AAN HET WERK OP DE MAAN
De man achter
James Bond
VERKOOP KOELKASTEN STA GNEER T
Commissaris
adviseert en
controleert
Aldrin
maakt
huppelpasjes
RUIM ZEVENENEENHALF UUR NA DE LANDING VAN
DE LM. STAPT ASTRONAUT ARMSTRONG UIT
Prof. Kreukniet over functie
in naamloze vennootschap
as
Koffieschenkende
brandstoffen-
handelaar
gaat boete
uitzitten
Voorzichtig
Oefenen
Maanstof
yfj
Televisie
Zonnestraling
Dromend
Inspectie
PRIJZEN
Vergelijking
Ervaring
Politici
I
/^APE KENNEDY Het is beslist niet zeker
J dat Neil Armstrong en Edwin Aldrin de eerste
periode van vier uren rust op de maan slapend
zullen doorbrengen. Misschien grijpt hun aankomst
op de maan hen hoe nuchter zij ook mogen
zijn zo aan dat zij niet op een oor willen of kun
nen gaan.
Trouwens voor gerieflijk slapen is de LM ook
niet ingericht. Maar een van de twee astronauten
kan het zich, overdwars op de vloer van de stuur
hut, wat gemakkelijk maken, zij het met opge
trokken knieën.
Wil zijn makker dan ook uitrusten dan moet hij
achterover leunend gaan zitten op de kap, die de
gedeeltelijk door de vloer van de stuurhut stekende
bovenkant van de opstijgingsraket afdekt.
Geen enkele tocht van een bemande Apollo in dc
wereldruimte is volkomen vlekkeloos geweest. Ook
de tocht van Armstrong en Aldrin naar de maan zal
wel probleempjes geven, in de vier etmalen, zes
uren en 51 minuten tussen het vertrek van de aarde
en de landing op de maan. Armstrong en Aldrin wil
len daarover vermoedelijk nog wel even nakaarten
nadat zij hun eerste maaltijd op de maan naar bin
nen hebben gewerkt.
Ach, en dan is er nog Michael Collins, die in het
ruimteschip Apollo is achtergebleven en in een baan
om de maan de wacht houdt. Zodra Collins na de
landing van de LM een baantje rond is geweest zul
len Armstrong en( Aldrin zeker proberen in radio
verbinding met hem te komen. Dat contact zal slechts
van korte duur kunnen zijn.
Zijn Armstrong en Aldrin goed uitgerust of voor
lopig uitgepraat over technische kwesties en heb
ben zij alles in de LM in orde bevonden na een
nauwgezette controle van alle instrumenten, dan
gaan zij voor de tweede keer eten. Voor die tweede
maaltijd is op hun tijdschema een vol uur uitgetrok
ken. Aan het eind van dat etensuur zijn ze al zeven
uur en 39 minuten op de maan. Het wordt tijd dat
zij buiten een ommetje gaan maken.
Zij komen in actie. Neil Armstrong steekt zich in het
kalkwitte pak, waarin hij op de maan zal gaan wer
ken. Het pak beschermt hem en de machine, die hij
op zijn rug heeft geladen tegen inslagen van micro-
meteorieten en tegen de intense zonnehitte.
Die machine op zijn rug moet er voor zorgen dat hij
buiten, in het luchtledige, zuivere lucht kan blijven
inademen. Dat apparaat, PLSS (portable life support
system, of draagbare klimaatregeling), doet buiten de
LM in grote trekken hetzelfde werk als een veel grv
tere machine waarop in de LM de ruimtepakken van
de astronauten kunnen worden aangesloten.
Armstrong opent het voorluik in de
stuurhut en gaat gebukt naar buiten,
met zijn rug naar de maan gekeerd.
Omdat Aldrin hem een klein half uur
later zal volgen legt ook hij zijn witte
uitgaanspak en zijn PLSS vast klaar.
Armstrong stapt op de eerste trede
van het trapje dat van het bordesje
voor op de LM naar beneden voert
langs een van de poten van het lan
dingsgestel. Met beide handen houdt
hij zich vast aan de leuningen langs
het trapje. Hij stapt op de tweede tre
de, blijft staan en laat een hand los.
Dan rukt hij aan een ring waaraan
een koord is bevestigd. Er klapt rechts
van de trap, schuin onder hem in het
afdalingsgedeelte van de LM, een rek
voor gereedschappen uit. Op hetzelfde
ogenblik komt een automatische televi
siecamera in werking waarvan de lens
op hem is gericht.
Zo krijgen honderden miljoenen men
sen op aarde de gelegenheid Armstrongs
afdaling langs het trapje van de LM
tot op de maan mee te beleven.
Zijn eerste stappen op de maan zet
Armstrong heel voorzichtig. Indien hij
dadelijk even krachtig zou voortstappen
als op de aarde konden er gekke din
gen gebeuren. Dergelijke stappen kon
den dan wel eens gevaarlijke reuzen
sprongen worden, omdat de zwaarte
kracht op de maan maar een zesde van
de aardse is.
Vijf minuten neemt Armstrong de
tijd om zijn spierbeweging bij de zwak
kere aantrekkingskracht van de maan
aan te passen. Hij verplaatst zijn ge
wicht van het ene been op het andere,
doet een pasje vooruit, en nog een, en
draait zich voorzichtig om. Rustig be
weegt hij zijn armen heen en weer.
Zodra hij er zeker van is dat alles
met zijn ruimtepak in orde is loopt hij
langzaam terug naar de LM en gaat
langs het trapje naar het uitgeklapte
gereedschaprek.
Vlak bij dat rek neemt Armstrong
het eerste monster maanstof. Hij haalt
het van de maanbodem met een schep
je met uitschuifbare steel. Hij bergt
het monster in een plastic-zakje in een
van de zakken van zijn witte uitgaans
pak.
Aldrin is al die tijd bezig geweest fo
to's van Armstrong te maken uit de
stuurhut van de LM. Een van de glans
punten van die fotoreportage zal het
ogenblik zijn waarop Armstrong de
Amerikaanse vlag, de Stars en Stripes,
in de maanbodem plant, kort na het op
scheppen van het eerste monster maan
stof.
Armstrong deelt zijn ervaringen per
radio aan Aldrin mee. Dan, wanneer
Armstrongs eerste halfuur op de maan
bodem op vijf minuten na is verstreken,
maakt ook Aldrin zich klaar om op de
maanbodem aan de slag te gaan.
Edwin Aldrins afdaling naar de maan
langs het trapje van de LM moet ook
voor het nageslacht worden vastgelegd,
en daarom laat hij langs een transport
lijntje een van de camera's, een Has-
selhlad, zakken.
Terwijl Aldrin zich klaar maakt om
naar buiten te gaan begint Armstrong
aan een korte inspectie van het maan
landingsvoertuig.
Hij zorgt er voor dat hij, als een vol
leerde persfotograaf, zijn camera
„schietklaar" heeft wanneer het voor
luik opent.
Ook Aldrin doet het in zijn eerste vijf
minuten op de maan kalm aan. Arm
strong heeft de Hasselblad dan al weer
opgeborgen en is naar het gereedschap-
rek gegaan om de televisiecamera er uit
te nemen. Hij loopt met de camera naar
een plek schuin rechts van het trapje,
ongeveer tien meter van de IM. en
plaatst de tv-camera daar op een drie
poot.
Aldrin is dan voldoende geacclima
tiseerd. Hij loopt naar het gereedschap-
rek en neemt er het zonnewindscherm
uit. Het is een uitrolbaar scherm van
aluminiumfolie dat ongeveer een uur
lang op de zon gericht moet blijven. Dat
scherm dient voor het verkrijgen van
gegevens over de invloed van uitstra-
Armstrong gebruikt een schepje aan een Jan ge steel voor het nemen van
het eerste monster maanstof. Deze foto werd gemaakt tijdens een demon
stratie in NASA's centrum voor bemande ruimt esp hepen nabij Houston
Ift Texas.
Demonstratie
met zonne
windvanger
Neil
Armstrong
demonstreerde
onlangs in
het centrum voo>
bemande
uimteschepen
jij Houston hoe
de zonnewind -
vanger moet
worden opgesteld
lingen van de zon aan het maanopper
vlak.
Aldrin prikt een uitschuifbare staaf
loodrecht in de maanbodem, tussen de
televisie-camera en de LM, ontrolt het
scherm en bevestigt het aan de staaf.
Het is even gemakkelijk als het uitrol-
stof als steentjes en stenen. Naar aard
se maatstaven gemeten gaat er in een
monsterzak ongeveer 22,5 kg. Hij ver
zegelt de zak zodra die vol is en stopt
hem in een laadkistje.
Aldrin loopt heen en weer. Hij be
proeft de vastheid van de maanbodem
en kijkt bij elke stap die hij maakt hoe
diep de afdruk is van de zeer dikke zool
van zijn overschoenen. Voorzichtig
maakt hij huppelpasjes om na te gaan
hoe goed zijn rugbepakking is beves
tigd. Hij gaat in het volle brandende
zonlicht staan en stapt dan terug in de
schaduw die de LM op de maan werpt.
En ook doet hij bukoefeningen.
len van een projectiescherm in de huis
kamer.
Met het opstellen van de televisieca
mera is Armstrong dan gereed. Hij is
weer naar het gereedschaprek terugge
gaan en is vlak daarbij begonnen met
het volscheppen van een maanmonster-
zak. In die zak schept hij zowel maan-
Op aarde hebben Aldrin en andere
istronauten al deze bewegingen in een
fraai nagebootst maanlandschap zo
vaak herhaald dat zij ze dromend kun
nen doen, maar de aarde is de maan
niet. Hier, op de maan toetst Aldrin de
theorie aan de praktijk.
Nog even, en dan weet Aldrin wel zo
ongeveer hoeveel bewegingsvrijheid een
astronaut op de maan heeft, in het nog
al stugge pak. Lang, heel lang, geleden,
beproefden op soortgelijke wijze diep
zeeduikers de pakken die hen onder wa
ter in het leven moesten houden en hen
in staat moesten stellen diep onder de
zeespiegel hun werk te doen.
Aldrin heeft genoeg geoefend. Hij en
Armstrong nemen elk een stereo-ca
mera en beginnen aan een inspectie
wandeling om de LM heen. Alles wat
hun ongewoon voorkomt moeten zij
in stereo fotograferen. Dat kan een
brok steen zijn met een duidelijke barst
erin. Het kunnen de sporen, onder en
om de LM zijn van de landing.
Vooral op die sporen letten zij heel
goed. Is er veel koolstof uit de uitlaat
gassen van de afdalingsmotor neerge
slagen op het onderstel van de LM? Hoe
hebben de poten van het landingsgestel
gewerkt als schokbrekers? Zijn er tij
dens of na de landing lekken in brand
stofleidingen ontstaan?
Bij het zoeken naar antwoorden op
die vragen maken zij, zo nodig, stereo
foto's. Bijvoorbeeld wanneer duidelijk
o zien mocht zijn dat het schokbrekend
effect van het landingsgestel onvoldoen
de is geweest.
Wanneer zij met deze inspectietocht
om de LM heen klaar zijn gaat Arm
strong het wat kalmer aandoen. Hij
is per slot van rekening 25 minuten
langer op de maanbodem dan Aldrin.
Daarom moet Aldrin opdraaien voor
het meeste sjouw-werk dat nu komt.
Volgende keer: Het grote werk be
gint.
Uiteindelijk is dan ook ..de nian ach
ter James Bond," de schrijver lan Fle
ming, zélf onderwerp geworden van een
avonturenroman; John Pearson schreef
zijn levensgeschiedenis, die onder de
titel „De man die James Bond uitvond"
in Nederland is verschenen bij A. W.
Bruna Zoon.
Bijna vijhonderd bladzijden lang wor
den de trouwe Bondlezers ervan over
tuigd. dat het leven van Fleming in
avontuurlijkheid wednig heeft onderge
daan voor dat van James, al heeft hij
zijn Bondverhalen allerminst als auto
biografie geschreven.
Veel meer heeft Fleming zijn neiging
gecultiveerd, waarvan hij al blijk gaf
toen hij in zijn jonge jaren correspon
dent voor een groot persbureau in Mos
kou was: datgene te beschrijven, waar
van hij zou willen dat het gebeurde.
In Moskou was hij de man, die de
meest onwaarschijnlijke verhalen uit
zijn duim zoog en die met een even on
waarschijnlijk geacht succes zag be
kroond.
Later werd hij trouwens wel wat se
rieuzer, met name toen hij tijdens de
tweede wereldoorlog bij de inlichtingen
dienst van de Britse marine werkte en
daar ongemeen stoute stukken volvoer
de. Wat hij toch nog aan autobiografisch
materiaal heeft verwerkt, stamt uit die
tijd: in zijn eerste boek, „Casino Ro
yale" is daarvan het een en ander te
rug te vinden.
Verder laat John Pearson de man
achter James Bond zien als een ruste
loze levensgenieter, die er ook veel be
hagen in heeft geschept dat hij in nauw
contact heeft gestaan met beroemdhe
den, waar hij tegen op zag: W. Somer
set Maugham, Paul Gallico, Noel Co
ward en Edith Sitwell bijvoorbeeld, van
wie ook brieven zijn opgenomen in „De
man die James Bond uitvond".
OEGSTGEEST -
Het was vorige
week even of de
heer Schmelzer c
iets onoirbaars
was betrapt.
Samen met 21
andere leden va
zijn fractie in d"
Tweede Kamer
bleek hij
commissaris te
zijn van naamloz
vennootschap
pen. Het was
alsof er iets wei
geopenbaard,
waarom de heer
Schmelzer en zij
21 politieke
vrienden uit de
KVP behoorde
te blozen.
Er is in de afgc
lopen jaren al
zoveel over com
missariaten ge
schreven, dat
commissaris van
een N.V. bijna
geworden is tot 'n
functionaris, die in
duisternis dient te
werken. Nu zijn
commissarissen
ook doorgaans
geen mensen, di-
hun bezigheden
„aan het publiek
weten te ver
kopen".
Zij lijken de publiciteit te schuwen en
daarom is het gesprek met prof. dr. P.
B. Kreukniet in Oegstgeest van een op
luchtende openhartigheid. Prof. Kreuk
niet toont niet de minste behoefte om
geheimzinnig te doen. Hij is vele jaren
commissaris geweest van verscheidene
N.V.'s, onder meer twintig jaar van
Hoogovens. Hij is ook hoogleraar in de
economie, zodat hij de functie ook
theoretisch kan schatten.
CUTTGARTIn de meeste landen van
West-Europa stagneert de verkoop
van koelkasten al enige jaren. De
markt raakt verzadigd. De fabrikan
ten blijven vechten om de gunst van
de huisvrouw. Zij werpen zich meer en
meer op de produktie van andere hul-
pen-in-de-huishouding: vaataf wasma
chines en diepvrieskasten.
„Wij mikken nu zelfs op de bouw
van complete keukens", zegt de ver-
koopdirecteur-buitenland van 't Bosch
concern in het Zuidduitse Giengen, de
heer H. Peters.
Bosch is een van de grootste koel
kastenfabrikanten in West-Europa. In
de enorme fabriekshallen rollen niet
alleen koelkasten van eigen'merk van
de band, maar ook die van andere mer
ken.
De fabriek in Giengen heeft een enor
me capaciteit, en die moet worden be
nut. „Ongeveer een miljoen kasten per
jaar", zegt de heer Peters voorzichtig.
Hij is met het geven van cijfers over
produktie en verkoop even karig als
zijn collega's van de concurrentie.
Siemens is een belangrijke afnemer
van de Bosch-kasten (en van wasma
chines die in dezelfde fabriek worden
gemaakt). Beide concerns werken in
deze sector bij de produktie nauw sa
men. Maar ook Philips haalt een deel
van zijn koelkasten uit Giengen, een
ander deel komt uit de Italiaanse fa
briek Ignis. „En nog vele andere mer
ken komen uit deze fabriek", zegt de
topman in Giengen, maar namen noemt
hij niet.
Volgens de neer Peters is de produk
tie van koelkasten (en ook die van ve
le andere huishoudelijke apparaten)
veel groter dan de vraag. De fabrikan
ten proberen daarom de strijd om de
harde guldens van de consument te
verleggen naar andere terreinen (af
was- en volautomatische wasmachines,
diepvrieskasten). Er zijn nog voldoen
de mogelijkheden.
Dit blijkt uit het volgende staatje
waarin de cijfers aangeven hoeveel pro
cent van de Westeuropese gezinnen zich
al een bepaald apparaat heeft aange
schaft. De cijfers zijn een voorzichtige
schatting maar geven toch een goede
indruk.
kast.
kast.
afw.m.
Frankrijk
70
2,4
51
1,2
Zwitserland
82
7,6
54
3,2
België
51
7.5
71
1,6
Oostenrijk
72
9,0
43
2,0
Zweden
87
34
46
4,5
Koel- D.pvr. Wasm. Vaat-
De samenwerking tussen Bosch en
andere fabrikanten staat niet op zich
zelf. In Frankrijk bijvoorbeeld werken
Claret en 't Amerikaanse bedrijf Thom
son-Houston nauw samen. In Zweden
en Denemarken zijn het Electrolux en
Atlas, en in Italië hebben Zoppas en
Triplex elkaar gevonden. De concerns
geven vaak de voorkeur aan deze com
merciële samenwerking boven een fu
sie.
Niet alleen de fabrikanten proberen
op de markt elkaar de vliegen af te
vangen, ook de handel voert een felle
concurrentie.
de
Dit en het grote aanbod zijn
oorzaak van dat de prijzen van 1, J-
kasten de afgelopen jaren flink zijn ge
daald. Een 100-liter koelkast van Bosch
kostte in 1953 nog 790 mark, nu staat
hij voor tweehonderd in de winkel.
Daar komt nog bij dat koelkasten
weinig onderhoud vragen. De winkelier
hoeft bovendien voor sommige merken
het onderhoud en de service niet uit te
voeren. „De detaillisten die de advies
prijs aanhouden omdat ze service moe
ten geven, willen alleen maar meer
verdienen (of hebben hogere kosten)
dan hun collega's die hun prijzen ver
lagen". zegt de heer G. B. Bouwer, di
recteur van Willem van Rijn in Am
sterdam, importeur van Éosch voor Ne
derland. „Wij hebben een eigen service-
dienst, de winkelier komt hier niet aan
te pas", licht hij toe.
„Een vaataf wasmachine van 990 gul
den (adviesprijs) staat ergens in Am
sterdam voor 790 gulden in de show
room. De klant komt als hij zijn ga-
rantiekaart ook krijgt niets tekort".
De detailhandel heeft in Duitsland
acht tot tien procent winstmarge, de
groothandelh eeft in het algemeen een
hogere marge (tot tien procent).
De opmars van de koelkasten is voor
al begonnen toen de Zaanse superkrui
denier Albert Heijn (een jaar of vijf
geleden) een actie begon waarbij koel
kasten zeer goedkoop te krijgen waren.
Al gauw volgden de postorderbedrijven,
de warenhuizen, de verbruikersiparkten
dit spoor.
Volautomatische wasmachines en af
wasmachines lenen zich minder voor
een dergelijke verkoop, zegt de heer
Bouwer. Hij verwacht dan ook niet dat
de afzet van deze apparatuur zo storm
achtig zal verlopen als die van de koel
kasten. Alleen al de installatie vergt
groot vakmanschap.
De Nederlandse markt van koelkas
ten ligt voor een belangrijk deel in han
den van Bosch, Marijnen, Philips, Er-
res en Zanussi. Naar schatting ligt 't
marktaandeel van elk van hen tussen
de vijftien en de twintig procent.
Bosch dat een kwart van zijn om
zet haalt uit de verkoop van huishoude
lijke apparatuur mikt op de bouw
van complete keukens. „De komende
tien jaren zal de vraag zich helemaal
in die richting verschuiven", verwach
ten de topmannen van dit Duitse con
cern.
Om de plaats van de raad van com
missarissen in het bedrijfsleven wat
duidelijker te maken wagen we ons aan
de kiezers, de commissarissen, het par
lement, de directie- het kabinet, de be-
drijfsstaf- het ambtenarenkorps.
Onder het voorbehoud, dat elke ver
gelijking mank gaat, kan prof. Kreuk
niet zich met deze vergelijking vereni
gen.
Hij zegt; „De taak van de commis
saris is tweeledig: hij controleert het
directionele beleid en hij adviseert de
directie bij het vaststellen van het be
leid.
„De eerste functie is vooral voor
werkend: doordat de directie weet dat
zij haar beleid in de raad van commis
sarissen moet kunnen verdedigen, zal
zij dat beleid zo verantwoord mogelijk
voeren".
Prof. Kreukniet schetst in enkele lij
nen het ontstaan van het commissariaat:
toen in het bedrijfsleven eigendom en
leiding werden gescheiden, was er een
verbinding tussen de eigenaars van het
bedrijf (de aandeelhouders) en de lei
ding van het bedrijf (de directie) no
dig.
- Is het juist dat er drie soorten com
missarissen zu'n: de „visitekaartjes",
de specialisten en de commissarissen,
die zitting in de raad hebben, vanwege
relaties of vanwege de historische groei
van het bedrijf?
„Ja dat is wel een goede indeling, al
zijn „de visitekaartjes" echt niet zo dik
gezaaid. Bij banken komt het nogal
eens voor, dat men met een klinkende
naam de gedegenheid van de bank wil
onderstrepen. Overigens kunnen achter
klinkende namen ook zeer bekwame
mensen schuilen".
Worden de commissariaten niet dik
wijls verdeeld binnen een klein groep
je vrienden en relaties?
„Dat moet u anders formuleren. De
commissariaten komen dikwijls bij een
vrij beperkte groep terecht, omdat die
groep nu juist de vakbekwaamheid en
de relaties heeft."
Zo zal men bij grote nv's doorgaans
een topfiguur uit de bankwereld in de
raad van commissarissen benoemen,
omdat diens advies waardevol is bij
grote financiële transacties"
„Een ander voorbeeld: oud-ministers
kunnen waardevol zijn omdat zij rela
ties op regeringsniveau hebben".
Wordt men rijk van commissaria
ten?
„Dat wordt nogal eens sterk overdre
ven. In kleine en middelgrote n.v.'s
brengt een commissariaat enkele dui
zenden guldens per jaar op. Zelfs in de
grote bedrijven blijft de beloning voor
de commissaris doorgaans beneden dt
kwart ton.
Commissarissen zijn doorgaans
mensen met een hoog inkomen. Hun in
komen als commissaris vormt dan de
top die niet zelden tot zeventig procent
wordt belast. Er blijft dus niet zo heel
veel over".
PROF. DR. P. B. KREUKNIET
onderwerpen die ter sprake zullen
konmen.
Zijn er ingrijpende beslissingen te ne
men of zijn er moeilijkheden dan komen
zij soms meer dan tien maal per
jaar in bijzondere vergadering bij
een".
Worden de voorstellen van de direc
tie niet doorgaans aanvaard?
„Dat is bepaald niet zo. Dikwijls wor
den de voorstellen gewijzigd of voor
nader onderzoek aangehouden. De op-
rperkingep jn de raad van commissaris
sen 'hebben meefctM óftk een grote ftWïoeri
op de hele bedrijfsvoering van hoog tot
laag.
Natuurlijk zijn er ook commissaris
sen die het wel geloven,maar zij vor
men zover als mijn ervaring gaat, een
minderheid".
Vele politici z|jn commissaris. Voert
het commissariaat naar de politiek of
zoekt men commissarissen onder poli
tici?
Prof. Kreukniet vindt het „een ver
rassende vraag". Na enig overwegen
besluit hij dat men wel onder politici
naar commissarissen zal zoeken omdat
politici doorgaans relaties hebben en
hebben geleerd zaken te overzien.
Over het werk van een commissaris
zegt prof. Kreukniet: „De commissaris
he^ft doorgaans vier maal per jaar een
gewone vergadering. Hij krijgt van te
voren rapporten van de directie over de
We praten over de handicap die com
missarissen hebben om directievoorstel
len geargumenteerd te kritiseren; de
directie heeft een staf van deskundigen
tot haar beschikking. Kan de commissa
ris zonder zo'n staf redelijk tegenspel
leveren?
„De meeste commissarissen zijn in
een ander bedrijf lid van de directie of
zij bekleden een andere topfunctie. Zij
kunnen doorgaans specialistische rap
porten nauwkeurig wegen. Om een goed
commissaris te zijn moet men beschik
ken over ervaring, relaties en een be
paalde intuïtie.
De factoren zijn onmisbaar en daar
om zie ik persoonlijk weinig in commis
sarissen die louter als vertegenwoordi
ger worden benoemd."
U bent dus tegen werknemers-com
missarissen?
„Wat ik er van heb gehoord, functio
neert deze figuur niet bevredigend. Zij
staan bijna altijd buiten de discussie,
omdat zij het geheel moeilijk kunnen
overzien. Ik ben wel voor inspraak,
voor brede informatie en voor een be
paald medebeslissingsrecht, maar ik
geloof dat dit beter tot uiting kan ko
men in een goed opgezette onderne
mingsraad".
HAARLEM ,De 47-jarige brand-
stoffenhandelaar A. K. uit Hoofddorp,
die door de economische politierechter
werd veroordeeld wegens een overtre
ding van de prijzcnbeschikking voor
het Horecabedrijf 1969 tot een boete van
250 gulden, is van plan de vervangende
straf van vijf dagen hechtenis te gaan
uitzitten.
K. wil met deze demonstratie de aan
dacht vestigen op de weinig florissante
omstandigheden van wat hij noemt de
praktisch vergeten groep van naar
schatting 5000 brandstoffenhandelaren,
die volgens hem een beroep op de Alge
mene Bijstandwet zullen moeten doen.
Volgens K. laat de overheid de
brandstoffenhandelaren in hun hemd
staan. Omdat K.'s omzet van brandstof
fen naar hij verklaarde, de laatste ja
ren als gevolg van het gebruik van
aardgas met 60 tot 70 pet. was terugge
lopen. was hij er toe overgegaan, ook
benzine en koffie te verkopen
De prijs van de koffie bedroeg vorig
jaar 45 cent per kopje en begin van
dit jaar trok hij de prijs op tot 50 cent.
Dit nu werd door een controlerende
ambtenaar in strijd geacht met de prij-
zenbeschikking.
K. merkte ter zitting op, dat hij het
'maar moeilijk kan verkroppen, dat hij
in verband met kostenstijgingen de prijs
van zijn koffie niet mocht verhogen,
terwijl de overheid hem anderzijds toch
ook geen steun verleent, zodat hij zich in
zijn oorspronkelijke beroep staande zou
kunnen houden.