„Discussie Progil te
emotioneel verlopen"
Eind april 47
Sovjet-schepen
in Middell. Zee
Oud-verzetsstrijders
uiten kritiek op lage
pensioengrondslagen
Acht overwegingen
om uw salaris
te storten op een
AMRO-Privé-rekening:
1
2
3
4
5
6
7
8
AMRO BANK
Nog geen E.E.G.-harmonisatie
belasting natuurlijke personen
Over de
grenzen
PR OE VEN OP KUN SET MA TIGE MAANBODEM
groot belang"
Werkgevers
geen prijs
stijging meer
Fusie voor
Etna van
Esso Chemieongelukkig besluit na te veel
gepraat door ondeskundigen
D
Eban ziet offers
voor vrede nodig
U1
Wilson en TUC
nog
oneens
Dat
Prof. dr. De
Vrijer overleden
Met Daalderop - Tiel
ASSORTIMENT
PLANOLOGEN
PROGIL
Mobiel
Havens
gemakkelijk contant geld opnemen
(ook door uw echtgenote b.v.);
geen kosten. Alle giro-mogelijk
heden. En iedere boeking ziet u
op het dagafschrift;
3ViVo rente. En spaar-mogelijk-
heden met 4 t/m 6J4% rente;
een voorschot is mogelijk. Maar
belangrijker mogelijkheid; de
AMRO-Lening;
Betaalcheques, om contant te be
talen zonder contant geld op zak;
u kunt de bank de betaling van
huur, verzekeringen, electriciteit
e.d. laten verzorgen;
alle overige diensten van de
AMRO Bank staan tot uw be
schikking;
uw geld is veilig en voordelig bij
de AMRO Bank. Maak daar ge
bruik van.
AMSTERDAM - ROTTERDAM BANK
DRASTISCH
VJSIEKE PLAATS
Overzicht
ZATERDAG 17 MEI 1969
ROTTERDAM Willen de Nederlandse metaalverwerkende bedrijven kan
sen op orders van de chemische industrie blijven maken dan /.al men zich be
wust moeten zijn, dat de procesindustrie snelle voortgang maakt. De toele
verende industrie moet daarop speciaal zijn ingericht. In dit opzicht bestaat
bij ons de indruk, dat diverse Nederlandse bedrijven zijn achtergebleven bij
de ontwikkeling in de procesindustrie.
DEN HAAG „Als we de stijging
(van het prijsindexcijfer) van april
1968 tot april 1969 vergelijken met die
van maart 1968 tot maart 1969 dan
blijkt dat de cijfers gelijk zijn, n.I. 7,7
procent. Dit betekent dat dus aan de
prijsstijging een einde is gekomen. Er
kan zelfs van een relatieve daling wor
den gesproken, het recente april-cijfer
bevat immers de huurverhoging van
1 april j.I. met 0.4 procent die in het
aprilcijfer van 1968 ontbrak", aldus mr.
G. C. van Dam. algemeen secretaris
van de Federatie van de katholieke en
protestants-christelijke werkgeversver
bonden. in het orgaan van die federa
te „De werkgever".
„Men kan dus zeggen", zo schrijft
hij verder o.m., „dat het prijsbeleid
van de regering snel tot resultaat heeft
geleid".
„In de afgelopen maanden heeft zich
op de internationale markten een ster
ke prijsstijging van een aantal grond
stoffen voorgedaan. Deze mogen niet
worden doorberekend. Bedrijven ko
men daardoor in grote moeilijkheden
en stagnatie in de aanvoer van bepaal
de produkten is niet déhkbeeldig. Deze
situatie kan niet lang duren.
De minister van Economische Zaken
heeft steeds sterke nadruk gelegd op
het korte leven dat aan de prijsstop
beschoren moet zijn. Kort is natuurlijk
een relatief begrip; als kort niet zou
betekenen: heel binnenkort, dan valt er
niet te ontkomen aan een eerherstel
van een externe kostenregel".
BREDA De teleurstelling van
aandeelhouders over de huidige lage
koers van hun bezit in aandelen Kon.
Ijzergieterijen en Emailleerfabrieken
„De Etna" N.V. te Breda is begrijpe
lijk, zeggen commissarissen en raad
van beheer in een aanvullend jaarver
slag 1968. De oorzaak daarvan ligt ech
ter volgens hen in de algemene over
tuiging, dat de groeikansen naar een
betere rentabiliteit van de onderneming
in de huidige vorm gering zijn. Daarin
verandering te brengen is het grote
doel van de voorgestelde fusie met
N.V. Kon. Metaalwarenfabrieken v/h
J. N. Daalderop en Zonen te Tiel. Het
is van het allergrootste belang voor
de Etna, dat aandeelhouders, wanneer
het bestuur binnenkort het omwisse
lingsaanbod nogmaals openstelt, aan
het bestuur hun medewerking niet ont
houden.
In de algemene vergadering van de
Etna op 18 april zijn, zoals bekend, de
jaarstukken 1968 afgestemd. Het voor
stel om een fusie aan te gaan met
Daalderop is hierna niet meer in be
handeling gekomen. In hoeverre de fu
sie daarmee geheel van de baan was,
werd ter vergadering niet duidelijk.
Overeenkomstig de statuten werd een
commissie benoemd, bestaande uit de
heren W. C. Posthumus Meyes, Th.
M. Ram en C. R. C. Wijckerheld Bis
dom. Deze commissie heeft thans ver
slag van haar bevindingen uitgebracht.
In het aanvullende jaarverslag geeft
het bestuur van de Etna zijn algemene
filosofie over de noodzaak tot samen
werking. „Produktie van steeds grotere
series en export worden noodzaak".
Gas zal in het komende decennium in
toenemende mate de concurrentie on
dervinden van elektriciteit en het zal
in de huishouding een afnemende rol
spelen. „Wij moeten de groei van. het
bedrijf zoeken in de richting van ver
breding van assortiment". Daaruit is
de gedachte ontstaan om door een sa
menwerking op korte termijn een groot
deel van de toekomstplannen te reali-
teren.
In de jaarvergadering van 18 april
heeft het bestuur zich gematigd opti
mistisch uitgelaten over de resultaten
van 1969. Er is op dit moment geen en-
keie aanleiding voor het bestuur om een
wijziging in zijn verwachtingen aan te
brengen, al realiseert het zich, dat de
bedrijfstak voor onverwachte verras
singen kan zorgen. Nu de commissie
tot een hogere winst over het boekjaar
1968 is gekomen (f 3,97 min i.p.v. f 3,77
min), heeft het bestuur zich beraden
over het hierbij passende voorstel tot
winstverdeling. Het bestuur stelt voor
om de door de commissie opgestelde
jaarstukken goed te keuren, met dien
verstande, dat voor winstverdeling
f 200.000 aan de reserve voor diverse
belangen wordt toegevoegd. Het divi-
dendvoorstel blijft 27 pet over het kapi
taal van f 9.924.000 (over 1967 dertig
pet). De aandelen worden incourant
verhandeld.
Het in de cijfers van de commissie
vermelde exploitatiesaldo 1968 is hoger
dan dat vermeld in het jaarverslag
1968. De verhoging is uitsluitend een
gevolg van de door de commissie juis
ter geachte waarderingsgrondslagen.
Dit zei gistermiddag de heer H.
Landheer, directeur van Esso Che
mie NV, tijdens een bijeenkomst in
Rotterdam Europoort ter gelegenheid
van de opening dinsdag a.s. van de
nieuwe fabriek van Esso Chemie. Hij
keurde de beslissing van de Amster
damse raad om Progil te weren af.
De heer Landheer zei de hoop te
hebben, dat fusies heilzaam kunnen
werken om de achterstand, die de Ne
derlandse metaalverwerkende indus
trie heeft opgelopen, in te halen om
op deze manier aantrekkelijke orders
voor Nederland te behouden.
In zijn toespraak zei de heer Land
heer voorts overtuigd te zijn van de
noodzaak van een planologische aan
pak bij de indeling van het beperkte
areaal, dat in Nederland beschikbaar
is voor industrie. Men dient zich vol
gens hem echter goed te realiseren
wat het Nederlands industrie-areaal
zo aantrekkelijk maakt, namelijk de
geografische ligging aan de mond van
's werelds drukst bevaren rivier met
een groot industrieel en dicht bevolkt
achterland. De heer Landheer meen
de, dat de planologen met deze feiten
meer rekening moeten houden bij hun
plannen.
De directeur van Esso Chemie
merkte verder op, dat volgens hem
niemand gebaat is bij eenzijdige en
emotionele argumentatie tegen indus
trievestiging in Nederland. „Met al
deze protesten zouden wij weieens be
zig kunnen zijn om in eigen vlees te
snijden en een klimaat te scheppen
dat de voor de Nederlandse economie
zo onontbeerlijke expansie kwaad
doet", zo zei de heer Landheer.
Over de belangrijkheid van de che
mische industrie voor de Nederlandse
economie zei de heer Landheer, dat
achter elk van de eigen werknemers
in een chemische industrie zes tot
acht arbeidsplaatsen zijn bezet bij
toeleverende en servicebedrijven.
„Het zal in de discussies, die telkens
weer oplaaien over pro en contra nut
tig zijn als zulke gevallen wat meer
bekendheid kregen. Het zou verder
zinvol zijn eens te onderzoeken wat
het indirecte economische effect is
van de chemische industrie", aldus
de heer Landheer.
Hij meende dat de beslissing van
de Amsterdamse gemeenteraad om
Progil te weren uit het havengebied
een zeer ongelukkige is geweest. Hij
zei het te betreuren, dat de discussie
over Progil steeds in een emotionele
sfeer is verlopen en dat de discussie
daardoor aan deskundigheid heeft in
geboet. Bovendien is er in Amsterdam
volgens hem te veel door ondeskundi
gen gepraat. „Men heeft te weinig
rekening gehouden met de technische
mogelijkheden die een industrie als
Progil heeft om de bevolking te be
schermen", zo zei de heer Landheer.
ADVERTENTIE
4 frfft
EN HAAG De sterkte van de maritieme strijdkrachten van de Sovjet-
Unie in de Middellandse Zee werd eind april geschat op in totaal
ongeveer 47 marineschepen, te weten: negentien oppervlakte-oorlogsschepen,
twaalf onderzeeboten, twee landingsvaartuigen en veertien hulpvaartuigen.
Tot de oppervlakte-oorlogsschepen be
horen een helikopter-vliegkampschip
met zijn twee bijbehorende jagers met
anti- lucht- en onderzeebootbestrijdings
wapensystemen, twee lichte kruisers en
een jager, uitgerust met onder andere
lange-afstand projectielen,'alsmede drie
andere jagers, zeven fregatten en drie
mijnenvegers.
Minister Luns (Buitenlandse Zaken)
heeft, mede namens minster Den Toom
(Defensie) deze feitelijke gegevens aan
de Tweede Kamer verstrekt in antwoord
op schriftelijke vragen van de Kamerle
den Visser en Imkamp (beiden van D-
'66).
Uit het antwoord blijkt, dat de onder
zeeboten ten dele van het conventionele
type zijn, ten delo van het nucleair
voortgestuwde type, terwijl enige van
deze boten naast torpedo's ook be
schikken over lange-afstand geleide pro
jectielen.
Het totale aantal Sovjetrussische ma
rineschepen, dat op het ogenblik in de
Middellandse Zee aanwezig is, ligt iets
hoger dan. het gemidde.de v*n vori§
jaar, maar is weer iets minder dan de
sterkte van enige weken geleden, toen
een vrij groot smaldeel van de Noor
delijke Sovjetvloot na oefeningen in
het noordelijk deel van de Atlantische
Oceaan de Middellandse Zee binnen
liep. Toen was bijvoorbeeld de onder-
zeebootvloot omst-eeks twintig eenhe
den sterk. Een deel van dit smaldeel
heeft de Middellandse Zee thans weer
verlaten.
De sterkte van het Sovjet-eskader in
de Middellandse Zeg fluctueert nogal.
mede als gevolg van de mobiliteit en
flexibiliteit van de zeestrijdkrachten,
maar schommelt wat de eigenlijke oor
logsschepen betreft rond de dertig, al
dus het antwoord. In 1964 toen er voor 't
eerst sprake was van een regelmatige
aanwezigheid van Russische marine-een
heden in de Middellandse Zee, bedroeg
de gemiddelde sterkte omstreeks zes
schepen, terwijl vooral sedert 1967 een
stijging is opgetreden.
Voor deze schepen zijn gemiddeld
tien moederschepen, reparatievaartui
gen, voorraadschepen en dergelijke aan
wezig, die het eskader weinig afhanke
lijk maken van basis-faciliteiten aan de
wal: de logistieke steun geschiedt voor
een belangrijk deel op zee, meestal in
beschutte baaien of op andere plaatsen
buiten de territoriale wateren van de
Middellandse Zee-straten. Daarnaast
maakt de Sovjet-Unie echter gebruik va
bepaalde walfaciliteiten in verschillen
de havens aan de Middellandse Zee,
vooral Alexandrië, dat over ruime dok
capaciteit beschikt.
Uit het antwoord blijkt, dat geduren
de het gehele jaar zich Russische mari
neschepen bevonden in de havens Alex
andrië en Port Said, alsook gedurende
de maanden januari en februari 1968
in Lattakia. Daarnaast werden vlootbe-
zoeken gebracht aan andere havens,
welke bezoeken naast een politieke
waarde ten doel hebben het innemen
van victualiën, het geven van onder
houd aan schepen en recreatie aan de
bemanningen. In totaal werden geduren
de 1968 ongeveer tien zulke vlootbezoe-
ken afgelegd en wel vier in Algerije,
drie in Joegoslavië, een in de Verenig
de Arabische Republiek (VAR) en twee
in Syrië.
Tenslotte wordt in het antwoord ge
memoreerd, dat Egypte een twaalf
tal maritieme - verkenner - bommen
werpers bezit, die samenwerken met
Russische oorlogsschepen op zee of ver
kenningen uitvoeren t.a.v. NAVO-vloot-
eenheden.
De astronauten Edwin Aldrin en
Neil Armstrong (op de achter
grond) gefotografeerd tijdens oefe
ningen in Houston, warbij de om
standigheden op de maan zo goed
mogelijk zijn nagebootst. Terwijl
Aldrin grondmonsters neemt wordt
hij door Armstrong gefotografeerd.
Op de achtergrond rechts het
m aanlanding sv o er tuig gdat, gekop
peld aan de Apollo-11, op 16 juli zal
worden gelanceerd
TEL AVIV De Israëlische minis
ter van Buitenlandse Zaken Abba Eban
heeft verklaard, „dat wij allen bereid
zijn in ruil voor een ware vrede terri
toriale concessies te doen."
Eban sprak tijdens een debat over
de buitenlandse politiek van de arbei
derspartij. Hij zei van mening te zijn,
dat op de volgende punten in de par
tijgelederen algemene instemming be
staat:
1. Geen illusies, dat vrede nabij is,
maar evenmin wanhoop over de kans
dat hij ooit zal komen.
2. Een van werkelijkheidszin getui
gende benadering van de grenskwes
ties. Wij allen zijn bereid in ruil voor
territoriale conccessies een ware vre
de te sluiten,
3. Van enigerlei recht -moet geen'af-
stand worden gedaan voprd-at de vrede
een feit is!
Hij ging op dit laatste punt niet die
per in.
Eban herhaalde Israëls eis voor een
„contractuele vrede" als de enige aan
vaardbare oplossing voor het conflict
in het Midden-Oosten.
In z'n toespraak zei Eban de belang
rijkste verklaring in het recente vraag
gesprek van president Nasser in Time
de volgende zin te vinden:
„De huid wordt niet verkocht voor
dat de beer geschoten is". Dit is een
verwijzing naar een vraag wat Nasser
zou doen indien hij de oorlog met Is
raël zou winnen.
Sprekend over het conflict langs het
Suez-Kanaal zei hij: Ik ben verbaasd
dat Nasser ondanks zijp gebruikelijke
technische talenten de fout heeft ge
maakt een legende op proef te stellen.
Werkelijk, gezegd kan worden, dat
een begaafde man zich uit een situatie
weet te bevrijden waar een-verstandig
man niet in geraakt zou zijn.
Staatslieden mogen hun fouten herha
len. maar zij zijn daartoe niet ver
plicht", voegde hij hieraan toe.
TTRECHT De Landelijke contactgroep van gepensioneerde oud-verzetstry-
ders en nagelaten betrekkingen heeft gisteren op zyn vergadering in Utrecht
kritiek geleverd op de volgens de gepensioneerden te lage pensioengrondslagen
en de te weinig soepele toepassing van de buitengewone pensioenwet.
De waarnemend voorzitter van de
Contactgroep, de heer A. J. Kliest, zei
dat de pensioenen weliswaar welvaarts-
vast zijn, maar dat bij de vaststelling
van de pensioengrondslagen geen reke
ning is gehouden met de carrière die
de verzetsstrijders zouden hebben ge
maakt als zij in de oorlog niet invalide
waren geworden. Het ging in het alge
meen om jonge mensen die nog onder-
LONDEN De leiders van de Brit
se vakbonden blijven zich verzetten te
gen de pogingen van de regering-Wil-
son om een einde te maken aan het
euvel van de wilde stakingen.
Woensdag kwamen de vakbondslei
ders bijeen met premie/ Wilson en zijn
vrouwelijke minister voor de werkge
legenheid, Barbara Castle. De vakbon
den zullen dan opnieuw de eigen te
genvoorstellen indienen, waarover zij 't
al eerder niet met de regering eens
konden worden.
Dat Wilson dinsdag zijn minister van
Buitenlandse Zaken, Callaghan, heeft
ontslagen uit het kernkabinet omdat
hij zich op het standpunt van de bon
den plaatste in plaats van op dat van
het kabinet, heeft geen einde gemaakt
aan de moeilijkheden. De verdeeldheid
in de partij is even groot gebleven als
zij was. Wilson hangt dan ook nog al
tijd een crisis boven het hoofd.
ADVERTENTIE
aan de maatschappelijke ladder stonden
toen de oorlog uitbrak en die dus ook
een laag inkomen hadden. De heer
Kliest stelde, dat de minimum grond
slag van de invalide verzetsman nog
f 23,- per maand lager ligt dan de
maandinkomsten van een 25-jarige
straatveger-bakkenlader, die hij aan de
hand van een advertentie, waarin
straatvegers werden gevraagd, bere
kende op f 766,-.
Een derde deel van de ruim 2000
verzetsinvaliden moet het nog met een
dergelijk inkomen doen. Volgens de
heer kliest zal de Wöt Buitengewóón
Pensioen drastisch moeten wor
den gewijzigd, zodat wel rekening wordt
gehouden met gemiste kansen: „ver
zetsstrijders waren toch geen sullen,
die zich, als. ze gezond waren gebleven,
niet zouden hebben opgewerkt in deze
tijd van welvaart".
De heer Kliest somde nog een aantal
wensen op van de invalide verzetsstrij
ders en de weduwen: de AOW- en de
ziekenfondspremie moeten voor reke
ning van het rijk komen, de keuring
voor het bepalen van het invaliditeits-
percentage moet geschieden door des
kundige artsen die ook dc psychische
gesteldheid van de betrokkenen kunnen
beoordelen, er moeten meer recreatie
mogelijkheden komen voor gepensio
neerde verzetsstrijders en de invaliden
die over een eigen vervoermiddel be
schikken moeten worden vrijgesteld van
de wegenbelasting.
Dr. J. Th. A. H. van der Putten,
raadadviseur bij het ministerie van
CultUur, Recreatie ep Maatschappelijk
Werk, verklaarde dat ook de overheid
erkent, dat er aan de laagste pensioen
grondslagen iets moet worden gedaan.
Overigens stelde hij, dal de verzets
strijders in Nederland met een eigen
wettelijke regeling en eigen aanspra
ken die uitgaan boven die van andere
groepen (zoals bijvoorbeeld de Jodse
oorlogsslachtoffers) in de wereld een
unieke plaats innemen. Bij de vaststel
ling van het invaliditeitspercentage
wordt rekening gehquden mét de be-
roepsinvaliditeit in plaats van met de
algemene invaliditeit, de weduwen krij
gen ongeacht de oorzaak van het over
lijden van hun man «en hogere pen
sioenuitkering en het causale verband
bij de vaststelling van de uitkering
wordt steeds meer losgelaten. Als er
maar enige twijfel bestaat krijgt de
oud-verzetsman die invalide wordt een
uitkering. In tegenstelling tot de rest
van de bevolking worden de invalide
verzetsstrijders op hun 65ste jaar niet
geconfronteerd met een aanzienlijke
terugval in inkomsten. Het pensioen
gaat normaal door, terwijl van de AOW
nog vijf procent minder wordt gekort
dan bij de ambtenaar. Overigens toon
de mr. Van der Putten zich bereid, be
sprekingen te voeren over gerechtvaar
digde verlangens.
een jaar besprekingen in Parijs
tussen de delegaties van de V.S. en
Zuid-Vietnam enerzijds en Noord -
Vietnam en de Viet-Cong anderzijds,
is men thans zo ver gekomen dat er
concrete voorstellen op de groene ta
fel liggen.
Dat is voor het zo langzamerhand door
dertig jaar onafgebroken oorlog ge
kwelde Vietnamese volk maar weinig,
maar tenminste iets hoopvols om naar
uit te zien. Het is mogelijk om aan
oorlog als dagelijkse staat te wennen.
Maar het aantal lieden dat een einde
vol verschrikking gaat verkiezen bo
ven een verschrikking zonder einde,
moet ook in Vietnam wel groeien. Het
maakt landen rijp voor de mentaliteit
„het doet er niets toe, als er maar
vrede en rust komt".
Helaas volgen echter ook op dit besluit
vaak katers.
|VTen hoede zich voor de illusie dat er
1 ook snel vrede komt. Het be-
het eerste grote tref-
nu
treft hier pas VÜPV
fen aan de groene tafel.
Beide partijen gaan uit van punten die
niets en dan ook niets met elkaar ge
meen hebben.
Volgens de Amerikanen is het voor el
kaar als de Noordvietnamezen hun
agressie in het zuiden hebben opge
geven.
Volgens de Viet-cong is alles in orde als
de Amerikanen het land hebben ver
laten. Daarna zal men het zelf wel
regelen.
TAit laatste is nu het grootste knelpunt.
Men regelt een dergelijk diepgaand
conflict niet eventjes. Men kan der
tig jaren niet als van een lei met een
sponsje afwassen. Het gaat om men
sen die bij het conflict zijn betrokken.
Na de onderhandelingen in Genève is er
een volksverkiezing uit het noorden
geweest van zeer velen die om des ge
weten wils naat het Zuiden zijn
gegaan. Men kan en mag deze mensen,
vaak nog vele malen bedreigd met
ondergang of dood. niet aan nieuwe
vervolging blootstellen.
Aan de andere zijde lijken heren als
Ky en Thieu nu ook niet bepaald de
aangewezen figuren voor een grote
verzoening.
men er rekening mee houdt, dat
er zowel een begin van vrede als
een begin van nieuwe harde lijn is,
bewezen de laatste woorden van Ni-
xons vredeswensen Hij heeft Johnson
destijds wel verweten niet genoeg te
doen voor de vrede. Nu staat hij er
zelf voor en zijn moeilijkheden met de
de escalatie zijn niet minder.
Alleen een mentaliteit die niet op suc-
cesjes uit is maar werkelijk het Viet
namese volk van de oorlogsellende wil
bevrijden, kan hier helpen. Het ziet
er naar uit dat die mentaliteit bij bei
de partijen nog lang niet aanwezig Is.
Maar in Vietnam vallen dagelijks nog
de slachtoffers.
HEEMSTEDE Op 87-jarige leef
tijd is in Heemstede overleden prof.
dr. M. J. A. de Vrijer, oud-kerkelijk
hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht. Prof. De Vrijer is van 1906 tot
1937 predikant geweest bij de Neder
landse hervormde kerk en diende de
gemeenten Odijk, Bloemendaal en Am
sterdam. Daarna was hij tot 1 oktober
1947 hoogleraar in Utrecht, waar hij de
Nederlandse kerkgeschiedenis, de in- en
uitwendige zending en de Bijbelse God
geleerdheid doceerde.
De begrafenis zal maandag op de al
gemene begraafplaats in Heemstede ge
schieden na een rouwdienst die om elf
uur begint in de Hervormde kerk aan
het Wilhelminaplein in Heemstede.
Dr. ir. Th. P. Tromp, vice-presi
dent van NV Philips' Gloeilam
penfabrieken, is door de regering van
Brazilië onderscheiden met de Grand
Cross Order of Rio Branco, de hoogste
onderscheiding, die aan niet-Brazilia-
nen wordt verleend.
BRUSSEL De Europese Commis
sie ziet voor het ogenblik geen aanlei
ding om studies te laten maken met
het oog op een harmonisatie van de be
lastingdruk op natuurlijke personen. In
antwoord op een Europese parlementai
re vraag van de Franse UDR-afge-
vaardigde Couste) verklaart de commis
sie, dat de belastingontvangsten van
de zes EEG-landen naar haar mening
op den duur voornamelijk dienen voort
te komen uit:
een belasting op de toegevoegde
waarde, zoveel mogelijk geharmo
niseerd, en enkele belangrijke even
eens geharmoniseerde accijnzen.
4 een algemene, synthetische belasting
sten van ondernemingen, die in de
zes landen dezelfde structuur en
min of meer dezelfde object en de
zelfde tarieven heeft,
een algemene. synTv ch< He' .-rih
op het inkomen van natuurlijke per
sonen. Deze mag nog lange tijd
van land tot land verschillend zijn,
zo meent de commissie.
Uit een overzicht van de belastingen
der centrale overheid en de lagere pu
bliekrechtelijke lichamen in de zes
EEG-landen blijkt, dat in 1967 de in
komstenbelasting in Nederland 57 pet
van de totale belastingen uitmaakte,
tegen 46 pet. in Duitsland, 39 pet. in
Frankrijk, 27 pet. in Italië, 41 pet in
België en 53 pet. in Luxemburg.
Het aandeel van de vermogensbelas
ting beliep voor Nederland 3 pet, tegen
8 pet. in Duitsland, 3 pet in Frankrijk,
9 pet. in Italië, 5 pet in België en 9
pet. in Luxemburg.
Het aandeel van de verbruiksbelas
ting was in Nederland 40 pet, tegen 48
pet in Duitsland, 58 pet in Frankrijk,
64 pet in Italië, 54 pet. in België «n
38 pet in Luxemburg.