Oostenrijk: misschien
een idylle
Opleiding voor de EHBO
zal korter gaan duren
Omroepen is iets
wat je nergens
kunt leren
De duizendpoot
van de studio
..Speet/break een grootse vinding
„ALGEMENE PRESTATIES VAN FOKKER FELLOWSHIP
KLOPPEN MET DE VERWACHTINGEN
„Toeristen willen
tegenwoordig
jet vliegen"
9 Directeur Wolfgang Krauss stapt „in burger" zo van zijn bureaustoel naar de Fellowship om een lijndienst je
van Düsseldorf naar Hannover waar te nemen. „Het is een prettige afwisseling"is het excuus van de man wiens
vliegersbloed zich niet verloochent.
9 Stewardess Augusta, Heinrich en achter haar) steward
Rolf Schmitz zijn zelfstandig genoeg om een persoonlijk
oordeel te geven over het toestel.
jj IVfen spreekt hier de medemens aan
Paniek
Kwispel
Aparte sfeer
BETOGINGEN TEGEN
N.P.D.
MAANDAG 2 JUNI 1969
GOEDE ERVARINGEN MET F-28
D ÜSSELDORF Wolfgang Krauss is dik te
vreden over het Fokker straal-passagiersvlieg
tuig F 28 Fellowship.
Zijn oordeel berust niet alleen op technische ervaring, maar ook
op zakelijke gegevens. De heer Krauss^ (44) is chef-invlieger en
mede-eigenaar van de Düsseldorfse chartermaatschappij Luft-
transport Unternehmen (L.T.U.). Hij was destijds de eerste die
een bestelling plaatste voor het nieuwe toestel van de Amster
damse vliegtuigfabriek. Sinds twee maanden vliegen zijn twee
Fellowships in vele richtingen boven Europa.
Hij zegt er nu van: „De algemene prestaties van het toestel klop
pen met de verwachtingen die wij er volgens Fokker van moch
ten hebben. Dat is met andere typen dikwijls niet het geval.
Fokker heeft zeker niet overdreven. Natuurlijk zijn er altijd wel
enkele kleine kinderziekten, maar die verdwijnen ook naarmate
je meer ervaring met het toestel opdoet".
Directeur Krauss heeft intussen besloten om binnenkort nog drie
Fellowships te bestellen. Ze kosten ruim tien miljoen gulden per
stuk. De aflevering volgt einde 1970 en begin 1971.
De L.T.U. heeft een vloot van acht vliegtuigen (onder andere ook
één F-27 Friendship en drie Caravelles) waarmee vooral vakantie
reizen worden gemaakt. Daarnaast vliegen zij in lijndienst.
De Fellowships verzorgen twee keer
per dag een retourvlucht tussen Düssel-
dorf en Hannover. Met captain Krauss
aan de stuurknuppel maakten wij in de
cockpit zo'n reisje mee.
800 KM
Gedurende viereneenhalve minuut
trok hij de Fellowship onder een hoek
van vijftien graden naar een hoogte
van vier en een halve kilometer. Toen
ging het verder met een snelheid van
ruim achthonderd kilometer.
Terwiji op deze avondvlucht de gro
te vuren van de hoogovens in het Ruhr-
gebied als dreigende kraters oplichtten,
vertrouwde Wolfgang Krauss ons toe:
„De Fellowship is precies wat we no
dig hebben. Dit toestel vult een leem
te op in het aanbod van de fabrieken
in de klasse van ongeveer zestig passa
giers. In West-Duitsland wil het toeris-
tenpubliek alleen nog maar „jet vlie
gen". Op deze markt is hier het tijd
perk van de Friendship met z'n schroef-
turbine voorbij. Daarom heb ik ook
twee van onze drie F 27's aan Fokker
teruggegeven".
REACTIES
Hij vervolgt: „De reacties van het
publiek op de ruimte in de cabine en op
de snelheid zijn gunstig. Wij zijn zeer
tevreden over de cockpit. Bemanningen
van andere luchtvaartbedrijven rekenen
haar tot de beste die zij kennen, wat
grootte en inrichting betreft".
Als vlieger voegt hij er aan toe: „Het
is een gewillig vliegtuig, het is allemaal
eenvoudig en doelmatig, zodat er vrij
wel geen problemen zijn, ook niet voor
relatief onervaren vliegers".
Het was op deze vlucht niet al te
best weer. Tijdens de landingen ont
moette de Fellowship felle regenbuien
en dikke wolkenformaties. Op die mo
menten trokken flinke trillingen door
het overigens bijzonder rustig liggende
toestel. Het ongerief verdween echter
direct als de hendel van de „speed-
break" naar achteren werd gedrukt.
Achteraan het toestel werd dan een
bolvormige stalen constructie zodanig
geopend, dat twee rem vlakken opzij
staken. Op die manier kwam het toe-*
stel weer volkomen tot rust. „Het werkt
sneller en beter dan gas terugnemen",
zei captain Krauss.
Dit intrument vergemakkelijkt ook
het maken van korte landingen. Iedere
vlieger beschouwt de „speadbreak" dan
ook als de grootste vondst van de Fel
lowship.
STEWARDESS
Eerlijkheidshalve moeten we ook zeg
gen dat stewardess Augusta Heinrich
(22) en Stewart Rolf Schmitz (27) niet
altijd even enthousiast zijn over dit toe
stel. Zij zeggen: „De Fellowship is in
vergelijking met de Cara veile nogal on
rustig, zodat het moeilijk wordt ons
werk goed te doen. Zij is wel beter dan
de Friendship".
Giselher Hoyer (31) maakte op dat
moment zijn laatste vlucht als tweede
bestuurder om voortaan als gezagvoer
der op de Fellowship dienst te doen. Hij
vindt: „Ik heb ook op de starfighter ge
vlogen, maar dit bevalt me beter".
De F 28 waarmee we naar Hannover
op en neer vlogen had er toen een aar
dig dagje op zitten, 's Ochtends was er
al zo'n retourtje mee gemaakt. Daar
na volgden een reisje van Düsseldorf
naar Genua, toen heen en weer van
daar naar Hamburg en vervolgens van
Genua terug naar Düsseldorf om nog
eens de lijn van Hannover vice versa
te vliegen. Het toestel was toen acht en
een half uur in de lucht geweest.
„Dat is een normaal gemiddelde",
zegt Wolfgang Krauss. „Er zijn weieens
dagen van veertien uur, maar ook van
zes uur".
In de cockpit steken de witte, gele en
rode schijnsels van de wijzers en pij
len der tientallen instrumenten nu dui
delijk af tegen de ingevallen duisternis.
Alleen het vierkante wonderlampje van
de „speedbreak" is blauw, alsof het
aparte karakter een accent nodig heeft.
Als we weer terug zijn op het natte
platform van de Düsseldorfse luchtha
ven zegt directeur Krauss: „Dit wil ik
nog even goed duidelijk maken: Bij het
kiezen van een straalpassagiersvliegtuig
9 In de cockpit komen voor captain Krauss papieren
instructies voor de dag die de volle aandacht eisen voor
de F-28 kan opstijgen.
voor zestig passagiers kozen wij dus de
Fellowship; het concept van de F 28
stond ons direct aan maar wij hadden
ook vertrouwen in Fokker. Sinds fe
bruari 1961 hadden wij al prettige erva
ringen met de dienstverlening van de
ze Amsterdamse fabriek voor de Friend
ship".
De kogel is eindelijk door de kerk.
Na jaren touwtrekken en uitstel zal
de „officiële" opleiding voor het diplo
ma E. H. B. O- aanzienlijk korter
gaan duren.
In september verschijnt een nieuw
leerboek van het Oranje Kruis, de or
ganisatie die de examens en het verle
nen van het zogenaamde eenheidsdiplo
ma in handen heeft. Tegelijk zal dan
een kortere cursus ingaan.
Dat zal een opluchting zijn voor al
le artsen en instructeurs in het land
die de cursussen moeten geven. De
cursisten die ze moeten volgen op
hun vrije avonden of in de tijd van hun
werkgever zullen er niet anders over
denken.
Sinds jaar en dag duurt een cursus
26 maal 2 uur. Op de Medische Dienst
van Philips in Eindhoven speelde dr,
R. van Hamersvelt het klaar hetzelfde
resultaat te bereiken in maximaal
twintig uur totaal.
Heel voorzichtig formuleert de direc
tie van het Oranje Kruis het zo: «Het
aantal lessen van onze nieuwe cursus
zal niet belangrijk daar bovenuit gaan".
Minder
De Koninklijke Nederlandse Vereni
ging EHBO is wat minder optimistisch.
Zij houdt het op vijftien lessen van
twee uur. Ook in dat geval zou de tijd
winst nog groot zijn: van 52 uur naar
dertig uur.
Provo
Dr. Van Hamersvelt vocht intussen
niet als een eenling, maar was in eigen
en andermans ogen wel een soort pro
vo op EHBO-gebied. Op het deze maand
in Groningen gehouden congres van de
K.N.V. EHBO heeft hjj er nog eens
flink tegenaan geschopt.
Korte tijd later vertelt hij mij in zijn
huis het verhaal „als individueel arts,
maar zeker wetend te praten namens
veel collega's en EHBO-ers".
De 52 lesuren van het Oranje Kruis
vindt hij „een kostbare zaak, die maar
magere resultaten oplevert". Bedrijven
waarvan werknemers de cursus vol
gen, moeten de uren doorbetalen. De
verenigingen moeten 26 maal twee uur
het honorarium voor arts en instruc
teur opbrengen.
„Het pro deo geven van een cursus
is er niet meer bij. Vooral jonge art
sen krijg je er niet meer voor. Als er
niet voor wordt betaald, gebruiken
arts, instructeur en cursisten hun tijd
liever voor wat anders".
T.V.
Later zou de heer Van Roon zeggen:
„Ik hoop dat het door de kortere cur
sus eenvoudiger zal worden om in de
behoefte te voorzien. „Geen tijd" is
natuurlijk een smoesje. Het gaat er
maar om, hoeveel avonden de mensen
bereid zijn hun televisietoestel te ver
laten".
Dr. Van Hamersveld: „Ik wilde het
anders doen dan het Oranje Kruis, maar
ik (en anderen) lopen steeds stuk op
die organisatie. Zij houdt de zaak
steeds tegen. Vandaar dat ik zelf een
cursus heb samengesteld".
Deze „Moderne Handleiding tot een
snelle eerste hulpverlening bij ongeval
len" beleeft intussen haar vijfde druk.
Behalve bij Philips wordt zij volgens de
auteur gebruikt op alle zeevaartscho
len, een aantal technische- en huis
houdscholen, voor kleuterleidsters en
padvinders.
Met dit „groene boekje" zijn de cur
sisten in twee maanden klaar. Met de
officiële cursus zijn zij bezig van sep
tember/oktober tot maart/april. Dr.
Van Hamersvelt noemt het „een soort
knieval" dat het Oranje Kruis ook aan
„zijn" cursisten het eenheidsdiploma
uitreikt.
Ook dit vindt hij vreemd: „Vanuit
Den Haag zijn ze wel in Eindhoven
komen kijken. Zij lieten ook hun ei
gen examinator het examen afleggen,
maar er is nooit contact gezocht over
een mogelijke samenwerking". De KNV
EHBO wil wel, maar wordt geblok
keerd door het Oranje Kruis".
Noodzaak
De directie van deze organisatie zegt,
niet uit bittere noodzaak te hebben ge
handeld bij het aanpassen van haar
cursus. Over de invloed daarop van
dr. Van Hamersvelt: „Dit is een groei
in opvattingen en omstandigheden. De
mensen hebben er niet zoveel tijd meer
voor over. Zijn streven is ongetwijfeld
stimulerend geweest".
Van een conflict tussen het Oranje
Kruis en de KNV EHBO (met zestig
duizend leden) wil de directie niet we
ten. „In elke familie komt wel eens wat
voor. Wij laten zeker geen mensen sla
gen om een afdeling of een cursist een
plezier te doen."
„Dr. Van Hamersvelt mag best eens op
onze tenen gaan staan. Als we er maar
beter van worden. Een samenwerking
achten wij wel mogelijk. Wij zien het
belang van overleg plegen in".
De Eindhovense „provo" had ook ge
zegd, dat het Oranje Kruis de leerstog
voor de cursus nogal moeilijk heeft op
gediend.
Commentaar van de directie: „Van
Hamersvelt heeft zijn boek zo willen
schrijven dat iedereen het kan begrij
pen. Of dat gelukt is kunnen wij niet
beoordelen. Dat 88 pet. van zijn kandi
daten slaagt vinden wij een goed resul
taat. Bij ons zijn er in 1967 van de
26.282 kandidaten 23.633 geslaagd. Iets
meer dan tien pet is dus gezakt."
Simpel
Dr. Van Hamersvelt heeft zich over
nog een paar dingen verbaasd. Hij
heeft een heel simpel boekje over eer
ste hulp bij ongevallen geschreven. Toen
bij het Centraal bureau voor de afgif
te van rijbewijzen had voorgesteld, dat
boekje bij het rijbewijs uit te reiken,
vond het CBR dat geen doel hebben.
Ook enkele importeurs van auto's
wilden er niet aan. Zij vonden "het psy
chologisch niet juist de koper van een
glanzend 'nieuwe auto met zoiets op
zijn dak te komen. Bovendien achtten
zij hun prijzen zo scherp gecalcu
leerd dat er geen dubbeltje mer af kon.
Dr. Van Hamersvelt: „Verwonderlijk,
dat men de ogen sluit voor zulk soort
zaken. Je zou alle mensen moeten kun
nen bijbrengen dat zij levens kunnen
redden door eenvoudige handelingen'
WENEN In de zoele avond
speelt de Kurkapelle in het Ween-
se Stadtpark walsen van Johann
Strauss, steeds maar Johann Strauss.
De honderden stoeltjes tegen een ne-
gentiende-eeuws decor van oude bo
men, koele vijvers en grijze tuinbeel
den zijn goed bezet. Diensters lopen
af en aan met glazen waarin een
kwartliter wijn, en met onvoorstel
baar-genereuze porties vruchtenijs
met slagroom.
Om het park ligt de stad met haar
bijna 1,7 miljoen inwoners. Men be
merkt haar hier nauwelijks. Soms
slechts snerpt de kreet van een
tram, slierend door de bocht, boven
het meeslepende ritme van Strauss'
altijd blauw blijvende Donau.
Het is alsof men, deze avond,
zit in een hoekje Europa nog van
voor die rampzalige dag waarop de
atoombom werd uitgevonden, ja, in
een wereld van voor de tweede we
reldoorlog. Soms denkt men zelfs:
Van voor 1914, toen Wenen nog de
machtige hoofdstad was van de gro
te Oostenrijks-Hongaarse dubbelmo
narchie der Habsburgers en in de
ze stad het leven, aan de top van
een staf georganiseerde, strikt ver
ticale samenleving, slechts scheen te
bestaan uit het lustig draaien op
driekwartsmaat... voor wie geld had.
Een idylle?
Opeen caféterras in de stad zegt
de ober met lichte buiging tegen
een dame die een plaatsje zoekt:
„Küss die Hand, gnadige Frau" en in
het grandioze gebouw van de Ope
ra kijkt en luistert een zeer gesoig
neerd publiek (veel avondjaponnen,
veel smokings) naar Figaro's bruiloft
van Mozart, gedirigeerd door de
fameuze Karl Böhm en gevat in een
decor van het lieflijkst denkbare ro
coco.
Een idylle?
Tn het strenge gebouw van het éne
vakverbond dat Oostenrijk heeft,
Oesterreichischer Gewerkschafts-
bund, zegt de vierkante, gedecideer-
de algemeen secretaris Erich Hof-
statter: „Gestaakt wordt er nauwe-
lijks in ons land. In 1968 zo goed
als helemaal niet. De jonge genera-
tie weet ternauwernood meer
wat dat woord staken betekent. Het
overleg met werkgevers bedrijfs-
5 takgewijze over loon- en arbeids-
5 voorwaarden gaat in de regel soe-
5 pel". Die avond melden de Weense
5 kranten dat Oostenrijks „inflatie"
S over de laatste vijftien maanden...
E drie procent was! Niet om van wak-
5 ker te liggen, zelfs niet voor een
3 minister van financiën in deze tijd.
Een idylle?
E met rang of graad. Het accen-
jjj tueerd de nog altijd sterke verticali-
s teit van deze samenleving. Een
5 ambtenaar heet Herr Hofrat, zelfs
5 Herr Wirklicher Hofrat, en nog ho-
E ger: Herr Sektionschef. Aan de uni-
S versiteiten heten de grote profes-
E soren Herr Magnifizenz. Wie een
E graad haalde heet onveranderlijk in
E het gesprek Herr Doktor.
E Maar lach niet te hard, o brave
5 Nederlander, over zulk „ouderwets
3 gedoe", want in Oostenrijk zegt men
5 gewoon Herr Minister, terwijl wij,
3 als een der laatste volkeren ter we-
E reld, ons verbeelden dat onze minis-
E ters altijd zulke uistekende figuren
E zijn dat we ze Excellentie moeten
E noemen...
E In het Raymundt-theater speelt al
E wekenlang voor volle zalen een ope-
E rettegezelschap Eine Nacht in Vene--
S dig van Johan Strauss jawel,
3 weer Strauss, altijd Strauss voor
een publiek van overwegend opge-
s wekte luitjes uit de provincie.
S En in het parlementsgebouw zegt
S ons dr. Heinz Fischer, secretaris van
E de club van socialistische afgevaar-
S digden; „Jawel, noemt u onze sa-
E menleving inderdaad maar: burger-
FiinuiHiimmmmimmiiiiiiiiiuimiiimiiimmiiiiimimiimiiiimimiiimiiiii
lijk. Een werkelijk Nieuw Links ken
nen we in onze partij nauwelijks,
alleen als randverschijnsel. En dan
is het nog niet eens erg roerig.
Inderdaad: jongelui van de ons
als „heel rebels" beschreven links-
socialistische studentenbeweging met
wie wij later praatten, leken ons
eerst mopperig dan rebels. Geen
lange haren, geen baarden (die zie
je hier toch nauwelijks) en vooral:
geen hartstochtelijke taal, geen re
volutionaire leuzen. Slechts een wat
berustend constateren dat de inrich
ting der universiteiten niet deugt,
maar dat zij weinig doen kunnen:
„Op vergaderingen van de socialis
tische partij worden we gewoon
weggelachen". Hun „roerig studen-
tenblad" is zo levendig als, zeg, bij
ons Economisch-Statistische Berich- j
ten.
Een idylle?
Een Amerikaan in Oostenrijk weet
zich eindelijk in een Europees land
waar Jiij nagenoeg algemeen geliefd
is. In heel Wenen zagen we één
keer op een muur een leus gekalkt
tegen Amerika's optreden dn Viet
nam. Gedemonstreerd tegen Vietnam
(of tegen Griekenland of tegen Zuid-
Afrika of zo) wordt er zeer zelden
door minimale groepjes. Gedemon
streerd ervoor ook niet trouwens.
Op het ministerie van Buitenland
se Zaken drukt men mij een stu
die in de hand van prof. Alfred
Verdrosz over de „eeuwig durende
neutraliteit van Oostenrijk". Inder
daad zeer strikt en tot in onderde
len handhaaft deze republiek een
door alle democratische partijen aan
vaarde maar toch duidelijk naar
de westelijke wereld gekeerde
neutraliteit.
In elk gesprek met letterlijk iedere
functionaris wordt die neutraliteit
steeds weer vooropgesteld. En toch:
de Oostenrijkers kozen haar niet uit
vrije wil zoals Zwitsers en Zweden,
maar kregen haar na de oorlog op
gelegd. Echter aanvaard werd zij
volledig ook en dat is wonderlijk
door de jonge generatie.
Een idylle?
YfHie de Weense kranten, leest gaat
geloven dat dit land maar één
buitenlands probleem van belang
kent: het geschil met Italië over
Zuid-Tirol waar zoveel Oostenrijkers
wonen. Een zaak die al jaren sleept
en waarover eerder in deze maand
de ministers van Buitenlandse Za
ken der twee landen Nenni en Wald-
heim weer eens nagenoeg vruchte
loos spraken.
En voor de rest: „Ach ja we le
ven en wel even beter dan ooit
in de laatste veertig jaar". Men eet
en drinkt veel en zwaar en opge
wekt, men laat het vrij schaar
se geld gemakkelijk rollen, men
kent uiterst ver gaande sociale voor
zieningen, geen werkloosheid van
enige omvang.
Had de Fransman Raymond Car-
tier dus gelijk toen hij enige jaren
geleden in zijn boek „19 maal Euro
pa" over Oostenrijk scheef: „De eco
nomie is gezond. De rekeningen klop
pen. De uitgerangeerde aristocratie
en de ontelbare keizerlijke functiona
rissen van eens zijn weg of hebben
zieti aangepast. Enrstige sociale pro
blemen zijn er niet. Geschiedenis
wordt er in Oostenrijk niet meer ge
maakt.
Maar de Oostenrijkers zijn er blij
om. Ze vinden het prettig, een klein
land te zijn, nadat ze na de eer
ste wereldoorlog zo dolgraag groot
hadden willen wezen.
Een idylle, dus toch? Een samen
leving van tevreden burgerluitjes?
Genoeglijk, hoffelijk, en wat zelf
voldaan.
Op een zondagavond in Grinzing,
na enkele glazen jonge wijn, gelooft
men dat graag.
Houdt de idylle ook stand bij na
der onderzoek?
We zullen zien.
iimnik
In
tegenstelling tot haar collega bij
de televisie, beperkt de radio-omroep-
ster zich niet tot het uitspreken van
een van buiengeleerde tekst.
Zij is tydens haar „celdienst" sa
men met de technicus - verantwoorde
lijk voor het goede verloop van de
programma's. Bovendien beantwoordt
zij de telefoontjes van luisteraars en
fungeert als er bezoekers zijn voor
gastvrouw.
Een van deze manusjes van alles
bij de radio is Meta de Vries uit Loos-
drecht. Naast het omroepwerk pre
senteert zij ook de Avro-program-
ma's Jazz Spectrum. Juist op zondag.
Muziekkantjes, Kwispel en Elektroni
ca.
Meta de Vries (28) solliciteerde vier
jaar geleden als kleuterleidster naar
de baan van omroepster bij de Avro.
Toen zij trouwde en twee jaar geleden
een kind kreeg, werd zij - zoals nog
bij zovele bedrijven gebruikelijk is -
ontslagen. Nu werkt zij op free-lance-
basis.
„Omroepen is een vak, dat je zelf
waar moet maken. Je kunt niet naar
een school gaan om het te leren. Je
weet trouwens ook niet of het je lukt".
Toen Meta de Vries dacht nu weet
ik wel wat het vak van omroepster
inhoudt, werd zij geconfronteerd met
een toaal nieuwe situatie. Een trans
formatorhuisje klapte in elkaar en het
programma Kleutertje luister viel uit.
lerlei mensen kunnen opbellen om iets
over manifestaties op die dag te ver-
„Het heeft ongeveer een kwartier
geduurd voordat de uitzending door
kon gaan, want ook het noodaggre-
gaat werkte niet. En dan is er pa
niek", herinnert Meta zich.
Zij heeft duidelijk een voorkeur voor
programma's die rechtstreeks worden
uitgezonden. „Dat is pas het echte ra
diowerk. Je bent dan verantwoordelijk
voor de dingen die je fout doet. Als het
mis gaat, lacht iedereen. Nou, waarom
niet, het programma wint aan sponta
niteit en heeft niets van het steriele van
ingeblikte uitzendingen", vindt Meta
Bakker-De Vries.
tellen. Het kan 'n motorcross zijn, maar
ook een concert".
Een ander „live"-programma is
Kwispel. „Deze quiz zenden wij don
derdag drie keer per dag uit. Als de
luisteraars de oplossing van de vragen
weten, kunnen zij ons telefoneren.
De vorige week was het zo druk dat
het telefoonnet tot Limburg gestoord
vertelt Meta de Vries
„De PTT was erg
wij eerst verlof ge-
bleek te zijn"
geamuseerd,
kwaad, terwijl
vraagd hebben"
Juist op zondag is zo'n programma
dat rechtstreeks de lucht ingaat. „Al-
Meta de VriesOmroepen bij de radio is een vak, dat je niet op een
school kunt leren."
Als de rechtstreekse uitzending ook
nog een concert is, doet zij haar werk
helemaal met plezier. „Grote orkes
ten hebben altijd iets imponerends".
Vandaar dat zij het „Grand Gala
du Diéque classique" niet zo gauw zal
vergeten. „Als omroepster zit je bo
ven in een hokje tegenover het orkest.
Trouwens het Concertgebouw in Am
sterdam heeft een heel aparte sfeer.
Na een concert heb ik altijd eén pret
tig gevoel."
Evenals waarschijnlijk de luiste
raars thuis, hoewel zij niet weten of
Meta of iemand anders heeft omge
roepen. Maar dat vindt zij ook niet zo
belangrijk.
KIEL Tweemaal dit weekeinde is
er in Noord-Duitsland gevochten in
verband met de N.P.D. Er werd in
Kiel fors tegen de NPD'ers gedemon
streerd, en zulks leidde tot een vurig
handgemeen, en dat niet alleen met de
politie.
Het aantal anti-betogers bedroeg on
geveer 1000.
Het gelukte de politie de demon
stranten terug te dringen, waarop Von
Thadden, de voorzitter van de N.P.D.,
naar zijn vergadering kon gaan om on
geveer 500 mensen toe te spreken.
Zaterdag had zich eenzelfde soort in
cident voorgedaan in Hamburg. Toen
waren er 300 agenten nodig om de
NPD-leider veilig naar zijn vergade
ring te loodsen.