Het maakt mij ziek,die maatschappij C.B. W-W APEN S GEHEIM, MAAR TOCH BEKEND Koeznetsof: Rusland is een gevangenis Palestijnen: probleem bij vredes gesprek Er hoeft niets meer, alles kan wel Aangehouden uit angst voor de ander De goede belijdenis Arndt von Bohlen kreeg douceurtje Lachen Vrijheid Je en jij Gemakzucht Schrik Afslaan Rusland Von Braun in film ZATERDAG 23 AUGUSTUS 1969 Dankuwel, het was heerlijk, zo'n weekje geen telefoon vasthouden en wel de grasschaar en een verfkwast. Maar ik ben doodmoe. Nee, nee, niet van dat schilderen. Witten bo ven je hoofd maakt gezond-moe in nek en armen en dan slaap je als een kanon. Ik wordt zo moe van de maatschappij om me heen, laat ik het zo maar zeggen. Niets hoeft er meer, als ik om me heen kijk. En ik héb om me heen gekeken, heel uitvoerig, een week lang. Als er honderd jonge binnen- en buitenlandse mensen op de Dam willen slapen, vind ik dat nauwelijks interessant. Maar als de komende generatie wordt voorgehouden, dat niets meer hoeft, dan word ik inder daad doodmoe. zegt een chef: „Maar de produktie is de helft". Ik wilde, dat er bij zo'n bedrijf eens een brief binnenkwam in de geest van: „Meneer, ik wil geen der tien, maar achttien maanden salaris en geen zestien maar veertig dagen vakantie. Uw vakantietoeslag vind ik erg karig en hoe haalt u het in uw hoofd om over een spaarrege ling te beginnen. Ik ben bereid bij u te komen werken, maar op maan dag kan ik nooit, want dan moet ik bijkomen van het weekeinde, terwijl ik dinsdags altijd last heb van mi graine heb. Woensdag schikt me wel en ik ben dan ook bereid die dag van negen tot vier bij u in dienst te treden. Donderdag is wat lastiger, want dan rijd ik paard en op vrij dag is natuurlijk uitgesloten, omdat ik dan mijn voorbereidingen moet treffen. Ik hoop snel gunstig bericht van u te ontvangen en ik neem aan dat u met mijn voorwaarden akkoord gaat. Hoogachtend." Als ik zeventien jaar was wist ik het wel. Ik zou lachen, als mijn va- Men hoeft de advertenties er maar op na te lezen. Een groot in ternationaal bedrijf zoekt in Neder land zelfs „vijf ontevreden meisjes", die nu ergens op een kantoor wer ken „in onvrede met zichzelf", om dat ze een ding heel erg liefheb ben, maar tot nog toe niet vonden: vrijheid. Nou, dat kan dan, bij dat interna tionale bedrijf. Jawel, daar kunnen ze net zoveel vrijheid krijgen als ze willen. En als ze denken dat ze aan de verwachtingen van dat be drijf voldoen„hoef je je niet met een uit te putten in een klinkende sollicitatiebrief". Nee hoor, stel je voor, laat niemand zich uitputten. Gewoon even opbellen en de zaak is gepiept. Ik word ook helemaal ziek van dat je-en-jij-stijltje van al die bedrijven. Bekende mensen die margarine en zeep maken: „Wie? Jij? Heb je mulo? Wil je dertien maanden sala ris? Wil je zestien dagen vakantie? Wil je zes procent vakantietoeslag? Wil je studiesubsidie tot negentig procent. Wil je meedoen met de aantrekkelijke spaarregeling? Dat krijg je allemaal bovenop de baan als administratieve medewerker". Of er iemand nog wil werken is natuurlijk volkomen oninteressant, als de kantoren maar vol met men sen zitten. Afdelingen, waar je vroe ger zes mensen tegenkwam, worden nu bevolkt door vijftien man en dan der me voorhield dat ik een vak diende te leren. Ik zou hem de ad vertentie voorhouden. Van de ge meente Rotterdam bijvoorbeeld: „Leuke baan? Modern, goed be taald". Of van de bank: „Alleen mannen op de bank? Hoe kom je d'r bij!, zegt Jacqueline. Ja, ik kan er wel inkomen, hoor. Voordat ik hier kwam, dacht ik ook: zo'n bank is een echte mannenwereld. Maar ik had het mooi mis. Het wemelt hier van de meisjes van mijn leeftijd". Ja, die Jacqueline moet het heer lijk hebben. Er wordt meteen ge praat over je salaris en over twee keer opslag per jaar en de zes pro cent vakantiegeld. En een gratifi catie van anderhalve maand. „Bel ons eens". Wat zal ik me uitsloven, zou ik tegen mijn vader zeggen wanneer ik zeventien was. Ze vechten om me, kijk maar. En dan wees ik was ik een meisje naar een grote adver tentie: „Typistes gevraagd, typedi ploma geen noodzaak". Jammer dat ik nooit ergens een advertentie lees, die de werkelijk heid vertolkt. Een advertentie, die misschien zo zou luiden: „Was je te gemakzuchtig en te lui om, toen je zeventien of achttien was, een vak te leren? En ben je nu vijfentwintig? Dan is dat erg jammer voor je, maar dan kunnen wij je niet gebruiken. Maar er zal ongetwijfeld in een of ander ma gazijn of aan een paktafel nog wel een plaatsje voor je zijn. Dat je dan het zout in de pap niet verdient, moet je ons natuurlijk niet kwalijk nemen." En de gemakzucht gaat door. Oh, wat kan een mens veel advertenties lezen, als hij een paar dagen vrij heeft. Deze ook: „Ik wil morgen niet ko ken. Dan niet, maak dan twee ge roosterde boterhammen met kaas en bacon". Natuurlijk, waarom zou men ko ken? Da's ook pure onzin. Iedereen kan toch een zak patat halen. Lek ker vet en toch ook gezond? Stel je voor, koken! Het idee. Uren in zo'n vervelende keuken staan, terwijl de beeldbuis misschien wel Dubbelspion laat zien of Pluimpje. Zonde, dat zo weinig mensen ooit van Clement Vautel hoorden. Jam mer, dat ze deze zin van hem niet kennen: „Er kan geen duurzame liefde en geen harmonie bestaan in een huis, waar het middagmaal ge woonlijk een mislukking is en het di ner een bankroet". WASHINGTON De Ver. Staten hebben zich de laatste tien jaar in het ge heim voorbereid op een soort oorlog, waarin chemicaliën en bacillen mensen en dieren kunnen doden en gewassen vernietigen. Deze chemisch-biologische oorlogvoering (C.B.W.) is duur en controversieel en bijna even geheim, maar uit een onderzoek door AP is gebleken dat het CBW-program sinds 1960 bijna 2,5 miljard dollar heeft gevergd zonder dat er m het Congres veel over gepraat is. Ongeveer 5000 technici in een netwerk van militaire laboratoria, arsenalen en proefterreinen in het hele land zijn druk bezig om de produktie van gas- en bacillenwapens te onderzoeken, te ontwikkelen en op peil te houden. De grootte van de Amerikaanse voorraden is geheim, maar zou miljoenen kilo's agentia omvatten, variërend van het betrekkelijk milde CS-traangas, dat in Vietnam wordt gebruikt, tot de giftige GA, GB en V-zenuwagentia reukloze, smaakloze en onzichtbare stoffen die binnen enkele seconden kunnen doden. Biologische of bacillenwapens kun nen niet langer dan een paar dagen worden opgeslagen, daar anders hun levende lading steriel wordt, maar het Pentagon houdt in Pine Bluff, Arkan sas, een produktie-apparaat gereed, dat binnen enkele uren in actie kan komen. Bijna elk militair wapen, van raket ten tot granaten, kan met dodelijke gassen worden gevuld. Amerikaanse troepen, die getraind zijn om over te gaan van conventionele op chemische oorlogvoering, kunnen onmiddellijk be schikken over de chemische wapen- voorraden, niet alleen in de Ver. Sta ten. maar ook in West-Duitsland, Oki nawa en waarschijnlijk ook in andere gebieden. De militairen verdedigen deze ver borgen arsenalen als een omgekeerde vorm van openbare gezondheid, maar de geheimhouding waarmee het CBW- program is omgeven heeft er bij velen de schrik ingebracht. Zij vragen zich af: „waarom hebben wij deze afschu welijkheden ontwikkeld en hoe zullen we ze ooit gebruiken?" Volgens de plannenmakers valt het allemaal onder de naam „afschrikking". Minister van Defensie Levin R. Laird heeft verklaard: „Hoe we dit soort wa pens ook betreuren, als we er zeker van willen zijn, dat ze nooit gebruikt worden, moeten we niet de les verge ten die we in de geschiedenis hebben geleerd, en die is dat wij zelf over de mogelijkheden moeten beschikken. Maar duidelijk moet wordeh begrepen, dat we ze nooit als eersten zullen ge bruiken en dat wij ze alleen als af schrikking zullen toepassen, indien een ander land zo dwaas zou zijn om er mee te beginnen". Dit thema werd verder ontwikkeld in een interview met een burgerlijke functionaris die nauw betrokken is bij de CBW-planning. Hij zei: „Als wij met chemische wapens worden aangeval len, staan wij voor drie keuzen: wij kunnen doorvechten met alleen maar conventionele wapens; wij kunnen een vergeldingsaanval doen met chemische wapens of wij kunnen de vijand met tactische kernwapens aanvallen. De gecomputeriseerde berekening van con flicten toont aan, dat als je conventio nele wapens gebruikt en de vijand conventionele wapens plus chemische wapens, dat je dan verliest, want de Amerikaanse troepen moeten zich gaan beschermen met maskers en speciale pakken. Het gevolg zal zijn dat onze troepen slechte onderlinge communica tie hebben, langzaam manoeuvreren en zwak vechten. Beantwoording met che mische wapens dwingt de vijand ook tot beschermende maatregelen, en bei de partijen strijden dan onder onge veer gelijke, omstandigheden. Minister Laird zei, dat de Ver. Staten niet kunnen overgaan tot het gebruik van tactische kernwapens, om een che mische of biologische aanval af te slaan, omdat „wij dan in een veel gro tere strijd verwikkeld zouden raken". Het Amerikaanse chemische biolo gische program wordt in de regering opnieuw bestudeerd, nadat het van bui ten af is aangevallen. Incidenten van de laatste tijd bij het experimenteren, opslaan en kwijtraken van de CBW- stoffen door de militairen, hebben de bezorgdheid onder het publiek en in het Congres versterkt. Het vorig jaar liet een vliegtuig een wolk zenuwgas neer, welke het proef- terrein in Utah miste en waardoor dui zenden schapen de dood vonden. Het leger, dat bleef volhouden dat het de dood van de schapen niet in verband kon brengen met zijn experiment,heeft de eigenaar van het vee niettemin schadeloos gesteld. Later werd bekend, dat het leger van plan was om 27.000 ton overtollig msterd- en zenuwgas in 800 spoorwa gons door het land te vervoeren naar hun graf in de Atlantische Oceaan. On der druk van het Congres luisterde het leger naar adviezen van de nationale Academie van Wetenschappen om ten slotte tot de conclusie te komen, dat het een groot deel van het overtollige gas op het land kwijt kon. Tenslotte was er ook het geval van een lek gaswapen (GB) dat 24 man bloot stelde aan doodsgevaar. Het Pen tagon zag zich gedwongen te bevesti gen dat Amerikaanse gaswapens op Okinawa en in andere gebieden over zee zijn opgeslagen. Daarna deelde West-Duitsland officieel mee, dat het op Duitse bodem depots heeft met Amerikaanse chemische wapens geen Duitse. Autoriteiten van het Pentagon wijzen er op, dat de Sovjet-Unie thans een voorraad aan chemische wapens heeft welke vyf a acht keer zo groot is als die van de Ver. Staten. En verder dat de Sovjets bü verschillende gelegenhe den hebben verklaard, dat in de volgen de grote oorlog alle soorten wapens ge bruikt zouden worden, ook chemische en biologische. Iemand van het planbureau van het Pentagon zei, dat sommigen in Euro pa geloven hierin en menen, dat als er een grote oorlog in Europa komt, chemicaliën gebruikt zullen worden en dat de mensen dan gasmaskers moe ten hebben. De chemische stoffen in de Ameri kaanse arsenalen variëren van traan gassen, zoals die door de politie bij on lusten worden gebruikt CS-CN en DM: tot stoffen (BZ) die mensen bedwelmen en stoffen (VX) die bij contact de dood veroorzaken. De Ver. Staten hebben ook 100 mil joen dollar besteed voor het gebruik in Vietnam van stoffen die oogsten en begroeiing vernietigen. Het Amerikaanse standaardtype ze nuwgas zou GB of Sarin zijn, dat men sen doodt door de cholinersterase, bui ten werking te stellen, het enzym dat spiercontractie regelt. Verder is er het oudere GA-zenuwgas, iets minder krachtig, dat de Russen zijn gaan op slaan nadat zij in de tweede wereld oorlog een Duitse gifgasfabriek hadden veroverd. De Ver. Staten hebben veel geëxperi menteerd met psychochemicaliën, zo als LSD-25 en BZ, maar geen enkele ontwikkeld die goed genoeg is om standaard wapen te worden. BONN Twee en een half procent kan niet veel zijn, maar ook machtig veel, vooral als je Arndt von Bohlen und Halbach heet, erfgenaam van wij len Alfried Krupp von Bohlen und Hal bach, en die 2,5 procent jaarinkomen neerkomt op een bedrag van twee mil joen mark (een half miljoen dollar). Arndt is 32 jaar oud en wat men noemt een „uitgaand figuur". De 2,5 procent kwam in gevaar, toen het Friedrich Krupp-concern pogingen aanwendde om te komen tot een fusie met de steenkolenreus, de Ruhrkohle A.G., en de arbeiders bezwaar begonnen te maken dat men de erfgenaam van Krupp elk jaar het fortuin uitkeerde. De fusie is ondertussen tot stand ge komen en Arndt von Bohlen und Hal bach zou een bedrag ineens gaan ont vangen, hoeveel dat is niet bekendge maakt. De mijnen van Krupp hebben in 1968 3,693 kubieke meter steenkool en 1,135 miljoen kubieke meter cokes op gebracht hetgeen ongeveer 350 miljoen mark (87,5 miljoen dollar) heeft op gebracht. De nieuwe combinatie, Krupp en Ruhrkohle, heeft een beginkapitaal van 600 miljoen mark (150 miljoen dollar). Het gezamelijke bezit aan mijnen, óve rige onroerende goederen, machinerie ën enzovoorts bedraagt ongeveer zeven miljard mark (1,75 miljard dollar). Ofschoon men dus niet weet hoe groot de „compensatie" is die Arndt zal ontvangen, kan men gevoeglijk aannemen dat hij zijn „dolce vita" in grote stijl kan blijven voortzetten. LONDEN In een televisie-interview voor de BBC heeft de thans in Enge land wonende Sovjetschrijver Anatoli Koeznetsof gezegd, dat hij zijn land heeft verlaten, „omdat het is als een gevangenis", en omdat de censuur alles wat hjj schreef eenvoudig ver minkt of verdraaid. De schrijver, een van de bekendste van zijn land, vroeg op 30 juli asiel aan in Engeland. Het werd hem prompt en voor onbepaalde tijd gegeven. Hij werd op de televisie geïnterviewd door de Britse journalist Malcolm Muggeridge. Koeznetsof was zijn land uitgegaan, sim pelweg omdat hij wenste vrij te zijn. In de Sovjet-Unie had hij goed kunnen leven, maar de prijs die hij hiervoor betaalde was hem te hoog gewest. Die prijs, ten koste van zijn geweten, had hij moeten betalen door conces sies te doen aan de censuur en de po litie, en door het aanvaarden van in structies van mensen die van litera tuur eenvoudig niets afwisten. De schrijver verklaarde bang te zijn, dat men zijn achtergelaten gezin kwaad zou berokkenen maar, zei hij, als ik nu mijn moeder zou vragen of ik het land uit zou gaan zou zij zeggen: „doen". „Ze verbranden op het ogenblik mijn boeken, maar dat doej mij niets. Zij zijn door de censuur en de redacties der uitgevers volkomen onderste bo ven gehaald". Het interview met Koeznetsof was op genomen in een huis op het plattè- land waar hij bij vrienden had ge woond sinds hij in Engeland onder wa ter ging. Onder Kroetsjef, zei hij, zagen de intel lectuelen dat de deur tot de vrije ex pressie als het ware op een kier was komen te staan, maar toen Nikita in 1964 moest verdwijnen, ging die deur weer dicht, begon men Stalin te re habiliteren en werden schrijvers als Sinjafski en Daniel in de gevangenis gezet. „En toen kwam de zwarte dag: Tsje- cho-Slowakije. Op die dag waren er velen die huilden". Koeznetsof verklaarde dat hij de toe komst voor de schrijvers en intellec tuelen in de Sovjet-Unie zwart inzag. Het regime daar kan thans niet om ver worden gegooid, de geheime poli tie heeft de zaak uitstekend in han den. „Ik ben een pessimist, maar toch hoop en bid ik dat ik het bij het verkgeer- de einde zal hebben". HOLLYWOOD, (Carlifornië) De NASA heeft goedgevonden dat Wernher von Braun meewerkt aan dë documen taire film „voetstappen op de maan - Apollo-11" van 20th Century-Fox, welke in september uit zal komen, zo bericht een vakblad. JERUZALEM Eenentwintig jaar lang hebben de Arabische landen nu al met Israël over het Palestijnse pro bleem gevochten. In de voortdurende strijd en de po gingen der grote mogendheden om 'n oplossing te vinden, zijn de Palestijnen zelf echter vrijwel vergeten. Ze zijn een volk zonder land en ze leven ver spreid over het gehele Midden-Oosten, trouwens over de gehele wereld. Een van hun krachtigste woordvoer ders is Jasser Arafat, een Palestijn uit Jeruzalem en leider van de Al Fatah guerrilla-organisatie met hoofdkwartier in Aman. „Doelstelling van onze beweging is de bevrijding van ons bezette land om een democratische Palestijnse staat te kunnen creëren, waarin Arabieren, Is lamieten en Cristenen zowel als Joden zullen kunnen leven in gelijkheid, broe derschap, gereentigheid en vrede", zei Arafat onlangs in een interview. Hij verklaarde, dat deze „Pales tijnse staat" het gehele vroegere Brit se mandaatgebied beslaat van de ri vier de Jordaan tot de Middellandse Zee en van 't meer van Galilea tot de golf van Akaba met andere woorden het grootste gedeelte van het moderne Israël en de door Israël bezette gebie den. Maar in Arafat's „nieuw Palestina" zou de Joodse minderheid slechts be staan uit Joden die woonden in het Pa lestina van vóór 1948. Alle anderen zou den hoe dan ook moeten vertrekken. Vrijwel dagelijks komen de guerril lastrijders van de Al Fatah op Israëlisch gebied. Ze leggen mijnen, vu ren op legerpatrouilles en laten bom men ontploffen. De saboteurs zijn goed bewapend. Ze hebben Russische Klasjni- kof geweren, bazooka's, mijnen van Chi nese makelij en handgranaten. Israël, winnaar in drie oorlogen tegen de Arabieren, treedt krachtig tegen de infiltranten op en Al Fatah lijdt dan ook zware verliezen. Enkele Israëli's voorstander van ves tiging der Palestijnen in Israëlisch ge bied. Uri Avnery, Israëlisch parlementslid en constant ijveraar voor de Arabische rechten, zegt: De enige manier waarop het probleem ooit geregeld kan worden is door het Palestijnse volk hun rech ten te geven. De ideale oplossing zou zijn een Palestijnse staat, in federatie met Israël. Mevrouw Golda Meir, premier van Israël, zegt echter, dat Israël aan de oprichting van zo'n staat niet zal mee doen. De Israëli's vinden, dat ze een troef uit handen geven, als een derge lijk aanbod wordt gedaan, voordat ze met de Arabische Staten over vrede gaan onderhandelen In november 1947 nam de algemene vergadering der Verenigde Naties een advies aan, inhoudende verdeling van Palestina in onafhankelijke Joodse en Arabische staten, met elkaar verbon den door een economische unie. Op 15 mei 1948 eindigde het Britse mandaat en verklaarde Israël zich on afhankelijk. Binnen enkele uren trok ken de Arabische legers de Israëlische grenzen over en was de eerste oorlog tussen de Arabische landen en Israël begonnen. Simon Petrus dan antwoordde Hem: Here, tot Wien zullen wij henengaan? Gij hebt de Woor den des eeuwigen levens. Joh. 6 vs. 68 Binnenkort zullen o.a. de belijdenis catechisaties weer gaan beginnen en menigeen kan zich terecht de vraag stellen: Behoor ik deze in de komende winter niet te gaan volgen? De leef tijd daartoe heb ik (al lang)". An derzijds worden vele bezwaren naar voren gebracht: dan moet je altijd zeer goed geleefd hebben, dan moet je kunnen vertellen, wat God aan je ziel gedaan heeft, enz. Deze bezwaren mo gen echter niet rechtstreeks gekoppeld worden aan het wel of niet gaan nóór de belijdenis-catechisatie. Natuurlijk ligt er de eis van een keurig oppassend leven, welke we nooit verdoezelen mo gen, maar de Samaritaanse vrouw komt toch met de ware belijdenis van el lende- én Christus-kennis (vgl. Johan nes 4 29), ondanks haar verschrikke lijke zonde van overspel (vgl. Johan nes 4 17 en 18). En meerderen ko men ter belijdeniscatechisatie als ant woord op de (plotselinge) gemeenschap des geloofs met de Heere, maar het zal de eerste keer niet zijn, dat het volgen van de belijdenis-catechisatie leidt tót de ware belijdenis des geloofs. De Dordtse synode van 1618/1619 liet dón toe tot het doen van belijdenis des geloofs, als men: a) een redelijke ver standelijke kennis van Gods Woord aan de dag legde en b) bekommerd was om de zaligheid hunner zielen. U bent met mij eens, dat „bekommerd zijn om" niet gelijk is aan „verzekerd te zijn van je geloof!" „Bekommerd zijn om" ligt meer in de lijn van: „mijn hart gaat naar de Heere uit, ik kan en wil Hem niet missen in mijn leven". Een man, wiens hart naar Je zus uit ging, is o.a. geweest de apos tel Simon Petrus, die in onze tekst zo'n mooie, diepgeestelijke belijdenis uit spreekt. Maar zijn antwoord aan Jezus is een reactie op een vraag van Je zus. Immers als velen van de discipe len van Jezus weg gingen, omdat ze Zijn rede hard vonden en zijn Woord wekt ook bij ieder mens van nature vijandschap op vraagt Je zus aan de twaalven: „Wilt gijlieden ook niet heen gaan?" Wil je Mij, als de Bron van je leven verlaten? Kan en wil je het zonder Mij in je leven stel len? Kom, maak nu eens je keuze! Door deze vraag legde Jezus de ver borgen diepten van het geestelijke le ven van deze apostel open. De apostel spreekt de goede belijdenis uit, niet als vrucht van zijn eigen hart, maar zijn antwoord is door de Heere Zelf in zijn hart gelegd! Deze apostel draagt immers de naam Simon Petrus! En die tweede naam „Petrus" mocht hij met ere dragen; dat was Zijn geestelijke naam. Immers vraagt Christus aan Zijn discipelen: „Maar wie zegt gij, dat ik ben", dan antwoordt deze apostel: „Gij zijt de Christus de Zoon des levenden Gods!" Christus antwoordt dan: „Vlees en bloed hebben U dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, die in de hemelen is!" Omdat God reeds in de eeuwige vrederaad voor deze apostel gekozen heeft, kón hij de goede keuze doen nl. vóór Jezus. In zijn hart leefde het: „Heere, ik heb U lief, omdat Gij mij eerst hebt liefgehad". Dat was voor hem beleving! Daarom moest hij wel antwoorden op Christus' vraag: „Wilt gij lieden ook niet heen gaan?" met „Heere, tot Wien zullen wij heen gaan?" Het eerste woord in zijn belijdenis is: „Heere" d.w.z. gebieder, zegsman, baas. Dus... hij belijdt reeds in dat eerste woord: „Heere, ik erken U als de baas van en over mijn leven!" Is dót verlangen er ook bij ons? Immers dat is zo broodnodig! Opvallend is, dat hij niet zegt: „Tot wat zullen wij heen gaan?" Helaas vergapen zich daar veel mensen aan n.l. „wót" allemaal zou ik hier op aarde nog kunnen krij gen aan bezit, aan eer enz. Maar met „wat" kun je echt niet God ontmoe ten! Het gaat de apostel dan ook niet om „wat", maar om „Wien" Dat is een persoon, dat is de persoon van God- drieënig! Dat is de kennis van de Va der, de Zoon en de Heilige Geest Cal- vijn zegt het zo treffend: God de Va der, de Zoon en de Heilige Geest! Cal- en onze rechtvaardigmaking; God de Heilige Geest en onze heiligmaking! Hem te kennen in Zijn persoon én wer kingen, dat ziet Gods kind als het hoogste goed! „Tot Wien zullen wij heen gaan?" Heere, bij U vandaan lopen, dat be tekent voor mij de dood, omdat Gij de adem mijner ziel zijt dat leefde in het hart van de elf discipelen! En dat heilbegerige verlangen gunnen wij U zo van ganser harte, lezer(es) Deze apostel zegt dus niet, als ant woord op Jezus' vraag: „Wilt gijlieden ook niet heen gaan?": „Wij zijn ver zekerd van óns geloof. Of wij zijn be keerd. Of: wij kiezen vóór U!" Zo op het eerste gezicht is zijn belijdenis maar een beetje stumperig, slechts een vraag: „Heere, tot Wien zullen wij heen gaan?" Welnu, zulke stumperige belij ders- zijn óók vandaag hartelijk wel kom bij de Heere, mensen, die door middel van deze stumperige vraag niet komen aandragen met wat zij zélf heb ben en bezitten, maar die het bele ven, dat ze ólles missen, als ze bij Jezus vandaag zouden gaan! Bij wie dit laatste zó ligt, die moet Zijn Naam belijden! En... de Naam van Jezus is het toch wèl waard om bele den te worden, vindt U ook niet? Im mers wat deed Hij op Golgotha voor een volk, verloren in Schuld? Ook be lijdt deze apostel: „Gij hebt de Woor den des eeuwigen levens". Belijdt hij: „Gij hebt...", dan wil hij daarmee zeg gen: „Heere, ik heb het niet van mij zelf, ik kom met mij zelf niet verder dan: „Ik ben tot hinken en tot zin ken ieder ogenblik gereed. Als U mij in mijn waarde zoudt taxeren, bent U rechtvaardig, als U mij verloren deed gaan". Mijn lezer(es), die Woorden van Jezus beveel ik U van harte aan. Im mers die woorden in de Bijbel vervat, vertellen ons wie God is .na melijk buiten Jezus een verterend vuur, maar in Christus de Bron van alle ze geningen voor tijd en eeuwigheid bei de! Die Woorden van Jezus ontdek ken, bij het licht van de Heilige Geest, de mens aan zijn zonde en verloren heid, zodat hij zich gaat mishagen vanwege zijn zonden. Die Woorden van Christus doen in harten van verlore nen Christus Jezus alles worden! Die Laten wij daarom veel in Gods Woord lezen en daarmee (o.a. door mid del van een goed dagboek) bezig zijn en bidden om de verlichting van de Heilige Geest, opdat Johannes 6 vers 63b voor ons gaat leven: „De Woorden, die Ik tot U spreek, zijn geest en zijn leven!" Vecnendaal, ds. S. P. van Assenbergh. A

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 12