DEZE WEEK: nader beschouwd
De maan en de voorpagina
Frankrijks plannen voor Europa
BOOSWICHT BTW
EN DE TOERISTEN
Toeristische bedrijfstak behoeft
nog niet te wanhopen
Ontwikkelingshulp in midden- en kleinbedrijf
is veel meer dan steun bij sluiting!
Ook al is Nederland niet meer het
goedkoopte-eiland dat de buitenlander lokt
Eerst onderzoek
Krediet
Welke
Congres-land
eisen r
Het zij eerlijk gezegd: we hadden ons
de voorpagina van deze zaterdagse bij
lage heel anders voorgesteld. De hele
week door hadden wij ijverig In kranten
en tijdschriften geneusd uit binnen- en
buitenland, op zoek naar artikelen van
deskundigen, die ons antwoord zouden
kunnen geven op de vele vragen die de
mens aan het eind van deze maanweek
bestormen. Alles wat interessant leek
hadden we uitgeknipt - maar toen wij
gisteren de knipselstapel grondig doorna
men bleek de teleurstelling. De mens is
op de maan geweest èn hij is veilig op
de aarde teruggekeerd - maar met de
vragen die dat oproept weten we op dit
ogenblik nog geen raad.
Uiteraard hebben we het hier niet over
technische vraagstukken. De Nasa weet
heel precies hoe men verder wil en heeft
z'n programma daarvoor bekend gemaakt:
een nieuwe maanvlucht in november,
straks een werksatelliet rond de aarde,
een vlucht naar Mars over niet al te lan
ge tijd. Natuurlijk moet er nog heel wat
denkwerk verzet worden voordat het zo
ver Is maar de computer-eeuw laat zich
door niets van de gestelde doelen af
houden. En dat is bewonderenswaardig
als men maar de zekerheid had dat de
mensheid die ontwikkeling ook geestelijk
zal kunen bijhouden.
Want daarom ging het ons voor die pa-
gina-met-deskundige-meningen die wij zo
graag hadden willen maken: over de sim
pele (en soms helemaal niet zo simpele)
vragen die wij onszelf en onze vrienden
en kennissen stellen tijdens de gesprek
ken over de het maanavontuur. Deze vraag
bij voorbeeld: Welke rechten kan Ame
rika op de maan laten gelden nu Ame
rikaanse astronauten daar het eerst hun
vlag hebben geplant? Hd"t antwoord heeft
mevrouw dr. I. DiederiksrVerschoor, pri
vaatdocente in het luchtrecht, heel dui
delijk gegeven: geen enkel recht. De
maan is en blijft van alle volkeren en
mag alleen voor vreedzame doeleinden
worden gebruikt. Maar wat er moet ge
beuren als een natie eens minder vreed
zame bedoelingen heeft ach, zover is
het luchtrecht eigenlijk nog niet!
De onvermijdelijke strijdvraag vervol
gens: Hadden de miljarden die in dit
maanproject zijn gestoken, niet beter be
steed kunnen worden. De econoom prof.
dr. J. Tinbergen heeft heel ronduit zijn
mening kenbaar gemaakt: geld verknoei
en. En zijn befaamde Amerikaanse col
lega prof. Kenneth Galbralth zei het wat
minder hard, maar ook hij bleek niet be
paald enthousiast. Waar dan weer te
genover staat dat andere geleerden -
zelfs een Amerikaanse hartspecialist
van mening zijn dat de maanreizen voor
hun vak van grote betekenis kunnen blij
ken.
De politieke vragen. Als als gevolg van
deze kosmos-bestorming de saamhorig
heid op aarde toenemen en de kans op
samenwerking groter worden? Zullen de
mensen, de volkeren zichzelf „kleiner"
gaan zien, bescheidener worden en min
der agressief? Voer voor psychologen
bn polemologen, waarbij het ja van de
een staat tegenover het neen van de
ander!
En dan de godsdienstige vragen. Nog
voordat zelfs maar een spoor van be
wijs is geleverd dat men ook op andere
planeten levende wezens zal aantreffen,
is de strijd al ontbrand over het godsdien
stige leven van deze mede-kosmosbewo-
ners. Kennen ook zij de God van de
kosmos? Leven zij, als wij, in zonde? Moet
mens hun het evangelie van Christus gaan
verkondigen? „Natuurlijk!" zegt de in Co
lumbia wonende pater Rignaldo Francis
co. „De maanlanding van de Apollo 11
opent voor missionarissen de weg tot de
bekering van de redelijke wezens op an
dere planeten!" Maar het dagblad Trouw
wil daar niets van weten: er is voorlopig
op aarde nog genoeg te evageliseren!
Al evenzeer zijn de meningen verdeeld
over de vraag of deze ruimte-verovering
niet een tweede torenbouw-van-Babel is.
Ds. H. K. Stouttener, hervormd predikant
in Harderwijk, verwerpt die vraag:4„Daar-
om worden we hier bevrijd van slaven tot
vrije mensen; van slaven van onszelf en
dus slaven van de techniek en dus sla
ven van de ruimevaart tot vrije mensen
die spelen voor Gods aangezicht; op
Cape Kennedy, in de Apollo 11 en op de
stranden van Scheveningen en Harder
wijk".
Oh ja, we hadden die voorpagina ge
makkelijk met vragen kunnen vullen. En
ook al zijn we dart heen en terug ge-
woorden. Misschien moeten we daar nog
een jaar mee wachten. Of tien jaar. Of
nog waarschijnlijker: we zullen die pagi
na wel nooit kunnen publiceren. Omdat
we maar doodgewone mensen blijven,
ook al zijn we da heen e terug ge
weest naar de maan.
Toen generaal De Gaulle in dit voor
jaar het „non" van zijn volk tegenover
zich vond en hij daaruit de consequen
ties trok en aftrad als president, gloor
de er nieuwe hoop In de harten van al
len die een verenigd Europa, en bij voor
keur mèt Engeland, voorstaan. De ver
kiezing van Pompidou tot president en
de aanwijzing van Schumann tot minis
ter van buitenlandse zaken wakkerde die
verwachtingen aan.
In de afgelopen week moest dit voor
de eerste maal ook naar buiten blijken
tijdens de conferentie van EEG-ministers.
En inderdaad is het ook gebleken: Frank
rijk neemt in het Europese spel een
welwillender houding aan dan vroeger.
De Europese Gemeenschap moet voor
uit ook in de breedte, zo meent het
nieuwe bewind in Parijs. Een topconferen
tie dit najaar in Den Haag kan daarvoor
het pad effenen. Het land Is duidelijk
op een nieuwe tactiek overgeschakeld.
Het korte „non" van de generaal heeft
plaatsgemaakt voor eigen initiatieven. Met
alle risico's van dien voor de vijf part
ners, die nu wel eens met eeen „neen"
aan bod zouden kunnen komen.
Of de Franse strategie ook veranderd
is kan moeilijk worden vastgesteld. Op
de jongste ministerraad in Brussel viel
nog niet zo bar veel daarvan te bespeu
ren. De liefde van minister Schumann
voor topconferenties, buiten de Europese
organen om, bracht het „Europa der va
derlanden" van de Gaulle weer voor de
geest. En het bepleiten van dit soort con
ferenties zonder agenda, tegen het eind
van dit jaar, herinnerde aan beproefde
vertragingstechnieken. Terecht hebben de
Vijf eendrachtig stelling genomen tegen
beide punten: Eén topconferentie, goed
voorbereid, in beginsel graag. Maar met
inschakeling van de Europese Commis
sie
De druk van Frankrijk op voortgang
van de Europese samenwerking is niet
zo verwonderlijk. Er liggen nog enkele be
langrijke zaken te wachten, die met na
me Parijs sterk raken: de definitieve fi
nanciering van de landbouw en de eco
nomische en monetaire samenwerking
van de Zes, speciaal de steun aan de
frank. Het zijn zaken die gerust opwegen
tegen een voor het oog toeschietelijker
houding in de kwestie van het Britse lid
maatschap van de gemeenschap.
Het is deze achtergrond die het door
Frankrijk gekweekte optimisme tot iets
realistische verhoudingen terugbrengt. Te
vaak immers al heeft Parijs concessies
verkregen in ruil voor vage toezeggingen
in de toekomst. Vandaar de argwaan te
genover de Franse plannen, die de laat
ste dagen dan misschien iets geslonken
Is, maar niet verdwenen.
Het liep allemaal zo goed toen Ne
derland nog de naam had dat het
een „eiland van goedkoopte" was in
Europa. Kijk er het statistisch zak
boek maar op na in 1966 kwamen
er rond 306.000 Amerikaanse toe
risten naar ons land plus nog eens
meer dan 53.000 geallieerde mili
tairen in 1967 waren die cijfers
ruim 326.000 en omstreeks 58.000
militairen Fransen in 1966 iets
minder dan 152.000 in 1967
meer dan 163.000 Italianen ruim
50.000 in 1966 tegen ruim 52.000 in
1967. Daar staat dan tegenover dat
het aantal Duitse toeristen terug
liep van 472.000 tot 447.000. maar
de vraag is of je dit inderdaad een
teruggang moet noemen. De hier
boven geciteerde cijfers slaan name
lijk op het aantal buitenlanders dat
overnachtte in hotels en juist on
ze oosterburen weten zo langzamer
hand uitstekend de weg in Neder
land. Ze drommen niet meer alle
maal samen in Scheveningen of in
de andere badplaatsen langs onze
kustze hebben ontdekt hoe heer
lijk 't kan zijn op een rustige camp
ing in de Veluwse bossen en wat
een prachtvakantie je kunt hebben
in het Friese merengebied. Voor hen
zijn de hotels wat minder belang
rijk geworden.
Maar nu, in 1969, is Nederland in
de greep gekomen van de grote
boosdoener voor wat de prijzen be
treft de BTW, schrik van ieder
een, onverschillig of men nu van een
klein of van een groter salaris moet
zien rond te komen. En schrik niet
minder van allen die het moeten
hebben van de buitenlandse toerist.
Voor hen is de brandende vraag
„Hoe ver is de kwade roep van de
ze boosdoener de wereld over ge
gaan Anders gezegd houden we
de greep op de buitenlandse bezoe
ker of zijn we in een on-Hollands
tempo bezig onszelf uit de markt
te prijzen Met het antwoord op
die vragen is de faam van Neder
land als toeristenland gemoeid. Plus
een aanzienlijk brok inkomen, zowel
voor veel burgers als voor de Ne
derlandse staat
We hebben die vraag aan een groot
aantal deskundigen voorgelegd
men vindt hun reacties hieronder
afgedrukt. Eigenlijk zijn ze het maar
op één punt eens dat het nog te
vroeg is om de balans op te maken
pas aan het eind van het seizoen
weten we meer. Op de meeste an
dere punten lopen de meningen nog
al uiteen, omdat ieder het weer uit
een andere gezichtshoek bekijkt.
Maar gelukkig wil niemand bij de
pakken gaan neerzitten, hoe de ba
lans straks ook uitvalt. De BTW
heeft er nog niet de energie uitge
haald.
Sector nummer één die het van het toeris
me hebben moet is de Horecaf, de hotel-,
restaurant- en café-bedrijven. Directeur
van de Nederlandse Bond Horecaf, drs.
Jac. J. Conings, is vooral gebeten op Eco
nomische Zakèn en deszelfs ambtenaren.
Zij vooral zijn er schuld aan zo meent
hij dat het kwaad nog voortdurend
doorvreet. Want al weken voor de invoe
ring van de BTW schetterden ze overal
luidruchtig rond dat het allemaal best
mee zou vallen. Ze spraken over een ver
hoging in onze restaurantsector van drie
tot zes procent. „Vergeet het maar zegt
drs. Conings. „Het werd buiten onze
schuld meer en wie was toen toch de boze
jongen Juist, de Horeca. Daar komt dan
nog bij dat Economische Zaken zó hard
heeft lopen roepen over de invoering van
de BTW, dat duizenden buitenlanders
hebben kunnen meeluisteren. Die komen
nu niet naar ons land, vanzelf
Wilt u de cijfers? Een enquête onder
meer dan 20 pet. van onze leden heeft
uitgewezen dat er, vergeleken met 1968,
in het eerste kwartaal een teruggang in
geldomzetten is geweest van 15 tot 20 pet.
In het tweede kwartaal was dat 6 tot 10
pet. Dat lijkt de goede kant op te gaan
maar ik geloof niet dat we voorlopig op
een volledig herstel mogen rekenen. Onze
achterstand op andere landen wordt groter.
Voor de Engelsen zijn we al te duur ge
worden je ziet ze dit jaar niet en ook
de Duitser wordt snel prijsbewuster. Bo
vendien werken ook de „alles-inbegrepen-
prijzen" die tegelijk met de verhoging van
de BTW werden ingevoerd, bedriegelijk.
De mensen beseffen niet altijd dat ze nu
geen tip meer hoeven te geven en zien al
leen maar die sterk verhoogde prijzen.
Maar goed, hoe je 't ook keert of wenst:
de BTW heeft de deur dicht gedaan!
Sombere woorden zoals van de heer Co
nings worden meer gehoord. Hij en vele
anderen geven ook als reden van de niet
altijd volle campings en hotels aan de
kust op „dat je als goed Nederlander niet
meer met goed fatsoen in eigen land
kunt blijven. Je bent aan je status ver
plicht om tenminste naar de Costa del Sol
te gaan en liever nog verder!"
Grieven van andere aard komen uit de
mond van de heer Speets, voorzitter van
de Amsterdamse reisbureaus, hoofdbe
stuurslid van de ANVR (speciaal belast
met het inkomend toerisme) en direc
teur van de NV Rederij Bergmann in Am
sterdam. „Wanneer we op dezelfde ma
nier als nu doorgaan in Nederland, gaan
we de race met het buitenland verlie
zen!" zo meent hij. „Komt er daarente
gen een verticale binding van vele toeris
tische instituten (hotels, festivals, con
gressen, sightseeing) en komen er ook
meer fondsen dan is er wèl hoop. Groots
opgezette acties in het buitenland zijn no
dig, maar dan wel snel alstublieft: we zit
ten in tijdnood!"
Zeer bedenkelijk vindt hij het tenslotte
dat de staat zich steeds meer als concur
rent van particuliere bedrijven aandient.
Hij denkt in dat verband aan de „N-tour"^
waarin dochterondernemingen van de Ne
derlandse Spoorwegen zitten, zoals rede
rij Koppe, de NACO en de NBM, „N-tours
probeert maatschappijen, waaronder ook
Bergmann, uit de markt te werken. Met
dumpprijzen. En wie moet daarvoor bloe
den? De Nederlandse belastingbetaler."
De stem van een buitenstaander, zij het
een zeer geïnteresseerd buitenstaander:
Clarette Gramvogl, office manager van de
„Five dollar a day Tours", een organisa
tie die jaarlijks duizenden Amerikaanse
toeristen naar ons land brengt. „Neder
land zegt ze wordt schrikbarend duur.
Het scheelt nota bene weinig meer met
New York. We zullen daarom óf onze prij
zen moeten verhogen óf de arrangementen
eenvoudiger maken. Anders gaat het niet
meer!" En dat is duidelijke taal.
Daarmee zijn we uit de meest pessimis
tische hoek weg. Adjunct-directeur toeris-
tische-ledenservice van de ANWB, drs.
D. J. Engelen: „Ik geloof niet dat er al
De directeur van het Nationaal Bureau
voor Toerisme, de heer J. N. Strijkers, is
niet pessimistisch maar hij heeft wél heel
wat punten op z'n verlanglijst staan.
van een herstel sprake ls, maar ook niet
van verdere teruggang en dat vind ik op
zich al een gunstige ontwikkeling!"
Hij meent dat de belangstelling van Ne
derlanders voor het buitenland dit jaar
bijzonder groot is, maar gelooft toch ook
wel dat korte vakanties in eigen land
steeds meer in trek zullen raken. „In dit
laatste schuilt onze kracht. Ik zie Neder
land als de poort van Europa, waar va
kantiegangers even komen aanwippen en
dan weer verder gaan. Wat wij daarom
moeten hebben en waar ook de ANWB op
Een paar jaar geleden hebben de rijks
overheid en het bedrijfsleven samen de
Stichting Ontwikkeling en Sanering
voor het Midden- en Kleinbedrijf op
gericht. De naam spreekt voor zich
zelf men was tot de conclusie geko
men dat in deze snel veranderende sa
menleving het midden- en kleinbedrijf
soms in het gedrang dreigde te komen.
Daarom werd aan de stichting opge
dragen die maatregelen te nemen die
de structuur van deze belangrijke groep
ondernemingen zouden kunnen verbe
teren. Enerzijds kan dat zijn het tol
ontplooiing brengen van minder ren
dabele ondernemingen door het verle
nen van ontwikkelingshulp en ander
zijds door het geven van financiële bij
stand als het beter geoordeeld wordt
het bedrijf te beëindigen.
Nu heeft vooral de hulp bij het slui
ten van een bedrijf een vrij grote be
kendheid gekregen veel meer eigen
lijk dan de mogelijkheden die er voor
ondernemers in het midden- en klein
bedrijf zijn geschapen om ontwikke
lingshulp te krijgen. Ten onrechte, want
deze hulp is zeker niet minder belang
rijk dan de bedrijfsbeëindigingshulp.
Immers en we sommen nu drie mo
gelijkheden op.
Door het verdwijnen van een aantal
ondernemingen als gevolg van de
bedrijfsbeëindigingshulp, verbeteren in
het algemeen de omzetmogelijkheden
van de andere ondernemers. Wie van
deze mogelijkheden ten volle wil profi
teren, kan ontwikkelingshulp aanvra
gen voor de groei van zijn onderneming.
Nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden
kunnen ook ontstaan als, bijvoor
beeld als gevolg van de vestiging van
nieuwe bedrijven, de bevolking in een
bepaalde stad of streek sterk toeneemt.
Ook dan kan een beroep op ontwikke
lingshulp worden gedaan.
Een derde mogelijkheid is dat er
voor een goede ondernemer niet vol
doende ontwikkelingskansen bestaan,
omdat de bevolking ter plaatse sterk
vermindert of omdat de behoeften van
de verbruikers veranderen. In zulke om-
standighedep kan ontwikkelingshulp
worden verkregen voor de verplaatsing
van het bedrijf of voor omschakeling
naar een andere branche, hetzij op de
zelfde plaats dan wel elders.
In al deze gevallen gaat het er dui
delijk om nieuwe winstmogelijkheden t(
openen even duidelijk is het dat de
meeste ondernemers eerst graag onder
zocht willen hebben of dat er inderdaad
in zit. Daarom bestaat de ontwikke
lingshulp van de Stichting Ontwikke
ling en Sanering in de eerste plaats uit
een tegemoetkoming in de kosten van
bedrijfsdoorlichting. Daarbij kan het
gaan om een doorlichting van het hele
bedrijf, waarbij dus alle facetten van de
bedrijfsvoering onder de loep worden
genomen, dan wel om een deeladvies,
waarbij een onderdeel van de bedrijfs
voering wordt onderzocht. Over beide
vormen enkele gegevens.
Met een algehele doorlichting zijn on
geveer vier of vijf dagen gemoeid, ter
wijl het nog gewenst kan zijn nader
hand te helpen bij de doorvoering van
het advies, waarvoor dan, al naar ge
lang van de omstandigheden, alsnog één
of meer dagen nodig zijn. Voor een
deeladvies zijn minder dagen nodig,
maximaal drie.
Naast de hierboven genoemde be
drijfseconomische adviezen bestaat er
nog de mogelijkheid tot het verkrijgen
van een bedrijfs-technisch advies. Hier
van kunnen alleen de detailhandel en
het ambacht gebruik maken. Bij deze
adviezen gaat het meestal om: de win
kelinrichting, de ruimtelijke omstandig
heden, verbouwingen aan de pui, be
oordeling van de offertes, de indeling
en de samenstelling van het assorti
ment etc. Hiermede zijn meestal twee
of drie dagen gemoeid.
De bedrijfseconomische en de be-
drijfstechnische adviezen zijn niet kos
teloos. Het dagtarief bedraagt f 300,-.
De subsidie die in het kader van de
ontwikkelingshulp hierop wordt ver
leend bedraagt 90 pet. De aanvrager
betaalt dan slechts f 30,- per dag.
In de tweede plaats kan de ontwikke
lingshulp bestaan uit een volledige ver
goeding van de kosten verbonden aan de
behandeling van een aanvraag om een
bedrijfsontwikkelingskrediet, waarover
hieronder nadere bijzonderheden vol
gen.
Voorts kan de ontwikkelingshulp de
vorm hebben van een tegemoetkoming
in de kosten die voortvloeien uit de ver
plaatsing van het bedrijf naar elders of
van de omschakeling naar een andere
branche, indien het eigen kapitaal van
de ondernemer door deze verplaatsing
of omschakeling zeer klein zou worden.
tig zijn. Voor de branches waarvoor
vestigingseisen gelden moet de onder
nemer dus over een vestigingsvergun
ning van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken beschikken.
Natuurlijk moet de ondernemer, die
om ontwikkelingshulp vraagt capabel
worden geacht een op zichzelf gezonde
onderneming doelmatig en efficiënt te
beheren. Mocht blijken dat de onderne
mer niet aan de eis voldoet, dan zal de
aanvraag om ontwikkelingshulp wor-
len afgewezen.
Ondernemers die op ontwikkelings
hulp een beroep willen doen moeten
aan de volgende voorwaarden voldoen:
a. minstens gedurende drie jaren on
afgebroken een bedrijf uitoefenen;
b. het fiscale inkomen uit de onderne
ming moet over de laatste drie jaren
(1966, 1967. 1968) minder dan f 16.500
.hebben bedragen;
c. de bedrijfsuitoefening moet rechtma-
In het voorafgaande was al even spra
.ie van het bedrijfsontwikkelingskre
diet. Gevestigde ondernemers, die niet
over voldoende eigen middelen beschik
ken wordt met deze kredietregeling
de mogelijkheid geboden hun onderne
mingen tot ontwikkeling te brengen.
Het bedrijfsontwikkelingskrediet is
één van de kredieten welke door de
rijksoverheid worden gegarandeerd, dal
wil zeggen: indien het krediet niet kan
worden afgelost neemt de overheid hel
verlies voor haar rekening.
Tevens is het een zgn. achtergestelde
lening, want de aflossing kan worden
uitgesteld, opdat eerst andere kredie
ten kunnen worden afgelost. Het ver
vult dus mede de functie van eigen ver
mogen, in die zin, dat het als basis
dienst kan doen voor verdere krediet
verlening. De ondernemer hoeft dan
zelf maar te beschikken over ten min
ste 5 pet. van het benodigde kapitaal.
Voor dit krediet is geen maximum
vastgesteld; het mag echter niet meer
bedragen dan 30 pet. van het totale ka
pitaal (dit krediet zelf inbegrepen), dus
na kredietverlening. Het bedrijfsont
wikkelingskrediet heeft een zeer lange
looptijd, namelijk maximaal 20 jaar.
Het kan evenals alle andere ontwikke
lingshulp worden aangevraagd bij de
Stichting Ontwikkeling en Sanering
voor het Midden- en Kleinbedrijf, Bur
gemeester Hogguerstraat 1183-1187 te
Amsterdam-Slotermeer. De aanvrager
dient te voldoen aan de vereisten die al
eerder in dit artikel werden genoemd.
Bovendien zal dit krediet als basis
voor verdere kredietverlening slechts
worden gegeven indien de ondernemer
de andere kredieten kan verkrijgen
zonder te zware verplichtingen op zich
ie nemen.
Tussen haakjes kan nog worden op
gemerkt dat ondernemers in de provin
cies Friesland, Groningen, Drenthe en
Zuid-Limburg, alsook ondernemers in
de brandstoffenhandel, waar ook in Ne
derland gevestigd, eveneens een be
drijfsontwikkelingskrediet kunnen aan
vragen als hun inkomen méér be
draagt dan f 16.500 per jaar. Deze kre
dieten vallen echter buiten het kader
van de ontwikkelingshulp die door de
Stichting Ontwikkeling en Sanering
wordt verleend. Ze moeten worden aan
gevraagd bij een der kantoren van de
Nederlandse Middenstandsbank. Tegen
de afwijzing van de aanvraag kan be
roep worden aangetekend bij de minis
ter van Economische Zaken.
Tenslotte is het nog van belang te
vermelden, dat de Stichting Ontwikke
ling en Sanering voor het Midden- en
Kleinbedrijf naast de individuele ont
wikkelingshulp ook collectieve ontwik
kelingshulp kan verlenen. Deze hulp
kan bestaan uit financiële steun voor
branche- en/of streekonderzoekingen
ten behoeve van structuurverbetering
en het ondersteunen van regionale en/
of branche-organisaties, die ter bevor
dering van de doelstelling van de
Stichting van belang kunnen zijn.
Bij alle beschouwingen
over toerisme en het
aantrekken van buitenlan
ders wordt wel eens te
weinig rekening gehouden
met de camping, terwijl
toch kamperen een vorm
is van vakantiebesteding
die steeds meer aftrek
vindt. Natuurlijk moeten
er in ons land goede hotels
zijn, zeker voor congres
gangers, maar tegenwoor
dig krijgt een land ook
faam als het over goe
de kampeerterreinen be
schikt. Gelukkig heeft het
Gelderse op dat punt nog
steeds veel goeds te bie
den.
mikt, zijn goede maar korte toeristische
programma's".
Dat wij goedkoopte-eiland af zijn, vindt
.hij geen drama. „Vergeet naet", zegt hij,
„dat een Nederlander die daarom naar het
buitenland zou gaan, hoe dan ook, duurder
uit is: alleen al door de reis op en neer.
En verder: ons land en met name de Ne
derlandse kusten zullen heus wel weer wat
meer belangstelling krijgen, als de vervui
ling, die overal om de hoek komt kijken,
maar wordt bestreden. Vandaar nu die
actie van de ANWB."
Ook de service in hotels en restaurants
moet beter kunnen meent hij, en dan be
doel ik echt niet alleen de ober, de portier
en de telefoniste (die nog weieens de juis
te toon niet weten te vinden), maar ook
het ontbreken van kinderoppas en kinder
programma's. Er zal meer vanuit het pu
bliek moeten worden geredeneerd."
De heer P. E. Kate, voorzitter van de
Vereniging Congresbelangen Nederland,
ziet wel een achteruitgang in het individu
ele bezoek aan ons land („die BTW is een
gevaarlijke zaak"), maar zeker niet in
in het aantal congressen. „Dat neemt inte
gendeel zeer sterk toe, zowel in Den Haag,
Amsterdam als Rotterdam. Vergeet niet
dat we, geografisch gezien, zeer gunstig
liggen. Vergeet ook niet dat er eigenlijk
maar één land in de buurt ia, dat goedko
per kan werken dan wij Engeland
maar waar nauwelijks congresaccommo-
datie te vinden is."
Hij bepleit meer hotels met een goede
(maar niet overdadige luxe) accommoda
tie, waar een kamer met sanitair, plus
prima bed en telefoon zo'n f 35,- moet kos
ten. „Niet meer s.v.p. Dan prijs je jezelf
uit de markt."
De heer J. N. Strijkers, directeur van het
Nationaal bureau voor Toerisme (NBT),
in Den Haag, vraagt zich af of het psycho
logisch gezien wol zo verstandig is ge
weest, om gelijktijdig met de invoering van
de BTW alle prijzen inclusief te maken.
„Zo lijkt het erger dan het is."
Maar hij riet mogelijkheden. Hij ba
seert die op de volgende feiten en wense
lijkheden:
Nederland is wel degelijk geschikl
voor een lange vakantie van twee of
drie weken. Zo denken honderdduizen
den Duitsers er over, die ook dit jaar
in groten getale deze kant op komen.
Velen van hen de ouderen gaan niet
meer naar het wel erg warme zuiden,
waartegen sommige artsen bezwaar
zouden maken.
Het Nationaal Bureau voor Toerisme
kan door zijn opzet slagvaardiger wer
ken dan de ANW, waarvan eën groot
aantal taken nu zijn overgenomen en
die door haar verenigingsvorm niet
voldeed.
Nederland heeft de BTW al ingevoerd,
België en Italië moeten er nog aan ge
loven.
Een nog betere vakantiespreiding, ook
internationaal gezien.
Een radicale verandering van ons be
lastingsysteem kan bereiken dat
getrouwde vrouw eerder dan nu bereid
is om voor halve of hele dagen in een
hotel of restaurant te gaan werken.
„We zijn", zegt hij, „bovendien goedko
per dan vele mensen weten. Waar krijg je
in het buitenland in een kasteel-hotel lo
gies met ontbijt en soms ook nog diner
voor een gulden of vijftien/twintig?
In Limburg kan het wel". Hij is overi
gens realist genoeg om met zorg naar die
reeks van prijsstijgingen te kijken, die
steeds dichter bij het Europese niveau ko
men. Aan de andere kant: nuchtere cijfers
timisme niet zonder reden is. Volgens re-
bewijzen dat zijn desondanks gebleven op-
cente onderzoekingen van het NBT zou het
bezoek aan campings, kleinere hotels, bun
galows en zomerhuisjes, dit jaar iets be
ter rijn dan in 1968 en dat terwijl veel
Duitsers (Rhednland-Westfalen) pas een
week geleden met vakantie zijn gegaan.
Dit kan betekenen dat het totale bezoek
aan ons land, dat ook langer zal doorlopen
(tot 23 augustus), hoger uitkomt dan vorig
jaar.
Er is nog een argument dat past in de
redenering van de heer Strijkers. Volgens
het Duitse blad ADAC-Motorwelt is Ne
derland nog steeds relatief goedkoop. Stelt
men Duitsland op 100, dan komen onder
meer deze cijfers uit de bus: België
110,60; Frankrijk 128,50; Zwitserland
114,40; Nederland 94,35; Engeland 123,40;
Ierland 100,15; Spanje 70; Portugal 82;
Italië 84,90; Denemarken 106,10; Zweden
129,50; Oostenrijk 83,70; Griekenland 88,95;
Roemenië 93,75.
Uit de markt geprijsd zijn we dus be
slist nog niet, al naderen wij langzaam
maar zeker het Europese niveau.