Ziekenhuizen
in Frankrijk
nog in de
Middeleeuwen
NEDERLANDER ZWEERT BIJ
FRITES EN BOONTJES
Spa. et rpotie
voor Let Luióie
MOCCONA
Yves Saint Laurent
plunderde ijverig
hoenderhok
WIJ ZIJN NIET
SCHOON
Luierenpraten en eten
Warme dag?
Maak eens 'n IJscona...
'n pittige verfrissing!
Zo gebeurd.
Geen contact met
intellectuelen
in Rusland
lekker-pittige koffie...
van Douwe Egberts
Zuur
Zelf doen
In 't nauw
Vr ij
11" vreemd, de gast by jezelf, maar
voor een keertje mag het mischien
wel. Gisteren kwam een collega terug
van vakantie in Renesse. „Niet te gelo-
DONDERDAG 31 JULI 1969
(Van onze correspondent)
pARIJS Af en toe moet ik me in
mijn arm knijpen om te weten
dat het geen nachtmerrie is. Vaak moet
ik op de kalender kijken om er zeker
van te zijn, dat wij in 1969 leven, dicht
in de buurt van de 21e eeuw! Oordeelt
zelf.
Te Compiègne werd een kind van ze
ven jaar ernstig gewond een ziekenhuis
binnengebracht. Het kon gered worden.
Daarvoor moest zijn schedel worden ge
licht. Het duurde even, voor men een
chirurg had gevonden.
Deze kwam onmiddellijk naar het zie
kenhuis en constateerde, dat hij niet de
noodzakelijke instrumenten bezat om de
operatie uit te voeren. Voor het kind in
een beter uitgerust ziekenhuis arriveer
de, was het overleden. Compiègne en
omgeving heeft bijna tachtigduizend in
woners.
In Parijs liepen bij een, verder onbe
langrijke, brand in de Rue Saint-André-
des-Arts twee oudere mensen zeer ern
stige brandwonden op. Zij moesten on
middellijk worden behandeld in een zie
kenhuis. De ambulance reed met hen
naar het ziekenhuis Cochin, dat hier
voor speciaal is ingericht. Zij werden
geweigerd, omdat het ziekenhuis vol
was.
De ambulance reed door naar het
ziekenhuis St. Antonie dat een gespe
cialiseerde afdeling bezit. Opnieuw wer
den zij geweigerd. Geen plaats. IJlings
naar een derde ziekenhuis, Trousseau,
eveneens gespecialiceerd in brandwon
den. Opnieuw geweigerd. Uitsluitend
gereserveerd voor kinderen.
Toen bleef nog slechts één mogelijk
heid open: het militaire ziekenhuis van
Clamart, een zuidelijke voorstad van
Parijs, dat eveneens een gespecialiseer
de inrichting bezit.
Na lang heen en weer praten en en
kele telefoongesprekken met hoge mili
taire geneeskundige officieren werden
de oudjes tussen de militairen gelegd.
Ruim twee uur nadat zij uit de brand
waren gered.
Te Jouy, in het departement Yonne,
sloeg een vrouw bij het openen van een
onklaar geraakte koelkast door een
elektrische schok tegen de grond. Ze
moest onmiddellijke hulp hebben. An
derhalf uur duurde het, voordat de te
lefooncentrale van Sens antwoordde.
Toen er een dokter verscheen was de
vrouw dood.
In een rapport van prof. Georges
Mathé, de directeur van het Franse in
stituut voor kankeronderzoek lees ik,
dat er in Frankrijk slechts één zieken
huisbed is voor elke 75 inwoners.
In veel ziekenhuizen worden de pa
tiënten gewoon in de gangen gelegd op
een vouwbed en tal van patiënten wor
den naar huis gestuurd, lang voor zij
zijn genezen.
Ik lees ook, dat in een van de grote
ziekenhuizen talrijke zieken en gewon
den vaak twee weken moeten wachten,
voor de noodzakelijke röntgenfoto's ge
maakt of röntgenonderzoek verricht
kan worden.
Ook lees ik, dat Frankrijk slechts
één verpleegster voor elke dertig zie
ken bezit en dat de toestanden in de
meeste ziekenhuizen eerder doen den
ken aan de middeleeuwen, dan aan de
twintigste eeuw.
En dat alles in juli 1969, de maand,
waarin de Amerikanen hun eerste stap
pen op de maan deden! Zij zijn in staat
op de maan te komen terwijl het de
Fransen niet eens lukt om hun telefoon
te laten werken,, hun ziekenhuizen van
de nodige instrumenten te voorzien of
ziekenhuisbedden te installeren. Zelfs
wanneer er mensenlevens mee zijn ge
moeid.
Onmacht, beweren Volksgezondheid
en de PTT. Ik vind dit schuldige nala
tigheid, die als zij nog langer voort
duurt, er weieens de oorzaak van zou
kunnen zijn, dat Frankrijk naar de
maan gaat!
MOSKOU Bert Roeyen en José
Saetaert zijn naar België teruggekeerd,
na een bezoek van acht dagen, gedu
rende hetwelke zij geprobeerd hebben
contact te leggen met Sovjet-intellec
tuelen een discussie over de intellec
tuele vrijheid in de Sovjet-Unie op
gang te brengen.
De twee leden van het Vlaamse ac
tiecomité voor Oost-Europa, hadden
op hun programma staan later te zul
len vertrekken, maar op het vliegveld
vertelden zij uitgewezen te zijn. Twee
mannen die zich geïndentificeerd had
den als functionarissen van „Intoerist"
waren naar hun hotel gekomen en had
den hun verteld dat hun handelswijze
illegaal was en dat zij de Sovjet-Unie
moesten verlaten. Zij werden naar het
vliegveld van Moskou overgebracht,
maar zij misten het laatste avondtoe
stel en werden ondergebracht in 'n ho
tel bij het vliegveld.
Roeyen zei, dat zij niet ondervraagd
waren of naar een politiebureau waren
gebracht en dat er ook geen officiële
bevestiging te verkrijgen was, dat zij
waren uitgewezen. Hij vertelde, dat hun
pogingen een open debat met Sovjet
burgers te houden over de intellectuele
vrijheid en het vreedzame coëxisteren
door de autoriteiten in Moskou was ver
hinderd. Zij werden gedwongen van ho
tel te veranderen, waardoor het onmo
gelijk werd het debat te houden in de
kamer welke zij genoemd hadden in
ongeveer 100 uitnodigingen die gestuurd
waren aan Sovjetschrijvers, journalis
ten en culturele en wetenschappelijke
groepen.
Toch vond Roeyen dat de reis wel zin
had gehad, omdat hij enige mensen
had kunnen ontmoeten, die hij wilde
zien. Hij wilde echter geen verdere in
lichtingen verstrekken.
opussen twee en drie kon ik er wel terecht, zei de koele makelaarsstem ov«r
de telefoon. Daarna ging de oude dame boodschappen doen.
Dat zinnetje sprak eigenlijk al boekdelen: ik zag de hele situatie ten voeten
uit voor mij. Twee grijzende zusters de ene buitenshuis in betrekking, de
andere binnen de deur als huishoudster die jaren en jaren onder één dak
hebben gewoond. In het aardige, rustig gelegen, keurig onderhouden huis van
de advertentie. En die nu haar knusse besloten bestaan zien opengebroken
door het harde besluit der erfgenamen van de overleden huiseigenaar.
Zij willen van het pand af, de twee dames zijn toch van plan te vertrekken,
als de oudste over een paar maanden met pensioen gaat. Dan laten zij ergens
buiten de stad een huisje zetten, helemaal vrij, met een bloeiende tuin rondom.
Aan een stille weg waar hoogstens een fietser naar het dorp of de bus naar
de stad voorbij komt.
Natuurlijk had die verkoop nog wel een jaartje kunnen wachten, maar hoe
zijn erfgenamen die zo gauw mogelijk contanten op tafel willen zien? Wat zou
het ook: het huis wisselt alleen van eigenaar, de dames storten de huur op een
andere bankrekening, verder blijft alles bij het oude.
Jawel, zeker, de erfgenamen hebben gemakkelijk praten. Zij zijn mannen, die
even een zaak afwikkelen en een zo hoog mogelijke prijs hopen binnen te
halen. Maar de twee huursters zijn vrouwen, een eind in de zestig, en vergroeid
met rust en regelmaat. De werkende partij zal zich er het minst van
aantrekken, maar de zorgende werk het op de zenuwen. Bij de gedachte alleen
al dat zij nu kijkers aan de deur kan krijgen. Kijkers die misschien niet eens
serieuze kopers zijn, maar louter nieuwsgierigen, die hun neus komen steken
in haar privé-leven. Die door haar suite, haar keuken, haar slaapkamers zullen
-ondstappen, kasten open doen, vragen stellen, aanmerkingen maken.
- "ortom, haar tijd in beslag nemen en haar keurige rustige dagindeling in de
-ar sturen.
Tussen twee en drie, later niet, dan doet zij boodschappen. Ach ja, en dan
zijn de bedden opgemaakt, de vaat is gewassen en het middagdutje op de bank
achter de rug.
Het was alles zo begrijpelijk, en ik gevoelde mij bijna schuldig toen ik op
de bel drukte. Geduldig wachten tot haar stap in de vestibule klonk, al durd«
dit dan nog wel even.
De deur ging eindelijk voorzichtig open, en ik had het niet ver mis gehad:
de scherp getekende kleurtjes op haar magere wangen waren niet uit een
doosje afkomstig maar regelrecht opgestuwd door de emotie. Goed: ik mocht
dan wel even binnen komen en rondkijken. Als ik maar bedacht dat er voor
lopig geen kans was het huis te betrekken. Dat kon nog wel een jaar duren,
tot zolang mochten zij beiden er blijven, niemand had het recht.
Ik stelde haar gerust, en volgde haar naar de suite waar nog een ouderwetse
kolenhaard stond te branden. In de vensterbanken bloeiden begonia's en
cyclamen, het enige dartele element in deze keurige, maar pijnlijk levenloze
kamers. Had er nog maar een poes op een stoelkussen gelegen, of een kanarie
in zijn kooi een aarzelend: Piet-iet? gewaagd. Maar er klonk geen geluid dan
het zeer bescheiden tikken van de pendule. Geen bloemetje op het rimpelloze
tafelkleed, nergens een neergelegd breiwerk, een vergeten krant, Hier werd
niet geleefd en zelfs niet gewoond, Hier verkeerde men doorlopend in een sfeer
van steriele onberispelijkheid. Die nergens, zelfs niet op het rommelkamertje.
werd verstoord. Het keukentje zag eruit of er nimmer ook maar een aardappel
was gekookt. Geen geiser, geen douche, geen verwarming hoegenaamd op de
bovenkamers. En geen achtertuin.
Ik stond op het plaatsje achter het huis, een betegeld straatje van vier bij
drie meter, met drooglijnen boven mijn hoofd en een enorme kolenkist recht
voor mijn neus. Wat schrale klimop langs de zwarte schutting was alle groen
dat er te bekennen viel op dit kille ingeklemde stukje achterom met een zuinig
streepje morgenzon.
Of zij van buiten kwam? wilde ik weten, mijn aandacht allang van het huis
afgezwenkt naar de bewoonster. Ja, zij was buiten geboren, en ging er nu weer
heen, op haar oude dag. Een eigen huisje, op een eigen stukje grond, en nie
mand die op je tafel keek. Maar het kon nog wel een jaar duren.
Wat is één jaar op zo'n lange wachttijd van zeg dertig, veertig. Als het maar
eenmaal klaar was.
De stukken van de puzzel schoven vanzelf op hun plaats. Dit verklaarde
alles: de pijnlijke zorg voor huisraad en stoffering, de zelf gehaakte spreien,
het ontbreken van praktisch alle comfort. De onverwarmde slaapkamers in de
winter, kolen scheppen bij regen en ijzel en sneeuw op dat open plaatsje. Het
spaarpotje, dat niet aangesproken mocht worden. De glanzende verf en het
keurig behang waren een opgelegde verplichting van het huurcontract. Maar
waar het haar eigen comfort en gerief betrof: zij deed er Spartaans afstand van
terwille van het Huisje. Het Huisje, dat licht en zonnig oprees achter de
zwarte schutting, waar zij jaar en dag tegenaan had gekeken met heimwee in
het bittere hart naar de openheid en het frisse groen van het land.
Ik bedankte haar voor de rondleiding en wandelde haastig het tuinhekje uit.
Die nijdige schutting had mij na een kwarjier al verjaagd, wat moest zij in dat
halve mensenleven niet aan weerzin hebben opgegeten.
i_os tweemaal de normale hoeveelheid Moccona op in
warm water. Voeg suiker naar smaak toe. Vul een hoog
glas met ijsblokjes. Voeg nu de opgeloste Moccona toe.
Wat stijf geklopte slagroom erop. Maak het gezellig met
een snufje cacaopoeder op de slagroom... en u hebt een
verfrissende IJSCONA!
ven zoals men daar het strand bevuilt",
zei hij. Ik had dat zojuist zelf op zon
dag ook geconstateerd, in Vrouwenpol
der. Daarover wilde ik iets zeggen.
Het staat vast, dat w(j Nederlanders
PARIJS Yves Saint Laurent heeft de rokzoom resoluut naar beneden ge
bracht, en een aantal van de modellen die h(j maandag in zjjn wintercollectie
toonde, deden denken aan de beroemde „New look" van Christian Dior uit 1947.
De lange Ijjn is het meest opvallend bjj de jassen, meestal van tweed gemaakt
en gesneden als herenoverjassen. Ook de rokken bjj de tweedpakjes zjjn lang,
vallen tot op de kuit of nog lager.
Yves Saint Laurent brengt dit seizoen veel bedrukte wollen mantels, die ljjken
op kamerjassen voor heren. Er waren hierbjj een aantal modellen met Perzische
dessins.
Ook de „Engelse Gouvernante" pak
jes hebben rokken tot vingertoplengte.
Saint Laurent heeft een aantal jump
suits en pyjama's die doen denken aan
de pakken van de ruimtevaarders. De
belangrijkste kleuren voor deze pakken
zijn beige, grijs, en zwart.
A Pantalons voor dames korter of
langer zijn reeds lang populair.
Hier een geheel nieuw ontwerp, met
een opengewerkte zijkant, voorzien
van grote ringen.
Een tweede belangrijke trend voor de
namiddag is de „familiealbum" lijn.
Met een Spaanse toets in de model
len.
Saint Laurent verwerkt veel fluweel,
in gedempte doffe tinten, oud rose, pe
tunia en bruin. De modellen zijn afge
zet met veren, van alle dieren die maar
veren dragen. Complete kippenrennen
moeten zijn ontvolkt om Saint Laurent
aan zijn zomen te brengen. Een mini-
avondjurkje was volledig van kippeve-
ren gemaakt.
Voor de avondtoiletten heeft Yves
Saint Laurent zich laten inspireren door
de Italiaanse renaissance. Prachtige
zilveren, gouden koperkleurige of ge
mengde brokaat, hooggesloten statige
robes, met lange, aansluitende of breed
uitwaaierende mouwen.
Deze metalige brokaat gebruikt hij
ook voor de avond broekpakken die
oosterse tunieken hebben.
De collectie, die een veel blijere in
druk maakte dan de lentecollectie van
Saint Laurent dit voorjaar werd door
de kopers enthousiast ontvangen.
Philippe Venet opende de reeks met
oen kokervormig fingertip Cardigan-
silhouet. De lange Cardigan-look werd
getoond met kachelpijpbroeken, soepe-
e slacks of nauw aansluitende broeken.
Een van de kostuums was van top
,ot teen in een enkele rode kleur, die
van zegellak, en werd gedragen met
oen minirok en nauwsluitende kanten
broek.
De minirokken die zich dikwijls lie
ten zien met getailleerde jasjes met
ceintuur hebben een laag geplaatste
aangezette strook met stolpplooien.
Venet's idee werd voor alle gelegen
heden gevarieerd door stoffen en kleu
ren.
Een band van 12 of 15 cm loopt he
lemaal. langs de- Cardigan-zoom. Hij
doet dit zelfs op een nieuwe wit-grijs
A Pierre Balmain is ook nog met wat
nieuws. Hier een creatie in zwarte
swakara met laarzen van dezelfde
stof, hoed en shawl en zwartlederen
ceintuur.
gestreepte mutatie-mink van maxi-
lengte waarvoor hij 'n band van zwar
te vos gebruikt.
Een ander idee van Venet zag men
in wijd klokkende mantels. Sommige
daarvan enkel- of dubbelrij kno
pen stonden van achteren wijd uit.
Molyneux had mantelpakjes met
nauw aansluitende jasjes, voorzien van
zakken met kleppen, fluwelen garne
ring aan de hals en manchet, en zil
veren glimmend stalen of dof stalen
knopen. Het silhouet blijft soepel en de
eenvoud van het pakje verhoogt de
schoonheid van de stoffen flanel,
knobbeltweed of gedempte ruit.
Een staalgrijs pakje heeft een voe
ring van brede grijs-witte zonnescherm-
strepen, passend bij het bovenste deel.
Een conservatief geruite jas heeft een
voering van kameelhaar en een passen
de japon, die gedragen wordt met een
camel jersey hoofdsjaal.
ten onrechte de naam hebben „een pro
per volk" te zyn. We hebben die
naam gekregen, toen lang geleden bui
tenlanders ontdekten, dat bij ons bui
tenkanten van huizen en stoepen worden
geschrobd. En het feit, dat wij bij hon
derdduizenden 's avonds 't licht aanste
ken en de overgordijnen openlaten,
doet die buitenlanders denken: „Ze he
ben niks te verbergen, kun je nagaan
hoe schoon ze zijn".
Wjj zjjn niet schoon. Enquêtes heb
ben laten zien, dat veertig procent van
de douchecellen in onze hoofdstad ge
bruikt worden als opslagplaats voor ko
len, strijkplank stoü'zuiger en bezem,
Andere onderzoeken brachten aan het
licht, dat duizenden gezinnen in Neder
land met één tandenborstel doen. Praat
eens met een directeur van de G.G. en
G.D.over onze zogenaamde properheid.
Hij zal u er iets meer over kunnen ver
tellen aan de hand van feiten, gecon
stateerd op mensen die na een ongeluk
werden binnengebracht. Mensen, die er
diezelfde dag „niet op gerekend had
den", als u me kunt volgen.
Het heeft ook iets met ons Neder
lands karakter te maken. „Het ligt niet
op m'n rug" is 'n kreet, die waarschijn
lijk alleen maar in dit land kan ont
staan. En daarom smijten we puin en
oude matrassen op onbebouwde stuk
ken grond, daarom gooien we oude
stoelen in grachten en singels, daarom
laten we halve autowrakken achter op
andermans terrein. Daarom doen we
meer. We bevuilen een massa recreatie-
plekken of het nu de Veluwe of een
stuk strand is met kartonnen ijsbe-
kertjes, opgefrommelde papieren zak
ken, sinaasappelschillen en oud brood.
Het „ligt toch niet op onze rug"? Het
gekke is, dat veel mannen achteloos af
val weggooien. Een geliefkoosde bezig
heid is ook om tijdens het benzine tan
ken op het terrein van het pompstation
even een volle asbak te legen. Het gek
ke is ook, dat juist die mannen thuis
wanneer toevallig de as van hun siga
ret op de grond valt horen: „Piet,
wat zie ik daar?" En Piet haast zich
dan de fout weg te wissen.
Het hele patroon van veler gedrag op
een recreatieterrein is natuurlijk oer
dom. Want wie vandaag zijn kartonnen
beker en zjjn papieren zakken op het
strand van Vrouwenpolder achterlaat
omdat hij „toch weg gaat", moet na
tuurlijk bedenken, dat hij de volgende
keer tussen de rommel waadt van alle
mensen, die net zo denken. Afgezien
van de zekerheid dat al die „wegwer-
pers" inclusief de proppen-papier-
uit-auto-gooiers zichzelf een brevet
van onfatsoen uitreiken.
ADVERTENTIE
BONN Deze vakantie in het Rijn
land smaakt net als thuis: naar frites
met mayonaise. En, om ook het niet-
materiële te noemen, naar weldadige
rust: wandelen, zwemmen, luieren, vrij
van elke dwingende verplichting.
Ergens aan de Rijnoever bezuiden
de Drachenfels zegt een campingbe
heerder: „Rijnlandse gerechten raak
ik hier aan de Nederlanders niet kwijt".
Zeker, klassieke Duitse spijzen zoals
zuurkool en aardappelballen vallen bij
onze vaderlanders niet in de smaak.
Onze landgenoten weten daarentegen
andere produkten des lands, zoals Brat-
wurst, de kostelijke Rijnwijnen en de
wildschotels met ree of wildzwijn ter
dege te waarderen.
„Typische Duitse spijzen zoals Sauer-
braten, aardappelsoep of Reibekuchen
(aardappelpannekoek), daarvan moe
ten zeniets hebben. Ook vragen ze
steeds weer om witbrood, want het
Rijnlandse volkorenbrood vinden ze te
zuur. In mijn kampwinkel verkoop ik
aan de Nederlanders meestal de ingre
diënten voor heel gewone maaltijden,
en op mijn terrasje bestellen ze stee
vast friten".
Een summiere opinie-peiling onder
Nederlandse tent- en caravanbewoners
langs de Rijn bevestigt deze uitspraak,
maar geeft toch een wat minder pro
vinciaal beeld.
Diep misprezen worden, niet ten on
rechte, de Duitse aardappelen. Menig
Nederlands gezin neemt op vakantie
een flinke zak dorés of bintjes mee van
eigen bodem.
Het Nederlandse kampeermenu mag
dan de Duitse keuken maar ten dele
eer aandoen, toch is het in zekere zin
internationaal, met veel makkelijke
schotels zoals macaroni, spaghetti, ba
mi, nassi en alles wat er maar uit blik
jes wil komen. De ingrediënten worden
deels meegebracht, maar grotendeels
ook ingekocht bij de Duitse kruidenier.
Noch de giframp op de Rijn noch de
gigantische verkeersopstoppingen of de
recente periode van stortregens hebben
de zalige kampeerdersrust langs de
boorden van de rivier kunnen deren.
Voor veel Nederlandse vakantiegan
gers is de Rijn het einddoel. Er zijn ve
teranen die hier elk jaar een paar we
ken „staan".
Van de vissterfte hebben de kampeer
ders doorgaans niets gemerkt. Zwem
men in de Rijn doet men toch niet; met
kinderen gaat het naar de zwembaden,
die overal in het Rijnland zijn te vin
den.
De grootste flessehals in het West-
duitse verkeer De Autobahnkruispun
duitse verkeer De Autobahnkruispun-
menigeen in het nauw gebracht. Een
aantal Nederlanders, op doorreis naar
het Zuiden, besloot teneinde raad eerst
maar eens een pauze te houden aan de
Rijn, en pas daarna verder te gaan.
Paniek hebben hier en daar de enor
me stortbuien veroorzaakt. Menig land
genoot ging in allerijl greppels graven,
maar kenners van dit gebied wisten be
ter: binnen het uur verdwijnen zelfs
de grootste watermassa's in de lemige
grond van het Rijndal.
Zo genieten op dit ogenblik veel land
genoten aan de zoom van de klassieke
Europese rivier van een weldadige men
geling van baden, zonnen, wandelen in
de bossen en niets doen. Nog een snel
le bloemlezing van uitspraken van Ne
derlandse kampeerders.
„Op kampeerplaatsen elders sta je in
eikaars tenten te kijken. Hier, met je
neus naar de rivier, zit je heerlijk vrij.
Het kijken naar die drukke scheepvaart
vinden we reuze boeiend".
„De internationale onderlinge hulp
vaardigheid op de kampeerterreinen
is geweldig".
„Fritenporties zijn hier lang niet wat
ze in Nederland zijn..."
„We hebben veertien mark moeten
betalen voor twee karaf jes wijn, hooguit
zes glaasjes is dat niet erg veel?"
„Buitenlanders zijn gezellig maar Ne
derlandse kampeerders zijn stug en
heel erg op-zich-zelf".
„En gelachen dat we hebben, na al
die Rijnwijn maar dat mag niet in
de krant, hoor!"
of: „Wij hebben opoe mee en die
moet haar warme prakje en haar
slaapuurtje hebben".
„Als ik geen Nederlands eten kan
krijgen eet ik niet. Die vent hier vér-
kocht niet eens nassi".
En niet te vergeten de afgeladen Ne
derlandse bussen, die aardappels en
blikjes boontjes meenemen.
A ,,Zwei Aussmeisser" hoorden wij
dezer dagen in een Raststütte aan
de Autobahn. Duits kan een moeilijke
taal zijn en de grammatica is niet al
tijd even helder.