
van voorstellen en moties die de
klamme vergadering duizelig maakt,
een plan te lanceren dat schijnbaar
maar een nuance verschilt van de an
dere voorstellen. Nog voor de mees
ten door hebben wat de gevolgen zul
len zijn, wordt er gestemd: de stern-
commissie besluit dat de stemmen
staken (het verschil tussen bijvoor
beeld 580 of 720 opgestoken handen is
in de stampvolle zaal nauwelijks te
controleren).
Zo suddert, de vergadering door uren
en uren.
Tegen middernacht roept een student:
„We vergaderen nu al bijna een hal
ve dag. Èn we zijn geen bliksem op
geschoten! Nemen we de verklaring
van de curatoren aan of niet?"
Na veel geharrewar stemming over de
vraag: gaan we zonder meer akkoord
met de voorstellen of stellen we er
voorwaarden aan? Het gaat erom
spannen. Wordt de bezetting opgehe
ven of niet? Heeft de actie genoeg re
sultaat gehad? Zullen de curatoren la
ter terugkrabbelen? Het zijn vragen
die door de bezwete hoofden malen,
terwijl er wordt gestemd. Tweemaal.
En tweemaal staken de stemmen,
wat wil zeggen dat de stemmenver-
schillen riiet in het oog springend zijn.
Prof. Van Dijck. die nerveus op zijn
pen had zitten bijten, haalt opgelucht
adem.
Ton Koster, de radicale provo in het
gezelschap, dient sarcastisch een
koldermotie in waarin de vergadering
wordt uitgenodigd senaat en curato
rium te blijven „likken" in de hoop
een fraaie positie in de maatschappij
te bemachtigen. Er wordt hartelijk
om gelachen, al klinkt het in de ex
treme hoek, waar het wantrouwen te
gen de goede bedoelingen van het ho
geschoolbestuur het grootst is, wat
bitter of wat' al te vrolijk.
Vrij plotseling komt het verlossende
woord van een wetenschappelijk me
dewerker, drs. H. Frantzen, die voor
stelt: 1. akkoord te gaan met. de ver
klaring en de bezetting op te heffen;
2. het episcopaat te vragen het cura
torium te vervangen; 3. het Atso-be-
stuur te machtigen het. overleg over
de nieuwe structuur te beginnen en
daarbij vooral het vetorecht omzich
tig te definiëren (in de verklaring
van het hogeschoolbestuur is een ve
torecht opgenomen voor elk der gele
dingen om ongewenste democratise
ringsplannen te kunnen tegenhoudeq).
Een overweldigende meerderheid is 't
ermee eens. Er breekt een hels ge
joel los, waarmee de spanning is ge
broken. Opgelucht lachend laten het
Atso-bestuur en prof. Van Dijck ach
ter de bestuurstafel de herrie over
zich komen.
Het lijkt zelfs even of er feest is ge
vierd in de rommelige aula zo vre
dig, zo haast onwezenlijk lief eindigt
deze voorjaarsnacht de revolutie van
Tilburg.
Aldus een passage uit de rede van
de voorzitter van de Nederlandse Ver
eniging van Journalisten, de heer J.
J. van Raalte, gehouden in de gister
middag in Maastricht begonnen twee
daagse jaarvergadering van de NVJ.
De heer Van Raalte schetste de ge
volgen van de technische en bedrijfs
economische ontwikkeling in de jour
nalistiek voor de vrijheid van me
ningsuiting en de materiële positie
van zijn vakgenoten. Hij acht het. de
plicht van de journalisten en hun or
ganisatie deze ontwikkeling nauwlet
tend te volgen, waarbij hij zich af
vroeg of het grondwettelijk begrip
„vrijheid van drukpers" niet vervan
gen dient te worden door de ruimere
omschrijving „vrijheid van menings
uiting". De NVJ-voorzitter riep op
waakzaam te zijn voor de praktische
verwezenlijking van de persvrijheid.
Inzonderheid geldt dat in het omroep
bestel en bij de concentratie van cou-
rantenbedri j ven
Het gevaar bestaat z.i. dat door fi
nancieringsproblemen geen volledig
gebruik van de vrijheid van menings
uiting kan worden gemaakt. De in
menging van derden, zoals typogra
fen die weigeren bepaalde kopij te
zetten of verkooporganisaties die wei
geren bepaalde bladen te verkopen
omdat zij bezwaar hebben tegen de
inhoud, noemde hij eveneens een be--
denkelyk verschijnsel voor de vrij
heid van meningsuiting.
De NVJ-voorzitter constateerde ove
rigens, dat er geleidelijk meer open
heid komt in de betrekkingen tussen
de journalistiek en de bronnen van het
nieuws, al gaat die ontwikkeling nog
niet snel genoeg. Anderzijds noopt die
grotere openheid ook tot, grotere ver
antwoordelijkheid bij het publiceren
van het nieuws.
Dat betekent dat er steeds hogere
eisen aan de vakbekwaamheid der
journalisten worden gesteld, aldus de
heer Van Raalte, die hiermee de ver
binding wilde leggen tussen de idële
en de materiële vraagstukken van de
hedendaagse journalistiek.
De tijd is voorbij, aldus de heer Van
Raalte, dat de journalistiek als een
mooie, maar dure hobby werd be
schouwd, maar dat wil nog niet zeggen
dat er op het gebied van lonen en ar
beidsvoorwaarden van een bevredigen
de toestand kan worden gesproken. Het
.feit dat zo vaak journalisten het vak
verlaten duidt op het tegendeel en voor-
aj bij de parlementaire pers doet zich
een onrustbarende uittocht voor. De ver
betering van de materiële positie van
haar leden blijft dan ook een primaire
taak van de NVJ. Hij eindigde met een
verwijzing naar de naar zijn oordeel
positieve ervaringen met de mede door
de georganiseerde journalistiek tot
stand gebrachte vakopleiding. Hij be
sloot zijn rede met een oproep tot de
leden om de reeds hoge organisatie
graad zeventig tot tachtig procent
der Nederlandse journalisten is in de
NVJ verenigd naar de honderd pro
cent te voeren.
UTRECHT De officier van Justi
tie bij de rechtbank in Utrecht eiste
gisterochtend tegen de 45-jarige
Utrechtse plantsoenarbeider G. H. een
gevangenisstraf van twaalf maanden
met aftrek, waarvan drie maanden
voorwaardelijk en een proeftijd van 3
jaar wegens een poging tot moord op
zijn 43-jarige broer L. YV. H.
Op 20 januari van dit jaar omstreeks
zeven uur 's avonds was verdachte
verslaafd aan de drank na cafébe
zoek thuisgekomen in de woning, waar
hij samen met zijn vader en broer
woonde.
Juist voordat men aan tafel wilde
gaan had hij een broekriem, die hij
van te voren in een lus had gelegd, om
de nek van zijn broer geslagen. Ver
dachte had de lus strak aangehaald, zo
dat zijn broer geen adem meer kon
krijgen. Daarbij was ook de stropdas
van het slachtoffer strak om zijn nek
gesnoerd. Later had de verdachte de
broekriem losgemaakt. Daardoor kon
zijn broer weer wat op adem komen.
Hij was het huis uit gestrompeld en
bij kennissen opgevangen. Omstreeks
middernacht werd verdachte door de
gealarmeerde politie van zijn bed ge
licht.
Verdachte was reeds eerder veroor
deeld wegens mishandeling. De officier
van Justitie achtte de poging tot moord
bewezen, omdat hetgeen hij heeft ge
daan een duidelijke uitvoering van zijn
voornemens is geweest. De raadsvrou
we van verdachte, mej. mr. M. G.
Boud, was echter van mening, dat de
ten laste gelegde poging tot moord niet
bewezen was en vroeg vrijspraak.
Uitspraak over veertien dagen.
In september 1939, bij het begin van
de oorlog, stichtte Himmler zijn
Reichssiecherheitshauptamt (RSHA).
Ddt bureau diende als coördinatiecen
trum voor de leiding van de Gestapo,
de inlichtingendienst SD en de recher
che.
De eerste chef was de beruchte Hey-
drich. Zijn opvolger werd in 1946 in
Neurenberg opgehangen. De bekend
ste medewerker was Adolf Eichmann,
het hoofd van de afdeling „Joodse za
ken".
Het RSHA regelde niet alleen de uit
roeiing van de Europese Joden, maar
ook de massamoord op zigeuners,
geesteszieken, Poolse intellectuelen en
verzetslieden, dwangarbeiders en
krijgsgevangenen van vele nationali
teiten.
Administratief zat dit alles perfect
in elkaar. De ambtenaren in de Prinz
Albrechtstrasse zorgden zelfs voor
verordeningen, waarbij de Joden wer
den gelast tijdig voor hun deportatie
hun stroom-, gas- en waterrekening te
betalen en een ander tehuis te zoeken
voor hun honden, katten en kanarie
vogels.
Ook werden wel bijzondere opdrach
ten uitgevoerd, zoals het bijeenbren
gen van een verzameilng skeletten
van „daartoe geschikte Joden en Sla
ven" om de nazistische rassentheorie
ën te staven.
Tegen het einde van de oorlog ver
nietigde het RSHA wijselijk al zijn ar
chieven, ook de geheime kopieën, die
waren verborgen in Theresienstadt,
Hof en Schwerin.
De Westberlijnse justitie heeft dan
ook vijf jaar lang monnikenwerk moe
ten verrichten om verdachten op te
sporen en bewijsmateriaal op te del
ven uit de onafzienbare papiermassa's
van lagere instanties. Twaalf officie
ren van justitie en 23 rechercheurs
hebben zich door bijna vierhonderd
duizend documenten heengezwoegd en
2700 getuigen verhoord.
Vijftig leidende mensen van het
RSHA zullen binnenkort voor de rech
ter komen; tegen ongeveer tweehon
derd anderen lopen nog vooronderzoe
ken.
De voornaamste verdachte in het
nu begonnen proces is de 65-jarige
voormalige SS-Hauptsturmführer Fritz
Wöhrn, een nauwe medewerker van
Eichmann in het „Judenreferat".
Wöhrn stelde talrijke richtlijnen op
voor de „behandeling" van de Joden
en hij zorgde er o.m. voor, dat de con
centratiekampen volop aanvoer kregen
van Joden die zich hadden schuldig
gemaakt aan overtreding van de
„Speciale bepaling voor niet-ariërs".
De acht andere aangeklaagden zijn
lager geplaatste ambtenaren van de
toenmalige afdeling „Schutzhaft". Zij
beslisten over de individuele deporta
ties en zorgden voor de administratie
ve afwikkelingen bij het overlijden
der gevangenen.
Volgens de tenlastelegging van bijna
achthonderd bladzijden waren al deze
verdachten er zich volkomen van be
wust dat hun slachtoffers de dood te
gemoet gingen. Nu echter beweren
bijna allen dat ze van niets hebben
geweten.
Het proces zal naar schatting twee
jaren duren.
ADVERTENTIE
UTRECHT „Werkende Jeugd",
het blad van de Katholieke Werkende
Jongeren (KWJ) in Nederland, noemt
de verklaring waarin het Nederlands
Verbond van Vakverenigingen zich ach
ter de studenten stelde, die op dat mo
ment de hogeschool in Tilburg bezet
ten, „ronduit belachelijk", omdat aan
de jongeren binnen het NVV geen zeg
genschap wordt toegestaan. De NVV-
verklaring heeft volgens de KYVJ veel
weg van een poging om „zieltjes te
winnen": „Het is wel erg gemakkelijk
om mooi klinkende verklaringen uit te
geven over zaken waar je nauwelijks
bij betrokken bent".
Over de adhesiebetuiging aan de stu
denten zei later een woordvoerder van
het NVV dat het verbond in de actie in
Tilburg een weerspiegeling ziet van de
eigen wensen ten aanzien van wat er in
de maatschappij moet veranderen en
dat het NVV daarom ook zijn sympa
thie met de actie heeft betuigd. „Daar
komt bij, dat de volgende generatie op
de universiteiten grotendeels worden
gevormd door de kinderen van de werk
nemers".
ADVERTENTIE
1