derde Lekkere aardbeien in Paterswolde... KAMPEERDERS TREFFEN HET GOED OPGEPAST: SUIKER Dortmund wilde zo graag ook metropool zijn Bankwereld begeeft zich ook op de reismarkt Den Haag moet toeristisch beter verkocht worden In beweging Negen tophotels in de zorgen Voordelen voor de klant Reisbureaus moeten zich niet gaan opstellen als kleine kruideniers tegenover supermarkten99 Verrassingen Napluizen DUIDELIJK PANKLAAR ONGEPAST MOOIE CAMPING DE STAD IN PAMFLETJE Bouwschandaal kost stad miljoenen Twee van de drie wereld bewoners zijn ondervoed; de derde weet zich met zijn vet geen raad griezelige gedachte: van elke drie mensen op de wereld zijn er twee ondervoed en de derde weet zich geen raad met z'n vet. Wij hier in Neder land zijn die „derde"Bij ons zijn de voedseldeskun digen bezig ons zover te krijgen, dat we een paar honderd calorieën per dag minder naar binnen wer ken. Meer fietsen en wandelen, zeggen ze, niet meer dan drie eieren per week, minder vet eten en meer vis. Ons probleem hier is: de dikke buik. Dit gesprek kunt u honderden keren per dag in Nederland horen. „Kopje koffie „Graag". „Suiker en melk „Een wolkje melk, geen suiker graag". „De iyn en met 'n wat verontschuldigend lachje „Och ja, je moet ergens beginnen". Veel volwassen Nederlanders drinken per dag acht koppen thee en koffie. Dat betekent acht keer vijf gram suikeroftewel 160 calorieën. De voedsel deskundigen zeggen „Het calorisch niveau van ons voedingspakket moet dalen van 2950 calorieën naar 2400. Dat is te bereiken door minder vetten en suiker te eten. Laat je andere dingen staan, dan loop je de kans een tekort aan mineralen of vitaminen te krij gen". Zonder suiker in de thee en koffie zou dus al een aardig stuk van die daling bereikt zijn. Het is gek gegaan met die suiker van ons. De Romei nen kenden geen suiker; die maakten hun spullen zoet met honing. Pas na de kruistochten is de suiker hier binnengekomen, bleef een hele tijd net zo duur als de specerijen en werd in de achttiende eeuw een algemeen gebruiksartikel. Wie 40 jaar of ouder is, weet nog wel, dat een van de eerste dingen, die in 1939 „op de bon" gingen, de sui ker was. We kregen toen één kilo per persoon per maand. En kijk, er volgde geen zwarte handel in suiker. Dat was pas veel later. Want de vraag was niet veel gro ter dan twaalf kilo per persoon per jaar. De heer J. C. P. van Oosterom negeert het suikerklontje, maar neemt een zoetje. Die twaalf kilo is op dit moment zesentwintig kilo geworden. Zesentwin tig kilo dus, die rechtstreeks in het huis houden gebruikt worden. Maar we krijgen per jaar nog meer suiker binnen, via frisdranken, taartjes, koekjes en snoep. En als we op die ma nier gaan rekenen, dat hapten wij in 1939 elk jaar dertig kilo suiker per per soon per jaar op en nu twee-en-veertig kilo. „Het innemen van calorieën is dus flink hoger geworden", zegt me in Schiedam de heer J. C. P. van Ooster- om, directeur van een fabriek d)ie zoet jes maakt. „Daarbij komt, dat we van de fiets in de auto stapten en dat voor veel handwerk een machine kwam, zo dat dus de behoefte aan calorieën bij zeer veel mensen minder groot is ge worden". Maar er is doodgewoon een grotere vraag naar zoet. „Dan kun je", vindt de heer Van Oosterom, „twee dingen doen: je kunt de Nederlander afleren zo zoet te eten en te drinken of je biedt hem een zoetstof aan". Nu is het de laatste tijd niet zo erg best gegaan in Nederland tussen de mensen die suiker produceren en dege nen die zoetstof maken. Ik zal me daar in niet mengen, maar ik heb al zo dik wijls met iemand „in de suiker" gespro ken, dat ik nu wel graag eens wilde praten met een zoetstoffenfabrikant. In een rapport van dr. J. F. de Wijn, in mei van dit jaar uitgebracht aan de Voedingsraad, lees ik, dat hij suiker „lege calorieën" toeschrijft. Elk gram suiker bevat vier calorieën. Suiker en vet zijn de hoofdbronnen voor energie. Maar als men die energie niet verbruikt, dan zetten ze beide binnen het lichaam vet af. Of je er dus dikker van wordt ligt aan de beweging die men heeft en het werk dat men doet. Dr. De Wijn stelt, dat het in het al gemeen goed zou zijn voor jong en oud (om niet te dik te worden, om tandbe derf en ook om aandoeningen van het hart-vaat-stelsel te voorkomen), wan neer we minder calorieën binnen kre gen, wanneer we minder vet en suiker aten en wanneer we margarine, boter, room en dierlijke vetten wat zouden vervangen door voedingsmiddelen met onverzadigde vetzuren. „Het etffect van genoemde maatrege len zal des te beter kunnen zijn naar mate dagelijks een grote lichamelijke activiteit wordt ontwikkeld, tenminste een uur per dag buitenshuis lopen, wan delen, fietsen of andere niet gemotori seerde verplaatsingen, naast meer in cidentele sportieve activiteiten of licha melijke inspanning vragende werk zaamheden gedurende tenminste drie keer een half uur per week", aldus dr. De Wijn. Acht- tot negenhonderdduizend men sen in Nederland gebruiken zoetstof en daarbij zijn gerekend de honderdvijftig duizend die het op medisch voorschrift doen. Die meer dan een half miljoen wor den door de fabrikanten van zoetstof graag „de gewichtsbewusten" genoemd. Feit is, dat we in Nederland te dik worden. Gewoon te veel vet aan onze lijven is ons probleem. Heren met buikjes hollen op zaterda gen door bossen, andere buikachtigen klimmen op fietsen, gaan roeien of voet ballen. De vrouwen blijven niet achter. DENHAAG Het gemeentebestuur van Den Haag doet veel te weinig om de ■tad in het centrum van de toeristische belangstelling te plaatsen. Den Haag en Scheveningen moeten beter worden „verkocht". Een casino om de kansspelen te beoefenen is dringend noodzakelijk. De gemiddelde bezetting van de bedden in de duurdere Haagse hotels is in de afgelopen drie jaar teruggelopen tot nauwelijks 50 procent en de kamerbezet ting tot ruim 60 procent. Dat zijn de voornaamste klachten van negen tophotels in Den Haag, waar voor het zomerseizoen niet best is. Zij willen samen tot een pakket van aan trekkelijkheden komen, omdat anders in de toekomst toeristen Den Haag links zullen laten liggen. De Haagse hoteliers zijn ervan over tuigd, dat de stad ruimschoots voldoen de te bieden heeft, maar dat gemeente, VW en andere belanghebbenden moe ten samenwerken om deze aantrekke lijkheden bekendheid te geven. Mét de Haagse hoteliers is ook de directeur van de Haagse VW, mr. T. Landheer, van mening dat aan de ver koop van Den Haag nog veel valt te verbeteren. „Zolang echter het budget van de WV minimaal blijft - volgend jaar acht ton - zal dat niet lukken. Een vergelijkbare stad als Keulen had twee jaar geleden al een budget van ongeveer twee miljoen gulden. Dat is een bedrag waarmee iets te doen v^lt". Klachten over de medewerking van de gem. Den Haag vindt mr. Land heer niet helemaal redelijk: „Van het totale WV-budget in Den Haag komt voor 1970 bijna zestig procent van de gemeente". Zoals alle Nederlandse gemeenten zit ook Den Haag krap in het geld. Datzelfde geldt overigens ook voor het nationaal bureau voor toeris me, de instantie bij uitstek voor het maken van propaganda voor Den Haag". Ook zij klimmen op fietsen, doen gym nastiek of geven zich met hartstocht aan een sport. Zeker vijftig procent doet dat niet omdat het zo goed is voor de body, maar gewoon om weer in maat 42, 38, 36 (of vult u maar een heel ander getal in!) te passen. „Suiker in boterkoek, om eens iets te noemen, moet je natuurlijk nooit gaan vervangen", zegt de heer Van Ooster om. „Want wil je dezelfde boterkoek hebben dan heb je weer meer meel of vet nodig en dan schiet je nog niks op." Hij vindt: „Eigenlijk kun je suiker alleen besparen waar suiker een ver zoetende rol speelt: in thee en koffie. Wy zijn ook geen voorstanders van ver vanging van suiker door zoetstof in de frisdranken." Anno 1959 meldde zich in Dortmund een ondernemend zakenman uit Neu renberg, Karl-heinz Huh, directeur van de Industrie und Wohnungsbau BMBH (IWO). Huth bood aan om van Dortmund zou hoeven onderdoen voor Düssel- dorf, de hoofdstad van de deelstaat Noordrijnland-Westf alen. De IWO was bereid om de stad te voorzien van grote bestuursgebouwen, ziekenhuizen e.d. Plannen voor in to taal zo'n vierhonderd miljoen met pietepeuterige objectes van minder dan een miljoen kon deze onderneming zich uiteraard niet bezighouden. Hoewel de kredietwaardigheid van de IWO op zijn zachtst gezegd twijfel achtig was, dreven Kliemt en Exius, met hylp van een sociaals-demo cratische raadsmeerderheid, toch door dat allereerst een wolkenkrabber van dertig verdiepingen zou worden neer gezet tegenover het Centraal Station. Het ontwerp voor dit miljoenenobject werd toegeschoven aan partijvriend Wenk, de architect Weldra kwam de raad voor onaan gename verrassingen te staan. De grond voor het project kostte 7Vi mil joen mark. Aan de bouw bleek de ge meente vast te zitten voor achttien miljoen. Bovendien had de stad voor twee miljoen alvast parkeerplaatsen voor ambtenaren gekocht. De bouwmaatschappij IWO kwam steeds dieper in de schulden te zitten. Toen de wolkenkrabber twintig ver diepingen hoog was, zag men er wij selijk van af de tien resterende ver diepingen er nog bovenop te zetten. Door nog andere complicaties werd het gebouw het duurste van heel Dortmund, maar ondertussen had de stedelijke administratie er bureau- ruimte gehuurd op een contract dat loopt tot 1976... Toen deze affaire begon uit te lek ken, kreeg uitgerekend de zoon van Exius, als juridisch adviseur van de stad, opdracht de zaak te ontrafelen. Uiteindelijk bracht een onderzoek van een financiële controle-commissie uit de raad de omvang van het schandaal aan het licht Met de verkiezingen in aantocht, haast de sociaal-democratische partij zich nu om alle verantwoordelijkheden af te lossen en met nieuwe functiona rissen schoon schip te maken in de ge meente-administratie. De betrokken ambtenaren lopen nu kans op discipli naire straffen en eisen tot schadever goeding. Ook de officier van justitie is in deze affaire gedoken. maar ook de concurrentie en dat is al leen maar gezond. 95 Mr. S. R. Steensma (42) secretaris van de Nederlandse Bankiersvereni ging, begrij.pt dan ook niet waarom er in de reiswereld zoveel ophef over de ze „normale gang van zaken" wordt gemaakt. „De consument", zegt hij, „heeft er alleen maar voordeel van en eigenlijk geldt dat ook voor de goede reisbureaus. Die zullen gesworigen wor den om nog rationeler te gaan werken dan nu al het geval is". De voordelen voor de consument zijn naar zijn gevoel zonder meer duide lijk: Vooral op het platteland is grote be hoefte aan meer verkooppunten. Een bankinstelling met een groot aantal vestigingen kan bij aankoop van vakantiereizen (die de bank dus niet zelf organiseert) grotere kortingen be dingen en meer eisen aan de kwaliteit stellen dan kleinere reisbureaus. Voor de afwikkeling van de klach ten is het hoofdkantoor van een grote bank beter uitgerust dan de talloze klei ne reisbureaus, die nu vaak zelfstandig opereren. Een bank zal vaak met lagere be drijfskosten weiken dan een reisbureau. De reclame die voor vakantiereizen wordt gemaakt „loopt mee" met de ve la andere brochures. Evenals elk ander bureau koopt ook een bank panklare redzen van zoge naamde touroperators zoals Fit, Cen- touri, Hotelplan e.a. De betaling ervan levert nu onder geen omstandigheid moeilijkheden op, wat de touroperator rentewinst kan opleveren en wat goed kopere prijzen als gevolg kan hebben. Een bank heeft vaak een grotere binding met zijn klanten dan een reis bureau en zal zich tot het uiterste in spannen om kwaliteit en service te verlenen. Het gist in de reisbureauwereld. „Branohe-vreemde bedrijven" als Vroom en Dreesmann (dat indertijd Centouri opkocht) en de Nederland se Spoorwegen, die een eigen reisbu reau (Trans) oprichtten, zaaiden on rust en nu zijn ook de banken op het toneel verschenen. Eerst kwamen de boerenleenbanken, daarna volgde onder meer de Algemene Bank Ne derland, die een verbond sloot met de A.N.W.B. Over deze ontwikkeling hebben wij gezaghebbende mannen ais de heer F. Bennlngen, voorzitter van de Algemene Nederlandse Ver eniging van Reisbureus al eens aan het woord gelaten. De keerzijde van de medaille wordt hiernaast toege licht door mr. S. R. Steensma, secre taris van de Nederlandse Bankiers vereniging. „Over die service en ook over de vakkennis hoor ja nu van da kant van de reisbureaus nog vaak schampere op merkingen", aldus de heer Steensma, „maar waarop is dat gebaseerd? Om te beginnen weet ik niet of er in de reisbureaus alleen geschoolde krachten werken en verder: wat doet het perso neel van een bank? Dat is getraind op het verlenen van service, op een uiterst correcte en hoffelijke omgang met de klarnt. Welnu, daar gaat het In de eer- MR. S. R. STEENSMA ste plaats om als je zoals de ban ken van plan zijn geheel panklare en in brochures omschreven reizen ver koopt. Hij kan zich in <Mt verband vooretei len dat de verkoop van „individuele reizen", waarbij rekening moet worden gehouden met allerlei persoonlijke wen sen en eisen van de consument, wèl blijft voorbehouden aan de reisbu reaus", „zoals je naast supermarkten ook ruimte houdt voor apeoiaalzakwo, als déUjcatessenwinkete*'. Het ach en oh geroep over vervreemding, dat nu van de reisbu reaus wordt gehoord, vindt hij weinig overtuigend en absoluut niet passen in deze moderne tijd. „Geen bank", zegt hij, heeft gereageerd toen een groot aantal reisbureaus ging optreden ste wisselkantoor. En toch is ook dat een duidelijk voorbeeld van branchever vreeanding". „De reisbureaus moeten zich néet opstellen als een kleine kruidenier*, meent hij, „die zich in zijn bestaan ziet bedreigd door de supermarkten. Zij moeten zich aanpassen en dat daarbij kleinere reisbureaus kunnen sneuvelen is mu eenmaal niet anders. Overigens: waarom zou de directeur van zo'n reisbureautje niet de toekom stige ahef van een bankfiliaal zijn,?" GRONINGEN „Waar mijn va kantie naar smaakt?" herhaalde de man, een middelbare middenstander uit het midden des lands. Hij schoof zijn uitgevouwen ligstoel wat meer in de zon en liet zijn blik dwalen over het hoekje van de camping in Groningen, waar hij zijn felrode linnen bungalow voor een weekendje had opgetrokken. „Naar meer"zei hij toen. „En naar aardbeien, want die hebben ze hier wel, van die hele grote Paterswoldse." Zijn vrouw was even naar de kamp winkel, de zon scheen fel, alle reden om een biertje pp te scharrelen. De flesjes stonden opgeslagen in de ruim te tussen binnen- en buitentent, in een emmer water. „Dat moet je wel in de gaten hou den", zei hij, ^erwijl het bier overvloe dig schuimde in plastic bekertjes. „Om de haverklap moet je de zaak op pen ander plekje onder het tentdak zetten, want als de zon er op schijnt, is het in een mum van tijd simoorheet onder dat doek. Dan moet je weer een nieuw stukje schaduw zoeken." „Deze hier trouwens is wel een hele mooie camping, zeg. Wij kamperen al jaren, vroeger met de kinderen - maar die trekken er nou liever zelf op uit - maar zo'n prachtig kampeerterrein als dit hier, hebben we nog haast nergens meegemaakt. Je hebt wel het gevoel, dat je ergens in Zweden of Noorwegen staat met je tent Het is hier allemaal öre-öre-smörrebrord wat de klok slaat. Kijk maar naar de nummerplaten van al die auto's. En allemaal Volvo en Saab. Ze verkopen zeker niks anders in die landen. En Duitsers met Mercedessen, die zie je ook veel. 's Mans eigen Fiatje stand vlak naast de tent, de neus vol blikken, kartons en plastic zakken met leeftocht in de schaduw. „Nemen we altijd zoveel mogelijk van huis mee", verklaarde hij. „Dit jaar zijn we naar Denemarken geweest, de Groene Kust weg op en neer en als je dan je eigen eten meeneemt, weet je tenminste wat je op je bord krijgt. Bovendien wordt de neus van het autootje er lekker zwaar van goed voor de windgevoeligheid." Zijn aandacht raakte afgeleid toen twee Noordse schoonheden voorbij wiegden. Blond en groot en bruin, kortom zo Scandinavisch van uiterlijk, dat de man er hardop de haast even vanzelfspreken de karaktereigenschappen bijnoem- de. De ontwikkelingen van de laatste tien jaar op dat gebied in eigen land waren waarschijnlijk aan hem voorbij gegaan. Zijn eigen vrouw keerde op dat moment terug, beladen met brood en cola, met sla, sigaretten en aard beien. „Zie Je wel, aardbeien", zei de man, terwijl hij ook voor zijn gade een ligstoel ontplooide. Zij kreeg cola en zei: „Nou, die vind je toch lekker. Bo vendien vleeswaren kun je in zo'n tent nog geen uur goed houden en zoetig heid geeft zo'n kleefboel." De ligstoel was geheel gevuld met de gebloemde jurk waarin ze vakantie vierde. „Voor mij mag het best wat koeler worden", zei ze. „Met dit weer doe je helemaal niks. Eten, drinken en lig gen. We willen Groningen nog in, de Zo'n prachtig kampeerter rein hebben we nog haast ner gens meegemaakt Marthinitoor'n moet je toch gezien heb ben, maar overdag is het te warm en 's avonds komt het er ook niet van, want als je dan weggaat wil je ook uit, maar de camping gaat om elf uur dicht en dan ben je verplicht de hele nacht uit te gaan. Maar het is hier best uit te houden. Mooie camping, o, zei mijn man dat ook al? Al die lantaren palen tussen de bomen, dat is wel fijn, anders is het zo griezelig als het don ker wordt. Een overal vuilnisbakken Wj de hand en schone toiletten en was ruimte en ga maar door." „Ja", vulde haar man aan, „en geas falteerde paadjes, en de auto vlak bij de teint, en gras om op te- staan en overal bomen en struiken. Dat geeft je het gevoel toch een eigen, stukkie te hebben, hoewel je hier met zijn honder den staat. En mooi weer. „Regen is een ramp. Dan lees je een krant of een boek of je gaat maar wat Liggen slapen, warnt je wordt wel suf van dat gerikketik op het tentdoek. Al les wordt vochtig, en klam'en je krijgt mooi de smoor in. Daarom g»°n w« meestal naar het zuiden, maar alt jaar dachten we kom we wagen de gdk en we gaan eens naar het Noorden. Nou, het is niet tegengevallen, we hebben niks geen ergernis gehad." „Dat had die Duitser wel, die hier aan de andere kant van dat bosje staat Die kreeg zaterdag aan de grens bij Nieuwe Schans een papier in zijn han den gedrukt, dat kwam hij me hier la ten lezen. „Hartelijk welkom, veel mooi weer en een prettige vakantie in on* land", dtond er op, in het Duits dan." „Nou dat is toch prachtig", zei ik te gen hem". „Verder lezen", zei hij. „Weet je wat er stond?" Maar vergeet u niet, dat velen van ons, dat zijn wij dus, als ze u horen spreken aan uw landgenoten herinnerd worden, die 10 mei 1940 onze grenzen overkwamen." „En verder: Wij zijn er helaas niet van overtuigd dat het gevaar van een nieuw Duits militarisme slechts een spookbeeld is. Wij zijn ongerust omdat de Bondsrepubliek weigert het ver drag over de verspreiding van kernwa pens te ondertekenen of zoiets. Communistische propaganda, ze1 die Duitser, en wat ik daar nou van vond Daar hebben we toen een hele avond over zitten bomen, want ik kan me aardig redden met Duits. Dat is het leuke van kamperen, je komt altijd wel mensen tegen, waar je mee aan de praat raakt Toen mijn blervoorraad op was zijn we aan zijn Schnaps begonnen want ik heb het ook ndet zo op met communisten." BONN Na Bremen heeft nu ook Dortmund zijn bouwschandaal en ook hier zijn prominente sociaal-democra ten bij betrokken de directeur van de gemeente-administratie dr.*W. Kliemt, de chef van de afdeling onroerend goed Karl Exius en de architect Heinrich Wenk, lid van de gemeenteraad. J^innenkort zullen nog veel meer ban ken in ons land vakantiereizen gaan verkopen. Niet alleen de Centrale Boerenleenbank en de Algemene Bank Nederland bereiden zich er op voor.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 7