l
m
D
N
IV
A
M,
E
Ei;-<.. ^1
lub». -J* VSL v.
^Tt-^Sx
s;
r>f&V#
Wernher von Braun, de Duitse raketdeskundige die een groot aan
deel had in de bouw van de raketten die de mens tenslotte op de maan
bracht, heeft onlangs iets gezegd over het nut van maanreizen. Hij
vindt dat, nu de eerste echte missie op de maan is geslaagd, het tijd
wordt, dat we de Amerikanen de nadruk gaan leggen op die
aspecten van het ruimtevaart programma, die rechtstreeks hun nut
zullen hebben voor de belastingbetaler. „Het telefoongesprek over de
oceaan, via de kunstmaan kent men al", zegt hij, maar er zijn veel
meer tastbare voordelen voor „de gewone man" in de ruimtevaart.
Heel veel werk kan in de ruimte worden verricht om nog onbekende
bronnen van rijkdom in de aarde op te sporen. Met teledetectors in de
ruimte kunnen we, om een voorbeeld te noemen, plantenziekte op
aarde tijdig ontdekken, kunnen we olielagen opsporen, bosbranden
nauwkeurig lokaliseren, vulkanische uitbarstingen zien aankomen en
vissersvloten op het spoor zetten van onbekende scholen vis in
's werelds rijkste viswateren"
Enkele van deze dingen", zegt dr. Von Braun, „zijn zo nu en dan
al toegepast. Wij moeten er nu voor zorgen deze detectie-apparatuur
te verbeteren. Heel wat kan met automatische apparaten worden
gedaan, maar er zijn mensen in de ruimte nodig om het hoogste profijt
uit deze apparatuur te halen".
Dat is niet alles. Von Braun ziet in de naaste toekomst ruimtelabora
toria en -fabrieken „verrijzen". „Het lollige is", zegt deze geleerde,
„dat je daar in de ruimte gebruik kan maken van de gewichtloosheid.
Als wij gieten in toestand van gewichtloosheid, kunnen we grote,
absoluut zuivere optische lenzen voor telescopen maken. Door de
juiste combinatie van draaien en gebruikmaken van de elektromagne
tische kracht, kunnen de lensvlakken gevrijwaard worden van de
geringste misvorming. En dan: kogellagers, die wij op aarde maken,
kunnen wel rond lijken, maar ze zijn het niet. Voortdurende wrijving,
onmerkbaar voor de mens, zorgt, dat zelfs de duurste machines op
den duur kapot gaan. Maar materiaal, dat in vloeibare toestand in een
gewichtloze omgeving zweeft, neemt onherroepelijk de vorm van een
perfecte bol aan. Dergelijke metalen lagers kunnen in de ruimte
worden gemaakt tot toleranties van plus of min Angstrom-eenheden
(een Angstrom, gebruikt om lichtgolven te meten, is 1 100.000.000ste
deel van een centimeter
„Deze kogellagers zullen een revolutie betekenen in onze op de
machine berustende beschaving. Uit die beschaving zal namelijk de
wrijving en dus ook het lawaai verdwijnen. Kostbare reparaties
en vervangingen van machine-onderdelen zullen tot het verleden
behoren".
Von Braun kent nog veel meer toepassingen van de ruimte als je
daar zo oneerbiedig over mag spreken. Maar, zegt Von Braun, het
commerciële gebruik van de ruimte in deze zin staat nog niet voor de
deur. Dat al deze dingen gaan komen, staat voor hem echter als een
paal boven water. Het A polloproject heeft er een raampje naar open
gezet
Voetstappen in het maanstof
'e gewenning gaat zeer snel. Van
daag loopt een mens op de maan, morgen
verwonderen wij ons er niet meer over als
er een aards voertuig naar de maan wordt
gebracht, waarmee de maanbodem dan
verder wordt onderzocht. Gisteren hebben
we nog glimlachend gekeken naar een scien-
ce-fiction-filmpje op de televisie, al dat ge
doe van mensen in de ruimte met sceptische
blik gadegeslagen en de gedachte gekoes
terd misschien wel de hoop dat 't
zover waarschijnlijk nooit zal komen.
Polak's „Gesprek met morgen" houdt een
ruime marge tussen wat vandaag is en
morgen misschien zijn zal. Maar telkens ko
men ook de futurologen tot de conclu
sie dat vandaag, gisteren en morgen steeds
dichter bij elkaar komen te liggen.
De gewenning daaraan gaat zo snel, dat
we ons nauwelijks realiseren wat er ge
beurd is sinds twaalf jaar geleden twee Rus
sische Spoetniks piep-piep-piep hun baantjes
rond de aarde draaiden. Er staan nu voet
stappen in het maanstof, maar we zijn ver
geten dat talloze experimenten van de Ame
rikanen in de ruimte binnen één decennium
waarin de ruimtevaart tot ontwikkeling
kwam, zijn mislukt. We hebben alleen de
winstpunten geteld.
I oen president Nixon zijn al
thans voor een president van de Verenigde
Staten domme uitspraak deed toen Arm
strong de maan betrad. („De grootste ge
beurtenis sinds de Schepping") leken de ver
schillende historische woorden die presi
dent Kennedy over de ruimtevaart had ge
sproken te zijn verwaaid in de storm van
snel opeenvolgende actualiteiten.
Kennedy is de grote stimulator geweest
van het Amerikaanse ruimtevaartprogram
ma. Toen de Russen op 12 april 1961 de
eerste mens in de ruimte stuurden Joeri
Gagarin kwam het grote Amerikaanse
ruimtevaartprogramma pas goed van de
grond met de beroemd geworden rede van
president Kennedy voor het Amerikaanse
congres: „Ik ben van mening, dat het de
plicht is van ons volk, nog vóór het einde
van dit decennium een mens op de maan
en daarna weer veilig op aarde te bren
gen. Wij hebben gezworen dat wij het we
reldruim niet beheerst willen zien door de
vijandelijke vlag van de verovering, maar
door een banier van vrede en vrijheid. Wij
hebben er een eed op afgelegd, dat wij het
heelal niet gevuld willen zien met wapens
ter vernietiging van de mensheid, maar
met instrumenten van onderzoek. De gelof
ten die wij hebben afgelegd, kunnen echter
pas in vervulling gaan als wij de eersten
zijn. Of de wetenschap der ruimtevaart een
richting ten goede of ten kwade gaat, hangt
van de mens af. Alleen als de Verenigde
Staten vooraan gaan, kunnen wij een stem
hebben in het kapittel als het gaat om de
vraag of de ruimte een plaats van vrede
of van verschrikkelijke krijgstonelen wordt."
lu staan er dan voetstappen in
het maanstof. De maankaart hebben wij
al in huis, er zijn al boekingen gedaan bij
het kersverse maan-reisbureau. En daar
glimlachen we vandaag nog om. Morgen al
niet meer?
aar haalt een schrijver, een
journalist, die door radio en televisie de reis
naar en de landing op de maan volgde, de
woorden, de beelden vandaan om zijn ge
voelens te vertolken? Hij kan zich die moei
te besparen. Die woorden en beelden zijn
er niet, zegt de bekende schrijvende reizi
ger (of reizende schrijver) Anthony van
Kampen. Hij bereisde een indrukwekkend
aantal landen op deze aarde. Wat zegt hij
van de eerste menselijke stappen in het
maanstof?
Dit: „De mens kan alleen zijn emoties en
verbijsteringen weergeven door gebruik te
maken van het oude, versleten arsenaal cli
chés, behorend bij de tijd van vóór de lan
ding op de maan, springplank, steppingsto-
ne voor de verdere verovering van het heel
al. Er zal een andere, geheel nieuwe taal
moeten komen om het grootste avontuur
der mensheid gestalte te geven. Trouwens,
die taal is er al, als ik radioverslaggever
Peter Schreuder uit Houston mag geloven.
Een taal, gebruik makend van „astronie-
men". Met andere woorden: ruimte-taal.
Men kan slechts stamelen over dit he
roïsch gebeuren, oneindig boeiender, aan
grijpender dan wat een mens bedenken,
fantaseren kan. Zo ooit, dan gold hier dat
..truth is stranger than fiction", dat de rea
liteit de verbeeldingskracht verre overtreft.
Stamelen over dit gruwelijk eenzaam avon
tuur, deze sprong in de ruimte, zo ver van
de basis, Moeder Aarde, beleefd. Eenzaam,
ondanks het feit dat ze met z'n drieën wa
ren. Ze waren, lijkt mij, gezamenlijk een
zamer dan Scott aan de Zuid- en Peary aan
de Noordpool. Eenzamer dan welke alleen
reizende explorateur ook vóór hen. Omdat
die thuisbleef, op aarde, en deze drie de
ruimte, de leegte, de goeddeels onbekende
kosmos ingeschoten werden.
rtlleen reizen. Afgezien dan van
de ongetelde ogenparen die hen vanaf de
aarde volgden tijdens de televisieuitzendin
gen. Bijna voortdurend werden zij gadege
slagen, geobserveerd, bespied, hetzij door
het team wetenschappelijke medewerkers
in Houston hun technisch thuisfront
waarmee ze als door een onzichtbare Draad
van Ariadne verbonden bleven, hetzij door
de miljoenen die hun gedragingen en reac
ties vanuit de huiskamers volgden. Het is
griezelig te bedenken, dat explorateurs te
gelijk nooit zo verlaten en onbereikbaar
waren als zij, en tegelijk over zó weinig
privacy beschikten.
Ik heb gelezen dat men drie mannen
koos, van wier ijzeren zelf-discipline men
bij voorbaat overtuigd was; mannen zon
der zenuwen, Argonauten zonder emoties.
Ik geloof dat niet helemaal, ondanks hun
rustige polsslag op kritieke momenten, on
danks hun normale bloeddruk op de ogen
blikken toen het er om ging. Wat weet men
tenslotte daarvan.' Wat ging er in die mo
menten in hen om? Wat dachten ze? Wat
droomden ze? Wat hoopten ze? Wat vrees
den ze? Wat waren hun twijfels, hun zor
gen, hun angsten?
En: welke vlucht nam hun verbeelding
toen de landing nabij was, vervolgens toen
ze op de maan stonden, en tenslotte bij het
opstijgen? Daarover zal men niets terug
vinden in hun journaal. Dat staat alleen
in hun hart genoteerd, waartoe geen Hous
ton-computer toegang geeft.
Natuurlijk hebben ze hun emoties en ont
roeringen gehad, omdat ze gewone mensen
waren en geen robotten.
bel had gestaan in de vorm van de Sa-
turnusraket.
llleen al het idee om in die toren
het heelal te worden ingeslingerd lijkt me
voldoende om iemands lust tot een derge
lijk avontuur en zeker mijn lust! op
hetzelfde moment te doen vergaan. Maar
een ogenblik (en niet méér dan dat!) aan
nemend dat ik in m'n argeloosheid toch was
meegegaan, dan weet ik zeker dat ik van
af het eerste moment nostalgie, heimwee,
naar goede, oude Moeder Aarde zou heb
ben gehad.
Voorts zou ik met absolute zekerheid
m'n emoties niet de baas zijn geweest. Met
gevolg: een toestand van voortdurende pa
niek. Ik zou geen seconde hebben kunnen
slapen. Ik zou geen moment rust gehad heb
ben. Ik zou tijdens de hoogtepunten van
de onderneming doodsangsten hebben uitge
staan en elk besef van realiteit verloren. Ik
zou aan de Toverleerling hebben gedacht,
en aan de Geest in de Fles. En aan de mil
joenen Oosterlingen, voor wie de maan de
Lamp van de Profeet is. En op elk van die
tragische momenten zou ik terugdenken
aan Moeder Aarde als aan een smartelijk
verloren Paradise Lost.
■r wordt me gevraagd te schrij
ven hoe ik dit alles heb ondergaan, daar
bij uitgaand van de gedachte dat ik er zelf
bij zou zijn geweest. Er is geen antwoord
op die vraag mogelijk, omdat m'n fantasie
daarvoor niet toereikend is. Omdat de ver
beeldingskracht van een mens die er niet
zelf bij was, het niet zelf beleefde, hopeloos
te kort schiet.
Omdat deze vorm van reizen totaal
nieuw, uniek is en die met niets dat er
aan voorafging is te vergelijken. Deze drie
mannen doolden door een volmaakt ande
re wereld, leidden een volstrekt ander be
staan dan hun grote aardse voorgangers als
een Marco Polo en een Orellana, een Cook,
een Fawcett of een Hillary, om er slechts
enkelen voor de vuist weg te noemen.
Natuurlijk heb ik getracht gelijk mil
joenen anaeren dit voor hun televisietoe
stel eveneens deden me voor te stellen
hoe ik het ondergaan zou hebben, hoe mijn
reacties zouden zijn geweest. Welnu, zeker
is dat het laatste, allerlaatste restant moed
me in de schoenen gezakt zou zijn, als ik
als vierde man op Cape Kennedy voor die
ontstellend hoge. reusachtige toren van Ba-
loet men de twee die als eersten
op een ander hemellichaam voet aan land
zetten, benijden? Ja en nee. In één opzicht
benijd ik ze niet. Omdat ze, zo jong nog,
nu reeds het toppunt van hun leven bereikt
hebben. Er zal voor hen hierna nooit meer
iets komen dat dit overtreft. In dat opzicht
hebben ze sinds zondagavond hun leven ach
ter de rug. Met in 't vooruitzicht de moeiza
me plicht het verhaal duizend, tienduizend
maal opnieuw te moeten vertellen, terwijl
men weet dat een goed verhaal maar één
keer goed verteld kan worden.
Ook aan hun kleinkinderen, die het wel
een mooi verhaal zullen vinden, maar ook
een oud, antiek verhaal. Omdat dón dit eer
ste rendez-vous met de Koningin der Nacht
al weer lang historie zal zijn. Omdat men
dan over de eerste landing op de maan zal
spreken zoals men het nu doet over de eer
ste man die met een vliegtuig de lucht in
ging. Omdat men waarschijnlijk dan zal
reizen, tussen, onder en boven de sterren,
zoals men thans van de ene stad naar de
andere vliegt.
an één ding ben ik overtuigd.
Dat hoe onromantisch deze eerste maan-
vlucht dan ook leek te rijn, hij wel degelijk
met een geheel nieuwe, tot nu toe onbeken
de vorm van romantiek te maken heeft. Er
zal in de toekomst een nieuwe Explorer^
Club komen, waarvan de leden ruimte-rei
zigers zijn, of dat wareh.
Onder hen zullen er zijn die wél het ver
mogen hebben datgene wat ze zagen, voel
den, ondergingen, in woorden, beelden of
klanken weer te geven: de ruimte-kunste
naars, de artiesten van de kosmos, geïnspi
reerd door 'n nieuwe Muze, die van 't heelal.
Er zullen schrijvers komen, terugkerend
uit dat heelal, die nieuwe drama's, nieuwe
verhalen, nieuwe saga's en nieuwe ge
dichten schrijven. Misschien grootser, mach
tiger dan een Ilias en Odyssee, de Lusiaden,
en Paradise Lost.
De stof ligt braak wachtend op de man
wiens geest door de ruimte en over de ma
terie van sterren en planeten waren zal.
Dal zullen net zo min als Armstrong,
Collins en Aldrin geen robots zijn, geen
levende computers, maar mensen wier hart
slag op kritieke momenten 156 is. Want dat
was de hartslag van Armstrong toen zijn
maansloep landde.
Tot zo lang mag men van eigentijdse
schrijvers niet verwachten, dat ze het ge
beuren in de kosmos zullen weergeven in
de taal, waarom een zo heroïsch, universeel
avontuur vraagt. Tot zo lang zal men ge
noegen moeten nemen met proza zoals dit.
Gestameld proza. De eersté, aarzelende vin
geroefeningen van nieuwe taal, geïnspireerd
op menselijke ervaringen in nieuwe werel
den.
"X' V.