„Wonderdokter" MAX MERKEL had met suikerklontjes en zweep slagen slechts één jaar succes „Ontwikkeling voetbalsport in ons land moet nauwlettend worden gevolgd" „Een arbiter moet geen moeilijkheden maken, die komen vanzelf wel VAN DUIVENBODE, Feijenoords nieuwe aanwinst, vindt positie van topvoetballers niet rooskleurig Scheidsrechter Dorpmans Jr. FC Nürnberg tuimelde van troon in diepe afgrond Wonderdokter „Amateurs" vorken m tttmmm mat WWha® CA* Te groot Uittocht In tien jaar Nazorg Te zacht VOORZITTER AMATEURSECTIE KNVB: Ontwikkeling Noodgreep Puinhoop Debuut Stevig BONN Geen club in het YVestduit- se voetbal heeft ooit zo'n tuimeling ge maakt als FC Nürnberg, vorige zomer nog landskampioen, nu kansloos gede gradeerd en verbannen naar het twee derangs domein van de Regionalliga. Nürnberg was méér dan een gewone kampioen van het jaar. De vereniging, die in West-Duitsland kortweg „de club" wordt genoemd, is al tientallen jaren een begip in de Duitse voetbal wereld. Negenmaal landskampioen, driemaal •winnaar van de nationale beker, 33 in ternationals. De club, die bijna zeven tig jaar onafgebroken in de hoogste klasse speelde, is nu voor het eerst ge zonken als een baksteen. Vanwaar deze roemloze val? De hoofdoorzaak werd al halverwege het seizoen overal uitgesproken: „Max Merkel heeft de ploeg uitgeknepen als een citroen..." Nürnberg opgericht anno 1900 was vanouds een degelijke, bijna def tige vereniging. Tè deftig eigenlijk voor het harde voetbal van de West- duitse Bundesliga. Sinds de Bundesli- ga was gesticht had het eerste elftal het eigenlijk hard te verduren. Het zag er zelfs herhaaldelijk naar uit, dat de club zou moeten degrade ren en Max Merkel was de wonderdok- ter, die erbij werd gehaald om de zieltogende patiënt te redden. Merkel wist dat te presteren. De man, die zijn memoires doopte „Met suikerklontjes en zweepslagen", gaf zijn Neurenbergse pupillen van allebei een overvloedige dosis. Zo smeedde hij in korte tijd een elftal, dat wel niet briljant was, maar wel taai, uiterst agressief en altijd in topconditie. Toen de vorige zomer de kampioens titel was binnengehaald, wilde het ver enigingsbestuur zich graag op het suc ces abonneren en contracteerde Mer kel voor vier jaar op een salaris van 18.500 mark per maand wel te ver staan. Natuurlijk ging FC Nürnberg het nieuwe seizoen in als één van de favo rieten, maar nu wreekten Merkels paardemiddelen zich: op de roofbouw volgde prompt een terugslag. In de nazomer joeg de eerzuchtige Oostenrijker zijn pupillen naar een trainingskamp. tweeduizend meter hoog in de Beierse Alpen. In dit zwa re terrein werden de voetballers zó af geknepen, dat deskundige gasten spra ken van een „martelkamp". Sommige spelers verloren bij deze moordende training binnen twee dagen vier kilo aan lichaamsgewicht. Aanvoerder Heinz Strehl: „Bij zulke folteringen loop je al gauw op je tand vlees." Na deze bergtocht ging het steil bergafwaarts: de kampioen speelde een seizoen van uitsluitend nederlagen. m Vigm tf mm «en tegen Akerq een thuiswedstrijd nog wel. Maar de Bundesliga is vol wisselval ligheden, aanvankelijk waren de Neu- renbergers nog optimistisch. Pas te gen het midden van het seizoen be gon men serieus in te zien, dat er de gradatie in de lucht zat. Ook financieel ging het beroerd. Het aantal toeschouwers voor de uitgeblus te kampioen zonk tot gemiddeld twin tigduizend per wedstrijd. Max Merkel zocht het wan-succes van zijn spelers weer eens in gebrek aan fanatisme: „Ze laten zich betalen als professionals, maar ze zijn ama teurs als er prestaties worden ge vraagd." Toch dacht „kampioenenmaker" Merkel zijn ploeg weer terug te kun nen voeren naar de voorste gelederen. Hij zei: „De club behoort nu eenmaal aan de top te staan. Je kunt de Wie ner Symfoniker toch ook geen concert laten geven in een schuurtje...?" Maar de ploeg was al tè ernstig aan getast door Merkels uitputtingstactiek en door zijn hooghartig wispelturig re gime. Topscorer Brungs verdween naar Hertha Berlin, Starek naar Bay- ern München. Spectaculaire ruzies van Merkel met Trainer Max Merit.el (rechts) en „rebel" Volhert samen op de bank in de periode, dat alles nog pais on vree was. dermijnden het moreel van het team nog verder. In de tweede seizoenhelft werd zelfs Merkel onzeker. Hij bood aan zijn fa belachtig salaris te besnoeien totdat het de club weer beter zou gaan. Zo kreeg hij elke maand toch nog 12.000 mark in het loonzakje. Maar beter ging het niet en de een maal zo bewierookte trainer werd eind maart ontslagen. Door zijn aflos sing hoopte het verenigingsbestuur in de resterende twee maanden de drei gende degradatie nog te omzeilen. Merkel trok zich verbitterd terug in een sanatorium om te bekomen van zijn galkwaal. De training werd overgenomen door zijn assistent Robert Körner, maar die wist geen nieuwe koers te sturen en de Neurenbergers bleven wedstrijden verliezen. Ten einde raad zocht en vond men een nieuwe „wonderdokter": trainer Kuno Klötzner, doch de nuchtere Klötz- ner zei al van tevoren: „Ik zal mijn uiterste best doen, maar ik kan geen ijzer met handen breken." Toch wist FC Nürnberg onder zijn leiding in de laatste wedstrijden nog punten te verzamelen, maar de achter stand was al te groot. Een gelijk spel tegen Borussia Dortmund kostte nog onmisbare punten en de 30-nederlaag tegen FC Köln ook een thuiswed strijd bezegelde Nürnbergs lot: de gradatie naar de Zuidduitse Regional- liga. Natuurlijk is deze tuimeling met Merkels schuld alléén, ook ongelukki ge blessures hebben meegespeeld. Vooral echter mag men niet verge ten, dat in de periode vóór Max Mer kel de Neurenbergse ploeg al op de rand van degradatie stond. Merkel wist uit zijn „citroen" het sap van het kam pioenschap te persen en het was niet helemaal zijn schuld, dat na deze krachttoer alleen een droge schil over bleef. De onfortuinlijke oud-kampioen is al vrijwel uiteengevallen. Volkert, Cebi- nac, Müller en anderen hebben al con tracten elders getekend. Er zullen er nog wel meer volgen. Trainer Klötzner heeft echter toege zegd om nog twee jaar aan te blijven en hij zal alle krachten inzetten om „de club" weer de Bundesliga binnen te loodsen. Dat echter zal tijd kosten en zeker ook veel geld. Wat dat betreft althans staat FC Nürnberg er niet slecht voor, want met een eigen vermogen van bijna tien miljoen mark is deze ver eniging een van de rijkste op het Europese continent. AMSTERDAM Gevormd in een mi lieu van vedetten heeft Theo van Dui- venbode (25) zich voorspoedig ontwik keld tot een typische leerling van Ajax' vooruitstrevende vöetbalschooï. Zake lijk, zelfverzekerd en strijdbaar. Eigen schappen die hij nu gaat uitbuiten als nieuwe aanwinst van Feyenoord. Hij is geïnjecteerd met de agressiviteit, die alle Ajaxieden kenmerkt en die door meer behoudende figuren in het vaderlandse voetbalbestel wordt om schreven als recalcitrant. Mateloos geboeid door tactiek en sys temen en door de problematiek van het volledig beroepsvoetbal geeft hij zich gemakkelijk over aan uitputtende dis cussies. Hij praat dan veel, vlug en overtui gend. Na voetbal het meest over ver zekeringen. Want hoewel Van Duiven- bode voetbal zijn hoofdberoep noemt, investeert hij wekelijks ook vijfentwin tig manuren in het verzekeringswezen. Denken aan later is een voorname overweging geweest bij het aanvaarden van dit werkzame dubbelleven. Van Duivenbode: „Na c(e training kan ik natuurlijk gaan slapen of gaan bil jarten, maar ik kan ook proberen die uren produktief te maken. Ik weet dat er veel topvoetballers zijn die zeggen dat voetbal niet meer met ander werk is te combineren. Johan Cruyff bijvoor beeld. En hij gaat ook gelijk krijgen. VAN DUIVENBODE dubbelleven Over twee, drie jaar voetballen we mis schien al twee keer per week en dan wordt het erg moeilijk. Maar op het ogenblik kan het nog wel". Geld laten rollen is het gemakkelijk ste wat er is, maar op mijn dertigste ben ik uitgevoetbald en ik voel er wei nig voor om dan putjesschepper te wor den of zoiets." Theo v. Duivenbode, in '63 als redelijke produktieve aanvaller voor drieduizend guldentjes overgenomen van De Spar taan, later bij Ajax omgeschoold tot 'n verdediger van niveau en thans drie voudig international, kan zich hevig op winden over de nog steeds verre van rooskleurige positie van de betaalde voetballer. Hij wijst op de dienende fuctie van Nederlands topspelers, die met elkaar voor een inderdaad niet gering brok passieve recreatie zorgen. En hij stelt, niet ten onrechte, vast dat daar te wei nig tegenover staat. Van Duivenbode: „Waarom krijgen wij bijvoorbeeld geen belastingfacilitei ten? Wij moeten in tien jaar bij elkaar zien te krijgen waar 'n ander dertig jaar over kan doen. Maar door die progres siviteit betalen wij veel meer belasting En waarom kunnen topvoetballers na afloop van hun carrière niet wat gemak kelijker in het bezit komen van het trainersdiploma?" „Ik heb nog niet zolang geleden exa men gedaan voor het D-diploma en ik ben gezakt. En waarom? Omdat ik vier had voor reglementskennis. Dat is toch belachelijk. Zou het heel erg zijn wan neer bijv. Michels niet zou weten hoe veel man er in de commissie betaald voetbal zitten? Kom nou. Alle grote trainers ter wereld hebben vroeger op niveau gevoetbald." Van Duivenbode, minnaar van het ca baret en bewonderaar van Jasperina de Jong en Nederlands Grote Drie, zou over de nazorg van de ex-voetballer moeiteloos een avondvullende, waar schijnlijk buitengewoon boeiende lezing kunnen houden. Maar hij is ook bereid veel te geven. Dat blijkt bijvoorbeeld uit zijn visie op Ajax' straffe discipline, die hij zelf heeft ondervonden. „Ik geloof dat dat nodig is. Nederlan ders zijn een heel apart volk. Wanneer een trainer zich omdraait, houden ze op met trainen of proberen ze hun werk maar voor de helft te doen. Een top- trainer moet in principe keihard zijn. Zonder dat hij natuurlijk de menselijke verhoudingen uit het oog verliest. Want dan kom je ook nergens. Ook al heb je het beste materiaal ter wereld". „Maar ik bedoel alleen dat sommige trainers te zacht zijn. Te amicaal om gaan met hun spelers. Dat kan niet. Een topvoetballer hoeft daarom nog niet blindelings aan te nemen dat alles wat een trainer zegt, ook juist is. Wan neer ik het ergens niet mee eens ben, zeg ik dat. De weloverwogenheid, die Van Duivenbode typeert, is ook terug te vinden in zijn spel. Hij schuwt het hete lijf-aan-lijfgevecht en hij neemt bij het oprukken naar de vijandelijke linies, wat hij doet in een zeer persoon- De voorzitter van de sectie amateur voetbal van de KNVB, Joop van Mar ie, die evenals de voorzitter van de sectie zaterdagvoetbal, Fokke Rem mers, in Zwolle woont is bijzonder ge decideerd over de vraag, hoe de toe komst van het Nederlandse amateur voetbal eruit moet zien. „Ik weet, dat ik hier en daar op lange tenen trap", lachte Van Marle, „maar naar mijn overtuiging dient er naar- te worden gestreefd zo snel mo gelijk tot een hechte eenheid te komen in het Nederlandse amateurvoetbal. Die wens en die eis wordt dringender naar mate de kracht van de sectie betaald voetbal toeneemt en die sectie zich be gint te ontwikkelen als een complete werkgeversorganisatie". Van Marle overwoog zijn woorden goed alvorens hij opmerkte dat het he lemaal niet nodig is, datde diverse secties in het amateurvoetbal —de sectie zaterdag-amateurvoetbal, de sec tie zondag-amateurvoetbal, en de afde lingen hun zelfstandigheid verliezen. „Maar", zo zei hij, „ik blijf van me ning, dat er t.o.v. het betaald voetbal een gesloten amateurfront nodig is. Zo als de situatie nu is praat je met drie zuilen tegen de ene zuil van het be taald voetbal. Met de grote kans, dat je geen eensluidende mening hebt, waardoor je positie duidelijk wordt ver zwakt. Het bestuur van de sectie be taald voetbal bestaat uit 48 personen en de amateurs worden vertegenwoor digd door 30 afgevaardigden van het zondagvoetbal, 13 van 't afdelingsvoet bal en 5 van het zaterdagvoetbal. De verhouding zou echter zonder meer 48- 48 moeten zijn". Na een diepe haal aan zijn sigaret: „Het is tenslotte net als in een gezin. Naar buiten moet je een eenheid vor men, al zeg je elkaar binnenskamers ook meer dan eens ongezouten de waarheid". „In feite zijn we met een dergelijke ontwikkeling al op weg. Na vele jaren hebben we nu dan toch eindelijk maar één nationaal amateurelftal. Er is heel wat water door de zee gegaan, alvo rens we het zover hebben gekregen. Ik ben er persoonlijk #rg gelukkig mee, want een dergelijke samenwerking kan alleen de kracht van onze nationale amateurformatie maar vergroten. We beschikken in het zaterdagvoetbal over een aantal talentvolle spelers en de combinatie betekent daardoor zon der meer een versterking van ons na tionale amateurteam". Levert dat geen moeilijkheden op bij de samenstelling van het elftal als er op zondag een interland is? „Nauwelijks", aldus Van Marle. „In de 13 jaren, dat ik nu in de KNVB meeloop is er slechts tweemaal op zon dag een interland van het amateur team geweest. Op het technische vlak zijn er wat het samengaan van de ama teursecties betreft eigenlijk geen proble men meer. De interlands worden vrij wel allemaal op zaterdag of woensdag gespeeld. Daarbij wordt natuurlijk de voorkeur gegeven aan de woensdag, omdat we de competitie zo weinig mo gelijk moeten belasten. JOOP VAN MARLE lijke stijl, weinig risico. Tactisch ge schoold en zwerend bij techniek pro beert hij met redelijk succes zo evenwichtig mogelijk te voetballen en al te grimmige acties te vermijden. Van Duivenbode: „Ik maak nooit 'n sliding. Dat beschouw ik als een soort noodgreep. Wanneer je in een wedstrijd acht keer zuiver wordt gepasseerd, dan klopt er iets niet. Je kunt als voetbal ler je gebrek aan techniek compense ren met werken en hardheid. En dan kun je het in de competitie nog een eind brengen ook. Maar met een sliding hier en een sli ding daar ga je wel veel minder lang mee. Want dat kost kracht. Techniek is een van de voornaamste punten in het voetbal. En instinct. Zoals die kleine (Cruijff) een tegenstander ont wijkt, dat kun je onmogelijk leren. Dat is talent". „De dokters zeggen, dat ik voor een wedstrijd verschrikkelijk zenuwachtig ben. Zelf heb ik daar nooit wat van gemerkt, maar wanneer zij het zeggen zal het wel zo zijn. Ik ben wel altijd zeer geconcentreerd. Misschien wel 'n beetje te geconcentreerd, zodat je krampachtig het veld inkomt". En openhartig: „Ik speel graag voor het Nederlands elftal en wanneer het Wilhelmus wordt gespeeld, vind ik dat heus wel leuk. Maar een Europa-Cup wedstrijd is heel anders. Het gaat er zo enorm fanatiek aan toe. Er wordt om elke meter grond gevochten. Je voelt dat er dan twee ploegen tegenover el kaar staan, die bereid zijn tot het uiterste te gaan". woorden is. De verdere ontwikkelingen in het betaald voetbal kunnen voor de amateurs vóór- en nadelen hebben. Daarom nogmaals, een gesloten ama teurfront is van het allergrootste be lang." Er volgde opnieuw een moment stil te en een tijd van nadenken. „Je kunt er zo prachtig over filosoferen. Die ont wikkeling in het betaald voetbal geeft er alle mogelijkheden toe. We zitten nu toch in een periode, waarin de rij ke clubs steeds rijker en de arme clubs steeds armer worden. Zal het niet zo zijn, dat een groot aantal betalende verenigingen in de toekomst zonder meer moet verdwijnen? En zouden die rijke clubs tenslotte door hun geld zich niet zodanig versterken, dat ze van de overige clubs geen tegenstand meer kunnen verwachten? Die ontwikkeling is hier, maar ook in het buitenland te verwachten. Zodat het helemaal niet uitgesloten lijkt, dat we tot een Euro pese competitie moeten komen". Natuurlijk blijft altijd nog de moge lijkheid open om wedstrijden, semi-in- terlands dus, vast te stellen voor óf een zondagteam óf een zaterdagteam.' „Natuurlijk zal de ontwikkeling in het amateurvoetbal voor een belangrijk gedeelte afhankelijk zijn van de gang van zaken in het betaald voetbal. En daar is de ontwikkeling bepaald nog niet tot een eind gekomen. Een van de vele vragen is bijvoorbeeld, of het be taald voetbal in de toekomst niet op zaterdag wordt gespeeld. Hoe wordt dan de situatie voor én de zaterdag- én de zondagvoetballers? Een vraag, die momenteel nog moeilijk te beant- Pratend over het geld in de voetbal lerij kwam Van Marle natuurlijk ook tot de situatie op de transfermarkt, waarover hij zich mateloos kan erge ren. Van Marle is bepaald geen tegen stander van betaald voetbal, maar de wijze, waarop er in ons land wordt ge handeld, met name bij de overgang van amateurs naar een betalende vereni ging, zit hem niet lekker. „Veertien jaar geleden", aldus Van Marle, „werd bepaald dat een amateur vereniging f2700, zou ontvangen wan neer een van haar spelers naar het be taald voetbal zou overgaan. Op dat mo ment was de gemiddelde prijs, die voor een van vereniging veranderende se- mi-proef werd betaald f 9700. Vorig jaar „De taak van een scheidsrechter is rust brengen in een wedstrijd. Hij moet geen moeilijkheden kweken; die komen vanzelf". Aan het woord is ar biter J. F. Dorpmans jr. uit Arnhem, die zowel nationaal als internationaal grote bekendheid geniet. Hij heeft er bijna vijfhonderd wedstrijden opzitten De heer Dorpmans nipt even aan zijn glas. Er gaat rust van hem uit. De zelfde rust, die hij bij de ploegen op het veld brengt. Hij vervolgt: „De spe lers mogen je wel zien. Je bent tenslot te de baas, maar je mag je niet pro vocerend gedragen. Van mij zeggen ze wel, dat ik te weinig fluit en te veel toe laat. Misschien is dat wel zo. Zo lang er maar om de bal gestreden wordt, mag er van mij veel. Bepaalde „kas-r plantjes" krijgen van mij een extra be scherming. Door hun talent kunnen ze meer met de bal doen dan de anderen, waardoor ze ook sneller „gepakt" wor den. Een virtuoos wordt nu eenmaal benijd. Ze moeten zelf echter niet pro vocerend gaan voetballen, want dan houdt die bescherming wel op". Ook de heer Dorpmans is wel eens uitgefloten en met boe-geroep het veld afgegaan. „Maar", zo zegt hij, „tot excessen is het gelukkig nog nooit gekomen. Wel heb ik een keer een wed strijd moeten staken wegens een enor me vechtpartij. Dat was de finale om de wereldtitel militair voetbal in Irak tussen Griekenland en Turkije op 22 juni 1968. In de 42e minuut werd een Turk onderuit gehaald. Hij nam dat niet en sloeg de „dader" drie tanden uit zijn mond. Terwijl ik de Turk bij de kraag greep en hem van het veld voerde, ontstond achter mij een fikse vechtpartij, die twintig minuten heeft geduurd. Alle spelers waren erbij be trokken. Ik heb de wedstrijd toen ge staakt. Die Turken zijn trouwens vreemde figuren. Buiten het veld zijn het beste kerels, maar zodra ze erin komen, zijn het grote belhamels. Het is trouwens wel een gewaarwording, zo'n wedstrijd." De heer Dorpmans maakte zijn scheidsrechterlijk debuut in het Neder landse voetbal wereld je op 1 augustus 1952. Hij floot twee jaar bij de onder bond, zes jaar bij de amateurs en gaat nu bij het betaald voetbal zijn achtste seizoen in. In 1966 kwam hij op de in ternationale lijst, zowel op die van de FIFA als van de UEFA. Hij heeft al verschillende Europa Cup-duels geflo ten met onder meer ook de wedstrijd Engeland - .West-Duitsland voor de voorronden van het Olympisch voetbal toernooi. Zijn debuut op de. buitenlandse vel den maakte Dorpmans op 1 augustus 1966. „Ik kreeg van de KNVB een tele foontje of ik vrijdags in Casablanca wilde zijn. Meer wist de bond niet. Toen ik daar arriveerde, bleek ik te doen te hebben met het Koning Hassan van Marokko-toernooi. Mij viel de eer te beurt de wedstrijd Bocca Junior (Ar gentinië) - Real Madrid te leiden. Het was een leuke ervaring". De heer Dorpmans heeft ontzettend veel te danken aan het voetbal. Hij reist en ziet veel. „Ik vind het bijzon der prettig werk, dat ik aan de KNVB te danken heb. De bond heeft mij ten slotte in de gelegenheid gesteld iets te bereiken." De heer Dorpmans, die jaren geleden deel uitmaakte van het eerste elftal van Vitesse, vindt dat het met de spel- verruwing nogal meevalt. Er wordt ste vig gevoetbald, vaak op het scherp van de snede, oké, maar er zijn toch weinig excessen. Ik geloof, dat we toch echt wel de goede kant opgaan. Het aantal zware straffen, dat de KNVB ieder jaar uitdeelt, is minder geworden. Ik vind trouwens, dat er van het voetbal in zijn algemeenheid veel te veel op hef wordt gemaakt, ook wat het fi nanciële aspect betreft. 'Het is toch be lachelijk welke bedragen er voor voet ballers hier gevraagd en geboden wor den. En dan die grote sommen die de spelers verdienen. De belangen, die er op het spel staan, worden steeds gro ter. Dat Coentje Moulijn volgens mij een van de allergrootsten, een stevig salaris verdient, daar kan ik inkomen. Hij geeft duizenden mensen zondags vreugde en tenslotte kan Feijenoord het betalen. Het blijft een wankele han del, die voetbalmarkt. In het buitenland is dat net zo. Ook is de tendens waarneembaar, dat de spelers minder accepteren en minder incasseren. Een voetballer zou eigenlijk een paar maanden boksles moeten hebben gehad. Dat zou onge twijfeld zijn incasseringsvermogen ver groten. Verder zijn de onderlinge riva liteit en vooral de agressiviteit groter geworden. Het heeft een veel inten siever spel tot gevolg. En heus niet al leen bij het betaald voetbal, maar ook bij de amateurs". Wat de heer Dorpmans zo allemaal doet om in conditie te blijven? „Niet te veel eten en veel lopen. Je moet er naar leven. Dat zijn de consequenties. Je moet tegenwoordig van het ene doel naar het andere lopen. Vroeger kon je daar nog wel eens onderuit. Fluiten op een afstand gaat niet meer. Mijn groot ste handicap is het gewicht. Ik moet wel zorgen, dat ik tijdens de rustpau zes geen bakken frites gaan eten of zo. Verder ga ik iedere week naar de sau.- na." Over welke eigenschappen moet een ideale scheidsrechter beschikken? D® heer Dorpmans: „In de eerste plaats moet „het" hem aangeboren zijn; hij hoeft echter niet gevoetbald te hebben. Daarnaast moet hij een goed spelregel inzicht hebben, over een goede conditie beschikken en een machtsfiguur zijn, maar geen dictator. Die houden het doorgaans niet lang uit. En tenslotte moet hij een goed psycholoog zijn". Daar kunnen de scheidsrechters in spe het dan mee doen DORPMANS bijna 500 wed- Hp strijden was dat gemiddelde bedrag gestegen tot liefst f 28.500 maar voor een vertrek kende speler krijgt een amateurclub nu met pijn en moeite f 3000. We late daarbij in het midden, of het juist is, dat een amateurclub wordt betaald voor een speler. Ik heb uitgerekend, dat de gemiddel de recettes bij het betaald voetbal in de loop der jaren gestegen zijn van f 5600 tot f 9100. Zo beroerd staat het er in het betaald voetbal dus ook niet voor. Natuurlijk, er zijn talrijke verenigingen, die door aankoop van een amateur een kat in de zak kopen. Maar daar staat tegenover, dat bijvoorbeeld Sparta, dat Jan van Beveren voor f3000 kreeg, nu wel 200 miskopen kan doen. Want de prijs van Jan van Beveren is toch aan zienlijk gestegen. Het is toch in feite geen stijl, dat een betalende vereni ging voor een amateur drie mille neer telt en dezelfde amateur na één of twee jaar voor het tienvoudige en soms het honderdvoudige verkoopt. Heeft de be trokken amateurclub dan eigenlijk geen recht op een deel van de winst? Er zal aan dit systeem nog heel wat gedokterd moeten worden. En reken er op, dat er op de komende bondsverga dering op 15 november opnieuw over zal worden gepraat. Uitvoerig gepraat zelfs. Bij het huidige systeem is het toch logisch, dat veel amateurclubs hun wer kelijk talentvolle spelers niet in de eta lage wensen te zetten, met andere woor den, dat ze die niet beschikbaar willen stellen voor vertegenwoordigende elf tallen. In Duitsland heeft men een aardig systeem bedacht. Daar krijgt de ama teurclub, wanneer een speler naar een betalende vereniging overgaat, een vast bedrag en bovendien een bedrag voor elk jaar, dat de betrekken speler lid is geweest en voor elke keer, dat die spe ler in een vertegenwoordigend elftal heeft gespeeld. Ongeacht de vraag, of je een amateurclub moet betalen voor een speler: het bedrag van f 3000 is zonder meer een lachertje"...

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 20