„Wonderdokter" MAX MERKEL
had met suikerklontjes en zweep
slagen slechts één jaar succes
„Ontwikkeling voetbalsport in ons land
moet nauwlettend worden gevolgd"
„Een arbiter moet geen
moeilijkheden maken,
die komen vanzelf wel
VAN DUIVENBODE, Feijenoords nieuwe aanwinst,
vindt positie van topvoetballers niet rooskleurig
Scheidsrechter Dorpmans Jr.
FC Nürnberg tuimelde van troon in diepe afgrond
Wonderdokter
„Amateurs"
vorken m tttmmm mat WWha® CA*
Te groot
Uittocht
In tien jaar
Nazorg
Te zacht
VOORZITTER AMATEURSECTIE KNVB:
Ontwikkeling
Noodgreep
Puinhoop
Debuut
Stevig
BONN Geen club in het YVestduit-
se voetbal heeft ooit zo'n tuimeling ge
maakt als FC Nürnberg, vorige zomer
nog landskampioen, nu kansloos gede
gradeerd en verbannen naar het twee
derangs domein van de Regionalliga.
Nürnberg was méér dan een gewone
kampioen van het jaar. De vereniging,
die in West-Duitsland kortweg „de
club" wordt genoemd, is al tientallen
jaren een begip in de Duitse voetbal
wereld.
Negenmaal landskampioen, driemaal
•winnaar van de nationale beker, 33 in
ternationals. De club, die bijna zeven
tig jaar onafgebroken in de hoogste
klasse speelde, is nu voor het eerst ge
zonken als een baksteen.
Vanwaar deze roemloze val? De
hoofdoorzaak werd al halverwege het
seizoen overal uitgesproken: „Max
Merkel heeft de ploeg uitgeknepen als
een citroen..."
Nürnberg opgericht anno 1900
was vanouds een degelijke, bijna def
tige vereniging. Tè deftig eigenlijk
voor het harde voetbal van de West-
duitse Bundesliga. Sinds de Bundesli-
ga was gesticht had het eerste elftal
het eigenlijk hard te verduren.
Het zag er zelfs herhaaldelijk naar
uit, dat de club zou moeten degrade
ren en Max Merkel was de wonderdok-
ter, die erbij werd gehaald om de
zieltogende patiënt te redden.
Merkel wist dat te presteren. De
man, die zijn memoires doopte „Met
suikerklontjes en zweepslagen", gaf
zijn Neurenbergse pupillen van allebei
een overvloedige dosis. Zo smeedde hij
in korte tijd een elftal, dat wel niet
briljant was, maar wel taai, uiterst
agressief en altijd in topconditie.
Toen de vorige zomer de kampioens
titel was binnengehaald, wilde het ver
enigingsbestuur zich graag op het suc
ces abonneren en contracteerde Mer
kel voor vier jaar op een salaris van
18.500 mark per maand wel te ver
staan.
Natuurlijk ging FC Nürnberg het
nieuwe seizoen in als één van de favo
rieten, maar nu wreekten Merkels
paardemiddelen zich: op de roofbouw
volgde prompt een terugslag.
In de nazomer joeg de eerzuchtige
Oostenrijker zijn pupillen naar een
trainingskamp. tweeduizend meter
hoog in de Beierse Alpen. In dit zwa
re terrein werden de voetballers zó af
geknepen, dat deskundige gasten spra
ken van een „martelkamp". Sommige
spelers verloren bij deze moordende
training binnen twee dagen vier kilo
aan lichaamsgewicht.
Aanvoerder Heinz Strehl: „Bij zulke
folteringen loop je al gauw op je tand
vlees."
Na deze bergtocht ging het steil
bergafwaarts: de kampioen speelde
een seizoen van uitsluitend nederlagen.
m Vigm tf mm «en
tegen Akerq een thuiswedstrijd nog
wel.
Maar de Bundesliga is vol wisselval
ligheden, aanvankelijk waren de Neu-
renbergers nog optimistisch. Pas te
gen het midden van het seizoen be
gon men serieus in te zien, dat er de
gradatie in de lucht zat.
Ook financieel ging het beroerd. Het
aantal toeschouwers voor de uitgeblus
te kampioen zonk tot gemiddeld twin
tigduizend per wedstrijd.
Max Merkel zocht het wan-succes
van zijn spelers weer eens in gebrek
aan fanatisme: „Ze laten zich betalen
als professionals, maar ze zijn ama
teurs als er prestaties worden ge
vraagd."
Toch dacht „kampioenenmaker"
Merkel zijn ploeg weer terug te kun
nen voeren naar de voorste gelederen.
Hij zei: „De club behoort nu eenmaal
aan de top te staan. Je kunt de Wie
ner Symfoniker toch ook geen concert
laten geven in een schuurtje...?"
Maar de ploeg was al tè ernstig aan
getast door Merkels uitputtingstactiek
en door zijn hooghartig wispelturig re
gime. Topscorer Brungs verdween
naar Hertha Berlin, Starek naar Bay-
ern München.
Spectaculaire ruzies van Merkel met
Trainer Max Merit.el
(rechts) en „rebel"
Volhert samen op de
bank in de periode,
dat alles nog pais on
vree was.
dermijnden het moreel van het team
nog verder.
In de tweede seizoenhelft werd zelfs
Merkel onzeker. Hij bood aan zijn fa
belachtig salaris te besnoeien totdat
het de club weer beter zou gaan. Zo
kreeg hij elke maand toch nog 12.000
mark in het loonzakje.
Maar beter ging het niet en de een
maal zo bewierookte trainer werd
eind maart ontslagen. Door zijn aflos
sing hoopte het verenigingsbestuur in
de resterende twee maanden de drei
gende degradatie nog te omzeilen.
Merkel trok zich verbitterd terug in
een sanatorium om te bekomen van
zijn galkwaal.
De training werd overgenomen door
zijn assistent Robert Körner, maar die
wist geen nieuwe koers te sturen en
de Neurenbergers bleven wedstrijden
verliezen.
Ten einde raad zocht en vond men
een nieuwe „wonderdokter": trainer
Kuno Klötzner, doch de nuchtere Klötz-
ner zei al van tevoren: „Ik zal mijn
uiterste best doen, maar ik kan geen
ijzer met handen breken."
Toch wist FC Nürnberg onder zijn
leiding in de laatste wedstrijden nog
punten te verzamelen, maar de achter
stand was al te groot. Een gelijk spel
tegen Borussia Dortmund kostte nog
onmisbare punten en de 30-nederlaag
tegen FC Köln ook een thuiswed
strijd bezegelde Nürnbergs lot: de
gradatie naar de Zuidduitse Regional-
liga.
Natuurlijk is deze tuimeling met
Merkels schuld alléén, ook ongelukki
ge blessures hebben meegespeeld.
Vooral echter mag men niet verge
ten, dat in de periode vóór Max Mer
kel de Neurenbergse ploeg al op de
rand van degradatie stond. Merkel wist
uit zijn „citroen" het sap van het kam
pioenschap te persen en het was niet
helemaal zijn schuld, dat na deze
krachttoer alleen een droge schil over
bleef.
De onfortuinlijke oud-kampioen is al
vrijwel uiteengevallen. Volkert, Cebi-
nac, Müller en anderen hebben al con
tracten elders getekend.
Er zullen er nog wel meer volgen.
Trainer Klötzner heeft echter toege
zegd om nog twee jaar aan te blijven
en hij zal alle krachten inzetten om
„de club" weer de Bundesliga binnen
te loodsen.
Dat echter zal tijd kosten en zeker
ook veel geld. Wat dat betreft althans
staat FC Nürnberg er niet slecht voor,
want met een eigen vermogen van
bijna tien miljoen mark is deze ver
eniging een van de rijkste op het
Europese continent.
AMSTERDAM Gevormd in een mi
lieu van vedetten heeft Theo van Dui-
venbode (25) zich voorspoedig ontwik
keld tot een typische leerling van Ajax'
vooruitstrevende vöetbalschooï. Zake
lijk, zelfverzekerd en strijdbaar. Eigen
schappen die hij nu gaat uitbuiten als
nieuwe aanwinst van Feyenoord.
Hij is geïnjecteerd met de agressiviteit,
die alle Ajaxieden kenmerkt en die
door meer behoudende figuren in het
vaderlandse voetbalbestel wordt om
schreven als recalcitrant.
Mateloos geboeid door tactiek en sys
temen en door de problematiek van het
volledig beroepsvoetbal geeft hij zich
gemakkelijk over aan uitputtende dis
cussies.
Hij praat dan veel, vlug en overtui
gend. Na voetbal het meest over ver
zekeringen. Want hoewel Van Duiven-
bode voetbal zijn hoofdberoep noemt,
investeert hij wekelijks ook vijfentwin
tig manuren in het verzekeringswezen.
Denken aan later is een voorname
overweging geweest bij het aanvaarden
van dit werkzame dubbelleven.
Van Duivenbode: „Na c(e training kan
ik natuurlijk gaan slapen of gaan bil
jarten, maar ik kan ook proberen die
uren produktief te maken. Ik weet dat
er veel topvoetballers zijn die zeggen
dat voetbal niet meer met ander werk
is te combineren. Johan Cruyff bijvoor
beeld. En hij gaat ook gelijk krijgen.
VAN DUIVENBODE
dubbelleven
Over twee, drie jaar voetballen we mis
schien al twee keer per week en dan
wordt het erg moeilijk. Maar op het
ogenblik kan het nog wel".
Geld laten rollen is het gemakkelijk
ste wat er is, maar op mijn dertigste
ben ik uitgevoetbald en ik voel er wei
nig voor om dan putjesschepper te wor
den of zoiets."
Theo v. Duivenbode, in '63 als redelijke
produktieve aanvaller voor drieduizend
guldentjes overgenomen van De Spar
taan, later bij Ajax omgeschoold tot 'n
verdediger van niveau en thans drie
voudig international, kan zich hevig op
winden over de nog steeds verre van
rooskleurige positie van de betaalde
voetballer.
Hij wijst op de dienende fuctie van
Nederlands topspelers, die met elkaar
voor een inderdaad niet gering brok
passieve recreatie zorgen. En hij stelt,
niet ten onrechte, vast dat daar te wei
nig tegenover staat.
Van Duivenbode: „Waarom krijgen
wij bijvoorbeeld geen belastingfacilitei
ten? Wij moeten in tien jaar bij elkaar
zien te krijgen waar 'n ander dertig jaar
over kan doen. Maar door die progres
siviteit betalen wij veel meer belasting
En waarom kunnen topvoetballers na
afloop van hun carrière niet wat gemak
kelijker in het bezit komen van het
trainersdiploma?"
„Ik heb nog niet zolang geleden exa
men gedaan voor het D-diploma en ik
ben gezakt. En waarom? Omdat ik vier
had voor reglementskennis. Dat is toch
belachelijk. Zou het heel erg zijn wan
neer bijv. Michels niet zou weten hoe
veel man er in de commissie betaald
voetbal zitten? Kom nou. Alle grote
trainers ter wereld hebben vroeger op
niveau gevoetbald."
Van Duivenbode, minnaar van het ca
baret en bewonderaar van Jasperina de
Jong en Nederlands Grote Drie, zou
over de nazorg van de ex-voetballer
moeiteloos een avondvullende, waar
schijnlijk buitengewoon boeiende lezing
kunnen houden. Maar hij is ook bereid
veel te geven. Dat blijkt bijvoorbeeld
uit zijn visie op Ajax' straffe discipline,
die hij zelf heeft ondervonden.
„Ik geloof dat dat nodig is. Nederlan
ders zijn een heel apart volk. Wanneer
een trainer zich omdraait, houden ze op
met trainen of proberen ze hun werk
maar voor de helft te doen. Een top-
trainer moet in principe keihard zijn.
Zonder dat hij natuurlijk de menselijke
verhoudingen uit het oog verliest. Want
dan kom je ook nergens. Ook al heb je
het beste materiaal ter wereld".
„Maar ik bedoel alleen dat sommige
trainers te zacht zijn. Te amicaal om
gaan met hun spelers. Dat kan niet.
Een topvoetballer hoeft daarom nog
niet blindelings aan te nemen dat alles
wat een trainer zegt, ook juist is. Wan
neer ik het ergens niet mee eens ben,
zeg ik dat. De weloverwogenheid, die
Van Duivenbode typeert, is ook terug
te vinden in zijn spel. Hij schuwt het
hete lijf-aan-lijfgevecht en hij neemt
bij het oprukken naar de vijandelijke
linies, wat hij doet in een zeer persoon-
De voorzitter van de sectie amateur
voetbal van de KNVB, Joop van Mar
ie, die evenals de voorzitter van de
sectie zaterdagvoetbal, Fokke Rem
mers, in Zwolle woont is bijzonder ge
decideerd over de vraag, hoe de toe
komst van het Nederlandse amateur
voetbal eruit moet zien.
„Ik weet, dat ik hier en daar op
lange tenen trap", lachte Van Marle,
„maar naar mijn overtuiging dient er
naar- te worden gestreefd zo snel mo
gelijk tot een hechte eenheid te komen
in het Nederlandse amateurvoetbal. Die
wens en die eis wordt dringender naar
mate de kracht van de sectie betaald
voetbal toeneemt en die sectie zich be
gint te ontwikkelen als een complete
werkgeversorganisatie".
Van Marle overwoog zijn woorden
goed alvorens hij opmerkte dat het he
lemaal niet nodig is, datde diverse
secties in het amateurvoetbal —de
sectie zaterdag-amateurvoetbal, de sec
tie zondag-amateurvoetbal, en de afde
lingen hun zelfstandigheid verliezen.
„Maar", zo zei hij, „ik blijf van me
ning, dat er t.o.v. het betaald voetbal
een gesloten amateurfront nodig is. Zo
als de situatie nu is praat je met drie
zuilen tegen de ene zuil van het be
taald voetbal. Met de grote kans, dat
je geen eensluidende mening hebt,
waardoor je positie duidelijk wordt ver
zwakt. Het bestuur van de sectie be
taald voetbal bestaat uit 48 personen
en de amateurs worden vertegenwoor
digd door 30 afgevaardigden van het
zondagvoetbal, 13 van 't afdelingsvoet
bal en 5 van het zaterdagvoetbal. De
verhouding zou echter zonder meer 48-
48 moeten zijn".
Na een diepe haal aan zijn sigaret:
„Het is tenslotte net als in een gezin.
Naar buiten moet je een eenheid vor
men, al zeg je elkaar binnenskamers
ook meer dan eens ongezouten de
waarheid".
„In feite zijn we met een dergelijke
ontwikkeling al op weg. Na vele jaren
hebben we nu dan toch eindelijk maar
één nationaal amateurelftal. Er is heel
wat water door de zee gegaan, alvo
rens we het zover hebben gekregen.
Ik ben er persoonlijk #rg gelukkig mee,
want een dergelijke samenwerking kan
alleen de kracht van onze nationale
amateurformatie maar vergroten.
We beschikken in het zaterdagvoetbal
over een aantal talentvolle spelers en
de combinatie betekent daardoor zon
der meer een versterking van ons na
tionale amateurteam".
Levert dat geen moeilijkheden op bij
de samenstelling van het elftal als er
op zondag een interland is?
„Nauwelijks", aldus Van Marle. „In
de 13 jaren, dat ik nu in de KNVB
meeloop is er slechts tweemaal op zon
dag een interland van het amateur
team geweest. Op het technische vlak
zijn er wat het samengaan van de ama
teursecties betreft eigenlijk geen proble
men meer. De interlands worden vrij
wel allemaal op zaterdag of woensdag
gespeeld. Daarbij wordt natuurlijk de
voorkeur gegeven aan de woensdag,
omdat we de competitie zo weinig mo
gelijk moeten belasten.
JOOP VAN MARLE
lijke stijl, weinig risico. Tactisch ge
schoold en zwerend bij techniek pro
beert hij met redelijk succes zo
evenwichtig mogelijk te voetballen en
al te grimmige acties te vermijden.
Van Duivenbode: „Ik maak nooit 'n
sliding. Dat beschouw ik als een soort
noodgreep. Wanneer je in een wedstrijd
acht keer zuiver wordt gepasseerd, dan
klopt er iets niet. Je kunt als voetbal
ler je gebrek aan techniek compense
ren met werken en hardheid. En dan
kun je het in de competitie nog een
eind brengen ook.
Maar met een sliding hier en een sli
ding daar ga je wel veel minder lang
mee. Want dat kost kracht. Techniek
is een van de voornaamste punten in
het voetbal. En instinct. Zoals die
kleine (Cruijff) een tegenstander ont
wijkt, dat kun je onmogelijk leren. Dat
is talent".
„De dokters zeggen, dat ik voor een
wedstrijd verschrikkelijk zenuwachtig
ben. Zelf heb ik daar nooit wat van
gemerkt, maar wanneer zij het zeggen
zal het wel zo zijn. Ik ben wel altijd
zeer geconcentreerd. Misschien wel 'n
beetje te geconcentreerd, zodat je
krampachtig het veld inkomt".
En openhartig: „Ik speel graag voor
het Nederlands elftal en wanneer het
Wilhelmus wordt gespeeld, vind ik dat
heus wel leuk. Maar een Europa-Cup
wedstrijd is heel anders. Het gaat er zo
enorm fanatiek aan toe. Er wordt om
elke meter grond gevochten. Je voelt
dat er dan twee ploegen tegenover el
kaar staan, die bereid zijn tot het
uiterste te gaan".
woorden is. De verdere ontwikkelingen
in het betaald voetbal kunnen voor de
amateurs vóór- en nadelen hebben.
Daarom nogmaals, een gesloten ama
teurfront is van het allergrootste be
lang."
Er volgde opnieuw een moment stil
te en een tijd van nadenken. „Je kunt
er zo prachtig over filosoferen. Die ont
wikkeling in het betaald voetbal geeft
er alle mogelijkheden toe. We zitten
nu toch in een periode, waarin de rij
ke clubs steeds rijker en de arme clubs
steeds armer worden. Zal het niet zo
zijn, dat een groot aantal betalende
verenigingen in de toekomst zonder
meer moet verdwijnen? En zouden die
rijke clubs tenslotte door hun geld zich
niet zodanig versterken, dat ze van de
overige clubs geen tegenstand meer
kunnen verwachten? Die ontwikkeling
is hier, maar ook in het buitenland te
verwachten. Zodat het helemaal niet
uitgesloten lijkt, dat we tot een Euro
pese competitie moeten komen".
Natuurlijk blijft altijd nog de moge
lijkheid open om wedstrijden, semi-in-
terlands dus, vast te stellen voor óf
een zondagteam óf een zaterdagteam.'
„Natuurlijk zal de ontwikkeling in
het amateurvoetbal voor een belangrijk
gedeelte afhankelijk zijn van de gang
van zaken in het betaald voetbal. En
daar is de ontwikkeling bepaald nog
niet tot een eind gekomen. Een van de
vele vragen is bijvoorbeeld, of het be
taald voetbal in de toekomst niet op
zaterdag wordt gespeeld. Hoe wordt
dan de situatie voor én de zaterdag-
én de zondagvoetballers? Een vraag,
die momenteel nog moeilijk te beant-
Pratend over het geld in de voetbal
lerij kwam Van Marle natuurlijk ook
tot de situatie op de transfermarkt,
waarover hij zich mateloos kan erge
ren. Van Marle is bepaald geen tegen
stander van betaald voetbal, maar de
wijze, waarop er in ons land wordt ge
handeld, met name bij de overgang van
amateurs naar een betalende vereni
ging, zit hem niet lekker.
„Veertien jaar geleden", aldus Van
Marle, „werd bepaald dat een amateur
vereniging f2700, zou ontvangen wan
neer een van haar spelers naar het be
taald voetbal zou overgaan. Op dat mo
ment was de gemiddelde prijs, die voor
een van vereniging veranderende se-
mi-proef werd betaald f 9700. Vorig jaar
„De taak van een scheidsrechter is
rust brengen in een wedstrijd. Hij
moet geen moeilijkheden kweken; die
komen vanzelf". Aan het woord is ar
biter J. F. Dorpmans jr. uit Arnhem,
die zowel nationaal als internationaal
grote bekendheid geniet. Hij heeft er
bijna vijfhonderd wedstrijden opzitten
De heer Dorpmans nipt even aan zijn
glas. Er gaat rust van hem uit. De
zelfde rust, die hij bij de ploegen op
het veld brengt. Hij vervolgt: „De spe
lers mogen je wel zien. Je bent tenslot
te de baas, maar je mag je niet pro
vocerend gedragen. Van mij zeggen ze
wel, dat ik te weinig fluit en te veel toe
laat. Misschien is dat wel zo. Zo lang
er maar om de bal gestreden wordt,
mag er van mij veel. Bepaalde „kas-r
plantjes" krijgen van mij een extra be
scherming. Door hun talent kunnen ze
meer met de bal doen dan de anderen,
waardoor ze ook sneller „gepakt" wor
den. Een virtuoos wordt nu eenmaal
benijd. Ze moeten zelf echter niet pro
vocerend gaan voetballen, want dan
houdt die bescherming wel op".
Ook de heer Dorpmans is wel eens
uitgefloten en met boe-geroep het veld
afgegaan. „Maar", zo zegt hij, „tot
excessen is het gelukkig nog nooit
gekomen. Wel heb ik een keer een wed
strijd moeten staken wegens een enor
me vechtpartij. Dat was de finale om
de wereldtitel militair voetbal in Irak
tussen Griekenland en Turkije op 22
juni 1968. In de 42e minuut werd een
Turk onderuit gehaald. Hij nam dat
niet en sloeg de „dader" drie tanden
uit zijn mond. Terwijl ik de Turk bij
de kraag greep en hem van het veld
voerde, ontstond achter mij een fikse
vechtpartij, die twintig minuten heeft
geduurd. Alle spelers waren erbij be
trokken. Ik heb de wedstrijd toen ge
staakt. Die Turken zijn trouwens
vreemde figuren. Buiten het veld zijn
het beste kerels, maar zodra ze erin
komen, zijn het grote belhamels. Het is
trouwens wel een gewaarwording, zo'n
wedstrijd."
De heer Dorpmans maakte zijn
scheidsrechterlijk debuut in het Neder
landse voetbal wereld je op 1 augustus
1952. Hij floot twee jaar bij de onder
bond, zes jaar bij de amateurs en gaat
nu bij het betaald voetbal zijn achtste
seizoen in. In 1966 kwam hij op de in
ternationale lijst, zowel op die van de
FIFA als van de UEFA. Hij heeft al
verschillende Europa Cup-duels geflo
ten met onder meer ook de wedstrijd
Engeland - .West-Duitsland voor de
voorronden van het Olympisch voetbal
toernooi.
Zijn debuut op de. buitenlandse vel
den maakte Dorpmans op 1 augustus
1966. „Ik kreeg van de KNVB een tele
foontje of ik vrijdags in Casablanca
wilde zijn. Meer wist de bond niet.
Toen ik daar arriveerde, bleek ik te
doen te hebben met het Koning Hassan
van Marokko-toernooi. Mij viel de eer
te beurt de wedstrijd Bocca Junior (Ar
gentinië) - Real Madrid te leiden. Het
was een leuke ervaring".
De heer Dorpmans heeft ontzettend
veel te danken aan het voetbal. Hij
reist en ziet veel. „Ik vind het bijzon
der prettig werk, dat ik aan de KNVB
te danken heb. De bond heeft mij ten
slotte in de gelegenheid gesteld iets te
bereiken."
De heer Dorpmans, die jaren geleden
deel uitmaakte van het eerste elftal
van Vitesse, vindt dat het met de spel-
verruwing nogal meevalt. Er wordt ste
vig gevoetbald, vaak op het scherp van
de snede, oké, maar er zijn toch weinig
excessen. Ik geloof, dat we toch echt
wel de goede kant opgaan. Het aantal
zware straffen, dat de KNVB ieder
jaar uitdeelt, is minder geworden. Ik
vind trouwens, dat er van het voetbal
in zijn algemeenheid veel te veel op
hef wordt gemaakt, ook wat het fi
nanciële aspect betreft. 'Het is toch be
lachelijk welke bedragen er voor voet
ballers hier gevraagd en geboden wor
den. En dan die grote sommen die de
spelers verdienen. De belangen, die er
op het spel staan, worden steeds gro
ter. Dat Coentje Moulijn volgens mij
een van de allergrootsten, een stevig
salaris verdient, daar kan ik inkomen.
Hij geeft duizenden mensen zondags
vreugde en tenslotte kan Feijenoord
het betalen. Het blijft een wankele han
del, die voetbalmarkt. In het buitenland
is dat net zo.
Ook is de tendens waarneembaar,
dat de spelers minder accepteren en
minder incasseren. Een voetballer zou
eigenlijk een paar maanden boksles
moeten hebben gehad. Dat zou onge
twijfeld zijn incasseringsvermogen ver
groten. Verder zijn de onderlinge riva
liteit en vooral de agressiviteit groter
geworden. Het heeft een veel inten
siever spel tot gevolg. En heus niet al
leen bij het betaald voetbal, maar ook
bij de amateurs".
Wat de heer Dorpmans zo allemaal
doet om in conditie te blijven? „Niet te
veel eten en veel lopen. Je moet er
naar leven. Dat zijn de consequenties.
Je moet tegenwoordig van het ene doel
naar het andere lopen. Vroeger kon je
daar nog wel eens onderuit. Fluiten op
een afstand gaat niet meer. Mijn groot
ste handicap is het gewicht. Ik moet
wel zorgen, dat ik tijdens de rustpau
zes geen bakken frites gaan eten of zo.
Verder ga ik iedere week naar de sau.-
na."
Over welke eigenschappen moet een
ideale scheidsrechter beschikken? D®
heer Dorpmans: „In de eerste plaats
moet „het" hem aangeboren zijn; hij
hoeft echter niet gevoetbald te hebben.
Daarnaast moet hij een goed spelregel
inzicht hebben, over een goede conditie
beschikken en een machtsfiguur zijn,
maar geen dictator. Die houden het
doorgaans niet lang uit. En tenslotte
moet hij een goed psycholoog zijn".
Daar kunnen de scheidsrechters in
spe het dan mee doen
DORPMANS
bijna 500 wed- Hp
strijden
was dat gemiddelde bedrag gestegen
tot liefst f 28.500 maar voor een vertrek
kende speler krijgt een amateurclub nu
met pijn en moeite f 3000. We late
daarbij in het midden, of het juist is,
dat een amateurclub wordt betaald
voor een speler.
Ik heb uitgerekend, dat de gemiddel
de recettes bij het betaald voetbal in
de loop der jaren gestegen zijn van
f 5600 tot f 9100. Zo beroerd staat het er
in het betaald voetbal dus ook niet voor.
Natuurlijk, er zijn talrijke verenigingen,
die door aankoop van een amateur een
kat in de zak kopen. Maar daar staat
tegenover, dat bijvoorbeeld Sparta, dat
Jan van Beveren voor f3000 kreeg, nu
wel 200 miskopen kan doen. Want de
prijs van Jan van Beveren is toch aan
zienlijk gestegen. Het is toch in feite
geen stijl, dat een betalende vereni
ging voor een amateur drie mille neer
telt en dezelfde amateur na één of twee
jaar voor het tienvoudige en soms het
honderdvoudige verkoopt. Heeft de be
trokken amateurclub dan eigenlijk
geen recht op een deel van de winst?
Er zal aan dit systeem nog heel wat
gedokterd moeten worden. En reken er
op, dat er op de komende bondsverga
dering op 15 november opnieuw over
zal worden gepraat. Uitvoerig gepraat
zelfs.
Bij het huidige systeem is het toch
logisch, dat veel amateurclubs hun wer
kelijk talentvolle spelers niet in de eta
lage wensen te zetten, met andere woor
den, dat ze die niet beschikbaar willen
stellen voor vertegenwoordigende elf
tallen.
In Duitsland heeft men een aardig
systeem bedacht. Daar krijgt de ama
teurclub, wanneer een speler naar een
betalende vereniging overgaat, een vast
bedrag en bovendien een bedrag voor
elk jaar, dat de betrekken speler lid is
geweest en voor elke keer, dat die spe
ler in een vertegenwoordigend elftal
heeft gespeeld. Ongeacht de vraag, of
je een amateurclub moet betalen voor
een speler: het bedrag van f 3000 is
zonder meer een lachertje"...