Zwijntjes kijken op de Veluwe... m E,. SCHAKEN door H. KRAMER DAMMEN door J. M. BOM BRIDGE AAfr door H. W. FILARSKI CRYPTOGRAM Trofee van de jagersraan: een zelfverdiend stuk VTaak is gebleken, dat veel mensen een meer dan ge wone belangstelling aan de dag leggen voor hertegeweien en reekronen. Ten tijde van het afvallen der Stangen zoekt menigeen systematisch een grofwildrevier af, in de hoop, dat het geluk hem gun* stig moge wezen door de vondst van een afworp, die een compleet stel vormt. Is het zóver, dan weet men ook wel aan een kunstschedel van hout of aluminium en aan een schild te komen en daarmee la de decoratie van hal, gang of werkkamer verzekerd. Doorgaans komt er een plaat van een kapitaal stuk wild of een scène uit het jachtbedrijf boven en zo mogelijk een an- tièke jagershoorn en klaar is Kees! De fortuinlijke bezitter kan zich nu aan weidelijke illu sies en venatorische droom beelden overgeven en zijn fan tasie de vrije teugel laten, wanneer de vlammen van het haardvuur schimmige scha duwbeelden van stangen en enden op de wand toveren en flonkeren op de ivoren punten der kroonstukken. Hij vergeet evenwel, of dringt die gedachte liever terug naar wazige verte, dat het meene men van geweien uit het jachtveld een onrechtmatige daad betekent en dat hij zich zelfs aan ordinaire diefstal schuldig heeft gemaakt. Men dupeert er jachtheer en we tenschap mee, want die kun nen er van allerlei uit destille ren omtrent aanwas of terug gang, erfelijkheid e.a., facto ren, waarmee men zich tegen woordig meer en meer bezig houdt. /"Onwetendheid kan moeilijk worden voorgewend; veel al wordt zelfs vermeden de uitgang met het verdachte goed de passeren uit vrees voor denkbare controle. Men heeft er zich zo spoedig moge lijk van ontdaan, door het over 't raster te werpen, on zichtbaar gemaakt door wat bebladerde twijgen en neemt de stangen' later langs de buitenkant veilig mee in de auto of, tersluiks in de jas gerold, op de bagagedrager van de fiets. Herhaaldelijk kwamen mij dergelijke gevallen ter ore en ook werden ze door pientere, oplettende wildschuts nu en dan achterhaald. Bepaalde ca tegorieën zijn er nu eenmaal verzot op en de besten onder hen proberen hun wens door aankoop bij de jachtopzichter te verwezenlijken. Vaak ge noeg hebben ze succes, want na selectie door hogere func tionarissen krijgen de opzie ners veelal vrije beschikking over de vondsten; ook bestaat er zelfs een winkel van der gelijke waar, doorgaans van buitenlandse herkomst, gelijk men zulke verkoophuizen voorts in wildrijke Duitse stre ken vindt. tiet doel heiligt de middelen, maar in geen van deze ge vallen kunnen we van trofee in jachtmatige zin spreken. In haar wordt een zinnebeeld van overwinning belichaamd, het zichtbare resultaat van het triomferen over een tegen stander of van een schepsel, dat wij slechts door moed, kracht of intelligentie konden overmeesteren. Aldus verhoogt het zegeteken aanzien en faam van de bezitter. Niet altoos is dit het geval geweest. In de verre voorgeschiede nis, toen de mens naar voed sel zoekend vrij rondtrok en door de beweeglijkheid van het wild slechts met het nood zakelijkste belast was, bete kenden gewei, stangen of kro nen niets voor hem dan on nutte ballast. Zij kwamen al leen in aanmerking als mate riaal voor wapens en werktui gen; Van uitgravingen bleek, dat de primitieve mens kleine voorwerpen als sier en magie met zich meevoerde. Veertig duizend jaar geleden, toen in de IJstijd de noordelijke helft der aarde een toendrasteppe was. droeg hij als sieraad reeds de glanzend-gladde hoektanden van het rendier tot een snoer aaneengeregen, soms om-en-om met bonte slakkehuisjes of schelpen. JVog ten huidigen dage wor den wonderlijk genoeg de ze tanden als trofee be schouwd, n.l. de „haken" in de bovenkaak van het edel hert en de houwers van de ever; de eerste ziet men als broche, dasspeld of manchet knoop. Men heeft uit het ste nen tijdperk eens driehonderd van deze bereids doorboor de haken aangetroffen; dit was derhalve een waar depot en deze tooi moet toenmaals ongetwijfeld in trek zijn ge weest, wellicht als jachtamu- let tegen aanvallen van wilde dieren of demonen. Misschien geloofde de drager ervan, dat kracht en behendigheid van het desbetreffende dier op hem zouden overgaan. Echter vond ook veel later (10 a 20.000 j. v. Chr.) een ge wei van het hert of de ho ren van wisent en eland nog geen plaats aan de wand der holen, waar de praehistorische mens woonde. Hoogstens mag er een gediend hebben als een soort kapstok. Er werd uitslui tend om vlees en knoken, doch niet om verfraaiing, praal en pronk gejaagd. Het bronzen tijdvak bracht gelei delijk enige verandering; de jacht op het edelhert werd hoog geschat en men heeft wel aangenomen, dat diens grote betekenis als jachtob- jekt van de oeroude, indoger- maanse hertenmythe moet zijn afgekomen. De Kelten vereerden een goddelijk hert (Cernunnos), zij brachten offeranden aan hun jachtgodin, droegen Hoektan den als tooisel en er zijn bron zen ringen opgedolven, die met zulke haken als smuk ver sierd waren. Van de Germa nen is bekend en we herin neren het ons van de populai re geschiedenisboekjes dat- zij schedels van paard, oer- rund en wisent aan hun wo ningen hingen en dat de vrij en de hoorn ervan op het hoofd droegen. Hagen van Tronje, de held uit het Ni- belungenlied zien wij afge beeld met een dubbele gou den wisentkroon. A/ervolgen wij de historie dan bemerken wij spoe dig, dat in de klassieke oud heid middels wildbraad en or nament aan de goden geof ferd werd, b.v. aan de jacht godin Diana huiden, schedels en geweien als bid- en dank offer voor het wedervaren weidmansheil. Na het verster ken van het Christendom ver dwenen zulke heidense ge woonten of werden zij onder drukt en verdrongen. Van de middeleeuwen tot de periode van de barok diende de voor naamste koptooi hoogstens als praktisch meubel in burcht en kasteel óf als materiaal voor velerlei gerief. In deze tijd werd onstellend veel wild om gebracht, doch er bestaat nau welijks een gewei meer van. Men gaf er niets om en re kende alleen naar het gewicht van de buit. Omstreeks 1700, toen men behagen schepte dan bizarre, monstruose voort brengselen en rariteiten, z.g. spelingen der natuur, bewaar de men hier en daar sterk af wijkende geweien als bijzon derheid. Ze werden op prach tig gesneden schilden en hou ten koppen gemonteerd, soms kwam er overdwars een zilve ren voerbiet in de bek, want van zulke gekkigheid hield men in die dagen. Niettemin was de jacht nog altijd niet om de trofee begonnen; hoog stens hing men de rechter ;|y iüiilü Ui 1 voorloper van het bemachtig de hert als muurtooi op en dit behóórt nog steeds niet hele maal tot het verleden. Tn de Biedermeiertijd was het gewei nog geen doel van het jachtbedrijf, al viel overal een zeker ceremoniëel te merken, dat er allengs tóch op uitliep. Tegen het einde der 19e eeuw begon men de trofeeën van een bepaald jaar in gere gelde terugkeer uit te stallen en zij werden door kenners beoordeeld. Later werd er een bepaalde formule op toege past, ook in ons land, zodat vergelijkingen konden wor den opgesteld. De huidige ja ger wil tenslotte aan het eigenhandig, weidgerecht ver worven wild een tastbare en durende herinnering bewaren en deze vindt hij hoofdzakelijk in de koptooi en de zwijns- houwers. En ziet, hij hangt niet uitsluitend kwaliteitsgar nering aan de muur, maar evengoed de zwakke, middel matige en minderwaardige trofeeën, indien de dragers er van na veel wikken en we gen moesten worden verwij derd uit de wildbaan. Zij vor men zo te zeggen het dagboek van een jagersleven en wan neer hij in gedachten de blad zijden omslaat, ziet hij in de geest alles weer voor zich als toen hij het stuk moeizaam achtervolgde, besloop en kwa lificeerde. Het is duidelijk, dat louter de eigen verworven trofee waarde voor hem heeft en al zal hij de kapitaalste het meest appreciëren, toch zijn de in uw leke-oog wellicht verachtelijke, hem niet min der dierbaar, omdat hij ze tot verbetering en regeneratie van de wildstand afschoot. In tussen treedt hierbij veel na ijver aan de dag, omdat men streeft naar fraaier tooi dan die, welke de ander als kapi taalste verwierf, want jagers tonen zich vaak afgunstig. HProfeeën van andere soort A vinden we nog in de sik kels van de korhaan, het pen- seelveertje van de watersnip, de krulveder van de wilde eend, de rugkam van het everzwijn, de vangtanden van de vos (in edel metaal gevat), ja zelfs in het olifantehaar bij de tropen jager. Soms zien we er een talisman of amulet in en vaak is het zinnebeeld er moeilijk bij te ontdekken. Ook in menige jager steekt de oer oude verzameldrift en wie een wand vol heeft van alles, wat het jachtveld zo ongeveer op levert, is een slachtoffer van deze manie en hartstocht. Een jachtkamer met enke le zelfverdiende stukken, har monisch gerangschikt en. af gewisseld met toepasselijk bij- behoren, schenkt op de duur meer voldoening dan een overladen knekelhuis. Meen tenslotte nimmer, dat koop waar, geschenk of vondeling de erenaam van trofee of ere teken mag dragen, al zijt ge er nóg zo trots op, want ze zijn van mindere standing, dienen hoogstens als decoratief element en kunnen zich geen hogere betekenis en zin aan meten. A. B. Wigman Inwendig lach je nog weieens als je die famïxn.0 het wildrooster ziet overgaan. Pa strijdvaardig voorop, alsof hij een hele bende Batavieren te lijf moet. Af en toe beschermend omkijkend naar zijn gezin". We zitten samen met de natuurgids Henk van de Brink, die vertelt in de schaduw van de bomen bij de Carolinahoe- ve in De Steeg. Voor ons op tafel de res tanten van twee enorme Gelderse panne koeken, traditioneel slot van een tocht naar de wilde zwijnen in de Onzalige bos sen. Alleen die naam al doet de stedeling die hier pas op de Veluwe is, of er met vakantie toeft, een beetje huiveren. Daar bij gevoegd het idee dat er in die bossen heuse wilde dieren rondlopen enhet avontuur lokt. ,,De mensen die voor het eerst zo'n zwijn zien, schrikken", zegt Van de Brink. ,,Ze zijn verbaasd dat de dieren niet achter een hek zitten, maar vrij rondlopen" Nico, het mannetjeszwijn, maakt ge schiedenis door zijn handigheid in het af pakken van damestasjes. Onrustige moe- derzwijnen met jonge biggen en op snoep beluste varkens zorgen voor de safariver- halen achteraf, met veel verve en weidse gebaren verteld. „Het valt allemaal wel mee", zegt Henk van de Brink nuchter. „Alleen moet je ze beslist niet voeren of snoepjes geven. Na tuurlijk, het is geen speelgoed, maar weer baar wild. Maar als iedereen zich aan de regels houdt, gebeurt er niets". r)e bewering, dat het wild soms banger is dan de toerist, staaft hij met het volgende voorbeeld. „Op een heuvel stond een familie bij een wild zwijn. Pa wilde een foto maken van het tafereel en daarvoor moesten de kinde ren en zijn vrouw naar hem kijken. Maar die hadden meer aandacht voor het zwijn. En hij begint te roepen „Kijk nou... Kijk nou...." Het zwijn schrok zich een ongeluk en liep hard weg. De kinderen kregen na tuurlijk de schuld". De meeste vreugde geeft de natuurgids echter de ontmoeting tussen zwijnen en ar geloze, onwetende stedelingen. Soms heel erg onwetend, zoals de dame, die vroeg of zwijnen bijten of prikken met hun stekels. ,Dij de voederplaats vertel ik altijd dat de zwijnen gevoerd worden met graan- produkten en kadavers van kippen", ver haalt de natuurgids. „Laatst toen ik dat aan het vertellen was, kwam er net en zwijn aan. Dus ik roep: „Daar komt er één". Toen vraagt de dame naast me „wat een kadaver?" „In augustus vorig hadden we hier en invasie van notekrakers, Siberische vogels. Onderweg zagen we er één in een boom zitten, dus we gaan allemaal staan kijken. Eén mijnheer zag het maar steeds niet, ook niet nadat we met zijn allen hadden staan wijzen. Eindelijk zei hij: „Ja, ik zie wel een vogel in die boom zitten, maar geen zwijn" Ja, zo gaat dat met hen die al en eind vervreemd zijn van de natuur. DE HONGAARSE grootmeester Lajos Portisch (32) heeft in het IBM-toemooi te Amsterdam de toon aangegeven. Over het algemeen is de Hongaar in ons land goed op dreef. Dat bleek o.a. in het laatste Hoog oventoernooi te Wijk aan Zee, toen hij met twee nederlagen begon maar daarna een tempo inzette dat de meesten te hoog lag. Hij drong ondanks de „voorgift" van twee punten tot de top door en hij zou zelfs de eerste prijs hebben gewonnen indien hij te gen het slot, in zijn partij tegen Botwinnik, niet een inzinking had gekregen. De donkerharige Portisch is uiterlijk een wat stugge figuur. Bij nadere kennismaking blijkt dat stugge slechts een soort masker te zijn waarachter zich een wat schuchtere, vriendelijke man verbergt. Hij. is bezeten van het schaakspel. In de meest letterlijke zin van het woord gaat hij met het schaak spel naar bed en staat hij ermee op. Mó-, menteel behoort hij, met Larsen en Fischer, tot het sterkste trio dat de westelijke schaak wereld op de been kan brengen. Hieronder een interessante partij van de Hongaarse maestro. Wit: Prof. J. T. Barendregt. Zwart: L. Portisch. (Amsterdam 1969). Siciliaanse ver dediging. 1. ê2—e4, c7—c5 2. Pgl-13, ®7-e6 3. b2-b4 (De Amsterdamse professor in de psycho logie gaat ervan uit, dat de eerste klap een daalder waard is. Vrees voor grote namen kent hij niet, maar de groten vrezen hem wél want hij is een grootmeester-killer. Onder de scalpen die hij tot dusver verzamelde is die van Botwinnik). 3.c5 x b4 4. d2—d4, Pg8-f6 5. Lfl-d3, d7—d5 6. e4—e5, Pf6-d7 7. Pf3-g5!?, Lf8—e7 8. Ddl—g4, h7-h5 9. Dg4-g3, Pd7-f8 (Er dreigde 10. PXe6!, fxetf'll. Lg6f,Kf8 12. D13t-) 10. Pg5-h3, g7-g6 11. Lel—e3. b7—bó! (Om de gevaarlijke witte aanvalsloper met La6 te ruilen). 12. Pbl—d2, Lc8-a6 13. Pd2-f3, ri8-h7, 14. Pf3-g5, Ph7xg5 (Anders moet zwart met 15. P x f7 rekening houden). 15. Ph3xg5, La6xd3 16. c2xd3, Pb8—c6, 17. h2—h4, Dd8-d7 18. Tal-cl, Ta8-c8, 19. 0-0, Pc6-d8 (Zwart voelt niet voor de rochade omdat wit daarna Df3 be nevens g4 kan spelen). 20. Dg3—f3, Tc8 x cl 21. Tflxcl; *7-a5 22. Tel—c2, Dd7-b7 23. Df3-dl (Om de vijandelijke- stelling via de open c-lijn bin nen te'dringen.) 23Pd8—c6 24. Ddl-cl, Le7Xa5! 25. Le3Xg5 (Op 25. TXc6 volgt-25. LXe3! met de finesse dat 26. Tc8t op 26Kd7! faalt, terwijl 26. fXe3,0-0 27. Tc7, Da6 28. •Dc2, a4 eveneens vrijwel kansloos is). PORTISCH BARENDREGT De opgave van de week: mag zwart op d4 slaan? De oplossing komt in de volgende ru- "briek. OPLOSSING De stand was: wit (Barendreet): KrL Db2, Le3, pionnen e5, f4, f3, h2; zwart (Damjariovic): Kg8, Db5, Ld3 en f8, pion nen b3, c4, e6, g6, h7. Er volgde: 35. c4-c3! 36. Db2xc3, b^—b2 37. Dc3—c8, Db5—b3! en wit gaf het 1SJ a de zware nederlagen in 1967 en 1968 te gen het nationale Sowiet-taam zal niemand dit jaar gedacht hebben, aat dc Nederlandse dam- formatie in haar uitwedstrijd een gunstig resul taat zou boeken. Maar zie, ditmaal was de geest vaardig over de nationale ploeg: een uit stekende lichamelijke conditie, een formidabe le mentaliteit en een door de technische lei ding uitgebalanceerde tactiek wrochtte het wonder. De wereldkampioenen zweefden de •gehele wedstrijd door op de rand van de af grond en -slechts aan enkele "schoonheidsfou- ten" van de Nederlanders dankten zij de over winning met het kleinst mogelijke verschil na 30 partijen: twee matchpunten! Wel een dui delijk bewijs, dat de dit jaar ingestelde centrale training en de formatie van een «electie vruchtbaar hebben gewerkt! Uit de eerste ontmoeting hieronder de fraaie, prestatie van Evert Bronstring tegen de combi natiespecialist Agafonov. Wit: Agafonov; Zwart: E. Bronstring; 19 juli 1969; Riga. 1. 31-27 17-21; 2. 34-30 20-25; 3. 39-34 14—20; Reeds na enkele zetten zijn de gebaan de paden verlaten. Een. kolfje naar de hand van onzé Leidse student! 4. 44-39 J014; 5. 37-31 5-10; 6. 50 44 19-23; 7/41-37 13—19; Na (14-19) bestaat er veel meer kans, dat wit ten slotte druk tegen zwarts linker vleugel krijgt. 8. 31-26 9-13; 9. 26x17 11x31; 10. 36x27 4-9; 11. 46-41 6-11; 12. 41-36 11-17; 13. 33-29 20—24! Zwart mag in deze situatie na tuurlijk niet de "Roozenburg-Opstelling" toe laten door 30—24 enz. 14. 29x20 15x24; 15. 38-33 Een klein grapte Zwart kan geen schijf winnen door (16-21) 27x16 (23-29) 34x23 (18x27) 37-31 (25x34) 31x11! (1-6). 40x20 (14x25 gedw.) en de stel lingen zijn gelijk! 15. 14-20; 16. 43-38 10-15; 17. 49-43 9-14; 18. 36-31 3-9; Wil de stnjd om de kor- te-vleugelopshiitine tot het bittere eind uit vechten.' 19. 31-26 7-11; 20. 47-41 2-7; 21. 41-36 17-22! Zwart krijgt nu duidelijk overwicht 22.' 37—31 11—17; (zie diagram) Wits positie is nu uitermate delicaat. Na rijp beraad besloot'hij tot 23.27—21 Als opgave voor de lezers deze week: Waar om was deze voortzetting absoluut gedwongen voor wit? 23'16x27; 24. 32x21 7-11; 25. 21-16 I-6; Yeel sterker dan het ogenschijnlijk krach- •tiger 1—7, daar 'b.v. "na 31-27 (22x31) 26x37 zwart gedwongen'wórdt tot voortijdige acties over hét centrum, waardoor de witte opsluiting aan de korte vleugel actieve invloed krijgt. 26. 16x7 12x1; 27. 38-32 6-11; 28/31-27 22x31; 29. 36x27 8-12; 30. 33-29 24x33; 31. 38x29 20-24; Niet (23-29) 34x23 (25x34). 40x29 (19-24) wegens 27-21! (24x22) 21-16 enz. schijfwinst. 32. 44-39 14-20; 33. 42-38 9-14; 34. 39-33 23—29! De inleiding tot een fraaie spel- gang, die zwart beslissend voordeel oplevert. 35. 34x23 18x29; 36. 40-34 29x40; 37. 45x34 II-16; 38. 48-42 24-29! 39. 34x23 25x34; dreigt (16-21) en (17-22). wit moet nu de (te) dure doorbraak nemen: OPLOSSING De stand was: Wit (Sybraiids): 25,27, 28,32,33, 34, 37. 38, 39,42,43, 44,45 (13 st.) Zwart (Bronstring): 6,7, 8, 10,12, 13, 14, 15, 16.18. 19,23,26 (13 st.) 40. 26-21 17x26; 41. 22-18 13x33; 42. 32-27 31x22; 43. 28x8. Doordat wit nu voortdurend geen dam kan nemen is deze doorbraak verlie zend. 43. 26-31! 44. 42-37 32x41; 45. 38x47 19-24! 46. 43-38 20-25! 47. 47-42 24-30! 48. 35x24 34-40; 49. 33-28 40-44; 50. 38-33 44-49; 41. 28-23 komt te laat; 51. 49-21!. en wit gaf op. etgt 1 p (19-24) 28x30 (35x33) 39x28 en behalve, da» ook hier het stuk door wit is teruggewonnen, verkeert zwarts lange vleugel in een hopeloz® positie. Ook na (6-11) in de cijferstand volgt: 33-29 (11-17) en nu: 27-221 (18x27) 29x29 (15x24) 32x21 (16x27) 28-33! (17-22 gedw.) 28x17 (12x21) 34-29! (10-15) 29x20 (15x24) 39-34 (19-23) 44-39! met winst. Schitteren/ berekend door de witspeler. ugenio Chiaradia, de geestelijke vader der Italiaanse biedsystemen, heeft mij eens gezegd, dat volgens hem werkelijk problematische spel- svendingen aan de speeltafel zelden of nooit door de spelers gevonden worden. .Er is, vol- gens deze gedachtengang, een "plafond" tot waaraan een goede speler bij het af- en tegen spel kan reiken en daarboven liggen de pro- bleemspellen waarvan men de oplossing wel achteraf, maar niet met dichte kaarten kan vin den. Zouden zeer sterke herenspelers de oplossing gevonden hebben van het moeilijke spel dat voorkwam in de match Engeland—Denemar ken (dames)? 4 A 4 3 107 7 6 O B 9 6 4. 109 8 742 OW boden vier schoppen en noord startte met schoppenaas. Kan het spel nog down? Inder daad - maar daartoe moet noord in slag 2 een kleine ruiten naspelen en dat is iets wat in de praktijk haast ondenkbaar is. Wordt de kleine ruiten niet genomen, dan maakt zuid ruiten- boer en speelt klaver na west gaat nu vier slagen verliezen. Wórdt dc kleine ruiten wel met ruitenaas op tafel (oost) genomen, dan vólgt ten hei contract-down te spelen. Dit had west twee malen harten, noord wint de tweede har- moeten bedenken in onderstaand spel dat ik ten, speelt een kleine ruiten naar zuids ruiten- „is tegenspelprobleem voorleg: boer en zuid vervolgt met ruiten, die oost met schoppenboer moet introeven. Schoppenheer wordt gemaakt, op hartenvrouw kan klaver vrouw weg, maar west houdt een ruitenverliezer over. Indien "normaal" noord in slag 2 ruitenheer speelt/wordt het contract wel gewonneh, d.w.z. - met open kaarten. Ruitenheer is. voor het. aas, twee hartenronden volgen, de tweede wint noord, dan een kleine ruiten naar zuids ruiten- boer. Klaver spelen door zuid is zinloos daar west het aas zou .pakken, twee troefronden speelt en de rest der hartens maakt. Dus moet zuid wel. ruiten negen spelen, gedekt met de tien, vrouw en afgetroefd. Schoppenheer wordt nu gemaakt, op hartenvrouw gaat klavervrouw weg, klaver naar de hand, laatste troefje halen en ruiten acht is hoog! In de praktijk ging vier schoppen (ondanks rui-' tenheer na) een down, daar west op klaverheer probeerde te snijden een normale speelwijze," j - - -.-11:verliezende relse da- ïkten drie harten en maakten tien slagen daar zuid niet met klaver startte. Het voordeel van het spelen in een viertallen- wedstrijd of in robberbridge is, dat men bij het tegenspel niet bezorgd hoeft te zijn om het eventueel weggeven van overslagen het eniee 'principe dat'men daar volgen móet is, te trach- 'Zuid gever, allen kwetsbaar. Zuid tel Sansatout (.15-17 punten) OW passen - noord dri® Sansatout. West start normaal met harten tien, in noord d® twee bij oost harten drie en zuid wint met har tenheer. In slag 2 volgt klaver tien door zuii. die de slag wint en in slag >apeelt zuid klaver- ;heer, voor west klaveraas - oost heeft beid® klaveren bekend. Hoe speelt u nu als west verder? Oplossing vol gende week. HORIZONTAAL: I. Een beetje tegenstand is weer ee.. iets anders (8) 4. Zo laat men nooit iets per ongeluk val len (6) 8. Hiervoor moet men met z'n beidjes zijn (8) 9. Rund te water (6) 10. Een extraslag kan op bed liggen (8) II. Zoiets is maar een beetje (6) 13. Zwam op zijn zondags 10) 17. Zij mogen nooit stampen 10) 21. Men kan best op een verward raster zit ten (6) 22. Dit is wel heel zeker (8) 23. Gevoel van onbehaaglijkheid kan tot een rel uitgroeien (6) 25. Zo eea vindt zichzelf zeer geslaagd (8) 26. Windje niet op! (6) 27. Wel leuk, maar niet dikwijls (4) 28. Kapitaal vat (3) VERTICAAL: 1De juskom verspreidt weinig licht (6) 2. Echt een glas om eer mee in te leggen (6) 3. Klaaglijk muziekinstrument 10) 5. Een beetje vocht stemt bedrukt (8) 6. Als zij erin komt wordt het duidelijker (8) 7. Dit pad voert omlaag (8) 12. Men richt hen vaak aan dovemansoor (10) 14. Het voorland van de koe (8) 15. Deze worden altijd aan de buitenkant gedragen (8) 16. Zij stond op de uitkijk (4) 18. Wel jammer, maar we zitten nooit hele maal zonder(6) 19. Bij zoiets blijft het niet rustig (6) 20. Besturende lijsten (6) 24. Voor sommigen de inleiding tot het gips OPLOSSING HORIZONTAAL: 1. Lombok; 6. krekel; 11. Arkel; 13. baars; 14. mol; 16. eminent; 17. gas; 19. mr.; 20. brem; 21. kost; 23. as; 24. Eire; 26. laken; 28. rare; 30. Loire; 32. nor; 33. Timor; 34. negen; 36. roman; 37. ratelen; 38. kwast; 40. Eelde; 43. kwijlt; 44. sik; 46. niets; 48. wake; 49. spelt; 51. slap; 52. Aa; 53. mate; 55. Oise; 57. gij; 58. als; 60. Niedorp; 61. Pet; 62. lonen; 64. saaie; 66. etalon; 67. snaren. VERTICAAL: 1. lummel; 2. mal; 3. br.; 4. oker; 5. kemel; 6. kanon; 7. rats; 8. er; 9. K.S.G.; 10. Losser; 12. liman; 13. beker; 15. Orion; 18. Aaron; 20. berg; 22. trim; 25. Rietwijk; 27. komedie; 29. amandel; 31. eerst; 33. tonen; 35. nat; 36, ree; 38. kwaal; 39. Alem; 41. Lise; 42. etage; 43. kwaaie; 44. speen; 45. Kloos; 47. spijten; 49. Stien; 50l tiras; 54. anno; 56. span; 59. sla; 61. per, 63. ol.; 65. ia.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 17