Oostenrijk: misschien een idylle Opleiding voor de EHBO zal korter gaan duren Omroepen is iets wat je nergens kunt leren De duizendpoot van de studio ..Speet/break een grootse vinding „ALGEMENE PRESTATIES VAN FOKKER FELLOWSHIP KLOPPEN MET DE VERWACHTINGEN „Toeristen willen tegenwoordig jet vliegen" 9 Directeur Wolfgang Krauss stapt „in burger" zo van zijn bureaustoel naar de Fellowship om een lijndienst je van Düsseldorf naar Hannover waar te nemen. „Het is een prettige afwisseling"is het excuus van de man wiens vliegersbloed zich niet verloochent. 9 Stewardess Augusta, Heinrich en achter haar) steward Rolf Schmitz zijn zelfstandig genoeg om een persoonlijk oordeel te geven over het toestel. jj IVfen spreekt hier de medemens aan Paniek Kwispel Aparte sfeer BETOGINGEN TEGEN N.P.D. MAANDAG 2 JUNI 1969 GOEDE ERVARINGEN MET F-28 D ÜSSELDORF Wolfgang Krauss is dik te vreden over het Fokker straal-passagiersvlieg tuig F 28 Fellowship. Zijn oordeel berust niet alleen op technische ervaring, maar ook op zakelijke gegevens. De heer Krauss^ (44) is chef-invlieger en mede-eigenaar van de Düsseldorfse chartermaatschappij Luft- transport Unternehmen (L.T.U.). Hij was destijds de eerste die een bestelling plaatste voor het nieuwe toestel van de Amster damse vliegtuigfabriek. Sinds twee maanden vliegen zijn twee Fellowships in vele richtingen boven Europa. Hij zegt er nu van: „De algemene prestaties van het toestel klop pen met de verwachtingen die wij er volgens Fokker van moch ten hebben. Dat is met andere typen dikwijls niet het geval. Fokker heeft zeker niet overdreven. Natuurlijk zijn er altijd wel enkele kleine kinderziekten, maar die verdwijnen ook naarmate je meer ervaring met het toestel opdoet". Directeur Krauss heeft intussen besloten om binnenkort nog drie Fellowships te bestellen. Ze kosten ruim tien miljoen gulden per stuk. De aflevering volgt einde 1970 en begin 1971. De L.T.U. heeft een vloot van acht vliegtuigen (onder andere ook één F-27 Friendship en drie Caravelles) waarmee vooral vakantie reizen worden gemaakt. Daarnaast vliegen zij in lijndienst. De Fellowships verzorgen twee keer per dag een retourvlucht tussen Düssel- dorf en Hannover. Met captain Krauss aan de stuurknuppel maakten wij in de cockpit zo'n reisje mee. 800 KM Gedurende viereneenhalve minuut trok hij de Fellowship onder een hoek van vijftien graden naar een hoogte van vier en een halve kilometer. Toen ging het verder met een snelheid van ruim achthonderd kilometer. Terwiji op deze avondvlucht de gro te vuren van de hoogovens in het Ruhr- gebied als dreigende kraters oplichtten, vertrouwde Wolfgang Krauss ons toe: „De Fellowship is precies wat we no dig hebben. Dit toestel vult een leem te op in het aanbod van de fabrieken in de klasse van ongeveer zestig passa giers. In West-Duitsland wil het toeris- tenpubliek alleen nog maar „jet vlie gen". Op deze markt is hier het tijd perk van de Friendship met z'n schroef- turbine voorbij. Daarom heb ik ook twee van onze drie F 27's aan Fokker teruggegeven". REACTIES Hij vervolgt: „De reacties van het publiek op de ruimte in de cabine en op de snelheid zijn gunstig. Wij zijn zeer tevreden over de cockpit. Bemanningen van andere luchtvaartbedrijven rekenen haar tot de beste die zij kennen, wat grootte en inrichting betreft". Als vlieger voegt hij er aan toe: „Het is een gewillig vliegtuig, het is allemaal eenvoudig en doelmatig, zodat er vrij wel geen problemen zijn, ook niet voor relatief onervaren vliegers". Het was op deze vlucht niet al te best weer. Tijdens de landingen ont moette de Fellowship felle regenbuien en dikke wolkenformaties. Op die mo menten trokken flinke trillingen door het overigens bijzonder rustig liggende toestel. Het ongerief verdween echter direct als de hendel van de „speed- break" naar achteren werd gedrukt. Achteraan het toestel werd dan een bolvormige stalen constructie zodanig geopend, dat twee rem vlakken opzij staken. Op die manier kwam het toe-* stel weer volkomen tot rust. „Het werkt sneller en beter dan gas terugnemen", zei captain Krauss. Dit intrument vergemakkelijkt ook het maken van korte landingen. Iedere vlieger beschouwt de „speadbreak" dan ook als de grootste vondst van de Fel lowship. STEWARDESS Eerlijkheidshalve moeten we ook zeg gen dat stewardess Augusta Heinrich (22) en Stewart Rolf Schmitz (27) niet altijd even enthousiast zijn over dit toe stel. Zij zeggen: „De Fellowship is in vergelijking met de Cara veile nogal on rustig, zodat het moeilijk wordt ons werk goed te doen. Zij is wel beter dan de Friendship". Giselher Hoyer (31) maakte op dat moment zijn laatste vlucht als tweede bestuurder om voortaan als gezagvoer der op de Fellowship dienst te doen. Hij vindt: „Ik heb ook op de starfighter ge vlogen, maar dit bevalt me beter". De F 28 waarmee we naar Hannover op en neer vlogen had er toen een aar dig dagje op zitten, 's Ochtends was er al zo'n retourtje mee gemaakt. Daar na volgden een reisje van Düsseldorf naar Genua, toen heen en weer van daar naar Hamburg en vervolgens van Genua terug naar Düsseldorf om nog eens de lijn van Hannover vice versa te vliegen. Het toestel was toen acht en een half uur in de lucht geweest. „Dat is een normaal gemiddelde", zegt Wolfgang Krauss. „Er zijn weieens dagen van veertien uur, maar ook van zes uur". In de cockpit steken de witte, gele en rode schijnsels van de wijzers en pij len der tientallen instrumenten nu dui delijk af tegen de ingevallen duisternis. Alleen het vierkante wonderlampje van de „speedbreak" is blauw, alsof het aparte karakter een accent nodig heeft. Als we weer terug zijn op het natte platform van de Düsseldorfse luchtha ven zegt directeur Krauss: „Dit wil ik nog even goed duidelijk maken: Bij het kiezen van een straalpassagiersvliegtuig 9 In de cockpit komen voor captain Krauss papieren instructies voor de dag die de volle aandacht eisen voor de F-28 kan opstijgen. voor zestig passagiers kozen wij dus de Fellowship; het concept van de F 28 stond ons direct aan maar wij hadden ook vertrouwen in Fokker. Sinds fe bruari 1961 hadden wij al prettige erva ringen met de dienstverlening van de ze Amsterdamse fabriek voor de Friend ship". De kogel is eindelijk door de kerk. Na jaren touwtrekken en uitstel zal de „officiële" opleiding voor het diplo ma E. H. B. O- aanzienlijk korter gaan duren. In september verschijnt een nieuw leerboek van het Oranje Kruis, de or ganisatie die de examens en het verle nen van het zogenaamde eenheidsdiplo ma in handen heeft. Tegelijk zal dan een kortere cursus ingaan. Dat zal een opluchting zijn voor al le artsen en instructeurs in het land die de cursussen moeten geven. De cursisten die ze moeten volgen op hun vrije avonden of in de tijd van hun werkgever zullen er niet anders over denken. Sinds jaar en dag duurt een cursus 26 maal 2 uur. Op de Medische Dienst van Philips in Eindhoven speelde dr, R. van Hamersvelt het klaar hetzelfde resultaat te bereiken in maximaal twintig uur totaal. Heel voorzichtig formuleert de direc tie van het Oranje Kruis het zo: «Het aantal lessen van onze nieuwe cursus zal niet belangrijk daar bovenuit gaan". Minder De Koninklijke Nederlandse Vereni ging EHBO is wat minder optimistisch. Zij houdt het op vijftien lessen van twee uur. Ook in dat geval zou de tijd winst nog groot zijn: van 52 uur naar dertig uur. Provo Dr. Van Hamersvelt vocht intussen niet als een eenling, maar was in eigen en andermans ogen wel een soort pro vo op EHBO-gebied. Op het deze maand in Groningen gehouden congres van de K.N.V. EHBO heeft hjj er nog eens flink tegenaan geschopt. Korte tijd later vertelt hij mij in zijn huis het verhaal „als individueel arts, maar zeker wetend te praten namens veel collega's en EHBO-ers". De 52 lesuren van het Oranje Kruis vindt hij „een kostbare zaak, die maar magere resultaten oplevert". Bedrijven waarvan werknemers de cursus vol gen, moeten de uren doorbetalen. De verenigingen moeten 26 maal twee uur het honorarium voor arts en instruc teur opbrengen. „Het pro deo geven van een cursus is er niet meer bij. Vooral jonge art sen krijg je er niet meer voor. Als er niet voor wordt betaald, gebruiken arts, instructeur en cursisten hun tijd liever voor wat anders". T.V. Later zou de heer Van Roon zeggen: „Ik hoop dat het door de kortere cur sus eenvoudiger zal worden om in de behoefte te voorzien. „Geen tijd" is natuurlijk een smoesje. Het gaat er maar om, hoeveel avonden de mensen bereid zijn hun televisietoestel te ver laten". Dr. Van Hamersveld: „Ik wilde het anders doen dan het Oranje Kruis, maar ik (en anderen) lopen steeds stuk op die organisatie. Zij houdt de zaak steeds tegen. Vandaar dat ik zelf een cursus heb samengesteld". Deze „Moderne Handleiding tot een snelle eerste hulpverlening bij ongeval len" beleeft intussen haar vijfde druk. Behalve bij Philips wordt zij volgens de auteur gebruikt op alle zeevaartscho len, een aantal technische- en huis houdscholen, voor kleuterleidsters en padvinders. Met dit „groene boekje" zijn de cur sisten in twee maanden klaar. Met de officiële cursus zijn zij bezig van sep tember/oktober tot maart/april. Dr. Van Hamersvelt noemt het „een soort knieval" dat het Oranje Kruis ook aan „zijn" cursisten het eenheidsdiploma uitreikt. Ook dit vindt hij vreemd: „Vanuit Den Haag zijn ze wel in Eindhoven komen kijken. Zij lieten ook hun ei gen examinator het examen afleggen, maar er is nooit contact gezocht over een mogelijke samenwerking". De KNV EHBO wil wel, maar wordt geblok keerd door het Oranje Kruis". Noodzaak De directie van deze organisatie zegt, niet uit bittere noodzaak te hebben ge handeld bij het aanpassen van haar cursus. Over de invloed daarop van dr. Van Hamersvelt: „Dit is een groei in opvattingen en omstandigheden. De mensen hebben er niet zoveel tijd meer voor over. Zijn streven is ongetwijfeld stimulerend geweest". Van een conflict tussen het Oranje Kruis en de KNV EHBO (met zestig duizend leden) wil de directie niet we ten. „In elke familie komt wel eens wat voor. Wij laten zeker geen mensen sla gen om een afdeling of een cursist een plezier te doen." „Dr. Van Hamersvelt mag best eens op onze tenen gaan staan. Als we er maar beter van worden. Een samenwerking achten wij wel mogelijk. Wij zien het belang van overleg plegen in". De Eindhovense „provo" had ook ge zegd, dat het Oranje Kruis de leerstog voor de cursus nogal moeilijk heeft op gediend. Commentaar van de directie: „Van Hamersvelt heeft zijn boek zo willen schrijven dat iedereen het kan begrij pen. Of dat gelukt is kunnen wij niet beoordelen. Dat 88 pet. van zijn kandi daten slaagt vinden wij een goed resul taat. Bij ons zijn er in 1967 van de 26.282 kandidaten 23.633 geslaagd. Iets meer dan tien pet is dus gezakt." Simpel Dr. Van Hamersvelt heeft zich over nog een paar dingen verbaasd. Hij heeft een heel simpel boekje over eer ste hulp bij ongevallen geschreven. Toen bij het Centraal bureau voor de afgif te van rijbewijzen had voorgesteld, dat boekje bij het rijbewijs uit te reiken, vond het CBR dat geen doel hebben. Ook enkele importeurs van auto's wilden er niet aan. Zij vonden "het psy chologisch niet juist de koper van een glanzend 'nieuwe auto met zoiets op zijn dak te komen. Bovendien achtten zij hun prijzen zo scherp gecalcu leerd dat er geen dubbeltje mer af kon. Dr. Van Hamersvelt: „Verwonderlijk, dat men de ogen sluit voor zulk soort zaken. Je zou alle mensen moeten kun nen bijbrengen dat zij levens kunnen redden door eenvoudige handelingen' WENEN In de zoele avond speelt de Kurkapelle in het Ween- se Stadtpark walsen van Johann Strauss, steeds maar Johann Strauss. De honderden stoeltjes tegen een ne- gentiende-eeuws decor van oude bo men, koele vijvers en grijze tuinbeel den zijn goed bezet. Diensters lopen af en aan met glazen waarin een kwartliter wijn, en met onvoorstel baar-genereuze porties vruchtenijs met slagroom. Om het park ligt de stad met haar bijna 1,7 miljoen inwoners. Men be merkt haar hier nauwelijks. Soms slechts snerpt de kreet van een tram, slierend door de bocht, boven het meeslepende ritme van Strauss' altijd blauw blijvende Donau. Het is alsof men, deze avond, zit in een hoekje Europa nog van voor die rampzalige dag waarop de atoombom werd uitgevonden, ja, in een wereld van voor de tweede we reldoorlog. Soms denkt men zelfs: Van voor 1914, toen Wenen nog de machtige hoofdstad was van de gro te Oostenrijks-Hongaarse dubbelmo narchie der Habsburgers en in de ze stad het leven, aan de top van een staf georganiseerde, strikt ver ticale samenleving, slechts scheen te bestaan uit het lustig draaien op driekwartsmaat... voor wie geld had. Een idylle? Opeen caféterras in de stad zegt de ober met lichte buiging tegen een dame die een plaatsje zoekt: „Küss die Hand, gnadige Frau" en in het grandioze gebouw van de Ope ra kijkt en luistert een zeer gesoig neerd publiek (veel avondjaponnen, veel smokings) naar Figaro's bruiloft van Mozart, gedirigeerd door de fameuze Karl Böhm en gevat in een decor van het lieflijkst denkbare ro coco. Een idylle? Tn het strenge gebouw van het éne vakverbond dat Oostenrijk heeft, Oesterreichischer Gewerkschafts- bund, zegt de vierkante, gedecideer- de algemeen secretaris Erich Hof- statter: „Gestaakt wordt er nauwe- lijks in ons land. In 1968 zo goed als helemaal niet. De jonge genera- tie weet ternauwernood meer wat dat woord staken betekent. Het overleg met werkgevers bedrijfs- 5 takgewijze over loon- en arbeids- 5 voorwaarden gaat in de regel soe- 5 pel". Die avond melden de Weense 5 kranten dat Oostenrijks „inflatie" S over de laatste vijftien maanden... E drie procent was! Niet om van wak- 5 ker te liggen, zelfs niet voor een 3 minister van financiën in deze tijd. Een idylle? E met rang of graad. Het accen- jjj tueerd de nog altijd sterke verticali- s teit van deze samenleving. Een 5 ambtenaar heet Herr Hofrat, zelfs 5 Herr Wirklicher Hofrat, en nog ho- E ger: Herr Sektionschef. Aan de uni- S versiteiten heten de grote profes- E soren Herr Magnifizenz. Wie een E graad haalde heet onveranderlijk in E het gesprek Herr Doktor. E Maar lach niet te hard, o brave 5 Nederlander, over zulk „ouderwets 3 gedoe", want in Oostenrijk zegt men 5 gewoon Herr Minister, terwijl wij, 3 als een der laatste volkeren ter we- E reld, ons verbeelden dat onze minis- E ters altijd zulke uistekende figuren E zijn dat we ze Excellentie moeten E noemen... E In het Raymundt-theater speelt al E wekenlang voor volle zalen een ope- E rettegezelschap Eine Nacht in Vene-- S dig van Johan Strauss jawel, 3 weer Strauss, altijd Strauss voor een publiek van overwegend opge- s wekte luitjes uit de provincie. S En in het parlementsgebouw zegt S ons dr. Heinz Fischer, secretaris van E de club van socialistische afgevaar- S digden; „Jawel, noemt u onze sa- E menleving inderdaad maar: burger- FiinuiHiimmmmimmiiiiiiiiiuimiiimiiimmiiiiimimiimiiiimimiiimiiiii lijk. Een werkelijk Nieuw Links ken nen we in onze partij nauwelijks, alleen als randverschijnsel. En dan is het nog niet eens erg roerig. Inderdaad: jongelui van de ons als „heel rebels" beschreven links- socialistische studentenbeweging met wie wij later praatten, leken ons eerst mopperig dan rebels. Geen lange haren, geen baarden (die zie je hier toch nauwelijks) en vooral: geen hartstochtelijke taal, geen re volutionaire leuzen. Slechts een wat berustend constateren dat de inrich ting der universiteiten niet deugt, maar dat zij weinig doen kunnen: „Op vergaderingen van de socialis tische partij worden we gewoon weggelachen". Hun „roerig studen- tenblad" is zo levendig als, zeg, bij ons Economisch-Statistische Berich- j ten. Een idylle? Een Amerikaan in Oostenrijk weet zich eindelijk in een Europees land waar Jiij nagenoeg algemeen geliefd is. In heel Wenen zagen we één keer op een muur een leus gekalkt tegen Amerika's optreden dn Viet nam. Gedemonstreerd tegen Vietnam (of tegen Griekenland of tegen Zuid- Afrika of zo) wordt er zeer zelden door minimale groepjes. Gedemon streerd ervoor ook niet trouwens. Op het ministerie van Buitenland se Zaken drukt men mij een stu die in de hand van prof. Alfred Verdrosz over de „eeuwig durende neutraliteit van Oostenrijk". Inder daad zeer strikt en tot in onderde len handhaaft deze republiek een door alle democratische partijen aan vaarde maar toch duidelijk naar de westelijke wereld gekeerde neutraliteit. In elk gesprek met letterlijk iedere functionaris wordt die neutraliteit steeds weer vooropgesteld. En toch: de Oostenrijkers kozen haar niet uit vrije wil zoals Zwitsers en Zweden, maar kregen haar na de oorlog op gelegd. Echter aanvaard werd zij volledig ook en dat is wonderlijk door de jonge generatie. Een idylle? YfHie de Weense kranten, leest gaat geloven dat dit land maar één buitenlands probleem van belang kent: het geschil met Italië over Zuid-Tirol waar zoveel Oostenrijkers wonen. Een zaak die al jaren sleept en waarover eerder in deze maand de ministers van Buitenlandse Za ken der twee landen Nenni en Wald- heim weer eens nagenoeg vruchte loos spraken. En voor de rest: „Ach ja we le ven en wel even beter dan ooit in de laatste veertig jaar". Men eet en drinkt veel en zwaar en opge wekt, men laat het vrij schaar se geld gemakkelijk rollen, men kent uiterst ver gaande sociale voor zieningen, geen werkloosheid van enige omvang. Had de Fransman Raymond Car- tier dus gelijk toen hij enige jaren geleden in zijn boek „19 maal Euro pa" over Oostenrijk scheef: „De eco nomie is gezond. De rekeningen klop pen. De uitgerangeerde aristocratie en de ontelbare keizerlijke functiona rissen van eens zijn weg of hebben zieti aangepast. Enrstige sociale pro blemen zijn er niet. Geschiedenis wordt er in Oostenrijk niet meer ge maakt. Maar de Oostenrijkers zijn er blij om. Ze vinden het prettig, een klein land te zijn, nadat ze na de eer ste wereldoorlog zo dolgraag groot hadden willen wezen. Een idylle, dus toch? Een samen leving van tevreden burgerluitjes? Genoeglijk, hoffelijk, en wat zelf voldaan. Op een zondagavond in Grinzing, na enkele glazen jonge wijn, gelooft men dat graag. Houdt de idylle ook stand bij na der onderzoek? We zullen zien. iimnik In tegenstelling tot haar collega bij de televisie, beperkt de radio-omroep- ster zich niet tot het uitspreken van een van buiengeleerde tekst. Zij is tydens haar „celdienst" sa men met de technicus - verantwoorde lijk voor het goede verloop van de programma's. Bovendien beantwoordt zij de telefoontjes van luisteraars en fungeert als er bezoekers zijn voor gastvrouw. Een van deze manusjes van alles bij de radio is Meta de Vries uit Loos- drecht. Naast het omroepwerk pre senteert zij ook de Avro-program- ma's Jazz Spectrum. Juist op zondag. Muziekkantjes, Kwispel en Elektroni ca. Meta de Vries (28) solliciteerde vier jaar geleden als kleuterleidster naar de baan van omroepster bij de Avro. Toen zij trouwde en twee jaar geleden een kind kreeg, werd zij - zoals nog bij zovele bedrijven gebruikelijk is - ontslagen. Nu werkt zij op free-lance- basis. „Omroepen is een vak, dat je zelf waar moet maken. Je kunt niet naar een school gaan om het te leren. Je weet trouwens ook niet of het je lukt". Toen Meta de Vries dacht nu weet ik wel wat het vak van omroepster inhoudt, werd zij geconfronteerd met een toaal nieuwe situatie. Een trans formatorhuisje klapte in elkaar en het programma Kleutertje luister viel uit. lerlei mensen kunnen opbellen om iets over manifestaties op die dag te ver- „Het heeft ongeveer een kwartier geduurd voordat de uitzending door kon gaan, want ook het noodaggre- gaat werkte niet. En dan is er pa niek", herinnert Meta zich. Zij heeft duidelijk een voorkeur voor programma's die rechtstreeks worden uitgezonden. „Dat is pas het echte ra diowerk. Je bent dan verantwoordelijk voor de dingen die je fout doet. Als het mis gaat, lacht iedereen. Nou, waarom niet, het programma wint aan sponta niteit en heeft niets van het steriele van ingeblikte uitzendingen", vindt Meta Bakker-De Vries. tellen. Het kan 'n motorcross zijn, maar ook een concert". Een ander „live"-programma is Kwispel. „Deze quiz zenden wij don derdag drie keer per dag uit. Als de luisteraars de oplossing van de vragen weten, kunnen zij ons telefoneren. De vorige week was het zo druk dat het telefoonnet tot Limburg gestoord vertelt Meta de Vries „De PTT was erg wij eerst verlof ge- bleek te zijn" geamuseerd, kwaad, terwijl vraagd hebben" Juist op zondag is zo'n programma dat rechtstreeks de lucht ingaat. „Al- Meta de VriesOmroepen bij de radio is een vak, dat je niet op een school kunt leren." Als de rechtstreekse uitzending ook nog een concert is, doet zij haar werk helemaal met plezier. „Grote orkes ten hebben altijd iets imponerends". Vandaar dat zij het „Grand Gala du Diéque classique" niet zo gauw zal vergeten. „Als omroepster zit je bo ven in een hokje tegenover het orkest. Trouwens het Concertgebouw in Am sterdam heeft een heel aparte sfeer. Na een concert heb ik altijd eén pret tig gevoel." Evenals waarschijnlijk de luiste raars thuis, hoewel zij niet weten of Meta of iemand anders heeft omge roepen. Maar dat vindt zij ook niet zo belangrijk. KIEL Tweemaal dit weekeinde is er in Noord-Duitsland gevochten in verband met de N.P.D. Er werd in Kiel fors tegen de NPD'ers gedemon streerd, en zulks leidde tot een vurig handgemeen, en dat niet alleen met de politie. Het aantal anti-betogers bedroeg on geveer 1000. Het gelukte de politie de demon stranten terug te dringen, waarop Von Thadden, de voorzitter van de N.P.D., naar zijn vergadering kon gaan om on geveer 500 mensen toe te spreken. Zaterdag had zich eenzelfde soort in cident voorgedaan in Hamburg. Toen waren er 300 agenten nodig om de NPD-leider veilig naar zijn vergade ring te loodsen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 15