WERNHER VON
Levensdoel:
Stuwkracht
naar de sterren
Hij was er bij
van begin
tot
Saturnus
spookte
40 jaar
door zijn hoofd
BRAUN
CREDO VAN
RAKETTEN-
BOUWER
Eén man maakt
tweemaal historie
Januari '58
Ingenieur
Vergeten...
Prestigeslag
„Onbekwaam"
Dromen
,Hoe groter..."
Aan stukken
Niemand meer
zijn heel wat momenten ge
weest in het leven van Wern
her von Braun, dat hij had
unburn kunnen uitroepen: Dit is de
dag van mijn leven! De dag waarop
hij het werkelijk heeft gedaan, was 21
december van het vorig jaar.
Het was de dag, waarop de 110 me
ter hoge Saturnus-5 raket zich om
13.51 uur precies verhief van Cape
Kennedy, met „op kop" de ruimte
capsule Apollo-8, die zijn banen rond
om de maan zou gaan trekken.
De Saturnus-5, die de jonge Wernher
von Braun al bijna veertig jaar eerder
in het hoofd had rondgespookt, was
een fascinerende werkelijkheid gewor
den op de dag, dat hij feilloos van
start ging en feilloos zijn taak in de
ruimte volbracht.
Centimeters
Nergens
Zonnebril
Het verhaal van deze eeuw
is begonnen.
Stap voor stap naderen we
de climax.
Landing op de maan over
twee maanden. De raket
staat klaar, overal ter wereld
oefenen mensen hun hersens
om elk detail te bevatten,
elke afwijking te signaleren.
Het brein van één man
vooral draagt dit imposante
avontuur.
Het brein dat de sprong naar
de maan mogelijk maakte.
Het unieke verhaal van
Wernher von Braun,
opgetekend in lange gesprek
ken met hem en velen die
hem kennen, zal in ons blad
verschijnen. Nieuwe feiten,
onbekende details, onthullende
achtergronden, dat zijn de
hoogtepunten uit de serie,
die vandaag begint.
„Ik geloof niet, dat wij op de
maan goud of uranium zullen
vinden. Wat wij op de maan zoe
ken f* hetzelfde als dat, waar
voor wij onze ruimtesonde „Ma
riner" naar Venus hebben ge
stuurd: kennis vergaren..."
„...Het zal zijn loon afwerpen,
als mensen voortgaan hun
nieuwsgierigheid te bevredigen,»
ook al ligt het profijt ervan niet
direct voor handen..."
„Het idee om raketten de ruim
te in te sturen is goed, omdat de
tijd daarvoor gekomen is. Wij
moeten doorgaan, omdat wij
niet mogen ophouden met onze
nieuwsgierigheid te bevredigen."
„Ik kan van ganser harte mee
voelen met de uitspraak van een
Franse filosoof: „Als het mij
vergund zal zijn mijn laatste mi
nuten in het bezit van al mijn
geestelijke krachten tegemoet te
zien, dan zou ik in het hierna
maals willen binnenglijden met
de ogen wijdopen en vervuld van
een onverzadigbare nieuwsgierig
heid!
Wernher von Braun, 21 jaar oud
,Op een
al ik
Het weten
Op het Oostfriese eiland Spiekeroog gunt
een zeventienjarige Duitse jongen zijn klas
genoten een blik door zijn sterrekijker. De
kijker is een belijdeniscadeau, waaromheen
de jongen zelf een observatorium heeft op
getrokken.
„Daar", legt hij zijn vrienden opgewonden
uit, „daar heb je de gebergten op de maan.
En zien jullie de kraters? Waanzinnig idee!
Stel je voor, een mens zou er heen kunnen
vliegen en ter plaatse alles kunnen onderzoe
ken!
Of hij gelooft dat het ooit zover zal ko
men? vragen dp vrienden. En hoe dat zal
gebeuren?
„Met raketten", is het antwoord. „Met
reusachtige raketten, die niet aangedreven
worden door kruit. Er moet een volkomen
nieuwe stuwkracht worden uitgevonden."
Wat voor stuwkracht, vragen de vrienden.
„Ik weet het niet", zegt Wernher von
Braun. „Maar op een dag zal ik het weten."
Op een dag zal Wernher von Braun weten,
dat hij als twintigjarige student in Berlijn
een belangrijk aandeel heeft gehad in de
bouw van de eerste raket, die, aangedreven
door vloeibare brandstof, de aarde verlaat.
Weten, dat hij als 57-jarige geleerde, de man
achter de eerste man op de maan zal zijn.
Want Wernher von Braun is erbij geweest
van begin tot einde. Hij, het technische genie
van de ruimtevaart, is de man, die de zilveren
glans van een maan der poëzie vertaald
heeft in proza. Von Braun houdt de deur
open naar een werkelijk nieuwe tijd.
Tweemaal gespannen aandacht voor een wereldschokkende gebeurtenis.
Hoge Duitse officieren én Von Braun (links) staren in 1943 een A-4 na, die
het luchtruim inklimt. Von Braun is de uitvinder van deze raket, die de
Duitsers de vergelding (V-2) mogelijk moet maken.
Precies 25 jaar later volgen de rakettenbouwers van Huntsville, Amerika,
de start van de Saturnus-V. Deze raket brengt de Apollo-8 in de ruimte en
op weg naar de maan.
Het brein achter deze raket is Von Braun (midden op de voorgrond). Links
van hem de (Duitse) directeur van Cape Kennedy, dr. Kurt Debus, en verder
op de voorgrond Von Brauns assisten en landgenoten dr. Eberhard Rees en
dr. Hans Griine.
Een dergelijke triomf had Von Braun elf
jaar eerder, op 31 januari 1958, al eens
beleefd. Toen was het de eerste Amerikaan
se satelliet, de Explorer 1, die in een baan
om de aarde werd gebracht. En misschien
hing er die dag méér van het welslagen van
de lancering af dan van die in december
vorig jaar.
De jaren vóór het eerste Amerikaanse
succes in de ruimte zijn bitter voor Von
Braun en zijn medewerkers en teleurstellend
voor het Amerikaanse volk. Op 4 oktober
1957 lanceren de Russen hun Spoetnik-1, de
eerste satelliet door mensen in een baan om
de aarde gébracht. Amerika heeft daarop
geen antwoord. Een maand later komt de
Spoetnik-2 in de ruimte met aan boord de
teef Laika. En opnieuw staat Amerika met
de mond vol tanden.
Om de blamage compleet te maken wordt
de poging, om op 5 december 1957 de
satelliet Vanguard-1 te lanceren, een volledi
ge mislukking. Enkele centimeters maar
verheft zich de door de marine ontwikkelde
Amerikaanse raket, die de 6chande moet
uitwissen, van de aarde; dan valt hij terug en
explodeert.
Waarom doen wij niets, had de Openbare
Mening van Amerika diep gegriefd uitgeroe
pen na de successen van de Russen, waarop
Amerika geen antwoord had.
Na de debacle met de Vanguard vragen de
Amerikanen zich vertwijfeld af of het mach
tigste land ter wereld dan niet bij machte is
tenminste zijn gezicht te redden.
slaap. Von Braun en Pickering zijn in
Washington.
„We stonden daar tussen al die hoge
omes", lacht hij nu, „en moesten met stalen
gezichten onze zelfbewuste glimlachjes
rondsturen. We mochten niet tonen hoe
gespannen we waren, hoe zenuwslopend het
allemaal was".
„Ze hadden ons gezegd, dat we, als de
Explorer zou doen wat hij doen moest, naar
de Nationale Academie voor Wetenschappen
zouden gaan om daar de pers te woord te
staan. Dat we voor radio en t.v. het Ameri
kaanse volk zouden vertellen over wat er zo
juist was gebeurd. Ik had voor dat doel een
donker pak aangetrokken..."
Wernher von Braun wacht evi maakt
dan zijn zin af. „Maar ik hac. ,ok een
zonnebril bij me. Als het scheef zou gaan,
had ik mezelf beloofd, zou ik dat ding
opzetten en onderduiken in een duistere
bioscoop..."
Von Braun heeft zijn zonnebril niet voor
den dag gehaald. Von Braun was van de ene
dag op de andere de held der Verenigde
Staten geworden.
Van de ene dag op de andere waren de
kopstukken vergeten hoe zij het team van
Von Braun in Huntsville misschien niet
tegengewerkt, maar dan toch wel dood
gezwegen. hadden.
Als een schipperskeesje had Von Braun
zich jarenlang aan de „groten" in Amerika
geklampt om duidelijk te maken, dat niet de
marine - uitgerekend de marine, die met
raketten niet de minste ervaring had maar
de mensen van Huntsville Amerika de eerste
plaats in de ruimte hadden kunnen bezor
gen.
Dat al in september van 1956 Von Braun
en zijn medewerkers van het leger een
Jupiter-C met zware lading meer dan dui
zend kilometer de ruimte in hadden gescho
ten, vermocht na 4 oktober en 3 november
de „hoge omes" niet aan het denken te
zetten.
Pas als de afgang compleet is, mag Hunts
ville het proberen.
Er is niets meer van teleurstelling over
deze gang van zaken in het hart van Von
Braun gebleven. Hij weet nu alleen nog dat
met de start van de Explorer-1 de strijd
tussen Amerika en de Sowjetunie om ae
hegemonie in de ruimte is begonnen. Een
prestigeslag, waarin geest en vernuft de
wapens zijn.
Sedert 1958 bevechten de twee machtigen
Waar zijn de Duitsers? Waar is die met een
waas van geheimzinnigheid omhulde „buit"
van de Amerikanen uit de Tweede Wereld
oorlog? Ergens moeten toch die weten
schapsmensen zitten, die 25 jaar eerder
Hitiers geheime raketwapen hadden ontwik
keld in het mysterieuze Peenemünde?
Ze zijn er, die geleerden. Maar wat de
Openbare Mening niet weet is, dat zij
onder aanvoering van Wernher von Braun,
directeur van het George C. Marshall Ruim
tevaartcentrum van de NASA in Huntsville
(Alabama) geen voet aan de grond krijgen.
Niet bij het Congres, niet bij de minister van
defensie, niet bij president Eisenhower. De
eerste Amerikaanse satelliet zal door de
Amerikaanse marine worden gemaakt en
gelanceerd, is hun redenering en pas het
volledige falen van de marine geeft Von
Braun en zijn staf de gelegenheid te tonen
wat zij waard zijn.
Zij bezitten al een Jupiter-C raket. Binnen
negentig dagen na Spoetnik-2 zullen Von
Braun en William Pickering, de geleerde die
de hersens van de Amerikaanse Explorer zal
samenstellen, Amerika zijn revanche geven.
Wjïrnher von Braun ondergaat die 114
minuten, waarin op 31 januari 1958 zijn
Explorer zijn baan om de aarde maakt, als
het tikken van een klok in een nacht zonder
elkaar in het buitenaardse. Nu heeft de één
een voorsprong, dan weer de ander.
Meer dan negenhonderd Amerikaanse en
Russische ruimtevaartuigen, bemand of on
bemand, zijn tot nu toe buiten het bereik
van de aarde geschoten. Met inbegrip van
alle uitgedoofde en afgestoten rakettrappen
zweefden er eind januari in het heelal bijna
3600 voorwerpen rond.
Wernher von Braun. Geboren 23 maart
1912. Geboorteplaats Wirsitz in de provincie
Posen, Pruisen. Zoon van Magnus Freiherr
Von Braun, bestuurshoofd van het district
Bromberg, in de republiek van Weimar
rijksminister van voedselvoorziening en land
bouw.
Wernher von Braun gaat in 1922 naar het
Franse Gymnasium in Berlijn. Hij irriteert er
zijn leraren door vragen te stellen, waarop
zij geen antwoord weten; hij geldt er als een
onbekwame leerling. Hij blijft een jaar zit
ten, omdat hij in het vak wiskunde niet
meekan.
In 1925 verhuist de familie Von Braun
naar het Duitse Noordzee-eiland Spiekeroog.
Wernher komt op de Hermann-Lietz-School.
In 1929 vervangt Wernher von Braun een
plotseling ziek geworden wiskundeleraar in
een klas hoger dan de zijne.
Een jaar later verlaat Wernher de school.
In het getuigschrift van de rector staat, dat
de jongeman een sieraad voor zijn school is
geweest, vooral door zijn buitengewone
mathematische kennis.
Direct na de middelbare school besluit
Wernher von Braun ingenieur te worden, om
raketten te kunnen bouwen. Acht uur per
dag gaat hij werken in een machinefabriek.
De rest van zijn tijd loopt hij colleges aan de
Technische Hogeschool in Berlijn-Charlot-
tenburg of helpt hij zijn vriend, leermeester
en afgod, professor Hermann Oberth, bij
diens experimenten om een vloeibare brand
stof voor raketten te vinden.
Eind september 1931 lanceert Wernher
von Braun met zijn vrienden Rudolf Nebel
en Klaus Riedel hun eerste raket, de MI-
RAK-1. Het ding komt nauwelijks van de
grond maar enkele weken later verheft hun
Mirak-2 zich 350 meter van de aarde en
komt, gedragen door eeö parachute, weer
heel op de grond terug.
RAKETTEN. De droom van een dertien
jarige jongen, die van zijn meccanodoos geen
hijskraan bouwt, maar een auto, die speel-
goedraketjes kan afvuren.
MAAN. De droom van een zeventienjarige,
die zijn vrienden hartstochtelijk meetroont
naar zijn sterrekijker en hun voila de
dan enig mogelijke reis naar die blinkende
woestijn in de ruimte laat maken.
RUIMTE. De droom van een 57-jarige, die
gelooft, dat de mens tussen 1985 en 1990
voet op Mars zal zetten en die binnen een
afzienbare toekomst ook in Mars niet het
eindstation van de menselijke nieuwsgierig
heid ziet.
„Wij kunnen nu al", zegt Wernher von
Braun, „ruimteschepen beschrijven, die de
mens naar andere planeten zullen brengen
en die het hem op een goede dag mogelijk
zullen maken zelfs ons zonnestelsel te verla
ten".
„De onderzoekingsdrift van de mens
maakt hem tot veel in staat. Hoe meer die
drift hem bevredigt, hoe groter zijn kennis
wordt. Tegelijkertijd achter zal zijn beschei
denheid groeien.
Dat zal gebeuren, als de mens inziet hoe
klein hij is in vergelijking tot de oneindig
heid van het universum."
Wernher von Braun heeft de mens nu al
een kopje kleiner gemaakt. Nolens volens
heeft hij het sprookje over de zilveren
maannachten aan stukken gescheurd.
Sinds Von Braun kan geen dichter de
maan meer „de schone, stille reisgezellin van
de nacht" noemen.
Astonaut James Lovell noemt de maan
een zwart-witte wildernis, zonder kleur....
Frank Bormann vond de maan afschrikwek
kend, naargeestig en verlaten, een reusachtig
niets..
William Anders vergeleek de maan met een
zandberg waarin zijn kinderen eens hadden
gespeeld, een berg van vuil zeezand met een
wirwar van voetsporen...
Dat is de werkelijkheid voor de astronau
ten, die de maan op de keper hebben gezien.
Landing op de maan, de trek naar verre
werelden het komt ons bijna al als
vanzelfsprekend voor. Niemand is er, die er
nog aan denkt hoe avontuurlijk, hoe primi
tief, hoe vermetel en hoe belachelijk vaak
het begin van dit alles is geweest.
Die geschiedenis te schrijven van de reis
van de mens naar het onbekende is de taak,
die wij voor de komende weken op ons
hebben genomen. Het is tegelijkertijd de
geschiedenis van Wernher von Braun. Die
raadselachtige Duits-Amerikaanse geleerde,
de man achter de man op de maan.
zaterdag
17 mei 1969