Alleen paar oude dames komen nog eens kijken
(al bijna in vergetelheid)
KAN ZICH NOG JARENLANG VOORTSLEPEN
DE DAGEN IN ISRAEL
Jeruzalem, eeuwiger dan Rome
Een takje
van de
olijfboom
in het
hotel
Emotie wordt
zoveel mogelijk
geweerd
Strijdvaardig
Geen strafwet
Emotie
Terrier
Miserabel
Behoedzaam
Glimlach
Twijfel
Te klein
Vakantie
Afronding
DUITS SOFTENONPROCES
ALSDORF Dit najaar zal waarschijnlijk opnieuw worden begonnen met onderhandelingen over een
schadevergoeding voor de Duitse kinderen en volwassenen die menen schade te hebben geleden door het gebruik
van Contergan.
Begin dit jaar zijn er ook dergelijke besprekingen geweest, maar die zijn afgedrongen. „Dat is een politieke
zaak", wordt van de kant van de fabriek uitgelegd.
„De verdediging wil uitsluitend een vergelijk aanvaarden als daarmee het hele proces van de baan gaat. Dat kan
alleen als de officier van justitie daartoe een vordering indient en voor die stap zou de minister van justitie van
Noordrijnland-Westfalen verantwoordelijk zijn. In september zijneer verkiezingen en geen minister wil Vóór die tijd
de indruk wekken dat hij „de kant van het kapitalisme" steunt."
De onderhandelingen werden gevoerd tussen twee verdedigers, twee vertegenwoordigers van de slachtoffers, het
openbaar ministerie en een minister. Van de kant van de oudérs van Contergankinderen is al gesteld dat een
schadevergoeding niet onder de vijfhonderd miljoen mark mag liggen. Met dat bedrag zou elk Contergankind over
jaren uitgesmeerd een kwart miljoen mark krijgen.
De grote troef die de verdediging in dit proces heeft is dat, voordat er eventueel een uitkering komt, de kinderen
wel dertig jaar zullen zijn als men blijft proberen langs de weg van processen een schadevergoeding te bevechten.
Een van de advocaten, prof. Dahrendorf, rekent het graag voor:
„Laten we zeggen dat dit proces drie jaar duurt. Dan tekenen wij cassatie aan en dat duurt minstens een jaar.
Komt er een terugwijzing dan duurt dat ook weer een jaar. Het nieuwe proces dat volgt shat ik op twee jaar. Dan
kunnen we weer cassatie proberen kost weer een jaar ,maar mocht dat niet lukken en blijft de veroordeling in
stand dan beginnen pas de civiele processen. Die duren zeker twee jaar, plus weer een cassatieverzoek van een jaar,
zodat er dan 21 jaar verstreken zullen zijn sinds Contergan uit de handel werd genomen."
ALSDORF Van de 250 stoelen voor
het publiek zijn er gemiddeld nog maar
drie bezet. Alleen enkele oudere dames
die niets anders omhanden hebben, ko
men nog geregeld kijken bij het proces
over het slaapmiddel Contergan (in Ne
derland bekend als Softenon) in het
mijnwerkerscasino in het Westduitse
stadje Alsdorf.
„Ik vind het erg interessant", zegt een
grijze vrouw uit Alsdorf die al sinds het
begin van het proces, mei vorig jaar
wekelijks komt kijken. Weinigen zeggen
het haar na.
Ook de 75 stoelen voor belangheb
benden bij het proces stoelen die vorig
jaar bij het begin van het proces vol
gepakt zaten met ouders van zogenaamde
softenonkinderen blijven leeg.
Van de verschillende medeaanklagers,
advocaten die volgens het Duitse straf
procesrecht namens benadeelden het
openbaar ministerie kunnen bijstaan, is
alleen mr. Karl Hermann Schulte-Hillen
nog aanwezig. Deze grijzende advocaat,
die van begin af aan zeer strijdvaardig is
opgetreden, is zelf vader van een kindje
dat mismaakt ter wereld is gekomen,
nadat de moeder tijdens de zwangerschap
Contergan had gebruikt.
Prof. mr. Bruns, een van de twintig
verdedigers die de zeven verdachten (staf
leden van Chemie Grünenthal, de fabriek
van Contergan) bijstaan, heeft een keer
aangevoerd: „In geen strafwet ter wereld
komt het letsel toebrengen aan ongebo
ren kinderen voor, dat is geen toebrengen
van een zwaar lichamelijk letsel."
Geëmotioneerd reageerde mr. Schulte-
Hillen: „Als mijn zoon, die zijn boven
armen mist, bij wie de galblaas ontbreekt
en wiens nieren zijn beschadigd, als mijn
zoon dan geen lichamelijk letsel heeft
weet ik niet wat lichamelijk letsel is."
De emotie wordt overigens zoveel mo
gelijk geweerd uit het proces. De zittin
gen lijken nu eens een medisch sympo
sium, dan weer een vergadering van de
Tweede Kamer over een saai onderwerp,
waarbij een van de verdedigers rustig de
krant leest en een ander even de zaal
uitloopt, terwijl ook de drie officieren
van justitie niet voortdurend aanwezig
zijn.
Het openbaar ministerie wordt aan
gevoerd door mr. Joseph Havertz, een
Akerise officier van wie voor 1961 nooit
iemand had gehoord maar die nu al acht
jaar als een terriër vecht voor een veroor
deling van de makers van Contergan. Hij
heeft zich van begin af aan geen moment
onder de indruk getoond van de keurklas
advocaten tegenover hem.
Ook de medische specialisten die in
eindeloze rijen komen getuigen gaan niet
zachtzinnig met elkaar om. Als dr. Fren-
kel, de eerste arts die op een mogelijk
verband tussen het gebruik van Conter
gan en schade aan het zenuwstelsel wees,
zijn verklaring heeft afgelegd, komt prof.
Winzenried, een getuige van de verdedi
ging. Prof. Winzenried, die in 1961 voor
rekening van de fabrikant van Contergan
een reis naar Amerika maakte, noemt de
onderzoekmethode van dr. Frenkel „vol
ledig onwetenschappelijk" en „metho
disch miserabel".
De president formuleert zijn vragen
soms aarzelend en behoedzaam, blijkbaar
om te voorkomen dat een van beide
partijen tot een proces wordt geprikkeld.
Toch kan er ook nog wel een grapje af.
Als een specialist vertelt dat er in Osna-
brück veel meer gevallen van gebruik van
Contergan voorkwamen dan in Munster,
vraagt de president: „Sliepen ze in Mun
ster dan beter?
Het is een kleine glimlach tussen alle
gruwelijkheid in dit proces, gruwelijkheid
die keurig is gerubriceerd in dorre rijen
ordners waarvoor de boekhouding van
een middelgroot bedrijf zich niet zou
behoeven te schamen. Nog steeds staat
niet vast in hoeverre die gruwelijkheid
juridisch op de rekening van de staf van
Chemie Grünenthal is te schrijven.
Tegenover elke deskundige die een
verband legt tussen de verminkingen van
ongeboren kinderen of afwijkingen aan
het zenuwstelsel van volwassenen ener
zijds en het gebruik van Contergan ander
zijds, probeert de verdediging een andere
deskundige te stellen die die conclusie
betwist. De verdediging heeft het gemak
kelijker dan het openbaar ministerie,
want ook in Duitsland geldt voor de
rechtbank het uitgangspunt dat in geval
van twijfel vrijspraak moet volgen.
De drie beroeps- en twee lekerechters
met hun reserves volgen alle verklaringen
met vermoeide aandacht. Drie dagen elke
week zitten ze in het mijnwerkerscasino
in Alsdorf, voor de zitting uitgekozen
omdat het gerechtsgebouw in Aken geen
zaal had die groot genoeg was. De andere
dagen kunnen ze de stukken bestuderen.
Vakantie is er nauwelijks bij, want een
ijzeren regel van het Duitse strafproces
recht zegt dat een proces opnieuw moet
beginnen als het langer dan tien dagen is
onderbroken. Op 30 mei heeft het ge
recht die maximaal mogelijke vakantie
genomen, een vakantie die het nog met
enkele uren verlengde door op de laatste
zittingsdag al na vijftig minuten te schor
sen. Een dergelijke mini-vakantie zal het
gerecht zich ook in augustus nog eens
veroorloven, want ook dan zal het mam
moetproces nog niet tot een einde zijn
gebracht.
Een van de rechters legt het uit: „Een
gewoon proces is als een lange straat
waar de rechtbank huis voor huis af
werkt. Dit proces is echter een hoog huis
met vele verdiepingen. De rechtbank
moet die één voor één opbouwen en als
er één uitvalt, stort de hele zaak in
elkaar."
Daarom kan niemand met enige zeker
heid schatten wanneer de afronding van
het proces zal geschieden. Voor die tijd
zullen de kosten (op 31 december wel
geteld 278.972,38 Duitse Mark, zonder
de kosten van de jarenlange voorbereidin
gen) en het aantal meters volgeprate
geluidsband (voorlopig al tweehonderd
duizend) nog wel verdubbelen.
Het blijft de vraag of er ooit een rond
resultaat zal worden bereikt, maar som
mige deskundigen hebben hun conclusie
al wel getrokken. Een van de uitvinders
van Contergan, prof. Herbert Keller, die
nu leider van het instituut voor klinische
chemie aan de universiteit van Kiel is, zei
al: „Ik wil nooit in mijn leven nog iets
met de geneesmiddelenfabricage te ma
ken hebben."
De éérste dag: In mijn hotelkamer in
Jeruzalem ligt een brief voor mij,
ondertekend door de burgemeester der
stad, de heer Teddy Koliek „with best
wishes". En in die brief een takje van de
olijfboom in Jeruzalem „city of peace".
Is er een charmanter welkom te beden
ken?
De laatste dag: Mijn fototoestel weiger
de na 5 mislukte opnamen. In een
fotohandel te Natania vroeg ik het toes
tel te bekijken, eventueel te repareren.
De deskundige onderzocht het apparaat,
nam de mislukte film eruit en zocht naar
de fout, een langdurig werk, want mijn
Zeiss-contax had ik al 40 jaar gebruikt.
De operatie duurde lang. Hij zette een
nieuwe film erin en het toestel werkte
weer prima.
Wat ben ik u schuldig?
U is Hollander. U betaalt niets. We
zijn aan Holland meer verschuldigd!
Tussen deze eerste en laatste dag
liggen de dagen, die een reeks van
vreugde en bewondering waren en een
Kinderendie zullen wéten
Het lichtende monument
intens opgaan in de schoonheid en alle
wonderen van het heilige land, uit de
oudste tijden tot heden. Ja tot heden!
Het wonder van de bouw in 60 jaar van
de wereldstad Tel Aviv en welk een
stad! Het wonder uit verwaarloosde,
dorre bodem mijlenverre vruchtentuinen
te scheppen en wijngaarden aan te leggen
en Kiboetsim te bouwen tot sociabele,
collectieve gemeenschappen.
Jeruzalem: Ik heb er de kwatrijnen
verstaan van de dichter Jacob Israël de
Haan, de Nederlandse Zionist, die er zijn
leven liet. „Jeruzalem, zo teder als een
droom, herdenk ik hier mijn jeugd en elk
Joods feest.
Omdat het Leven hier zo prachtig is en
alle dagen zijn aan wonderen rijk... Ik leg
mijn handen vol herinneringen tegen de
stenen van de eeuwige muur. Dat hun
heilige heugenis verdringe het heilloos
heugen van zo menig uur."
In andere kwatrijnen spreekt de dichter
van „niet meer kleederen te dragen dan
men daaglijks draagt" en gelukkig te zijn
met „wat dadels, water en Arabisch
brood." En ontroerd ziet hij naar het
wonder van „twee sinaasappels aan één
tak met blaren."
Jeruzalem, de oude Jordaanse stad, na
de zesdaagse strijd in juni 1967 verenigd
met het nieuwe Jeruzalem al scheiden
muren, zij is de heilige stad voor Joden
en Christenen, hoe hun belijdenissen ook
zijn. In de Heilige Grafkerk, uit vele
kerken en kloosters spreekt de historie
van het Christendom. Zoals de historie
van de Islam spreekt in de Omar-moskee,
dit grootse bouwwerk van Islamitische
architectuur waarvan de verguld koperen
koepel de stad en omgeving overheerst.
En in de klaagmuur, het laatste overblijf
sel van de tweede tempel, de tempel van
Ezra, leeft de tragiek van het Jodendom.
Welk een eeuwenlang verleden heeft hier
zijn tekenen gebouwd en gegrift. Het
grote drama van het Jodendom is gesym
boliseerd in die klaagmuur en het drama
van Golgotha in de straatjes, waardoor
Christus zijn via dolarosa ging, van het
Rechtshuis van Pilatus naar het Kruis.
Op een morgen was ik bij de Klaag
muur. Er stond naast me een oude
Joodse man, een kleine, zwarte gestalte,
een vreemde, zwarte hoed, waaronder
een bijzondere haardracht krulde, teken
van zijn herkomst. Hij las zangerig preve
lend uit een gebedenboek. Ik zag dat hij
diep bewogen was en dat tranen in zijn
grijze baard vielen. Een oude Jood, die
veel geleden moet hebben. Had hij op
zijn vlucht naar Jeruzalem alles verlo
ren? Was misschien zijn zoon gevallen in
de strijd? Een klagend, biddend mens
voor die oude onwrikbare, zwijgende
muur, die nochtans tot hem sprak.
De andere dag, een zomerse zon scheen
over de stad, ging ik die andere tragische
weg, nu feestelijke, rumoerige straatjes
met vruchtenstalletjes, uitgehangen kleu
rige weefsels, bloemen, valse of echte
gouden sieraden, kleine werkplaatsen van
schoen- en kleermakers, Jordaniërs en
Joden samen, een Oosters schilderachtig
pêle-mêle.
In die straatjes trachtte ik de via
dolorosa van Christus te vinden. Ik ging.
onder gewelfbogen, die als beschermende
armen zich over de straatjes strekken.
Het was hier, waar de weg van Jezus liep,
van het Rechtshuis naar Golgotha. De
plaatsen zijner ontmoetingen en van zijn
tragische val, ze zijn er in 14 memorie
stenen aangebracht.
Ik trachtte me voor te stellen in dit
oude deel van Jeruzalem hoe deze
kruisgang moet geweest zijn tussen eet
opdringerige menigte van mannen en
vrouwen, die misbaar maakten, scholden
of weenden en klaagden, hoe uit hutten
en nederige huisjes moeders met schrei
ende kinderen naar buiten kwamen om
de man te zien die strompelend onder
zijn kruis door soldaten werd voortgedre
ven en hoe in deze wijk der stad de
straten en stegen gevuld waren met ru
moer, gedrang en misbaar. En Christus
strompelt vallend en opstaand, voort. En
ik zag die oude Simon van Cyrene, die
van het veld kwam, zijn spade weg
werpen en de Nazarener helpen zijn kruis
te dragen.
In afwijking van alle beelden, die kun
stenaars schiepen, heb ik op die zonnige
morgen de via dolorosa in Jeruzalem
gezien als een wrede realiteit.
Toen ik door een der poorten, de Damas-
cuspoort, terugkeerde, naar het nieuwe
Jeruzalem en ik omzag naar de stad, waar
eens een Koning zijn tempel bouwde,
vanwaar later de Christelijke liefdeleer
werd uitgedragen over de wereld, de
Jordaanse stad door de Joden in de
zesdaagse strijd gespaard, toen moest ik
denken aan wat een vriend me schreef:
Jeruzalem is eeuwiger dan Rome.
Johan Wesselink