Uitoefenen van
gezag: liever
overleggen dan uit één punt decreteren
Taal en ondoorzichtigheid van curie-systeem
maken communicatie met Rome soms moeilijk
Creatie -
Recreatie
IN (BEHOEDZAAM) GESPREK MET
BERNARDUS KARDINAAL ALFRINK
OECUMENE
KA THECHISMUS
DEM OCR A TIE
HUMANAE VITAE
CELIBAAT
COLLEGIALITEIT
THEOLOGEN
VERTROUWELIJK
REFORMATIE
GEVANGENE?
CONCILIE
De dommee is
een verliespost
TER OJAESypENKING
Bcrnardus kardinaal Alfrink is ren
behoedzaam man en hij moet dat
ook wel zijn. Want zijn ambt, hoog
ste gezagsdrager van de roomskatlio
lieke kerk in Nederland, is verre van
benijdenswaardig, omdat juist Ne
derland voorop schijnt te lopen in de
stormachtige vernieuwingsbeweging
In de kerk van Rome die door wijlen
Paus Johannes XXIII is ingeluid.
Zaken en gewoonten die vroeger be
langrijk schenen hebben hun impor
tantie verloren of worden in dik
wijls heftige discussies opnieuw up
hun waarde getoest. Daarbij komen
voor- en tegenstanders - conserva
tieven fn progressieven zo men wil -
tegenover elkaar te staan en wat is
logischer dan dat elk van die groepe
ringen probeert de kardinaal, hoog
ste gezagsdrager, aan hun kant te
krijgen?
Dat is niet gemakkelijk want
nogmaals kardinaal Alfrink is een
behoedzaam man. Gezeten op een
gemakkelijke hoekbank in de grote
kamer op de eerste verdieping van
zijn ambtswoning aan de Utrechtse
Maliebaan formuleert hij uiterst
zorgvuldig zijn antwoorden op de
hem gestelde vragen. Zjjn precisie
verraadt de vroegere hoogleraar: vin
1945 tot 1951 doceerde hjj bijbelse
exegese en Hebreeuws aan de univer
siteit in Nijmegen. En de voorzichtig
heid van zijn antwoorden is ken
merkend voor zijn huidige ambt:
aartsbisschop van Utrecht, in I960
door paus Johannes tot kardinaal se-
creëerd. Een ambt dat alle wijsheid
vraagt van de nu 69>-jarige prelaat
(vandaag is hij jarig).
Een conclusie uit dit gesprek? Ne
derland (en niet alleen rooms-katho-
liek Nederland) mag blij zjjn met de
ze kardinaal. En zo denkt men er in
het buitenland ook over want een
uniek gebeuren als het Nederlandse
Pastoraal Concilie wekt er bewon
dering, zelfs afgunst.
Op de Hervormde synode in Driebergen
is onlangs een discussie gevoerd over een
brief, die de verhouding tot de roomskatho-
lieke kerk tot onderwerp had. Wat is uw me
ning over deze brief?
Ik dacht dat we van een zeer verheugend
verschijnsel zouden kunnen spreken. Zeker
wanneer men deze brief zoals van de Sy
node uit zelf trouwens gezegd is verge
lijkt met datgene wat een aantal jaren gele
den van die zijde gepubliceerd is. Het is ver
heugend dat dit mogelijk is. Het is ook heel
begrijpelijk dat dit mogelijk is. Evenzo is het
begrijpelijk dat op de Synode weer bepaalde
geluiden gehoord zijn, dit toch weer niet in
die vriendelijke sfeer lagen. Maar ik dacht
dat we met de brief heel gelukkig kunnen
zijn.
In de brief staat o.a. dat nu de overtui
ging baan heeft gebroken dat wij als kerken
bij elkaar horen.
Ja, men zal er dit mee hebben willen
aangeven, lijkt mij, dat men tevoren al te
veel gelet heeft op datgene wat de kerken
van elkaar gescheiden hield, terwijl we in
de laatste decennia geleerd hebben, dat we
allen christen willen zijn. dat we allen gelo
ven in dezelfde Heer. Dit zijn banden die
ons dicht bij elkaar brengen.
Aan de andere kant kunnen we dat ge
scheiden zijn ook weer niet ontkennen en
verdoezelen.
De paus heeft onlangs in Genève gezegd
dat de tijd nog niet rijp is voor toetreding van
de roomskatholieke kerk tot de Wereldraad
van kerken. Betekent dit eigenlijk niet het
tegenhouden van een ontwikkeling die velé
christenen juist zo verheugend vonden?
Ik geloof niet dat we dat zo moeten zien.
Het kan misschien die schijn hebben, maar
aan de andere kant gaan er van meer zijden
stemmen op, waarin ook de bezwaren van een
eventueel toetreden van de katholieke ge
meenschap tot de Wereldraad van kerken
naar voren worden gebracht. Men vreest
namelijk wel eens dat het toetreden van een
zo groot lichaam als de katholieke kerk een
last zou leggen op de Raad van kerken. Zo
dat het misschien toch beter is te wachten
tot binnen de Raad van kerken alle proble
men opgelost zijn voordat de katholieke kerk
toetreedt en men vruchtbaar zal kunnen sa
menwerken.
Dat neemt niet eg dat op een lager ni
veau al voortdurend contacten zijn tussen
katholieke gemeenschappen en plaatselijke,
regionale, zelfs landelijke Raden van Kerken
Er zijn de laatste jaren nog al eens strub
belingen geweest 'ussen het Vaticaan en de
Nederlandse Kerkprovincie, o.a. de kwestie
van de Nieuwe Katheehismus Zijn deze te
wijten aan communicatiestoornissen of be
staat er een verschil in gezagsopvatting lus
ten de Romeinse bestuursinstanties en het
NJederlandse episcopaat?
Het is misschien van beide iets, zou men
kunnen zeggen. Enerzijds is de communica
tie misschien wat moeilijk doordat wij een
zeer klein taalgebied vertegenwoordigen. Van
daar dat alles vertaald moet worden, wat
uiteraard een handicap is.
Daar komt bij aat de internationale pers
de laatste jaren heel veel aandacht heeft ge
had voor, laat ik zeggen, de randverschijnse
len van het Nederlandse katholicisme. Mis
schien zelfs voor min of meer extreme zaken.
Daardoor is hier en daar een beeld van ka
tholiek Nederland ontstaan dat niet helemaal
in overeenstemming is met dc werkelijkheid
Men spreekt wel eens van een karikatuur.
Aan de andere kant speelt hier misschier
mee, niet zozeer een verschil in gezagsopvat
ting dan wel een verschil van opinie over de
manier waarop gezag uitgeoefend zou moe
ten worden.
Het is algemeen bekend dat sinds hei Eer
ste Vaticaanse Concilie de centralisatie in de
kerk een bijzonder grote rol heeft gespeeld,
terwijl na het Tweede Vaticaanse Concilie er
meer een neiging bestaat tot decentralisatie.
In plaats van een uitoefening van gezag bij
wijze van decreteren, een gezagsuitoefening
door middel van een dialoog.
Er is evenzo na het tweede Vaticaanse
Concilie een opvatting van gezagsuitoefening
ontstaan die rekening houdt met het subsi
diariteitsbeginsel, d.w.z. dat niet alles van
één punt uit geregeld moet worden, maar dat
je aan de lokale autoriteiten wat meer mo
gelijkheden zou kunnen geven om naar de
eigen omstandigheden waarin men leeft be
paalde zaken te regelen.
Kardinaal Suenens heeft zich enkele we
ken geleden uitgesproken tegen het huidige
systeem van dc pauskeuze. Hij heeft dit laat
ste ondemocratisch genoemd. Bent u het met
kardinaal Suenens eens?
Kardinaal Suenens heeft gezegd, dat de
keuze van de paus eigenlijk zou moeten ge
schieden door het bisschoppencollege van de
kerk. Daar kan ik het theologisch mee eens
Is de totstandkoming van dc encycliek
„Humanae Vitae" over dc geboortenregeling
eigenlijk niet in strijd met het beginsel van
collegialiteit?
—Wanneer hier een Romeinse prelaat zat,
dan zou hij waarschijnlijk zeggen dat er geen
ander voorbeeld aan te geven is van een en
cycliek waarbij de voorbereiding zo breed
geweest is als vij deze encycliek „Humanae
Vitae". Breed in deze zin, bedoel ik, dat
deskundigen uit heel de kerk en heel de we
reld erbij betrokken zijn geweest. Dit feit
kan men niet loochenen, dit feit ligt er.
Maar aan de andere kant is het mischien
waar dat men stellen moet dat deze ency
cliek, die toch heel de kerk raakt, niet aan
het bisschoppencollege als zodanig is voor
gelegd. En men zou. dacht ik, in de kerk toch
wel vaker de wens kunnen tegenkomen dat
zaken van zoveel belang, die de hele univer
sele kerk aangaan, ook inderdaad samen
met het bisschoppencollege van heel de kerk
tot stand komen.
Heeft het resultaat van de priesteren
quête, waarbij ruim driekwart van de pries
ters zich vóór ontkoppeling van ambt en ce
libaat uitsprak, u verrast?
We moeten wel onderscheiden wat men
precies bedoelt met ontkoppeling van pries
terschap en celibaat. Het is namelijk moge
lijk dat men bedoelt dat voor de toekomst
de kerk het celibaat voor de nog te wijden
priesters niet zonder meer verplicht zou
moeten stellen, maat moet overlaten aan de
vrije keuze. Het percentage priesters dat
voor zichzelf de opheffing van het celibaat
\denst, is veel kleiner.
Als op de komende bisschoppenconferen
tie in Chur de meerderheid van de bisschop
pen zich zou uitspreken voor ontkoppeling
van ambt en celibaat, wat zal naar uw oor
deel het effect daarvan zjjn in Rome
Chur heeft geen enkele competentie om
iets te beslissen. Het kan wel een mening
vormen en een mening doorgeven, maar het
zijn. Ik geloof dat dit juist is, ofschoon ik
hierover ook wel eens vaktheologen zou wil
len horen.
Maar aan de andere kant stuit natuurlijk
het uitvoeren van een dergelijke zaak op zeer
praktische bezwaren. Het college van bis
schoppen omvat meer dan tweeduizend per
sonen. Men zou toch weer een weg moeten
vinden om dit grote college te verkleinen om
te kunnen komen tot een effectieve keuze.
Dat zou een andere weg kunnen zijn dan
het college van kardinalen. In de gedachten-
gang van kardinaal Suenens zou men bij
voorbeeld kunnen denken aan de voorzitters
van de bisschoppenconferenties. Ofwel een
college van bisschoppen dat door die lande-
delijke bisschoppenconferentie wordt geko
zen, zodat iedere bisschoppenconferentie
daarin een afgevaardigde heeft.
Aan de andere kant moet men zeggen dat
de meeste bisschoppenconferenties toch eigen
lijk al vertegenwoordigd zijn in het tegen
woordig uitgebreide college van kardinalen.
Maar welke methode men ook kiest, men
zal nooit een perfecte methodiek vinden, waar
aan geen enkel gebrek meer verbonden is.
Kardinaal Suenens heeft bij die gelegen
heid ook gezegd dat van het op het Tweede
Vaticaanse Concilie aangenomen beginsel van
collegialiteit - paus én bisschoppen vormen
samen het hoogste bestuur van de kerk -in de
praktijk niet veel terechtkomt. Onderschrijft
u dat standpunt?
Ik dacht dat we niet moesten vergeten dat
dit principe eigenlijk pas in de loop van het
Tweede Vaticaanse Concilie duidelijk naar
voren is gekomen en dat men dus in die paar
jaar niet al te veel van deze ontwikkeling
mag verwachten.
De H. Vader heeft zich overigens onmiddel
lijk hiei achter gesteld. Hij heeft na het Va
ticaanse Concilie een bisschoppensynode sa
mengeroepen. die een uitdrukking is van het
principe van collegialiteit. Er is dus wel een
zekere ontwikkeling, maar men zou misschien
kunpen stellen dat in het dagelijks bestuur
van de kerk de gedachte van de collegiali
teit nog niet zo sterk naar voren komt als
men dat zou wensen.
Bent u tevreden met de samenstelling
van de commissie van Theologen, die de theo
logische stromingen in de kerk moet gaan
beoordelen
In zover ik er over oordelen kan dacht
ik er wel tevreden mee te kunnen zijn. Maar
ik moet erbij zeggen dat ik niet alle theolo
gen die er zitting in hebben persoonlijk ken
en hen ook niet voldoende evalueren kan.
Maar ik heb toch wel de indruk dat men ge
tracht heeft alle stromingen op te nemen in
deze commissie
Was het feit dat professor Schillebceckx
niet is benoemd in deze commissie geen ver
rassing voor u? Betekent dat wellicht dat
hij „persona non grata" is bij het Vaticaan?
Ik zou het misschien iets positiever kun
nen uitdrukken en zeggen dat ik verwacht
had dat hij erin gekomen zou zijn. Maar dat
hij niet gekozen is moet men aan de andere
kant toch ook weer niet zien als zou hij per
sona non grata zijh in Rome.
Misschien heeft men hem een te gepronon
ceerde figuur gevonden die bij bepaalde an
dere theologen weerstanden zou opwekken,
waardoor het werken in zo'n commissie moei
lijker zou worden. Maar ik geloof niet dat
men hem per se niet heeft willen opnemen
vanwege zijn theologie, laat ik het zo zeggen.
Dr. Hans Küng is ook niet in deze com
missie gekozen.
Nee.
—Zou dat om dezelfde reden gebeurd zijn?
Om dezelfde reden zeker niet, dacht ik.
Want het lijkt me toch dat Schillebeeckx als
theoloog een andere trend vertegenwoordigt
dan Hans Küng. Als men aanneemt dat
Schillebeeckx een te geprononceerde figuur
is om in deze commissie opgenomen te wor
den. dan zou dat ook x'an Küng. misschien
zelfs in sterkere mate* kunnen gelden.
kan geen beslissing nemen. Het is niet com
petent. Dat wil niet zeggen dat uit de verga
dering in Chur over dit zeer complexe
vraagstuk dat nog al eens in een handom
draai opgelost wordt in de publieke opinie
niet een gemeenschappelijke opvatting
naar voren komt.
Ik ben er zeker van dat de H. Stoel er met
alle ernst kennis van zal nemen en zal over
leggen wat er verder moet gebeuren. Dat
laatste is natuurlijk heel moeilijk te zeggen
op dit ogenblik.
Een groep priesters heeft u vorige weck
een brief geschreven, waarin met klem wordt
verzocht vertegenwoordigers van de pries
ters loc te laten tot de beraadslagingen in
Chur. De priesters zijn bang dat op deze bij
eenkomst beraadslaagd zal worden over hel
pricstervraagstuk. zonder dat de direct be
langhebbenden daarin worden betrokken.
-T- Wanneer men van mij een beslissend
antwoord verwacht, is men aan het verkeer
de adres. Ik organiseer het beraad in Chur
niet.
Maar ik dacht dat deze brief niet aan mij
alleen toegestuurd is, maar aan een hele rij
bisschoppen die aan net beraad in Chur deel
nemen. En ik hoop dat men die brief ook toe
gestuurd heeft aan degenn die de leiding
hebben.
U bent het met de strekking van die
brief dus eens
Dat is een tweede vraag. Ik zou wel
wensen dat men het beraad in Chur zou be
ginnen met deze vraag aan de bisschoppen
voor te leggen. Ik zeg op dit ogenblik liever
niet wat ik precies daar op dat beraad zou
zeggen.
Eén ding zou ik wel willen zeggen, ik dacht
dat men aan de bisschoppen de mogelijkheid
zou moeten laten om in volkomen vertrou
welijk beraad te gaan. Daarmee bedoel ik
niet uit te sluiten ciat er helemaal geen con
tact zou moeten zijn tussen het bisschoppen-
beraad en de of 1 ctfendt groep priesters,
maar wanneer men de eis stelt dat men het
beraad van a tot z zou willen meemaken,
zonder de bisschoppen de gelegenheid te ge
ven zich in eigen kring te beraden, dan zou
ik enige bezwaren hebben.
In welke opzichten is naar uw oordeel
de hedendaagse beweging binnen de katho
lieke kerk te vergelijken met de moeilijkhe
den in de kerk tijdens Luther?
Ik vind het moeilijk om hier een gede
tailleerd antwoord op te geven. Je zou dan
toch meer kerkhistoricus moeten zijn dan ik
ben. Maar ik kan me voorstellen dat deze
tijd en de tijd Van de Reformatie ergens toch
een bepaalde verwantschap hebben, zonder
dat ik die in details verder zou kunnen uit
werken.
Aan de andere kant geloof ik dat er zeer
grote verschillen zijn, alleen al omdat de te
genwoordige stroming heel sterk geïnfecteerd
is. als ik het zo noemen mag, door een se
culariserende tendens en door een trend van
theologische vrijzinnigheid. Dat was in de
tijd van de Reformatie niet het geval. Want
de reformatoren waren vaak stringenter ge
lovig dan de officiële kerk.
Zou zonder paus Johannes XXIII toch zo'n
vernieuwingsbeweging in de kerk ontstaan
zijn?
Het is inderdaad zo dat door het optre
den van Johannes een bepaalde stroomver
snelling is opgetreden. Maar dat, wanneer
hij er niet geweest was, deze ontwikkeling
niet gerealiseerd /.ou zijn, kan ik me ook
weer niet voorstellen. Het zou misschien lan
ger hebben geduurd, maar het ligt min of
meer in de geest van deze tijd.
De Amsterdamse studentenpastores heb
ben indertijd paus Paulus de „gevangene
van een curiaal systeem" genoemd. Worden
de daden van de paus sterk beïnvloed door
de Curie?
Laat ik allereerst zeggen dat dit niet al
leen de vrees is van de Amsterdamse stu-
dentenpastores. U hoort hetzelfde wel vaker.
Men kan niet ontkennen dat deze indruk ge
wekt wordt. Of het in feite zo is, kan men
moeilijk gedetailleerd naar voren brengen,
omdat eigenlijk niemand weet hoe dit appa
raat, als ik het zo noemen mag, intern
werkt. Maar dat iedereen, iedere bestuurder,
wie dat ook mag zijn, in zekere mate beïn
vloed wordt door zijn onmiddellijke omge
ving, is een algemeen menselijk feit.
En dat zal men voor de paus misschien
niet behoeven te ontkennen. Of men daarmee
bedoelen kan dat hijzelf nauwelijks een eigen
visie of een eigen mening heeft, ik geloof
dat ik dat zou moeten ontkennen voorzover
ik hem vroeger persoonlijk heb gekend.
Bent u tevreden met het verloop van het
Pastoraal Concilie tot dusver?
Ik dacht te kunnen zeggen van wel. Het
hangt er natuurlijk wel van af wat men van
dit concilie heeft voorgesteld. Ik meen dat
dit Pastoraal Concilie een bepaalde gezags
uitoefening naar voren heeft gebracht, die
aansluit bij wat Wi in het begin van dit ge
sprek aangesneden hebben. Waarbij het ge
zag inderdaad in dialoogvorm met de gelovi
ge gemeenschap optreedt. Dat heeft ook in
het buitenland bijzonder veel aandacht ge
trokken en bijzonder veel waardering gevon
den, dacht ik. Met alle verschil van opvat
ting is een bepaalde band gelegd tussen de
bisschoppen en de geloofsgemeenschap.
Ik heb wel eens de indruk dat de kloven
tussen gelovige gemeenschap en hiërarchie
in andere landen groter zijn dan hier. Men
kan wel eens tegenover elkaar gesteld wor
den, maar uiteindelijk zoekt men elkaar toch
weer te vinden. Deze mentaliteit is voor een
groot deel de vrucht van het Pastoraal Con
cilie.
.Toen God op den zevenden
dag het werk voltooid had,
dat Hij gemaakt had. rustte
Hij op den zevenden dag van
al het werk, dat Hij gemaakt
had
Niet hoeven te werken is een god
delijk gevoel, zo lezen we in de nieu
we Katechismus. Velen van ons be
leven op dit ogenblik weer dit god
delijke gevoel. De vakantie is er al
of ze staat vlak voor de deur. Heer
lijk vrij zijn en blij zijn, zalig niet*
doen. De boog kan nu eenmaal niet
altijd gespannen zijn en na gedane
arbeid is het zoet rusten.
Inderdaad. Maar pas op de zeven
de dag rustte God van het werk,
dat hij scheppend tot stand ge
bracht had, pas toen Hij alles ge
zien had wat hij gemaakt had en ge
zien had, dat het zeer goed was.
De mens heeft van God de op
dracht gekregen om de wereld te be
heersen, er „heer" over te zijn, om
verantwoordelijkheid te dragen voor
hetgeen er op aarde is en gebeurt:
„Vervult de aarde en onderwerpt
haar". De ontwikkeling van de aar
de, het werken in ons leven, dat is
onze taak, daar staan wij voor.
Scheppend bezig zijn, creëren.
Maar dan slaat de schrik je om
het hart. Dan bekruipt je de angst
als je ziet hoe het met de wereld
staat, wat er van geworden is. Hoe
hebben wij gefaald, we blijken het
werk niet aan te kunnen. Mogen wij
ons, na ons inspannend bezig zijn
met de wereld, wel de tijd gunnen
om ons te ontspannen, om te re
creëren? Loopt het niet uit de hand?
Typisch is, dat het volk van Israël
pas in de ballingschap de schepping
gaat beschrijven, zoals ons overge
leverd is in de eerste hoofdstukken
van Genesis. Wat een geloof. Juist
in een tijd, dat het slecht gaat met
het volk en er keihard gewerkt zou
moeten worden om er het beste van
te maken, belijden ze dat het al het
werk is van God en dat het daar
om wel goed zit met de aarde. Uit
eindelijk is het het werk van God en
wij mensen moeten ons maar niet
te veel verbeelden en denken, dat
alles van ons afhangt. Daarom gaat
juist in deze tijd het vieren van de
Sabbath, het vrij zijn voor God, zo'n
belangrijke plaats innemen in het
leven van de Joden.
„God rustte op de zevende dag".
Hierin zit een bevrijdende boodschap.
De wereld, wat het is, waar het
naar toe moet, het is uiteindelijk een
zaak van God. En dan kan het volk
van Israël getuigen: hoe slecht het
ook ging, hoe groot de ellende ook
was, steeds weer bracht Gods mach
tige hand zijn volk redding. Een ge
lovige Jood zal het ook in de ge
schiedenis van onze dagen kunnen
aanwijzen.
De mens, ook u, lezer van deze
overweging, is geroepen om de aarde
ye onderwerpen en haar te beheer
sen, om Gods schepping voort te zet
ten. Dat betekent, dat ieder zijn werk
moet doen, daar waar hij is aange
steld en waar het van hem gevraagd
wordt. Het betekent ook, dat ieder
het heel goed moet doen, zoals het
werk van God „zeer goed was".
„God rustte op de zevende dag".
Dan mag de mens God ook hierin
navolgen, zich rust gunnen, omdat
hij weet van Gods zorg voor de
schepping, van Gods zorg voor de
mens, die rust nodig heeft om op
adem te kunnen komen, om te kun
nen herademen. Pas, als wij ons werk
zeer goed gedaan hebben, in wat
voor functie het ook is en waar het
ook is, pas dan mogen we genieten
van een welverdiende rust. Dan kan
het niet hoeven te werken ons een
goddelijk gevoel geven. Vakantie is
dan een tijd van feestelijkheid, van
iets-mee n-mens-zijn, van weten
waarom men werkt, van danken
voor wat men kreeg. Een tijd van
herademen in de atmosfeer van God.
In deze geest wens ik u allen een
fijne vakantie.
Veenendaal
Th. B. M. Escher, kapelaan.
We zullen op deze pagina niet.
dikwijls kunnen citeren uit het
ieder kwartaal verschijnend blad
..Chauffeurswereld"een uitgave
van de stichting „Les Routiers
Européens". Maar dit bericht is
toch te mooi om niet mee te ne
men.
In Amerika namelijk heeft een
grote verzekeringsmaatschappij
eens laten nagaan welke groepen
personen die een autoverzekering
hebben afgesloten, dc meeste en
roelke de minste brokken maken.
Het resultaat was verrassend,
gebleken is namelijk dat de groep
predikanten al vele jaren een aan
zienlijke verliespost vormt voor de
verzekeringsmaatschappij. De
agenten van de maatschappij kre
gen dan ook de mededeling dat
predikanten in auto's brokkema-
kers zijn, niet alleen doordat zij
blijkbaar vaak met hun gedach
ten in hoger sferen leven, maar
ook doordat zij op de meest onmo
gelijke tijdstippen langs de weg
zijn. Volledigheidshalve: de meest
voordelige klant voor de maat
schappij blijkt de politiefunctiona
ris te zijn. Die schijnen in Ameri
ka bijzonder kundig te rijden. Al
is ook hier de aantekening bij ge
maakt dat de hogere politieambte
naren hoger genoteerd staan dan
de lagere. Volgens de verzekerings
maatschappij zijn er twee oorzaken
van dit verschijnsel: de lager ge
plaatsten hebben onregelmatiger
diensten èn ze hebben een lager
salaris