Uitoefenen van gezag: liever overleggen dan uit één punt decreteren Taal en ondoorzichtigheid van curie-systeem maken communicatie met Rome soms moeilijk Creatie - Recreatie IN (BEHOEDZAAM) GESPREK MET BERNARDUS KARDINAAL ALFRINK OECUMENE KA THECHISMUS DEM OCR A TIE HUMANAE VITAE CELIBAAT COLLEGIALITEIT THEOLOGEN VERTROUWELIJK REFORMATIE GEVANGENE? CONCILIE De dommee is een verliespost TER OJAESypENKING Bcrnardus kardinaal Alfrink is ren behoedzaam man en hij moet dat ook wel zijn. Want zijn ambt, hoog ste gezagsdrager van de roomskatlio lieke kerk in Nederland, is verre van benijdenswaardig, omdat juist Ne derland voorop schijnt te lopen in de stormachtige vernieuwingsbeweging In de kerk van Rome die door wijlen Paus Johannes XXIII is ingeluid. Zaken en gewoonten die vroeger be langrijk schenen hebben hun impor tantie verloren of worden in dik wijls heftige discussies opnieuw up hun waarde getoest. Daarbij komen voor- en tegenstanders - conserva tieven fn progressieven zo men wil - tegenover elkaar te staan en wat is logischer dan dat elk van die groepe ringen probeert de kardinaal, hoog ste gezagsdrager, aan hun kant te krijgen? Dat is niet gemakkelijk want nogmaals kardinaal Alfrink is een behoedzaam man. Gezeten op een gemakkelijke hoekbank in de grote kamer op de eerste verdieping van zijn ambtswoning aan de Utrechtse Maliebaan formuleert hij uiterst zorgvuldig zijn antwoorden op de hem gestelde vragen. Zjjn precisie verraadt de vroegere hoogleraar: vin 1945 tot 1951 doceerde hjj bijbelse exegese en Hebreeuws aan de univer siteit in Nijmegen. En de voorzichtig heid van zijn antwoorden is ken merkend voor zijn huidige ambt: aartsbisschop van Utrecht, in I960 door paus Johannes tot kardinaal se- creëerd. Een ambt dat alle wijsheid vraagt van de nu 69>-jarige prelaat (vandaag is hij jarig). Een conclusie uit dit gesprek? Ne derland (en niet alleen rooms-katho- liek Nederland) mag blij zjjn met de ze kardinaal. En zo denkt men er in het buitenland ook over want een uniek gebeuren als het Nederlandse Pastoraal Concilie wekt er bewon dering, zelfs afgunst. Op de Hervormde synode in Driebergen is onlangs een discussie gevoerd over een brief, die de verhouding tot de roomskatho- lieke kerk tot onderwerp had. Wat is uw me ning over deze brief? Ik dacht dat we van een zeer verheugend verschijnsel zouden kunnen spreken. Zeker wanneer men deze brief zoals van de Sy node uit zelf trouwens gezegd is verge lijkt met datgene wat een aantal jaren gele den van die zijde gepubliceerd is. Het is ver heugend dat dit mogelijk is. Het is ook heel begrijpelijk dat dit mogelijk is. Evenzo is het begrijpelijk dat op de Synode weer bepaalde geluiden gehoord zijn, dit toch weer niet in die vriendelijke sfeer lagen. Maar ik dacht dat we met de brief heel gelukkig kunnen zijn. In de brief staat o.a. dat nu de overtui ging baan heeft gebroken dat wij als kerken bij elkaar horen. Ja, men zal er dit mee hebben willen aangeven, lijkt mij, dat men tevoren al te veel gelet heeft op datgene wat de kerken van elkaar gescheiden hield, terwijl we in de laatste decennia geleerd hebben, dat we allen christen willen zijn. dat we allen gelo ven in dezelfde Heer. Dit zijn banden die ons dicht bij elkaar brengen. Aan de andere kant kunnen we dat ge scheiden zijn ook weer niet ontkennen en verdoezelen. De paus heeft onlangs in Genève gezegd dat de tijd nog niet rijp is voor toetreding van de roomskatholieke kerk tot de Wereldraad van kerken. Betekent dit eigenlijk niet het tegenhouden van een ontwikkeling die velé christenen juist zo verheugend vonden? Ik geloof niet dat we dat zo moeten zien. Het kan misschien die schijn hebben, maar aan de andere kant gaan er van meer zijden stemmen op, waarin ook de bezwaren van een eventueel toetreden van de katholieke ge meenschap tot de Wereldraad van kerken naar voren worden gebracht. Men vreest namelijk wel eens dat het toetreden van een zo groot lichaam als de katholieke kerk een last zou leggen op de Raad van kerken. Zo dat het misschien toch beter is te wachten tot binnen de Raad van kerken alle proble men opgelost zijn voordat de katholieke kerk toetreedt en men vruchtbaar zal kunnen sa menwerken. Dat neemt niet eg dat op een lager ni veau al voortdurend contacten zijn tussen katholieke gemeenschappen en plaatselijke, regionale, zelfs landelijke Raden van Kerken Er zijn de laatste jaren nog al eens strub belingen geweest 'ussen het Vaticaan en de Nederlandse Kerkprovincie, o.a. de kwestie van de Nieuwe Katheehismus Zijn deze te wijten aan communicatiestoornissen of be staat er een verschil in gezagsopvatting lus ten de Romeinse bestuursinstanties en het NJederlandse episcopaat? Het is misschien van beide iets, zou men kunnen zeggen. Enerzijds is de communica tie misschien wat moeilijk doordat wij een zeer klein taalgebied vertegenwoordigen. Van daar dat alles vertaald moet worden, wat uiteraard een handicap is. Daar komt bij aat de internationale pers de laatste jaren heel veel aandacht heeft ge had voor, laat ik zeggen, de randverschijnse len van het Nederlandse katholicisme. Mis schien zelfs voor min of meer extreme zaken. Daardoor is hier en daar een beeld van ka tholiek Nederland ontstaan dat niet helemaal in overeenstemming is met dc werkelijkheid Men spreekt wel eens van een karikatuur. Aan de andere kant speelt hier misschier mee, niet zozeer een verschil in gezagsopvat ting dan wel een verschil van opinie over de manier waarop gezag uitgeoefend zou moe ten worden. Het is algemeen bekend dat sinds hei Eer ste Vaticaanse Concilie de centralisatie in de kerk een bijzonder grote rol heeft gespeeld, terwijl na het Tweede Vaticaanse Concilie er meer een neiging bestaat tot decentralisatie. In plaats van een uitoefening van gezag bij wijze van decreteren, een gezagsuitoefening door middel van een dialoog. Er is evenzo na het tweede Vaticaanse Concilie een opvatting van gezagsuitoefening ontstaan die rekening houdt met het subsi diariteitsbeginsel, d.w.z. dat niet alles van één punt uit geregeld moet worden, maar dat je aan de lokale autoriteiten wat meer mo gelijkheden zou kunnen geven om naar de eigen omstandigheden waarin men leeft be paalde zaken te regelen. Kardinaal Suenens heeft zich enkele we ken geleden uitgesproken tegen het huidige systeem van dc pauskeuze. Hij heeft dit laat ste ondemocratisch genoemd. Bent u het met kardinaal Suenens eens? Kardinaal Suenens heeft gezegd, dat de keuze van de paus eigenlijk zou moeten ge schieden door het bisschoppencollege van de kerk. Daar kan ik het theologisch mee eens Is de totstandkoming van dc encycliek „Humanae Vitae" over dc geboortenregeling eigenlijk niet in strijd met het beginsel van collegialiteit? —Wanneer hier een Romeinse prelaat zat, dan zou hij waarschijnlijk zeggen dat er geen ander voorbeeld aan te geven is van een en cycliek waarbij de voorbereiding zo breed geweest is als vij deze encycliek „Humanae Vitae". Breed in deze zin, bedoel ik, dat deskundigen uit heel de kerk en heel de we reld erbij betrokken zijn geweest. Dit feit kan men niet loochenen, dit feit ligt er. Maar aan de andere kant is het mischien waar dat men stellen moet dat deze ency cliek, die toch heel de kerk raakt, niet aan het bisschoppencollege als zodanig is voor gelegd. En men zou. dacht ik, in de kerk toch wel vaker de wens kunnen tegenkomen dat zaken van zoveel belang, die de hele univer sele kerk aangaan, ook inderdaad samen met het bisschoppencollege van heel de kerk tot stand komen. Heeft het resultaat van de priesteren quête, waarbij ruim driekwart van de pries ters zich vóór ontkoppeling van ambt en ce libaat uitsprak, u verrast? We moeten wel onderscheiden wat men precies bedoelt met ontkoppeling van pries terschap en celibaat. Het is namelijk moge lijk dat men bedoelt dat voor de toekomst de kerk het celibaat voor de nog te wijden priesters niet zonder meer verplicht zou moeten stellen, maat moet overlaten aan de vrije keuze. Het percentage priesters dat voor zichzelf de opheffing van het celibaat \denst, is veel kleiner. Als op de komende bisschoppenconferen tie in Chur de meerderheid van de bisschop pen zich zou uitspreken voor ontkoppeling van ambt en celibaat, wat zal naar uw oor deel het effect daarvan zjjn in Rome Chur heeft geen enkele competentie om iets te beslissen. Het kan wel een mening vormen en een mening doorgeven, maar het zijn. Ik geloof dat dit juist is, ofschoon ik hierover ook wel eens vaktheologen zou wil len horen. Maar aan de andere kant stuit natuurlijk het uitvoeren van een dergelijke zaak op zeer praktische bezwaren. Het college van bis schoppen omvat meer dan tweeduizend per sonen. Men zou toch weer een weg moeten vinden om dit grote college te verkleinen om te kunnen komen tot een effectieve keuze. Dat zou een andere weg kunnen zijn dan het college van kardinalen. In de gedachten- gang van kardinaal Suenens zou men bij voorbeeld kunnen denken aan de voorzitters van de bisschoppenconferenties. Ofwel een college van bisschoppen dat door die lande- delijke bisschoppenconferentie wordt geko zen, zodat iedere bisschoppenconferentie daarin een afgevaardigde heeft. Aan de andere kant moet men zeggen dat de meeste bisschoppenconferenties toch eigen lijk al vertegenwoordigd zijn in het tegen woordig uitgebreide college van kardinalen. Maar welke methode men ook kiest, men zal nooit een perfecte methodiek vinden, waar aan geen enkel gebrek meer verbonden is. Kardinaal Suenens heeft bij die gelegen heid ook gezegd dat van het op het Tweede Vaticaanse Concilie aangenomen beginsel van collegialiteit - paus én bisschoppen vormen samen het hoogste bestuur van de kerk -in de praktijk niet veel terechtkomt. Onderschrijft u dat standpunt? Ik dacht dat we niet moesten vergeten dat dit principe eigenlijk pas in de loop van het Tweede Vaticaanse Concilie duidelijk naar voren is gekomen en dat men dus in die paar jaar niet al te veel van deze ontwikkeling mag verwachten. De H. Vader heeft zich overigens onmiddel lijk hiei achter gesteld. Hij heeft na het Va ticaanse Concilie een bisschoppensynode sa mengeroepen. die een uitdrukking is van het principe van collegialiteit. Er is dus wel een zekere ontwikkeling, maar men zou misschien kunpen stellen dat in het dagelijks bestuur van de kerk de gedachte van de collegiali teit nog niet zo sterk naar voren komt als men dat zou wensen. Bent u tevreden met de samenstelling van de commissie van Theologen, die de theo logische stromingen in de kerk moet gaan beoordelen In zover ik er over oordelen kan dacht ik er wel tevreden mee te kunnen zijn. Maar ik moet erbij zeggen dat ik niet alle theolo gen die er zitting in hebben persoonlijk ken en hen ook niet voldoende evalueren kan. Maar ik heb toch wel de indruk dat men ge tracht heeft alle stromingen op te nemen in deze commissie Was het feit dat professor Schillebceckx niet is benoemd in deze commissie geen ver rassing voor u? Betekent dat wellicht dat hij „persona non grata" is bij het Vaticaan? Ik zou het misschien iets positiever kun nen uitdrukken en zeggen dat ik verwacht had dat hij erin gekomen zou zijn. Maar dat hij niet gekozen is moet men aan de andere kant toch ook weer niet zien als zou hij per sona non grata zijh in Rome. Misschien heeft men hem een te gepronon ceerde figuur gevonden die bij bepaalde an dere theologen weerstanden zou opwekken, waardoor het werken in zo'n commissie moei lijker zou worden. Maar ik geloof niet dat men hem per se niet heeft willen opnemen vanwege zijn theologie, laat ik het zo zeggen. Dr. Hans Küng is ook niet in deze com missie gekozen. Nee. —Zou dat om dezelfde reden gebeurd zijn? Om dezelfde reden zeker niet, dacht ik. Want het lijkt me toch dat Schillebeeckx als theoloog een andere trend vertegenwoordigt dan Hans Küng. Als men aanneemt dat Schillebeeckx een te geprononceerde figuur is om in deze commissie opgenomen te wor den. dan zou dat ook x'an Küng. misschien zelfs in sterkere mate* kunnen gelden. kan geen beslissing nemen. Het is niet com petent. Dat wil niet zeggen dat uit de verga dering in Chur over dit zeer complexe vraagstuk dat nog al eens in een handom draai opgelost wordt in de publieke opinie niet een gemeenschappelijke opvatting naar voren komt. Ik ben er zeker van dat de H. Stoel er met alle ernst kennis van zal nemen en zal over leggen wat er verder moet gebeuren. Dat laatste is natuurlijk heel moeilijk te zeggen op dit ogenblik. Een groep priesters heeft u vorige weck een brief geschreven, waarin met klem wordt verzocht vertegenwoordigers van de pries ters loc te laten tot de beraadslagingen in Chur. De priesters zijn bang dat op deze bij eenkomst beraadslaagd zal worden over hel pricstervraagstuk. zonder dat de direct be langhebbenden daarin worden betrokken. -T- Wanneer men van mij een beslissend antwoord verwacht, is men aan het verkeer de adres. Ik organiseer het beraad in Chur niet. Maar ik dacht dat deze brief niet aan mij alleen toegestuurd is, maar aan een hele rij bisschoppen die aan net beraad in Chur deel nemen. En ik hoop dat men die brief ook toe gestuurd heeft aan degenn die de leiding hebben. U bent het met de strekking van die brief dus eens Dat is een tweede vraag. Ik zou wel wensen dat men het beraad in Chur zou be ginnen met deze vraag aan de bisschoppen voor te leggen. Ik zeg op dit ogenblik liever niet wat ik precies daar op dat beraad zou zeggen. Eén ding zou ik wel willen zeggen, ik dacht dat men aan de bisschoppen de mogelijkheid zou moeten laten om in volkomen vertrou welijk beraad te gaan. Daarmee bedoel ik niet uit te sluiten ciat er helemaal geen con tact zou moeten zijn tussen het bisschoppen- beraad en de of 1 ctfendt groep priesters, maar wanneer men de eis stelt dat men het beraad van a tot z zou willen meemaken, zonder de bisschoppen de gelegenheid te ge ven zich in eigen kring te beraden, dan zou ik enige bezwaren hebben. In welke opzichten is naar uw oordeel de hedendaagse beweging binnen de katho lieke kerk te vergelijken met de moeilijkhe den in de kerk tijdens Luther? Ik vind het moeilijk om hier een gede tailleerd antwoord op te geven. Je zou dan toch meer kerkhistoricus moeten zijn dan ik ben. Maar ik kan me voorstellen dat deze tijd en de tijd Van de Reformatie ergens toch een bepaalde verwantschap hebben, zonder dat ik die in details verder zou kunnen uit werken. Aan de andere kant geloof ik dat er zeer grote verschillen zijn, alleen al omdat de te genwoordige stroming heel sterk geïnfecteerd is. als ik het zo noemen mag, door een se culariserende tendens en door een trend van theologische vrijzinnigheid. Dat was in de tijd van de Reformatie niet het geval. Want de reformatoren waren vaak stringenter ge lovig dan de officiële kerk. Zou zonder paus Johannes XXIII toch zo'n vernieuwingsbeweging in de kerk ontstaan zijn? Het is inderdaad zo dat door het optre den van Johannes een bepaalde stroomver snelling is opgetreden. Maar dat, wanneer hij er niet geweest was, deze ontwikkeling niet gerealiseerd /.ou zijn, kan ik me ook weer niet voorstellen. Het zou misschien lan ger hebben geduurd, maar het ligt min of meer in de geest van deze tijd. De Amsterdamse studentenpastores heb ben indertijd paus Paulus de „gevangene van een curiaal systeem" genoemd. Worden de daden van de paus sterk beïnvloed door de Curie? Laat ik allereerst zeggen dat dit niet al leen de vrees is van de Amsterdamse stu- dentenpastores. U hoort hetzelfde wel vaker. Men kan niet ontkennen dat deze indruk ge wekt wordt. Of het in feite zo is, kan men moeilijk gedetailleerd naar voren brengen, omdat eigenlijk niemand weet hoe dit appa raat, als ik het zo noemen mag, intern werkt. Maar dat iedereen, iedere bestuurder, wie dat ook mag zijn, in zekere mate beïn vloed wordt door zijn onmiddellijke omge ving, is een algemeen menselijk feit. En dat zal men voor de paus misschien niet behoeven te ontkennen. Of men daarmee bedoelen kan dat hijzelf nauwelijks een eigen visie of een eigen mening heeft, ik geloof dat ik dat zou moeten ontkennen voorzover ik hem vroeger persoonlijk heb gekend. Bent u tevreden met het verloop van het Pastoraal Concilie tot dusver? Ik dacht te kunnen zeggen van wel. Het hangt er natuurlijk wel van af wat men van dit concilie heeft voorgesteld. Ik meen dat dit Pastoraal Concilie een bepaalde gezags uitoefening naar voren heeft gebracht, die aansluit bij wat Wi in het begin van dit ge sprek aangesneden hebben. Waarbij het ge zag inderdaad in dialoogvorm met de gelovi ge gemeenschap optreedt. Dat heeft ook in het buitenland bijzonder veel aandacht ge trokken en bijzonder veel waardering gevon den, dacht ik. Met alle verschil van opvat ting is een bepaalde band gelegd tussen de bisschoppen en de geloofsgemeenschap. Ik heb wel eens de indruk dat de kloven tussen gelovige gemeenschap en hiërarchie in andere landen groter zijn dan hier. Men kan wel eens tegenover elkaar gesteld wor den, maar uiteindelijk zoekt men elkaar toch weer te vinden. Deze mentaliteit is voor een groot deel de vrucht van het Pastoraal Con cilie. .Toen God op den zevenden dag het werk voltooid had, dat Hij gemaakt had. rustte Hij op den zevenden dag van al het werk, dat Hij gemaakt had Niet hoeven te werken is een god delijk gevoel, zo lezen we in de nieu we Katechismus. Velen van ons be leven op dit ogenblik weer dit god delijke gevoel. De vakantie is er al of ze staat vlak voor de deur. Heer lijk vrij zijn en blij zijn, zalig niet* doen. De boog kan nu eenmaal niet altijd gespannen zijn en na gedane arbeid is het zoet rusten. Inderdaad. Maar pas op de zeven de dag rustte God van het werk, dat hij scheppend tot stand ge bracht had, pas toen Hij alles ge zien had wat hij gemaakt had en ge zien had, dat het zeer goed was. De mens heeft van God de op dracht gekregen om de wereld te be heersen, er „heer" over te zijn, om verantwoordelijkheid te dragen voor hetgeen er op aarde is en gebeurt: „Vervult de aarde en onderwerpt haar". De ontwikkeling van de aar de, het werken in ons leven, dat is onze taak, daar staan wij voor. Scheppend bezig zijn, creëren. Maar dan slaat de schrik je om het hart. Dan bekruipt je de angst als je ziet hoe het met de wereld staat, wat er van geworden is. Hoe hebben wij gefaald, we blijken het werk niet aan te kunnen. Mogen wij ons, na ons inspannend bezig zijn met de wereld, wel de tijd gunnen om ons te ontspannen, om te re creëren? Loopt het niet uit de hand? Typisch is, dat het volk van Israël pas in de ballingschap de schepping gaat beschrijven, zoals ons overge leverd is in de eerste hoofdstukken van Genesis. Wat een geloof. Juist in een tijd, dat het slecht gaat met het volk en er keihard gewerkt zou moeten worden om er het beste van te maken, belijden ze dat het al het werk is van God en dat het daar om wel goed zit met de aarde. Uit eindelijk is het het werk van God en wij mensen moeten ons maar niet te veel verbeelden en denken, dat alles van ons afhangt. Daarom gaat juist in deze tijd het vieren van de Sabbath, het vrij zijn voor God, zo'n belangrijke plaats innemen in het leven van de Joden. „God rustte op de zevende dag". Hierin zit een bevrijdende boodschap. De wereld, wat het is, waar het naar toe moet, het is uiteindelijk een zaak van God. En dan kan het volk van Israël getuigen: hoe slecht het ook ging, hoe groot de ellende ook was, steeds weer bracht Gods mach tige hand zijn volk redding. Een ge lovige Jood zal het ook in de ge schiedenis van onze dagen kunnen aanwijzen. De mens, ook u, lezer van deze overweging, is geroepen om de aarde ye onderwerpen en haar te beheer sen, om Gods schepping voort te zet ten. Dat betekent, dat ieder zijn werk moet doen, daar waar hij is aange steld en waar het van hem gevraagd wordt. Het betekent ook, dat ieder het heel goed moet doen, zoals het werk van God „zeer goed was". „God rustte op de zevende dag". Dan mag de mens God ook hierin navolgen, zich rust gunnen, omdat hij weet van Gods zorg voor de schepping, van Gods zorg voor de mens, die rust nodig heeft om op adem te kunnen komen, om te kun nen herademen. Pas, als wij ons werk zeer goed gedaan hebben, in wat voor functie het ook is en waar het ook is, pas dan mogen we genieten van een welverdiende rust. Dan kan het niet hoeven te werken ons een goddelijk gevoel geven. Vakantie is dan een tijd van feestelijkheid, van iets-mee n-mens-zijn, van weten waarom men werkt, van danken voor wat men kreeg. Een tijd van herademen in de atmosfeer van God. In deze geest wens ik u allen een fijne vakantie. Veenendaal Th. B. M. Escher, kapelaan. We zullen op deze pagina niet. dikwijls kunnen citeren uit het ieder kwartaal verschijnend blad ..Chauffeurswereld"een uitgave van de stichting „Les Routiers Européens". Maar dit bericht is toch te mooi om niet mee te ne men. In Amerika namelijk heeft een grote verzekeringsmaatschappij eens laten nagaan welke groepen personen die een autoverzekering hebben afgesloten, dc meeste en roelke de minste brokken maken. Het resultaat was verrassend, gebleken is namelijk dat de groep predikanten al vele jaren een aan zienlijke verliespost vormt voor de verzekeringsmaatschappij. De agenten van de maatschappij kre gen dan ook de mededeling dat predikanten in auto's brokkema- kers zijn, niet alleen doordat zij blijkbaar vaak met hun gedach ten in hoger sferen leven, maar ook doordat zij op de meest onmo gelijke tijdstippen langs de weg zijn. Volledigheidshalve: de meest voordelige klant voor de maat schappij blijkt de politiefunctiona ris te zijn. Die schijnen in Ameri ka bijzonder kundig te rijden. Al is ook hier de aantekening bij ge maakt dat de hogere politieambte naren hoger genoteerd staan dan de lagere. Volgens de verzekerings maatschappij zijn er twee oorzaken van dit verschijnsel: de lager ge plaatsten hebben onregelmatiger diensten èn ze hebben een lager salaris

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 15