Zwijntjes kijken op de Veluwe...
m
E,.
SCHAKEN
door H. KRAMER
DAMMEN
door J. M. BOM
BRIDGE AAfr door H. W. FILARSKI
CRYPTOGRAM
Trofee van de jagersraan:
een zelfverdiend stuk
VTaak is gebleken, dat veel
mensen een meer dan ge
wone belangstelling aan de
dag leggen voor hertegeweien
en reekronen. Ten tijde van
het afvallen der Stangen
zoekt menigeen systematisch
een grofwildrevier af, in de
hoop, dat het geluk hem gun*
stig moge wezen door de
vondst van een afworp, die
een compleet stel vormt. Is het
zóver, dan weet men ook wel
aan een kunstschedel van hout
of aluminium en aan een
schild te komen en daarmee
la de decoratie van hal, gang
of werkkamer verzekerd.
Doorgaans komt er een plaat
van een kapitaal stuk wild of
een scène uit het jachtbedrijf
boven en zo mogelijk een an-
tièke jagershoorn en klaar is
Kees!
De fortuinlijke bezitter kan
zich nu aan weidelijke illu
sies en venatorische droom
beelden overgeven en zijn fan
tasie de vrije teugel laten,
wanneer de vlammen van het
haardvuur schimmige scha
duwbeelden van stangen en
enden op de wand toveren
en flonkeren op de ivoren
punten der kroonstukken. Hij
vergeet evenwel, of dringt die
gedachte liever terug naar
wazige verte, dat het meene
men van geweien uit het
jachtveld een onrechtmatige
daad betekent en dat hij zich
zelfs aan ordinaire diefstal
schuldig heeft gemaakt. Men
dupeert er jachtheer en we
tenschap mee, want die kun
nen er van allerlei uit destille
ren omtrent aanwas of terug
gang, erfelijkheid e.a., facto
ren, waarmee men zich tegen
woordig meer en meer bezig
houdt.
/"Onwetendheid kan moeilijk
worden voorgewend; veel
al wordt zelfs vermeden de
uitgang met het verdachte
goed de passeren uit vrees
voor denkbare controle. Men
heeft er zich zo spoedig moge
lijk van ontdaan, door het
over 't raster te werpen, on
zichtbaar gemaakt door wat
bebladerde twijgen en neemt
de stangen' later langs de
buitenkant veilig mee in
de auto of, tersluiks in de jas
gerold, op de bagagedrager
van de fiets.
Herhaaldelijk kwamen mij
dergelijke gevallen ter ore en
ook werden ze door pientere,
oplettende wildschuts nu en
dan achterhaald. Bepaalde ca
tegorieën zijn er nu eenmaal
verzot op en de besten onder
hen proberen hun wens door
aankoop bij de jachtopzichter
te verwezenlijken. Vaak ge
noeg hebben ze succes, want
na selectie door hogere func
tionarissen krijgen de opzie
ners veelal vrije beschikking
over de vondsten; ook bestaat
er zelfs een winkel van der
gelijke waar, doorgaans van
buitenlandse herkomst, gelijk
men zulke verkoophuizen
voorts in wildrijke Duitse stre
ken vindt.
tiet doel heiligt de middelen,
maar in geen van deze ge
vallen kunnen we van trofee
in jachtmatige zin spreken. In
haar wordt een zinnebeeld
van overwinning belichaamd,
het zichtbare resultaat van het
triomferen over een tegen
stander of van een schepsel,
dat wij slechts door moed,
kracht of intelligentie konden
overmeesteren. Aldus verhoogt
het zegeteken aanzien en faam
van de bezitter. Niet altoos is
dit het geval geweest.
In de verre voorgeschiede
nis, toen de mens naar voed
sel zoekend vrij rondtrok en
door de beweeglijkheid van
het wild slechts met het nood
zakelijkste belast was, bete
kenden gewei, stangen of kro
nen niets voor hem dan on
nutte ballast. Zij kwamen al
leen in aanmerking als mate
riaal voor wapens en werktui
gen; Van uitgravingen bleek,
dat de primitieve mens kleine
voorwerpen als sier en magie
met zich meevoerde. Veertig
duizend jaar geleden, toen in
de IJstijd de noordelijke helft
der aarde een toendrasteppe
was. droeg hij als sieraad
reeds de glanzend-gladde
hoektanden van het rendier
tot een snoer aaneengeregen,
soms om-en-om met bonte
slakkehuisjes of schelpen.
JVog ten huidigen dage wor
den wonderlijk genoeg de
ze tanden als trofee be
schouwd, n.l. de „haken" in
de bovenkaak van het edel
hert en de houwers van de
ever; de eerste ziet men als
broche, dasspeld of manchet
knoop. Men heeft uit het ste
nen tijdperk eens driehonderd
van deze bereids doorboor
de haken aangetroffen; dit
was derhalve een waar depot
en deze tooi moet toenmaals
ongetwijfeld in trek zijn ge
weest, wellicht als jachtamu-
let tegen aanvallen van wilde
dieren of demonen. Misschien
geloofde de drager ervan, dat
kracht en behendigheid van
het desbetreffende dier op hem
zouden overgaan.
Echter vond ook veel later
(10 a 20.000 j. v. Chr.) een ge
wei van het hert of de ho
ren van wisent en eland nog
geen plaats aan de wand der
holen, waar de praehistorische
mens woonde. Hoogstens mag
er een gediend hebben als een
soort kapstok. Er werd uitslui
tend om vlees en knoken,
doch niet om verfraaiing,
praal en pronk gejaagd. Het
bronzen tijdvak bracht gelei
delijk enige verandering; de
jacht op het edelhert werd
hoog geschat en men heeft
wel aangenomen, dat diens
grote betekenis als jachtob-
jekt van de oeroude, indoger-
maanse hertenmythe moet
zijn afgekomen.
De Kelten vereerden een
goddelijk hert (Cernunnos), zij
brachten offeranden aan hun
jachtgodin, droegen Hoektan
den als tooisel en er zijn bron
zen ringen opgedolven, die
met zulke haken als smuk ver
sierd waren. Van de Germa
nen is bekend en we herin
neren het ons van de populai
re geschiedenisboekjes dat-
zij schedels van paard, oer-
rund en wisent aan hun wo
ningen hingen en dat de vrij
en de hoorn ervan op het
hoofd droegen. Hagen van
Tronje, de held uit het Ni-
belungenlied zien wij afge
beeld met een dubbele gou
den wisentkroon.
A/ervolgen wij de historie
dan bemerken wij spoe
dig, dat in de klassieke oud
heid middels wildbraad en or
nament aan de goden geof
ferd werd, b.v. aan de jacht
godin Diana huiden, schedels
en geweien als bid- en dank
offer voor het wedervaren
weidmansheil. Na het verster
ken van het Christendom ver
dwenen zulke heidense ge
woonten of werden zij onder
drukt en verdrongen. Van de
middeleeuwen tot de periode
van de barok diende de voor
naamste koptooi hoogstens als
praktisch meubel in burcht en
kasteel óf als materiaal voor
velerlei gerief. In deze tijd
werd onstellend veel wild om
gebracht, doch er bestaat nau
welijks een gewei meer van.
Men gaf er niets om en re
kende alleen naar het gewicht
van de buit. Omstreeks 1700,
toen men behagen schepte dan
bizarre, monstruose voort
brengselen en rariteiten, z.g.
spelingen der natuur, bewaar
de men hier en daar sterk af
wijkende geweien als bijzon
derheid. Ze werden op prach
tig gesneden schilden en hou
ten koppen gemonteerd, soms
kwam er overdwars een zilve
ren voerbiet in de bek, want
van zulke gekkigheid hield
men in die dagen. Niettemin
was de jacht nog altijd niet
om de trofee begonnen; hoog
stens hing men de rechter
;|y iüiilü Ui 1
voorloper van het bemachtig
de hert als muurtooi op en dit
behóórt nog steeds niet hele
maal tot het verleden.
Tn de Biedermeiertijd was
het gewei nog geen doel
van het jachtbedrijf, al viel
overal een zeker ceremoniëel
te merken, dat er allengs tóch
op uitliep.
Tegen het einde der 19e
eeuw begon men de trofeeën
van een bepaald jaar in gere
gelde terugkeer uit te stallen
en zij werden door kenners
beoordeeld. Later werd er een
bepaalde formule op toege
past, ook in ons land, zodat
vergelijkingen konden wor
den opgesteld. De huidige ja
ger wil tenslotte aan het
eigenhandig, weidgerecht ver
worven wild een tastbare en
durende herinnering bewaren
en deze vindt hij hoofdzakelijk
in de koptooi en de zwijns-
houwers. En ziet, hij hangt
niet uitsluitend kwaliteitsgar
nering aan de muur, maar
evengoed de zwakke, middel
matige en minderwaardige
trofeeën, indien de dragers er
van na veel wikken en we
gen moesten worden verwij
derd uit de wildbaan. Zij vor
men zo te zeggen het dagboek
van een jagersleven en wan
neer hij in gedachten de blad
zijden omslaat, ziet hij in de
geest alles weer voor zich als
toen hij het stuk moeizaam
achtervolgde, besloop en kwa
lificeerde.
Het is duidelijk, dat louter
de eigen verworven trofee
waarde voor hem heeft en al
zal hij de kapitaalste het
meest appreciëren, toch zijn
de in uw leke-oog wellicht
verachtelijke, hem niet min
der dierbaar, omdat hij ze tot
verbetering en regeneratie
van de wildstand afschoot. In
tussen treedt hierbij veel na
ijver aan de dag, omdat men
streeft naar fraaier tooi dan
die, welke de ander als kapi
taalste verwierf, want jagers
tonen zich vaak afgunstig.
HProfeeën van andere soort
A vinden we nog in de sik
kels van de korhaan, het pen-
seelveertje van de watersnip,
de krulveder van de wilde
eend, de rugkam van het
everzwijn, de vangtanden van
de vos (in edel metaal gevat),
ja zelfs in het olifantehaar bij
de tropen jager. Soms zien we
er een talisman of amulet in
en vaak is het zinnebeeld er
moeilijk bij te ontdekken. Ook
in menige jager steekt de oer
oude verzameldrift en wie een
wand vol heeft van alles, wat
het jachtveld zo ongeveer op
levert, is een slachtoffer van
deze manie en hartstocht.
Een jachtkamer met enke
le zelfverdiende stukken, har
monisch gerangschikt en. af
gewisseld met toepasselijk bij-
behoren, schenkt op de duur
meer voldoening dan een
overladen knekelhuis. Meen
tenslotte nimmer, dat koop
waar, geschenk of vondeling
de erenaam van trofee of ere
teken mag dragen, al zijt ge
er nóg zo trots op, want ze
zijn van mindere standing,
dienen hoogstens als decoratief
element en kunnen zich geen
hogere betekenis en zin aan
meten.
A. B. Wigman
Inwendig lach je nog weieens als je die
famïxn.0 het wildrooster ziet overgaan.
Pa strijdvaardig voorop, alsof hij een hele
bende Batavieren te lijf moet. Af en toe
beschermend omkijkend naar zijn gezin".
We zitten samen met de natuurgids
Henk van de Brink, die vertelt in de
schaduw van de bomen bij de Carolinahoe-
ve in De Steeg. Voor ons op tafel de res
tanten van twee enorme Gelderse panne
koeken, traditioneel slot van een tocht
naar de wilde zwijnen in de Onzalige bos
sen.
Alleen die naam al doet de stedeling die
hier pas op de Veluwe is, of er met
vakantie toeft, een beetje huiveren. Daar
bij gevoegd het idee dat er in die bossen
heuse wilde dieren rondlopen enhet
avontuur lokt.
,,De mensen die voor het eerst zo'n zwijn
zien, schrikken", zegt Van de Brink. ,,Ze
zijn verbaasd dat de dieren niet achter een
hek zitten, maar vrij rondlopen"
Nico, het mannetjeszwijn, maakt ge
schiedenis door zijn handigheid in het af
pakken van damestasjes. Onrustige moe-
derzwijnen met jonge biggen en op snoep
beluste varkens zorgen voor de safariver-
halen achteraf, met veel verve en weidse
gebaren verteld.
„Het valt allemaal wel mee", zegt Henk
van de Brink nuchter. „Alleen moet je ze
beslist niet voeren of snoepjes geven. Na
tuurlijk, het is geen speelgoed, maar weer
baar wild. Maar als iedereen zich aan de
regels houdt, gebeurt er niets".
r)e bewering, dat het wild soms banger
is dan de toerist, staaft hij met het
volgende voorbeeld.
„Op een heuvel stond een familie bij een
wild zwijn. Pa wilde een foto maken van
het tafereel en daarvoor moesten de kinde
ren en zijn vrouw naar hem kijken. Maar
die hadden meer aandacht voor het zwijn.
En hij begint te roepen „Kijk nou... Kijk
nou...." Het zwijn schrok zich een ongeluk
en liep hard weg. De kinderen kregen na
tuurlijk de schuld".
De meeste vreugde geeft de natuurgids
echter de ontmoeting tussen zwijnen en ar
geloze, onwetende stedelingen. Soms heel
erg onwetend, zoals de dame, die vroeg of
zwijnen bijten of prikken met hun stekels.
,Dij de voederplaats vertel ik altijd dat de
zwijnen gevoerd worden met graan-
produkten en kadavers van kippen", ver
haalt de natuurgids. „Laatst toen ik dat
aan het vertellen was, kwam er net en
zwijn aan. Dus ik roep: „Daar komt er
één". Toen vraagt de dame naast me
„wat een kadaver?"
„In augustus vorig hadden we hier en
invasie van notekrakers, Siberische vogels.
Onderweg zagen we er één in een boom
zitten, dus we gaan allemaal staan kijken.
Eén mijnheer zag het maar steeds niet,
ook niet nadat we met zijn allen hadden
staan wijzen. Eindelijk zei hij: „Ja, ik zie
wel een vogel in die boom zitten, maar
geen zwijn"
Ja, zo gaat dat met hen die al en eind
vervreemd zijn van de natuur.
DE HONGAARSE grootmeester Lajos
Portisch (32) heeft in het IBM-toemooi te
Amsterdam de toon aangegeven. Over het
algemeen is de Hongaar in ons land goed op
dreef. Dat bleek o.a. in het laatste Hoog
oventoernooi te Wijk aan Zee, toen hij met
twee nederlagen begon maar daarna een
tempo inzette dat de meesten te hoog lag.
Hij drong ondanks de „voorgift" van twee
punten tot de top door en hij zou zelfs de
eerste prijs hebben gewonnen indien hij te
gen het slot, in zijn partij tegen Botwinnik,
niet een inzinking had gekregen.
De donkerharige Portisch is uiterlijk een
wat stugge figuur. Bij nadere kennismaking
blijkt dat stugge slechts een soort masker te
zijn waarachter zich een wat schuchtere,
vriendelijke man verbergt. Hij. is bezeten
van het schaakspel. In de meest letterlijke
zin van het woord gaat hij met het schaak
spel naar bed en staat hij ermee op. Mó-,
menteel behoort hij, met Larsen en Fischer,
tot het sterkste trio dat de westelijke schaak
wereld op de been kan brengen.
Hieronder een interessante partij van de
Hongaarse maestro.
Wit: Prof. J. T. Barendregt. Zwart: L.
Portisch. (Amsterdam 1969). Siciliaanse ver
dediging.
1. ê2—e4, c7—c5 2. Pgl-13, ®7-e6 3.
b2-b4
(De Amsterdamse professor in de psycho
logie gaat ervan uit, dat de eerste klap een
daalder waard is. Vrees voor grote namen
kent hij niet, maar de groten vrezen hem wél
want hij is een grootmeester-killer. Onder de
scalpen die hij tot dusver verzamelde is die
van Botwinnik).
3.c5 x b4 4. d2—d4, Pg8-f6 5. Lfl-d3,
d7—d5 6. e4—e5, Pf6-d7 7. Pf3-g5!?,
Lf8—e7 8. Ddl—g4, h7-h5 9. Dg4-g3,
Pd7-f8 (Er dreigde 10. PXe6!, fxetf'll.
Lg6f,Kf8 12. D13t-)
10. Pg5-h3, g7-g6 11. Lel—e3. b7—bó!
(Om de gevaarlijke witte aanvalsloper met
La6 te ruilen).
12. Pbl—d2, Lc8-a6 13. Pd2-f3, ri8-h7,
14. Pf3-g5, Ph7xg5 (Anders moet zwart
met 15. P x f7 rekening houden).
15. Ph3xg5, La6xd3 16. c2xd3,
Pb8—c6, 17. h2—h4, Dd8-d7 18. Tal-cl,
Ta8-c8, 19. 0-0, Pc6-d8 (Zwart voelt niet
voor de rochade omdat wit daarna Df3 be
nevens g4 kan spelen).
20. Dg3—f3, Tc8 x cl 21. Tflxcl; *7-a5
22. Tel—c2, Dd7-b7 23. Df3-dl (Om de
vijandelijke- stelling via de open c-lijn bin
nen te'dringen.)
23Pd8—c6 24. Ddl-cl, Le7Xa5! 25.
Le3Xg5 (Op 25. TXc6 volgt-25. LXe3!
met de finesse dat 26. Tc8t op 26Kd7!
faalt, terwijl 26. fXe3,0-0 27. Tc7, Da6 28.
•Dc2, a4 eveneens vrijwel kansloos is).
PORTISCH
BARENDREGT
De opgave van de week: mag zwart op d4
slaan? De oplossing komt in de volgende ru-
"briek.
OPLOSSING
De stand was: wit (Barendreet): KrL
Db2, Le3, pionnen e5, f4, f3, h2; zwart
(Damjariovic): Kg8, Db5, Ld3 en f8, pion
nen b3, c4, e6, g6, h7.
Er volgde: 35. c4-c3! 36. Db2xc3,
b^—b2 37. Dc3—c8, Db5—b3! en wit gaf het
1SJ a de zware nederlagen in 1967 en 1968 te
gen het nationale Sowiet-taam zal niemand dit
jaar gedacht hebben, aat dc Nederlandse dam-
formatie in haar uitwedstrijd een gunstig resul
taat zou boeken. Maar zie, ditmaal was de
geest vaardig over de nationale ploeg: een uit
stekende lichamelijke conditie, een formidabe
le mentaliteit en een door de technische lei
ding uitgebalanceerde tactiek wrochtte het
wonder. De wereldkampioenen zweefden de
•gehele wedstrijd door op de rand van de af
grond en -slechts aan enkele "schoonheidsfou-
ten" van de Nederlanders dankten zij de over
winning met het kleinst mogelijke verschil na
30 partijen: twee matchpunten! Wel een dui
delijk bewijs, dat de dit jaar ingestelde centrale
training en de formatie van een «electie
vruchtbaar hebben gewerkt!
Uit de eerste ontmoeting hieronder de fraaie,
prestatie van Evert Bronstring tegen de combi
natiespecialist Agafonov.
Wit: Agafonov; Zwart: E. Bronstring; 19 juli
1969; Riga.
1. 31-27 17-21; 2. 34-30 20-25; 3. 39-34
14—20; Reeds na enkele zetten zijn de gebaan
de paden verlaten. Een. kolfje naar de hand
van onzé Leidse student!
4. 44-39 J014; 5. 37-31 5-10; 6. 50 44
19-23; 7/41-37 13—19; Na (14-19) bestaat er
veel meer kans, dat wit ten slotte druk tegen
zwarts linker vleugel krijgt.
8. 31-26 9-13; 9. 26x17 11x31; 10. 36x27
4-9; 11. 46-41 6-11; 12. 41-36 11-17; 13.
33-29 20—24! Zwart mag in deze situatie na
tuurlijk niet de "Roozenburg-Opstelling" toe
laten door 30—24 enz.
14. 29x20 15x24; 15. 38-33 Een klein grapte
Zwart kan geen schijf winnen door (16-21)
27x16 (23-29) 34x23 (18x27) 37-31 (25x34)
31x11! (1-6). 40x20 (14x25 gedw.) en de stel
lingen zijn gelijk!
15. 14-20; 16. 43-38 10-15; 17. 49-43
9-14; 18. 36-31 3-9; Wil de stnjd om de kor-
te-vleugelopshiitine tot het bittere eind uit
vechten.'
19. 31-26 7-11; 20. 47-41 2-7; 21. 41-36
17-22! Zwart krijgt nu duidelijk overwicht 22.'
37—31 11—17; (zie diagram)
Wits positie is nu uitermate delicaat. Na rijp
beraad besloot'hij tot 23.27—21
Als opgave voor de lezers deze week: Waar
om was deze voortzetting absoluut gedwongen
voor wit?
23'16x27; 24. 32x21 7-11; 25. 21-16
I-6; Yeel sterker dan het ogenschijnlijk krach-
•tiger 1—7, daar 'b.v. "na 31-27 (22x31) 26x37
zwart gedwongen'wórdt tot voortijdige acties
over hét centrum, waardoor de witte opsluiting
aan de korte vleugel actieve invloed krijgt.
26. 16x7 12x1; 27. 38-32 6-11; 28/31-27
22x31; 29. 36x27 8-12; 30. 33-29 24x33; 31.
38x29 20-24; Niet (23-29) 34x23 (25x34).
40x29 (19-24) wegens 27-21! (24x22) 21-16
enz. schijfwinst.
32. 44-39 14-20; 33. 42-38 9-14; 34.
39-33 23—29! De inleiding tot een fraaie spel-
gang, die zwart beslissend voordeel oplevert.
35. 34x23 18x29; 36. 40-34 29x40; 37. 45x34
II-16; 38. 48-42 24-29! 39. 34x23 25x34;
dreigt (16-21) en (17-22).
wit moet nu de (te) dure doorbraak nemen:
OPLOSSING
De stand was:
Wit (Sybraiids): 25,27, 28,32,33, 34, 37. 38,
39,42,43, 44,45 (13 st.)
Zwart (Bronstring): 6,7, 8, 10,12, 13, 14, 15,
16.18. 19,23,26 (13 st.)
40. 26-21 17x26; 41. 22-18 13x33; 42. 32-27
31x22; 43. 28x8. Doordat wit nu voortdurend
geen dam kan nemen is deze doorbraak verlie
zend.
43. 26-31! 44. 42-37 32x41; 45. 38x47
19-24! 46. 43-38 20-25! 47. 47-42 24-30!
48. 35x24 34-40; 49. 33-28 40-44; 50. 38-33
44-49; 41. 28-23 komt te laat; 51. 49-21!.
en wit gaf op.
etgt 1 p
(19-24) 28x30 (35x33) 39x28 en behalve, da»
ook hier het stuk door wit is teruggewonnen,
verkeert zwarts lange vleugel in een hopeloz®
positie.
Ook na (6-11) in de cijferstand volgt:
33-29 (11-17) en nu: 27-221 (18x27) 29x29
(15x24) 32x21 (16x27) 28-33! (17-22 gedw.)
28x17 (12x21) 34-29! (10-15) 29x20 (15x24)
39-34 (19-23) 44-39! met winst. Schitteren/
berekend door de witspeler.
ugenio Chiaradia, de geestelijke vader der
Italiaanse biedsystemen, heeft mij eens gezegd,
dat volgens hem werkelijk problematische spel-
svendingen aan de speeltafel zelden of nooit
door de spelers gevonden worden. .Er is, vol-
gens deze gedachtengang, een "plafond" tot
waaraan een goede speler bij het af- en tegen
spel kan reiken en daarboven liggen de pro-
bleemspellen waarvan men de oplossing wel
achteraf, maar niet met dichte kaarten kan vin
den.
Zouden zeer sterke herenspelers de oplossing
gevonden hebben van het moeilijke spel dat
voorkwam in de match Engeland—Denemar
ken (dames)? 4 A 4 3
107
7 6
O B 9 6
4. 109 8 742
OW boden vier schoppen en noord startte met
schoppenaas. Kan het spel nog down? Inder
daad - maar daartoe moet noord in slag 2 een
kleine ruiten naspelen en dat is iets wat in de
praktijk haast ondenkbaar is. Wordt de kleine
ruiten niet genomen, dan maakt zuid ruiten-
boer en speelt klaver na west gaat nu vier
slagen verliezen. Wórdt dc kleine ruiten wel met
ruitenaas op tafel (oost) genomen, dan vólgt ten hei contract-down te spelen. Dit had west
twee malen harten, noord wint de tweede har- moeten bedenken in onderstaand spel dat ik
ten, speelt een kleine ruiten naar zuids ruiten- „is tegenspelprobleem voorleg:
boer en zuid vervolgt met ruiten, die oost met
schoppenboer moet introeven. Schoppenheer
wordt gemaakt, op hartenvrouw kan klaver
vrouw weg, maar west houdt een ruitenverliezer
over.
Indien "normaal" noord in slag 2 ruitenheer
speelt/wordt het contract wel gewonneh, d.w.z.
- met open kaarten. Ruitenheer is. voor het.
aas, twee hartenronden volgen, de tweede wint
noord, dan een kleine ruiten naar zuids ruiten-
boer. Klaver spelen door zuid is zinloos daar
west het aas zou .pakken, twee troefronden
speelt en de rest der hartens maakt. Dus moet
zuid wel. ruiten negen spelen, gedekt met de
tien, vrouw en afgetroefd. Schoppenheer wordt
nu gemaakt, op hartenvrouw gaat klavervrouw
weg, klaver naar de hand, laatste troefje halen
en ruiten acht is hoog!
In de praktijk ging vier schoppen (ondanks rui-'
tenheer na) een down, daar west op klaverheer
probeerde te snijden een normale speelwijze,"
j - - -.-11:verliezende
relse da-
ïkten drie
harten en maakten tien slagen daar zuid niet
met klaver startte.
Het voordeel van het spelen in een viertallen-
wedstrijd of in robberbridge is, dat men bij het
tegenspel niet bezorgd hoeft te zijn om het
eventueel weggeven van overslagen het eniee
'principe dat'men daar volgen móet is, te trach-
'Zuid gever, allen kwetsbaar. Zuid tel Sansatout
(.15-17 punten) OW passen - noord dri®
Sansatout.
West start normaal met harten tien, in noord d®
twee bij oost harten drie en zuid wint met har
tenheer. In slag 2 volgt klaver tien door zuii.
die de slag wint en in slag >apeelt zuid klaver-
;heer, voor west klaveraas - oost heeft beid®
klaveren bekend.
Hoe speelt u nu als west verder? Oplossing vol
gende week.
HORIZONTAAL:
I. Een beetje tegenstand is weer ee..
iets anders (8)
4. Zo laat men nooit iets per ongeluk val
len (6)
8. Hiervoor moet men met z'n beidjes zijn
(8)
9. Rund te water (6)
10. Een extraslag kan op bed liggen (8)
II. Zoiets is maar een beetje (6)
13. Zwam op zijn zondags 10)
17. Zij mogen nooit stampen 10)
21. Men kan best op een verward raster zit
ten (6)
22. Dit is wel heel zeker (8)
23. Gevoel van onbehaaglijkheid kan tot
een rel uitgroeien (6)
25. Zo eea vindt zichzelf zeer geslaagd (8)
26. Windje niet op! (6)
27. Wel leuk, maar niet dikwijls (4)
28. Kapitaal vat (3)
VERTICAAL:
1De juskom verspreidt weinig licht (6)
2. Echt een glas om eer mee in te leggen
(6)
3. Klaaglijk muziekinstrument 10)
5. Een beetje vocht stemt bedrukt (8)
6. Als zij erin komt wordt het duidelijker
(8)
7. Dit pad voert omlaag (8)
12. Men richt hen vaak aan dovemansoor
(10)
14. Het voorland van de koe (8)
15. Deze worden altijd aan de buitenkant
gedragen (8)
16. Zij stond op de uitkijk (4)
18. Wel jammer, maar we zitten nooit hele
maal zonder(6)
19. Bij zoiets blijft het niet rustig (6)
20. Besturende lijsten (6)
24. Voor sommigen de inleiding tot het gips
OPLOSSING
HORIZONTAAL: 1. Lombok; 6. krekel;
11. Arkel; 13. baars; 14. mol; 16. eminent;
17. gas; 19. mr.; 20. brem; 21. kost; 23. as;
24. Eire; 26. laken; 28. rare; 30. Loire; 32.
nor; 33. Timor; 34. negen; 36. roman; 37.
ratelen; 38. kwast; 40. Eelde; 43. kwijlt; 44.
sik; 46. niets; 48. wake; 49. spelt; 51. slap;
52. Aa; 53. mate; 55. Oise; 57. gij; 58. als;
60. Niedorp; 61. Pet; 62. lonen; 64. saaie; 66.
etalon; 67. snaren.
VERTICAAL: 1. lummel; 2. mal; 3. br.;
4. oker; 5. kemel; 6. kanon; 7. rats; 8. er; 9.
K.S.G.; 10. Losser; 12. liman; 13. beker; 15.
Orion; 18. Aaron; 20. berg; 22. trim; 25.
Rietwijk; 27. komedie; 29. amandel; 31.
eerst; 33. tonen; 35. nat; 36, ree; 38. kwaal;
39. Alem; 41. Lise; 42. etage; 43. kwaaie; 44.
speen; 45. Kloos; 47. spijten; 49. Stien; 50l
tiras; 54. anno; 56. span; 59. sla; 61. per, 63.
ol.; 65. ia.