De Pompidous
brengen wat
meer warmte in het Elysée
Bij stand-budget
met 100 miljoen
overschreden
DE BOUW" STAAT ACHTER SCHUT
Nieuwe president volgt wel politiek van de Gaulle, maar
„Uitstel betekent snel
groter aantal krotten
„Minister heeft gelijk als hij de huurverhoging
tegen SER-voorstel in wil laten doorgaan
Verhuizing naar
Brasilia maakt
diplomaten
wanhopig
PARIJS - Het gebeurde in januari 1946.
stond aan de vooravond van zijn eerste
Om de toestand te bespreken had hij
uitgenodigd. Een van hen meende: „Mon
niet kennen. Zij beschouwen u als hooghar
Zij beoordelen u alleen volgens de slagzin
«Kom, kom'% antwoordde de Gaulle,
ik alle Fransen te lunchen moet vragen?
Generaal de Gaulle, minister-president,
grote politieke nederlaag,
zijn naaste medewerkers voor een lunch
général, het ongeluk is, dat de Fransen u
tig, ontoegankelijk, ijdel en onbuigzaam,
nen van de politieke partijen."
je wilt toch niet beweren, mijn waarde, dat
Verdwenen
Nieuwe hoofdstad
„Helden"
Verfrissend
Detailhandel
Onopvallend
Badkamer
Humaner
Luisteren
Senaat
Sigaretten
Voordracht
Vragen
Als niet snel iets verandert
wordt dit jaar waarschijnlijk
MINIMUMLOON
ONTHULLEND
EXTRA-GELDEN VOOR
DRIE GEMEENTEN
VOOR WERKEN LV.M.
OPENBAAR VERVOER
HOOGLERAAR WILDE
VERZEKERING TEGEN
GEVOLGEN VAN
STUDENTENACTIES
TOPCAPACITEIT
HOGERE EISEN
VERKROTTING
B.T.W.
MAANDAG 14 JULI 1969
99
Ingewijden beweren, dat de opmer
king, die deze boutade van de Gaulle
had uitgelokt, afkomstig was van Pom
pidou. In ieder geval heeft de huidige
president zich heilig voorgenomen om,
zelfs indien hij de politieke lijn van de
Gaule (nog) moet volgen, de stijl van
het Elysée te veranderen.
Om dit zelf te constateren behoeft
men slechts in de buurt van het Ely
sée te gaan wandelen. Het zal dan op
vallen dat het eskadron (ruim vijftig
man) van de gendarmerie met de over
valwagens, die het paleis bewaakten,
verdwenen zijn. Pompidou heeft hen
naar huis gestuurd.
De Rue de l'Elysée, links van het
paleis, die 's nachts voor alle verkeer
gesloten was, is heropend en op het
voor de voetgangers verboden trottoir
langs het paleis mag men nu weer
wandelen. Slechts een kleine twintig
stadsagenten houden permanent een
Georges Pompidou
Cloude Pompidou
RIO DE JANEIRO De Braziliaan
se buitenlandse diplomaten in Brazilië
zullen wellicht binnenkort naar een
nieuwe standplaats moeten verhuizen,
die de meesten van hen vervult, met
somberheid en hen wanhopig maakt.
Voor de vierde keer in negen jaar
heeft het Braziliaanse ministerie van
Buitenlandse Zaken aangekondigd, dat
het zal verhuizen naar Brasilia, de op
960 km afstand van Rio de Janeiro in
het binnenland gelegen modernistische
nieuwe hoofdstad van het land en deze
keer schijnt de regering het ernstig te
menen.
Het overbrengen van het ministerie
van Buitenlandse Zaken naar Brasilia
zou betekenen, dat de ambassades zou
den moeten volgen en dit betekent, dat
de diplomaten afstand zouden moeten
doen van de beroemde stranden van
Rio, het natuurschoon, het bruisende
nachtleven, de spectaculaire golfba
nen en de kosmopolitische atmosfeer.
De meeste Brazilianen en buitenlan
ders zijn afkerig van de verandering
en dezelfde gereserveerdheid heeft de
meeste regeringsfunctionarissen ervan
weerhouden naar Brasilia te verhuizen.
Er wonen altijd nog meer overheids
dienaren in Rio dan in de negen jaar
geleden gebouwde hoofdstad.
„Het vooruitzicht, naar Brasilia te
moeten verhuizen, geeft me het gevoel,
dat ik naar de een of andere obscure
Afrikaanse hoofdstad wordt gestuurd",
zei een Braziliaans diplomaat in een
particulier gesprek.
„De Brazilianen hebben de weinigen,
die naar Brasilia zijn gegaan, altijd
helden genoemd", zei een plaatselijk
journalist, sprekend over zijn landge
noten in de buitenlandse dienst.
Als Brasilia veel van de glans van
Rio mist, het is van de andere kant
vrij van de benauwde atmosfeer van
de grote stad. Het verkeer ontwikkelt
zich vlot over brede snelwegen en er
is geen enkel verkeerslicht in de hele
stad, die nu bijna een half miljoen in
woners heeft.
De lucht is droog en zuiver, in ver
frissende tegenstelling tot de benauw
de met roet bezwangerde mist van Rio.
Het silhouet van Brasilia wordt, an
ders dan dat van Rio, bepaald door
met behoorlijke tussenruimten opge
trokken gebouwen. De flatgebouwen
zijn gescheiden door brede grasperken
waar kinderen veilig kunnen spelen.
Een van de schaduwzijden van Bra
silia is, dat de stad ver verwijderd
blijft van „alles". De stad was gedacht
als een magneet om de Brazilianen
weg te trekken van de kuststrook, die
eeuwen lang de grote massa van de
bevolking van het land heeft geabsor
beerd.
Als het ministerie van Buitenlandse
Zaken inderdaad, zoals door hoge
autoriteiten is aangekondigd, het ko
mende jaar verhuist en de ambassa
des volgen, kan het embryonale nacht
leven enigermate tot ontwikkeling ko
men.
Uit een officiële gids van de hoofd
stad blijkt, dat deze vijf discotheken,
een schouwburg, een handvol bioscopen
en ongeveer een dozijn restaurants be
zit, over geen van welke laatste de
Guide Michelin zich druk behoeft te
maken.
De burgemeester van Brasilia, Wad-
jo Gomide, verwacht, dat als de 73
landen, die diplomaten met Brazilië
uitwisselen, de hunne naar Brasilia la
ten verhuizen, hun uitgaven meer dan
een kwart miljoen dollar per niaand in
de plaatselijke detailhandel zullen pom
pen.
Tot dusverre hebben alleen Tsjecho-
Slowakije en Joegoslavië ambassades
in Brasilia gebouwd. De V.S. hebben
er een beperkt aantal ambtenaren in
gehuurde kantoorlokalen. Van andere
landen geldt hetzelfde. Alle hebben
plannen om nieuwe kanselarijen en
ambtswoningen te bouwen, maar zij
schijnen niet te willen verhuizen vóór
de Brazilianen zelf Rio de Janeiro ge
heel verlaten.
„Pas als ze de golfbaan in Brasilia
voltooien, zal men er zeker van kunnen
zijn, dat de stad de diplomatieke hoofd
stad van het land zal worden", merk
te een journalist op.
oogje in het zeil. Ook acht leden van
de republikeinse garde in vol ornaar
blijven de wacht houden.
Het bewakingsplan voor het Elysée
dateert uit 1939. Een compagnie van
de stadspolitie (tachtig man) werd
hiervoor aangewezen. Pompidou wenst
nu een veel minder opvallende bewa
king en hij heeft dit de politieprefec-
tuur laten weten.
Tevens heeft hij de prefectuur een
soepeler regeling gevraagd bij offi
ciële bezoeken, zodat niet elk ogenblik
al het verkeer in de binnenstad behoeft
te worden stilgelegd.
In het Elysée gaat ook het een en
ander veranderen. Vooral in de parti
culiere vertrekken, waarvan mevrouw
Pompidou zich liet ontvallen: „Het was
net of je de kamer van een Engels ho
tel binnenkwam."
Zij wil aan deze twee grote salons,
de twee slaapkamers en de twee bad
kamers, die tussen de Rue de l'Elysee
en het park liggen, een grotere warm
te en intimiteit geven. Niet langer
meer de grote imposante luchters of
wandlampen met al te helder licht,
maar staande lampen, hier en daar
neergezet met veel indirect licht.
Weg met de empire stoelen en Louis
XV-fauteuIls, die elkaar niet-begrijpend
stonden aan te kijken. Ze worden ver
vangen door grote canapés met zach
te kussens en lage tafeltjes. Niet lan
ger meer witte of heldere muren,
maar warme kleuren, die de talloze
moderne schilderijen beter tot hun
recht doen komen.
De familie Pompidou bezit een schit
terende collectie, die thans nog in het
huis aan de Quai de Bethune hangt.
Met uitzondering van Max Ernst, die
mevrouw Pompidou in een salon heeft
neergehangen om deze tenminste een
beetje kleur te geven.
Mevrouw Grandsaigne, die reeds de
ambtswoning van de premier had inge
richt in de tijd, dat Pompidou minis
ter-president was, zal met de hoofd
architect van het paleis alle noodzake
lijke veranderingen uitvoeren waarvoor
Pompidou zijn vrouw alle volmachten
heeft gegeven.
Behalve voor de badkamer van de
president. ,„Die neem ik zelf voor mijn
rekening", heeft Pompidou laten we
ten.
Ook in de vrijwillige opsluiting te Co-
lombey les-deux-Eglises waarin De
Gaulle zijn vakantie doorbracht, zal
Pompidou zijn voorganger niet volgen.
Hij wil zijn vakantie doorbrengen te
midden van .zijn onderdanen.
Het liefste zou hij, en vooral zijn
vrouw Claude, dit doen in het mondai
ne Saint-Tropez. Dit zou hem echter
door de meeste Fransen kwalijk wor
den genomen.
Hoewel niet zo overdreven als De
Gaulle, dient volgens hen een Franse
president toch een zekere waardigheid
aan de dag te leggen.
De Pompidous zoeken dus nu een vil
la aan de Cóte d'Azur, waar zij hun
zomervakanties kunnen doorbrengen.
Het is zeer goed mogelijk, dat zij het
Fort de Zregancon, bij Toulon, hier
voor krijgen.
Dit liet De Gaulle indertijd in orde
maken om er zijn eerste vakantie bui
ten Colombey door te brengen. Door de
gevolgen van de mei-revolutie is hier
nooit iets van gekomen.
Al deze zuiver menselijke zorgen
wijzen erop, dat Pompidou zich op een
veel humaner standpunt plaatst dan
De Gaulle en dat hij tenminste even
veel rekening wil houden met de Fran
sen als met Frankrijk.
Daarom heeft Pompidou zijn pre
mier, Chaban-Delmas, gevraagd een
minister te benoemen, die als „mense
lijk radar" zal moeten functioneren.
Hiervoor is Jacques Baumel, oud-secre
taris van de gaullistische partij, geko
zen.
„Ik beschouw mijzelf als minister,
die belast is met de openbare mening",
zei Baumel van zichzelf. „Voor de eer
ste maal heeft de regering opdracht
gegeven om naar de Fransen te gaan
luisteren, om te trachten hen te begrij
pen en te weten te komen, wat zij den
ken over bepaalde problemen.
Daarom zal ik beginnen de verhou
ding tussen de regering en haar bur
gers, tussen de ambtenarij en de Fran
sen te verbeteren. Daarvoor zal ik het
gehele land doorkruisen en contacten
opnemen met alle lagen en standen
van de bevolking."
Tevens heeft hij opdracht gekregen
om voorgoed een einde te maken aan
de drukkende bureaucratie.
tallige regering en van het civiele en
militaire huis, maar zal alleen mee
brengen zijn premier, Chaban-Delmas
en de regeringswoordvoerder, Louis
Hamon. Wel zal ook deze persconfe
rentie per radio en televisib worden
uitgezonden. -
Pompidou wil voor alles, dat men
zich met en bij hem op zijn gemak
voelt. Daarom heeft hij via zijn minis
ters opnieuw vriendschappelijke ban
den met het parlement en de senaat
aangeknoopt. Dit was vooral frappant
ten aanzien van de senaat, die De
Gaulle vier jaar lang genegeerd had.
Hij had zelfs zijn ministers verboden
er heen te gaan. Nu bracht premier
Chaban-Delmas niet alleen een be
leefdheidsbezoek aan diens voorzitter,
Poher, maar tijdens de regeringsver
klaring in de senaat zaten er niet min
der dan zes ministers in de regerings-
banken.
Daarom heeft Pompidou ook mense
lijker normen aangelegd voor de minis
terraad. Onder De Gaulle was het ten
strengste verboden om te roken. Als
enige verfrissingen stonden er hier en
daar wat karaffen water, waaruit men
af en toe een slokje mocht nemen.
Het bureau van ex-president De Gaulle, stijl Louis XV.
Daarom venwonderde het ook geen
van ons, toen Pompidou besloot de
vorm van de persconferentie te veran
deren. Onder Dë Gaulle kon men nau
welijks meer van een persconferentie
spreken.
Dit was meer een voordracht voor
de pers, die door de aanwezigheid van
talloze gaullistische supporters nauwe
lijks ruimte had om vragen te stellen
en de antwoorden te noteren.
Uiteraard behandelde De Gaulle de
belangrijke problemen van dat ogen
blik, waarover natuurlijk vragen wa
ren gesteld, in een van te voren gepre
pareerde en van buiten geleerde rede
voering. Al te vaak gaf hij antwoord
op niet gestelde vragen, of vergat hij
duidelijk gestelde vragen te beantwoor
den. - N
Daarin komt nu verandering. Pom
pidou zal eenmaal in de zes weken een
persconferentie houden voor een gese
lecteerde groep journalisten, die dan
gewoon vragen kunnen stellen en hier
op antwoord ontvangen.
Pompidou zal zich hierbij niet hullen
in de illustere aanwezigheid van de vol-
Bij de eerste ministerraad onder
Pompidou vonden de ministers op de
tafel enkele plateaus met verschillen
de soorten sigaretten en in de hoek van
de salon Murat, die vroeger alleen
voor kleinere ontvangsten werd ge
bruikt, maar die in het vervolg als
zaal voor de ministerraad zal dienen,
stond een tafel met nlet-alcohlische
verfrissingen.
Het is duidelijk, dat Pompidou alles
in het werk stelt om de kilte, die vroe
ger uit het Elysée kwam, te verdrij
ven en te vervangen door de warmte,
die altijd van hem en z'n vrouw is uit
gegaan. Daarom zal de bewondering, die
Frankrijk bezat voor De Gaulle, wel
licht veranderen in vriendschap voor
Pompidou. Het is echter nog niet te
zeggen, welke van de twee het langst
zal duren.
DEN HAAG Moet dat nu zo? Dat was de eerste reactie van mr. L. G.
van Reijen, directeur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (V.N.G.)
op een geharnaste brief, die de regering vorige week aan alle Nederlandse ge
meenten heeft gestuurd.
In deze brief werden 343 gemeentebesturen te kijk gezet als colleges, die te
veel bijstand uitkeren aan arme mensen waardoor de rijkspost voor sociale
zorg onrustbarend groot wordt. Volgens het kabinet is nu de grens bereikt en
zullen de gemeenten zich in hun bijstandsverlening moeten gaan beperken.
Mr. Van Reijen: „De post sociale
zorg is inderdaad zeer snel duizeling
wekkend hoog geworden. Maar je kunt
gemeentebsturen die bij hun steun
verlening rekening houden met de
steeds maar stijgende kosten van le
vensonderhoud, geen verwijt gaan ma
ken. Uiteindelijk schrijft de Bijstands
wet voor, dat het Rijk de middelen be
schikbaar stelt en dat de gemeenten
vrij zijn in het vaststellen van de uit
keringen".
Om er voor te zorgen, dat niet iede
re gemeente zomaar op eigen houtje
aan steunverlening ging doen, heeft
staatssecretaris v. d. Poel (C„ R. en
M.) in 1968 een zogenaamde adviesuit
kering opgesteld. Alle gemeentebestu
ren is toen verzocht zich aan deze
norm te houden.
Maar 343 van hen (waaronder vele
grote gemeenten met in totaal zestig
procent van alle bijstandtrekkenden)
lappen de norm aan hun laars en be
talen meer.
Bij de berekening van de bijstand
wordt uitgegaan van het minimum
loon. De door het rijk geadviseerde
bijstandsnorm stelt 95 procent van het
minimumloon als maximumbedrag; de
gemeenten, die er zich niet aan hou
den, betalen honderd procent.
Die vijf procent méér hakt er flink
in. De dit jaar uitgetrokken 750 mil
joen gulden voor bijstandsverlening zal
enorm worden overschreden als er niet
snel wat wordt veranderd. Mr. Van
Reijen verwacht al een bedrag in de
buurt van de 850 miljoen gulden.
Hoe moet dit probleem nu worden
opgelost? Voor de directeuren van so
ciale diensten, de instellingen die de
bijstand uitkeren, ligt de zaak nogal
eenvoudig.
Mr. v. d. Brink, directeur van de
landelijke vereniging van directeuren
van sociale diensten: „We moeten zo
snel mogelijk naar een uniforme ba
sisregeling. Of dat nu de honderd-pro
centregeling van die 343 gemeenten of
de 95-procentregeling van het Rijk
moet zijn, laat ik buiten beschouwing.
Maar er moet snel een einde komen
aan de verschillen in bijstnadsuitkerin-
gen. Het publiek begrijpt er niets van,
dat in gemeente A meer bijstand wordt
uitgekeerd dan in de tien kilometer
verder gelegen gemeente B. De Divosa
pleit allang voor een uniforme rege
ling, maar vele gemeentebesturen wil
len er niet aan".
Minister Klompé heeft in maart van
dit jaar eens precies laten nagaan hoe
veel gemeenten nu volgens de rijks
normen, hoeveel er méér en hoeveel er
minder betalen. Het staatje is nogal
onthullend:
515 gemeenten van de 940 betalen
precies volgens de rijksnorm (de zoge
naamde 95-procentregeling), 343 ge
meenten betalen méér (de honderd-
procentregeling), 45 gemeenten trek
ken zich ook niets van de rijksnorm
aan maar betalen minder en van 37
gemeenten is op het ministerie niet be
kend hoe zij nu eigenlijk hun bijstands
uitkeringen berekenen.
Nederland telt op dit ogenblik bijna
130.000 mensen, die op de een of an
dere manier van de bijstand leven. Ook
de regering streeft naar een zeer uni
forme uitkeringsberekening en heeft
daarvoor een werkgroep ingesteld.
Maar terwijl de groep nog studeert,
hebben de ministers alvast zelf inge
grepen.
En als de gemeentebesturen de re
geringsopdracht opvolgen, betekent dat,
dat bijna tachtigduizend bijstandstrek
kers voortaan minder geld zullen krij
gen.
DEN HAAG Staatssecretaris M. J.
Keyzér heeft aan de gemeenten Ensche
de, Voorschoten en Den Haag een rijks
bijdrage toegekend voor het treffen van
belangrijke voorzieningen voor 't open
baar vervoer. Enschede krijgt 2,3 mil
joen voor het aanleggen van een bus
station met aansluitende wegen. Voor
schoten krijgt 200.000 gulden voor het
aanleggen van een parkeergelegenheid
en een voetgangerstunnel bij de weer
in te stellen N.S.-halte Papelaan en
aan Den Haag werd 218.500 gulden toe
gewezen voor het maken van een vrije
baan voor het openbaar vervoer op de
Loosduinseweg.
NIJMEGEN Een van de drie
hoogleraren, die zitting gaat nemen in
het driemans-rectoraat van de katholie
ke universiteit van Nijmegen, zou als
voorwaarde hebben gesteld gratis ver
zekerd te willen worden tegen eventue
le gevolgen van studentenacties.
Dit is door de waarnemend rector-
magnificus, prof. Duynstee, op een cu
ratorenvergadering gezegd. Het regle
ment zou hiervoor moeten worden ge
wijzigd, maar de curatoren voelden
hier niets voor.
Het is logisch, dat de Sociaal-Economische Raad de inflatie wil bestrijden,
maar waarom moet dan weer precies de huurverhoging de kwade pier
worden?
Dat is de reactie van de bouwwereld op het voorstel van de SER om volgend
jaar de huurverhoging van zes procent uit te stellen om o.a. daardoor het da
gelijks bestaan betaalbaar te houden.
De Raad van Bestuur Bouwbedrijf,
overkoepelend orgaan van aannemers
en bouwbedrijven, staat pal achter mi
nister Schut (Volkshuisvesting), die de
Kamer heeft gezegd, dat de huurverho
ging beslist moet doorgaan, omdat het
een hoeksteen van zijn beleid is.
Voorzitter ir. H. F. Prins van de Raad
van bestuur: „Uitstel van de huurver
hoging versnelt de verkrotting. Eigena
ren zullen, als zij niet méér huur mo
gen berekenen, groot onderhoud uitstel
len. Vérder moeten de Rijkssubsidies
op de woningbouw dan gedwongen hoog
blijven. En ten slotte komt de conti
nuïteit van de bouw volgend jaar en
daarna ernstig irn gevaar. Neen, minis
ter Schut heeft groot gelijk als hij daar
niet van wil weten".
Ondanks de tegenslagen in het begin
van diit jaar is de raad van bestuur
voorzichtig optimistisch over de moge
lijkheden voor de minister om dit jaar
inderdaad zijn 125.000 geplande wonin
gen klaar te krijgen.
„Wij werken momenteel op topcapa
citeit; er loopt vrijwel geen bouwvakar
beider meer zonder werk". Het aantal
in aanbouw gekomen woningen loopt
goed in de pas met het schema. En de
achterstand in het aantal gereed geko
men woningen is nog wel in te halen.
Maar dan moeten er natuurlijk geen
gekke dingen gebeuren", aldus ir. Prins.
Welke factoren kunnen de bouw dit
jaar belemmeren?
Ir. Prins: „Allereerst het weer. Daar
wondt nogal eens smalend op gerea
geerd, maar toch is het zo. In de maand
februari hebben we bijna niets kunnen
doen, omdat het zo kwakkelde. Het was
geen weer om thuis te blijven, maar ge
bouwd kon er ook niet worden, omdat
het dan weer net begon te vriezen of
glad werd".
„Verder worden Vergunningen nogal
versnipperd uitgegeven. Je kan sneller
duizencf woningen bouwen in de stad
Groningen dan duizend in kleine plukjes
verspreid over de hele provincie.
Ten derde blijkt nogal eens dat de
start van de bouw wordt belemmerd
doordat de gemeenten hun grond nog
niet goed bouwrijp hebben kunnen ma
ken. Dat hangt nauw samen met de fi
nancieringsproblemen van de gemeente
besturen. En ten slotte wordt het geld
steeds maar duurder, waardoor het
moeilijk wordt tegen betaalbare bedra
gen geld aan te trekken.
Het CBS heeft geconstateerd dat de
produktiviteit per bouwvakarbeider
flink is teruggelopen.
Ir. Prins: „Die stelling gaat niet op.
Ik bestrijd de cijfers van het CBS. De
bouwvakarbeiders zijn tegenwoordig
langer bezig met de woningen omdat er
hogere eisen aan de kwaliteit worden
gesteld. Een muur afspuiten met plastic
kost aanmerkelijk minder uren dan het
betegelen van dezelfde muur.
Het C.B.S. beweert, dat het deze
factor bij de berekeningen incalculeert,
maar dat lijkt me gewoon onmogelijk.
Wat ook wel eens vergeten wordt is, dat
hoogbouw meer uren vergt dan verge
lijkbare laagbouw.
Hoe komt dat dan?
Ir. Prins: „De aangeboren gemak
zucht van de mens verplicht ons tot het
Ir. H. D. Prins is sinds 1 januari
1969 voorzitter van de Raad van
Bestuur Bouwbedrijf. Hij werd op
16 april 1906 in Zaandam geboren,
studeerde weg- en waterbouw in
Delft en werd in 1930 ingenieur. In
het dagelijks leven is hij voorzitter
van de raad van bestuur van de
Verenigde NBM-bedrijven, een fir
ma die zich bezig houdt met de
bouw van wegen, fabrieken en wo
ningen. Sinds 1956 is ir. Prins voor
zitter van de Nederlandse Vereni
ging van Wegenbouwers. Zijn hob
by's zijn toneel, muziek en wande
len in Zwitserland.
neerzetten van een personenlift om naar
het werk op hogere etages te gaan. Als
u eens wist hoeveel manuren verloren
gaan met het wachten op die lift..."
Maakt u zich zorgen over de woning
bouw?
Ir. Prins: „Voor ons is het belangrijk
ste probleem de verzekering van de con
tinuïteit van de bouw. Of je dit jaar nu
precies 125.000 woningen klaar krijgt of
3.000 minder is voor ons niet zo erg in
teressant. Maar wat ons hooglijk inte
resseert is of er ook in de volgende ja
ren nog voldoende gebouwd kan worden
om alle bouwvakarbeiders aan de gang
te houden. Daarom staan wij ook vier
kant achter de plannen van minister
Schut om het krottenvraagstuk flimk
aan te pakken.
„Wil dat probleem goed aangepakt
worden, dan mag de huurverhoging niet
worden uitgesteld. Het is nu al moeilijk
voor de eigenaren om hun woningen te
onderhouden. Onthoud je deze mensen
de huurverhoging dan zal onmiddellijk
op het onderhoud worden beknibbeld en
komen er meer krotten in plaats van
minder".
Bovendien betekent uitstel van de
huurverhoging een extra belasting voor
de rijksbegroting doordat de bouwsub-
sidies dan ook moeten worden uitge
steld.
En het uit deze subsidies vrijkomende
geld moet juist worden gebruikt voor
de zo noodzakelijke krotopruiming".
Acht u het optimisme van minister
Schut gerechtvaardigd?
Ir. Prins: „Zeker. Wij delen zijn ar
gumenten. Maar nogmaals: Dan moe
ten er geen gekke dingen gebeuren.
Daarbij komt dat aannemers en bou
wers van nature optimistisch zijn. Als
we pessimistisch worden blijf je in onze
sector nergens.
Hoe verklaart u de stijging van de
bouwprijzen met twaalf procent?
Ir. Prins: „Grotendeels een gevolg van
de BTW. Wij hebben eind vorig jaar
uitdrukkelijk gevraagd om een speciaal
tussentarief van acht procent voor de
bouw. Maar het is de volle twaalf pro
cent geworden. Wij hebben de regering
voor de gevolgen gewaarschuwd en zij
blijven niet uit".
Bent u tevreden over het bouwbe
leid van minister Schut?
Ir. Prins: „Wij staan achter zijn doel
stellingen en delen zijn optimisme. Maar
het bouwbeleid wordt meer als een po
litiek dan als een economisch vraagstuk
behandeld en daarom vragen wij ons
wel eens af of hij hard genoeg kan vech
ten om zijn doel te bereiken".