Vooral N.V.V. actief met hotels en bungalows
Y akbe weging
helpt leden
met vakantie
Citta 2000. winkelen
m
hippe sfeer
Volendam w niet voor
ISCUS
garnalen pellen
„Frankrijk heeft iets dat men
nergens in Europa vindt
Prima
verzorging;,
lage prijzen
Ander hoofdwerk
Vrouwen wijzen nieuwe belastingregeling af
NEDERLANDSE TOERISTEN ELK JAAR WEER ENTHOUSIAST
HET N.V.V.
DRIE MILJOEN
GEVARIEERD
HET C.N.V.
HET N.K.V.
fi
CHARME
BYRRH
BIER
ROMANTISCH
KWARTJE
NIET EERLIJK
NOG HONDERD
SOMBER
REDDEN
irtrudiiiiihHH
iiwmiBWHiiMlnwHiiiimiwniminiMirinmiraiirnwwffliimniinHnmfwWHiftntiTBTlWhWrtilrtillrtWwiwniwiiiiwiiiillBimtWrfl
|~\E KOOG De Nederlandse vakbeweging lijkt 's zomers wel wat op een
vakantiebeweging. Vooral het Nederlands Verbond van Vtkverenigin-
gcn ontpopt zich dan als een mammoethotelier en bijkans de grootste kamp
baas in ons land.
De confessionele collega's dien het wat kalmer aan: naast de vijftien vakan
tiecentra van het N.V.V. zijn de drie oorden van het C.N.V. maar een be
scheiden behuizing, terwijl het N.K.V. in het geheel geen eigen vakantiehui
zen kent. De laatste bemiddelt wel bij buitenlandse reizen.
Alle drie stellen zij dus belang in de
toeristische trek van hun leden. Alleen
zijn de oogmerken nogal uiteenlopend:
het NW wil zijn leden de kans ge
ven in goed verzorgde centra een goed
kope vakantie door te brengen.
het CNV tracht de leden gelegen
heid te bieden om in eigen kring en
sfeer vakantie te houden:
het NKV is het er om begonnen de
leden wegwijs te maken in het modern
toerisme.
De instelling van het NVV heeft er
toe geleid, dat deze vakcentrale nu tien
hotels (1200 bedden) bezit en vijf bun
galows annex kampeercentra (4000 ten
ten en 2000 bedden). De eerste buiten
landse vestiging, een hotel in Italië,
komt volgend jaar klaar. De Stichting
Vakantieverblijven, sinds 1956 druk
aan het werk, heeft voor zo'n dertig
miljoen gulden aan bezittingen. Voor
reizen naar het buitenland wordt inten
sief samengewerkt met het reisbureau
Interland.
Directeur H. J. van Barneveld heeft
de leiding van zowel de Stichting als
van Interland. Nuchter zegt hij: „De
goedkope vakanties van het NVV zijn
gewoon een service voor de leden".
Drie eisen staan voor hem centraal:
„goede accommodatie, prima verzor
ging en lage prijzen".
Dat laatste kan worden bereikt dank
zij subsidie van een half miljoen gul
den per jaar van de vakcentrale, de
aangesloten bonden en met het NVV sa
menwerkende Centrale Levensverzeke
ringsbank. Bovendien werkt de Stich
ting „zonder winstoogmerk".
Volgens een tienjarenplan wordt
jaarlijks voor een miljoen gulden be
steed aan uitbreiding en nieuwbouw van
centra. „Vorig jaar hebben wij echter
voor wel drie miljoen geïnvesteerd",
zegt de heer Van Barneveld, die zijn
bedrijven zakelijk, zonder veel vak
bondssentiment, drijft. „Wij moeten
wel naar wegen zoeken om lage prijzen
te kunnen brengen. Net als voor de ho
reca wordt ook voor ons alles duurder".
Voorlopig kan een lid voor de prijs
van vijftien gulden per dag in een hotel
met volledige verzorging terecht. Bij
voorbeeld op Texel in hotel De Koger
Hoop, in het Limburgse Slenaken. in
Haamstede, het Drentse Havelte of Eg-
mond aan Zee.
De keus is groot, de belangstelling
nog groter. Met een ingenieus systeem
probeert de Stichting iedereen aan de
beurt te laten komen. Duizenden ge
zinnen moeten echter jaarlijks op de
wachtlijst. Een gast van de Koger
Hoop had daar ervaring mee: „Het is
net een loterij. Je bent een boffer als
Een vermaarde Britse talenkenner en
leraar, Ralph Andrews, gaat na 45 jaar
vertalen en onderwijzen hij is ook
chef van het vertaalkorps van Scotland
Yard geweest van beroep veranderen.
Hij gaat een kapperszaak openen in
Stanford le Hope. Waarom? „Omdat ik
dit altijd heb willen doen," zegt de heer
Andrews. ..Ik ben nu 70 jaar geworden,
heb geen zin om niets te gaan doen en
ik ben nu oud en wijs genoeg geworden
om mijn tijd te gaan besteden aan iets,
waar ik werkelijk plezier in heb."
I ke Amerikaanse journalist Mur-
ray Teigh Bloom heeft van een impo
nerend pak feitenmateriaal een opmer
kelijk boek samengesteld over de gi
gantische geldzwendel in Portugal
rond 1925, die indirect tot gevolg had,
dat de dictatuur van Salazar zich kon
vestigen. Enige Nederlanders speelden
in deze valse-munterij. al of niet be
wust, een rol (o.a. de actrice Fie Carel-
sen was er zijdelings bij betrokken).
De „spil" van dit financiële avontuur
was echter de Portugese zakenman
Alves Reis, die een even eenvoudige
als doelmatige manier had ontdekt val
se bankbiljetten te laten vervaardigen.
Dat zijn roekeloze spel, dat zijn land in
financiële en politieke verwarring zou
storten, nog vrij lang stand kon houden
is een raadsel, al zal het antwoord ge
zocht moeten worden in de verbluffen
de eenvoud van zijn oplichtersprak
tijk. Niettemin werden Alves Reis' il
legale handigheidjes doorzien. Het
nieuws over het schandaal golfde door
de wereld; de schade die velen moesten
lijden was enorm, ook in politiek op
zicht. De democratische ideeën moes
ten meer en meer het veld ruimen voor
Salazar's dictatuur. Alves Reis kwam in
1945 uit de gevangenis; tien jaar later
stierf deze zakenman, die met miljoe
nen-bedragen had gemanipuleerd, in
grote armoede.
Een interessant boek, dal werd uitge
geven bij Forum Boekerij, Den Haag
(prijs f. 15,90).
het weer gelukt is een plaats te "krij
gen".
Al met al is het NVV goed voor een
half miljoen overnachtingen per jaar.
In 1962 waren dat er nog 210.000.
De groep leden die met hun vak
centrale vakantie vieren, is zeer ge
varieerd. „Hier komen mensen uit
verschillende inkomensgroepen, van
hoog tot laag. Toch voelt men zich
onder elkaar. Bij de meesten leeft
het gevoel dat zij op hun eigen bezit
zijn", vindt de beheerder van het va
kantie-oord De Turkse Tent op Texel.
De verschillen in inkomens zijn wel
eens een teer punt. Een bruingebran
de Amsterdammer in zijn bungalow
(180 gulden huur per week): „Het is
voor ons eigenlijk nog te duur. Mijn
hele vakantiegeld gaat al aan de
huur op. Hier zie je wel mensen met
grote auto's, die best een hotel kun
nen nemen".
De heer Van Barneveld heeft daar be
grip voor: „Het zou nog goedkoper
moeten worden om meer lagen van de
bevolking aan te boren. Wij doen het
al zo goedkoop mogelijk door personeel
uit te sparen, bijvoorbeeld met zelfbe
dieningsrestaurants, centrale inkoop
enz. Daarmee is de Stichting zelfs een
voorbeeld voor de „belendende horeca".
Op Texel gaat een aantal hoteliers nu
ook gezamenlijk inkopen doen".
Het CNV streeft ook naar lage prij
zen. Een week volledig verzorgd in een
van de drie vakantiehuizen komt een
lid op ongeveer honderd gulden. Een
zes-persoonsbungalow is te huur voor
het dubbele per week.
De vakantieoorden bedruipen zich
zelf: „Het CNV kan zich niet permitte
ren om nog geld in dingen te steken,
waar slechts een klein aantal leden van
kunnen genieten", meent beheerder De
Kleine van het centrum in Oost-Kapel-
le. De oorden zullen nog wel steeds
worden uitgebreid en worden ver
fraaid.
In tegenstelling tot het NVV wil. het
CNV duidelijk het eigen stempel op de
centra laten rusten. De sfeer blijft be
houden. Dat betekent dat er in de avon
den nog aan volksdansen, gezamenlijk
zingen en andere spelletjes wordt ge
daan.
De heer H. J. van
Barneveld (43) is
directeur van de
Stichting Vakan
tieverblijven van
het N.V.V. en te
vens directeur van
het reisbureau In
terland. Voor zijn
werk bij 't N.V.V.
was hij bedrijfs
economisch ad
viseur bij de Pro
vinciale Gelder
se he Elektriciteit s
Maatschappij.
Ook zat hij voor
de P.v.d.A. in zijn
geboortestad Arnhem in de gemeenteraad. Zijn belangstelling gaat uit naar
sport, recreatie en jeugdwerk. Begin 1962 maakte hij het overstapje naar het
vakantiewerk. Eind 1967 kwam daar de leiding over Interland bij.
Opvallend veel jongeren, die met ou
ders meekomen, beleven daar plezier
aan, aldus de heer De Kleine.
In de drie vakantieoorden boekt het
CNV jaarlijks tegen de 90.000 overnach
tingen.
liet NKV heeft niets van dat alles.
Leden kunnen wel via de vakcentrale
reizen boeken bij het Haarlemse reis
bureau De Magneet. Zij krijgen tien
procent korting.
„De animo daarvoor loopt terug.
Dat was ook onze bedoeling. Wij wil
den leden kennis laten maken met dit
soort reizen. Als dat eenmaal is ge
lukt, zoeken de mensen verder hun
eigen weg", zo zegt men bij het
NKV. Met De Magneet is geen vorm
van samenwerking gevonden.
„Wij hebben dat reisbureau alleen ge
nomen omdat het volgens, ons helemaal
betrouwbaar is. Zo leren wij onze le
den gelijk alleen met bonafide bureaus
in zee te gaan".
Het NKV voelt geen behoefte nog
meer aan vakanties te doen. „Het is al
leen onze taak de leden op de moge
lijkheden te wijzen. Wij doen weer erg
veel aan gezondheidszorg".
Ondanks de verschillen beogen de vak
centrales alle drie hetzelfde doel: het
belang van hun leden. En dat ligt vol
gens hen niet alleen in het werk maar
ook in de vrije tijd.
Oinnenkort krijgt Amsterdam een
overdekt winkelcentrum, ge
stroomlijnd naar de hippe smaak
van het ruimtevaarttijdperk.
„Citta 2000" (Stad 2000) gaat de
ze futuristische Lijnbaan-variant
heten. Het is een project van de
twee gebroeders Samy. Perzische
amusementstovenaars uit de Beier
se hoofdstad München. In Schwa-
bing, de artiestenwijk van Mün-
chen, staat sinds kort de eerste „Cit
ta 2000", een gebouw dat doolhof
achtig is volgestopt met boetiekjes,
kleine restaurants, kiosken, koffie-
shopjes, een non-stop-bioscoop en
velerlei winkels.
Voor minder hippe geesten zijn
er ook een bank, een reisbureau,
een autoeaak en een „pub", een ca
fé in Engelse stijl.
Deze „bazaar voor moderne men
sen" van de twee Perzische broers
sloeg geweldig in. Het is er altijd
tjokvol: vooral met jongeren met en
zonder baard, maar ook met burgers
en dagjesmensen die graag ook eens
wat pop-sfeer snuiven.
Nu gaan de twee Samy's, die al
in heel Duitsland bekend zijn, ook
een „Citta" vestigen in Amsterdam,
de hippe hoofdstand van onze lage
landen.
„De Amsterdamse Citta komt in
het hart van de stad. De onderhan
delingen zijn bijna rond en ik re
ken erop dat binnen twee weken
de nodige contracten worden gete
kend", zegt Amusch Samy (33) in
zijn hoofdkantoor in München.
Hij en zijn broer Temur (28) zien
er wel Perzisch uit, maar ze zijn
We®tduitse staatsburgers. Moeder
was Noordduitse; vader kwam uit
de Kgukasus en werd Bakenman in
Hamburg. Wel brachten de gebroe
ders een deel van hun kinderjaren
in Perzië door.
In de Bondsrepubliek begon
Amusch zijn carrière als handelaar
in Perzische tapijten. Daarna schok
te hij de Münchense taxi-onderne
mers door plotseling een drom rood
geverfde kleine wagentjes de straat
op te sturen. De mini-taxi's reden
voor tweederden van het gebruike
lijke tarief. Zij rijden nu -'.og, met
veel succes, maar Amusch, nu ge
steund door zijn broer, greep al
weer naar nieuwe ideeën.
Eerst „Datscha", een restaurant
voor Kaukasische specialiteiten,
waar heuse Russen de sjasldk voor
u op tafel zetten. Daarna een Fran
se „bistro" en een „drugstore" an
nex dancing, naar Amerikaans mo
del.
Vorig jaar zetten de broers heel
Sohwabing op stelten met een nieu
we vondst: het popcentrum „Blow
up" waar tweeduizend gasten, in de
stemming gebracht door allerlei
licht- en klankeffecten, zich kun
nen wijden aan dansen, drinken,
platendraaien en nog meer eigen
tijdse geneugten.
Een Parijse omnibu,; van om
streeks 1900 rijdt in Schwab ing de
bezoekers van het ene Samy-etablis-
sement naar het andere. En nu krij
gen Amsterdam en vijf Westduitse
steden ook hun Citta 2OQ0. Finan
cieel zit het allemaal heel nuchter
en solide in elkaar, en de heren
Samy willen dan ook niet graag be
schouwd worden als een soort avon
tuurlijke caféhouders, maar als on
dernemers met steeds weer nieuwe
iideeën.
iiiiiiHHNinmifiniiiviiuinniiiaiiHiiiifiifiHiiiia
ifviiiiiiiaiiainiiaiHiiiaiiniiiMiifiiiHiaii
\7DLENDAM De garnalenhandel in Volendam
op apegapen door andere belastingregelingen.
ligt
De
Volendamse vrouwen vertikken het om nog langer „gar-
ren" te pellen.
Vorig jaar werd nog zestig procent van alle in Nederland
„Er wordt nog maar tien tot hooguit twintig procent gepeld van de hoeveel
heid die we hier vorig jaar nog hadden", zegt vishandelaar Th. Sterk die de
handel in garnalen er al zo goed als helemaal aan heeft gegeven.
„Veel minder dan één-derde van vo
rig jaar", zegt Cees (Puul) de Mooijer
die helemaal van de garnalenhandel
moet bestaan.
Er zijn er in Volendam die niet veel
meer geven voor de garrenhandel in
hun dorp. Sterk: „De handel zal hele
maal wel verdwijnen. Naar Duitsland.
Hier moeten we belasting op het pel
len betalen, maar in Sleeswijk-Holstein
krijgen ze er subsidie op".
Van onze correspondent
A lies als het maar geen slakken ztfn! Die griezels!" Van deze
Cm- noodkreet, afkomstig van enige Nederlandse toeristen, in ant
woord op onze vraag of zij iets typisch Frans wilden eten, begreep de
Franse ober uiteraard niets. Maar met zijn geruststellende air te
genover alle buitenlanders, zei hij plechtig: „Neen. mevrouw, u hoeft
niet bang te zijn. wij maken hier nagenoeg alles met boter en zonder
knoflook klaar".
Hetgeen ook niet goed was, want zij wilden graag op houtvuur ge
roosterde lamsbout hebben, uiteraard met veel knoflook. En met
takkebossen thijm. En natuurlijk de onvolprezen Franse flageolette-
bonen erbij. Waaruit wij concludeerden dat het niet de eerste maal
was dat zij in Frankrijk waren.
„Neen. bepaald niet de eerste keer. Wij komen er vrijwel elk jaar",
zeiden zij, met het verzoek hun namen voor onszelf te houden. De
enige publiciteit die zij over zichzelf 'toestonden was, dat wij mochten
zeggen dat zij van oorsprong zuiderlingen waren maar nu in Utrecht
wonen.
..We vinden namelijk dat Frankrijk iets heeft wat men nergens in
Europa vindt. Het heeft namelijk alles. Het heeft zijn zand- en rots-
stranden, aan de ingang van de Noordzee, maar ook aan de Atlanti
sche Oceaan en aan de Middellandse Zee. Dat wil zeggen: vanaf ons
eigen kikkerland-klimaat tot aan het zwoele subtropische klimaat".
„Maar verder heeft het ook bergen:
de ronde Jura, de majestueuze Alpen,
de spitse Pyreneeën, de vulkanische
formaties in Auvergne, en dat alles be
dekt met bossen, met rotsen, met
„maanlandschappen", met grote diepe
meren, met sneeuw. De hele zomer
door kun je in Frankrijk wintersporten.
Wanneer wij weten ^dat wij de .komende
winter niet kunnen gaan skiën, doen
wij het hier in de zomer. Maar daar
naast heb je ook vlakten: kale hoog
vlakten en bijzonder goed gestoffeerde
laagvlakten, met dalen en rivieren in
cluis. Voor de vissers!"
We weten niet hoe we 't anders moe
ten zeggen, maar je hebt hier eenvou
dig alles. Als één plaats je verveelt kun
je elders precies het tegenovergestelde
krijgen. Zoals met het weer. Is het op
de ene plaats slecht, clan ga je daar
heen waar de zon schijnt. En als je
toevallig niet tegen de zon kunt, ook
niet erg, want er is altijd wel ergens
slecht weer in Frankrijk.
En zou de depressie zich over geheel
Frankrijk uitstrekken, geen nood, want
ook dan heeft Frankrijk iets, wat geen
ander land heeft: zowel een grens met
Italië als met Spanje".
We vonden hen, in twee woorden ge
zegd, vakantie-gulzigaards. En toch ble
ken zij dit juist niet te zijn. „Als ik het
goed begrijp brengen jullie je vakan
tie door, met door Franrkijk heen te
vliegen?"
„O neen. bepaald niet. Dat is het
voordeel als je hier vaak komt. Wij ne
men namelijk bij voorkeur de kleine
wegen, waar „vliegen" nu eenmaal vol
komen uitgesloten is. Wil je tenminste
de auto heel houden.
Het is juist op deze kleine wegen dat
Frankrijk veruit het mooist is. Die we
gen brengen je naar dorpjes die volko
men buiten de tijd schijnen te liggen,
maar ook buiten de hedendaagse we
reld.
Steeds weer ontdekt men opnieuw de
charme van deze oude dorpjes, zon
der comfort, maar gelukkig door de
vergetelheid, waarin zij zijn terugge
vallen. Men hervindt verdwenen of
vergeten landschappen met hun wel
haast middeleeuwse scènes. Wij ver
rijken ons door het contact met de
mensen van die grond, en stappen
met hen automatisch over in het le
venstempo van hun voorouders. Wij
Ken rustiek plekje aan de kust van
Bretagne.
gaan slapen met de zon en staan met
hem op. gewekt door het polyfone
koor van vogels".
„Het is hier, dat men het enige werke
lijke douce France vindt, dat tegelijker
tijd eenvoudig is en waarachtig. Hier,
in deze onoverzienbare door de natuur
zelf aangelegde tuinen, waarvan de
betovering door onze beschaving nog
net niet is ontwijd, hebben wij het
Frankrijk gevonden, dat vrijwel nie
mand kent. En daarom keren wij er
elk jaar naar terug".
Het klonk als een verontschuldiging,
alsof een jaarlijkse tocht naar Frank
rijk iets in hoge mate ongepast is. Het
bleek een verkeerde interpretatie te
zijn.
„Dan spreken jullie nu zeker behoor
lijk Frans?"
„Dat is het hem juist. Ons Frans ligt
op een redelijk niveau, maar toch niet
hoog genoeg om 't volle profijt te trek
ken uit de contacten die wij onderweg
maken. Van de andere kant bezitten wij
niet de vrijheid die een „Nederlandse
bink" zich overal doorheen doet slaan,
zo in de geest van: „Garson, donnez-
moi maar een bier", zodat hij steevast
inplaats van bier de apéritif Byrr krijgt
voorgezet."
„Drama's hebben we daarmee mee
gemaakt in het begin. Als wij als groen
te andijvie wilden hebben en wij dus
„endives" vroegen, kregen we prompt
Brussels lof. Toen we een biefstuk van
de haas wilden hebben en dus „un bif-
steck du lièvre" vroegen kregen we
een overigens voortreffelijke ha-
zenrug".
„Maar op den duur komt dat alles
wel op zijn pootjes terecht en je begint
plezier te krijgen in de avontuurlijke
spijskaart. Je vraagt gewoon de dingen
waarvan je helemaal niet weet wat het
is. En dat is het grote voordeel van
Frankrijk: dat deze kennismaking prak
tisch altijd uitermate aangenaam is.
Vooral met de wijnen. Trekkende door
Frankrijk hebben wij altijd de gewoon
te om bij ons eten een „vin du pays"
te vragen een wijn van de streek,
waar we op dat ogenblik zitten. De kos
telijkste wijnen, die je verder nooit
meer tegenkomt, krijg je dan te proe
ven. Eén keer hebben we dat ook in
Noord-Frankrijk geprobeerd.
Weet u wat ze ons brachten?" „Een
paar grote pullen bier! Asjeblieft",
zei de waard van de brasserie, „dat
is onze wtfn". „En het eten?"
„Wij hebben kostelijke tripes (darmen)
gegeten; we hebben alle soorten ver
rukkelijke schelpdieren gegeten, ge
braden varkenspoten, „zwijnerij"
(verschillende soorten varkensvlees),
teveel om op te noemen".
En waarom juist dan geen slakken?"
„Eens hebben wij ze gegeten: in een
tuinrestaurant in Bourgogne. We von
den het maar griezelig. En we kun
nen niet zeggen dat we ze lekker von
den. Maar we hebben ons er doorheen
willen slaan.
Daarom ook hebben wij er de herber
gier niet op attent gemaakt dat wij er
inplaats van twee dozijn, maar twee
ëntwintig hadden gekregen. Maar we
wai'en vast van plan ze later nog eens
te proberen. Totdat de sla werd opge
diend. Want daarin kropen kennelijk
de twee slakken rond, die aan de slacht
partij ontsnapt waren...."
En zo raakt Volendam een oude
vorm van huisvlijt kwijt. Zolang ze
zich in Volendam heugen, worden in het
IJsselmeerdorp garnalen gepeld. Vroe
ger met de eigen vloot aangevoerd uit
de Zuiderzee, sedert de afsluiting via
de veilingen van Harlingen en Zout
kamp.
Pé Mühren, de laatste tijd nogal ge
plaagd door moeilijkheden in de roem
rijke, plaatselijke voetbalclub: „Ik weet
dat mijn moeder vroeger om vier uur
's ochtends op haar emmer in de gar-
renloods zat te wachten tot de garna
len gekookt waren. Want het was: wie
het eerst komt,..."
Hoe romantisch ook, het waren bar
re tijden. De arme schapen van kinde
ren moesten voor dag en voor dauw hun
bed uit om moeder nog voor schooltijd
te helpen garnalen te pellen. En als ze
thuiskwamen, konden ze nog eens aan
een emmer beginnen. Het is lang zo ge
weest in Volendam: grote gezinnen en
een inkomen waar niet van rond te ko
men was, als er met pellen niet wat bij
verdiend werd.
Misschien pelden de pastoor en de
vrouw van de dokter niet mee. maar
verder zaten ze in elk huis wel over
de beestjes gebogen. Tonnen garna
len per dag werden van hun schalen,
hun doppen, ontdaan. Want het gaat
razendsnel als je de slag te pakken
hebt.
Het is later wat veranderd. De
noodzaak om met het garrenpellen
wat bjj te verdienen verdween allengs,
liet werd een vorm van huisvlijt die
bedreven werd om extraatjes te finan
cieren. Het zou in leze tjjd hoogsei
zoen in de pellerjj moeten zün« want
eind van de maand is het kermis op
het dorp en de extra kermis-cent is
altijd nog uit de pellerij gekomen.
Maar er zit goed de klad in.
De boosdoener wordt kortweg aange
duid met: Purmerend. Dat wil zeggen:
de belastinginspectie, want daar van
daan is de brief gekomen, dat voortaan
het pel loon normaal voor de inkomsten
belasting moest worden opgegeven.
Tot 1 januari waren er geen zorgen
in Volendam. De pelbazen stuurden tot
dan op elke guleden betaald pelloon een
bedragje naar Purmerend; dat lag zo
tegen een kwartje aan. Daarmee was
iedereen overal vanaf. De belasting
werd dan geacht betaald te zijn en de
a.o.w. ook.
Sterk: „We zijn er later bij een be
spreking in Den Haag achter gekomen
dat we in bepaalde gevallen met. dat
kwartje zelfs te veel betaalden. Want
neem nou bijvoorbeeld de a.o.w.-ers die
helemaal geen a.o.w.-premie hoeven te
betalen. Voor hen werd ook dat kwartje
betaald. En voor getrouwde vrouwen
ook. terwijl die voor een deel vrijge
steld zijn van belasting. Maar goed, het
was een prachtige regeling, gemakke
lijk en iedereen wist waar hij aan toe
was".
Maar toen kwam de brief, want bij
de belastingdienst vond men, dat de
regeling die voor Volendam gold, niet
eerlijk was tegenover andere Nederlan
ders en zelfs in strijd was met de wet.
In Volendam nemen ze het ondertussen
wel op voor „hun" Purmerendse inspec
teur. „Hij zal wel opdracht hebben ge
kregen van hogerhand", zeggen ze.
De pelbazen/gamalenhandelaren gin
gen in conclaaf en lieten weten, dat zij
de belasting wel zouden betalen, als
men de aanslag zou tonen. Maar dan
moet je niet bij de Volendammers we
zen. Dan duikt een wantrouwen op,
waarvan de een zegt dat het ten on-
aangevoerde garnalen in Volendam gepeld. Bij het Pro-
duktschap voor vis en visprodukten schat men dat het
percentage nu is teruggelopen tot veertig, niaar in Volen
dam /.elf weten ze dat de toestand al veel erger is.
rechte is, maar waarvan een ander
meent dat het misschien Wel in d«
hand is gewerkt.
In ieder geval, de meesten in Volen
dam zeggen: „Terugbetalen van belas
ting? Ik moet het zien gebeuren. Hoe
zouden ze reageren als ik over ander
half jaar aankom met een belasting
briefje en of meneer dat even wil ver
goeden. Hij kan wel over de kop zijn,
tegen die tijd, of misschien wel dood.
En dan zit ik". Kortom, menigeen ver
trouwt de toezegging niet dat het met
die belasting voor elkaar komt, en ze
zijn niet van plan om „voor Purme
rend te pellen".
En daarmee is het met de garna
len in Volendam wel gedaan. Pé Müh
ren, die alle 'ins* en 'outs' van zijn
dorp kent: „Vorig jaar. twee jaar ge
leden, werd nog in zeker duizend ge
zinnen gepeld. Als het er dit jaar nog
honderd zijn, is het veel. Twintig pel-
sters is wel het meeste wat een pel-
baas nog voor zich heeft werken,
maar minder komt veel meer voor".
In vorige jaren was de garnalen-aan
voer tegenwoordig op zee al ge
kookt zo'n tien ton per dag, waar
van ruwweg acht ton voor de pel (en
de export naar het buitenland) was.
Het ziet er niet naar uit, dat de gar
nalen-pellerij er in Volendam weer zo
in zal komen als in het verleden. Ook
niet als zou blijken, dat het met het te
rugbetalen van belasting wel goed zat,
en evenmin als de belastingdienst de
oude regeling weer zou invoeren. De
mensen hebben de bijverdienste niet
meer zo nodig en per slot van rekening
zijn ze het er allemaal over eens dat
het „een dievenwerk" is, een „gevange-
niswerk-eerste-klas".
Het heilige-moeten is er niet meer
en als je er eenmaal af en uit bent...
Cees de Puul: „Je ziet de vrouwen nu
bij het zwembad zitten en de meesten
die nog pellen, zorgen er wel voor dat
ze onder het minimum blijven van 49
gulden in de week, wat voor de belas
tingen (in zekere zin) vrij is".
Zes of zeven kleine bedrijfjes moeten
van de garnalenhandel bestaan, maar
hun toekomst ziet er somber uit. Want
als er niet gepeld wordt, zakt de handel
in. De meeste garnalen worden immers
gepeld verhandeld, meest naar het bui
tenland. Andere plaatsen in Nederland
zijn concurrentjes geweest voor Volen
dam, maar de grootste concurrent zit
nu in Duitsland, waar ^het pellen wordt
gesubsidieerd.
Het produktschap probeert nog iets te
redden door de minimum-afmeting voor
garnalen groter te maken, waardoor be
tere prijzen kunnen worden gemaakt.
Maar wat zou het voor Volendam hel
pen nu daar duidelijk de pel-animo ver
dwenen is?
Is het misschien ook een teken aan
de wand, dat op de veilingen dit jaar
weliswaar meer (maar heel vaak klei
nere) garnalen worden aangevoerd dan
vorig jaar, maar ook een derde minder
opbrengen, terwijl bijvoorbeeld in Har
lingen tot dusver dit jaar op een totale
aanvoer van iets meer dan vijfhonderd
ton niet minder dan honderd ton werd
doorgedraaid?
Er wordt hier en daar wat meer ge
peld, maar de grote pelcapaciteit van
Volendam is verloren. Cees de Puul
bracht vorig jaar nog ruim 37.000 gul
den naar Purmerend. De honderdder
tigduizend guldens pelloon waren de in
specteur toen verder een zorg.
Die bedragen haalt hij dit jaar lang
niet, en zo is het met al De Puul zijn
collega's. Waarmee de belastingdienst
zichzelf toch ook wel degelijk in de vin
gers snijdt. Want wat zij minder aan
belasting over het pelloon in handen
krijgt, zal zeker in de tonnen lopen.