Belangstelling bedrijfsleven neemt toe ETI - Utrecht ziet voornaamste taak in sociaal- economische activiteiten Renswoude zit niet stil ook al wordt dat wel eens gedacht Tot 't jaar 2004 100.000 RECREANTEN UIT RANDSTAD Enquête ruimtebehoefte met matig resultaat Secretaris-comptabele de heer IV. H. van den Hoek Plannen voor betere sport accommodatie Problemen Herindeling VEILING RESTEREN Meer werk voor Advendo-bestuur door grote groei Biggen verdwenen Resultaten 230 hectare Watertoerisme Aantrekkelijk Activiteiten Cijfers Organisatie an warme bakkers DONDERDAG 19 JUNI 1969 VEENENDAAL Het Economisch Technologisch Instituut voor de pro vincie Utrecht ziet het accent van de werkzaamheden onder invloed van de veranderingen in het maatschappelijke leven geleidelijk aan verschuiven naar sociaal-economische activiteiten. De adviseursfunctie van het instituut komt steeds beter tot zijn recht. In het zojuist verschenen jaarverslag wordt gememoreerd dat in de loop der jaren goede contacten zijn opgebouwd met de provinciale en gemeentelijke overheid, hetgeen duidelijk van betekenis gebleken is voor andere overheidsinstanties en voor het bedrijfsleven. De vestigingsvoorlichting is een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden en deze richt zich ook op de dienstverlenende bedrijven. „Langzamerhand onderkenden namelijk steeds meer ondernemers in de tertiaire sector de specifieke voordelen, die de provincie Utrecht de dienstverlenende bedrij ven biedt", aldus het verslag. „Denkt men daarnaast aan enkele sociaal-economische aspecten, zoals b.v. het relatief gunstige gemiddelde beloningsniveau in deze sector en de daarmee gepaard gaande sociale structuur van de bevolking, dan is de toenemende belangstelling van de dienstsector voor de provincie in een aantal gevallen aantrekkelijk. Niet in alle gevallen, daar enkel onder de dienstensector ressorterende branches duidelijk als arbeidsextensief zijn te beschouwen en als zodanig vauit werkgelegenheids- oogpunt bepaald minder aantrekkelijk zijn. Dit houdt dus in, dat ook ten aanzien van de dienstensector een kritisch en selectief beleid zal moeten worden gevoerd. In het verslagjaar 1968 heeft het in- instituut van G.S. Utrecht een onder zoek ingesteld naar de huidige en toe komstige ruimtebehoefte voor de dien stensector in de provincie tot het jaar 2000. Daarbij werden een groot aantal bedrijven en instellingen betrokken, maar niet via een mondelinge ondervra ging. Het aantal te benaderen bedrijven (498) maakte dit praktisch onmogelijk. De enquête werd schriftelijk gehou den. Teneinde het bezwaar van 'n niet ge heel juiste invulling van de formulie ren te voorkomen, werd bij een 40-tal daarvoor in aanmerking komende be drijven een mondelinge proef-enquête gehouden. Aan de hand daarvan werd een definitief vragenformulier samen gesteld. De uitkomst van de enquête bedroeg.52 procent, juist voldoende om van een bevredigend resultaat te kun nen spreken. Van de 259 geënquêteerde onderne mingen in de dienstensector bleek de helft nietcentrumgebonden (groothan del, veilingen, transport), maar dat wil niet zeggen dat men hieraan de voor keur geeft, 't Merendeel der dienstver lenende instellingen bevindt zich in de bebouwde kom, al verliest het stand punt inzake de noodzaak hiervan zijn absolute karakter. Omdat naar schat ting 62 procent van de beroepsbevol king werkzaam zal zijn in de tertaire sector, lijkt het stimuleren van gepaal de categorieën aantrekkelijk. Vooral met het oog op de sociale structuur van de bevolking, het relatief gunstige beloningsniveau enz. wordt een en an der aantrekkelijk. „De benodigde collectieve bedrijfs- Een fietspad door de Utrechtse Heuvelrug. Is er voldoende ruimte voor de openluchtrecreatie? terreinen, waarop ruim 12.000 personen te werk moeten worden gesteld, zul len tezamen een oppervlakte van 230 hectare moeten beslaan. De voornaam ste occupant van deze terreinen zal naar verwachting de zg. groothandel zijn. Naast de stadsgewesten Utrecht en Amersfoort zal de ontsluiting van der gelijke terreinen vervolgens eveneens in centra als Veenendaal, Mijdrecht en Wijk bij Duurstede dienen te worden gestimuleerd. Ook inzake de situering van deze gebieden en de eventueel aan te brengen bijzondere voorzienin gen aldaar konden enkele duidelijke wensen zichtbaar worden gemaakt", aldus de samenstellers. Volgens het verslag zal naast deze categorie een 150 tot 175 hectare nodig zijn voor de dienstverlenende bedrij ven (bij voorkeur met solitaire vesti ging), waarop 10.000 personen werk zul len vinden. Van de centrumgebonden onderne mingen bleek ongeveer de helft city-ge bonden en moet dus standplaats heb ben in het hart van de bebouwde kom en in verband met de ruimtenood zul len die ondernemingen die slechts weinig binding hebben met de city zoveel mogelijk afgeleid dienen te wor den naar de stadsperiferie. Alleen al in de binnensteden van Utrecht en Amersfoort zal samen een oppervlakte van circa 100 ha ter beschikking van de dienstverlende bedrijven moeten komen. Het ETI-Utrecht heeft in opdracht van het college van ETI-directeuren 'n onderzoek ingesteld naar het watertoe risme. Het aantal jachthavens in Ne derland, dat in 1967 aan de gestelde norm voldeed, bedroeg 452 (dit aantal neemt jaarlijks met 15 toe) en in de provincie Utrecht waren in dat jaar 58 jachthavens met 20 of meer zomer- ligplaatsen. Gebleken is dat landelijk gezien, 60 Het benutten van dode rivierarmen schept nieuwe recreatiemogelijkhe den. procent van de havens op commer ciële basis door particulieren werd geëxploiteerd; 30 procent van dit aantal de status heeft van vereni gingshaven, terwijl 10 pet. in han den is van gemeenten en stichtin gen. In de provincie Utrecht daaren tegen was 88 procent in particuliere handen en de rest zijn zg. vereni gingshavens. Gemeentelijke/stich tingshavens kwamen toen in Utrecht nog niet voor. RENSWOUDE „Mijn werk zie ik onderverdeeld in twee gescheiden en toch verwante facetten: de raad en B. en W. behulpzaam zijn bij de uit voering van de hun opgedragen be stuurstaken en het adviseren van de bevolking". Aan het woord is Rens- woude's nieuwe gemeentesecretaris W. H. van den Hoek. Even is hij 's middags naar het gemeentehuis gekomen, waarmee hij zijn studie onderbreekt. Een studie die moet uitmonden in succesvolle resultaten op een aanstaand belangrijk examen. Plannen voor Eind vorige week benoemde de ge meenteraad hem tot secretaris-comp tabele van Renswoude, de eerstein de hele provincie Utrecht. De heer Van den Hoek is jong, 26 jaar, is ge trouwd, heeft een kind, heeft veel belangstelling voor sport („ik ben jarenlang voetbalscheidsrechter ge weest"), en woont sinds ruim twee jaar in Renswoude. Voor recreatie moet Utrecht 11 miljoen per jaar besteden De ECI-medewerker, drs. H. Roeljsema, heeft vele bladzijden van het jaar verslag toegewezen gekregen voor zijn beschouwing onder de titel: „Een half miljoen recreanten"Hierin memoreert hij dat de 750.000 zielen tellende bevol king van de provincie Utrecht in recreatief opzicht niet zo bijzonder sterk aan de eigen provincie gebonden is. Op een mooie zomerdag trekt ongeveer 20 tot 30 procent de vrije natuur in; op een bevolking van 750.000 zou dit ongeveer 150.000 personen betekenen. Een deel hiervan is bereid wat grotere afstanden af te leggen en andere provincies te bezoeken. Uit onderzoekingen is gebleken dat 25 procent van de openluchtrecrean ten verder trekt dan 30 km, dat vijftig procent blijft binnen* 10 tot 30 km en dat de rest niet verder gaat dan 10 km. Verondersteld mag worden dat de aantrekkelijkheid van de gevarieer de recreatiegebieden in Utrecht zeker 75 procent binnen de eigen grenzen houdt en dat het restant van 25 pro- cent elders een plaatsje vindt. Op de ze manier blijven er 112.500 recreanten binnen de eigen provincie. Gebaseerd op de bevolkingstoeneming rond het jaar 2000 zal dit aantal ongeveer 187.500 belopen. Aan deze veronder stelling ligt het huidig cijfermateriaal ten grondslag, maar indien de belang stelling voor openluchtrecreatie stijgt tot b.v. 40 procent dan komen de ge tallen heel anders te liggen en blijven via de bevolkingsprognose 375.000 per sonen binnen de provinciale grenzen. Utrecht is in recreatief opzicht niet alleen aantrekkelijk voor de eigen in gezetenen, maar ook uit Amsterdam en het Gooi komen vele recreanten naar de Utrechtse Heuvelrug en de Loosdrechtse en Vinkeveense plassen. De heuvelrug trekt ook personen uit Rotterdam en Den Haag Met het bezoek uit Noord- en Zuid holland moet dus rekening worden gehouden bij het bepalen van de om vang van de te treffen recreatievoor zieningen. De belangstelling uit de overige provincies is gering en kan zonder bezwaren buiten de ramingen worden gehouden. De verwachtingen rond het aantal recreanten uit het Gooi, Zuid-Holland en Amsterdam ligt bij de 100.000. In verband met de voorgenomen realisa tie van voorzieningen in Noord- en Zuid-Holland hoeft direct geen reke ning worden gehouden met toeneming van het interprovinciale recreatie-ver keer. Immers, volle wegen leiden eer der tot afneming dan tot toeneming van het bezoek, als op kortere afstand van de woonplaats voldoende mogelijk heden aanwezig zijn. Het laatstge noemde aantal gevoegd bij de progno se van Utrecht brengt het totaal op bijna een half miljoen die op een top dag in de provincie zullen recreëren. In de behoeftenraming moet worden uitgegaan van 500.000 dagrecreanten, welke moet worden aangevuld met het aantal verblijfsrecreanten (de ver- blijfsrecreant is overdag een dagre creant). Hun aantal wordt geschat op 60.000. Hoewel het moeilijk is te bepalen wat de toeristen en andere vakantie gangers dagjesmensen voor activitei ten willen aantreffen of ontwikkelen, kan een voorzichtige verwachting wor den opgesteld. Op grond van de hui dige kennis van het recreatiepatroon mag worden verwacht dat voor de na bije toekomst ongeveer de helft van de dagrecreanten behoefte heeft aan re gionale parken vlakbij de woonplaats waarin alle denkbare voorzieningen aanwezig zijn. De andere 50 procent zoekt recreatievoorzieningen op grotere schaal en in een andere omgeving en vorm. Verondersteld wordt dat 't bos gebied met speel-ligweiden en picknick plaatsen 28 procent van de dagrecrean ten zal opvangen en 75 procent van de verblijfsrecreanten. Voor het water liggen deze percentages op resp. 10 en 25 procent en de belangstelling voor de oeverrecreatie kan gesteld worden op 9 procent. De hengelsport zal voor 3 procent van de dagrecreanten een geliefde bezigheid zijn. De opvangcapaciteit van bos enz. ligt bij de 50.000 recreanten, maar kan bij stimulering opgevoerd worden tot 120.000. Omdat de totale behoefte ge steld kan worden op 140.000 personen, moet nog gezocht worden naar een op- vangmogelijkheid voor de resterende 20.000 recreanten oftewel 400 hectare beschikbaar komen. Daarbij moet als voorwaarde gesteld worden dat de nieuw te creëren terreinen gemakke lijk bereikbaar zijn vanuit de bestaan de voorzieningen. Andere cijfers: voor de watersport (50.000 recreanten) moeten nog 10.000 ligplaatsen beschikbaar komen; voor oeverrecreatie is 100 km oever nodig en zullen 300 ha moeten worden inge richt. Voor de hengelsport moet nog 50 km beschikbaar komen (10 meter oever per hengelaar). Voor regionale parken met gevarieerde recreatie-voor zieningen is ruim 2600 ha buiten het bestaande peil nodig. In de rijks- en provinciale nota's wordt ook dit getal min of meer aangehouden. De bijdrage in geld van de provin cie Utrecht aan de openluchtrecreatie wordt becijferd op vijftien miljoen gul den; voor de komende 35 jaar wordt dit geschat op ruim 384 miljoen gulden (dat was gedurende de periode 1958- 1968 ongeveer 1,3 miljoen; nu circa 11 miljoen per jaar tot 2004). Als men ervan uit kan gaan dat 20 procent voor rekening van het bedrijfsleven komt. dan blijft er voor de overheid nog altijd 290 miljoen gulden over. De provinciale investeringsnota betrekking hebbende op de jaren 1969 tot 1972 vergt een bedrag van 27 miljoen voor de openluchtrecreatie. Als het rijk 50 procent subsidie blijft verlenen in de verwezenlijking van de gewone projecten, 75 procent bijdraagt in de kosten van de regionale parken en 25 procent van de onrendabele top der watersportaccommodatie voor zijn rekening neemt, zal het rijk de ko mende 35 jaar voor 190.000.000 in de provincie Utrecht investeren, dat is vijf tot zes miljoen gulden per jaar. ADVERTENTIE Als u Beko ziet staan, zit daar een warme bakker achter. Op 1 februari 1967 kwam hij als eer ste ambtenaar ter secretarie naar z'n nieuwe gemeente. Zijn ambtelij ke loopbaan begon in 1962 bij de ge meente Leiderdorp, als leerling-amb tenaar. „De functie secretaris-comptabele wil zeggen dat van me wordt verwacht dat ik de taken van de gemeente ontvanger vervul, zonder echter de kas onder mijn beheer te hebben", legt de heer Van den Hoek uit, „voor de kassiersfunctie wordt nog een an dere ambtenaar benoemd". Hij steekt een sigaartje op en zegt: „Ik ben eigenlijk blij dat ik twee jaar lang hier al heb gewerkt. Je weet nu tenminste al een beetje wat er onder de mensen leeft, wat de problemen zijn en welke koers de gemeente in grote lijnen volgt. Dat is prettig, want als de mensen bij je komen, weet je de weg met de plaat selijke omstandigheden en je kunt ze dan ook gemakkelijker vertellen hoe ze hun problemen het gemakkelijkst opgelost kunnen krijgen". Zijn speciale belangstelling, naast die voor andere specifiek plaatselijke aangelegenheden, gaat uit naar de sport. „Ja, dat vind ik erg belang rijk. En ik ben blij dat er op het ogenblik plannen in voorbereiding zijn om de sportaccommodatie, ook de sportvelden, uit te breiden, in het kader van een bestemmingsplan. Meer kan ik daar nog niet van zeg gen, want het is nog niet bij de raad in behandeling geweest". Over zijn taak als „overheids-voorlich ter" bij het publiek zegt de heer Van den Hoek: „Wat veel mensen wel eens vergeten, is dat je ze in onze functie behalve op hun rechten, ook vaak op hun plichten moet wijzen..." Over Renswoude: „De gemeente heeft De prijzen van de aangevoerde pro- dukten bij de veiling te Kesteren waren als volgt: Golden Delicious: I 60-65: 53; I 65-70: 68; I 70-75: 76; I 75-80: 80; II 60-65: 48-51; II 65-70: 52-65; II 70-75: 62-74; II 75-80:62-73. Totaal aanvoer appelen: ca. 25 ton. Jonathan: II 60-65: 50; II 65-70: 63; II 70-75: 66-70; II 75-80: 64. Conference: I 55-60: 71; I 60-70: 80-85. Glasaardbeien: Redgauntlet: EI 39-51 per doosje a 200 gram; II 25-40 per doosje van a 200 gram. Totaal aanvoer glasaardbeien: 15.000 doosjes. Vola: EI 40-53 per doosje a 200 gram, II 24-38 per doosje a 200 gram. Gorella: EI 39-46 per doosje a 200 gram; II 26-38 per doosje a 200 gram. Natuuraardbeien: Diverse rassen: EI 40-56 per doosje a 250 gram; II 26-38 per doosje a 250 g. Totaal aanvoer natuuraardbeien: ca. 7.000 doosjes. Perziken: EE 39-55 per stuk, EI 20-3? per stuk ca. 500 stuks. Vroege kersen: EI 53*-61 per doosj 250 gram. Prin. bonen: van 280-290 per kg. Peulen: van 220-230 per kg. Prijzen genoteerd in centen per kg; ten zij anders is vermeld. plannen genoeg en er wordt hard gewerkt om ze voor uitvoering klaar te maken. Ik noem maar het plan voor het noorden, de gymlokalen die er moeten komen enzovoorts. We zit ten hier allerminst stil, al wordt dat soms wel eens gedacht, mede in ver band met de veelbesproken gemeen telijke herindeling. Die samenvoe ging waar iedereen over praat zie ik overigens nog niet tot stand komen. Ik geloof er niet zo erg in". W. H. van den Hoek, gemeentesecre taris-comptabele, ontvanger zonder kas, maar met een fors pakket opti misme. Binnenkort verhuist hij. Dan trekt hij in de ambtswoning aan de Oude Holleweg, wat dan weer een praktische bevestiging is van zijn nieuwe functie. EDERVEEN Deze week hield de v.v. Advendo in café Marktzicht een ledenvergadering, die door de leden goed bezocht werd. Voorzitter Hom mes memoreerde in zijn openings woord dat het bestuur uiterst tevre den is over het afgelopen seizoen. On danks de nederlaag in de beslissings wedstrijd tegen Veense Boys om het kampioenschap, kan Advendo op een goed seizoen terug zien aldus de voor zitter. In het verslag van penning meester, de heer Van Beek bleek dat Advendo ook financieel een goed sei zoen achter de rug heeft. In de be stuursverkiezing die hierna aan de or de kwam, stelde de voorzitter voor om het bestuur met 2 personen uit te breiden in verband met de enorme groei van de vereniging. Van de af tredende bestuursleden Van Kessel en Van Beek, stelde penningmeester Van Beek zich niet meer herkiesbaar, waardoor er uit de vergadering nieu we kandidaten moesten worden ge steld. De heren H. Rebel, A. v. Kes sel en H. Robbertsen werden tot nieu we bestuursleden gekozen. Er werd ook een jeugdcommissie gevormd, die bestaat uit de heren G. Pater, H. Robbertsen, G. Methorst, H. v. Hunen en T. Meerveld. De elftalcommissie werd ook uitgebreid tot 5 personen naast de heren N. v. Beek, D. Stomp- houst en H. de Jong werden B. v. Beek en E. v. Gin kei gekozen. De re dactie van het clubblad van Advendo werd ook met 2 personen versterkt door de heren B. v. Beek en H. Bakke- nes. Tenslotte werden de heren G. Ha- zeleger en P. Post gekozen tot lid van de kascommissie. Over de training bracht voorzitter Hommes naar voren dat de training beter bezocht moet worden, vooral door de spelers van de reserve-elftallen VEENENDAAL De landbouwer J. V. deed bij de politie aangifte dat in de nacht van dinsdag op woensdag twee biggen uit een hok bij zijn woning aan de Vendelseweg waren verdwenen. Po litie en eigenaar zijn er ondanks een speurtocht nog niet achter kunnen ko men hoe de krulstaarten in de dop de benen hebben kunnen nemen. Voorlo pig wordt aangenomen dat de dieren zijn gestolen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 5