Pausorgel overleefde in Rhenen reformatie Benauwde overwinning van VZC In de Cunerakerk stond in de middeleeuwen al n echt orgel In de bronstijd kende men al primitieve hoorns in Denemarken en Noorwegen Oranje-Wit op bezoek bij Dorestad Veel-luik Geschenk Begeleiding door Adriaan P. de Kleuver Meester Restauratie Voorbeeld Grasduinen VEENENDAALSE WATERPOLOFORMATIE MAAKTE BEPAALD GEEN GROOTSE INDRUK Geen kans Ruitershow achter Julianakerk Oefenpartij Bromfietsster (62) aangereden Geen spreekuur burgemeester GEVONDEN DINSDAG 12 AUGUSTUS 1969 Velen hebben de laatste veertien dagen grote delen van Europa doorkruist. Zij zijn door de reisleiders van het éne naar het andere cultuurmonument gesleept En nóg meer waren zó door de warmte bevangen dat ze haast geen stap verzet hebben. Die kan men dat zelfs aanzien. Ze lopen als Ambonezen rond die nog blank afsteken tegen de gebronsde huid van menige Veenendaler. Ergens huist in ons nog wel een restje oerstaat. Maar laat ik er dan bij vertel len, dat men daar beslist niet zo naar hoeft te verlangen. Ik heb de laatste tijd een diepgaande studie gemaakt van de prehistorische mens en schrik niet De gemiddelde leeftijd van zo'n „oude'' Nederlander was dertig jaar. Hoogst zelden Werd een kind volwassen. De moeder stierf jong en dan ging in 'n klein potje de creniatierest van "t pasgeboren kindje méé in de amfora die de as van moeder bevatte. Deze mensen hebben zeker al met elkaar gesproken. Maar of ze al muziek kenden, dat is een vraag. Al in de Bronstijd kenden de De nen en Noren de luren, primitieve hoorns, die bespeeld werden als de midwinterhoorns in ons Twentse land. Maar zo'n midwinterhoorn heeft al mo gelijkheden die op onze orgels in de kerken eindeloos gevarieerd uitgebuit zijn. De eigenlijke uitvinders van het or gel waren de Chinezen. Later kwamen de Grieken met hun Pansfluit bestaan de uit een bundel riet van ongelijke lengte, die aangeblazen worden, hetzelf de idee dus als een mondharmonika. Misschien hebt u in de ruige geberg ten van Griekenland of Joego-Slavië daarop nog een herder kunnen horen spelen. Als u in Psalm 150 leest over een orgel, denk dan niet aan een in strument zoals dat nu in de kerken staat. Als die regel komt, dan halen (ten onrechte) de organisten de broek riem maar eens extra aan en gooien alle registers open. Suggestief is dat ze ker, maar als men het gepiep en ge trompetter van zo'n ding dat in de Bij bel orgel heet, zou horen, dan liep men misschien de kerk wel uit. De eerste échte orgels verschenen in de Middeleeuwen. U moet dat prachti ge drieluik (zeg maar véél-luik) van Jan van Eyck te Gent België) zien met aan het „klavier" een musicerende en gel. Dan hebt u het prototype kerkorgel voor u. Zó iets moet gestaan hebben op het prachtige oxaal in de Cunerakerk te Rhenen. En dan eerst komen de grotere orgels in de kerken. Men moet begrijpen dat het „dingen" waren die in feite deel uit maakten van de kerkschatten. De weinige stadskerken die een or gel rijk waren werden bij de intrede van de reformatie nóg meer ontluis terd doordat die duivelsinstrumen- ten eenvoudig voor oud roest ver kocht werden. Een volslagen gek voorbeeld vorm de Barneveld, waar ze het oude, uit 1528 daterende orgel de kerk uit sleepten toen dominee Nieken een boetepredikatie hield tegen orgels in de kerk. Enige jaren later is het herplaatst en mocht de organist, nadat de domi nee de preekstoel verlaten had, voor de kerkgangers de Psalmen Davids spe len. Toen was Johan Sebastiaan Bach al toe aan zijn grote orgelwerken. Wij behoeven elkaar geen mietje te noe men. Ook in onze dagen zijn er nog lieden die menen dat orgels in de ker ken iets met de duivel van doen heb ben. Hoe was dat allemaal gesteld in Het lijkt buiten het bestek van dit artikel te liggen, maar waar een or gel in de zestiende eeuw welhaast uit sluitend begeleidingsinstrument was voor de kerkkoren en er zelfs nog geen speciaal gecomponeerde orgelmuziek bestond is 't wel van belang de groot te van zo'n kerkkoor uit de Cunera kerk rond 1550 op te sommen. Het wa ren totaal slechts acht zangers: drie broeder-priesters van de Duitsche Or de, de koster en vier „clerken" (dus leerlingen van de Latijnse School) die tijdens het vesper, de completen, de metten en niet in de laatste plaats ge durende de missen en de andere getij den „sullen singhen tot behoeff des commanduers ende cureiten (de pas- In Renswoude wordt het orgel van de Ned. Herv. Kerk momenteel ge restaureerd. toors en kapelaans, resp. vicarissen) die de talloze altaren in de kerk bedien den. Het is opmerkelijk dat nooit sprake is van een vaste organist, terwijl de kerk van Rhenen toch als één der wei nige over een orgel beschikte. Naar ik vermoed werd de functie van be geleiders dan ook waargenomen door een broeder-priester van de comman derij. De oude Cunerakerk was immers parochiekerk en commanderijkerk tege lijk. De Commandeur van de Duitsche Or de Baleye van Utrecht te Rhenen be heerste het gehele kerkelijke terrein. Afgezien van het feit dat paus Adri- aan VI de énige Nederlander die het ooit tot de pauselijke stoel gebracht heeft, aan de Rhenense kerk een or gel schonk, bleef het nadien een com manderij aangelegenheid als behoren de tot de befaamde kerkschatten. Het is ook een verheugend feit ge weest dat het orgel na de reformatie van de kerk rond 1580 niet uit de kerk verwijderd werd, ja zelfs in 1734 uitgebreid werd tot twee klavieren. Van dit al vrij grote orgel met onge- organist oefenden. De reformatie zette daarop drastisch het mes in wat ik de Cunera-cultus zou willen noemen. Het is voor wat Rhenen betreft hoogst merkwaardig dat in de Cunerakerk enige onderdelen van het liturgische element uit de roomse tijd genade von den bij de gereformeerden: het orgel en de zangerstribune (het voortreffe lijke renaissance oxaal). In 1873 bezat de Cunerakerk een or ganist die meester op de klavieren was. Op advies van G. Klimmerboom werd het orgel uitgebreid tot drie klavie ren. Klimmerboom was een bekwaam pedagoog en heeft heel wat organisten uit de omgeving opgeleid. Door het ge ven van adviezen heeft hij vooral in de Betuwe bijgedragen tot het plaatsen van orgels in vele kerken. In een vol gende artikel willen wij vooral aan dacht besteden aan het rond 1850 nog orgelarme Betuwse land. Klimmer boom werd opgevolgd door zijn meest begaafde leerling A. C. Moinat. Vele oud-Rhenenaren zullen bij het horen van deze naam een snaar voelen tril len. Hij bezat een ongeëvenaard im provisatietalent. Het opmerkelijkste bij deze beide Cunerakerk-organisten is dat zij ieder voor zich een orgel bespeeld hebben dat geheel voldeed aan hun inzichten. Bij de torenbrand van 1897 werd het wijd en zijd vermaarde orgel totaal verwoest. Het hout was verbrand en de pijpen versmolten tot een vormeloze massa. Op advies van Moinat werd door de fa. Leichel uit Düsseldorf/Lo- chem een bijzonder mooi orgel ge maakt, dat voor het oude niet onder deed. Aan het oude orgel prijkte nog steeds een uit hout gesneden krans met op een lint de woorden „Adrianus Six- tus Papa". Ook deze herinnering was de streken langs de Rijn? Hier staan prachtige kerken, maar rond 1850 wa ren er overwegend geen orgels. Het eni ge historische orgel uit de 16e eeuw was dat van Wijk bij Duurstede. Een schitterend instrument! Het ondergaat nu een grondige restauratie. En dan vanzelf Rhenens Cunerakerk! Dat vormt als het ware een hoofdstuk apart. De kerk ontving haar eerste or gel in 1527 als geschenk van de enige „Nederlandse paus" Adrianus VI en het kwam te staan óp het oxaal tussen koor en kerk. Een orgel dus van geringe omvang, weinig meer dan een koorpositief. Dit orgel is evenwel eerst vierentwintig jaar later afgewerkt geweest en af gebouwd in de werkplaats van de Utrechtse orgelbouwer Meester Cor- rielis. Het oude „pausorgel" is nl. In 1550 in de werkplaats van deze eer tijds vermaarde orgelbouwer ver groot. De vermaarde Peter van Zijren, abt van het klooster Mariënweerd bij Beesd in de Tielerwaard, beluisterde te Rhe nen dit orgel en bestelde er onmiddel lijk precies zo een voor zijn klooster kerk. Het Rhenense orgel, waarvan paus Adrianus VI de basis legde, vormde dus het model voor weer an dere orgels. Inmiddels was het „pausorgel" ver groot tot een volwaardig instrument van zes stemmen en paste niet meer op het oxaal. Er bestonden nog moge lijkheden tot uitbreiding en zo kwam het Cunerakerkorgel reeds in 1550 als „swaluwennest" terecht tegen de blin de torenwand. Op die plaats zouden voortaan de or gels blijven prijken. Na het weghalen van het „pausorgel" herkreeg het oxaal de oorspronkelijke bestemming als zan gerstribune. de trap naar deze galerü is nog steeds aanwezig. kende mogelijkheden weten wij uit „Te genwoordige Staat" (1772) dat het toen nog steeds als het „pausorgel" bekend was. Een uitbreiding betekende automa tisch het aanbrengen van een rugpo sitief. De terugtrekkende soldaten van Lodewijk XIV hebben in 1673 een spoor van vernieling achter zich getrokken. De schade aan het orgel toegebracht moet ontstellend geweest zijn. Het bleef vijftig jaar lang onbruikbaar staan. In 1734 werd het oude instrument echter grondig gerestaureerd en uitge breid. De eerste daarna officieel aan gestelde „orgelist ende muzijkmeester" vanwege de vroedschap van Rhenen was Meester Conseynssen. Hij fungeer de ook als „statsmusijkant" en had tot taak de „statstrompetters" te leiden. De raad benoemde in die dagen nog de organisten! Een beroemd man, die dus nog het oudere pausorgel bespeelt heeft, was A. (Andries Adriaanszoon) van Noordt, organist van de Cunera kerk en vermoedelijk broer of neef van de vermaarde Anthony van Noordt, organist van de Nieuwe Kerk te Am sterdam, die tevens een bekwaam or ganist-componist was en waardig opvolger van Sweelinck. Van de Rhe nense Van Noordt is bekend dat hij z.g. „thorenmusijken meest vierstem mige fanfares voor koperblazers heeft gecomponeerd. Nog aan het be gin van deze eeuw was het gewoonte op Oudejaarsavond vanaf een plat form hoog aan de Cune ra toren koraal- muziek te spelen. Dat moet dan al een zéér oud gebruik geweest zijn. Wij von den dat al in 1572 de Commandeur van de Duitsche Orde de „stadt-trompet- ters" uit Utrecht liet komen om ter gelegenheid van de Cuneraprocessie op 12 juni te spelen. Mogelijk zijn daar door ook in Rhenen vaste stadsmuzi kanten aangesteld, die zoals reeds ge bleken is onder leiding van de vaste 9 Het fraaie orgel van de Rhenense Cunerakerk. helaas bij de torenbrand verloren ge gaan. En nogmaals zou het prachtige Leichel-orgel óók aan de vernietiging prijs gegeven worden. Bij een onbegrij pelijk bombardement dat twee dagen vóór de bevrijding plaats had werd ook dat orgel vernield. Ehrenfried Leichel was de oprich ter van een orgelmakerij die aanvan kelijk te Duisburg werkte, nadien te Lochem en vervolgens te Arnhem. Hij was naast de fa. Batz en Zonen te Utrecht onze bekendste orgelfabri kant. Hij werd geboren op 18 januari 1828 te Emmerik en is op 14 november 1905 te Arnhem overleden. Het vóórlaat ste drieklaviersorgel uit de Cunera kerk is een van zijn laatste en rijp ste creaties geweest. Persoonlijk be waar ik er fijne herinneringen aan. Gedurende twee jaar heb ik van de organist Henk van Eek mijn orgelles- *sen op dit orgel genoten. Dat is on vergetelijk. Leichel vestigde zich in 1885 te Arnhem en bouwde talloze or gels in Nederland en Rijnland, ja, tot zelfs voor kerken op Curagao en Suri name. Hij bouwde ook het oude orgel in de Hervormde Kerk van Kesteren dat helaas óók door de oorlogshande lingen vernield werd. Op de Veluwe staan nog enige prachtige Leichel-or- gels in oude kerken, o.m. het bijzon der mooie kleine orgel te Loenen op de Veluwe. Dat is dan tot nu toe het laatste wat over de oude Cunerakerkorgels te ver tellen valt. Er staat nu een ten dele ge reed zijnde orgel dat gebouwd werd door de firma Van Vulpen uit Utrecht. Maar het wachten is op de afbouw er van. Men .zou in Rhenen een voorbeeld moeten nemen aan de Hervormde Ge meente van Opheusden waar óók het oude orgel vernield werd door de oor logshandelingen. En ook daar bouwde Van Vulpen 'n subliem orgel. Dat kost te Opheusden een ton. Maar het is dan ook compleet! Het is een opmerkelijk feit dat zo veel orgels eerst in de vorige eeuw hun plaats in de kerken kregen. Het refor matorische streven van muziekloze diensten, laat ik lievèr schrijven mu ziekarme diensten kwam eerst in de vo rige eeuw ten plattelande De „voorzanger" deed nog volop dienst. Hoe zulk een dienst toe ging hoop ik in het vervolg te omschrijven naar wat dominee Jacobus Anspach daarover ten berde bracht, over de kerkzang in zijn gemeente Eek en Wiel. Dat is eenvoudig afgrijselijk. Maar nu voer te u naar een van onze mooiste Utrechtse kerken, die van Amerongen. Daarin staat een juweel van een orgel. En uiteraard een uit de bloeitijd van de romantiek. Gedurende een excursie liet een klassiek georiënteerde orgelfan zich erg laatdunkend uit over dit soort or gels. Maar wat deze mevrouw niet wist was dat al deze orgels stammen van 1840 tot 1890. En wat wil men dan! De grootmeester Cecar Franck was aan het woord! In een tijd van hoog-romantische ver nieuwing moet men geen barokbouw verwachten. Het Amerongse orgel komt uit de werkplaats van de oude fa. Batz maar is gebouwd door de opvolger C. G. F. Witte. Het heeft dan ook de typi sche Witte-klank en is in feite een ver volmaking van het kleinere Witte-orgel in de kerk te Rijswijk (gem. Maurik). Het orgel van Amerongen werd in 1863 geplaatst en ademt dan ook geheel de geest van de tijd. Het zal de lezers vooral interesseren wat zulk een mach tig instrument toen kostte: f 5500,-. Thans zou het nog niet voor het tien dubbele geplaatst kunnen worden. Zowel Batz als Witte heeft orgels gebouwd die in de ogen van de recente organisten onvolwaardig zijn. Ze heb ben een „aangehangen" pedaal. Zo ook dat van Amerongen en dat betekent in feite dat het helemaal geen pedaal be zit. De organisten zitten met hun voe ten te „grasduinen" tussen stemmen die al met de vingers aangeslagen zijn. Men mag dit dan als een gebrek be schouwen, het doet wat mij betreft niets af aan de werkelijke schoonheid van dit koninklijke instrument. Glanzend is de gedeelde trompet 8'; diep sonoor de bourdon 16' en fijntjes de fluitregisters, zachtstrelend de viola op het rugwerk en indringend de „scherpe" stemmen. Het is maar de vraag of door toevoe gen van b.v. een subbas 16' dit histori sche orgel „verbeterd" zou worden. Ge lukkig beschikken wij over orgelcom missies die er voor waken dat al te veeleisende organisten hun zin krijgen ten koste van de waarde van het oude instrument. Tot besluit wil ik nog iets ter tafel brengen over het werkelijk mooie orgel in de Hervormde kerk van Renswoude. Het heeft goede kwaliteiten en wordt momenteel gerestaureerd. Dat is een prettig geluid voor een orgel. Ik hoop over het gerestaureerde orgel te zijner tijd een artikel te schrijven. Maar eerst zal er nog wat geofferd moeten worden. U hoort daarover nog. Adriaan P. de Kleuver In de St. Andrieskerk te Amerongen bevindt zich één van de mooiste orgels uit de streek. Uit de 16e eeuw dateert het orgel van de Joh. Baptistkerk in Wijk bij Duurstede. HAARLEM De herenploeg van VZC heeft maandag in Haarlem in de laatste competitiewedstrijd niet best gespeeld tegen DWR. De Haarlemse formatie was tot aan de voorlaatste wedstrijd de grootste concurrent van VZC, maar door een gelijk spel raakte het ver achterop. Beide ploegen hadden kennelijk de vakantie nog in de benen. Vooral VZC speelde ver beneden de maat en miste maar liefst drie strafworpen. De gevaarlijke middenvoor van DWR, Sint, trof herhaaldelijk het houtwerk van het Veenendaalse doel. Het werd tenslotte een benauwde maar verdiende 7-8 overwinning voor de Vee- nendalers die in de komende drie promotiewedstrijden echter aanmerkelijk beter voor de dag zullen moeten komen. Het begin van de strijd was voor VZC wat deprimerend, want achtereen volgens misten Evert van den Dikken- berg, Wim van der Meer en Gerard van de Kolk. Maar uit een massale VZC-aanval zag de mee naar voren gekomen Henk Uri kans om de DWR- goalie met een afstandsschot te ver schalken (0-1). Even daarna tekende Gerard van de Kolk met een keihard achterwaarts schot 0-2 aan. Middenvoor Sint van DWR, altijd een zeer gevaarlijke speler, werd binnen de vier meter achteruitgehaald en de toegekende strafworp benutte hij zelf feilloos (1-2). Voor de tweede maal kon WDR even later met een man meer in de aanval gaan en dat betekende 2-2.. Gerard van de Kolk maakte er met een afstandsschot nog 2-3 van in het eerste spelgedeelte. In de tweede spelfase ging Gerard v.d. Kolk er opeens alleen vandoor en hij gaf de DWR-keeper geen schijn VEENENDAAL - Twee nog jonge hippische verenigingen, de landelijke ryvereniging „De Klomp en omstre ken" en de ponyclub „De Pakhuisrui tertjes" verzorgen zaterdagavond 16 augustus op het terrein achter de Ju lianakerk een ruiterdemonstratie. Beide verenigingen zijn dit jaar op gericht en de besturen zien deze demonstratie als een soort introductie bij het publiek. Het terrein is te berei ken via de Eenvoudlaan en via de Vij gendam (over het terrein van de firma Van Kooten). Het progamma voor de ze demonstratie staat nog niet vast en zal pas definitief worden samengesteld aan de hand van de resultaten van het oefenprogramma van deze week. van kans (2-4). DWR speelde vrijwel alles over zijn middenvoor. Onophoude lijk werd hij vanuit het achterveld be diend met lange passes en hij scoorde dan ook al snel 3-4. Gerard v.d. Kolk kreeg hierna een strafworp toegewezen omdat hij bij herhaling achteruit werd gehaald, doch de keeper stopte het harde schot mees terlijk. Keeper Henk van der Meer moest nog enkele malen zijn kwaliteiten tonen om onheil te voorkomen. Middenvoor Sint van DWR had in het derde spelgedeelte bepaald veel pech toen hij tot viermaal toe het houtwerk trof. Met een boogbal had hy echter succes even later (4-4). DWR had in middels drie strafpunten opgelopen en v.d. Kolk benutte nu de strafworp wel (4-5). De jonge Wim Keman zag een boogbal door de lat gekeerd terwyl v.d. Kolk een keihard achterwaarts schot tegen de paal knalde. Uit eenzelf de positie passeerde hij de DWR-kee per enkele ogenblikken later wel (4-6). In het vierde en laatste spelgedeelte werd het nog zeer spannend. VZC be schouwde de strijd duidelijk als een oefenpartij en greep veel te slap in. Wim Keman werd m het gevaarlijke gebied achteruit gehaald, maar hij schoot de strafworp op de keeper. Wim van der Meer tekende 4-7 aan door een goede boogbal, doch DWR benutte VEENENDAAL De 62-jarige me vrouw J. M. uit Renswoude is gisteren met haar bromfiets in haar woonplaats door een auto aangereden en gewond. De bromfietster reed aan de linkerzij de van de weg toen een auto, bestuurd door V. uit Renswoude, uit een zijweg kwam en de dame aanreed. Mevrouw J. M. moest met een hersenschudding en enkele hoofdwonden in het Juliana- ziekenhuis te Ede worden opgenomen. vervolgens een strafworp (5-7). Door slecht plaatsen kwam DWR weer aan de bal en middenvoor Sint scoorde met een afstandsschot 6-7. Wim Keman werd wederom in de gevarenzone te hard aangevallen en ook nu zag v.d. Kolk zijn strafworp door de WDR-keeper gekeerd. Uit een vrijeworpcombinatie knalde v.d. Dikkenberg hard in (6-8). Maar DWR had het antwoord weer snel klaar, want middenvoor Sint te kende met een draaischot 7-8 aan. De eindfase was bijzonder span nend. VZC plaatste enkele malen zeer slecht en slechts door het matige mid denveld-spel konden de gastheren niet meer scoren. VZC won de stryd welis waar, maar het kon in Haarlem geen grootse indruk achterlaten als kam pioen. Er zal in de komende twee we ken bijzonder hard moeten worden ge werkt om de conditie wat op te vijze len, want de vreemde competitie-inde ling heeft de ploeg volledig uit haar ritme gehaald. RENSWOUDE De burgemeester van Renswoude is woensdag 13 augus tus verhinderd zijn wekelijkse spreek uur te houden. ELST Gevonden: Een rode heren zwembroek en twee badlakens. Opha len Rijksstraatweg 30 in Eist. ELST Voetbalvereniging Dorestad uit Wijk bij Duurstede organiseert op zondag 17 en 24 augustus een serie wedstrijden, waaraan ook het Elster Oranje-Wit deelneemt met het eerste en tweede elftal. Behalve de organiserende vereniging en de Eisten aren strijden de eerste en tweede edities van Houten en MSV '19 om de hoogste eer. Maandag a.s. houdt Oranje-Wit zijn Jaarvergadering in het clubhuis café „De Morgenster". De be langrijkste agendapunten zijn bestuurs verkiezing en een voorstel tot verhoging van de contributie, Aftredende bestuursleden zijn de he ren G. L. Hulsman, J. van Appeldoorn, E. Si'lfhout en B. van Kooten, van wie alleen laatstgenoemde zich herkiesbaar stelt.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 6