EEN ONOPGELOST RAADSEL VAN
EEN MOGELIJK DRAMA TISCH
GEBEUREN IN DE PRE-HISTORIE
Opmerkelijke vondst
2e eeuwse woning
Dank
ALGEHELE RADICALE
OPRUIMINGS-VERKOOP
39.-
45.- 69.-
89.-
B0NTMANTELS
10,20,30,40% korting
door
Adriaan P.
de Kleuver
Politie blust
autobrand
Barneveld
Stam
Vierkant
Gebakken
Geschikt
Opbl
oei
Belang
Veiling Zaltbommel
Cultuui
ZOMERMANTELS - MANTELKOSTUUMS
BROEKPAKKEN - JAPONNEN
MANTELS met bijpassende japonnen
REGENMANTELS enz. enz.
WINTERMANTELS
Lange nertskopmantel 795.
Mevr. J. COLLEWIJN (mannequin)
Pagina 5
DINSDAG IS JULI 1969
Het was op een regenachtige dag
in oktober 1967 dat bij Rhenen een
aantal archeologen koortsachtig
als mollen in de grond aan het werk
waren. De heer Bart de Kroon zou
ter plaatse een garage bouwen, en
het is aan hem te danken, dat de
ze ontsluiting kon plaats hebben. De
gehele staf van de R.O.B. te Amers
foort, de adjunct-conservatrice van
het museum Flehite, eveneens te
Amersfoort, de onvermoeibare man
die bij deze ontsluiting de leiding
had, onze medewerker Adriaan P. de
Kleuver, zij allen zijn de heer Kroon
uiteindelijk veel dank verschuldigd.
Hij zette het grondwerk voor de
garagebouw tijdelijk stop. Het duur
de ruim anderhalf jaar voor men bij
de R.O.B. met het onderzoek van
het gevondene gereed was. De we
tenschappelijke waarde is niet in
woorden uit te spreken. Mevrouw
Hejjenga-Klomp, adjunct-conserva
trice van Flehite, bracht 't als volgt
onder woorden: „Wij zijn allen de
heer De Kleuver nog dagelijks dank
baar voor het telefoontje, waarin hij
dringend onze hulp inriep. Ook de
vriendelijke heer De Kroon, die tel
kens met belangstelling onze ver
richtingen volgde. Deze mensen heb
ben zéér wel begrepen dat hier iets
uitzonderlijks aanwezig was. Het is
in én woord geweldig." In afwach
ting van de wetenschappelijke ver
handeling in de vaktijdschriften
door prof. Van Es, directeur van het
R.O.B. schreef onze medewerker
Adriaan P. de Kleuver reeds nu over
zijn bevindingen en indrukken.
RHENEN'S OUDSTE HUIS
TOTAAL VERBRAND
Een enkele keer is het ons vergund eens een blik in de schoot van Moeder
aarde te werpen. Veelal gebeurt dat op het onverwachtste moment en op
plaatsen waar het niet voor mogelijk wordt gehouden. In en om Rhenen moet
men echter steeds op onverwachte ontdekkingen bedacht zijn. Zo ook in ok
tober 1967 toen een woning aan de Rijksstraatweg werd afgebroken omdat
de heer B. de Kroon ter plaatse een garage wilde laten bouwen. De oude
beerput moest verdwijnen en daartoe groeven arbeiders van de fa. De Kroon
een diep gat aan het einde van de glooiende tuin. Als dat niet was gebeurd,
dan waren wij nog even ver als toen. Al gravende werden vreemdsoortige stuk
ken steen en scherven van aardewerk aangetroffen. Een telefoontje riaarZand-
str. 35 was voldoende voor me om mij daar spoorslags naar toe te begeven. Wat
er lag was ..gebakken" huttenleem en zéér merkwaardig schervenmateriaal.
Onmiddellijk begreep ik dat dit een vondst van betekenis was. Van hóé grote
betekenis weten wij nu pas.
Bart de Kroon heeft na het ontdek
ken van de Frankische necropool op
de Donderberg bij Rhenen nu niet di
rect zulke fijne ervaringen opgedaan.
Het door hem aangevangen werk werd
door de Rijksdienst voor het Oudheid
kundig Bodemonderzoek (ROB) onmid-
delijk stopgezet. Het bodemonderzoek
ging vóó. Maar Bart de Kroon is er
nou óók weer de man niet naar om
kwaad met kwaad te vergelden. Hij
vroeg mij of ik er kans voor zag met
drie a vier dagen „het spul" er uit te
krijgen. Twee arbeiders van hem kon
den helpen. In allerijl charterde ik nog
een paar belangstellenden. Op een ze
ker moment zat ik met de handen in
het haar. De manier van werken deug
de niet. Een hele morgen besteedde ik
om een grote, zachtgebakken pot uit
de grond te krijgen. Op het eerste ge
zicht leek die zo gaaf. Maar ze kwam
er aan wel vijftig stukken uit. Zo iets
kan men prachtig restaureren.
Een brede strook grond bleek bezaaid
te liggen met scherven van een zeer
typische aardewerkvorm met voor mij
tot nu toe vrijwel onbekende versie
ringen. De wijze van versiering maan
de mij tot grote voorzichtigheid. De
heer De Kroon had er nadrukkelijk bij
gezegd dat hij in dit geval op eigen
grond beslist de R.O.B. er niet bijge
haald wilde hebben. Ik ben eens met
hem gaan praten en zo is de adjunct
conservatrice van het museum Flehite
uit Amersfoort, mevr. Heijenga- Klomp,
met enige geroutineerde A.W.V.-leden
op komen dagen. Zij was direct en
thousiast en wat belangrijker was
zij had en passant van het R.O.B. een
machtiging losgepeuterd „dat het
mocht" en dus maar wéér bergen zand
verzetten. En de meegebrachte dozen
werden al voller en voller. Wat het al
lemaal was, daar hadden wij geen tijd
voor om naar te kijken. Een enkele
keer zei iemand „Romeins" en dan was
het een stuk terra sigillata.
vorm. De mensen bedreven land
bouw en veeteelt. Er werd een runder-
kies aangetroffen die aan een flinke
koe moet hebben toebehoord. Ze ver
bouwden graan, want wij vonden een
in stukken uiteengevallen maalsteen
van grijze bazaltlava. Precies eenzelf
de als er één in de groeve Vogelenzang
aan het licht kwam. Deze maalstenen
uit het begin van onze jaartelling kun
nen niet anders dan over de Rijn per
vaartuig uit de omgeving van Bonn zijn
aangevoerd. Deze cultuurvorm van het
tweede eeuwse Rh,enen uit wat ge
noemd wordt de Romeins-Bataafse tijd,
sluit niet aan op die van het volk der
Bataven. De Bataafse cultuurvormen
gingen op het laatst geheel op in de Ro
meinse cultuur. De eigenaardige Ba
taafse, inheemse pottenbakkerijen wer
den overvleugeld door het Romeinse,
véél sterkere pottengoed dat in werk
plaatsen die in het Rijnland gelegen wa
ren vervaardigd werd.
Vier dagen later was alles er uit
voor zover het de tuin van de heer De
Kroon betrof. Het bleek de hoek van
een groot vierkant huis te zijn. De „ge
bakken" huttenleem vormde al direct
een probleem. Had men de lemen wand
soms rondom met vuur bestookt? Dit
idee is nu wel van de baan. Daar heeft
in deze nederzetting een geweldige
brand gewoed. Wij dachten eerst aan de
al vermeiende Romeinen na de opstand
van Julius Civilis in 69/70 na Christus.
Maar het terra sigillata is van véél
oudere datum. Minstens uit 150 tot wel
200 na Chr. Kijk, en dat was nu zo
moeilijk. Je zat daar in Rhenen te
wroeten in woongrond uit de Ijzertijd.
Onbetwist! Maar de cultuur was totaal
onbekend. Vooral het nopjesmotief was
geheel nieuw, waar het meeste inlandse
ijzertijdkeramiek wel wat spatel- en
nagelindruk versiering vertoont. Onge
veer twintig jaar geleden vonden arbei
ders in de groeve van Vogelenzang een
dergelijke in scherven uiteengevallen
pot. De veronderstelling dat de gehele
heuvel-helling aan de Rijnkant bewoond
is geweest door een volkstam die, wat
de pottenbakkerskunst betreft, op een
zeer hoog plan stond en voortreffelijk
aardewerk produceerde is gerechtvaar
digd. Hierbij viel vooral op dat deze
mensen zo cultuur-eigen geweest zijn
dat van geen enkele beïnvloeding door
de Romeinse cultuur sprake is geweest.
Dus geen aansluiting bij de z.g. urr
nenveldenvolken van Veluwe en Bra
bant? Een volksstam die welhaast hon
derdvijftig jaar bij Rhenen gewoond
heeft en volkomen zichzelf bleef, wél
contact met de Romeinen had getui
ge vondsten van Romeins aardèwerk en
dikwandig glas maar gedurende die
tijd een geestelijke opgang vertoonde
die volkomen volkseigen bleef. Waar ter
wereld kwamen die mensen vandaan?
Vergelijking met gelijktijdig opgetre
den culturen in het oude Europa bracht
de oplossing. Deze mensen moeten de
lange reis van Denemarken via Slees-
wijk-Holstein naar de Rijn bij Rhenen
gemaakt hebben. Daar in het noorden
van Europa, ligt de bakermat van deze
merkwaardige cultuurvorm. En op de
teoop toe een hoogstaande cultuur-
Op de noordelijke oevers van de Rijn
tussen de Grebbe en Remmerden leef
de een zichzelf geheel eigen gebleven
Germaanse stam. Ze bakten hun eigen
aardewerk en versierden dat op geheel
eigen wijze. Het nabij toch zo gemak
kelijk te verkrijgen Romeinse aarde
werk bezaten deze mensen maar spo
radisch.
Het pronkstuk van de nederzetting
hebben wij ook te pakken. Een prachtig,
gladwandig stenen „vergietje" van oker
gele kleur. Waarvoor zal dat nu ge
bruikt zijn. Persoonlijk denk ik dat
men er zuur geworden melk in liet
uitlekken om van de dikke massa dan
een soort „hangop" te maken. Zulke
boerengerechten" zijn al zo oud als
de mensheid zelve. Dat het diende om
vruchten schoon te spoelen is óók een
idee, maar zó hygiënisch stel ik mij
toch dit volk niet voor. Het idee van
zure melk lijkt mij overtuigender.
Verder komt naast prachtig gladwandig
afgeschuurd aardewerk ook nog ruw-
wandig besmeten voor. Door de haast
waarmede gewerkt moest worden zijn
de profielen helaas niet voldoende be
studeerd om nu te weten of een en an
der uit verschillende woonlagen afkom
stig is. Waar deze opgraving evenwel
slechts de hoek van de woning uit de
tweede eeuw betrof is de kans nog
groot dat in de toekomst nog eens het
naar het oosten aanwezige gedeelte na
der onderzocht kan worden.
Hoe zo'n tweede eeuwse „boerderij"
er uitgezien heeft kunnen wij ons even
wel goed voorstellen. Er werden vlecht
werken van rondhout gemaakt, stok
ken dus, waarop en er tussen leem
(géén klei) gestreken werd, zó lang tot
een „muur" van ca. 7 a 8 cm dikte
verkregen was. De hoeken van zulk
een huis waren extra versterkt. Als
dakbedekking zal riet of stro gebruikt
zijn en in ons geval moeten wij ons
voorstellen dat het dak vanuit het
hoogste punt schuin naar beneden hel
de en zo'n woning in feite wat voorko
men betreft in niets zich onderscheidde
van een normaal dak als het oude ar-
beidersbloktype. De stookplaats is nog
niet „gevonden"; die zit dus nog in
het „vervolg" van het huis. Veelal lag
die centraal met een rookgat in het
dak er boven. Ontstane vorstspleten of
ook wel door wolkbreuken ontstane be
schadigingen van de leemwanden wer
den uiteraard opgevuld of bijgewerkt.
Van schuren en stallen weten wij nog
niets. Ze moeten vanzelfsprekend aan
wezig zijn geweest.
Er is daar bij Rhenen genoeg te
doen. De „gebakken" toestand van het
woonhuis kan mogelijk wel tot een hal
ve meter hoogte tot stand zijn geko
men. Men bedenke dat het gehele dak
brandend naar beneden kwam en een
felle brandhaard vormde die nog lang
nasmeulde. Na uiteenvallen van de nog
overeind staande benedengedeelten
werden deze later door van de helling
naar beneden komend spoelzand bedol
ven met de restanten van het unieke
aardewerk. Vervolgens werd daar eeu
wenlang tabak geteeld. De tabaksak-
Aardewerkpot, kerfsnedestijl uit ca.
700 v Christus. Vindplaats Hallstatt.
kers werden van boven naar beneden
geploegd en zo is naar de rand van
het hellend vlak van de Utrechtse heu
velrug ter plaatse ca. twee meter
grond verplaatst. Vandaar dat deze ne
derzetting bij Rhenen, die oorspronke
lijk uiteraard aan de oppervlakte lag,
zo diep zit. Prof. dr. Van Es, direc
teur van de ROB, betreurt het nu zéér
dat wij daar dagenlang hebben geploe
terd nu er zulke eclatante verrassingen
geboekt zijn. De hoogleraar zal over
de wetenschappelijke waarde van ee'zn
de wetenschappelijke waarde van onze
vondsten persoonlijk een publikatie ver
richten.
Naast de constatering dat dit zo zeld
zame, tot nu toe oudst bekende huis
van Rhenen de continu-bewoning
ter plaatse kan van ca. 80 tot 200 na
onze jaartelling berekend worden
door brand verwoest werd meen ik bo
vendien dat het moedwillige vernieling
betrof. Doordat alles, tot de maalsteen
toe, in stukken lag, veronderstel ik dat
in het huis alles kort en klein geslagen
werd. Een nog onopgelost raadsel van
een mogelijk dramatisch gebeuren in
de ^prehistorische tijd van Rhenen. De,
nog gavë zachtgebakken pot lag buiten
het huis. De bènédenste woonlaag be
vatte ook talrijk schervenmateriaal van
wat ik zou willen noemen de .goedkoop
ste" soort, waarbij ik denk aan wegge
worpen gebroken potten en pannen.
Een ander probleem is waar deze
mensen hun doden begraven hebben.
Bij deze nederzetting behoort onbetwist
een urnenveld. Het bijzetten in grafheu
vels is uit deze periode niet te verwach
ten. Men veraste de gestorvenen en de
crematieresten werden in een urn aan
moeder aarde toevertrouwd. Men re
kent de Ijzertijd van 600 voor onze
jaartelling tot ongeveer het prille begin
van de eerste eeuw. In dit Rhenense ge
val heeft de IJzertijdcultuur nog een
belangrijke verlenging. Wij zagen reeds
dat het tevens een zeer cultuurgebon
den volk was dat bij en hoogstwaar
schijnlijk zelfs in Rhenen woonde.
Bijzonder in dit geval is dat nu eens
het omgekeerde het geval was van
wat regel is. Veelal zijn wel de graven
bekend en niet de woonplaatsen. Wan
neer ooit het bijbehorende urnenveld
gevonden wordt zal men het beslist ge-
In het museum ,,Nairac" te Barne-
veld is deze Veluwse klokbeker te
bezichtigen uit ca. 1700 v. Chr. De
klokbeker werd gevonden bij ,,De Ze
ven Bergjes" in Voorthuizen.
makkelijk herkennen aan de kerami
sche produkten die van de geëigende
makelij moeten zijn.
In en om Rhenen zal men altijd op
zijn hoede moeten zijn waar het archeo-
logica kan betreffen. De hoge rand
langs de rivier met het uiterwaard als
weidegebied was immers uitermate ge
schikt voor vestiging. Alles kon men
daar doen. Landbouw, veeteelt en visse
rij uitoefenen. Hout voor woningbouw
was aanwezig. Een idealer woonoord
bestond er niet. Uit niets blijkt dat dit
arme mensen waren. De cultuurvoor
werpen wijzen zelfs op een bepaald be
schavingspatroon.
Omdat ik steeds over de Ijzertijd ge
schreven heb, zou men kunnen ver
wachten dat ook ijzeren voorwerpen ge
vonden zijn. Maar wij konden slechts
één ijzeren gesp bergen. Toch hebben
deze mensen met uit ijzer vervaardigde
werktuigen omgegaan. Die zullen bij
het vluchten op karren geladen zijn.
Dergelijke kostbaarheden kunnen ook
door de indringers geroofd zijn. Ook
werden gejen .sieraden gevonden. Uiter
aard ook j, meegenomen of geroofd.
Slechts een dun uitgeslagen en door
verwering vvMjrökkeld Stukje brons
vonden wij. Het zal eens tot de siera
den van een vrouw behoord hebben.
Wij zijn direct naarstig aan het be
studeren geslagen van de literatuur
over het aardewerk uit de Ijzertijd.
Dit vooral om aan te kunnen tonen dat
de Rhenense aardewerkvondsten zo
uniek zijn. Men kan niet zeggen dat het
vervaardigen van aardewerk zo oud
als de mensheid zelve is. De mensen
uit de tweede eeuw bij Rhenen gebruik
ten b.v. de draaischijf niet eens. Toch
is het knap werk. Onze bewoners van
de diluviale gronden zijn allen meester
lijke pottenbakkers geweest. Het hunne-
beddenvolk maakte prachtige potjes en
urnen (omstreeks 2500 v.o.j.t.).
De standvoetbekers van de Veluwse
jonge Steen tij dbewoners werden al ver
sierd door aan de buitenzijde een ineen
gedraaid koordje te winden (touwbe-
kers) en een weggegooide visgraat in
spireerde tot het ingestoken visgraat
motief. Hoogtepunt is de prachtige en
opmerkelijk gave klokbeker van Ve-
luws-type die in 1951 bij „De Zeven
Bergjes" onder Voorthuizen gevonden
werd. De versiering is zorgvuldig aan
gebracht. Met de komst van het brons
ging de ambachtelijke pottenbakkers
kunst deels ten gronde. De z.g. Hilver
sum- en Drakenstein-urnen zijn groot,
grof en dik-wandig met als enige ver
siering wat vingertop-indrukken op en
onder de rand.
De ijzertijd bracht een culturele op
bloei. In de vroege ijzertijd de kerfsne
destijl van Hallstatt (Oostenrijk), in
de latere periode gevolgd door de La
Tène cultuur, omstreeks 400 v.o.j.t.
eveneens in de omgeving van Hallstatt.
De dragers van deze cultuur waren Kel
ten. Helaas is uit deze periode bij ons
weinig bekend. In het museum Nairac
te Barneveld bevinden zich enige gro
te urnen uit het urnenveld bij Boescho-
ten die nauw aansluiten bij de traditio
nele Hallstatt-vormen. Ook in 't Streek
museum te Rhenen is iets aanwezig
wat in deze Richting vrijst; En dan valt
als het ware de stilte over deze hoge
zandgronden., Schijnbaar! Er moeten
tusséir de^'BVonstijdnederzettirtg, vorig
jaar door onze ijverige amateur-archeo
loge mevr. Delfin te Eist ontdekt, én
de tweede eeuwse nederzetting bij Rhe
nen, die zulk een opmerkelijke cul
turele opbloei vertoonde, meer bewo
ningen geweest zijn.
In het Streekmuseum te Rhenen is
aardig wat uit de Bronstijd aanwezig.
En van de zijde van het museum Fle
hite is aan mej. Aleyd van de Bunt een
collectie uit de tweede eeuwse woning
van Rhenen toegezegd. Het wachten is
nu maar op vondsten die de leemte tus
sen de Bronstijd van Rhenen en de
tweede eeuwse bewoning opvullen. Zo
iets kan onverwachts ontdekt worden.
Dan is er weer een volgend pro
bleem. Wat was er in en om Rhenen
tussen de tweede eeuw en de vierde
eeuw? Het beroemde Frankische graf
veld op de Donderberg, dat merkwaar-
ligerwijs recht tegenover deze twee
de eeuwse woning lag, vangt aan in de
vierde eeuw. Het is geweldig interes
sant als de oude Rhenense bodem eens
iets van haar geheimen los laat. En
het is ook bijzonder fijngevoelig wat
de heer B. de Kroon deed. Dat getuigt
van liefde voor het verleden. Zonder
zijn niet genoeg te waarderen mede
werking waren wij nog even ver als
toen ik op mijn twintigste jaar op die
zelfde plek liep het gesloopte huis
werd bewoond door familie niet be
seffende wat onder mijn voeten aan
wezig was. Met dat al ziet men maar
weer dat het daar in Rhenen oppassen
geblazen is.
Het pronkstuk uit de tweede-eeuw-
se nederzetting bij Rhenen. Fraai
gladwandigokergeel, potje met door
boorde zeejbodem. Het is het type van
een kogelpotje.
calvinistische levensbeginsel van b.v.
Veenendaal onderging de laatste decen
nia een fikse dreun die zich aftekent
bij de „doordenkers" van de oude stam.
Het is nü allerminst zo als bij het
tweede eeuwse Rhenen dat een zich
daar vestigende stam van zuiver noor
delijk Germaanse origine temidden van
het overheersende karakter van de Ro
meinse cultuur zich op bewonderings-
waardige wijze cultureel handhaafde.
Ja, om het maar eens met de klassieke
woorden, die alle eeuwen door geklon
ken hebben, te zeggen: tot de dood er
op volgt! Mijn bewondering voor die
tweéde eeuwse bevolking van' Rhenen
gaat vooral dr naar daar naar uit. Wij
weten niet waarheen ze gegaan zijn. Ze
zijn misschien wel uitgemoord. Dat zou
deze vondst bovenmate dramatisch ma
ken.
RHENEN Op de hoek Nieuwe
Veenendaalseweg-Herenstraat raakte de
personenauto van de Rhenenaar O. in
brand. Op hetzelfde moment naderde
de surveillancewagen van de rijkspoli
tie. Met een snelblusser uit de politie
auto werd het vuur, dat al snel om zich
heen grwwo en geoaard ging met enor
me rookontwikkeling, gedoofd.
GESLAAGD
VEENENDAAL Vorige week slaag
den te Utrecht voor het diploma costu-
rnière de dames S. van de Haar en M.
Buitenhuis. Beide geslaagden ontvingen
hun opleiding van mej. C. Ploeg te Over
berg.
Prijsbericht van maandag 14 juli 1969.
Aardbeien met dop: AE 66-108, All
58-86, Bil 40-63, onges. 40-91 per doosje
van 250 gram.
Aardbeien zonder dop: Senga Senga-
na 130-133, overige soorten 124-128 per
kg.
Frambozen: I 100-105, II 21-65 per
doosje.
Kruisbessen: 16-33 per doosje.
Pruimen per stuk: Beauty 13-17, Gol
den Japan 13, Ontario 9-16.
Pruimen per kg: Golden Japan 165-
199. Ontario 136-205.
Rode bessen: I 31-39, II 18-33 p. doosje
Zwarte bessen: 40-50 per doosje.
Groenten: Vroege aardappelen: Bari-
ma I 15-32; Bonken 20-31; Kriel 3-12;
Dore I 27-33; Eerstelingen I 18-29, Bon-
kén 19-32; Saskia I 18-24 per kg; Andij
vie I 22-23, II 12-21 per kg; Bloemkool
6/40-67, 8 26-31 per stuk; Blauwe Capu-
cijners 135-146 per kg; Boskroten 28 per
bos; Bospeen 31 per bos; Bosuien 27-34
per bos; Doperwten 57-98 per kg; Kom
kommers 15-32 per stuk; Rode kool AI
28-39 per kg; Sla I 5-9 per stuk; Snijbo
nen I-II 199-231 per kg; Stamslabonen
I II 194-227 per kg; Tomaten: A 79-
89, B 75-87, C 71-74. CC 67 per kg; Tuin
bonen I 18-22, II 17-26 per kg; Waspeen
A 41-46 per kg.
BARNEVELD, 14/7 Coöp. Veluwse
eierveiling. Aanvoer 266.768 stuks, stem
ming vlot. Prijzen in f per 100 stuks:
Eieren van 51/52 g 8.10-8.52; 56/57 g 9.99-
10.16; 60/61 g 11.00-11.11; 64/65 10.75-
11.75.
BARNEVELD, 14/7 Vette-kalveren-
markt. Aanvoer 1120 stuks, handel rede
lijk. Prijzen le kwal. 3.60-3.80; 2e kwal.
3.45-3.55; 3e kwal. 3.25-3.40.
Van bijzonder belang voor de herin
deling van de in ons land onderscheiden
cultuurtijden is deze Rhenense vondst
zeker. Wat de vóór-Romeinse Ijzertijd
(600 tot 0 v.o.j.t.) betreft ontdekten wij
in Rhenen een typische voortzetting met
een lokaal getinte cultuurvorm, afge
spiegeld in voortreffelijke aardewerk
versiering.
Want al beschikten wij tot nu toe
slechts over schervenmatèriaal, de re
constructie van het type pot "of urn is
volkomen mogelijk. De leek heeft er
geen weet van wat men bij de ROB met
slechts een paar scherven weet op te
bouwen. De belangrijkste opgraving in
Z.O-Utrecht mag op het moment de
Frankische nederzetting bij Wijk bij
Duurstede zijn; bij Rhenen hebben wij
een nog véél onverwachter vondst ge
daan. Wij hebben kennis van een voor
ons land volkomen onbekend volk. Men
liet onze Ijzertijd-culturen zo graag uit
Moravië, Bohemen en het gebied van
de Alpën (Hallstatt en LaJFène) komen.
Er was inderdaad eeiwzeshonderd
jaar oude culturele binding met deze
zuidelijke Kelten aanwijsbaar. En er
waren (ook uit de vroegste periode van
deze Rhenense nederzetting bekend) in
vloeden van het dichterbij gelegen
Hannoverse-Westf ealse grensgebied
herkenbare in het ruwwandig, „besme
ten" aardewerk. Aan een uit het noor
den afkomstige cultuur dacht niemand.
Mensen brengen altijd hun cultuur
mede. En is die cultuur superieur aan
de plaatseigen cultuuruitingen dan ziet
men het in feite niet eens zo opmerke
lijke gebeuren zich afspelen dat die
oude cultuurvorm opgaat in de spe-
rieure nieuwe „aanwinst". Een diep in
gewortelde lokale, dus autochtone le
venstijl ondergaat altijd beïnvloeding
van iiet nieuw ingevoerde. Ook nü! Het
DOOR SPECIALISATIE
Slechts 10 dagen of eerder, zolang de voorraad
strekt, uitsluitend alle
weg er mee.
ALS EXTRA RECLAME
Een unieke allernieuwste collectie reeds voorgele-
verde
(180 stuks) w.o. camels, mohairs, tweeds, velours,
(dubbele waard)
(bijpassende nertshoeden) stola's, capes, krawat-
ten
Een voorbeeld uit vele
Grijp deze kans! Dit is' uniek! Dit komt nooit
weer
De goederen worden geleverd door
Verkoopadres REX.
Nachtegaalstraat 23 Utrecht
AANVANG DONDERDAG 17 JULI 1969