Medeplichtigen van Himmler voor rechter PAS HA Acht overwegingen om uw salaris te storten op een AMRO -Privé-rekening: 2 3 4 6 7 8 AMRO BANK Ex-boer boert goed bij de Deltawerken „Vrijheid meningsuiting vereist waakzaamheid" Hannes de Ruiter kreeg nooit spijt Interpellatie over T. en I). Indrukken van een verwarrende vergadering PROCES ZAL TWEE JAAR DUREN SI PA R K.W.J. kritiseert NVV-verldaring RIJSWERK HUISJE KROM ME RIEK steken VEILIGHEID VOORZITTER JOURNAUSTEISVEREISIGING Sli Applaus Abrupt Spannend Motie Meerderheid INMENGING UITTOCHT man poogt broer te doden; eis twaalf maanden OPGEHANGEN ADMINISTRATIE VERNIETIGD EICHMANN W ISTEN HET NIET in vacu-pak FILTER-GEMALEN EXCLUSIEF VOOR gemakkelijk contant geld opnemen (ook door uw echtgenote b.v.); 5 Betaalcheques, om contant te be talen zonder contant geld op zak; geen kosten. Alle giro-mogelijk heden. En iedere boeking ziet u op het dagafschrift; 3%% rente. En spaar-mogelijk- heden met 4 t/m 6%% rente; een voorschot is mogelijk. Maar belangrijker mogelijkheid: de AMRO-Lening; u kunt de bank de betaling van huur, verzekeringen, electriciteit e.d. laten verzorgen; alle overige diensten van de AMRO Bank staan tot uw be schikking; uw geld is veilig en voordelig bij de AMRO Bank. Maak daar ge bruik van. AMSTERDAM-ROTTERDAM BANK ZATERDAG 10 MEI 1969 "X'Zr „HARD MAAR FIJN WERK TJANNES de Ruiter verwisselde twaalf jaar geleden het boerenbedrijf toot ■*- de Deltawerken. Hij heeft sindsdien nog nooit zo goed geboerd! Toen de Aannemerscomhinatie Willemstad begon aan het afshiiten van het olkerak, begon hij als 23-jarige boerenzoon uit een gezin van twaalf kin deren aan een avontuur, waarvan hij nooit spijt kreeg, doch waarvan hij al leen maar vruchten plukte. HARD MAAR FIJN WERK II. Hij glundert als hij vertelt over het eigen huisje met een flinke lap grond voor eigen groenten en aardappelen en over het autootje waarmee hü zijn vrouw en twee dochtertjes op zondag de stand van zaken aan de waterkant laat zien. „Waarom ik hier ging werken? Wat Ml ik zeggen? Thuis ik kom van Wil lemstad hadden we vee en land en gelijk werkte ik bij de boer. Bij de boer werd het steeds minder door de mechanisatie. De boeren hebben prak tisch geen volk meer. En het verdient hier beter. Dat scheelt zo door mekaar wel een derde. Tja en die schepen voorbij zien va ren, dat trok me wel, want werk tegen mijn zin, dat staat me niet erg aan". ,.Ik ben begonnen in het rijswerk, zinkstukken maken. Dat leerde je van de Sliedrechters en Werkendammers. Dat was eerst wel zwaar werk met die harde bossen hout op je rug. Toen kwam ik dikwijls moe thuis, maar ja. je verdiende meer, hè? Wel sleten je kleren veel harder en dat moest er dan weer af". „Na een maand of drie moest ik stortsteen lossen uit de schepen en in netten rollen. Dat was helemaal zwaar werk. Kun je nagaan, dat wordt nu met poliepgrijpers gedaan. In die tijd had ik voor mezelf nog een blokje tuin, maar dat heb ik weg moeten doen. Dat ging niet meer. Met mooi weer zou je je uien binnen moeten halen, maar dan moest je ook hier zijn". „Maar toch heb ik een huisje, een be staand huisje hoor, bjj elkaar kunnen scharrelen, met een mooi lapje grond voor eigen gebruik. Daar heb ik ook niet krom voor hoeven te liggen. Thuis leefde ik rustig door. Anders had ik mijn autootje ook niet gekocht, dat doe ik niet. Ik blijf wel met de fiets of de brommer komen. Het au tootje is voor de weekeinden". „Pas heb ik weer een stukje aan mijn huisje bijgebouwd. Ik ben vroe ger nog een poos opperman geweest. Ik kon er drie weken onbetaald ver lof voor krijgen. Dat kon ik met mijn baas regelen, want zie je, de vakan tie is er hier ook wel eens bij inge schoten als het werk dat nodig maak te". „Fijn werk vond ik het met de bo ten op het water. Ik heb veel gepeild. Nee, bang werd ik niet zo makkelijk, maar ik was weieens zeeziek. Daar ben ik overheen gekomen. Waar ik op dat caisson de afsluiters open draaide om het te laten zinken, daar heb ik dikwijls gepeild. Dat was no dig om uit te rekenen hoeveel grond er uit moest. Later moest dat dan weer worden nagepeild". „Tk heb dus zo van alles gedaan. Met de schop en de kromme riek ach ter de dragline gestaan. Dat is het hel pen met dijken maken. Dan breng je eigenlijk de lijnen in het dijklichaam. Ik heb toen ook met het waterpasinstru ment leren omgaan". „Een andere keer zat ik weer in de schepen bij het lossen van mijnsteen en grind. Dan moest je bijscheppen, uit de kanten scheppen van de lading zodat de grijper het kon oppakken. Die schepen moesten zo min mogelijk lig dagen hebben. Dat was dus ongeregeld met eten. Dit zware werk wordt wel ex tra betaald, net als het steen lossen". „Op zuigers en baggermolens deed ik het werk van de dekknechts, zoals het vieren en inhalen van de draden. Ik heb ook wel op een drijvende leiding gezeten. Op onderlossers stond ik aan het stuur als ze versleept werden." „Ja, veel kou en wind meegemaakt, maar ik deed het graag, vooral aan de waterkant dat deed ik het liefst. Toch ben ik heel weinig ziek geweest. Eén keer eigenlijk maar. Ik stond ook op het zuigerstort om pijpen aan te koppe len. Dat is op de plek waar het zand uit de persleiding komt bij het opspui ten van een dijklichaam". ..Toen stond je nog dikwijls dag en nacht in het water. Nu werken ze an ders. In elk geval kreeg Ik toen ste ken in de benen, ik geloof dat het reu matiek was. Toen heb Ik een week of vier. vijf thuis gezeten. Dat was alles, want voor verkoudheid of griep blijf je niet zo makkelijk thuis". „Het blijft wel hard werken. Sinds een jaar of vier ben ik voorman. Dat betekent niet de baas spelen en toekij ken, maar het is zeker zo hard werken als anders. Je gaat vooruit, je geeft als het ware het voorbeeld. Dat kost dus kracht, maar ik heb altijd goed kunnen eten. Per dag zo'n achttien sneden bruin brood, meest met spek want je hebt zware kost nodig. En dan 's avonds thuis natuurlijk warm eten, een be hoorlijk portie aardappelen en zo, maar vooral stevig". „Ik heb dus altijd aardig kunnen ver dienen en ik doe het nog steeds graag. Ik kom er 's ochtends graag uit. De wekker hoef ik eigenlijk niet te zetten. Je ziet met dit soort werk dat er wat gebeurt. Het gaat om de veiligheid en daar ben je eigenlijk zelf elke dag mee bezig. Ik vind het leuk en dat meen ik, dat ik later kan zeggen dat ik erbij ben geweest". „De mensen zien dat niet en ze weten het misschien ook niet, maar waar nu die caissons zijn neergelaten, daar heb ben wij al twee jaar aan gewerkt met zinkstukken en zo. Die caissons heb ik ook nog helpen aankleden met drijf- schotten aan de zijkanten". „Voorlopig komt er hier nog geert eind aan. Het duurt nog wel,even voor de dam helemaal klaar is. Er zit hier nog wel een paar jaar werk in. Daarna zie ik wel verder. Ze zeggen dat er misschien een derde sluis bij komt, wie weet..." DONN - Voor de gezworenenrechtbank van West-Berlijn-Moabit is *t pro- ■*-* ces begonnen tegen negen vroegere medewerkers van het Reichssicher- heitshaiiptamt Himmlers beruchte terreurcentrale aan de Berlijnse Prinz Al- brechtstrasse. De negen mannen worden beschuldigd van moord of medeplichtigheid aan moord op vele duizenden Joden. Hun berechting het grootste strafproces dat ooit in Berlijn is gehouden is nog maar het begin van een hele reeki processen tegen de „bureaumoordenaars" van de Prinz Albrechtstrasse. HANNES DE RUITER boer af en nog nooit zo goed geboerd DEN HAAG Het communistische Tweede-Kamerlid M. Bakker zal vol gende week woensdag, 14 mei, tijdens zijn interpellatie in de Tweede Kamer inzake de sluitingen bij Thomassen en Drijver Verblifa NV de regering de vraag voorleggen in hoeverre zij is ge kend in het besluit van deze naamloze vennootschap om tot sluiting van een aantal fabrieken over te gaan. „Wordt dit besluit, dat genomen is ondanks het feit dat het bedrijf zeer goed rendeert, door de regering gebillijkt", zo zal de heer Bakker willen weten en voorts zal hij er op aandringen dat de regering haar standpunt in deze motiveert. Verder zal het Kamerlid de vraag stellen of genoemde firma bij de rege ring een verzoek heeft ingediend om 'n investeringspremie te ontvangen voor een of meer van haar andere bedrijven en welke houding zij op dit punt aan neemt. Hoe zal die houding zijn als na sluitingen in Krommenie, Utrecht, Dor drecht en Leiden de fabrieken in kern gemeenten uitbreiding zullen ondergaan en daarvoor premie geclaimd wordt. De revolutie in Tilburg ebde weg naar een vredig einde MAASTRICHT „Journalisten ontmoeten zowel bij de overheid als bij particulieren nog vaak geslotenheid en geheimhouding, die vrijwel uit sluitend wortelen in wanbegrip en gewichtigdoenerij en slechts zelden iets uit staande hebben met een wezenlijk maatschappelijk belang". TILBURG De laatste uren van de revolutie waren woensdagavond warm, verward en wat nerveus. Naarmate de uren verstreken werden steeds meer jasjes en jacks uitgetrokken en de literfles seven-up op de be stuurstafel ging steeds vaker van mond tot mond. Alleen prof. Van Dijck, prorector van de Tilburgse hogeschool, liet de frisdrank in een glaasje schen ken. Hij hield trouwens ook zijn jasje aan. Deze historische vergadering in de overbezette bedompte aula was anders dan de andere vergaderingen die de revolutie had gekend. De laaiende geestdrift was verzwakt, er werd kritischer en aandachtiger naar de sprekers geluisterd en men was op zijn qui vive. Er was mét de uitgekiende vredesverklaring van se naat en curatoren een duidelijke wig gedreven in de grote massa der re bellen. De gematigden, veelal in keurig pak met stropdas en overhemd, wilden weer studeren, de extremisten be merkten dat ze hun greep op de gro te massa aan het verliezen waren. Het was zaak niet te provoceren en toch de hele vergadering mee te krij gen met een felle veroordeling van het curatorium. im Prof. Van Dijck, die dat alles heel goed aanvoelde maakte een slim ge bruik van de mogelijkheden die hem werden geboden. Nadat een aantal studielustigen had gewezen op de om mezwaai, die senaat en curatoren zouden hebben gemaakt, haakte hij er bijvoorbeeld zo op in: „Er zijn nog enkele kleine verschilpunten tussen de standpunten. Er zit geen poging in onze verklaring om wie dan ook „te flessen". U kunt daarom niet meer doorgaan met zo'n extreem middel als een bezetting". trouwen, o.k., maar dat kunt u niet eindeloos volhouden. Dat de struc tuur van de hogeschool, speciaal de benoeming van de curatoren buiten de instelling om, overleefd is, daar zijn we het allemaal over eens. Maar hoe het wel moet dat kunnen we van avond niet oplossen. Daar willen we juist die structuurcommissie voor". Er werden veel pogingen gedaan om goedkeuring van de verklaring van het hogeschoolbestuur en opheffing van de bezetting te koppelen aan de voorwaarde dat het huidige curato rium heengaat en vervangen wordt door degenen die werken en studeren aan de hogeschool wordt voergedra- g er,. Overdonderend applaus, maar ook een boos opspringende student: „De se naat staat gewoon op het oude stand punt, dat nu helemaal verdoezeld is in de termen van studenten. Prof. Van Dijck komt het lekker uitleggen en wij trappen erin. Wij zijn ver domd inconsequent". Geschreeuw en gestamp, gefluit. Prof. Van Dijck: „U kunt niet zeggen dat er niets bereikt is. Er is wan- De gematigde middengroepen proberen een abrupt einde aan de discussie te maken door temidden van de chaos van voorstellen en moties die de klamme vergadering duizelig maakt, een plan te lanceren dat schijnbaar maar een nuance verschilt van de an dere voorstellen. Nog voor de mees ten door hebben wat de gevolgen zul len zijn, wordt er gestemd: de stern- commissie besluit dat de stemmen staken (het verschil tussen bijvoor beeld 580 of 720 opgestoken handen is in de stampvolle zaal nauwelijks te controleren). Zo suddert, de vergadering door uren en uren. Tegen middernacht roept een student: „We vergaderen nu al bijna een hal ve dag. Èn we zijn geen bliksem op geschoten! Nemen we de verklaring van de curatoren aan of niet?" Na veel geharrewar stemming over de vraag: gaan we zonder meer akkoord met de voorstellen of stellen we er voorwaarden aan? Het gaat erom spannen. Wordt de bezetting opgehe ven of niet? Heeft de actie genoeg re sultaat gehad? Zullen de curatoren la ter terugkrabbelen? Het zijn vragen die door de bezwete hoofden malen, terwijl er wordt gestemd. Tweemaal. En tweemaal staken de stemmen, wat wil zeggen dat de stemmenver- schillen riiet in het oog springend zijn. Prof. Van Dijck. die nerveus op zijn pen had zitten bijten, haalt opgelucht adem. Ton Koster, de radicale provo in het gezelschap, dient sarcastisch een koldermotie in waarin de vergadering wordt uitgenodigd senaat en curato rium te blijven „likken" in de hoop een fraaie positie in de maatschappij te bemachtigen. Er wordt hartelijk om gelachen, al klinkt het in de ex treme hoek, waar het wantrouwen te gen de goede bedoelingen van het ho geschoolbestuur het grootst is, wat bitter of wat' al te vrolijk. Vrij plotseling komt het verlossende woord van een wetenschappelijk me dewerker, drs. H. Frantzen, die voor stelt: 1. akkoord te gaan met. de ver klaring en de bezetting op te heffen; 2. het episcopaat te vragen het cura torium te vervangen; 3. het Atso-be- stuur te machtigen het. overleg over de nieuwe structuur te beginnen en daarbij vooral het vetorecht omzich tig te definiëren (in de verklaring van het hogeschoolbestuur is een ve torecht opgenomen voor elk der gele dingen om ongewenste democratise ringsplannen te kunnen tegenhoudeq). Een overweldigende meerderheid is 't ermee eens. Er breekt een hels ge joel los, waarmee de spanning is ge broken. Opgelucht lachend laten het Atso-bestuur en prof. Van Dijck ach ter de bestuurstafel de herrie over zich komen. Het lijkt zelfs even of er feest is ge vierd in de rommelige aula zo vre dig, zo haast onwezenlijk lief eindigt deze voorjaarsnacht de revolutie van Tilburg. Aldus een passage uit de rede van de voorzitter van de Nederlandse Ver eniging van Journalisten, de heer J. J. van Raalte, gehouden in de gister middag in Maastricht begonnen twee daagse jaarvergadering van de NVJ. De heer Van Raalte schetste de ge volgen van de technische en bedrijfs economische ontwikkeling in de jour nalistiek voor de vrijheid van me ningsuiting en de materiële positie van zijn vakgenoten. Hij acht het. de plicht van de journalisten en hun or ganisatie deze ontwikkeling nauwlet tend te volgen, waarbij hij zich af vroeg of het grondwettelijk begrip „vrijheid van drukpers" niet vervan gen dient te worden door de ruimere omschrijving „vrijheid van menings uiting". De NVJ-voorzitter riep op waakzaam te zijn voor de praktische verwezenlijking van de persvrijheid. Inzonderheid geldt dat in het omroep bestel en bij de concentratie van cou- rantenbedri j ven Het gevaar bestaat z.i. dat door fi nancieringsproblemen geen volledig gebruik van de vrijheid van menings uiting kan worden gemaakt. De in menging van derden, zoals typogra fen die weigeren bepaalde kopij te zetten of verkooporganisaties die wei geren bepaalde bladen te verkopen omdat zij bezwaar hebben tegen de inhoud, noemde hij eveneens een be-- denkelyk verschijnsel voor de vrij heid van meningsuiting. De NVJ-voorzitter constateerde ove rigens, dat er geleidelijk meer open heid komt in de betrekkingen tussen de journalistiek en de bronnen van het nieuws, al gaat die ontwikkeling nog niet snel genoeg. Anderzijds noopt die grotere openheid ook tot, grotere ver antwoordelijkheid bij het publiceren van het nieuws. Dat betekent dat er steeds hogere eisen aan de vakbekwaamheid der journalisten worden gesteld, aldus de heer Van Raalte, die hiermee de ver binding wilde leggen tussen de idële en de materiële vraagstukken van de hedendaagse journalistiek. De tijd is voorbij, aldus de heer Van Raalte, dat de journalistiek als een mooie, maar dure hobby werd be schouwd, maar dat wil nog niet zeggen dat er op het gebied van lonen en ar beidsvoorwaarden van een bevredigen de toestand kan worden gesproken. Het .feit dat zo vaak journalisten het vak verlaten duidt op het tegendeel en voor- aj bij de parlementaire pers doet zich een onrustbarende uittocht voor. De ver betering van de materiële positie van haar leden blijft dan ook een primaire taak van de NVJ. Hij eindigde met een verwijzing naar de naar zijn oordeel positieve ervaringen met de mede door de georganiseerde journalistiek tot stand gebrachte vakopleiding. Hij be sloot zijn rede met een oproep tot de leden om de reeds hoge organisatie graad zeventig tot tachtig procent der Nederlandse journalisten is in de NVJ verenigd naar de honderd pro cent te voeren. UTRECHT De officier van Justi tie bij de rechtbank in Utrecht eiste gisterochtend tegen de 45-jarige Utrechtse plantsoenarbeider G. H. een gevangenisstraf van twaalf maanden met aftrek, waarvan drie maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 3 jaar wegens een poging tot moord op zijn 43-jarige broer L. YV. H. Op 20 januari van dit jaar omstreeks zeven uur 's avonds was verdachte verslaafd aan de drank na cafébe zoek thuisgekomen in de woning, waar hij samen met zijn vader en broer woonde. Juist voordat men aan tafel wilde gaan had hij een broekriem, die hij van te voren in een lus had gelegd, om de nek van zijn broer geslagen. Ver dachte had de lus strak aangehaald, zo dat zijn broer geen adem meer kon krijgen. Daarbij was ook de stropdas van het slachtoffer strak om zijn nek gesnoerd. Later had de verdachte de broekriem losgemaakt. Daardoor kon zijn broer weer wat op adem komen. Hij was het huis uit gestrompeld en bij kennissen opgevangen. Omstreeks middernacht werd verdachte door de gealarmeerde politie van zijn bed ge licht. Verdachte was reeds eerder veroor deeld wegens mishandeling. De officier van Justitie achtte de poging tot moord bewezen, omdat hetgeen hij heeft ge daan een duidelijke uitvoering van zijn voornemens is geweest. De raadsvrou we van verdachte, mej. mr. M. G. Boud, was echter van mening, dat de ten laste gelegde poging tot moord niet bewezen was en vroeg vrijspraak. Uitspraak over veertien dagen. In september 1939, bij het begin van de oorlog, stichtte Himmler zijn Reichssiecherheitshauptamt (RSHA). Ddt bureau diende als coördinatiecen trum voor de leiding van de Gestapo, de inlichtingendienst SD en de recher che. De eerste chef was de beruchte Hey- drich. Zijn opvolger werd in 1946 in Neurenberg opgehangen. De bekend ste medewerker was Adolf Eichmann, het hoofd van de afdeling „Joodse za ken". Het RSHA regelde niet alleen de uit roeiing van de Europese Joden, maar ook de massamoord op zigeuners, geesteszieken, Poolse intellectuelen en verzetslieden, dwangarbeiders en krijgsgevangenen van vele nationali teiten. Administratief zat dit alles perfect in elkaar. De ambtenaren in de Prinz Albrechtstrasse zorgden zelfs voor verordeningen, waarbij de Joden wer den gelast tijdig voor hun deportatie hun stroom-, gas- en waterrekening te betalen en een ander tehuis te zoeken voor hun honden, katten en kanarie vogels. Ook werden wel bijzondere opdrach ten uitgevoerd, zoals het bijeenbren gen van een verzameilng skeletten van „daartoe geschikte Joden en Sla ven" om de nazistische rassentheorie ën te staven. Tegen het einde van de oorlog ver nietigde het RSHA wijselijk al zijn ar chieven, ook de geheime kopieën, die waren verborgen in Theresienstadt, Hof en Schwerin. De Westberlijnse justitie heeft dan ook vijf jaar lang monnikenwerk moe ten verrichten om verdachten op te sporen en bewijsmateriaal op te del ven uit de onafzienbare papiermassa's van lagere instanties. Twaalf officie ren van justitie en 23 rechercheurs hebben zich door bijna vierhonderd duizend documenten heengezwoegd en 2700 getuigen verhoord. Vijftig leidende mensen van het RSHA zullen binnenkort voor de rech ter komen; tegen ongeveer tweehon derd anderen lopen nog vooronderzoe ken. De voornaamste verdachte in het nu begonnen proces is de 65-jarige voormalige SS-Hauptsturmführer Fritz Wöhrn, een nauwe medewerker van Eichmann in het „Judenreferat". Wöhrn stelde talrijke richtlijnen op voor de „behandeling" van de Joden en hij zorgde er o.m. voor, dat de con centratiekampen volop aanvoer kregen van Joden die zich hadden schuldig gemaakt aan overtreding van de „Speciale bepaling voor niet-ariërs". De acht andere aangeklaagden zijn lager geplaatste ambtenaren van de toenmalige afdeling „Schutzhaft". Zij beslisten over de individuele deporta ties en zorgden voor de administratie ve afwikkelingen bij het overlijden der gevangenen. Volgens de tenlastelegging van bijna achthonderd bladzijden waren al deze verdachten er zich volkomen van be wust dat hun slachtoffers de dood te gemoet gingen. Nu echter beweren bijna allen dat ze van niets hebben geweten. Het proces zal naar schatting twee jaren duren. ADVERTENTIE UTRECHT „Werkende Jeugd", het blad van de Katholieke Werkende Jongeren (KWJ) in Nederland, noemt de verklaring waarin het Nederlands Verbond van Vakverenigingen zich ach ter de studenten stelde, die op dat mo ment de hogeschool in Tilburg bezet ten, „ronduit belachelijk", omdat aan de jongeren binnen het NVV geen zeg genschap wordt toegestaan. De NVV- verklaring heeft volgens de KYVJ veel weg van een poging om „zieltjes te winnen": „Het is wel erg gemakkelijk om mooi klinkende verklaringen uit te geven over zaken waar je nauwelijks bij betrokken bent". Over de adhesiebetuiging aan de stu denten zei later een woordvoerder van het NVV dat het verbond in de actie in Tilburg een weerspiegeling ziet van de eigen wensen ten aanzien van wat er in de maatschappij moet veranderen en dat het NVV daarom ook zijn sympa thie met de actie heeft betuigd. „Daar komt bij, dat de volgende generatie op de universiteiten grotendeels worden gevormd door de kinderen van de werk nemers". ADVERTENTIE 1

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 5