Het gouden Zoeklicht Vrijmaking zal in Den Haag worden herdacht De YMCA kraakt op haar grondvesten... l VIJFENTWINTIG JAAR GELEDEN LAS PROF. DR. K. SCHILDER DE „ACTE VAN VRIJMAKING EN WEDERKEER" VOOR - BEGIN VAN EEN NIEUW KERKVERBAND Onrechtmatig goddelijk3> en on Jeugd wil basis veranderen en eist meer staffuncties op Vrijmaking en wederkeer Tegenstellingen Ondanks oorlog Weer scheuring Het kan niet h ij het oude blijven De basis „Derde wereld TER OVERDENKING EVANGELISEREND VAN OPZET 125 JAAR OUD 8 MILJOEN LEDEN Het „gouden" Zoeklicht is verschenen, een feeste lijk jubileumnummer van het blad dat vijftig jaar geleden door wijlen Johannes de Heer werd gesticht, dat na zijn dood in 1961 door zijn zoon S. J. de Heer werd voortgezet en dat nu onder leiding staat van zijn kleinzoon, Lex de Heer. Op het gouden titelblad mist men de doelstelling die op de voorpagina van de le jaargang no. 1 van 1 juli 1919 stond afgedrukt: „Gewijd aan het onderzoek der Schriften en de teekenen der tij den" die vindt men nu op pagina 2 boven de redactionele verantwoording. Er is aan die doel stelling slechts toegevoegd: „Wordt uitgegeven onafhankelijk van enige kerk of kring". Want in die vijftig jaren is de vormgeving van het Zoek licht dan wel wat anders geworden, maar de geest waaruit en de geestdrift waarmee Johannes de Heer zijn blad redigeerde zijn dezelfde geble ven. In een vraaggesprek met Lex de Heer hebben we al eerder aandacht gewijd aan de geestelijke ach tergronden van het Zoeklicht en de daaruit voortgekomen Maranatha-beweging en daarom ditmaal speciale aandacht voor de jubileumvie ring want die staat voor de deur. Woensdag a.s., op 13 augustus, zal er in de Hilversumse Expo- hal een grote toogdag gehouden worden die het hoogtepunt van de jubileum-activiteiten zal zijn. Daar zullen ds. W. Glashouwer (hervormd) en ds. S. J. Zijlstra (baptist) het woord voeren en men zal er kunnen luisteren naar de evangelisten J. Kits, Jb. Klein Haneveld en Th. Dikkes. Iedereen weet echter dat er op een Zoeklicht-bijeenkomst niet alleen geluisterd maar ook gezongen moet worden: de community-singing staat onder leiding van de bekende koor-dirigent Arie Pronk. Tij dens de toogdag zullen opnamen gemaakt worden voor een langspeelplaat. Andere activiteiten rond deze jubileum-viering: 0 De Zoeklicht-staf voert een actie om de losse verkoop van het gouden jubileumnummer zo veel als mogelijk is te stimuleren (prijs één gulden). Van de bruto-opbrengst is tien procent be stemd voor het Nederlands Bijbel Genootschap. Bovendien wordt er zoals we al eerder heb ben verteld geld ingezameld ten behoeve van de zending onder het motto „Zending '69". In oktober a.s. worden er speciale reizen naar Israël georganiseerd, het land dat in het Zoek licht en ook in de prediking van Johannes de Heer altijd zo'n belangrijke plaats heeft ingeno men. Bnnenkort verwacht men de verkoop van het miljoenste exemplaar van de zangbundel, de beroemde bundel, waaraan de naam Johannes de Heer onverbrekelijk zal verbonden blijven en waarin meer dan 80U geestelijke liederen zijn verzameld. Het boek is nog aanzienlijk ouder dan het Zoeklicht want de eerste druk kwam in 1905 gereed. Dezer dagen verschijnt een grammofoonplaat waarop twaalf door Johannes de Heer zelf ge zongen liederen zijn te beluisteren. Bladerend in het gouden Zoeklicht vallen twee din gen op: het blijmoedige maar rotsvaste geloof dat spreekt uit de artikelen van Johannes de Heer (er z\jn enkele artikelen uit oude jaargangen overgenomen) en van zijn opvolgers èn de een voudige aansprekende manier waarop men daar van getuigt. Uit het voorwoord van Lex de Heer: „Elki christen weet uit zijn bijbel dat Christus zal we derkomen, maar is het niet bedroevend te zien hoe weinigen uit deze verwachting leven? Ik stel me namelijk voor dat, als je als christen hier werkelijk bij stilstaat, je gaat beseffen dat het niet maar een waandenkbeeld is maar een bijbel se realiteit. Het moet een werkelijkheid worden waar je rekening mee gaat houden: het kan dus vandaag nog gebeuren of morgen. En dan kun je als christen je niet permitteren om belangrijke zaken uit te stellen, of om een ruzie te laten voortbe staan, of om je naaste te laten verkommeren in onwetendheid aangaande de liefde van Christus. Als christen behoef je ook niet beangst te zijn voor die wederkomst want dat zal een heerlijke openbaring worden. IVIaar Christus eist van ons wel dat we onze lampen brandende houden en dat we waakzaam zijn. En die boodschap brengt het Zoeklicht nu al vijftig jaar lang". Pat „waakzaam zijn" in die vijftig jaar is nauwe lijks beter te illustreren dan met een citaat uit het artikel dat Johannes de Heer schreef in ja nuari 1938 en dat de veelzeggende titel droeg: „Gods afrekening met de antisemieten". Johan nes de Heer schreef: „Het ontgaat de christenen toch maar al te zeer hoe tegenwoordige beroerin gen in de wereld ten nauwste samenhangen met het lot der Joden. Iedereen zal moeten toegeven dat sedert de intocht van generaal Allenby in Jeruzalem en de proclamatie van Lord Balfour aangaande Palestina, er een grote beroering on der en tegen de Joden gekomen is. Het is alsof wij thans aan de vooravond staan van hetgeen de profeten hebben voorspeld aangaande Israels lot in het einde der dagen, waartoe ook behoort dat Jeruzalem zou worden tot een lastige steen aller volken en dat al de volken zich tegen haar zou den verzamelen (Zach. 12 3). Het spreekt van zelf dat deze volken zich niet vergaderen om te gen de stenen muren van Jeruzalem te strijden, doch tegen het volk dat zich binnen die muren En het js van belang om op te dat juist, als de toorn Gods over u< .a». Israël een einde gaat nemen, zich de Zijns toorns gaat wenden tegen de volKen, zich met Jeruzalen beladen". Eén gulden voor dit gouden Zoeklicht is niet te veel. Er staat heel veel in dat waard is gelezen èn ter harte genomen te worden! overwegende dat prof. Schilder, gedurende den tijd van zijn schorsing op grond van zijn houding tegenover de synode als wettige vergadering van de Gereformeerde Ker ken, welke houding als de in artikel K.O. genoemde zonde van scheurmaking moet veroordeeld worden, geenerlei blijk van toenadering en boetvaardigheid aan den dag gelegd, noch ook zijn afwijking beleden heeft, ondanks het ernstig vermaan dat daartoe tot hem is uitgegaan, en dat hij integen deel volhardt in zijn zondige houding, besluit met diep leedwezen hem ontslag te verleenen als hoogleeraar aan de Theologische Hogeschool en voorts op grond van art. L. XXIX en LXXX K.O. hem te ontzetten uit zijn ambtelijke bediening als emeritus-dienaar des Woords van de Geref. Kerk van Rotterdam-Delf shaven. Dit besluit is genomen met 38 stemmen voor en 6 tegen". - £o staat het te lezen in artikel 526 van de Acta van de gereformeerde synode van Utrecht 1943-1945. Met deze beslissing, die donderdag 3 augustus 1944 in besloten zitting werd genomen, was de breuk, die in ie Geref. kerken met de schorsing van prof. dr. K. Schilder op 23 maart 1944 was ontstaan eigenlijk definitief geworden. Prof. dr. K. Schilder wiens schorsing en ifzetting leidde tot een tragische scheur in de Geref. Kerken toen en nu tot veler verdriet llrf* fvl! Die eerste tuchtmaatregel had bij de aanhangers van prof. Schilder reeds ver ontwaardiging gewekt, vooral ook omdat deze niet alleen als hoogleraar was ge schorst, maar ook als emeritus-predikant van de kerk van Rotterdam-Delfshaven. Volgens hen had de synode daarmee ge zondigd tegen het kerkrecht dat de tucht over dienaren des Woords toekent aan de kerkeraad. Toen de synode besloot met de tucht op prof. Schilder verder te gaan en hem af te zetten, ook weer als predi kant van Rotterdam-Delfshaven, waren de tegenstellingen zo mogelijk nog scher per geworden. Het duurde dan ook niet lang of de geestverwanten van de ontslagen hoogle raar kwamen bij elkaar om zich te bera den over hun houding. Ruim een week nadat de synode haar beslissing had ge nomen, namelijk 11 augustus, kwamen de bezwaarden uit de Geref. kerken bijeen in Den Haag. De moeilijkheden, die het reizen in de oorlog met zich bracht, vorm den voor hen geen belemmering om uit alle delen van het land naar deze bijeen komst te gaan. Ze verschenen in zo'n groot aantal dat de aanvankelijk gehuur de zaal te klein bleek en men in allerijl ging vergaderen in de Lutherse kerk in het centrum van de stad. In deze bijeen komst las prof. Schilder, die enkele jaren ondergedoken was geweest, de Acte van Vrijmaking of Wederkeer voor, die hij zelf had opgesteld: „Sedert geruimen tijd opgemerkt heb bende het bederf in de Gereformeerde Kerken in Nederland, besluiten wij ons vrij te maken van alle onrechtmatige en ongoddelijke schorsingen en ontzet tingen uit den Dienst en niet alleen van het synodaal-hiërarchische, doch ook van het theologisch-wetenschappelijke juk, dat niet het juk van Christus is. Wij verklaren deze onze daad van vrij making en wederkeer te zien als een daad van genoorzaamheid aan het Woord Gods". Men kan de datum van 11 augustus 1944 dus beschouwen als het begin van de Vrijmaking, die tot een eigen kerkverband leidde, toen overal in het land bezwaarde leden van de Geref. kerken zich vrij maakten. Als voorzitter van de Gereformeerde Synode van Utrecht in de jaren 1943 tot 1945 fungeerde prof. dr. G. C. Ber- kouwer. Wat was er aan deze scheuring vooraf gegaan? Reeds vele jaren werd er binnen de kring van de Gereformeerde kerken verschillend gedacht over allerlei onder werpen. Met name over verbond en doop liepen de meningen uiteen. In 1905 tracht te de synode van Utrecht de, tegenstellin gen te verzoenen door een Verklaring op te stellen, waarin zij uitsprak dat „het zaad des verbonds kraéhtens de belofte Gods te houden is voor wedergeborenen en in Christus geheiligd totdat bij het op groeien het tegendeel blijkt". De tegenstel lingen werden echter niet uit de weg ge ruimd. De zaken van verbond en doop ble ven in discussie. Bovendien was er ook verschil van mening over de algemene genade, de onsterfelijkheid van de ziel, de vereniging van de beide naturen in Christus en de pluriformiteit van de kerk. Dit was voor dr. A. D. R. Polman, thans hoogleraar aan de Theologische Ho geschool te Kampen, toen predikant te Bolsward, en wijlen ds. W. H. van der Vegt, predikant te Goes, beiden leden van de synode van Amsterdam aanlei ding in september 1936 aan deze synode voor te stellen te trachten tot een duide lijke uitspraak te komen over deze kwes ties. Naar aanleiding daarvan besloot de synode, gelet op het feit dat er in de Geref. kerken opvattingen werden voor gedragen welke van de tot nu tpe gang bare leringen afweken, een commissie van zeven leden te benoemen, dit deze opvattingen moesten onderzoeken en toet sen aan Schrift en belijdenis. Deze com missie zou aan de volgende synode rap port moeten uitbrengen. Die volgende synode kwam in augustus 1939 bijeen in Sneek. Aan de behandeling van de meningsverschillen was zij nog niet toegekomen, toen in mei 1940 de Duitsers ons land binnenvielen. Er gin gen nogal wat stemmen op om in de moei lijke omstandigheden waarin het Neder landse volk en de Geref. kerken toen ver keerden, de meningsverschillen niet te be handelen. De synode was echter van me ning dat dit wel moest gebeuren en zij deed op 8 juni 1942 enkele uitspraken. Daartegen had prof. Schilder groot be zwaar. Hij meende da,t de kerkeraad van de kerk van Kampen, waarvan hij lid was, de besluiten niet voor vast en bon dig moest houden. Het conflict tussen prof. Schilder en de synode leidde ertoe dat de synode hem op 25 februari 1944 een aan tal vragen voorlegde waarop hij voor 9 maart 1944 's avonds om elf uur catego risch ja of neen zou moeten antwoorden. Hij moest zijn leedwezen uitspreken over de door hem aangenomen houding. Toen Schilder aan deze eisen niet voldeed, volg de 23 maart 1944 zijn schorsing. De Vrijgemaakt Gereformeerde kerken gaan zaterdag 23 augustus in Den Haag de Vrijmaking herdenken. Dat zal gebeu ren in dezelfde week waarin de synode van deze kerken in Hoogeveen gaat be ginnen aan de behandeling van de moei lijkheden aan de Theologische Hogeschool en in de kerk van Kampen. Deze moe- lijkheden zijn een gevolg van een ver schil in opvatting, dat zich al vrij spoedig openbaarde over de consequenties van de Vrijmaking. Een breuk lijkt nu bijna on vermijdelijk. Zo is 1969 voor de vrijge maakte kerken niet alleen een jaar van herdenking, maar zal het vermoedelijk ook een jaar van een scheuring worden. „En dit gebod hebben wij van Hem, namelijk dat die God lief heeft, ook zijn broeder liefheb- be" 1 Johannes 4 21. In het persoonlijk leven en ook in het maatschappelijk leven doen zich allerlei conflicten voor. Er zijn huwe lijksconflicten, burenruzies en familie vetes. Daarnaast zijn er ook arbeids conflicten en botsingen tussen jong en oud (het generatieconflict) en niet te vergeten de strijd tussen de volken. Men moet niet alle tegenstellingen en tegenstrijdigheden over één kam sche ren. Sommige tegenstellingen zijn zelfs vruchtbaar en helpen ons leven te ver rijken. Een goed voorbeeld daarvan is de verhouding tussen man en vrouw in het huwelijk. Het anders-zijn van man en vrouw, het verschil in gevoelen en benadering van de dingen, zijn 'n voor waarde voor groei en rijping van deze twee mensen, die met elkaar zijn ver bonden. Het is een vruchtbare span ning, dat de een anders is dan de an der. En hetzelfde kan men van verschil lende andere tegenstellingen in het le ven ook zeggen: de spanning kan vruch ten afwerpen. Jammer genoeg ontaar den tegenstelling nogal eens in afkeer, vijandschap of onderlinge verbittering. Dan gaan de mensen of de groepen of de volken elkaar het bestaan zo zuur mogelijk maken. Er wordt een muur tussen de beide partijen opgetrokken, een soort prikkeldraadversperring aan gelegd. En de een moge meer schuld hebben dan de ander aan deze ontwik keling, geen van beide is brandschoon. De bijbel is eigenlijk voortdurend be zig met het conflict. De eerste twee verhalen uit de bijbel maken dat al dui delijk. In het eerste komt Adam, die weigert op de weg van God te gaan, in botsing met Hem. Er ontstaat een scheiding tussen deze twee. En het vol gende verhaal vertelt hoe Kain in con flict raakt met zijn broeder Abel en hem dood slaat. Dat hangt met elkaar samen: wanneer een mens Gods weg verlaat, wordt hij een gevaar voor zijn broeder, zijn naaste. En deze twee kanten van het menselijk leven en sa menleven komen op bijna elke bladzij de van de bijbel aan de orde. Het hele werk van Jezus Christus is er in de kern van de zaak op gericht om dit dubbele conflict te doorbreken. Zijn werk is het werk van verzoening tussen God en de mens. Hij herstelt de gebroken verhouding tussen God en mens door de schuld op zich te nemen. Hij breekt de scheidsmuur af. En ieder, die van harte gelooft ma g weten dat God tot hem zegt: „Het is vrede tussen ons, het is weer goed tussen ons". Dan gaat een mens pas werkelijk leven. Zo dra hij beseft: het is weer goed tussen God en mij. Dan wordt de liefde tot God in zijn hart ontstoken. En de regel van het evangelie is: wie God liefheeft, moet ook zijn broe der liefhebben Het kan niet bij het oude blijven. Een christen is iemand, die met de verzoenende kracht van het evangelie in aanraking is gekomen en dat behoort ook door te werken in zijn leven. Hij is iemand, die onvruchtbare conflicten zal trachten uit de wereld te helpen. Daar zal hij mee bezig zijn in het persoonlijk leven, maar ook (al- naargelang zijn positie) in het maat schappelijk leven. Dat stuit vaak op veel moeilijkheden. Er is geloof voor nodig. Er is tegelijk geduld en vinding rijkheid voor nodig. En men moet be reid en voorbereid zijn om telerustel- lingen te accepteren. Er zijn vastgelopen conflicten te over. Wie, gedrongen door de H. Geest, probeert deze te doorbreken, zal mer ken dat dit een weg met een kruis is. Maar wie Gods weg gaat zal ook zegen en vreugde ontvangen. Veenendaal, Ds. A. Terlouw. r Het kon niet uitblijven: in een wereld waarin jongeren niet al leen steeds meer kritiek hebben maar ook steeds meer zeggen schap opeisen om dusdoende ver antwoordelijkheid te kunnen dra gen, kon 'n Y.M.C.A., een Young Men's Christian Association, niet maar ongestoord de oude ver trouwde wegen blijven gaan. „Op het vredige terrein van de universiteit van Nottingham, En geland. kraken de grondvesten van deze 125 jaar oude Y.M.C.A.zo liet de Nederlan der A. Kik enthousiast aan het thuisfront weten. En zijn uitla ting blijkt niet overdreven want daar in Nottingham, op de alge mene vergadering van deze we reldorganisatie die eens in de vier jaar gehouden wordt, zijn zowel grondslag en doel als organisatie vorm op de helling gezet. Voordat we u het belangwekken de relaas van de heer Kik uitvoe riger geven een kleine uiteenzet ting tot beter begrip. De Young Men's Cristian Ass^'^tion werd in 1 ge» door de Engels*' man George Williams, typische vertegenwoordiger van het gees telijke réveil van die jaren, met de bedoeling christelijke jonge mannen te- brengen tot evangelise rende arbeid onder hun leeftijdge noten. In 1855 werd in Parijs het eerste internationale congres gehou den en daar werd de doelstelling geformuleerd die 125 jaar lang stand gehouden heeft. De organisa tie groeide snel, vooral in Ameri ka, China, Japan en India en telt thans zo'n 8 miljoen leden. In Ne derland waren in eerste instantie het Nederlands Jongelingverbond en sinds 1918 ook de A.M.V.J., de Amsterdamse Maatschappij voor Jongemannen, lid van de organi satie. Nu de naam „jongeling" niet meer in trek is, is de Neder landse organisatie veranderd in Christelijk Jongeren Verbond, zo wel aangesloten bij de YMCA als bij de YWCA, de sinds 1894 be staande organisatie voor jonge vrouwen. Om ook inderdaad als wereldor ganisatie te kunnen fungeren wordt zoals gezegd eens in de vier jaar een „World Council" gehouden, een vergadering dus van afgevaardigden uit heel de wereld. Het is het hoogste beleidsbepalen de orgaan van de YMCA pre cies zoals dat bij voorbeeld het ge val is met de Assemblee van de Wereldraad van Kerken. Maar hier komt ook het verschil: in Upp sala hebben de jongeren wel lui de hun stem laten horen maar stemrecht hadden zij niet in jjCWas h°' voor het eerst) anders. De Executive Committee naar Nederlands* be gripper dus het hoofdbestuur had het initiatief genomen om 126 joneeren tii«sen 17 en 25 jaar naar Nottingham te laten komen om deel te nemen aan een zogenaamd Young Members Forum. En van die 120 hadden er 80 stemrecht voor de World Council. Drie dagen hebben die jongeren samen gecon fereerd, toen waren ze 't eens. En dat eens zijn betekende dat de vol gende resoluties en voorstellen zijn ingediend die een volledige ommekeer in de koers van deze oude YMCA inhouden. De eerste drie eisen betreffen de structuur. De jongeren vragen: 1 Twaalf van de veertig plaatsen in het hoofdbestuur. En over vier jaar, in 1973, zal dit aan tal moeten zijn opgevoerd tot twintig. De helft van de zetels in de studiecommissies voor training, financiën, oecumene, ontwikke ling en vluchtelingenwerk voor jongeren beneden 25 jaar. 4 Een redelijk aantal staffuncties op internationaal niveau voor jongeren beneden 25 jaar. Onder degenen die zijn voorge steld voor een der plaatsen in het hoofdbestuur is de 23-jarige Neder lander Enno Brommet, student aan de sociale academie „De Horst" in Driebergen en sinds kort lid van het hoofdbestuur van het Christelijk Jongeren Verbond. Dit alles is wel spectaculair maar doet nog niet de YMCA „op haar grondvesten kraken". Dat is wel het geval met de wijzigingen die de jongeren in de zogenaamde Parijser Basis, de beginselverkla ring van de YMCA, willen zien aangebracht. In die Parijser Ba sis heet het: „De YMCA's hebben ten doel jongemannen te verenigen die Jezus Christus beschouwen als hun Heer en Zaligmaker volgens de Heilige Schrift, Zijn discipe len wensen te zijn in geloof en leven en tezamen willen arbei den aan de uitbreiding van Zijn Koninkrijk onder jongemannen." De jongeren zijn van oordeel dat deze stellingname onbruikbaar is in een organisatie waarir een toe nemend aantal buitenkerkelijken of aanhangers van andere gods diensten voorkomen. Ze vinden voor die gedachte steun bij de (omvangrijke) Amerikaanse en Canadese delegatiés, vele oudere afgevaardigden uit de delegaties van bij voorbeeld de Scandinavi sche landen, Duitsland en Schot land zijn er echter fel tegen ge kant. Het zal de taak worden van een studiecommissie om tot een voor allen aanvaardbare oplos sing te komen. Spectaculair ook is deze bijeen komst in Nottingham omdat voor het eerst in de serie van vijf World Councils de ontwikkelings landen ongeveer de helft van het aantal afgevaardigden (zowel bij de ouderen als bij de jongeren) voor hun rekening nemen. Hector Caselli, functionaris van de Wereld bond voor Youth en Student Work en zelf afkomstig uit Uruguay, heeft gedurende een jaar bij de verschillende instanties erop aan gedrongen fondsen voor de verwe zenlijking hiervan beschikbaar te stellen. Nu dat gelukt is eisen vooral de jongeren uit de zoge naamde derde wereld een evenre dig aandeel op in leiderschap en staffuncties tot dusverre werden deze plaatsen overwegend door Amerikanen en Europeanen be mand. Bovendien leggen zij een grote mate van ongeduld aan de dag vanwege de sociale en poli tieke situatie£ in hun land zij verv hier van de YMCA een dui delijke stellingname ten aanzien van revolutionaire bewegingen. Ook dat is niet naar de zin van sommige oudere en meer conser vatieve afgevaardigden. Zij me nen dat een dergelijk optreden het neutrale karakter van de YMCA zal schaden en ook de mogelijkhe den die de Wereldbond nu heeft om in bepaalde, situaties te bemid delen en hulp te verlenen, zal doen verminderen. Ook bij een beslissing hierover zal het geven en nemen worden, hoewel het er naar uitziet dat de YMCA zich in een toenemend aantal gevallen niet langer politiek afzijdig zal kunnen houden. Wie meent dat dit aanzienlijke aantal controversen de goede har monie heeft verstoord vergist zich. Heel bewust immers hebben de lei dinggevende figuren aangestuurd op een dergelijke botsing der me ningen in de hoop daardoor een nieuwe impuls aan 't werk te kun nen geven. In zijn openingswoord zei Fredirik Franklin, de 56-jarige secr.-generaal van de YMCA het aldus: „Waarom hebben we jullie jongeren uitgenodigd? Omdat we jullie nodig hebben. Niet alle ouderen hebben zich op hun pos ten gehandhaafd uit paternalisti sche overwegingen. Velen zaten langer op hun zetel dan hun lief was, omdat jullie er niet waren om de verantwoordelijkheden over te nemen..." Die jongeren zijn en nu de tijd zal het leren of ze die verantwoor delijkheden ook inderdaad aan kunnen!

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 15