Geen crèche op yt Binnenhof Kamerlid en moeder: gaat dat samen? Esperanto nu al in de collegezaal Claude Pompidou tegenpool van degelijke tante Yvonne Omófachl ia maar praclitia Zeeuws meisje wierp al 200 flessen met brieven in zee heerlijk Hma voor moeders (pasvorm!). En fijn voor vaders (slobbert niet!) Maar helemaal ideaal is het voor kinderen .'t Sluit prachtig aan, maart gaat ook méé met de groeiDaarom nu ook in kleine maatjes: elastisch katoenen van DA T MOET IEDER VOOR ZICHZELF UITMAKEN Met suiker de vakantie in... Niet licht Hartdigi re mannen Staatszaken Medische wereld VERANDERINGEN OP TIL IN HET Struise blondine met grote vriendenkring Eenvoudig Ontroerd Horoscoop DONDERDAG 19 JUNI 1969 DEN HAAG De Tweede Kamer is geen kraamkliniek. Ook nooit heeft iemand de behoefte gevoeld om in het parlement een crèche in te rich ten. Kindergeschrei en politiek zijn twee uitingen, die nogal veel van elkaar verschillen. Het parlement is een cen trum van volwassenen, een platform van mannen en vrouwen, die niet om de zoveel tijd om de fles of de luier moeten denken. Hooguit zullen ze moe ten opdraven als de bel voor de stem ming rinkelt. Het verzorgen van kleine kinderen kan voor jonge moeders aanleiding zijn om zich niet met politiek te bemoeien. Mevrouw Hedy de Boer-d'Ancona van de Partij van de Arbeid heeft bedankt voor het lidmaatschap van de Kamer omdat zij de spruiten hoger acht dan de politiek. Een nobel standpunt. Maar wat mogen we daaruit afleiden? Het Tweede-Kamerlid voor de PvdA mevrouw mr. H. Singer-Dekker is in dit geval misschien de eerst aangewe zene om op die vraag een antwoord te geven: „Het is allemaal verschrikkelijk in dividueel. Ik moet wel zeggen dat de fractie geen enkel bezwaar zou hebben gehad indien mevrouw De Boer-'d-An- cona toch in de Kamer wilde komen. De fractie vond dat wel leuk. Er is daarom op mevrouw De Boer-d'Anco na geen enkele pressie uitgeoefend om maar te bedanken. Integendeel, het is puur haar eigen beslissing geweest. Mevrouw Singer-Dekker neemt de zaak niet licht. Algemeen gesteld hangt het helemaal van het type af. Er kunnen best jonge vrouwen met kleine peuters thuis in de Kamer gaan zitten. Het wordt dan wel een kwestie van het allemaal plooien. Een fractie zal niet kwaad kijken als je een keer niet komt. .Je zult dan voor jezelf moeten uitmaken wat je niet en wel kunt la ten. Dat goede salaris (tegenwoordig veertig mille) lokt vanzelfsprekend. Aan de andere kant kan ik me voorstellen dat je ook voor jezelf dat salaris wilt waarmaken. Naar eer en geweten zul je je, als het goed is, volledig willen in zetten". Een moeder houdt van een beetje regelmaat. Dat kun je in de Kamer wel vergeten. „Behalve dat je als volksvertegen woordigster hard moet werken heb je ook nog een onregelmatige werkkring. Je weet hier op het Binnenhof nooit, waar je aan toe bent. Dat kan thuis problemen geven". U bedoelt eigenlijk dat de man dan een klein offer moet brengen? Mevrouw Singer-Dekker: „Het zóu in de samenleving zo moeten zijn dat de rfian dat gewoon opving. Het is toch geen wet van Meden en Perzen dat de man alleen het geld verdient en de vrouw maar thuis moet blijven? In een gezin met een kwieke, jonge moe- Mevr. mr. H. SINGER-DEKKER der en een vlotte handige man kan heel wat." „Ondanks het zware karwei, hoeven de vrouwen de Kamer niet voor hun gezondheid te mijden. Doktoren hebben mij verteld dat wij vrouwen het hier verstandiger inpikken dan de mannen. Dat komt misschien omdat wij niet zo erg „moeten". Wij hebben niet zo'n geldingsdrang." Een elementaire kennis van staatszaken is wel gewenst? „Dat is juist. En bij jonge, getrouw de vrouwen schiet de studie er soms bij in, tenzij die al achter de rug is. Dat betekent dat de gewone huisvrouw zonder verdere opleiding zich in de Ka mer niet thuis zal voelen. Je hebt voor het Kamerlidmaatschap geen speciaal diploma nodig, maar je moet wel van wanten weten". Mevrouw Singer-Dekker meent dat de politieke kansen van de jonge moeders stijgen naarmate de verkorte werktijd doorzet. „Met vier dagen wer ken in de week moet het kunnen. Dan horen de mannen ook hun statusideeën te laten varen. Ik bedoel dit: ze moe ten kunnen hebben, dat ook hun vrou wen geld verdienen en ze zullen het niet beneden hun stand moeten vinden om op de kleintjes te passen. Maar u weet hoe mannen zijn..." het is allemaal een kwestie van plooien „Er zyn mensen, die het Esperanto bij de geboorte hebben meegekregen. Dat z}jn kinderen van ouders-espe- rantisten uit verschillende landen. In de eerste tijd van hun huwelijk spre ken ze Esperanto omdat ze eikaars taal niet verstaan. Zo zijn er kleuters, die uitsluitend in het Esperanto op groeien. Dit is een van de dingen, waar het grote publiek geen weet van heeft! (Mejuffrouw dr. A. J. Middelkoop, die dit in haar huis in Hilversum vertelt, hoopt daar wat aan te doen door mid del van haar ambtsaanvaarding als privaat-docent in het Esperanto aan de universiteit van Amsterdam. Zij is daarmee de eerste in Neder land, die het Esperanto als studie-ob ject tot in de Nederlandse collegezalen brengt. „Mijn benoeming tot privaat-docent zie ik als een erkenning van de Espe- rantobeweging", zegt mej. Middelkoop. „Dat is voor Nederland erg belangrijk, want de ontwikkeling van het Esperan to stagneert hier en daar een beetje. Het grote publiek heeft daardoor ten onrechte de indruk gekregen, dat het Esperanto niets bereikt heeft". „Dat is beslist niet waar. Tachtig landen zijn nu lid van de Wereldbond van Esperanto. De taal groeit vooral in Oost-Europa, zoals Polen en Tsjecho- slowakije". „De mensen beheersen daar weinig, wat wij noemen, moderne talen. Toch willen ze communicatie met West-Euro pa. Het Esperanto is voor hen een uit komst. Radio Warschau zendt iedere dag een programma in het Esperanto uit." Mej. Middelkoop ziet de toekomst van het Esperanto rooskleurig in: „Ik ge loof stellig dat Esperanto op den duur algemeen ingevoerd zal worden. Phi lips heeft bijvoorbeeld een medische catalogus in het Esperanto uitgegeven". „De Koninklijke Academie in Am sterdam is van plan iets te gaan doen aan de veeltaligheid in de we tenschap. De medische wereld snakt naar een internationale taal. Ik zou zo zeggen: die is er, het Esperanto. Ook door het toenemen van interna tionale contacten groeit de behoefte aan een internationale taal". „De VVV van Rotterdam heeft op verzoek een folder over de stad in het Esperanto uitgegeven. Eerst was er nogal wat kritiek op, maar nu blijkt dat deze folder de meest ge vraagde is, zelfs nog meer dan En gels". „Zeven landen geven spoorboekjes uit in het Esperanto. De Nederland se PTT heeft gebruiksaanwijzingen in het Esperanto, kijk maar in de telefooncellen. De menukaarten van ADVERTENTIE de Wagons Lits zijn in het Esperan to verkrijgbaar. Zelfs Noord-Vietnam en China gebruiken de taal in hun propagandapamfletten". Zij verwacht dat het Esperanto in Nederland meer ingang zal vinden dank zij de Mammoetwet (die het mogelijk maakt de taal op scholen voor voortgezet onderwijs te onder wijzen) en door de televisiecursussen van Teleac, die er misschien gaan komen. Maar de aanvaarding van haar ambt aan de Amsterdamse univer siteit sprak zij uit in het Nederlands. „Ja, want anders zouden de men sen mij niet verstaan hebben. Dat zou jammer zijn geweest, want ik had het over de humor in de Esperantolitera- tuur". „Er waren er onder mijn gehoor heel wat, die niet wisten dat het Esperanto een eigen oorspronkelijke literatuur heeft, dus van schrijvers, die zich direct van Esperanto bedienen. En die helemaal niet wisten dat die literatuur op een hoog peil staat". De kropsla mag eigenlek by geen maaltijd ontbreken. Dat is niet zo moeilik, want het aanbod wordt elk jaar groter. Ruim 300 miljoen kroppen sla wer den in het eerste kwartaal van 1968 in Nederland op de markt gebracht. In de zelfde periode van dit jaar waren het er al 350 miljoen. Een stijging van 16% dus. In tijden van groenteschaarste, wanneer de jonge, verse groenten nog niet of zelden op de markt zijn, is de krop sla een welkome oplossing b|j veel gerechten. De toepassingsmogelijkheden worden echter niet altijd uitgebuit. Groene slablaadjes smaken heerlijk fris op de boterham tussen worst- of kaasbeleg. Als de sla is aangemaakt met verschillende soorten slasaus, kun nen veel mensen er ook nog steeds niet genoeg van krijgen. Heel lekker is gestoofde kropsla, in de Franse keuken bekend als „laitue braisée". Dit gerecht is gemakkelijk en snel klaar te maken, licht verteerbaar en ook geschikt voor maag-, darm-, le ver- en galpatiënten. Men verwijdert de verwelkte blaad jes en onooglijke plekken, snijdt de krop sla in de lengte door en wast hem. De halve kroppen sla worden dan met wat boter of margarine zonder water in een gesloten pan zonder water ge stoofd. Naar smaak kan deze groente met zout, nootmuskaat en wat tomaten puree of -ketchup worden afgemaakt. De grote vakantie-trek is weer aange broken, het zonnige Zuiden wordt weer opgezocht en huissleutels worden aan thuisblijvende buren in bewaring ge geven. Die buren dragen in vele geval len zorg voor de kleinere huisdieren, de bloemen, de planten en de post. Het spreekt vanzelf, dat jaloezieën, voor zover aanwezig, ter bescherming van plant- en bloemrijke raamkozijnen worden neergelaten. Doet u echter niet al te demonstratief de gordijnen dicht want hierdoor worden eventuele inbre kers, erop attent gemaakt, dat u niet thuis bent. De buren zullen plechtig be loven het allemaal zo goed mogelijk te verzorgen, al zal dat in vele gevallen lang niet altijd lukken. Belangrijk is het daarom voor u te weten, dat uw bloemen bijvoorbeeld la ger goed kunt houden door een schepje suiker in het water te laten oplossen. Eenvoudiger en efficiënter kan het niet. Stel, dat uw vakantiereis per auto vervolgens zijn aanvang gaat nemen. Begin lange ritten steeds uitgerust en nooit met een lege maag. Gedurende de rit vermindert, zonder dat u het merkt, uw concentratie-vermogen. Rust na iedere twee uur een kwartier. Blijf niet in de auto zitten, doch stap uit, strek de benen en eet een kleinigheid. Een paar suikerklontjes bijvoorbeeld. Het bloedsuikergehalte wordt daar mee weer op het juiste peil gebracht. Het Verbond voor Veilig Verkeer kan u daar alles over vertellen...Ga daar om nooit zonder suiker uw vakantie in, het vergroot de overlevingskansen van uw bloemen...en misschien zelfs van uzelf PARIJS Er zal heel wat gaan veranderen in het Elysée, het paleis van de Franse president, wanneer George Pompidou er straks zijn intrek neemt. Maar de grootste veranderingen zullen waarschijnlijk worden aangebracht door z'n vrouw, Claude. Mevrouw Pompidou, groot, blond en zeer elegant, is in alles de tegenpool van haar degelijke voorgangster, mevrouw de Gaulle, ook wel bekend als tante Yvonne. Een paar jaar geleden joeg mevrouw Pompidou de echtgenote van president De Gaulle de stuipen op het lijf door op een receptie te verschijnen in een mini-jurk. Maar over zulke dingen zal nie mand aan het Franse „hof" zich nog druk maken zodra mevrouw Pompidou zich in het Elysée heeft geïnstalleerd. Het ligt voor de hand dat de grote kring van vrienden, die mevrouw Pompidou heeft in de Franse intellectuele wereld, onder kunstenaars en in de showbusiness, in de toekomst 't Elysée vaker van binnen zal zien dan onder tante Yvonne ooit mogelijk was. Ze zal ongetwijfeld een nieuwe stijl introduceren, die wel eens even revolutionair zou kunnen zijn als die welke Jacqueline Kennedy in dertijd meebracht naar Het Witte Huis. Mevrouw Pompidou beschrijft zichzelf als een „meisje van het platteland dat van de eenvoudige Provencaalse keuken houdt". Een karakteristiek die niet helemaal schijnt te kloppen met de peper dure toiletten van beroemde couturiers als Dior, Chanel en Cardin, die ze draagt. Van de andere kant is het inderdaad zo dat haar recepten van Bretonse gerechten en lekkernijen uit Auvergne een belangrijke plaats innemen op de diners voor artiesten en diplomaten die 't echtpaar Pompidou regelmatig geeft in zijn stijlvolle flat op het eiland Saint Louis. Mevrouw Pompidou werd als Claude Cahour geboren als docher van een plattelandsarts Hoe jong ze precies is weten maar weinigen. Men neemt aan dat ze achter in de veertig is. Hoe reageerde ze op de verkiezing tot president van haar man? „Ontroerend en giechelend" zei ze. „Maar ik wist tevoren dat hij zou winnen. Hij was er van overtuigd dat hij gelijk had en in die dingen heeft hij het altijd bij het reche eind". Mevrouw Pompidou, de echtgenote van de nieuwe Franse president. Ze wijst op de horoscoop die ze altijd nauwgezet leest. Die vermeldde voor 15 juni: „Eindelijk zult u de vruchten plukken van al uw inspanningen". Wie 's morgens, al of niet bij het krieken van de dageraad, de slaapkamergordijnen openschuift, vertaalt het privé-weerbericht naar eigen behoefte. Een stralende zon bij onbewolkte hemel betekent dubbel hard aanpakken voor de landman en tde uinman, oppassen met spinazie en peterselie voor de groenteman, snel afwerken voor de melkman. En voor de huisvrouw een vingerwijzing der goedgunstige elementen om vandaag, zin of geen zin, zoveel mogelijk vitrages te wassen. Met tenminste de vergoeding om daarna een zalig halfuurtje te liggen zonnen tussen de deinende sluiers van de terlenka valletjes. Ach ja, wat heeft tenslotte vitrages wassen nog om het lijf, in onze tijd van kunstvezels en biologische inweekmiddelen (wat dat dan ook precies zijn mogen). Het gaat alles zo heerlijk vlug, veilig en voordelig de onnozelste kleuter kan de was doen en desnoods wat aan de plastic roeden hangen. En daarom denk ik, terwijl ik de zes meter glasgordijnen van de slaapkamer uitklop en in de plastic emmer met vuilverjager dompel, opeens met enige weemoed aan mijn moeder. Want voor haar was vitrages wassen nog een karwei dat minstens een halve week in beslag nam. Het waren er dan ook de vitrages naar: als kind heb ik ze vaak in stilte mateloos bewonderd. Geen sprake van stroken van een halve meter breed, maar welgeschapen, van roe tot vensterbank reikende lappen. De huidige jeugd zou er weg van geweest zijn, vooral om het meer dan levensgrote patroon van bloemen en varens waarmee zij dicht doorweven waren. Dat zou ook wel dienen, want zij hadden de taak om de felle zon zoveel mogelijk te weren van de kostelijke trijpen stoelzittingen en het pluche tafelkleed. Daarvan kweten rechtgeaarde glasgordijnen zich doorgaans naar behoren, tenzij een lange, hete zomer in de stoffige straten brandde. Dan liepen de randen van de donkerrode overgordijnen gevaar te verschieten, een regelrechte ramp. Dus werden in de zonnigste uren ook nog de blauwe lancaster rolgordijnen neergelaten, zodat er in moeders mooie kamer een droefgeestige sterfhuisschemering hing. Die rolgordijnen moesten wij trouwens ook maar voor lief nemen als moeder in het voorjaar, wanneer de kachel naar de smid was, hoofdschuddend op de huishoudtrap klom om de vitrages van de koperen roeden te schuiven en op een uitgespreide krant te laten glijden. Want het koeharen karpet had zijn grote klop- en schuierbeurt al achter de rug. In de keuken stond de grote emmer met sterk lauw sodawater al klaar en de fraaie bloemen en bladerranken verzonken in wat even later een donkerbruine, muf riekende poel leek. Na minstens drie maal ketel opzetten, uitknijpen, nieuw sodawater roeren kwam er weer wat tekening in het patroon. Dat was het sein voor een rustpauze van een nacht lang, want goed uittrekken was het halve werk. De volgende morgen werden de aardig opgehelderde vitrages behoedzaam in een speciale kleine wasteïl vol lauw, schuimend sop gevlijd, en voorzichtig heen en weer geschoven met een houten lepel, tot er op het oog geen vliegenvuiltje of waterkring meer te ontdekken viel. Dan volgde, zo tegen elven, het grondig spoelen met minsten vier ketels kokend water op vier teilen vol, tot er geen spoortje sop meer te bekennen viel. Voorzichtig bleken met een angstvallig scheutje goed aangemengd bleekpoeder en dan het spul luchtig uitspreiden op het zonnige gras van de achtertuin. Tot dat ogenblik was ons gesommeerd zo ver mogelijk uit de buurt van de wasteil te blijven, vanwege dat verraderlijk uitbijtende bleekwater. Maar als de fraaie witte kantpatronen van het gras werden genomen, kregen wij kinderen eindelijk genadig verlof onze nieuwsgierige neus boven de rand van de teil te teken. Om te genieten van het wonderbaarlijke schouwspel dat een zakje blauwsel kon teweegbrengen. Zo sierlijk als dat wolkje ultramarijn zich langzaam in het heldere water verspreidde en de gordijnen gedrenkt werden in een zachtgetinte wondervloeistof. Het stijven daarna was voor moeder spannender dan voor ons, maar van het uiteindelijke drogen wilden wij vooral niets missen. Want dat gebeurde bij elke rechtgeaarde huismoeder op zolder, zelfs in de hondsdagen. En als wij zoet in een hoekje op de kamferkist bleven zitten, mochten wij dan wel toezien hoe moeder de vochtige gordijnen voorzichtig uitspreidde op een laken. Om ze daarna op een centimeter nauwkeurig met spelden langs alle randen vast te prikken in de juiste maten. Een geduldwerk van meten en reiken om vooral dat brandschone spul zelf niet aan te raken. Als alles eindelijk in strakke rechthoeken was vastgenageld werden wij de trap afgeloodst en ging de trapdeur zekerheidshalve op slot. Ik zie die herboren glasgordijnen nog glanzend wit met onberispelijke waterpaszoom aan de blinkend gepoetste roeden hangen. En ik maak me sterk, dat geen van onze zo stralend tevreden kan zijn met haar droog-in-een-wip terlenka als mijn moeder en haar generatie na drie dagen zwoegen. Een fles met twee briefjes in het Engels en in het Frans p die twee jaar geleden door de toen 16-jarige Joke de Zeeuw uit Vlissingen in de Westerschel- de werd gegooid, is kortgeleden door de 21-jarige D. Forster uit East London in Zuid-Afrika gevonden. Het. bericht over de vondst van de fles, die zo'n lange tijd op de wereld zeeën dobberde, kwam terecht in een Zuidafrikaans dagblad. Deze krant gaf het weer door aan een Nederlandse re latie. Vorige week kreeg Joke bericht, dat zij dezer dagen een brief kan verwach ten van de heer Forster, waarin een huwelijksaanzoek zal worden gedaan. Joke, die alleen maar deze hobby be oefent om het boeiende ervan en ook om haar talenkennis te verbeteren, denkt er niet aan om op zo'n aanzoek te reageren. „O nee, ik denk nog niet aan trouwen en als het daarom begon-- nen was kon ik net zo goed naar een huwelijksbureau gaan. Ik voel me heer lijk vrij en mijn werk bevalt me uit stekend. Trouwens ik ben nog maar 18 jaar. Op haar vijftiende jaar is Joke be gonnen flessen met briefjes in zee te gooien. Op 4 mei werd nog een fles van Joke in Zuid-Afrika gevonden door de heer J. Rietveld uit Kaapstad. Inmiddels heeft er al een drukke wederzijdse cor respondentie plaatsgehad.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 11