De Pompidous brengen wat meer warmte in het Elysée Bij stand-budget met 100 miljoen overschreden DE BOUW" STAAT ACHTER SCHUT Nieuwe president volgt wel politiek van de Gaulle, maar „Uitstel betekent snel groter aantal krotten „Minister heeft gelijk als hij de huurverhoging tegen SER-voorstel in wil laten doorgaan Verhuizing naar Brasilia maakt diplomaten wanhopig PARIJS - Het gebeurde in januari 1946. stond aan de vooravond van zijn eerste Om de toestand te bespreken had hij uitgenodigd. Een van hen meende: „Mon niet kennen. Zij beschouwen u als hooghar Zij beoordelen u alleen volgens de slagzin «Kom, kom'% antwoordde de Gaulle, ik alle Fransen te lunchen moet vragen? Generaal de Gaulle, minister-president, grote politieke nederlaag, zijn naaste medewerkers voor een lunch général, het ongeluk is, dat de Fransen u tig, ontoegankelijk, ijdel en onbuigzaam, nen van de politieke partijen." je wilt toch niet beweren, mijn waarde, dat Verdwenen Nieuwe hoofdstad „Helden" Verfrissend Detailhandel Onopvallend Badkamer Humaner Luisteren Senaat Sigaretten Voordracht Vragen Als niet snel iets verandert wordt dit jaar waarschijnlijk MINIMUMLOON ONTHULLEND EXTRA-GELDEN VOOR DRIE GEMEENTEN VOOR WERKEN LV.M. OPENBAAR VERVOER HOOGLERAAR WILDE VERZEKERING TEGEN GEVOLGEN VAN STUDENTENACTIES TOPCAPACITEIT HOGERE EISEN VERKROTTING B.T.W. MAANDAG 14 JULI 1969 99 Ingewijden beweren, dat de opmer king, die deze boutade van de Gaulle had uitgelokt, afkomstig was van Pom pidou. In ieder geval heeft de huidige president zich heilig voorgenomen om, zelfs indien hij de politieke lijn van de Gaule (nog) moet volgen, de stijl van het Elysée te veranderen. Om dit zelf te constateren behoeft men slechts in de buurt van het Ely sée te gaan wandelen. Het zal dan op vallen dat het eskadron (ruim vijftig man) van de gendarmerie met de over valwagens, die het paleis bewaakten, verdwenen zijn. Pompidou heeft hen naar huis gestuurd. De Rue de l'Elysée, links van het paleis, die 's nachts voor alle verkeer gesloten was, is heropend en op het voor de voetgangers verboden trottoir langs het paleis mag men nu weer wandelen. Slechts een kleine twintig stadsagenten houden permanent een Georges Pompidou Cloude Pompidou RIO DE JANEIRO De Braziliaan se buitenlandse diplomaten in Brazilië zullen wellicht binnenkort naar een nieuwe standplaats moeten verhuizen, die de meesten van hen vervult, met somberheid en hen wanhopig maakt. Voor de vierde keer in negen jaar heeft het Braziliaanse ministerie van Buitenlandse Zaken aangekondigd, dat het zal verhuizen naar Brasilia, de op 960 km afstand van Rio de Janeiro in het binnenland gelegen modernistische nieuwe hoofdstad van het land en deze keer schijnt de regering het ernstig te menen. Het overbrengen van het ministerie van Buitenlandse Zaken naar Brasilia zou betekenen, dat de ambassades zou den moeten volgen en dit betekent, dat de diplomaten afstand zouden moeten doen van de beroemde stranden van Rio, het natuurschoon, het bruisende nachtleven, de spectaculaire golfba nen en de kosmopolitische atmosfeer. De meeste Brazilianen en buitenlan ders zijn afkerig van de verandering en dezelfde gereserveerdheid heeft de meeste regeringsfunctionarissen ervan weerhouden naar Brasilia te verhuizen. Er wonen altijd nog meer overheids dienaren in Rio dan in de negen jaar geleden gebouwde hoofdstad. „Het vooruitzicht, naar Brasilia te moeten verhuizen, geeft me het gevoel, dat ik naar de een of andere obscure Afrikaanse hoofdstad wordt gestuurd", zei een Braziliaans diplomaat in een particulier gesprek. „De Brazilianen hebben de weinigen, die naar Brasilia zijn gegaan, altijd helden genoemd", zei een plaatselijk journalist, sprekend over zijn landge noten in de buitenlandse dienst. Als Brasilia veel van de glans van Rio mist, het is van de andere kant vrij van de benauwde atmosfeer van de grote stad. Het verkeer ontwikkelt zich vlot over brede snelwegen en er is geen enkel verkeerslicht in de hele stad, die nu bijna een half miljoen in woners heeft. De lucht is droog en zuiver, in ver frissende tegenstelling tot de benauw de met roet bezwangerde mist van Rio. Het silhouet van Brasilia wordt, an ders dan dat van Rio, bepaald door met behoorlijke tussenruimten opge trokken gebouwen. De flatgebouwen zijn gescheiden door brede grasperken waar kinderen veilig kunnen spelen. Een van de schaduwzijden van Bra silia is, dat de stad ver verwijderd blijft van „alles". De stad was gedacht als een magneet om de Brazilianen weg te trekken van de kuststrook, die eeuwen lang de grote massa van de bevolking van het land heeft geabsor beerd. Als het ministerie van Buitenlandse Zaken inderdaad, zoals door hoge autoriteiten is aangekondigd, het ko mende jaar verhuist en de ambassa des volgen, kan het embryonale nacht leven enigermate tot ontwikkeling ko men. Uit een officiële gids van de hoofd stad blijkt, dat deze vijf discotheken, een schouwburg, een handvol bioscopen en ongeveer een dozijn restaurants be zit, over geen van welke laatste de Guide Michelin zich druk behoeft te maken. De burgemeester van Brasilia, Wad- jo Gomide, verwacht, dat als de 73 landen, die diplomaten met Brazilië uitwisselen, de hunne naar Brasilia la ten verhuizen, hun uitgaven meer dan een kwart miljoen dollar per niaand in de plaatselijke detailhandel zullen pom pen. Tot dusverre hebben alleen Tsjecho- Slowakije en Joegoslavië ambassades in Brasilia gebouwd. De V.S. hebben er een beperkt aantal ambtenaren in gehuurde kantoorlokalen. Van andere landen geldt hetzelfde. Alle hebben plannen om nieuwe kanselarijen en ambtswoningen te bouwen, maar zij schijnen niet te willen verhuizen vóór de Brazilianen zelf Rio de Janeiro ge heel verlaten. „Pas als ze de golfbaan in Brasilia voltooien, zal men er zeker van kunnen zijn, dat de stad de diplomatieke hoofd stad van het land zal worden", merk te een journalist op. oogje in het zeil. Ook acht leden van de republikeinse garde in vol ornaar blijven de wacht houden. Het bewakingsplan voor het Elysée dateert uit 1939. Een compagnie van de stadspolitie (tachtig man) werd hiervoor aangewezen. Pompidou wenst nu een veel minder opvallende bewa king en hij heeft dit de politieprefec- tuur laten weten. Tevens heeft hij de prefectuur een soepeler regeling gevraagd bij offi ciële bezoeken, zodat niet elk ogenblik al het verkeer in de binnenstad behoeft te worden stilgelegd. In het Elysée gaat ook het een en ander veranderen. Vooral in de parti culiere vertrekken, waarvan mevrouw Pompidou zich liet ontvallen: „Het was net of je de kamer van een Engels ho tel binnenkwam." Zij wil aan deze twee grote salons, de twee slaapkamers en de twee bad kamers, die tussen de Rue de l'Elysee en het park liggen, een grotere warm te en intimiteit geven. Niet langer meer de grote imposante luchters of wandlampen met al te helder licht, maar staande lampen, hier en daar neergezet met veel indirect licht. Weg met de empire stoelen en Louis XV-fauteuIls, die elkaar niet-begrijpend stonden aan te kijken. Ze worden ver vangen door grote canapés met zach te kussens en lage tafeltjes. Niet lan ger meer witte of heldere muren, maar warme kleuren, die de talloze moderne schilderijen beter tot hun recht doen komen. De familie Pompidou bezit een schit terende collectie, die thans nog in het huis aan de Quai de Bethune hangt. Met uitzondering van Max Ernst, die mevrouw Pompidou in een salon heeft neergehangen om deze tenminste een beetje kleur te geven. Mevrouw Grandsaigne, die reeds de ambtswoning van de premier had inge richt in de tijd, dat Pompidou minis ter-president was, zal met de hoofd architect van het paleis alle noodzake lijke veranderingen uitvoeren waarvoor Pompidou zijn vrouw alle volmachten heeft gegeven. Behalve voor de badkamer van de president. ,„Die neem ik zelf voor mijn rekening", heeft Pompidou laten we ten. Ook in de vrijwillige opsluiting te Co- lombey les-deux-Eglises waarin De Gaulle zijn vakantie doorbracht, zal Pompidou zijn voorganger niet volgen. Hij wil zijn vakantie doorbrengen te midden van .zijn onderdanen. Het liefste zou hij, en vooral zijn vrouw Claude, dit doen in het mondai ne Saint-Tropez. Dit zou hem echter door de meeste Fransen kwalijk wor den genomen. Hoewel niet zo overdreven als De Gaulle, dient volgens hen een Franse president toch een zekere waardigheid aan de dag te leggen. De Pompidous zoeken dus nu een vil la aan de Cóte d'Azur, waar zij hun zomervakanties kunnen doorbrengen. Het is zeer goed mogelijk, dat zij het Fort de Zregancon, bij Toulon, hier voor krijgen. Dit liet De Gaulle indertijd in orde maken om er zijn eerste vakantie bui ten Colombey door te brengen. Door de gevolgen van de mei-revolutie is hier nooit iets van gekomen. Al deze zuiver menselijke zorgen wijzen erop, dat Pompidou zich op een veel humaner standpunt plaatst dan De Gaulle en dat hij tenminste even veel rekening wil houden met de Fran sen als met Frankrijk. Daarom heeft Pompidou zijn pre mier, Chaban-Delmas, gevraagd een minister te benoemen, die als „mense lijk radar" zal moeten functioneren. Hiervoor is Jacques Baumel, oud-secre taris van de gaullistische partij, geko zen. „Ik beschouw mijzelf als minister, die belast is met de openbare mening", zei Baumel van zichzelf. „Voor de eer ste maal heeft de regering opdracht gegeven om naar de Fransen te gaan luisteren, om te trachten hen te begrij pen en te weten te komen, wat zij den ken over bepaalde problemen. Daarom zal ik beginnen de verhou ding tussen de regering en haar bur gers, tussen de ambtenarij en de Fran sen te verbeteren. Daarvoor zal ik het gehele land doorkruisen en contacten opnemen met alle lagen en standen van de bevolking." Tevens heeft hij opdracht gekregen om voorgoed een einde te maken aan de drukkende bureaucratie. tallige regering en van het civiele en militaire huis, maar zal alleen mee brengen zijn premier, Chaban-Delmas en de regeringswoordvoerder, Louis Hamon. Wel zal ook deze persconfe rentie per radio en televisib worden uitgezonden. - Pompidou wil voor alles, dat men zich met en bij hem op zijn gemak voelt. Daarom heeft hij via zijn minis ters opnieuw vriendschappelijke ban den met het parlement en de senaat aangeknoopt. Dit was vooral frappant ten aanzien van de senaat, die De Gaulle vier jaar lang genegeerd had. Hij had zelfs zijn ministers verboden er heen te gaan. Nu bracht premier Chaban-Delmas niet alleen een be leefdheidsbezoek aan diens voorzitter, Poher, maar tijdens de regeringsver klaring in de senaat zaten er niet min der dan zes ministers in de regerings- banken. Daarom heeft Pompidou ook mense lijker normen aangelegd voor de minis terraad. Onder De Gaulle was het ten strengste verboden om te roken. Als enige verfrissingen stonden er hier en daar wat karaffen water, waaruit men af en toe een slokje mocht nemen. Het bureau van ex-president De Gaulle, stijl Louis XV. Daarom venwonderde het ook geen van ons, toen Pompidou besloot de vorm van de persconferentie te veran deren. Onder Dë Gaulle kon men nau welijks meer van een persconferentie spreken. Dit was meer een voordracht voor de pers, die door de aanwezigheid van talloze gaullistische supporters nauwe lijks ruimte had om vragen te stellen en de antwoorden te noteren. Uiteraard behandelde De Gaulle de belangrijke problemen van dat ogen blik, waarover natuurlijk vragen wa ren gesteld, in een van te voren gepre pareerde en van buiten geleerde rede voering. Al te vaak gaf hij antwoord op niet gestelde vragen, of vergat hij duidelijk gestelde vragen te beantwoor den. - N Daarin komt nu verandering. Pom pidou zal eenmaal in de zes weken een persconferentie houden voor een gese lecteerde groep journalisten, die dan gewoon vragen kunnen stellen en hier op antwoord ontvangen. Pompidou zal zich hierbij niet hullen in de illustere aanwezigheid van de vol- Bij de eerste ministerraad onder Pompidou vonden de ministers op de tafel enkele plateaus met verschillen de soorten sigaretten en in de hoek van de salon Murat, die vroeger alleen voor kleinere ontvangsten werd ge bruikt, maar die in het vervolg als zaal voor de ministerraad zal dienen, stond een tafel met nlet-alcohlische verfrissingen. Het is duidelijk, dat Pompidou alles in het werk stelt om de kilte, die vroe ger uit het Elysée kwam, te verdrij ven en te vervangen door de warmte, die altijd van hem en z'n vrouw is uit gegaan. Daarom zal de bewondering, die Frankrijk bezat voor De Gaulle, wel licht veranderen in vriendschap voor Pompidou. Het is echter nog niet te zeggen, welke van de twee het langst zal duren. DEN HAAG Moet dat nu zo? Dat was de eerste reactie van mr. L. G. van Reijen, directeur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (V.N.G.) op een geharnaste brief, die de regering vorige week aan alle Nederlandse ge meenten heeft gestuurd. In deze brief werden 343 gemeentebesturen te kijk gezet als colleges, die te veel bijstand uitkeren aan arme mensen waardoor de rijkspost voor sociale zorg onrustbarend groot wordt. Volgens het kabinet is nu de grens bereikt en zullen de gemeenten zich in hun bijstandsverlening moeten gaan beperken. Mr. Van Reijen: „De post sociale zorg is inderdaad zeer snel duizeling wekkend hoog geworden. Maar je kunt gemeentebsturen die bij hun steun verlening rekening houden met de steeds maar stijgende kosten van le vensonderhoud, geen verwijt gaan ma ken. Uiteindelijk schrijft de Bijstands wet voor, dat het Rijk de middelen be schikbaar stelt en dat de gemeenten vrij zijn in het vaststellen van de uit keringen". Om er voor te zorgen, dat niet iede re gemeente zomaar op eigen houtje aan steunverlening ging doen, heeft staatssecretaris v. d. Poel (C„ R. en M.) in 1968 een zogenaamde adviesuit kering opgesteld. Alle gemeentebestu ren is toen verzocht zich aan deze norm te houden. Maar 343 van hen (waaronder vele grote gemeenten met in totaal zestig procent van alle bijstandtrekkenden) lappen de norm aan hun laars en be talen meer. Bij de berekening van de bijstand wordt uitgegaan van het minimum loon. De door het rijk geadviseerde bijstandsnorm stelt 95 procent van het minimumloon als maximumbedrag; de gemeenten, die er zich niet aan hou den, betalen honderd procent. Die vijf procent méér hakt er flink in. De dit jaar uitgetrokken 750 mil joen gulden voor bijstandsverlening zal enorm worden overschreden als er niet snel wat wordt veranderd. Mr. Van Reijen verwacht al een bedrag in de buurt van de 850 miljoen gulden. Hoe moet dit probleem nu worden opgelost? Voor de directeuren van so ciale diensten, de instellingen die de bijstand uitkeren, ligt de zaak nogal eenvoudig. Mr. v. d. Brink, directeur van de landelijke vereniging van directeuren van sociale diensten: „We moeten zo snel mogelijk naar een uniforme ba sisregeling. Of dat nu de honderd-pro centregeling van die 343 gemeenten of de 95-procentregeling van het Rijk moet zijn, laat ik buiten beschouwing. Maar er moet snel een einde komen aan de verschillen in bijstnadsuitkerin- gen. Het publiek begrijpt er niets van, dat in gemeente A meer bijstand wordt uitgekeerd dan in de tien kilometer verder gelegen gemeente B. De Divosa pleit allang voor een uniforme rege ling, maar vele gemeentebesturen wil len er niet aan". Minister Klompé heeft in maart van dit jaar eens precies laten nagaan hoe veel gemeenten nu volgens de rijks normen, hoeveel er méér en hoeveel er minder betalen. Het staatje is nogal onthullend: 515 gemeenten van de 940 betalen precies volgens de rijksnorm (de zoge naamde 95-procentregeling), 343 ge meenten betalen méér (de honderd- procentregeling), 45 gemeenten trek ken zich ook niets van de rijksnorm aan maar betalen minder en van 37 gemeenten is op het ministerie niet be kend hoe zij nu eigenlijk hun bijstands uitkeringen berekenen. Nederland telt op dit ogenblik bijna 130.000 mensen, die op de een of an dere manier van de bijstand leven. Ook de regering streeft naar een zeer uni forme uitkeringsberekening en heeft daarvoor een werkgroep ingesteld. Maar terwijl de groep nog studeert, hebben de ministers alvast zelf inge grepen. En als de gemeentebesturen de re geringsopdracht opvolgen, betekent dat, dat bijna tachtigduizend bijstandstrek kers voortaan minder geld zullen krij gen. DEN HAAG Staatssecretaris M. J. Keyzér heeft aan de gemeenten Ensche de, Voorschoten en Den Haag een rijks bijdrage toegekend voor het treffen van belangrijke voorzieningen voor 't open baar vervoer. Enschede krijgt 2,3 mil joen voor het aanleggen van een bus station met aansluitende wegen. Voor schoten krijgt 200.000 gulden voor het aanleggen van een parkeergelegenheid en een voetgangerstunnel bij de weer in te stellen N.S.-halte Papelaan en aan Den Haag werd 218.500 gulden toe gewezen voor het maken van een vrije baan voor het openbaar vervoer op de Loosduinseweg. NIJMEGEN Een van de drie hoogleraren, die zitting gaat nemen in het driemans-rectoraat van de katholie ke universiteit van Nijmegen, zou als voorwaarde hebben gesteld gratis ver zekerd te willen worden tegen eventue le gevolgen van studentenacties. Dit is door de waarnemend rector- magnificus, prof. Duynstee, op een cu ratorenvergadering gezegd. Het regle ment zou hiervoor moeten worden ge wijzigd, maar de curatoren voelden hier niets voor. Het is logisch, dat de Sociaal-Economische Raad de inflatie wil bestrijden, maar waarom moet dan weer precies de huurverhoging de kwade pier worden? Dat is de reactie van de bouwwereld op het voorstel van de SER om volgend jaar de huurverhoging van zes procent uit te stellen om o.a. daardoor het da gelijks bestaan betaalbaar te houden. De Raad van Bestuur Bouwbedrijf, overkoepelend orgaan van aannemers en bouwbedrijven, staat pal achter mi nister Schut (Volkshuisvesting), die de Kamer heeft gezegd, dat de huurverho ging beslist moet doorgaan, omdat het een hoeksteen van zijn beleid is. Voorzitter ir. H. F. Prins van de Raad van bestuur: „Uitstel van de huurver hoging versnelt de verkrotting. Eigena ren zullen, als zij niet méér huur mo gen berekenen, groot onderhoud uitstel len. Vérder moeten de Rijkssubsidies op de woningbouw dan gedwongen hoog blijven. En ten slotte komt de conti nuïteit van de bouw volgend jaar en daarna ernstig irn gevaar. Neen, minis ter Schut heeft groot gelijk als hij daar niet van wil weten". Ondanks de tegenslagen in het begin van diit jaar is de raad van bestuur voorzichtig optimistisch over de moge lijkheden voor de minister om dit jaar inderdaad zijn 125.000 geplande wonin gen klaar te krijgen. „Wij werken momenteel op topcapa citeit; er loopt vrijwel geen bouwvakar beider meer zonder werk". Het aantal in aanbouw gekomen woningen loopt goed in de pas met het schema. En de achterstand in het aantal gereed geko men woningen is nog wel in te halen. Maar dan moeten er natuurlijk geen gekke dingen gebeuren", aldus ir. Prins. Welke factoren kunnen de bouw dit jaar belemmeren? Ir. Prins: „Allereerst het weer. Daar wondt nogal eens smalend op gerea geerd, maar toch is het zo. In de maand februari hebben we bijna niets kunnen doen, omdat het zo kwakkelde. Het was geen weer om thuis te blijven, maar ge bouwd kon er ook niet worden, omdat het dan weer net begon te vriezen of glad werd". „Verder worden Vergunningen nogal versnipperd uitgegeven. Je kan sneller duizencf woningen bouwen in de stad Groningen dan duizend in kleine plukjes verspreid over de hele provincie. Ten derde blijkt nogal eens dat de start van de bouw wordt belemmerd doordat de gemeenten hun grond nog niet goed bouwrijp hebben kunnen ma ken. Dat hangt nauw samen met de fi nancieringsproblemen van de gemeente besturen. En ten slotte wordt het geld steeds maar duurder, waardoor het moeilijk wordt tegen betaalbare bedra gen geld aan te trekken. Het CBS heeft geconstateerd dat de produktiviteit per bouwvakarbeider flink is teruggelopen. Ir. Prins: „Die stelling gaat niet op. Ik bestrijd de cijfers van het CBS. De bouwvakarbeiders zijn tegenwoordig langer bezig met de woningen omdat er hogere eisen aan de kwaliteit worden gesteld. Een muur afspuiten met plastic kost aanmerkelijk minder uren dan het betegelen van dezelfde muur. Het C.B.S. beweert, dat het deze factor bij de berekeningen incalculeert, maar dat lijkt me gewoon onmogelijk. Wat ook wel eens vergeten wordt is, dat hoogbouw meer uren vergt dan verge lijkbare laagbouw. Hoe komt dat dan? Ir. Prins: „De aangeboren gemak zucht van de mens verplicht ons tot het Ir. H. D. Prins is sinds 1 januari 1969 voorzitter van de Raad van Bestuur Bouwbedrijf. Hij werd op 16 april 1906 in Zaandam geboren, studeerde weg- en waterbouw in Delft en werd in 1930 ingenieur. In het dagelijks leven is hij voorzitter van de raad van bestuur van de Verenigde NBM-bedrijven, een fir ma die zich bezig houdt met de bouw van wegen, fabrieken en wo ningen. Sinds 1956 is ir. Prins voor zitter van de Nederlandse Vereni ging van Wegenbouwers. Zijn hob by's zijn toneel, muziek en wande len in Zwitserland. neerzetten van een personenlift om naar het werk op hogere etages te gaan. Als u eens wist hoeveel manuren verloren gaan met het wachten op die lift..." Maakt u zich zorgen over de woning bouw? Ir. Prins: „Voor ons is het belangrijk ste probleem de verzekering van de con tinuïteit van de bouw. Of je dit jaar nu precies 125.000 woningen klaar krijgt of 3.000 minder is voor ons niet zo erg in teressant. Maar wat ons hooglijk inte resseert is of er ook in de volgende ja ren nog voldoende gebouwd kan worden om alle bouwvakarbeiders aan de gang te houden. Daarom staan wij ook vier kant achter de plannen van minister Schut om het krottenvraagstuk flimk aan te pakken. „Wil dat probleem goed aangepakt worden, dan mag de huurverhoging niet worden uitgesteld. Het is nu al moeilijk voor de eigenaren om hun woningen te onderhouden. Onthoud je deze mensen de huurverhoging dan zal onmiddellijk op het onderhoud worden beknibbeld en komen er meer krotten in plaats van minder". Bovendien betekent uitstel van de huurverhoging een extra belasting voor de rijksbegroting doordat de bouwsub- sidies dan ook moeten worden uitge steld. En het uit deze subsidies vrijkomende geld moet juist worden gebruikt voor de zo noodzakelijke krotopruiming". Acht u het optimisme van minister Schut gerechtvaardigd? Ir. Prins: „Zeker. Wij delen zijn ar gumenten. Maar nogmaals: Dan moe ten er geen gekke dingen gebeuren. Daarbij komt dat aannemers en bou wers van nature optimistisch zijn. Als we pessimistisch worden blijf je in onze sector nergens. Hoe verklaart u de stijging van de bouwprijzen met twaalf procent? Ir. Prins: „Grotendeels een gevolg van de BTW. Wij hebben eind vorig jaar uitdrukkelijk gevraagd om een speciaal tussentarief van acht procent voor de bouw. Maar het is de volle twaalf pro cent geworden. Wij hebben de regering voor de gevolgen gewaarschuwd en zij blijven niet uit". Bent u tevreden over het bouwbe leid van minister Schut? Ir. Prins: „Wij staan achter zijn doel stellingen en delen zijn optimisme. Maar het bouwbeleid wordt meer als een po litiek dan als een economisch vraagstuk behandeld en daarom vragen wij ons wel eens af of hij hard genoeg kan vech ten om zijn doel te bereiken".

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 6