AAN HET WERK OP DE MAAN De man achter James Bond VERKOOP KOELKASTEN STA GNEER T Commissaris adviseert en controleert Aldrin maakt huppelpasjes RUIM ZEVENENEENHALF UUR NA DE LANDING VAN DE LM. STAPT ASTRONAUT ARMSTRONG UIT Prof. Kreukniet over functie in naamloze vennootschap as Koffieschenkende brandstoffen- handelaar gaat boete uitzitten Voorzichtig Oefenen Maanstof yfj Televisie Zonnestraling Dromend Inspectie PRIJZEN Vergelijking Ervaring Politici I /^APE KENNEDY Het is beslist niet zeker J dat Neil Armstrong en Edwin Aldrin de eerste periode van vier uren rust op de maan slapend zullen doorbrengen. Misschien grijpt hun aankomst op de maan hen hoe nuchter zij ook mogen zijn zo aan dat zij niet op een oor willen of kun nen gaan. Trouwens voor gerieflijk slapen is de LM ook niet ingericht. Maar een van de twee astronauten kan het zich, overdwars op de vloer van de stuur hut, wat gemakkelijk maken, zij het met opge trokken knieën. Wil zijn makker dan ook uitrusten dan moet hij achterover leunend gaan zitten op de kap, die de gedeeltelijk door de vloer van de stuurhut stekende bovenkant van de opstijgingsraket afdekt. Geen enkele tocht van een bemande Apollo in dc wereldruimte is volkomen vlekkeloos geweest. Ook de tocht van Armstrong en Aldrin naar de maan zal wel probleempjes geven, in de vier etmalen, zes uren en 51 minuten tussen het vertrek van de aarde en de landing op de maan. Armstrong en Aldrin wil len daarover vermoedelijk nog wel even nakaarten nadat zij hun eerste maaltijd op de maan naar bin nen hebben gewerkt. Ach, en dan is er nog Michael Collins, die in het ruimteschip Apollo is achtergebleven en in een baan om de maan de wacht houdt. Zodra Collins na de landing van de LM een baantje rond is geweest zul len Armstrong en( Aldrin zeker proberen in radio verbinding met hem te komen. Dat contact zal slechts van korte duur kunnen zijn. Zijn Armstrong en Aldrin goed uitgerust of voor lopig uitgepraat over technische kwesties en heb ben zij alles in de LM in orde bevonden na een nauwgezette controle van alle instrumenten, dan gaan zij voor de tweede keer eten. Voor die tweede maaltijd is op hun tijdschema een vol uur uitgetrok ken. Aan het eind van dat etensuur zijn ze al zeven uur en 39 minuten op de maan. Het wordt tijd dat zij buiten een ommetje gaan maken. Zij komen in actie. Neil Armstrong steekt zich in het kalkwitte pak, waarin hij op de maan zal gaan wer ken. Het pak beschermt hem en de machine, die hij op zijn rug heeft geladen tegen inslagen van micro- meteorieten en tegen de intense zonnehitte. Die machine op zijn rug moet er voor zorgen dat hij buiten, in het luchtledige, zuivere lucht kan blijven inademen. Dat apparaat, PLSS (portable life support system, of draagbare klimaatregeling), doet buiten de LM in grote trekken hetzelfde werk als een veel grv tere machine waarop in de LM de ruimtepakken van de astronauten kunnen worden aangesloten. Armstrong opent het voorluik in de stuurhut en gaat gebukt naar buiten, met zijn rug naar de maan gekeerd. Omdat Aldrin hem een klein half uur later zal volgen legt ook hij zijn witte uitgaanspak en zijn PLSS vast klaar. Armstrong stapt op de eerste trede van het trapje dat van het bordesje voor op de LM naar beneden voert langs een van de poten van het lan dingsgestel. Met beide handen houdt hij zich vast aan de leuningen langs het trapje. Hij stapt op de tweede tre de, blijft staan en laat een hand los. Dan rukt hij aan een ring waaraan een koord is bevestigd. Er klapt rechts van de trap, schuin onder hem in het afdalingsgedeelte van de LM, een rek voor gereedschappen uit. Op hetzelfde ogenblik komt een automatische televi siecamera in werking waarvan de lens op hem is gericht. Zo krijgen honderden miljoenen men sen op aarde de gelegenheid Armstrongs afdaling langs het trapje van de LM tot op de maan mee te beleven. Zijn eerste stappen op de maan zet Armstrong heel voorzichtig. Indien hij dadelijk even krachtig zou voortstappen als op de aarde konden er gekke din gen gebeuren. Dergelijke stappen kon den dan wel eens gevaarlijke reuzen sprongen worden, omdat de zwaarte kracht op de maan maar een zesde van de aardse is. Vijf minuten neemt Armstrong de tijd om zijn spierbeweging bij de zwak kere aantrekkingskracht van de maan aan te passen. Hij verplaatst zijn ge wicht van het ene been op het andere, doet een pasje vooruit, en nog een, en draait zich voorzichtig om. Rustig be weegt hij zijn armen heen en weer. Zodra hij er zeker van is dat alles met zijn ruimtepak in orde is loopt hij langzaam terug naar de LM en gaat langs het trapje naar het uitgeklapte gereedschaprek. Vlak bij dat rek neemt Armstrong het eerste monster maanstof. Hij haalt het van de maanbodem met een schep je met uitschuifbare steel. Hij bergt het monster in een plastic-zakje in een van de zakken van zijn witte uitgaans pak. Aldrin is al die tijd bezig geweest fo to's van Armstrong te maken uit de stuurhut van de LM. Een van de glans punten van die fotoreportage zal het ogenblik zijn waarop Armstrong de Amerikaanse vlag, de Stars en Stripes, in de maanbodem plant, kort na het op scheppen van het eerste monster maan stof. Armstrong deelt zijn ervaringen per radio aan Aldrin mee. Dan, wanneer Armstrongs eerste halfuur op de maan bodem op vijf minuten na is verstreken, maakt ook Aldrin zich klaar om op de maanbodem aan de slag te gaan. Edwin Aldrins afdaling naar de maan langs het trapje van de LM moet ook voor het nageslacht worden vastgelegd, en daarom laat hij langs een transport lijntje een van de camera's, een Has- selhlad, zakken. Terwijl Aldrin zich klaar maakt om naar buiten te gaan begint Armstrong aan een korte inspectie van het maan landingsvoertuig. Hij zorgt er voor dat hij, als een vol leerde persfotograaf, zijn camera „schietklaar" heeft wanneer het voor luik opent. Ook Aldrin doet het in zijn eerste vijf minuten op de maan kalm aan. Arm strong heeft de Hasselblad dan al weer opgeborgen en is naar het gereedschap- rek gegaan om de televisiecamera er uit te nemen. Hij loopt met de camera naar een plek schuin rechts van het trapje, ongeveer tien meter van de IM. en plaatst de tv-camera daar op een drie poot. Aldrin is dan voldoende geacclima tiseerd. Hij loopt naar het gereedschap- rek en neemt er het zonnewindscherm uit. Het is een uitrolbaar scherm van aluminiumfolie dat ongeveer een uur lang op de zon gericht moet blijven. Dat scherm dient voor het verkrijgen van gegevens over de invloed van uitstra- Armstrong gebruikt een schepje aan een Jan ge steel voor het nemen van het eerste monster maanstof. Deze foto werd gemaakt tijdens een demon stratie in NASA's centrum voor bemande ruimt esp hepen nabij Houston Ift Texas. Demonstratie met zonne windvanger Neil Armstrong demonstreerde onlangs in het centrum voo> bemande uimteschepen jij Houston hoe de zonnewind - vanger moet worden opgesteld lingen van de zon aan het maanopper vlak. Aldrin prikt een uitschuifbare staaf loodrecht in de maanbodem, tussen de televisie-camera en de LM, ontrolt het scherm en bevestigt het aan de staaf. Het is even gemakkelijk als het uitrol- stof als steentjes en stenen. Naar aard se maatstaven gemeten gaat er in een monsterzak ongeveer 22,5 kg. Hij ver zegelt de zak zodra die vol is en stopt hem in een laadkistje. Aldrin loopt heen en weer. Hij be proeft de vastheid van de maanbodem en kijkt bij elke stap die hij maakt hoe diep de afdruk is van de zeer dikke zool van zijn overschoenen. Voorzichtig maakt hij huppelpasjes om na te gaan hoe goed zijn rugbepakking is beves tigd. Hij gaat in het volle brandende zonlicht staan en stapt dan terug in de schaduw die de LM op de maan werpt. En ook doet hij bukoefeningen. len van een projectiescherm in de huis kamer. Met het opstellen van de televisieca mera is Armstrong dan gereed. Hij is weer naar het gereedschaprek terugge gaan en is vlak daarbij begonnen met het volscheppen van een maanmonster- zak. In die zak schept hij zowel maan- Op aarde hebben Aldrin en andere istronauten al deze bewegingen in een fraai nagebootst maanlandschap zo vaak herhaald dat zij ze dromend kun nen doen, maar de aarde is de maan niet. Hier, op de maan toetst Aldrin de theorie aan de praktijk. Nog even, en dan weet Aldrin wel zo ongeveer hoeveel bewegingsvrijheid een astronaut op de maan heeft, in het nog al stugge pak. Lang, heel lang, geleden, beproefden op soortgelijke wijze diep zeeduikers de pakken die hen onder wa ter in het leven moesten houden en hen in staat moesten stellen diep onder de zeespiegel hun werk te doen. Aldrin heeft genoeg geoefend. Hij en Armstrong nemen elk een stereo-ca mera en beginnen aan een inspectie wandeling om de LM heen. Alles wat hun ongewoon voorkomt moeten zij in stereo fotograferen. Dat kan een brok steen zijn met een duidelijke barst erin. Het kunnen de sporen, onder en om de LM zijn van de landing. Vooral op die sporen letten zij heel goed. Is er veel koolstof uit de uitlaat gassen van de afdalingsmotor neerge slagen op het onderstel van de LM? Hoe hebben de poten van het landingsgestel gewerkt als schokbrekers? Zijn er tij dens of na de landing lekken in brand stofleidingen ontstaan? Bij het zoeken naar antwoorden op die vragen maken zij, zo nodig, stereo foto's. Bijvoorbeeld wanneer duidelijk o zien mocht zijn dat het schokbrekend effect van het landingsgestel onvoldoen de is geweest. Wanneer zij met deze inspectietocht om de LM heen klaar zijn gaat Arm strong het wat kalmer aandoen. Hij is per slot van rekening 25 minuten langer op de maanbodem dan Aldrin. Daarom moet Aldrin opdraaien voor het meeste sjouw-werk dat nu komt. Volgende keer: Het grote werk be gint. Uiteindelijk is dan ook ..de nian ach ter James Bond," de schrijver lan Fle ming, zélf onderwerp geworden van een avonturenroman; John Pearson schreef zijn levensgeschiedenis, die onder de titel „De man die James Bond uitvond" in Nederland is verschenen bij A. W. Bruna Zoon. Bijna vijhonderd bladzijden lang wor den de trouwe Bondlezers ervan over tuigd. dat het leven van Fleming in avontuurlijkheid wednig heeft onderge daan voor dat van James, al heeft hij zijn Bondverhalen allerminst als auto biografie geschreven. Veel meer heeft Fleming zijn neiging gecultiveerd, waarvan hij al blijk gaf toen hij in zijn jonge jaren correspon dent voor een groot persbureau in Mos kou was: datgene te beschrijven, waar van hij zou willen dat het gebeurde. In Moskou was hij de man, die de meest onwaarschijnlijke verhalen uit zijn duim zoog en die met een even on waarschijnlijk geacht succes zag be kroond. Later werd hij trouwens wel wat se rieuzer, met name toen hij tijdens de tweede wereldoorlog bij de inlichtingen dienst van de Britse marine werkte en daar ongemeen stoute stukken volvoer de. Wat hij toch nog aan autobiografisch materiaal heeft verwerkt, stamt uit die tijd: in zijn eerste boek, „Casino Ro yale" is daarvan het een en ander te rug te vinden. Verder laat John Pearson de man achter James Bond zien als een ruste loze levensgenieter, die er ook veel be hagen in heeft geschept dat hij in nauw contact heeft gestaan met beroemdhe den, waar hij tegen op zag: W. Somer set Maugham, Paul Gallico, Noel Co ward en Edith Sitwell bijvoorbeeld, van wie ook brieven zijn opgenomen in „De man die James Bond uitvond". OEGSTGEEST - Het was vorige week even of de heer Schmelzer c iets onoirbaars was betrapt. Samen met 21 andere leden va zijn fractie in d" Tweede Kamer bleek hij commissaris te zijn van naamloz vennootschap pen. Het was alsof er iets wei geopenbaard, waarom de heer Schmelzer en zij 21 politieke vrienden uit de KVP behoorde te blozen. Er is in de afgc lopen jaren al zoveel over com missariaten ge schreven, dat commissaris van een N.V. bijna geworden is tot 'n functionaris, die in duisternis dient te werken. Nu zijn commissarissen ook doorgaans geen mensen, di- hun bezigheden „aan het publiek weten te ver kopen". Zij lijken de publiciteit te schuwen en daarom is het gesprek met prof. dr. P. B. Kreukniet in Oegstgeest van een op luchtende openhartigheid. Prof. Kreuk niet toont niet de minste behoefte om geheimzinnig te doen. Hij is vele jaren commissaris geweest van verscheidene N.V.'s, onder meer twintig jaar van Hoogovens. Hij is ook hoogleraar in de economie, zodat hij de functie ook theoretisch kan schatten. CUTTGARTIn de meeste landen van West-Europa stagneert de verkoop van koelkasten al enige jaren. De markt raakt verzadigd. De fabrikan ten blijven vechten om de gunst van de huisvrouw. Zij werpen zich meer en meer op de produktie van andere hul- pen-in-de-huishouding: vaataf wasma chines en diepvrieskasten. „Wij mikken nu zelfs op de bouw van complete keukens", zegt de ver- koopdirecteur-buitenland van 't Bosch concern in het Zuidduitse Giengen, de heer H. Peters. Bosch is een van de grootste koel kastenfabrikanten in West-Europa. In de enorme fabriekshallen rollen niet alleen koelkasten van eigen'merk van de band, maar ook die van andere mer ken. De fabriek in Giengen heeft een enor me capaciteit, en die moet worden be nut. „Ongeveer een miljoen kasten per jaar", zegt de heer Peters voorzichtig. Hij is met het geven van cijfers over produktie en verkoop even karig als zijn collega's van de concurrentie. Siemens is een belangrijke afnemer van de Bosch-kasten (en van wasma chines die in dezelfde fabriek worden gemaakt). Beide concerns werken in deze sector bij de produktie nauw sa men. Maar ook Philips haalt een deel van zijn koelkasten uit Giengen, een ander deel komt uit de Italiaanse fa briek Ignis. „En nog vele andere mer ken komen uit deze fabriek", zegt de topman in Giengen, maar namen noemt hij niet. Volgens de neer Peters is de produk tie van koelkasten (en ook die van ve le andere huishoudelijke apparaten) veel groter dan de vraag. De fabrikan ten proberen daarom de strijd om de harde guldens van de consument te verleggen naar andere terreinen (af was- en volautomatische wasmachines, diepvrieskasten). Er zijn nog voldoen de mogelijkheden. Dit blijkt uit het volgende staatje waarin de cijfers aangeven hoeveel pro cent van de Westeuropese gezinnen zich al een bepaald apparaat heeft aange schaft. De cijfers zijn een voorzichtige schatting maar geven toch een goede indruk. kast. kast. afw.m. Frankrijk 70 2,4 51 1,2 Zwitserland 82 7,6 54 3,2 België 51 7.5 71 1,6 Oostenrijk 72 9,0 43 2,0 Zweden 87 34 46 4,5 Koel- D.pvr. Wasm. Vaat- De samenwerking tussen Bosch en andere fabrikanten staat niet op zich zelf. In Frankrijk bijvoorbeeld werken Claret en 't Amerikaanse bedrijf Thom son-Houston nauw samen. In Zweden en Denemarken zijn het Electrolux en Atlas, en in Italië hebben Zoppas en Triplex elkaar gevonden. De concerns geven vaak de voorkeur aan deze com merciële samenwerking boven een fu sie. Niet alleen de fabrikanten proberen op de markt elkaar de vliegen af te vangen, ook de handel voert een felle concurrentie. de Dit en het grote aanbod zijn oorzaak van dat de prijzen van 1, J- kasten de afgelopen jaren flink zijn ge daald. Een 100-liter koelkast van Bosch kostte in 1953 nog 790 mark, nu staat hij voor tweehonderd in de winkel. Daar komt nog bij dat koelkasten weinig onderhoud vragen. De winkelier hoeft bovendien voor sommige merken het onderhoud en de service niet uit te voeren. „De detaillisten die de advies prijs aanhouden omdat ze service moe ten geven, willen alleen maar meer verdienen (of hebben hogere kosten) dan hun collega's die hun prijzen ver lagen". zegt de heer G. B. Bouwer, di recteur van Willem van Rijn in Am sterdam, importeur van Éosch voor Ne derland. „Wij hebben een eigen service- dienst, de winkelier komt hier niet aan te pas", licht hij toe. „Een vaataf wasmachine van 990 gul den (adviesprijs) staat ergens in Am sterdam voor 790 gulden in de show room. De klant komt als hij zijn ga- rantiekaart ook krijgt niets tekort". De detailhandel heeft in Duitsland acht tot tien procent winstmarge, de groothandelh eeft in het algemeen een hogere marge (tot tien procent). De opmars van de koelkasten is voor al begonnen toen de Zaanse superkrui denier Albert Heijn (een jaar of vijf geleden) een actie begon waarbij koel kasten zeer goedkoop te krijgen waren. Al gauw volgden de postorderbedrijven, de warenhuizen, de verbruikersiparkten dit spoor. Volautomatische wasmachines en af wasmachines lenen zich minder voor een dergelijke verkoop, zegt de heer Bouwer. Hij verwacht dan ook niet dat de afzet van deze apparatuur zo storm achtig zal verlopen als die van de koel kasten. Alleen al de installatie vergt groot vakmanschap. De Nederlandse markt van koelkas ten ligt voor een belangrijk deel in han den van Bosch, Marijnen, Philips, Er- res en Zanussi. Naar schatting ligt 't marktaandeel van elk van hen tussen de vijftien en de twintig procent. Bosch dat een kwart van zijn om zet haalt uit de verkoop van huishoude lijke apparatuur mikt op de bouw van complete keukens. „De komende tien jaren zal de vraag zich helemaal in die richting verschuiven", verwach ten de topmannen van dit Duitse con cern. Om de plaats van de raad van com missarissen in het bedrijfsleven wat duidelijker te maken wagen we ons aan de kiezers, de commissarissen, het par lement, de directie- het kabinet, de be- drijfsstaf- het ambtenarenkorps. Onder het voorbehoud, dat elke ver gelijking mank gaat, kan prof. Kreuk niet zich met deze vergelijking vereni gen. Hij zegt; „De taak van de commis saris is tweeledig: hij controleert het directionele beleid en hij adviseert de directie bij het vaststellen van het be leid. „De eerste functie is vooral voor werkend: doordat de directie weet dat zij haar beleid in de raad van commis sarissen moet kunnen verdedigen, zal zij dat beleid zo verantwoord mogelijk voeren". Prof. Kreukniet schetst in enkele lij nen het ontstaan van het commissariaat: toen in het bedrijfsleven eigendom en leiding werden gescheiden, was er een verbinding tussen de eigenaars van het bedrijf (de aandeelhouders) en de lei ding van het bedrijf (de directie) no dig. - Is het juist dat er drie soorten com missarissen zu'n: de „visitekaartjes", de specialisten en de commissarissen, die zitting in de raad hebben, vanwege relaties of vanwege de historische groei van het bedrijf? „Ja dat is wel een goede indeling, al zijn „de visitekaartjes" echt niet zo dik gezaaid. Bij banken komt het nogal eens voor, dat men met een klinkende naam de gedegenheid van de bank wil onderstrepen. Overigens kunnen achter klinkende namen ook zeer bekwame mensen schuilen". Worden de commissariaten niet dik wijls verdeeld binnen een klein groep je vrienden en relaties? „Dat moet u anders formuleren. De commissariaten komen dikwijls bij een vrij beperkte groep terecht, omdat die groep nu juist de vakbekwaamheid en de relaties heeft." Zo zal men bij grote nv's doorgaans een topfiguur uit de bankwereld in de raad van commissarissen benoemen, omdat diens advies waardevol is bij grote financiële transacties" „Een ander voorbeeld: oud-ministers kunnen waardevol zijn omdat zij rela ties op regeringsniveau hebben". Wordt men rijk van commissaria ten? „Dat wordt nogal eens sterk overdre ven. In kleine en middelgrote n.v.'s brengt een commissariaat enkele dui zenden guldens per jaar op. Zelfs in de grote bedrijven blijft de beloning voor de commissaris doorgaans beneden dt kwart ton. Commissarissen zijn doorgaans mensen met een hoog inkomen. Hun in komen als commissaris vormt dan de top die niet zelden tot zeventig procent wordt belast. Er blijft dus niet zo heel veel over". PROF. DR. P. B. KREUKNIET onderwerpen die ter sprake zullen konmen. Zijn er ingrijpende beslissingen te ne men of zijn er moeilijkheden dan komen zij soms meer dan tien maal per jaar in bijzondere vergadering bij een". Worden de voorstellen van de direc tie niet doorgaans aanvaard? „Dat is bepaald niet zo. Dikwijls wor den de voorstellen gewijzigd of voor nader onderzoek aangehouden. De op- rperkingep jn de raad van commissaris sen 'hebben meefctM óftk een grote ftWïoeri op de hele bedrijfsvoering van hoog tot laag. Natuurlijk zijn er ook commissaris sen die het wel geloven,maar zij vor men zover als mijn ervaring gaat, een minderheid". Vele politici z|jn commissaris. Voert het commissariaat naar de politiek of zoekt men commissarissen onder poli tici? Prof. Kreukniet vindt het „een ver rassende vraag". Na enig overwegen besluit hij dat men wel onder politici naar commissarissen zal zoeken omdat politici doorgaans relaties hebben en hebben geleerd zaken te overzien. Over het werk van een commissaris zegt prof. Kreukniet: „De commissaris he^ft doorgaans vier maal per jaar een gewone vergadering. Hij krijgt van te voren rapporten van de directie over de We praten over de handicap die com missarissen hebben om directievoorstel len geargumenteerd te kritiseren; de directie heeft een staf van deskundigen tot haar beschikking. Kan de commissa ris zonder zo'n staf redelijk tegenspel leveren? „De meeste commissarissen zijn in een ander bedrijf lid van de directie of zij bekleden een andere topfunctie. Zij kunnen doorgaans specialistische rap porten nauwkeurig wegen. Om een goed commissaris te zijn moet men beschik ken over ervaring, relaties en een be paalde intuïtie. De factoren zijn onmisbaar en daar om zie ik persoonlijk weinig in commis sarissen die louter als vertegenwoordi ger worden benoemd." U bent dus tegen werknemers-com missarissen? „Wat ik er van heb gehoord, functio neert deze figuur niet bevredigend. Zij staan bijna altijd buiten de discussie, omdat zij het geheel moeilijk kunnen overzien. Ik ben wel voor inspraak, voor brede informatie en voor een be paald medebeslissingsrecht, maar ik geloof dat dit beter tot uiting kan ko men in een goed opgezette onderne mingsraad". HAARLEM ,De 47-jarige brand- stoffenhandelaar A. K. uit Hoofddorp, die door de economische politierechter werd veroordeeld wegens een overtre ding van de prijzcnbeschikking voor het Horecabedrijf 1969 tot een boete van 250 gulden, is van plan de vervangende straf van vijf dagen hechtenis te gaan uitzitten. K. wil met deze demonstratie de aan dacht vestigen op de weinig florissante omstandigheden van wat hij noemt de praktisch vergeten groep van naar schatting 5000 brandstoffenhandelaren, die volgens hem een beroep op de Alge mene Bijstandwet zullen moeten doen. Volgens K. laat de overheid de brandstoffenhandelaren in hun hemd staan. Omdat K.'s omzet van brandstof fen naar hij verklaarde, de laatste ja ren als gevolg van het gebruik van aardgas met 60 tot 70 pet. was terugge lopen. was hij er toe overgegaan, ook benzine en koffie te verkopen De prijs van de koffie bedroeg vorig jaar 45 cent per kopje en begin van dit jaar trok hij de prijs op tot 50 cent. Dit nu werd door een controlerende ambtenaar in strijd geacht met de prij- zenbeschikking. K. merkte ter zitting op, dat hij het 'maar moeilijk kan verkroppen, dat hij in verband met kostenstijgingen de prijs van zijn koffie niet mocht verhogen, terwijl de overheid hem anderzijds toch ook geen steun verleent, zodat hij zich in zijn oorspronkelijke beroep staande zou kunnen houden.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 9