VEEL WERD ANDERS IN DIE 60 JAAR - MAAR DE BLAREN BLEVEN De Vierdaagse, bedoeld voor de soldaat, heeft ook de burger lopen geleerd Scheveningen beleefde maar weinig plezier aan het SingingEurope"-festival Herinneringen van een die de eerste mars hielp En steeds maar weer voert Lou zijn show op. Jurering Stapleton ••Ht was opmerkelijk", zegt de heer Ber lott, „dat het militaire aspect in de nieuwe bond bleef overheersen. Het bestuur bestond voornamelijk uit officieren. De aller eerste voorzitter was kolonel W. Bischoff van Heemskerck. Foto's uit drie totaal verschillende perioden de bovenste dateert uit 1935 crisisjaren maar desondanks bloemen en vlaggen; dan links een foto van de Vierdaagse 1946, het eerste naoorlogse jaar; en rechts een foto die dateert van vorig jaar 1968 een van onze welvaarts jaren. Maar wat er sinds 1909 ook veranderd is de blaren onder de voeten zijn niet anders geworden JOH. G. L. BERLOTT sportieve mensen De 82-jarige Joh. G. L. Berlott, een Haagse uitgever in rus te, heeft in 1908 meegewerkt aan de oprichting van de Ne derlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding. Een jaar la ter hielp hij mee de eerste Vierdaagse wandelmarsen te or ganiseren. Zelf noemt hij zich nu nog „een gek ventje". In zijn hart gaat hij er prat op dat hij nog iedere week zomer en winter tweemaal gaat zwemmen, in 1910 de op hol ge slagen paarden tot rust bracht van de koets, waarmee Prins Hendrik door Den Haag reed, daarna nog enkele keren te hooi en te gras op hol geslagen paarden in bedwang kreeg, driemaal mensen van de verdrinkingsdood heeft gered en in 1967 in een Haags zwembad met een auto „voor de lol" het water in reed. Hij was toen tachtig jaar en hij leende zich voor een reddingsbrigade bereidwillig als slachtoffer. „Ik wilde die sensatie wel eens meemaken", zegt hij. /"\p 15 juli gaat in Nijmegen de 53ste Vier- daagse van start: Een jaarlijks terug kerend spektakel voor Nijmegen en de Be tuwe, waaraan duizenden binnen- en buiten landse burgers en militairen meedoen. Vooral veel militairen, „want", herinnert zich de heer Berlott, „de Vierdaagse heeft altijd een militair karakter gehad. Op één keer na zijn er altijd meer militaire dan bur gerwandelaars geweest. Ook nu nog, anno 1969. Die ene keer was in 1931, toen 1142 burgers meewandelden tegen 1120 militai ren". In feite gaat de geschiedenis van de Vier daagse terug tot 1901. Tot dat jaar kende ons land nog geen algemene persoonlijke dienstplicht. Iedereen die werd opgeroepen om de wapenrok te dragen kon ongestraft een plaatsvervanger zoeken. „Het gevolg was", zegt de heer Berlott, in die jaren sergeant, „dat ons leger voor namelijk bestond uit een stelletje minder plezierige figuren, die voor geld dienst had den genomen, maar wie het allemaal geen barst interesseerde. Ook dat had natuurlijk weer gevolgen. De sportbeoefening in het le ger van die dagen was een puinhoop". In 1901 werd de persoonlijke dienstplicht ingesteld. Plaatsvervangers maakten toen geen kans meer op een extra zakcentje. De officieren maakten er serieus werk van een bonafide groep soldaten op te leiden. „Die zelfde officieren vonden het toen hoog tijd worden de militaire sportbeoefening te ver beteren", aldus de heer Berlott. In legerkringen ging men op zoek naar sportmensen. De eerste luitenant Dudok van Heel van de Grenadiers was zü enthousiast, dat hij in één maand tijd honderd donateurs verzamelde, die de ruggesteun moesten vor men voor een op te richten Nederlandse Mi litaire Bond voor Lichamelijke Opvoeding. Ook sergeant Berlott werd om zijn mede werking gevraagd. Men was bij hem aan het goede adres, want een jaar eerder Let was toen 1908 was hij Nederlands kam pioen sabelschermen geworden en een jaar later werd hij wereldkampioen geweerschie- ten op de vrije baan. Het doel van de officieren was om in de nog op te richten bond alle militaire en bur gersportbeoefenaars onder één noemer te brengen: de bond. Een aantal grote niet-militaire sportvereni gingen weigerde echter zich in een militaire bond te verenigen. De officieren waren daar om niet zo goed, of zij moesten het woord „militair" uit de naam van de bond schrap pen. Het was nog steeds 1908. Van een Vierdaagse was toen nog geen sprake. Die kwam pas in 1909, nadat veel aangesloten verenigingen zich hadden terug getrokken, omdat zij geen nut zagen in een bond, waarin verschillende takken van sport waren verenigd. Alle specialisten trokken zich ook terug. „Voor de bond bleef toen alleen nog de wan delsport over, omdat je daar waarachtig geen specialisten voor nodig hebt", aldus de heer Berlott. Die eerste Vierdaagse was geen groots op gezette zaak. Integendeel. De mars werd ge lopen op verschillende plaatsen van het land, waar de bond afdelingen had. Er waren onge veer honderd wandelaars, onder wie enkele burgers. Volgens de heer Berlott kreeg de Vierdaag se een groeistoot, toen op 26 oktober 1909 in een Koninklijk Besluit werd afgekondigd, dat het Vierdaagse-kruis een onderscheiding voor degenen die de mars hadden uitgelopen door militairen ook in diensttijd mocht wor den gedragen. „Daar waren alle soldaten tuk op en het meelopen met de Vierdaagse werd toen een aantrekkelijke zaak", aldus de heer Berlott. In 1911 liep de 20-jarige zoon van minister Colijn als korporaal de mars mee. T^e belangstelling van „boeren, burgers en buitenlui" voor het evenement groeide ook. „Vergeet niet", aldus de heer Berlott, „dat er in die tijd nauwelijks enige zomerse re creatie was voor de goegemeente. De Vier daagse voorzag in een behoefte". In 1914 en 1915 hadden de organisatoren veel tegenslag. De Vierdaagse kon niet door gaan, omdat er oorlog was. Alle ANWB-weg- wijzers waren weggehaald. Probeer dan maar eens een vierdaagse wandelmars te organise ren. Ter compensatie werd er in 1915 een 35 kilometer lange mars in de omstreken van Den Haag gehouden. Maar in 1916 werd er weer onverdroten een Vierdaagse opgezet. De toenmalige opperbe velhebber van de Nederlandse strijdkrachten, generaal Snijders, vond dat in die spannen de dagen de marsvaardigheid van vooral mi litairen moest worden verbeterd. Tn 1922 werd Nijmegen als vaste residen tie voor de Vierdaagse uitgekozen. Dat gebeurde niet dan na lange besprekingen met het Nijmeegse gemeentebestuur. Na dat jaar zijn ook de verschillende tradities gegroeid, zoals het befaamde „blarenbal" na afloop en het inhalen van de deelnemers met bloemen. Zes jaar later was de belangstelling voor de Vierdaagse zó toegenomen dat de organisa toren er een mogelijkheid tot een soort „Hol land-promotion" in zagen. Er werden uitno digingen gestuurd naar buitenlandse militaire eenheden en sportverenigingen. Sinds die tijd voert het jaarlijkse Nijmeegse circus het woord „internationaal" in zijn naam. Het eerste jaar dat er buitenlandse wande laars naar Nederland kwamen deed zich ook prompt een incident voor. Een groep Noorse militairen die meewandelde legde hele stuk ken van het parcours in looppas af. Vier dagen lang kwamen zij als eersten door de finish. Vier dagen lang hadden de or ganisatoren de Noren ook gewaarschuwd, dat looppas niet mocht. Maar de Scandinaviërs trokken er zich niets van aan, want in het vaderland was voor hen een premie uitge loofd, wanneer zij vier maal als eersten zou den finishen. Onbarmhartig werden de Noren na de vierde marsdag door de Nederlandse organisatoren gediskwalificeerd. Het duurde tot 1967, voordat een lid van het Koninklijk Huis aan de mars meedeed: prins Claus. „Maar over het algemeen is de Vierdaagse een wandelmars voor militairen, betere ar beiders en kleine middenstanders", vindt de heer Berlott, die zelf elf maal heeft meege lopen. Degenen, die tienmaal of meer hebben mee gedaan en voor hun prestaties een gouden kruis hebben gekregen, hebben nu de Vereni ging van Gouden-Kruisdragers opgericht. Zij staan onder voorzitterschap van jhr. mr. W. Feith uit Groningen, zelf ook een niet uit te vlakken wandelaar. „Het zijn allemaal sportieve mensen", zegt de heer Berlott. „Ik geef het u te doen Vier dagen lang in marstempo en met bla ren onder je voeten kilometer na kilometer te moeten lopen". O De Van Rees-show als ploegleider Cyril Stapleton zijn voorstel heeft ingediend om op de slotavond 45 liedjes te laten zingen. SCHEVENINGEN De mare van de „roulette", een paar antie ke gebouwen en eenmaal in de week vuurwerk toe. En om twaalf uur 's avonds kun je op het Gevers Deynootplein een kogel afschieten zonder iemand te raken. Om aan dat laatste een einde te maken gooide impressario Lou van Rees (bekend van zo menige rel in lied- jesfestivallen) zich in de zorgen: hij organiseerde voor Schevenin- gen een nieuw liedjesfestival, maar dan een met de pretentie van „Singing Europe". Niets minder. Het resultaat? Nederland heeft avond aan avond bij zijn kleuren- tv zitten gapen dan wel zich zitten ergeren aan de erbarmelijk slechte vertoning en Scheveningen is er niets beter van geworden: de kogel kan om twaalf uur 's avonds nog steeds zonder gevaar voor lijf en leven worden afgevuurd! Daar zijn excuses voor - natuur lijk. „Het festival moet zijn eigen traditie nog maken", is er een van. De kans op traditievorming lijkt niet groot want de onvermijdelijke Van Rees-rellen zijn niet van de lucht geweest, zodat verscheidene landen al hebben laten weten dat ze het volgend jaar niet meer mee doen. Een ander excuus is dat de publiciteit in en rond Scheveningen (nog) niet is zoals die wezen moet, zodat buiten de Kurzaal niet te merken is dat Scheveningen er een festival-attractie bij heeft. En der de excuus is de zeer geringe capa citeit van de optredende artiesten, een zaak waar Lou van Rees over- rigens weinig aan doen kan, want hij is met geld heus niet zuinig ge weest: het feest kostte meer dan een half miljoen gulden! Deson danks is het haast ongelooflijk te zien met welke pretenties al dat volk uit vreemde landen en ook uit Nederland) op het podium en in kleur op de beeldbuis verschijnt. Zonder te blozen bovendien. Toch knap natuurlijk! Waar Van Rees wel helemaal en alleen voor verantwoordelijk is, is de jurering en gezegd mag wor den dat daar maar een bedroevend klein beetje van klopt. Bij de mees te festivals kent de jury cijfers toe maar niet in 't openbaar, wat dan altijd aanleiding vormt voor alle mogelijke ruzies. Daarom voerde Van Rees een open jurering in: ie der jurylid heft aan het eind van de avond zijn stokken met cijfers omhoog om voor het oog van ie dereen z'n waardering voor de pres taties weer te geven. Ieder jury lid mag 30 punten verdelen over de drie ploegen die zijn opgetreden. Maar het antwoord op de vraag of men ook inderdaad die dertig punten moet geven bleek op de avond waarop Nederland optrad niet zo goed uit de verf te zijn ge komen. En zo komt er geharrewar over de vraag of Nederland nu 171 of 161 punten heeft gekregen. Lou van Rees bemoeit zich ten onrech te met de telling zodat eerst de verkeerde uitslag van 171 wordt doorgegeven. Het Zweedse jury lid Monica Zetterlund neemt dat niet en zorgt voor een rectificatie. Zodat de situatie rijp is voor een van die persconferenties waarop Van Rees het patent lijkt te heb ben. In het met rotanstoelen ge stoffeerde ontmoetingscentrum tussen pers en artiesten klimt Lou op een klein podium. „Ik zou geen persconferentie geven kan het buffet even stil zijn en dat is het ook niet. Er is al genoeg show op de Bühne geweest!" Lou geeft een korte verklaring en verdwijnt dan, heel boos. „Ik wil niet aange schreeuwd worden; ik wil niet dat er met mij een rel wordt gemaakt." Even later is hij terug, nu met het jurylid Monica Zetterlund. De ze werkt verkoelend: „Dit is van een mug een olifant maken." Maar natuurlijk komt de vraag waarom niet meer juryleden gebruik heb ben gemaakt van hun recht weinig punten te geven. Lou: „Willen jul lie nou even stil zijn. Ik kan niet meer. Dit is voor mij de meest spannende show van de dag. Ik heb een verschrikkelijk rechtvaardig heidsgevoel maar ik laat me niet op de kast jagen. U kunt nu alles vragen als het er maar niet om gaat van nu zullen we hem eens lekker pakken. Ik heb het niet meer, geloof ik!" Dat is Lou van Rees, helemaal in zijn element, te midden van flitslampjes en schrijf- blokjes. Even later is hij met Rein- der Zwolsman en een paar honderd anderen de gast van de Belgische ploeg, die op de Scheveningse pier een eigen voorstelling geeft. Maar de volgende dag is het al niet anders. Nu komt Cyril Stap leton leider van de Engelse ploeg en een beroemd orkestleider, ver tellen dat hij het niet langer neemt. „Vrijdag waren twee juryleden niet hier, twee anderen hebben voor hen gestemd. Toen ze kwamen konden ze eigenlijk helemaal niet meer meestemmen, omdat ze een deel van het vergelijkingsmateriaal hadden gemist. En dan die verge lijkende jurering dertig punten per avond te verdelen over de drie optredende ploegen. Als bijvoor beeld op één avond drie geweldi ge ploegen optreden, dan kun je toch maar maximaal dertig pun ten verdelen. Als op andere avon den een slechte en twee middelma tige ploegen optreden, dan heb je met dit systeem kans dat de twee middelmatige ploegen meer punten krijgen dan de drie goede." De kritiek is juist, zij het dat er op het hele festival geen drie goede ploegen' te vinden zijnMaar goed, Cyril Stapleton weet de op lossing: „Ik ben hier om mede namens andere ploegen te zeggen dat het stemsysteem veel manco's heeft. Het zou daarom mooi zijn als op de avond van de finale ie dereen een tweede kans zou krij De Lou van Rees-show op de avond dat jurylid Monica Zetterlund de Nederlandse ploeg minder punten heeft gegeven. gen, misschien als iedereen maar één liedje zingtInterruptie van festival-bestuurslid Piet Beis huizen: „Dat zijn 45 liedjes. Dan zal ik er in ieder geval niet zijn..." Dan komt Lou om weer zijn ei gen show op te voeren. „Ik had ervaring in dit vak maar ik wist niet dat het zo moeilijk was. Hoe kan ik een orkest dat al zoveel werk heeft gedaan, vragen op één avond nog eens 45 liedjes te doen!" De volgende dag wordt overlegd met orkestleider Charlie Neder- pelt en juryvoorzitter Norrie Para- mor. Lou laat weten „Het gaat echt niet. De jongens van het or kest zijn gewoon op. Trouwens ik vind het ook niet nodig. Het gaat goed zo, ik doe het volgend jaar beslist weer." Reactie van Enge land en Zweden: „maar dan zonder ons". Maar ach, volgend jaar is nog ver. Via de beeldbuis storten we ons eerst maar in het liedjes festival van Knokke. Daar heeft men breeduit gelachen om de flop van Scheveningen maar Knokke zou Knokke niet zijn als ook dat feest vlekkeloos zou verlopen. Maar wat geeft het de artiesten (als men ze tenminste zo noemen mag) krijgen hun geld en het pu bliek kan af en toe lachen. Alleen- het Gevers Deynootplein blijft leeg. Jammer voor Scheveningen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 14