568 maal hulp op zee Het joodse bruidje verdwijnt in Nederland Een miljoen per jaar nodig Jezus aan de gesloten deur r Toeneming joods-gemengde huwelijken Hulp op afstand Techniek Actie en steun Wederzijdse dooperkenning in Oostenrijk Jaarverslag Nederlands Bijbelgenootschap v vSW Vaak is het transport van een gewonde of een zieke die eerst van een schip moet worden gehaald en daarna aan boord van De Hoop moet worden gehesen een moeilijke zaak. Hier zien wij bij een dergelijk transport de bemanning aan het werk met een rubber katrol. Voor het werk dat deze vereniging voor de zeelui doet, wat het afgelopen jaar 'n bedrag nodig van bijna 1 miljoen gulden, dat bijeen moet worden gebracht door subsidies, contributies, giften en legaten, alsmede door vaste bijdragen van de ker ken, schenkingen van stichtingen uit de „Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop". (Openb. 3 20 A) „Zie", met dit kleine woord wordt al onze aandacht gevraagd voor wat volgt. Terecht, want hier spreekt de Heere Je zus Christus en wie zal dan niet opletten! En wat daarna komt, doet ons verwon derd en verbaasd zijn. „Zie, Ik sta aan de deur". Hoe is dat mogelijk? Had deze zin in één der evangeliën gestaan, dan hadden wij het enigszins kunnen begrijpen, ofschoon ook dan het feit als zodanig een wonder was gebleven. Immers, in de evangeliën openbaart Christus Jezus Zich als de Knecht des Heeren, de Vernederde in dienstknechtgestalte. Maar hier in de Openbaring is Hij de opgestane en ver hoogde Levensvorst, de Koning der konin gen. Gezeten in de troon Gods aan Diens rechterhand. Welnu, hoe is dat nu moge lijk: de majesteitelijke Kpning, aan Wie alle macht in hemel en op aarde gegeven^ is, kloppend en roepend als een bedelaar aan de deur van het zondaarshart! In Mattheüs 7 lezen wij de opwekking van Christus: „Klopt en u zal worden opengedaan". En wij gevoelen het direct: zo hoort het. Wij behoren te kloppen. Wij moeten toegang vragen tot het Hemelpa leis. Wij behoren te wachten. Dat is ge heel en al in overeenstemming met de Hoogheid en Waardigheid van Koning Je zus. Nietwaar, de onderdaan heeft tot de Koning te komen en niet omgekeerd. En tochhier staat dat onverklaar bare: Koning Jezus komt tot de zondaar, tot Zijn onderdaan. De Hemel keert de orde der mensen om. Wie heeft de zin des Heeren gekend? Ja, waarlijk mag hier wel staan: „Zie". Dit feit moet gezien wor den. Het mag niemand onzer ontgaan. Bij duizenden lopen de mensen uit om onze Vorstin te zien wanneer zij stad of dorp bezoekt. Zouden wij ons dan niet haasten om de Koning der koningen te zien, te ontmoeten, nu Hij staat aan de deur van ons hart en klopt en roept! Hoe liefelijk is deze werkelijkheid Jezus aan de gesloten deur van ons hart, kloppend om binnengelaten te wor den. Welk een liefde en geduld en gena de! Ik deed en houd voor Hem de deur van mijn hart dicht, Hij houdt voor mij, zondaar Zijn hart open. Hij klopt. Niet één of twee keer, maar herhaaldelijk, voortdurend. Al jaren lang. Hoe oud bent u? Welpu, bedenk, dat Hij al die jaren van uw geboorte en doop af bij u aan klopt en wil binnenkomen. Hij klopt. Hij trapt niet stuk. Geen geweld. Neen, Hij klopt. Soms hard, als Zijn wet ons onze zonden doet kennen. Soms zacht, wanneer het evangeliewoord luidt: „Alzo lief heeft God de wereld (u en mij, lezer) gehad, dat hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft tot in de dood des kruises, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verder- ve, maar het eeuwige leven hebbe!" Hij klopt, door uw ziekbed, uw levenskruis, het sterfgeval in uw familie. Hij klopt door Zijn weldaad en zegening. Lezers, hoort u Hem kloppen? Hoe liefelijk! En weet u wat nu zo'n onuitsprekelijk wonder is: „De Heere Jezus is buiten de deur van ons hart gezet, doch Hij is niet weggegaan". Hij is gebleven. Hij staat er nog. En niet werkeloos. Hij klopt vol lief de, vol geduld. Al is ons hart nog zo lief deloos, wereldgelijkvormig, dood en vad sig, toch geeft de Heere het NOG niet op. Let wel: nog niet!!! Maar de tijd is kort. Het is de laatste ure! Daarom, geeft acht op die stem des Heeren en doet open de deur van uw hart, opdat de Ko ning der ere mag binnenkomen. Zodat het door genade wordt voor u als eens voor Paulus: „Ik leef, maar niet meer ik, doch Christus leeft IN mij". U wilt Hem inlaten, maar u kunt niet? De deur zit te vast. O. roept dat maar uit, van binnen uit. Laat de Roepende uw noodroep horen! Erkent Hem uw on macht en onvermogen zelf die deur te ope nen. Wat voor u onmogelijk is, is voor Hem geenszins onmogelijk. Hij spreekt als Machthebbende, en Hij is de Alvermo gende Koning. Slechts één woord van Hem en de deur breekt open. Lezers, hoort u Zijn stem? En hoort Hij uw stem? Weet dan dit: Hij hoort de stem der jonge raven, zou Hij dan uw stem niet horen? Uw stem die roept: „O, Heer wees mij, de zondaar, genadig. Be keer mij en ik zal bekeerd zijn!" En weet ook dit: de doden zullen horen de stem des Zoons van God en die haar gehoord (geloofd) hebben, zullen leven. O, gij do ve en hardhorende zondaar, hoor toch de klop en de roep des Heeren en open de deur van uw hart en uw ziel zal leven Stuur Hem niet zonder meer door! „Zo gij Zijn stem dan heden hoort, gelooft Zijn heil- en troostrijk woord. Verhardt u niet, maar laat u leiden''. (Ps. 95 4). Veenendaal H. Jongerden. wereld van het zeemansleven, rederijen, acties en door vergoeding van diensten die het schip onder meer verleend aan bijvoorbeeld het KNMI te Den Bilt en Radio Holland. Om de hulpverlening zo effectief mo gelijk te doen zijn, werd steeds weer gaande gehouden bij de verst van Neder land verwijderde visserij concentraties. Het gebeurde echter meermalen dat de trawlers zo verspreid visten, dat de kot ters benoorden de Waddeneilanden wer den opgezocht. De meeste kotters zijn weekvissers, maar als de scheepsarts je 's woendags van een hevige kiespijn af helpt, ben je als kottervisser zeer dank baar dat je niet hoeft pijn te lijden tot je boot vrijdags thuisvaart. De weerprofeten werden door de stuur lieden en de radio-officier blij gemaakt met 1223 scheepsweerrapporten die meestal binnen vijf minuten na de waar neming op zee, in De Bilt radiotelefo- nisch binnenkwamen. Via de weersvoor spelling profiteert heel Nederland daar van mee! In totaal vroeg 568 maal een schip om hulp. In 290 gevallen kon, mede in ver band met de grote afstand, met advies via de scheepsradio worden volstaan. De 278 schepen waar de rubberboot van „De Hoop" met dokter, dominee of monteur langszij kwam, waren afkomstig uit: Scheveningen 125, Katwijk 59, Vlaardin- gen 59, Urk 8, IJmuiden 5 en uit Zwart sluis, Den Helder, Texel en Rotterdam elk één; Embden 12, Glückstadt 2 en uit Skageri, Boulogne en Leer elk één. Per hulpverlening komen vaak diverse diensten in het geweer. Zo kan het voor komen dat de technische dienst een lek ke watertank repareert en 10.000 liter drinkwater overpompt. Ondertussen zijn de stuurman en het jongmaatje bij de dokter in het scheepshospitaal. De stuur man met een zwerende duim, maar het jongmaatje moet misschien in het hospi taal worden opgenomen. De schipper heeft op de brug van zijn schip een apart je met de radiomonteur over het groene klokje van het Decca-apparaat. En na tuurlijk heeft in zo'n geval de scheeps predikant dan ook zijn kans schoon ge zien om mee „over te gaan, „lees" uit te delen en in de mess, als de mannen een bak koffie drinken, een goed woord te spreken. Als dan de schroeven de beide schepen weer van elkaar wegmalen, is iedereen voldaan; zowel zij die hulp ont vingen, als zij die het gaven. Want het is fijn werk! Dit jaar werden 140 kerkdiensten en avondwijdingen uitgezonden, waarop 970 schippers via de radio bericht van goede ontvangst gaven en ca. 2000 vissers, pa tiënten en eigen bemanningsleden de diensten in de kerkzaal zelf bijwoonden. De predikanten gingen 60 maal op scheepshuisbezoek. Dit cijfer zegt niet alles, want bijv. ds. F. Slomp die door zijn leeftijd wat opzag tegen het enteren van vissersschepen in volle zee, is zo be kend dat zij hem zelf wel kwamen op zoeken. Zo kon hij velen tot zegen zijn, zonder het schip te verlaten. De medische dienst bestreed met veel elan nierstenen, zette gebroken ledema ten, nam patiënten met hersenschudding op en diende infuus vocht toe na maag bloeding. In totaal 173 patiënten, waar van 48 liggende. In 94 gevallen bracht advies via de radio al uitkomst. 25 zie ken werden aan de wal gebracht: soms gewoon omdat het schip de drie weken erop had zitten, maar ook wel omdat een uitgebreidere behandeling noodzake lijk was. De technische dienst verrichtte in de bankwerkerij of ter plaatse 41 repara ties en gaf elf maal advies in technische kwesties. Als door de langere visreizen brandstof of water opraken, springt „De Hoop" bij. Dit jaar werd aan 16 schepen in totaal 198 ton gasolie in volle zee overgepompt en aan 28 anderen 171.000 liter drinkwater. De radiotechnische dienst herstelde 130 dienstweigerende apparaten. Voor de elektrotechnicus vaak eenvoudig werk: met behulp van schema's ergens een buis, transistor of weerstand vervangen, maar voor de mensen wier werk er op zee van afhankelijk is, een uitkomst. De monteur putte daarbij uit de voorraad reservesets en onderdelen, door de fa brieken aan boord geplaatst. Juist de laatste reis profiteerden nog twee Urker- kotters van de kikvorsactiviteiten van de radiotelegrafist. Ondanks een zeewater temperatuur van 9 graden Celsius be vrijdde hij de schroeven van nylondraad, staalkabel en stukken net. Voor het secretariaat was het afgelo pen jaar het jaar van de grammofoon plaat „De Kerk op Zee". Mede door een grote schare vrijwilligers (sters) werden meer dan 6000 platen verkocht. Uit de netto opbrengst kon reeds een moderne motorsloep worden aangeschaft, waar mee de kerkgangers voortaan droog en geriefelijker naar en van boord gebracht kunnen worden. Een ieder die de Vereniging wil steu nen met contributie of een gift kan dit doen op gironummer 50375. Het devies: Hulpverlening in de ruimste zin des woords aan zeelie den van elke nationaliteit en ge loofsovertuigingdat de Vereni ging Hospitaal-kerkschip De Hoop voor haar werk op zee heeft geko zen is ook nu nog altijd actueel. In het achter ons liggende jaar werd het hospitaal-kerkschip De Hoop 568 maal te hulp geroepen bij ongevallen of ziekte op sche pen, waarnaast nog een groot aan tal keren geestelijke bijstand moest worden verleend. Een kerkdienst aan boord van het hos pitaalkerkschip De Hoop wordt heel vaak bezocht door gelovigen van verschil lende richtingen die zich gemeenschappe lijk bezinnen op het woord van God. Op deze archiefplaat uit 1966 is het dominee De Kleer die een dienst leidt. Dominee C. v. d. Week aan boord van het hospitaal-kerkschip De Hoop be zoekt een van de daar opgenomen jeug dige patiënten. i" mm m Wenen, 28 mei 1969 (KNP). De Katho lieke en Lutherse Kerk in Oostenrijk heb ben besloten tot wederzijdse dooperken ning. Zij volgen hiermee het voorbeeld van de Katholieke Kerk en de Lutherse Kerk in Nederland, die vorig jaar reeds deze overeenkomst sloten. De overeenkomst werd in Wenen on dertekend door mgr. J. Weinbacher, se cretaris van de Oostenrijkse Bisschoppen conferentie, en de Lutherse bisschop Os kar Sakrausky. Hierin wordt bepaald, dat bij overgang naar/van de Katholieke en Lutherse Kerken geen herdoop meer ver eist zal zijn. Indien er twijfel bestaat over de geldigheid van de toegediende doop, dan zullen de betrokken bedienaren met elkaar overleg plegen. (Katholiek Ned. Persbureau). De totale produktie van bijbels en bij belboeken door het Nederlands Bijbelge nootschap heeft in 1968 320.5Q0 exempla ren bedragen. Er werden totaal 417.240 (313.358 in 1967) voor f 2.080.943 (in 1967 f 1.655.972) verspreid, aldus het NBG- jaarverslag. Men hoopt dat de nieuwe In donesische bijbelvertaling in 1970 voltooid zal zijn. Aan het wereldbudget van de Wereldbond van Bijbelgenootschappen ten behoeve van die gebieden waar het natio nale bijbelgenootschap hulp nodig heeft van het buitenland heeft het NBG in 1968 f 442.700 bijgedragen en voor 1969 f 551.750 toegezegd. Het Indonesische bijbelgenoot schap verzocht assistentie voor zijn druk kerij en de produktieleider van het NBG zal als adviseur, namens de wereldbond, gedurende twee jaar assistentie gaan ver lenen, en in de loop van dit jaar naar In donesië vertrekken. DOOR M. KOPUIT Het is een gemeenplaats geworden, een cliché, te stellen dat de wereld kleiner wordt, dat alles dichterbij komt Apeldoorn ligt nog even ver van Almelo verwijderd als een eeuw geleden. Toch wordt het betoogd, allerwegen, van het kleiner worden van de wereld, het voortdurend naar elkaar toegroeien. Luchtvaartlijnen omspannen de gehele aardbol. Het is van Amsterdam uit maar zes en een half uur vliegen naar het andere werelddeel Azië, waain Israël ligt, Het is maar acht en een half uur vlie gen naar die metropool New York. Zelfs maar 17% uur naar Tokio, de meest bevolk te stad, waarvan zoveel eeuwen alleen al het begrip geisha zinneprikkelend werkte totdat de wereld kleiner werd en men gewaar werd dat een geisha niet was wat men dacht. Niet alleen op onze planeet wordt de wereld kleiner. Het cliché is binnenkort ook van toepassing op het heelal. Nog een paar weken en er wordt een landing op de maan uigevoerd. Nog een paar jaar en het zal wellicht mogelijk zijn een ITE-reis, naar de Zee der Vruchtbaarheid op de maan te bestellen. De wereld wordt kleiner, het heelal komt dichterbij. Maar dat ene joodse meisje in Hilversum is er nauwelijks mee gebaat. Zij zal het spannend vinden. Dat wel. Maar waar haalt zij haar gooser, haar bruidegom, vandaan die met haar onder de choepa, de huwelijksbaldakijn zal staan. En terwijl hij haar de gladde ring om de vinger schuift in het He breeuws zegt: „Nu wordt gij mij tot echt genote, geheiligd door deze ring volgens de wet van Mozes en Israël". Want dat meisje in Hilversum kent die enige Jood se jongen niet die in Haarlem woont. Wat is die ene joodse jongen in Emmen er mee geholpen, dat de reis naar de maan wordt verwezenlijkt als de twee joodse meisjes die in de Betuwe wonen zijn liefde niet kunnen opwekken en daar om geen van haar zijn kalle, zijn bruid kunnen worden. De kans is klein dat hij een joodse vrouw in Nederland trouwt voor wie hij het in het Aramees gestelde ketoeba, huwelijkscontract, moet tekenen waarin staat: „«Vees mijn vrouw volgens de wet van Mozes en Israël. Ik zeg u toe, dat ik u zal dienen en eren en onderhou den, zoals joodse mannen moeten doen, die hun vrouwen dienen en eren en onderhouden in eerlijke trouw". Er wonen niet veel Joodse jongeren meer in Nederland. Bij een herberekening van het in 1960 uitgebrachte rapport over de demografie van de joodse gemeenschap in Nederland blijkt dat thans reeds in Ne derland ten hoogste 1720 joodse jongens wonen in de leeftijdsgroep van 20-30 jaar. Althans indien sinds 1954, het jaar waarin het onderzoek is verricht, geen sterfte of emigratie zou hebben plaats gevonden. Nog minder meisjes van 20-30 jaar zou den in Nederland verblijven. Het zou den er bij een gelijke herberekening 1597 zijn. Opnieuw als geen sterfte of vertrek zou zijn voorgekomen. Het is onaanneme lijk. Even onaannemelijk is het, dat door toevloed van buiten deze joodse leeftijds groep is toegenomen. Het beleid van de Nederlandse regering heeft dat belet. Het aantal van de net even driedui zend joodse jongens en meisjes is eerder verminderd dan toegenomen. De keus voor een huwelijkspartner is derhalve ge ring, daarbij nog in aanmerking genomen dat deze 3000 over geheel Nederland verspreid wonen. Weliswaar worden op ge zette tijden hiei en daar in het land feest avonden gegeven en is er zo eenmaal per jaar een jongerenweekend, in het bijzon der voor die leeftijdsgroep, dat neemt niet weg, dat op het terrein van de kennisma king van joodse jongeren de wereld bepaald niet kleiner is geworden. Zelfs heeft joods Nederland dat wat al tijd het dieptepunt van joods leven, is ge noemd, Scandinavië, ingehaald. Daar is het gemengde huwelijk van ruim vijftig pet. tot vijfendertig pet. teruggelopen, in Ne derland is het gestegen tot ten minste 55 pet. Het joodse bruidje wordt schaars. In de joodse wereld is het gemengde hu welijk immer als een gevaar beschouwd, mag het in de niet-joodse wereld een teke van ruimdenkendheid zijn, dat de grenzen tussen protestants, in welke denominatie dan ook, en rooms-katholiek wegvallen, ge heel anders is dat met een gemengd hu welijk tussen een joodse en ndet-joodst partner. In het eerste geval blijft men wo nen in een christelijke samenleving en blijft men en zijn kinderen christen. Bij een joods gemengd huwelijk, nog afgezien van de bezwaren uit godsdienstig standpunt, ondergraaft men het voortbe staan als volk. Het gemengde huwelijk is een oplossing van het joodse vraagstuk. Een oplossing echter die op verdwijning van het joodse volk is gebaseerd. Het zal over een generatie duidelijk merkbaar worden. Want is de huwelijksmarkt nu reeds klein, over een generatie zal zij nog een fractie van thans bedragen. Volgens gegevens van de opperrabinater zijn in 1967 vijfenvijftig huwelijken vol trokken. De meeste vonden in het opper rabinaat Amsterdam plaats. In Amster dam werden 16 huwelijken bevestigd. Het is een aantal dat op de voet werd gevolgd door het opperrabinaat Utrecht, een res sort dat met uitzondering van de provin cie Zuid-Holland en Amsterdam geheel Nederland beslaat. In de joodse gemeenten in dat uitgestrekte ressort werden 13 huwe lijken gesloten. Een belangrijk aantal min der vond in het opperrabinaat Den Haag plaats, waar 7 huwelijken volgens de joodse wet werden bekrachtigd. In Rotter dam was dat maar bij vier het geval en bij de Portugees Israëlitische gemeente te Amsterdam bij drie. In totaal werden volgens de joodse wet bij gemeenten van het orthodoxe joden dom 43 huwelijken gesloten. Bij de libe raal-joodse gemeenten was dat bij 12 het geval, zodat in 1967 in het geheel 55 huwe lijken werden voltrokken, waarbij uiter aard 110 joodse partners waren gemoeid. Het spreekt vanzelf, dat de joodse ge meenten geen cijfers hebben over de ge mengde huwelijken. Dat echter heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek in Den Haag wel. Er moet echter rekening mee worden gehouden, dat het CBS al leen die cijfers verwerkt van degenen die bij de burgerlijke gemeente waar hun hu welijk wordt gesloten opgeven de joodse godsdienst te belijden. Het is daarom merkwaardig, dat, hoewel 55 huwelijken volgens de joodse wet werden gesloten, er maar 39 echtparen waren die aan de bur gerlijke gemeente opgaven Jood te zijn. Dat wil derhalve zeggen, dat bij 16 hu welijken met twee joodse partners door hen werd vermeld geen godsdienst te be zitten. Indien dit reeds het geval is bij volko men joodse huwelijken, waarvan de part ners er prijs op stellen onder de choepa, de huwelijksbaldakijn, te trouwen, dan kan als vaststaand worden aangenomen, dat bij gemengde huwelijken het aantal joodse partners dat zich niet als jood uit geeft, aanzienlijk groter is. Terwijl er volgens de joodse gemeenten 110 joodse partners in 1967 met elkaar trouwden, gaven maar 78 dit via het CBS op. Het is tekenend, dat desondanks het aantal huwelijken dat gemengd werd gesloten groter is. Lij het CBS staan voor 1967 namelijk 92 huwelijken als gemengd geboekt. Van de 170 (78 en 92) Joden die zich als Jood uitgaven en een huwelijk sloten, gaf 55 pet. te kennen dat dit een gemengd huwelijk was. Hoe de toekomst er uit zal zien is dui delijk. Volgens de joodse wet zijn alleen kinderen geboren uit een joodse moeder Joden. Bij het CBS staat genoteerd, dat van deze gemengd gehuwden het 57 echt verenigingen betrof met een joodse man en 35 met een joodse vrouw. Alleen kin deren uit deze laatste huwelijken blijven als leden van het joodse volk behoren. Aanmerkelijk meer dan de helft van de kinderen in een gemengd huwelijk uit een joodse moeder geboren, gaat echter op in de niet-joodse wereld. Is het heden en nog minder de toekomst in Nederland weinig rooskleurig in joods opzicht, dit land zegt natuurlijk weinig voor de toekomst van het joodse volk, al gaan er steeds meer stemmen op, ook gezien het percentage gemengde huwelij ken in andere landen (bijna allemaal mi nimaal 30 pet.), die waarschuwen dat de gevaren nimmer zo groot zijn geweest. Het is het slechten van de gettomuren, het wegvallen, in ieder geval aan de bui tenkant, van de verschillen tussen Jood en niet-Jood die de gemengde huwelijken in de hand werken. Er dan nog van af gezien dat in Nederland de joodse huwe lijkskeus gering is. Groot is het aantal joodse jongeren in de huwbare leeftijd dat amper joodse leef tijdgenoten kent. Op lagere school, mid delbare school, werkkring vormen zij vaak de enige joden. Dikwijls zelfs in de wijde omgeving. Het is daarom dat een aantal joodse jongens en meisjes in het buitenland naar een joodse huwelijkspartner zoeken. Een deel slaagt. Meisjes vooral in Engeland, de Verenigde Staten, België, Zwitserland. Jongens veelal in Israël. De laatste jaren is tachtig procent van de joden dat naar Israël trekt beneden de 25 jaar. Het is de positieve oplossing van het joodse vraag stuk. Het percentage joden dat in Nederland een gemengd huwelijk sluit mag daarom wel minimaal 55 zijn, het percentage jo den uit Nederland dat een gemengd hu welijk sluit is lager, omdat Nederlandse joodse jongeren die in het buitenland in het huwelijk treden in Nederland niet in cijfers worden gevangen. Dat neemt niet weg dat 55 pet. een alarmerend percenta ge is. Alarmerend vooral ook omdat het in de loop der jaren zal toenemen in een ge meenschap die wat zielen betreft toch nog altijd om de 24.000 schommelt. De jonge ren daaruit verdwijnen steeds meer. D« werels wordt kleiner, alles komt dichter bij. Het joodse bruidje wordt in Neder land echter steeds schaarser

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 17