Het gouden
Zoeklicht
Vrijmaking zal
in Den Haag
worden herdacht
De YMCA kraakt op haar grondvesten...
l
VIJFENTWINTIG JAAR GELEDEN
LAS PROF. DR. K. SCHILDER DE
„ACTE VAN VRIJMAKING EN
WEDERKEER" VOOR - BEGIN
VAN EEN NIEUW KERKVERBAND
Onrechtmatig
goddelijk3>
en on
Jeugd wil basis veranderen
en eist meer staffuncties op
Vrijmaking en
wederkeer
Tegenstellingen
Ondanks oorlog
Weer scheuring
Het kan niet
h ij het
oude blijven
De basis
„Derde wereld
TER OVERDENKING
EVANGELISEREND VAN OPZET 125 JAAR OUD 8 MILJOEN LEDEN
Het „gouden" Zoeklicht is verschenen, een feeste
lijk jubileumnummer van het blad dat vijftig
jaar geleden door wijlen Johannes de Heer werd
gesticht, dat na zijn dood in 1961 door zijn zoon
S. J. de Heer werd voortgezet en dat nu onder
leiding staat van zijn kleinzoon, Lex de Heer.
Op het gouden titelblad mist men de doelstelling
die op de voorpagina van de le jaargang no. 1
van 1 juli 1919 stond afgedrukt: „Gewijd aan het
onderzoek der Schriften en de teekenen der tij
den" die vindt men nu op pagina 2 boven de
redactionele verantwoording. Er is aan die doel
stelling slechts toegevoegd: „Wordt uitgegeven
onafhankelijk van enige kerk of kring". Want in
die vijftig jaren is de vormgeving van het Zoek
licht dan wel wat anders geworden, maar de
geest waaruit en de geestdrift waarmee Johannes
de Heer zijn blad redigeerde zijn dezelfde geble
ven.
In een vraaggesprek met Lex de Heer hebben we
al eerder aandacht gewijd aan de geestelijke ach
tergronden van het Zoeklicht en de daaruit
voortgekomen Maranatha-beweging en daarom
ditmaal speciale aandacht voor de jubileumvie
ring want die staat voor de deur. Woensdag a.s.,
op 13 augustus, zal er in de Hilversumse Expo-
hal een grote toogdag gehouden worden die het
hoogtepunt van de jubileum-activiteiten zal zijn.
Daar zullen ds. W. Glashouwer (hervormd) en ds.
S. J. Zijlstra (baptist) het woord voeren en men
zal er kunnen luisteren naar de evangelisten J.
Kits, Jb. Klein Haneveld en Th. Dikkes. Iedereen
weet echter dat er op een Zoeklicht-bijeenkomst
niet alleen geluisterd maar ook gezongen moet
worden: de community-singing staat onder leiding
van de bekende koor-dirigent Arie Pronk. Tij
dens de toogdag zullen opnamen gemaakt worden
voor een langspeelplaat.
Andere activiteiten rond deze jubileum-viering:
0 De Zoeklicht-staf voert een actie om de losse
verkoop van het gouden jubileumnummer zo
veel als mogelijk is te stimuleren (prijs één
gulden).
Van de bruto-opbrengst is tien procent be
stemd voor het Nederlands Bijbel Genootschap.
Bovendien wordt er zoals we al eerder heb
ben verteld geld ingezameld ten behoeve van
de zending onder het motto „Zending '69".
In oktober a.s. worden er speciale reizen naar
Israël georganiseerd, het land dat in het Zoek
licht en ook in de prediking van Johannes de
Heer altijd zo'n belangrijke plaats heeft ingeno
men.
Bnnenkort verwacht men de verkoop van het
miljoenste exemplaar van de zangbundel, de
beroemde bundel, waaraan de naam Johannes
de Heer onverbrekelijk zal verbonden blijven
en waarin meer dan 80U geestelijke liederen zijn
verzameld. Het boek is nog aanzienlijk ouder
dan het Zoeklicht want de eerste druk kwam in
1905 gereed.
Dezer dagen verschijnt een grammofoonplaat
waarop twaalf door Johannes de Heer zelf ge
zongen liederen zijn te beluisteren.
Bladerend in het gouden Zoeklicht vallen twee din
gen op: het blijmoedige maar rotsvaste geloof dat
spreekt uit de artikelen van Johannes de Heer
(er z\jn enkele artikelen uit oude jaargangen
overgenomen) en van zijn opvolgers èn de een
voudige aansprekende manier waarop men daar
van getuigt.
Uit het voorwoord van Lex de Heer: „Elki
christen weet uit zijn bijbel dat Christus zal we
derkomen, maar is het niet bedroevend te zien
hoe weinigen uit deze verwachting leven? Ik
stel me namelijk voor dat, als je als christen hier
werkelijk bij stilstaat, je gaat beseffen dat het
niet maar een waandenkbeeld is maar een bijbel
se realiteit. Het moet een werkelijkheid worden
waar je rekening mee gaat houden: het kan dus
vandaag nog gebeuren of morgen. En dan kun je als
christen je niet permitteren om belangrijke zaken
uit te stellen, of om een ruzie te laten voortbe
staan, of om je naaste te laten verkommeren in
onwetendheid aangaande de liefde van Christus.
Als christen behoef je ook niet beangst te zijn
voor die wederkomst want dat zal een heerlijke
openbaring worden. IVIaar Christus eist van ons
wel dat we onze lampen brandende houden en
dat we waakzaam zijn. En die boodschap brengt
het Zoeklicht nu al vijftig jaar lang".
Pat „waakzaam zijn" in die vijftig jaar is nauwe
lijks beter te illustreren dan met een citaat uit
het artikel dat Johannes de Heer schreef in ja
nuari 1938 en dat de veelzeggende titel droeg:
„Gods afrekening met de antisemieten". Johan
nes de Heer schreef: „Het ontgaat de christenen
toch maar al te zeer hoe tegenwoordige beroerin
gen in de wereld ten nauwste samenhangen met
het lot der Joden. Iedereen zal moeten toegeven
dat sedert de intocht van generaal Allenby in
Jeruzalem en de proclamatie van Lord Balfour
aangaande Palestina, er een grote beroering on
der en tegen de Joden gekomen is. Het is alsof
wij thans aan de vooravond staan van hetgeen de
profeten hebben voorspeld aangaande Israels lot
in het einde der dagen, waartoe ook behoort dat
Jeruzalem zou worden tot een lastige steen aller
volken en dat al de volken zich tegen haar zou
den verzamelen (Zach. 12 3). Het spreekt van
zelf dat deze volken zich niet vergaderen om te
gen de stenen muren van Jeruzalem te strijden,
doch tegen het volk dat zich binnen die muren
En het js van belang om op te
dat juist, als de toorn Gods over u< .a».
Israël een einde gaat nemen, zich de
Zijns toorns gaat wenden tegen de volKen,
zich met Jeruzalen beladen".
Eén gulden voor dit gouden Zoeklicht is niet te veel.
Er staat heel veel in dat waard is gelezen èn ter
harte genomen te worden!
overwegende dat prof. Schilder, gedurende den tijd van
zijn schorsing op grond van zijn houding tegenover de
synode als wettige vergadering van de Gereformeerde Ker
ken, welke houding als de in artikel K.O. genoemde zonde
van scheurmaking moet veroordeeld worden, geenerlei blijk
van toenadering en boetvaardigheid aan den dag gelegd,
noch ook zijn afwijking beleden heeft, ondanks het ernstig
vermaan dat daartoe tot hem is uitgegaan, en dat hij integen
deel volhardt in zijn zondige houding,
besluit met diep leedwezen hem ontslag te verleenen als
hoogleeraar aan de Theologische Hogeschool en voorts op
grond van art. L. XXIX en LXXX K.O. hem te ontzetten
uit zijn ambtelijke bediening als emeritus-dienaar des
Woords van de Geref. Kerk van Rotterdam-Delf shaven. Dit
besluit is genomen met 38 stemmen voor en 6 tegen".
-
£o staat het te lezen in artikel 526 van de Acta van de gereformeerde
synode van Utrecht 1943-1945. Met deze beslissing, die donderdag 3
augustus 1944 in besloten zitting werd genomen, was de breuk, die in
ie Geref. kerken met de schorsing van prof. dr. K. Schilder op 23
maart 1944 was ontstaan eigenlijk definitief geworden.
Prof. dr. K. Schilder
wiens schorsing en
ifzetting leidde tot een
tragische scheur in
de Geref. Kerken
toen en nu tot
veler verdriet
llrf* fvl!
Die eerste tuchtmaatregel had bij de
aanhangers van prof. Schilder reeds ver
ontwaardiging gewekt, vooral ook omdat
deze niet alleen als hoogleraar was ge
schorst, maar ook als emeritus-predikant
van de kerk van Rotterdam-Delfshaven.
Volgens hen had de synode daarmee ge
zondigd tegen het kerkrecht dat de tucht
over dienaren des Woords toekent aan de
kerkeraad. Toen de synode besloot met
de tucht op prof. Schilder verder te gaan
en hem af te zetten, ook weer als predi
kant van Rotterdam-Delfshaven, waren
de tegenstellingen zo mogelijk nog scher
per geworden.
Het duurde dan ook niet lang of de
geestverwanten van de ontslagen hoogle
raar kwamen bij elkaar om zich te bera
den over hun houding. Ruim een week
nadat de synode haar beslissing had ge
nomen, namelijk 11 augustus, kwamen de
bezwaarden uit de Geref. kerken bijeen
in Den Haag. De moeilijkheden, die het
reizen in de oorlog met zich bracht, vorm
den voor hen geen belemmering om uit
alle delen van het land naar deze bijeen
komst te gaan. Ze verschenen in zo'n
groot aantal dat de aanvankelijk gehuur
de zaal te klein bleek en men in allerijl
ging vergaderen in de Lutherse kerk in
het centrum van de stad. In deze bijeen
komst las prof. Schilder, die enkele jaren
ondergedoken was geweest, de Acte van
Vrijmaking of Wederkeer voor, die hij
zelf had opgesteld:
„Sedert geruimen tijd opgemerkt heb
bende het bederf in de Gereformeerde
Kerken in Nederland, besluiten wij ons
vrij te maken van alle onrechtmatige
en ongoddelijke schorsingen en ontzet
tingen uit den Dienst en niet alleen van
het synodaal-hiërarchische, doch ook
van het theologisch-wetenschappelijke
juk, dat niet het juk van Christus is.
Wij verklaren deze onze daad van vrij
making en wederkeer te zien als een
daad van genoorzaamheid aan het Woord
Gods".
Men kan de datum van 11 augustus
1944 dus beschouwen als het begin van de
Vrijmaking, die tot een eigen kerkverband
leidde, toen overal in het land bezwaarde
leden van de Geref. kerken zich vrij
maakten.
Als voorzitter van de Gereformeerde
Synode van Utrecht in de jaren 1943
tot 1945 fungeerde prof. dr. G. C. Ber-
kouwer.
Wat was er aan deze scheuring vooraf
gegaan? Reeds vele jaren werd er binnen
de kring van de Gereformeerde kerken
verschillend gedacht over allerlei onder
werpen. Met name over verbond en doop
liepen de meningen uiteen. In 1905 tracht
te de synode van Utrecht de, tegenstellin
gen te verzoenen door een Verklaring op
te stellen, waarin zij uitsprak dat „het
zaad des verbonds kraéhtens de belofte
Gods te houden is voor wedergeborenen en
in Christus geheiligd totdat bij het op
groeien het tegendeel blijkt". De tegenstel
lingen werden echter niet uit de weg ge
ruimd. De zaken van verbond en doop ble
ven in discussie. Bovendien was er ook
verschil van mening over de algemene
genade, de onsterfelijkheid van de ziel,
de vereniging van de beide naturen in
Christus en de pluriformiteit van de kerk.
Dit was voor dr. A. D. R. Polman,
thans hoogleraar aan de Theologische Ho
geschool te Kampen, toen predikant te
Bolsward, en wijlen ds. W. H. van der
Vegt, predikant te Goes, beiden leden
van de synode van Amsterdam aanlei
ding in september 1936 aan deze synode
voor te stellen te trachten tot een duide
lijke uitspraak te komen over deze kwes
ties. Naar aanleiding daarvan besloot de
synode, gelet op het feit dat er in de
Geref. kerken opvattingen werden voor
gedragen welke van de tot nu tpe gang
bare leringen afweken, een commissie
van zeven leden te benoemen, dit deze
opvattingen moesten onderzoeken en toet
sen aan Schrift en belijdenis. Deze com
missie zou aan de volgende synode rap
port moeten uitbrengen.
Die volgende synode kwam in augustus
1939 bijeen in Sneek. Aan de behandeling
van de meningsverschillen was zij nog
niet toegekomen, toen in mei 1940 de
Duitsers ons land binnenvielen. Er gin
gen nogal wat stemmen op om in de moei
lijke omstandigheden waarin het Neder
landse volk en de Geref. kerken toen ver
keerden, de meningsverschillen niet te be
handelen. De synode was echter van me
ning dat dit wel moest gebeuren en zij
deed op 8 juni 1942 enkele uitspraken.
Daartegen had prof. Schilder groot be
zwaar. Hij meende da,t de kerkeraad van
de kerk van Kampen, waarvan hij lid
was, de besluiten niet voor vast en bon
dig moest houden. Het conflict tussen
prof. Schilder en de synode leidde ertoe dat
de synode hem op 25 februari 1944 een aan
tal vragen voorlegde waarop hij voor 9
maart 1944 's avonds om elf uur catego
risch ja of neen zou moeten antwoorden.
Hij moest zijn leedwezen uitspreken over
de door hem aangenomen houding. Toen
Schilder aan deze eisen niet voldeed, volg
de 23 maart 1944 zijn schorsing.
De Vrijgemaakt Gereformeerde kerken
gaan zaterdag 23 augustus in Den Haag
de Vrijmaking herdenken. Dat zal gebeu
ren in dezelfde week waarin de synode
van deze kerken in Hoogeveen gaat be
ginnen aan de behandeling van de moei
lijkheden aan de Theologische Hogeschool
en in de kerk van Kampen. Deze moe-
lijkheden zijn een gevolg van een ver
schil in opvatting, dat zich al vrij spoedig
openbaarde over de consequenties van de
Vrijmaking. Een breuk lijkt nu bijna on
vermijdelijk. Zo is 1969 voor de vrijge
maakte kerken niet alleen een jaar van
herdenking, maar zal het vermoedelijk
ook een jaar van een scheuring worden.
„En dit gebod hebben wij van
Hem, namelijk dat die God lief
heeft, ook zijn broeder liefheb-
be" 1 Johannes 4 21.
In het persoonlijk leven en ook in
het maatschappelijk leven doen zich
allerlei conflicten voor. Er zijn huwe
lijksconflicten, burenruzies en familie
vetes. Daarnaast zijn er ook arbeids
conflicten en botsingen tussen jong en
oud (het generatieconflict) en niet te
vergeten de strijd tussen de volken.
Men moet niet alle tegenstellingen en
tegenstrijdigheden over één kam sche
ren. Sommige tegenstellingen zijn zelfs
vruchtbaar en helpen ons leven te ver
rijken. Een goed voorbeeld daarvan is
de verhouding tussen man en vrouw in
het huwelijk. Het anders-zijn van man
en vrouw, het verschil in gevoelen en
benadering van de dingen, zijn 'n voor
waarde voor groei en rijping van deze
twee mensen, die met elkaar zijn ver
bonden. Het is een vruchtbare span
ning, dat de een anders is dan de an
der.
En hetzelfde kan men van verschil
lende andere tegenstellingen in het le
ven ook zeggen: de spanning kan vruch
ten afwerpen. Jammer genoeg ontaar
den tegenstelling nogal eens in afkeer,
vijandschap of onderlinge verbittering.
Dan gaan de mensen of de groepen of
de volken elkaar het bestaan zo zuur
mogelijk maken. Er wordt een muur
tussen de beide partijen opgetrokken,
een soort prikkeldraadversperring aan
gelegd. En de een moge meer schuld
hebben dan de ander aan deze ontwik
keling, geen van beide is brandschoon.
De bijbel is eigenlijk voortdurend be
zig met het conflict. De eerste twee
verhalen uit de bijbel maken dat al dui
delijk. In het eerste komt Adam, die
weigert op de weg van God te gaan, in
botsing met Hem. Er ontstaat een
scheiding tussen deze twee. En het vol
gende verhaal vertelt hoe Kain in con
flict raakt met zijn broeder Abel en
hem dood slaat. Dat hangt met elkaar
samen: wanneer een mens Gods weg
verlaat, wordt hij een gevaar voor zijn
broeder, zijn naaste. En deze twee
kanten van het menselijk leven en sa
menleven komen op bijna elke bladzij
de van de bijbel aan de orde.
Het hele werk van Jezus Christus is
er in de kern van de zaak op gericht
om dit dubbele conflict te doorbreken.
Zijn werk is het werk van verzoening
tussen God en de mens. Hij herstelt de
gebroken verhouding tussen God en
mens door de schuld op zich te nemen.
Hij breekt de scheidsmuur af. En ieder,
die van harte gelooft ma g weten dat
God tot hem zegt: „Het is vrede tussen
ons, het is weer goed tussen ons". Dan
gaat een mens pas werkelijk leven. Zo
dra hij beseft: het is weer goed tussen
God en mij. Dan wordt de liefde tot
God in zijn hart ontstoken.
En de regel van het evangelie is:
wie God liefheeft, moet ook zijn broe
der liefhebben Het kan niet bij het
oude blijven. Een christen is iemand,
die met de verzoenende kracht van het
evangelie in aanraking is gekomen en
dat behoort ook door te werken in zijn
leven. Hij is iemand, die onvruchtbare
conflicten zal trachten uit de wereld te
helpen. Daar zal hij mee bezig zijn in
het persoonlijk leven, maar ook (al-
naargelang zijn positie) in het maat
schappelijk leven. Dat stuit vaak op
veel moeilijkheden. Er is geloof voor
nodig. Er is tegelijk geduld en vinding
rijkheid voor nodig. En men moet be
reid en voorbereid zijn om telerustel-
lingen te accepteren.
Er zijn vastgelopen conflicten te
over. Wie, gedrongen door de H. Geest,
probeert deze te doorbreken, zal mer
ken dat dit een weg met een kruis is.
Maar wie Gods weg gaat zal ook zegen
en vreugde ontvangen.
Veenendaal, Ds. A. Terlouw.
r
Het kon niet uitblijven: in een
wereld waarin jongeren niet al
leen steeds meer kritiek hebben
maar ook steeds meer zeggen
schap opeisen om dusdoende ver
antwoordelijkheid te kunnen dra
gen, kon 'n Y.M.C.A., een Young
Men's Christian Association, niet
maar ongestoord de oude ver
trouwde wegen blijven gaan.
„Op het vredige terrein van de
universiteit van Nottingham, En
geland. kraken de grondvesten
van deze 125 jaar oude
Y.M.C.A.zo liet de Nederlan
der A. Kik enthousiast aan het
thuisfront weten. En zijn uitla
ting blijkt niet overdreven want
daar in Nottingham, op de alge
mene vergadering van deze we
reldorganisatie die eens in de vier
jaar gehouden wordt, zijn zowel
grondslag en doel als organisatie
vorm op de helling gezet.
Voordat we u het belangwekken
de relaas van de heer Kik uitvoe
riger geven een kleine uiteenzet
ting tot beter begrip. De Young
Men's Cristian Ass^'^tion werd
in 1 ge» door de Engels*'
man George Williams, typische
vertegenwoordiger van het gees
telijke réveil van die jaren, met
de bedoeling christelijke jonge
mannen te- brengen tot evangelise
rende arbeid onder hun leeftijdge
noten. In 1855 werd in Parijs het
eerste internationale congres gehou
den en daar werd de doelstelling
geformuleerd die 125 jaar lang
stand gehouden heeft. De organisa
tie groeide snel, vooral in Ameri
ka, China, Japan en India en telt
thans zo'n 8 miljoen leden. In Ne
derland waren in eerste instantie
het Nederlands Jongelingverbond
en sinds 1918 ook de A.M.V.J., de
Amsterdamse Maatschappij voor
Jongemannen, lid van de organi
satie. Nu de naam „jongeling"
niet meer in trek is, is de Neder
landse organisatie veranderd in
Christelijk Jongeren Verbond, zo
wel aangesloten bij de YMCA als
bij de YWCA, de sinds 1894 be
staande organisatie voor jonge
vrouwen.
Om ook inderdaad als wereldor
ganisatie te kunnen fungeren
wordt zoals gezegd eens in
de vier jaar een „World Council"
gehouden, een vergadering dus van
afgevaardigden uit heel de wereld.
Het is het hoogste beleidsbepalen
de orgaan van de YMCA pre
cies zoals dat bij voorbeeld het ge
val is met de Assemblee van de
Wereldraad van Kerken. Maar
hier komt ook het verschil: in Upp
sala hebben de jongeren wel lui
de hun stem laten horen maar
stemrecht hadden zij niet in
jjCWas h°' voor
het eerst) anders. De Executive
Committee naar Nederlands* be
gripper dus het hoofdbestuur
had het initiatief genomen om 126
joneeren tii«sen 17 en 25 jaar naar
Nottingham te laten komen om
deel te nemen aan een zogenaamd
Young Members Forum. En van
die 120 hadden er 80 stemrecht
voor de World Council. Drie dagen
hebben die jongeren samen gecon
fereerd, toen waren ze 't eens. En
dat eens zijn betekende dat de vol
gende resoluties en voorstellen
zijn ingediend die een volledige
ommekeer in de koers van deze
oude YMCA inhouden. De eerste
drie eisen betreffen de structuur.
De jongeren vragen:
1 Twaalf van de veertig plaatsen
in het hoofdbestuur. En over
vier jaar, in 1973, zal dit aan
tal moeten zijn opgevoerd tot
twintig.
De helft van de zetels in de
studiecommissies voor training,
financiën, oecumene, ontwikke
ling en vluchtelingenwerk voor
jongeren beneden 25 jaar.
4 Een redelijk aantal staffuncties
op internationaal niveau voor
jongeren beneden 25 jaar.
Onder degenen die zijn voorge
steld voor een der plaatsen in het
hoofdbestuur is de 23-jarige Neder
lander Enno Brommet, student
aan de sociale academie „De
Horst" in Driebergen en sinds
kort lid van het hoofdbestuur van
het Christelijk Jongeren Verbond.
Dit alles is wel spectaculair
maar doet nog niet de YMCA „op
haar grondvesten kraken". Dat is
wel het geval met de wijzigingen
die de jongeren in de zogenaamde
Parijser Basis, de beginselverkla
ring van de YMCA, willen zien
aangebracht. In die Parijser Ba
sis heet het:
„De YMCA's hebben ten doel
jongemannen te verenigen die
Jezus Christus beschouwen als
hun Heer en Zaligmaker volgens
de Heilige Schrift, Zijn discipe
len wensen te zijn in geloof en
leven en tezamen willen arbei
den aan de uitbreiding van Zijn
Koninkrijk onder jongemannen."
De jongeren zijn van oordeel dat
deze stellingname onbruikbaar is
in een organisatie waarir een toe
nemend aantal buitenkerkelijken
of aanhangers van andere gods
diensten voorkomen. Ze vinden
voor die gedachte steun bij de
(omvangrijke) Amerikaanse en
Canadese delegatiés, vele oudere
afgevaardigden uit de delegaties
van bij voorbeeld de Scandinavi
sche landen, Duitsland en Schot
land zijn er echter fel tegen ge
kant. Het zal de taak worden van
een studiecommissie om tot een
voor allen aanvaardbare oplos
sing te komen.
Spectaculair ook is deze bijeen
komst in Nottingham omdat voor
het eerst in de serie van vijf
World Councils de ontwikkelings
landen ongeveer de helft van het
aantal afgevaardigden (zowel bij
de ouderen als bij de jongeren)
voor hun rekening nemen. Hector
Caselli, functionaris van de Wereld
bond voor Youth en Student Work
en zelf afkomstig uit Uruguay,
heeft gedurende een jaar bij de
verschillende instanties erop aan
gedrongen fondsen voor de verwe
zenlijking hiervan beschikbaar te
stellen. Nu dat gelukt is eisen
vooral de jongeren uit de zoge
naamde derde wereld een evenre
dig aandeel op in leiderschap en
staffuncties tot dusverre werden
deze plaatsen overwegend door
Amerikanen en Europeanen be
mand. Bovendien leggen zij een
grote mate van ongeduld aan de
dag vanwege de sociale en poli
tieke situatie£ in hun land zij
verv hier van de YMCA een dui
delijke stellingname ten aanzien
van revolutionaire bewegingen.
Ook dat is niet naar de zin van
sommige oudere en meer conser
vatieve afgevaardigden. Zij me
nen dat een dergelijk optreden het
neutrale karakter van de YMCA
zal schaden en ook de mogelijkhe
den die de Wereldbond nu heeft
om in bepaalde, situaties te bemid
delen en hulp te verlenen, zal
doen verminderen. Ook bij een
beslissing hierover zal het geven
en nemen worden, hoewel het er
naar uitziet dat de YMCA zich in
een toenemend aantal gevallen
niet langer politiek afzijdig zal
kunnen houden.
Wie meent dat dit aanzienlijke
aantal controversen de goede har
monie heeft verstoord vergist zich.
Heel bewust immers hebben de lei
dinggevende figuren aangestuurd
op een dergelijke botsing der me
ningen in de hoop daardoor een
nieuwe impuls aan 't werk te kun
nen geven. In zijn openingswoord
zei Fredirik Franklin, de 56-jarige
secr.-generaal van de YMCA het
aldus: „Waarom hebben we jullie
jongeren uitgenodigd? Omdat we
jullie nodig hebben. Niet alle
ouderen hebben zich op hun pos
ten gehandhaafd uit paternalisti
sche overwegingen. Velen zaten
langer op hun zetel dan hun lief
was, omdat jullie er niet waren
om de verantwoordelijkheden over
te nemen..."
Die jongeren zijn en nu de tijd
zal het leren of ze die verantwoor
delijkheden ook inderdaad aan
kunnen!