Het maakt mij ziek,die maatschappij
C.B. W-W APEN S
GEHEIM, MAAR
TOCH BEKEND
Koeznetsof: Rusland
is een gevangenis
Palestijnen: probleem
bij vredes gesprek
Er hoeft niets meer, alles kan wel
Aangehouden uit angst voor de ander
De goede
belijdenis
Arndt von Bohlen
kreeg douceurtje
Lachen
Vrijheid
Je en jij
Gemakzucht
Schrik
Afslaan
Rusland
Von Braun in film
ZATERDAG 23 AUGUSTUS 1969
Dankuwel, het was heerlijk, zo'n
weekje geen telefoon vasthouden en
wel de grasschaar en een verfkwast.
Maar ik ben doodmoe. Nee, nee,
niet van dat schilderen. Witten bo
ven je hoofd maakt gezond-moe in
nek en armen en dan slaap je als
een kanon. Ik wordt zo moe van de
maatschappij om me heen, laat ik
het zo maar zeggen.
Niets hoeft er meer, als ik om
me heen kijk. En ik héb om me heen
gekeken, heel uitvoerig, een week
lang. Als er honderd jonge binnen-
en buitenlandse mensen op de Dam
willen slapen, vind ik dat nauwelijks
interessant. Maar als de komende
generatie wordt voorgehouden, dat
niets meer hoeft, dan word ik inder
daad doodmoe.
zegt een chef: „Maar de produktie
is de helft".
Ik wilde, dat er bij zo'n bedrijf
eens een brief binnenkwam in de
geest van: „Meneer, ik wil geen der
tien, maar achttien maanden salaris
en geen zestien maar veertig dagen
vakantie. Uw vakantietoeslag vind
ik erg karig en hoe haalt u het in
uw hoofd om over een spaarrege
ling te beginnen. Ik ben bereid bij
u te komen werken, maar op maan
dag kan ik nooit, want dan moet ik
bijkomen van het weekeinde, terwijl
ik dinsdags altijd last heb van mi
graine heb. Woensdag schikt me wel
en ik ben dan ook bereid die dag
van negen tot vier bij u in dienst te
treden. Donderdag is wat lastiger,
want dan rijd ik paard en op vrij
dag is natuurlijk uitgesloten, omdat
ik dan mijn voorbereidingen moet
treffen. Ik hoop snel gunstig bericht
van u te ontvangen en ik neem aan
dat u met mijn voorwaarden akkoord
gaat. Hoogachtend."
Als ik zeventien jaar was wist ik
het wel. Ik zou lachen, als mijn va-
Men hoeft de advertenties er
maar op na te lezen. Een groot in
ternationaal bedrijf zoekt in Neder
land zelfs „vijf ontevreden meisjes",
die nu ergens op een kantoor wer
ken „in onvrede met zichzelf", om
dat ze een ding heel erg liefheb
ben, maar tot nog toe niet vonden:
vrijheid.
Nou, dat kan dan, bij dat interna
tionale bedrijf. Jawel, daar kunnen
ze net zoveel vrijheid krijgen als ze
willen. En als ze denken dat ze aan
de verwachtingen van dat be
drijf voldoen„hoef je je niet met
een uit te putten in een klinkende
sollicitatiebrief". Nee hoor, stel je
voor, laat niemand zich uitputten.
Gewoon even opbellen en de zaak is
gepiept.
Ik word ook helemaal ziek van dat
je-en-jij-stijltje van al die bedrijven.
Bekende mensen die margarine en
zeep maken: „Wie? Jij? Heb je
mulo? Wil je dertien maanden sala
ris? Wil je zestien dagen vakantie?
Wil je zes procent vakantietoeslag?
Wil je studiesubsidie tot negentig
procent. Wil je meedoen met de
aantrekkelijke spaarregeling? Dat
krijg je allemaal bovenop de baan
als administratieve medewerker".
Of er iemand nog wil werken is
natuurlijk volkomen oninteressant,
als de kantoren maar vol met men
sen zitten. Afdelingen, waar je vroe
ger zes mensen tegenkwam, worden
nu bevolkt door vijftien man en dan
der me voorhield dat ik een vak
diende te leren. Ik zou hem de ad
vertentie voorhouden. Van de ge
meente Rotterdam bijvoorbeeld:
„Leuke baan? Modern, goed be
taald". Of van de bank: „Alleen
mannen op de bank? Hoe kom je d'r
bij!, zegt Jacqueline. Ja, ik kan er
wel inkomen, hoor. Voordat ik hier
kwam, dacht ik ook: zo'n bank is
een echte mannenwereld. Maar ik
had het mooi mis. Het wemelt hier
van de meisjes van mijn leeftijd".
Ja, die Jacqueline moet het heer
lijk hebben. Er wordt meteen ge
praat over je salaris en over twee
keer opslag per jaar en de zes pro
cent vakantiegeld. En een gratifi
catie van anderhalve maand. „Bel
ons eens".
Wat zal ik me uitsloven, zou ik
tegen mijn vader zeggen wanneer ik
zeventien was. Ze vechten om me,
kijk maar. En dan wees ik was ik
een meisje naar een grote adver
tentie: „Typistes gevraagd, typedi
ploma geen noodzaak".
Jammer dat ik nooit ergens een
advertentie lees, die de werkelijk
heid vertolkt. Een advertentie, die
misschien zo zou luiden:
„Was je te gemakzuchtig en te lui
om, toen je zeventien of achttien
was, een vak te leren? En ben je
nu vijfentwintig? Dan is dat erg
jammer voor je, maar dan kunnen
wij je niet gebruiken. Maar er zal
ongetwijfeld in een of ander ma
gazijn of aan een paktafel nog wel
een plaatsje voor je zijn. Dat je dan
het zout in de pap niet verdient,
moet je ons natuurlijk niet kwalijk
nemen."
En de gemakzucht gaat door. Oh,
wat kan een mens veel advertenties
lezen, als hij een paar dagen vrij
heeft.
Deze ook: „Ik wil morgen niet ko
ken. Dan niet, maak dan twee ge
roosterde boterhammen met kaas
en bacon".
Natuurlijk, waarom zou men ko
ken? Da's ook pure onzin. Iedereen
kan toch een zak patat halen. Lek
ker vet en toch ook gezond? Stel je
voor, koken! Het idee. Uren in zo'n
vervelende keuken staan, terwijl de
beeldbuis misschien wel Dubbelspion
laat zien of Pluimpje.
Zonde, dat zo weinig mensen ooit
van Clement Vautel hoorden. Jam
mer, dat ze deze zin van hem niet
kennen: „Er kan geen duurzame
liefde en geen harmonie bestaan in
een huis, waar het middagmaal ge
woonlijk een mislukking is en het di
ner een bankroet".
WASHINGTON De Ver. Staten hebben zich de laatste tien jaar in het ge
heim voorbereid op een soort oorlog, waarin chemicaliën en bacillen mensen
en dieren kunnen doden en gewassen vernietigen.
Deze chemisch-biologische oorlogvoering (C.B.W.) is duur en controversieel
en bijna even geheim, maar uit een onderzoek door AP is gebleken dat het
CBW-program sinds 1960 bijna 2,5 miljard dollar heeft gevergd zonder dat er
m het Congres veel over gepraat is.
Ongeveer 5000 technici in een netwerk van militaire laboratoria, arsenalen en
proefterreinen in het hele land zijn druk bezig om de produktie van gas- en
bacillenwapens te onderzoeken, te ontwikkelen en op peil te houden.
De grootte van de Amerikaanse voorraden is geheim, maar zou miljoenen kilo's
agentia omvatten, variërend van het betrekkelijk milde CS-traangas, dat in
Vietnam wordt gebruikt, tot de giftige GA, GB en V-zenuwagentia reukloze,
smaakloze en onzichtbare stoffen die binnen enkele seconden kunnen doden.
Biologische of bacillenwapens kun
nen niet langer dan een paar dagen
worden opgeslagen, daar anders hun
levende lading steriel wordt, maar het
Pentagon houdt in Pine Bluff, Arkan
sas, een produktie-apparaat gereed, dat
binnen enkele uren in actie kan komen.
Bijna elk militair wapen, van raket
ten tot granaten, kan met dodelijke
gassen worden gevuld. Amerikaanse
troepen, die getraind zijn om over te
gaan van conventionele op chemische
oorlogvoering, kunnen onmiddellijk be
schikken over de chemische wapen-
voorraden, niet alleen in de Ver. Sta
ten. maar ook in West-Duitsland, Oki
nawa en waarschijnlijk ook in andere
gebieden.
De militairen verdedigen deze ver
borgen arsenalen als een omgekeerde
vorm van openbare gezondheid, maar
de geheimhouding waarmee het CBW-
program is omgeven heeft er bij velen
de schrik ingebracht. Zij vragen zich
af: „waarom hebben wij deze afschu
welijkheden ontwikkeld en hoe zullen
we ze ooit gebruiken?"
Volgens de plannenmakers valt het
allemaal onder de naam „afschrikking".
Minister van Defensie Levin R. Laird
heeft verklaard: „Hoe we dit soort wa
pens ook betreuren, als we er zeker
van willen zijn, dat ze nooit gebruikt
worden, moeten we niet de les verge
ten die we in de geschiedenis hebben
geleerd, en die is dat wij zelf over de
mogelijkheden moeten beschikken.
Maar duidelijk moet wordeh begrepen,
dat we ze nooit als eersten zullen ge
bruiken en dat wij ze alleen als af
schrikking zullen toepassen, indien een
ander land zo dwaas zou zijn om er
mee te beginnen".
Dit thema werd verder ontwikkeld
in een interview met een burgerlijke
functionaris die nauw betrokken is bij
de CBW-planning. Hij zei: „Als wij met
chemische wapens worden aangeval
len, staan wij voor drie keuzen: wij
kunnen doorvechten met alleen maar
conventionele wapens; wij kunnen een
vergeldingsaanval doen met chemische
wapens of wij kunnen de vijand met
tactische kernwapens aanvallen. De
gecomputeriseerde berekening van con
flicten toont aan, dat als je conventio
nele wapens gebruikt en de vijand
conventionele wapens plus chemische
wapens, dat je dan verliest, want de
Amerikaanse troepen moeten zich gaan
beschermen met maskers en speciale
pakken. Het gevolg zal zijn dat onze
troepen slechte onderlinge communica
tie hebben, langzaam manoeuvreren en
zwak vechten. Beantwoording met che
mische wapens dwingt de vijand ook
tot beschermende maatregelen, en bei
de partijen strijden dan onder onge
veer gelijke, omstandigheden.
Minister Laird zei, dat de Ver. Staten
niet kunnen overgaan tot het gebruik
van tactische kernwapens, om een che
mische of biologische aanval af te
slaan, omdat „wij dan in een veel gro
tere strijd verwikkeld zouden raken".
Het Amerikaanse chemische biolo
gische program wordt in de regering
opnieuw bestudeerd, nadat het van bui
ten af is aangevallen. Incidenten van
de laatste tijd bij het experimenteren,
opslaan en kwijtraken van de CBW-
stoffen door de militairen, hebben de
bezorgdheid onder het publiek en in
het Congres versterkt.
Het vorig jaar liet een vliegtuig een
wolk zenuwgas neer, welke het proef-
terrein in Utah miste en waardoor dui
zenden schapen de dood vonden. Het
leger, dat bleef volhouden dat het de
dood van de schapen niet in verband
kon brengen met zijn experiment,heeft
de eigenaar van het vee niettemin
schadeloos gesteld.
Later werd bekend, dat het leger
van plan was om 27.000 ton overtollig
msterd- en zenuwgas in 800 spoorwa
gons door het land te vervoeren naar
hun graf in de Atlantische Oceaan. On
der druk van het Congres luisterde het
leger naar adviezen van de nationale
Academie van Wetenschappen om ten
slotte tot de conclusie te komen, dat
het een groot deel van het overtollige
gas op het land kwijt kon.
Tenslotte was er ook het geval van
een lek gaswapen (GB) dat 24 man
bloot stelde aan doodsgevaar. Het Pen
tagon zag zich gedwongen te bevesti
gen dat Amerikaanse gaswapens op
Okinawa en in andere gebieden over
zee zijn opgeslagen. Daarna deelde
West-Duitsland officieel mee, dat het
op Duitse bodem depots heeft met
Amerikaanse chemische wapens
geen Duitse.
Autoriteiten van het Pentagon wijzen
er op, dat de Sovjet-Unie thans een
voorraad aan chemische wapens heeft
welke vyf a acht keer zo groot is als
die van de Ver. Staten. En verder dat
de Sovjets bü verschillende gelegenhe
den hebben verklaard, dat in de volgen
de grote oorlog alle soorten wapens ge
bruikt zouden worden, ook chemische
en biologische.
Iemand van het planbureau van het
Pentagon zei, dat sommigen in Euro
pa geloven hierin en menen, dat als
er een grote oorlog in Europa komt,
chemicaliën gebruikt zullen worden en
dat de mensen dan gasmaskers moe
ten hebben.
De chemische stoffen in de Ameri
kaanse arsenalen variëren van traan
gassen, zoals die door de politie bij on
lusten worden gebruikt CS-CN en
DM: tot stoffen (BZ) die mensen
bedwelmen en stoffen (VX) die bij
contact de dood veroorzaken.
De Ver. Staten hebben ook 100 mil
joen dollar besteed voor het gebruik
in Vietnam van stoffen die oogsten en
begroeiing vernietigen.
Het Amerikaanse standaardtype ze
nuwgas zou GB of Sarin zijn, dat men
sen doodt door de cholinersterase, bui
ten werking te stellen, het enzym dat
spiercontractie regelt. Verder is er het
oudere GA-zenuwgas, iets minder
krachtig, dat de Russen zijn gaan op
slaan nadat zij in de tweede wereld
oorlog een Duitse gifgasfabriek hadden
veroverd.
De Ver. Staten hebben veel geëxperi
menteerd met psychochemicaliën, zo
als LSD-25 en BZ, maar geen enkele
ontwikkeld die goed genoeg is om
standaard wapen te worden.
BONN Twee en een half procent
kan niet veel zijn, maar ook machtig
veel, vooral als je Arndt von Bohlen
und Halbach heet, erfgenaam van wij
len Alfried Krupp von Bohlen und Hal
bach, en die 2,5 procent jaarinkomen
neerkomt op een bedrag van twee mil
joen mark (een half miljoen dollar).
Arndt is 32 jaar oud en wat men
noemt een „uitgaand figuur".
De 2,5 procent kwam in gevaar, toen
het Friedrich Krupp-concern pogingen
aanwendde om te komen tot een fusie
met de steenkolenreus, de Ruhrkohle
A.G., en de arbeiders bezwaar begonnen
te maken dat men de erfgenaam van
Krupp elk jaar het fortuin uitkeerde.
De fusie is ondertussen tot stand ge
komen en Arndt von Bohlen und Hal
bach zou een bedrag ineens gaan ont
vangen, hoeveel dat is niet bekendge
maakt. De mijnen van Krupp hebben in
1968 3,693 kubieke meter steenkool en
1,135 miljoen kubieke meter cokes op
gebracht hetgeen ongeveer 350 miljoen
mark (87,5 miljoen dollar) heeft op
gebracht.
De nieuwe combinatie, Krupp en
Ruhrkohle, heeft een beginkapitaal van
600 miljoen mark (150 miljoen dollar).
Het gezamelijke bezit aan mijnen, óve
rige onroerende goederen, machinerie
ën enzovoorts bedraagt ongeveer zeven
miljard mark (1,75 miljard dollar).
Ofschoon men dus niet weet hoe
groot de „compensatie" is die Arndt
zal ontvangen, kan men gevoeglijk
aannemen dat hij zijn „dolce vita" in
grote stijl kan blijven voortzetten.
LONDEN In een televisie-interview
voor de BBC heeft de thans in Enge
land wonende Sovjetschrijver Anatoli
Koeznetsof gezegd, dat hij zijn land
heeft verlaten, „omdat het is als een
gevangenis", en omdat de censuur
alles wat hjj schreef eenvoudig ver
minkt of verdraaid.
De schrijver, een van de bekendste van
zijn land, vroeg op 30 juli asiel aan
in Engeland. Het werd hem prompt
en voor onbepaalde tijd gegeven.
Hij werd op de televisie geïnterviewd
door de Britse journalist Malcolm
Muggeridge.
Koeznetsof was zijn land uitgegaan, sim
pelweg omdat hij wenste vrij te zijn.
In de Sovjet-Unie had hij goed kunnen
leven, maar de prijs die hij hiervoor
betaalde was hem te hoog gewest.
Die prijs, ten koste van zijn geweten,
had hij moeten betalen door conces
sies te doen aan de censuur en de po
litie, en door het aanvaarden van in
structies van mensen die van litera
tuur eenvoudig niets afwisten.
De schrijver verklaarde bang te zijn,
dat men zijn achtergelaten gezin
kwaad zou berokkenen maar, zei hij,
als ik nu mijn moeder zou vragen
of ik het land uit zou gaan zou zij
zeggen: „doen".
„Ze verbranden op het ogenblik mijn
boeken, maar dat doej mij niets. Zij
zijn door de censuur en de redacties
der uitgevers volkomen onderste bo
ven gehaald".
Het interview met Koeznetsof was op
genomen in een huis op het plattè-
land waar hij bij vrienden had ge
woond sinds hij in Engeland onder wa
ter ging.
Onder Kroetsjef, zei hij, zagen de intel
lectuelen dat de deur tot de vrije ex
pressie als het ware op een kier was
komen te staan, maar toen Nikita in
1964 moest verdwijnen, ging die deur
weer dicht, begon men Stalin te re
habiliteren en werden schrijvers als
Sinjafski en Daniel in de gevangenis
gezet.
„En toen kwam de zwarte dag: Tsje-
cho-Slowakije.
Op die dag waren er velen die huilden".
Koeznetsof verklaarde dat hij de toe
komst voor de schrijvers en intellec
tuelen in de Sovjet-Unie zwart inzag.
Het regime daar kan thans niet om
ver worden gegooid, de geheime poli
tie heeft de zaak uitstekend in han
den.
„Ik ben een pessimist, maar toch hoop
en bid ik dat ik het bij het verkgeer-
de einde zal hebben".
HOLLYWOOD, (Carlifornië) De
NASA heeft goedgevonden dat Wernher
von Braun meewerkt aan dë documen
taire film „voetstappen op de maan -
Apollo-11" van 20th Century-Fox, welke
in september uit zal komen, zo bericht
een vakblad.
JERUZALEM Eenentwintig jaar
lang hebben de Arabische landen nu al
met Israël over het Palestijnse pro
bleem gevochten.
In de voortdurende strijd en de po
gingen der grote mogendheden om 'n
oplossing te vinden, zijn de Palestijnen
zelf echter vrijwel vergeten. Ze zijn
een volk zonder land en ze leven ver
spreid over het gehele Midden-Oosten,
trouwens over de gehele wereld.
Een van hun krachtigste woordvoer
ders is Jasser Arafat, een Palestijn uit
Jeruzalem en leider van de Al Fatah
guerrilla-organisatie met hoofdkwartier
in Aman.
„Doelstelling van onze beweging is
de bevrijding van ons bezette land om
een democratische Palestijnse staat te
kunnen creëren, waarin Arabieren, Is
lamieten en Cristenen zowel als Joden
zullen kunnen leven in gelijkheid, broe
derschap, gereentigheid en vrede", zei
Arafat onlangs in een interview.
Hij verklaarde, dat deze „Pales
tijnse staat" het gehele vroegere Brit
se mandaatgebied beslaat van de ri
vier de Jordaan tot de Middellandse
Zee en van 't meer van Galilea tot de
golf van Akaba met andere woorden
het grootste gedeelte van het moderne
Israël en de door Israël bezette gebie
den.
Maar in Arafat's „nieuw Palestina"
zou de Joodse minderheid slechts be
staan uit Joden die woonden in het Pa
lestina van vóór 1948. Alle anderen zou
den hoe dan ook moeten vertrekken.
Vrijwel dagelijks komen de guerril
lastrijders van de Al Fatah op
Israëlisch gebied. Ze leggen mijnen, vu
ren op legerpatrouilles en laten bom
men ontploffen. De saboteurs zijn goed
bewapend. Ze hebben Russische Klasjni-
kof geweren, bazooka's, mijnen van Chi
nese makelij en handgranaten.
Israël, winnaar in drie oorlogen tegen
de Arabieren, treedt krachtig tegen de
infiltranten op en Al Fatah lijdt dan
ook zware verliezen.
Enkele Israëli's voorstander van ves
tiging der Palestijnen in Israëlisch ge
bied.
Uri Avnery, Israëlisch parlementslid
en constant ijveraar voor de Arabische
rechten, zegt: De enige manier waarop
het probleem ooit geregeld kan worden
is door het Palestijnse volk hun rech
ten te geven. De ideale oplossing zou
zijn een Palestijnse staat, in federatie
met Israël.
Mevrouw Golda Meir, premier van
Israël, zegt echter, dat Israël aan de
oprichting van zo'n staat niet zal mee
doen. De Israëli's vinden, dat ze een
troef uit handen geven, als een derge
lijk aanbod wordt gedaan, voordat ze
met de Arabische Staten over vrede
gaan onderhandelen
In november 1947 nam de algemene
vergadering der Verenigde Naties een
advies aan, inhoudende verdeling van
Palestina in onafhankelijke Joodse en
Arabische staten, met elkaar verbon
den door een economische unie.
Op 15 mei 1948 eindigde het Britse
mandaat en verklaarde Israël zich on
afhankelijk. Binnen enkele uren trok
ken de Arabische legers de Israëlische
grenzen over en was de eerste oorlog
tussen de Arabische landen en Israël
begonnen.
Simon Petrus dan antwoordde
Hem: Here, tot Wien zullen wij
henengaan? Gij hebt de Woor
den des eeuwigen levens.
Joh. 6 vs. 68
Binnenkort zullen o.a. de belijdenis
catechisaties weer gaan beginnen en
menigeen kan zich terecht de vraag
stellen: Behoor ik deze in de komende
winter niet te gaan volgen? De leef
tijd daartoe heb ik (al lang)". An
derzijds worden vele bezwaren naar
voren gebracht: dan moet je altijd
zeer goed geleefd hebben, dan moet je
kunnen vertellen, wat God aan je ziel
gedaan heeft, enz. Deze bezwaren mo
gen echter niet rechtstreeks gekoppeld
worden aan het wel of niet gaan nóór
de belijdenis-catechisatie. Natuurlijk
ligt er de eis van een keurig oppassend
leven, welke we nooit verdoezelen mo
gen, maar de Samaritaanse vrouw komt
toch met de ware belijdenis van el
lende- én Christus-kennis (vgl. Johan
nes 4 29), ondanks haar verschrikke
lijke zonde van overspel (vgl. Johan
nes 4 17 en 18). En meerderen ko
men ter belijdeniscatechisatie als ant
woord op de (plotselinge) gemeenschap
des geloofs met de Heere, maar het
zal de eerste keer niet zijn, dat het
volgen van de belijdenis-catechisatie
leidt tót de ware belijdenis des geloofs.
De Dordtse synode van 1618/1619 liet
dón toe tot het doen van belijdenis des
geloofs, als men: a) een redelijke ver
standelijke kennis van Gods Woord
aan de dag legde en b) bekommerd
was om de zaligheid hunner zielen.
U bent met mij eens, dat „bekommerd
zijn om" niet gelijk is aan „verzekerd
te zijn van je geloof!" „Bekommerd
zijn om" ligt meer in de lijn van:
„mijn hart gaat naar de Heere uit,
ik kan en wil Hem niet missen in mijn
leven". Een man, wiens hart naar Je
zus uit ging, is o.a. geweest de apos
tel Simon Petrus, die in onze tekst zo'n
mooie, diepgeestelijke belijdenis uit
spreekt. Maar zijn antwoord aan Jezus
is een reactie op een vraag van Je
zus. Immers als velen van de discipe
len van Jezus weg gingen, omdat ze
Zijn rede hard vonden en zijn
Woord wekt ook bij ieder mens van
nature vijandschap op vraagt Je
zus aan de twaalven: „Wilt gijlieden
ook niet heen gaan?" Wil je Mij, als
de Bron van je leven verlaten? Kan en
wil je het zonder Mij in je leven stel
len? Kom, maak nu eens je keuze!
Door deze vraag legde Jezus de ver
borgen diepten van het geestelijke le
ven van deze apostel open. De apostel
spreekt de goede belijdenis uit, niet als
vrucht van zijn eigen hart, maar zijn
antwoord is door de Heere Zelf in zijn
hart gelegd! Deze apostel draagt immers
de naam Simon Petrus! En die tweede
naam „Petrus" mocht hij met ere dragen;
dat was Zijn geestelijke naam. Immers
vraagt Christus aan Zijn discipelen:
„Maar wie zegt gij, dat ik ben", dan
antwoordt deze apostel: „Gij zijt de
Christus de Zoon des levenden Gods!"
Christus antwoordt dan: „Vlees en
bloed hebben U dat niet geopenbaard,
maar Mijn Vader, die in de hemelen
is!" Omdat God reeds in de eeuwige
vrederaad voor deze apostel gekozen
heeft, kón hij de goede keuze doen
nl. vóór Jezus. In zijn hart leefde
het: „Heere, ik heb U lief, omdat Gij
mij eerst hebt liefgehad". Dat was
voor hem beleving! Daarom moest hij
wel antwoorden op Christus' vraag:
„Wilt gij lieden ook niet heen gaan?"
met „Heere, tot Wien zullen wij heen
gaan?"
Het eerste woord in zijn belijdenis
is: „Heere" d.w.z. gebieder, zegsman,
baas. Dus... hij belijdt reeds in dat
eerste woord: „Heere, ik erken U als
de baas van en over mijn leven!" Is
dót verlangen er ook bij ons? Immers
dat is zo broodnodig! Opvallend is,
dat hij niet zegt: „Tot wat zullen wij
heen gaan?" Helaas vergapen zich daar
veel mensen aan n.l. „wót" allemaal
zou ik hier op aarde nog kunnen krij
gen aan bezit, aan eer enz. Maar met
„wat" kun je echt niet God ontmoe
ten! Het gaat de apostel dan ook niet
om „wat", maar om „Wien" Dat is
een persoon, dat is de persoon van God-
drieënig! Dat is de kennis van de Va
der, de Zoon en de Heilige Geest Cal-
vijn zegt het zo treffend: God de Va
der, de Zoon en de Heilige Geest! Cal-
en onze rechtvaardigmaking; God de
Heilige Geest en onze heiligmaking!
Hem te kennen in Zijn persoon én wer
kingen, dat ziet Gods kind als het
hoogste goed!
„Tot Wien zullen wij heen gaan?"
Heere, bij U vandaan lopen, dat be
tekent voor mij de dood, omdat Gij
de adem mijner ziel zijt dat leefde
in het hart van de elf discipelen! En
dat heilbegerige verlangen gunnen wij
U zo van ganser harte, lezer(es)
Deze apostel zegt dus niet, als ant
woord op Jezus' vraag: „Wilt gijlieden
ook niet heen gaan?": „Wij zijn ver
zekerd van óns geloof. Of wij zijn be
keerd. Of: wij kiezen vóór U!" Zo
op het eerste gezicht is zijn belijdenis
maar een beetje stumperig, slechts een
vraag: „Heere, tot Wien zullen wij heen
gaan?" Welnu, zulke stumperige belij
ders- zijn óók vandaag hartelijk wel
kom bij de Heere, mensen, die door
middel van deze stumperige vraag niet
komen aandragen met wat zij zélf heb
ben en bezitten, maar die het bele
ven, dat ze ólles missen, als ze bij
Jezus vandaag zouden gaan!
Bij wie dit laatste zó ligt, die moet
Zijn Naam belijden! En... de Naam van
Jezus is het toch wèl waard om bele
den te worden, vindt U ook niet? Im
mers wat deed Hij op Golgotha voor
een volk, verloren in Schuld? Ook be
lijdt deze apostel: „Gij hebt de Woor
den des eeuwigen levens". Belijdt hij:
„Gij hebt...", dan wil hij daarmee zeg
gen: „Heere, ik heb het niet van mij
zelf, ik kom met mij zelf niet verder
dan: „Ik ben tot hinken en tot zin
ken ieder ogenblik gereed. Als U mij
in mijn waarde zoudt taxeren, bent U
rechtvaardig, als U mij verloren deed
gaan". Mijn lezer(es), die Woorden van
Jezus beveel ik U van harte aan. Im
mers die woorden in de Bijbel
vervat, vertellen ons wie God is .na
melijk buiten Jezus een verterend vuur,
maar in Christus de Bron van alle ze
geningen voor tijd en eeuwigheid bei
de! Die Woorden van Jezus ontdek
ken, bij het licht van de Heilige Geest,
de mens aan zijn zonde en verloren
heid, zodat hij zich gaat mishagen
vanwege zijn zonden. Die Woorden van
Christus doen in harten van verlore
nen Christus Jezus alles worden! Die
Laten wij daarom veel in Gods
Woord lezen en daarmee (o.a. door mid
del van een goed dagboek) bezig zijn
en bidden om de verlichting van de
Heilige Geest, opdat Johannes 6 vers 63b
voor ons gaat leven: „De Woorden,
die Ik tot U spreek, zijn geest en zijn
leven!"
Vecnendaal, ds. S. P. van Assenbergh.
A