Amateur ving met veertien jaar oud toestel al 121 tv-zenders op Man in rolstoel won twee medailles bij tafeltennis Zei mijn vriend: „ik wil toch 's weten waarom die Drum jou zo bevalt. Ik neem er een goed?" Mooi dat het niet bij die ene bleef. Nou zitten d'r veertig in... dus ik dacht: je gaat je gang maar. Goeie kans dat-ie morgen zelf een pakje Drum bij zich heeft. héle beste halve zware. Bij studenten bestaat geen apart voedingsprobleem HANDICAP WERD STIMULANS VETZUCHT-DIAGNOSE MAANDAG li AUGUSTUS 1969 jyi A AST RICHT Eigenlijk viel het bezoek aan de heer H. V asterman (45) -L" in Am by op een ongelukkig moment. „De luchtdruk is slechts 1013 mil- li baren", stelde hij onmiddellijk vast. En ook de vochtigheidsgraad van de at mosfeer bleek te laag naar de zin van de man, die met zijn veertien jaar oude televisietoestel 121 Europese zenders weet te ontvangen. Een prestatie waar zelfs de P.T.T. van opkijkt. Daarom ook beschikt de heer Vaster- man nog over zijn eigen antenne in een wijk, waar iedereen is aangeslo ten op het centrale antennesysteem. Ogenschijnlijk een nietig geval waar de centrale t.v.-mast hoog bovenuit to rent. De gevoeligheid van de antenne, die televisiebeelden uit de verste uit hoeken van Europa naar Amby trekt, schuilt echter niet in de lengte, maar In de uitzonderlijke eigenschappen van de horizontale en verticale metalen lad dertjes aan de top. „Het is een draaibare volband-an tenne, die ik zelf heb ontworpen omdat zij niet door de fabrieken wordt ge maakt. De ontvangstmogelijkheden zijn veel groter", zo verduidelijkt de heer Vasterman, terwijl hij druk in de weer is met krachtvelden en relais om de zware sneeuwval in een Frans testbeeld te beteugelen. „Kijk, toen ik als jongen nog in Bus- sum woonde, was radio- en t.v.-tech- niek mijn enige hobby. Een liefhebbe rij die later mijn beroep is geworden. Vijf jaar geleden ontving ik slechts ze ventien zenders op dit televisietoestel. Toen ging ik experimenteren. Letterlijk om te zien wat er uit te halen viel. „Ik bouwde een krachtige versterker onder mijn televisietoestel en van daar uit onder de vloer en door de muur en kele relais naar de zolder, waar ik nog enkele versterkers plaatste. Mijn t.v.-ontvanger is nu veertien jaar oud, maar uit een serie die nooit is overtroffen in gevoeligheid en de gelijkheid. Ik bedacht een schakeling waardoor ik ook zenders met andere beeldlijnsystemen kon ontvangen. Dat was nodig voor de ontvangst van Rus sische en Engelse stations. Op een dag kreeg ik het testbeeld van Moskou prachtig scherp in de huis kamer. Ik greep mijn camera en foto grafeerde het scherm. Zo ben ik be gonnen met het aanleggen van een ver zameling testbeelden. Ik heb nu in to taal 121 West- en Oosteuropese zen ders op mijn scherm gebracht. „Pas geleden heb ik het testbeeld van Kongsberg in Noorwegen gefotogra feerd, voorts het nieuwe testbeeld van Stockholm en dat is heel interes sant het testbeeld van de IJslandse televisie. Nu ga ik proberen Canade se uitzendingen op te vangen. Helaas weet ik weinig van de daar gebruikte systemen en van de tijden waarop de zenders in de lucht zijn. Verder ga ik op zoek naar de Afrikaanse televisie stations in Tunis en Marokko". De heer Vasterman zwijgt en staakt zijn pogingen om de sneeuwval op het Franse testbeeld tot bedaren te bren gen. Zijn vingers wervelen over knop pen en klikkende schakelaars. De naald die de sterkte van het zendsignaal aan geeft, schommeld heen en weer en daar verschijnt het beeld van de Lu xemburgse televisie. Niet haarscherp; maar ja de klimatologische omstandig heden dwarsbomen de heer Vasterman bij zijn demonstratie. Opeens wordt het beeld enkele seconden veel beter. „Dat was een vliegtuig", constateert de heer Vasterman droogjes. „Vlieg tuigen kaatsen de zendgolven terug naar de aarde. Ergens tussen Luxem burg en Amby moet zojuist een toe stel precies op de juiste hoogte zijn voor bijgevlogen. „Het gebeurt vaak dat ik merkwaar dige beelden ontvang. Dan bel ik de sterrenwacht in Utrecht om te vragen of er iets aan de hand is in de stra tosfeer. Als de luchtlagen in de stra tosfeer, die de zendsignalen terugkaat sen zeer gunstig zijn, gebeurt het dat ik t.v.-uitzendingen van drieduizend ki lometer ver ontvang. Door al mijn ex perimenten heb ik enige bekendheid ge kregen bij de fabrieken en weten schappelijke instanties. „Zo heeft het Nederlands Kunst maancentrum in Utrecht mij gevraagd of ik met mijn ontvangapparatuur uit zendingen via kunstmanen wilde ont vangen. Ik ben ook aangesloten bij de European Broadcasting Union waarvan ik talloze technische gegevens over de duizenden Europese t.v.-zenders ont vang. Er zijn nog meer radio- en t.v. amateurs in Nederland die heel wat testbeelden op hun scherm krijgen. Ik sta nog aan kop, al is er een bevriende amateur in Eindhoven die het tot 75 testbeelden heeft gebracht". Hoe staat het vier opgroeiende kin deren tellende gezin tegenover de blauw-wit oplichtende hoorn des over- vloeds? De heer Vasterman: „Héél se lectief. Wij kijken alleen naar het Ne derlandse nieuws en verder van tijd tot tijd naar zeer goede buitenlandse documentaires". H. VASTERMAN: Ik begon er met zeventien" UTRECHT Uit een onderzoek aan de Rijksuniversiteit te Utrecht is gebleken, dat er geen apart voedingsprobleem onder de studenten bestaat. Slechts 20 procent van de 300 aselect gekozen derdejaars mannelijke en vrouwelijke studenten is minder goed gevoed. Overigens bleek, dat meisjesstudenten zich slechter voeden dan mannelijke studenten. De vrouwelijke studenten koken vaak zelf, hetgeen kwalitatief en kwantitatief tot lagere resultaten leidt dan eten buitenshuis. Dit meent dr. J. A. Stoop, directeur van de Universitaire Gezondheidszorg in Utrecht, onder wiens auspiciën het onderzoek is uitgevoerd. De leiding berustte bij de Belgsche arts J. Heyerman, die tijdelijk aan de U.G.Z. verbonden is ge weest als studentenarts. De studenten die zich thuis voeden verkeren in een minder goede conditie dan zij die buitenshuis (mensa of in de stad) eten. Het is gebleken, dat zij zich minder goed kunnen concentreren en eerder vermoeid zijn, aldus dr. Stoop. Minder goed gevoede studenten hielden zich niet aan de „schijf van vijf" en kregen een tekort aan o.a. koolhydraten, eiwitten, vitaminen en mineralen. Uit dit onderzoek bij studenten heeft de heer Heyerman een methode voor de huisarts ontwikkeld om snel vetzucht te kunnen vaststellen bij de patiënt. Een ander resultaat van dit onderzoek bij studenten is geweest dat er een verband is aangetoond tussen voedingsvoorschriften en de gevolgen voor het lichaam, zoals eiwit-, mineraal- en vitaminegehalte (de bio-chemische waarde). De heer Heyerman heeft gevonden, dat dit bij studenten voor 80 procent klopt. Dit resultaat heeft wel een praktische waarde, maar is vanwege de hoge kosten niet toepasbaar voor een grote bevolkingsgroep, aldus dr. Stoop. Medewerking en financiering van dit onderzoek is verkregen van het Centraal Instituut voor Voedingsonderzoek T.N.O., het Nederlands Huisartseninstituut en het psychologisch laboratorium van de Utrechtse universiteit. De heer Heyerman hoopt over een jaar op dit onderwerp bij prof. dr. J. van Es te promoveren. Ik neem er een, goed? Hans Pimmelaar is net terug ait Engeland met twee zilveren medailles, ge wonnen bij enkel- en dubbelspel tafeltennis. Of dat in de krant moet Jazeker, want Hans Pimmelaar zit in een rolstoel en vanuit die plek veroverde hij de tweede plaats bij de Internationale Spelen voor Gehandicapten in het Engelse Stoke Mandeville. Hij zit tegenover me, achter een bu reau bij de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd, jawel in Rotterdam. Een tikkel tje gesloten. Hij is wel trots op die twee medailles, maar hij ziet niet he lemaal de noodzaak om daar nu be kendheid aan te geven. En langzaam hoor ik het verhaal van de jongen uit Ridderkerk, die in de tweede klas van de Ulo zat. Hans was vijftien en om het duidelijk te zeggen: Hij had balen van school. Hij had dat thuis al verscheidene keren laten merken en „mijn vader zag er ook niet zoveel meer in". Hans Pimmelaar ging varen, als dek jongen. Zijn eerste reis duurde vier da gen, naar Hamburg en terug, in mei 1960. Anderhalf jaar lang was hij elke dag dat ruime sop aan het kiezen. Hij kwam in Miami, hij ging meermalen naar Australië en hij raakte thuis op passagiers- en vrachtschepen. Toen gebeurde het, in het Australische Brisbane en Hans weet de datum uiter aard uit het hoofd: 3 december 1961. „Ik viel in een ruim van het schip, elf meter diep", vertelt de man, die het inmiddels tot leerling-matroos had gebracht. „Twee maanden heb ik in een Australisch ziekenhuis gelegen en toen voer ik met de „Waterman" terug naar Nederland". Zesentwintig maanden was hij in het revalidatiecentrum Doorn en op 15 no vember 1964 kwam hij eruit: in een rolstoel. „Die eerste veertin dagen, in eens tussen de mensen die niet in rol stoelen zaten, die waren het ergste", zegt Hans Pimmelaar. „Dan ontdek je ook, dat bijna alle gebouwen in Neder land trappen hebben, waar je met je rolstoel niet op kunt. Zoiets viel je tevo ren niet op". Maar wat twee dingen betreft is Hans Pimmelaar met zijn neus in de boter gevallen. Punt één: veertien da gen nadat hij uit het revalidatiecen trum kwam, was hij al aan het werk bij de Rotterdamse Lloyd. Als ie mand nu vraagt, wat Hans is, zegt hij: „Kantoorbediende". Hij werkt bij de gageadimdnistratie. Maar dan moet wel even gezegd, dat Pimmelaar intussen zijn Middenstands diploma haalde en dat hij ook nog slaagde voor het diploma boekhouden. Hij mocht dan indertijd geen zin meer hebben in school, met zijn grijze cellen is het best in orde. En dan punt twee: tafeltennis. „In het revalidatiecentrum is het begonnen", zegt hij. „Daar moest ik tafeltennissen en boogschieten, als therapie". Dat ta feltennissen heeft Hans Pimmelaar dan wel even zo aangepakt, dat hij vorig jaar tweede werd bij de Nederlandse kampioenscahppen en dat hij thuis zes bekers en vier medailles kan laten zien, als bewijs van zijn kunnen. Plus de twee zilveren medailles, die hij nu net uit Engeland meebracht. Die jaarlijkse Spelen voor Gehandi capten, deze keer in Stoke Mandeville, brachten voor Hans Pimmelaar ook de eerste vliegreis mee. „We gingen uit Nederland met drieëntwintig deelne mers, mannen en vrouwen", vertelt hij. „In twee Friendships van de Lucht macht. En van die drieëntwintig vielen er .veertien in de prijzen. We hebben meegedaan aan tafeltennis dus, aan zwemmen, atletiek, boogschieten, sla lom, snelheidsrace en basketbal", zegt de enige werknemer van de Lloyd, die in een rolstoel zit. Maar die rolstoel is voor Hana Pim melaar allang geen bezwaar meer. Hij gaat eigenhandig naar z\jn Daf (met handbesturing), kruipt in zijn autootje, klapt zijn rolstoel achterin en rijdt naar het ouderlijk huis in Ridderkerk. Als ik vraag waar hij al het doorzet tingsvermogen vandaan heeft gehaald om zo goed te tenissen, om zijn diplo ma's te halen en auto te rijden, zegt hij voorzichtig: „Ik werd gestimuleerd door de anderen in het revalidatiecen trum, die met boogschieten bezig wa ren. Ik schiet ook. Niet ver hoor, op een baantje van vijfentwintig meter. En we hebben een vast groepje van drie. Twee keer in de week zijn we bij elkaar, beoefenen sport en bepraten al les. Als een van ons ergens een nieuwe rolstoel moet versieren, dan overleggen we met z'n drieën hoe dat het beste kan gebeuren". Vooropig maakt Hans Pimmelaar zich geen zorgen voor de toekomst en vaste plannen heeft hij ook nog niet. „Het bevalt me hier best bij de Lloyd", zegt hij, geeft een hand en rijdt pijl snel naar een kaartenbak, waar hij van alles moet gaan opzoeken. Ik geloof dat Hans Pimmelaar een hoop mensen zou kunnen inspireren. Mensen, die bijvoorbeeld ook in een rolstoel zitten. Ik geloof ook, dat hij een hele hoop èndere mensen het schaamrood naar de kaken kan doen stijgen. Mensen, die gewoon kunnen lopen, bedoel ik. Net terug uit Engeland met twee zilveren medailles zit Hans Pim melaar weer achter zijn kantoorbureau bij Lloyd in Rotterdam. Een man wiens geschiedenis anderen kan inspireren en doen blozen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 6