EEN ONOPGELOST RAADSEL VAN EEN MOGELIJK DRAMA TISCH GEBEUREN IN DE PRE-HISTORIE Opmerkelijke vondst 2e eeuwse woning Dank ALGEHELE RADICALE OPRUIMINGS-VERKOOP 39.- 45.- 69.- 89.- B0NTMANTELS 10,20,30,40% korting door Adriaan P. de Kleuver Politie blust autobrand Barneveld Stam Vierkant Gebakken Geschikt Opbl oei Belang Veiling Zaltbommel Cultuui ZOMERMANTELS - MANTELKOSTUUMS BROEKPAKKEN - JAPONNEN MANTELS met bijpassende japonnen REGENMANTELS enz. enz. WINTERMANTELS Lange nertskopmantel 795. Mevr. J. COLLEWIJN (mannequin) Pagina 5 DINSDAG IS JULI 1969 Het was op een regenachtige dag in oktober 1967 dat bij Rhenen een aantal archeologen koortsachtig als mollen in de grond aan het werk waren. De heer Bart de Kroon zou ter plaatse een garage bouwen, en het is aan hem te danken, dat de ze ontsluiting kon plaats hebben. De gehele staf van de R.O.B. te Amers foort, de adjunct-conservatrice van het museum Flehite, eveneens te Amersfoort, de onvermoeibare man die bij deze ontsluiting de leiding had, onze medewerker Adriaan P. de Kleuver, zij allen zijn de heer Kroon uiteindelijk veel dank verschuldigd. Hij zette het grondwerk voor de garagebouw tijdelijk stop. Het duur de ruim anderhalf jaar voor men bij de R.O.B. met het onderzoek van het gevondene gereed was. De we tenschappelijke waarde is niet in woorden uit te spreken. Mevrouw Hejjenga-Klomp, adjunct-conserva trice van Flehite, bracht 't als volgt onder woorden: „Wij zijn allen de heer De Kleuver nog dagelijks dank baar voor het telefoontje, waarin hij dringend onze hulp inriep. Ook de vriendelijke heer De Kroon, die tel kens met belangstelling onze ver richtingen volgde. Deze mensen heb ben zéér wel begrepen dat hier iets uitzonderlijks aanwezig was. Het is in én woord geweldig." In afwach ting van de wetenschappelijke ver handeling in de vaktijdschriften door prof. Van Es, directeur van het R.O.B. schreef onze medewerker Adriaan P. de Kleuver reeds nu over zijn bevindingen en indrukken. RHENEN'S OUDSTE HUIS TOTAAL VERBRAND Een enkele keer is het ons vergund eens een blik in de schoot van Moeder aarde te werpen. Veelal gebeurt dat op het onverwachtste moment en op plaatsen waar het niet voor mogelijk wordt gehouden. In en om Rhenen moet men echter steeds op onverwachte ontdekkingen bedacht zijn. Zo ook in ok tober 1967 toen een woning aan de Rijksstraatweg werd afgebroken omdat de heer B. de Kroon ter plaatse een garage wilde laten bouwen. De oude beerput moest verdwijnen en daartoe groeven arbeiders van de fa. De Kroon een diep gat aan het einde van de glooiende tuin. Als dat niet was gebeurd, dan waren wij nog even ver als toen. Al gravende werden vreemdsoortige stuk ken steen en scherven van aardewerk aangetroffen. Een telefoontje riaarZand- str. 35 was voldoende voor me om mij daar spoorslags naar toe te begeven. Wat er lag was ..gebakken" huttenleem en zéér merkwaardig schervenmateriaal. Onmiddellijk begreep ik dat dit een vondst van betekenis was. Van hóé grote betekenis weten wij nu pas. Bart de Kroon heeft na het ontdek ken van de Frankische necropool op de Donderberg bij Rhenen nu niet di rect zulke fijne ervaringen opgedaan. Het door hem aangevangen werk werd door de Rijksdienst voor het Oudheid kundig Bodemonderzoek (ROB) onmid- delijk stopgezet. Het bodemonderzoek ging vóó. Maar Bart de Kroon is er nou óók weer de man niet naar om kwaad met kwaad te vergelden. Hij vroeg mij of ik er kans voor zag met drie a vier dagen „het spul" er uit te krijgen. Twee arbeiders van hem kon den helpen. In allerijl charterde ik nog een paar belangstellenden. Op een ze ker moment zat ik met de handen in het haar. De manier van werken deug de niet. Een hele morgen besteedde ik om een grote, zachtgebakken pot uit de grond te krijgen. Op het eerste ge zicht leek die zo gaaf. Maar ze kwam er aan wel vijftig stukken uit. Zo iets kan men prachtig restaureren. Een brede strook grond bleek bezaaid te liggen met scherven van een zeer typische aardewerkvorm met voor mij tot nu toe vrijwel onbekende versie ringen. De wijze van versiering maan de mij tot grote voorzichtigheid. De heer De Kroon had er nadrukkelijk bij gezegd dat hij in dit geval op eigen grond beslist de R.O.B. er niet bijge haald wilde hebben. Ik ben eens met hem gaan praten en zo is de adjunct conservatrice van het museum Flehite uit Amersfoort, mevr. Heijenga- Klomp, met enige geroutineerde A.W.V.-leden op komen dagen. Zij was direct en thousiast en wat belangrijker was zij had en passant van het R.O.B. een machtiging losgepeuterd „dat het mocht" en dus maar wéér bergen zand verzetten. En de meegebrachte dozen werden al voller en voller. Wat het al lemaal was, daar hadden wij geen tijd voor om naar te kijken. Een enkele keer zei iemand „Romeins" en dan was het een stuk terra sigillata. vorm. De mensen bedreven land bouw en veeteelt. Er werd een runder- kies aangetroffen die aan een flinke koe moet hebben toebehoord. Ze ver bouwden graan, want wij vonden een in stukken uiteengevallen maalsteen van grijze bazaltlava. Precies eenzelf de als er één in de groeve Vogelenzang aan het licht kwam. Deze maalstenen uit het begin van onze jaartelling kun nen niet anders dan over de Rijn per vaartuig uit de omgeving van Bonn zijn aangevoerd. Deze cultuurvorm van het tweede eeuwse Rh,enen uit wat ge noemd wordt de Romeins-Bataafse tijd, sluit niet aan op die van het volk der Bataven. De Bataafse cultuurvormen gingen op het laatst geheel op in de Ro meinse cultuur. De eigenaardige Ba taafse, inheemse pottenbakkerijen wer den overvleugeld door het Romeinse, véél sterkere pottengoed dat in werk plaatsen die in het Rijnland gelegen wa ren vervaardigd werd. Vier dagen later was alles er uit voor zover het de tuin van de heer De Kroon betrof. Het bleek de hoek van een groot vierkant huis te zijn. De „ge bakken" huttenleem vormde al direct een probleem. Had men de lemen wand soms rondom met vuur bestookt? Dit idee is nu wel van de baan. Daar heeft in deze nederzetting een geweldige brand gewoed. Wij dachten eerst aan de al vermeiende Romeinen na de opstand van Julius Civilis in 69/70 na Christus. Maar het terra sigillata is van véél oudere datum. Minstens uit 150 tot wel 200 na Chr. Kijk, en dat was nu zo moeilijk. Je zat daar in Rhenen te wroeten in woongrond uit de Ijzertijd. Onbetwist! Maar de cultuur was totaal onbekend. Vooral het nopjesmotief was geheel nieuw, waar het meeste inlandse ijzertijdkeramiek wel wat spatel- en nagelindruk versiering vertoont. Onge veer twintig jaar geleden vonden arbei ders in de groeve van Vogelenzang een dergelijke in scherven uiteengevallen pot. De veronderstelling dat de gehele heuvel-helling aan de Rijnkant bewoond is geweest door een volkstam die, wat de pottenbakkerskunst betreft, op een zeer hoog plan stond en voortreffelijk aardewerk produceerde is gerechtvaar digd. Hierbij viel vooral op dat deze mensen zo cultuur-eigen geweest zijn dat van geen enkele beïnvloeding door de Romeinse cultuur sprake is geweest. Dus geen aansluiting bij de z.g. urr nenveldenvolken van Veluwe en Bra bant? Een volksstam die welhaast hon derdvijftig jaar bij Rhenen gewoond heeft en volkomen zichzelf bleef, wél contact met de Romeinen had getui ge vondsten van Romeins aardèwerk en dikwandig glas maar gedurende die tijd een geestelijke opgang vertoonde die volkomen volkseigen bleef. Waar ter wereld kwamen die mensen vandaan? Vergelijking met gelijktijdig opgetre den culturen in het oude Europa bracht de oplossing. Deze mensen moeten de lange reis van Denemarken via Slees- wijk-Holstein naar de Rijn bij Rhenen gemaakt hebben. Daar in het noorden van Europa, ligt de bakermat van deze merkwaardige cultuurvorm. En op de teoop toe een hoogstaande cultuur- Op de noordelijke oevers van de Rijn tussen de Grebbe en Remmerden leef de een zichzelf geheel eigen gebleven Germaanse stam. Ze bakten hun eigen aardewerk en versierden dat op geheel eigen wijze. Het nabij toch zo gemak kelijk te verkrijgen Romeinse aarde werk bezaten deze mensen maar spo radisch. Het pronkstuk van de nederzetting hebben wij ook te pakken. Een prachtig, gladwandig stenen „vergietje" van oker gele kleur. Waarvoor zal dat nu ge bruikt zijn. Persoonlijk denk ik dat men er zuur geworden melk in liet uitlekken om van de dikke massa dan een soort „hangop" te maken. Zulke boerengerechten" zijn al zo oud als de mensheid zelve. Dat het diende om vruchten schoon te spoelen is óók een idee, maar zó hygiënisch stel ik mij toch dit volk niet voor. Het idee van zure melk lijkt mij overtuigender. Verder komt naast prachtig gladwandig afgeschuurd aardewerk ook nog ruw- wandig besmeten voor. Door de haast waarmede gewerkt moest worden zijn de profielen helaas niet voldoende be studeerd om nu te weten of een en an der uit verschillende woonlagen afkom stig is. Waar deze opgraving evenwel slechts de hoek van de woning uit de tweede eeuw betrof is de kans nog groot dat in de toekomst nog eens het naar het oosten aanwezige gedeelte na der onderzocht kan worden. Hoe zo'n tweede eeuwse „boerderij" er uitgezien heeft kunnen wij ons even wel goed voorstellen. Er werden vlecht werken van rondhout gemaakt, stok ken dus, waarop en er tussen leem (géén klei) gestreken werd, zó lang tot een „muur" van ca. 7 a 8 cm dikte verkregen was. De hoeken van zulk een huis waren extra versterkt. Als dakbedekking zal riet of stro gebruikt zijn en in ons geval moeten wij ons voorstellen dat het dak vanuit het hoogste punt schuin naar beneden hel de en zo'n woning in feite wat voorko men betreft in niets zich onderscheidde van een normaal dak als het oude ar- beidersbloktype. De stookplaats is nog niet „gevonden"; die zit dus nog in het „vervolg" van het huis. Veelal lag die centraal met een rookgat in het dak er boven. Ontstane vorstspleten of ook wel door wolkbreuken ontstane be schadigingen van de leemwanden wer den uiteraard opgevuld of bijgewerkt. Van schuren en stallen weten wij nog niets. Ze moeten vanzelfsprekend aan wezig zijn geweest. Er is daar bij Rhenen genoeg te doen. De „gebakken" toestand van het woonhuis kan mogelijk wel tot een hal ve meter hoogte tot stand zijn geko men. Men bedenke dat het gehele dak brandend naar beneden kwam en een felle brandhaard vormde die nog lang nasmeulde. Na uiteenvallen van de nog overeind staande benedengedeelten werden deze later door van de helling naar beneden komend spoelzand bedol ven met de restanten van het unieke aardewerk. Vervolgens werd daar eeu wenlang tabak geteeld. De tabaksak- Aardewerkpot, kerfsnedestijl uit ca. 700 v Christus. Vindplaats Hallstatt. kers werden van boven naar beneden geploegd en zo is naar de rand van het hellend vlak van de Utrechtse heu velrug ter plaatse ca. twee meter grond verplaatst. Vandaar dat deze ne derzetting bij Rhenen, die oorspronke lijk uiteraard aan de oppervlakte lag, zo diep zit. Prof. dr. Van Es, direc teur van de ROB, betreurt het nu zéér dat wij daar dagenlang hebben geploe terd nu er zulke eclatante verrassingen geboekt zijn. De hoogleraar zal over de wetenschappelijke waarde van ee'zn de wetenschappelijke waarde van onze vondsten persoonlijk een publikatie ver richten. Naast de constatering dat dit zo zeld zame, tot nu toe oudst bekende huis van Rhenen de continu-bewoning ter plaatse kan van ca. 80 tot 200 na onze jaartelling berekend worden door brand verwoest werd meen ik bo vendien dat het moedwillige vernieling betrof. Doordat alles, tot de maalsteen toe, in stukken lag, veronderstel ik dat in het huis alles kort en klein geslagen werd. Een nog onopgelost raadsel van een mogelijk dramatisch gebeuren in de ^prehistorische tijd van Rhenen. De, nog gavë zachtgebakken pot lag buiten het huis. De bènédenste woonlaag be vatte ook talrijk schervenmateriaal van wat ik zou willen noemen de .goedkoop ste" soort, waarbij ik denk aan wegge worpen gebroken potten en pannen. Een ander probleem is waar deze mensen hun doden begraven hebben. Bij deze nederzetting behoort onbetwist een urnenveld. Het bijzetten in grafheu vels is uit deze periode niet te verwach ten. Men veraste de gestorvenen en de crematieresten werden in een urn aan moeder aarde toevertrouwd. Men re kent de Ijzertijd van 600 voor onze jaartelling tot ongeveer het prille begin van de eerste eeuw. In dit Rhenense ge val heeft de IJzertijdcultuur nog een belangrijke verlenging. Wij zagen reeds dat het tevens een zeer cultuurgebon den volk was dat bij en hoogstwaar schijnlijk zelfs in Rhenen woonde. Bijzonder in dit geval is dat nu eens het omgekeerde het geval was van wat regel is. Veelal zijn wel de graven bekend en niet de woonplaatsen. Wan neer ooit het bijbehorende urnenveld gevonden wordt zal men het beslist ge- In het museum ,,Nairac" te Barne- veld is deze Veluwse klokbeker te bezichtigen uit ca. 1700 v. Chr. De klokbeker werd gevonden bij ,,De Ze ven Bergjes" in Voorthuizen. makkelijk herkennen aan de kerami sche produkten die van de geëigende makelij moeten zijn. In en om Rhenen zal men altijd op zijn hoede moeten zijn waar het archeo- logica kan betreffen. De hoge rand langs de rivier met het uiterwaard als weidegebied was immers uitermate ge schikt voor vestiging. Alles kon men daar doen. Landbouw, veeteelt en visse rij uitoefenen. Hout voor woningbouw was aanwezig. Een idealer woonoord bestond er niet. Uit niets blijkt dat dit arme mensen waren. De cultuurvoor werpen wijzen zelfs op een bepaald be schavingspatroon. Omdat ik steeds over de Ijzertijd ge schreven heb, zou men kunnen ver wachten dat ook ijzeren voorwerpen ge vonden zijn. Maar wij konden slechts één ijzeren gesp bergen. Toch hebben deze mensen met uit ijzer vervaardigde werktuigen omgegaan. Die zullen bij het vluchten op karren geladen zijn. Dergelijke kostbaarheden kunnen ook door de indringers geroofd zijn. Ook werden gejen .sieraden gevonden. Uiter aard ook j, meegenomen of geroofd. Slechts een dun uitgeslagen en door verwering vvMjrökkeld Stukje brons vonden wij. Het zal eens tot de siera den van een vrouw behoord hebben. Wij zijn direct naarstig aan het be studeren geslagen van de literatuur over het aardewerk uit de Ijzertijd. Dit vooral om aan te kunnen tonen dat de Rhenense aardewerkvondsten zo uniek zijn. Men kan niet zeggen dat het vervaardigen van aardewerk zo oud als de mensheid zelve is. De mensen uit de tweede eeuw bij Rhenen gebruik ten b.v. de draaischijf niet eens. Toch is het knap werk. Onze bewoners van de diluviale gronden zijn allen meester lijke pottenbakkers geweest. Het hunne- beddenvolk maakte prachtige potjes en urnen (omstreeks 2500 v.o.j.t.). De standvoetbekers van de Veluwse jonge Steen tij dbewoners werden al ver sierd door aan de buitenzijde een ineen gedraaid koordje te winden (touwbe- kers) en een weggegooide visgraat in spireerde tot het ingestoken visgraat motief. Hoogtepunt is de prachtige en opmerkelijk gave klokbeker van Ve- luws-type die in 1951 bij „De Zeven Bergjes" onder Voorthuizen gevonden werd. De versiering is zorgvuldig aan gebracht. Met de komst van het brons ging de ambachtelijke pottenbakkers kunst deels ten gronde. De z.g. Hilver sum- en Drakenstein-urnen zijn groot, grof en dik-wandig met als enige ver siering wat vingertop-indrukken op en onder de rand. De ijzertijd bracht een culturele op bloei. In de vroege ijzertijd de kerfsne destijl van Hallstatt (Oostenrijk), in de latere periode gevolgd door de La Tène cultuur, omstreeks 400 v.o.j.t. eveneens in de omgeving van Hallstatt. De dragers van deze cultuur waren Kel ten. Helaas is uit deze periode bij ons weinig bekend. In het museum Nairac te Barneveld bevinden zich enige gro te urnen uit het urnenveld bij Boescho- ten die nauw aansluiten bij de traditio nele Hallstatt-vormen. Ook in 't Streek museum te Rhenen is iets aanwezig wat in deze Richting vrijst; En dan valt als het ware de stilte over deze hoge zandgronden., Schijnbaar! Er moeten tusséir de^'BVonstijdnederzettirtg, vorig jaar door onze ijverige amateur-archeo loge mevr. Delfin te Eist ontdekt, én de tweede eeuwse nederzetting bij Rhe nen, die zulk een opmerkelijke cul turele opbloei vertoonde, meer bewo ningen geweest zijn. In het Streekmuseum te Rhenen is aardig wat uit de Bronstijd aanwezig. En van de zijde van het museum Fle hite is aan mej. Aleyd van de Bunt een collectie uit de tweede eeuwse woning van Rhenen toegezegd. Het wachten is nu maar op vondsten die de leemte tus sen de Bronstijd van Rhenen en de tweede eeuwse bewoning opvullen. Zo iets kan onverwachts ontdekt worden. Dan is er weer een volgend pro bleem. Wat was er in en om Rhenen tussen de tweede eeuw en de vierde eeuw? Het beroemde Frankische graf veld op de Donderberg, dat merkwaar- ligerwijs recht tegenover deze twee de eeuwse woning lag, vangt aan in de vierde eeuw. Het is geweldig interes sant als de oude Rhenense bodem eens iets van haar geheimen los laat. En het is ook bijzonder fijngevoelig wat de heer B. de Kroon deed. Dat getuigt van liefde voor het verleden. Zonder zijn niet genoeg te waarderen mede werking waren wij nog even ver als toen ik op mijn twintigste jaar op die zelfde plek liep het gesloopte huis werd bewoond door familie niet be seffende wat onder mijn voeten aan wezig was. Met dat al ziet men maar weer dat het daar in Rhenen oppassen geblazen is. Het pronkstuk uit de tweede-eeuw- se nederzetting bij Rhenen. Fraai gladwandigokergeel, potje met door boorde zeejbodem. Het is het type van een kogelpotje. calvinistische levensbeginsel van b.v. Veenendaal onderging de laatste decen nia een fikse dreun die zich aftekent bij de „doordenkers" van de oude stam. Het is nü allerminst zo als bij het tweede eeuwse Rhenen dat een zich daar vestigende stam van zuiver noor delijk Germaanse origine temidden van het overheersende karakter van de Ro meinse cultuur zich op bewonderings- waardige wijze cultureel handhaafde. Ja, om het maar eens met de klassieke woorden, die alle eeuwen door geklon ken hebben, te zeggen: tot de dood er op volgt! Mijn bewondering voor die tweéde eeuwse bevolking van' Rhenen gaat vooral dr naar daar naar uit. Wij weten niet waarheen ze gegaan zijn. Ze zijn misschien wel uitgemoord. Dat zou deze vondst bovenmate dramatisch ma ken. RHENEN Op de hoek Nieuwe Veenendaalseweg-Herenstraat raakte de personenauto van de Rhenenaar O. in brand. Op hetzelfde moment naderde de surveillancewagen van de rijkspoli tie. Met een snelblusser uit de politie auto werd het vuur, dat al snel om zich heen grwwo en geoaard ging met enor me rookontwikkeling, gedoofd. GESLAAGD VEENENDAAL Vorige week slaag den te Utrecht voor het diploma costu- rnière de dames S. van de Haar en M. Buitenhuis. Beide geslaagden ontvingen hun opleiding van mej. C. Ploeg te Over berg. Prijsbericht van maandag 14 juli 1969. Aardbeien met dop: AE 66-108, All 58-86, Bil 40-63, onges. 40-91 per doosje van 250 gram. Aardbeien zonder dop: Senga Senga- na 130-133, overige soorten 124-128 per kg. Frambozen: I 100-105, II 21-65 per doosje. Kruisbessen: 16-33 per doosje. Pruimen per stuk: Beauty 13-17, Gol den Japan 13, Ontario 9-16. Pruimen per kg: Golden Japan 165- 199. Ontario 136-205. Rode bessen: I 31-39, II 18-33 p. doosje Zwarte bessen: 40-50 per doosje. Groenten: Vroege aardappelen: Bari- ma I 15-32; Bonken 20-31; Kriel 3-12; Dore I 27-33; Eerstelingen I 18-29, Bon- kén 19-32; Saskia I 18-24 per kg; Andij vie I 22-23, II 12-21 per kg; Bloemkool 6/40-67, 8 26-31 per stuk; Blauwe Capu- cijners 135-146 per kg; Boskroten 28 per bos; Bospeen 31 per bos; Bosuien 27-34 per bos; Doperwten 57-98 per kg; Kom kommers 15-32 per stuk; Rode kool AI 28-39 per kg; Sla I 5-9 per stuk; Snijbo nen I-II 199-231 per kg; Stamslabonen I II 194-227 per kg; Tomaten: A 79- 89, B 75-87, C 71-74. CC 67 per kg; Tuin bonen I 18-22, II 17-26 per kg; Waspeen A 41-46 per kg. BARNEVELD, 14/7 Coöp. Veluwse eierveiling. Aanvoer 266.768 stuks, stem ming vlot. Prijzen in f per 100 stuks: Eieren van 51/52 g 8.10-8.52; 56/57 g 9.99- 10.16; 60/61 g 11.00-11.11; 64/65 10.75- 11.75. BARNEVELD, 14/7 Vette-kalveren- markt. Aanvoer 1120 stuks, handel rede lijk. Prijzen le kwal. 3.60-3.80; 2e kwal. 3.45-3.55; 3e kwal. 3.25-3.40. Van bijzonder belang voor de herin deling van de in ons land onderscheiden cultuurtijden is deze Rhenense vondst zeker. Wat de vóór-Romeinse Ijzertijd (600 tot 0 v.o.j.t.) betreft ontdekten wij in Rhenen een typische voortzetting met een lokaal getinte cultuurvorm, afge spiegeld in voortreffelijke aardewerk versiering. Want al beschikten wij tot nu toe slechts over schervenmatèriaal, de re constructie van het type pot "of urn is volkomen mogelijk. De leek heeft er geen weet van wat men bij de ROB met slechts een paar scherven weet op te bouwen. De belangrijkste opgraving in Z.O-Utrecht mag op het moment de Frankische nederzetting bij Wijk bij Duurstede zijn; bij Rhenen hebben wij een nog véél onverwachter vondst ge daan. Wij hebben kennis van een voor ons land volkomen onbekend volk. Men liet onze Ijzertijd-culturen zo graag uit Moravië, Bohemen en het gebied van de Alpën (Hallstatt en LaJFène) komen. Er was inderdaad eeiwzeshonderd jaar oude culturele binding met deze zuidelijke Kelten aanwijsbaar. En er waren (ook uit de vroegste periode van deze Rhenense nederzetting bekend) in vloeden van het dichterbij gelegen Hannoverse-Westf ealse grensgebied herkenbare in het ruwwandig, „besme ten" aardewerk. Aan een uit het noor den afkomstige cultuur dacht niemand. Mensen brengen altijd hun cultuur mede. En is die cultuur superieur aan de plaatseigen cultuuruitingen dan ziet men het in feite niet eens zo opmerke lijke gebeuren zich afspelen dat die oude cultuurvorm opgaat in de spe- rieure nieuwe „aanwinst". Een diep in gewortelde lokale, dus autochtone le venstijl ondergaat altijd beïnvloeding van iiet nieuw ingevoerde. Ook nü! Het DOOR SPECIALISATIE Slechts 10 dagen of eerder, zolang de voorraad strekt, uitsluitend alle weg er mee. ALS EXTRA RECLAME Een unieke allernieuwste collectie reeds voorgele- verde (180 stuks) w.o. camels, mohairs, tweeds, velours, (dubbele waard) (bijpassende nertshoeden) stola's, capes, krawat- ten Een voorbeeld uit vele Grijp deze kans! Dit is' uniek! Dit komt nooit weer De goederen worden geleverd door Verkoopadres REX. Nachtegaalstraat 23 Utrecht AANVANG DONDERDAG 17 JULI 1969

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 5