Het begon bij Dubcek en het
eindigde niet bij Jan Palach
IS ER VOOR DE TSJECHEN
DAN NOG HOOP?
Moskou beseft nu: met tanks kan
men dwingen maar niet winnen
Winstpunten van een jaar vrijheidsstrijd
VISIES
TWEE
STEDEN,
TWEE
Nog hoop?
Tegen maatregelen
We beleven het allen in deze dagen opnieuw:
de dramatische heldenstrijd van het Tsjechoslowaakse volk
dat nu een jaar geleden de knoet over zich heen voelde
gaan van het Russisch-communistische despotisme.
Een strijd die leek nooit gewonnen te kunnen worden
want wat begint men met de blote handen tegen tanks?
Desondanks een strijd die voortgezet werd
want dit volk heeft beseft: tanks kunnen wel dwingen
maar niet winnen.
Een Jan Palach is immers onoverwinnelijk!
Nu, na een jaar, is men geneigd de balans te gaan
opmaken. En dan lijkt het een balans waarbij aan de rode
kant heel wat meer te boek staat dan op de bladzijde
waar men zo graag de winst zou willen boeken.
Muurvast zit Tsjechoslowakije in de Russische militaire
greep. Zelfs het toch uitstekende Tsjechische leger
stel dat het als één man in opstand kwam zou niet
opgewassen zijn tegen de overmacht. En in politiek opzicht
lijken de doctrinaire communisten de touwtjes weer
stevig in handen te hebben, ook al is dan een Svoboda
nog president en tracht Husak een middenkoers te varen.
Neen, zo lijkt het een uitzichtloze balans.
En toch als men de situatie van nu zo nuchter mogelijk
probeert te analyseren, als men kennis neemt van
allerlei wat er in Rusland en in andere Oostbloklanden
gebeurt, als men constateert dat Moskou heel voorzichtig
probeert tot betere contacten met het Westen te komen
en als men dan de vraag stelt: ,,ls er voor de Tsjechen
nog hoop?", dan kan het antwoord alleen maar zijn:
„Ja, er ls hoop. Hun strijd is niet tevergeefs!"
Niet dat wij geloven dat er binnenkort een naar Westerse
begrippen vrij Tsjecho-Slowakije zal zijn wél dat het
orthodoxe Breznjev-communisme langzaam maar zeker
terrein verliest. Achter het ijzeren gordijn is de dag
van de vrijheid nog niet aangebroken. Maar de
Breznjev-sterren verbleken, want de dageraad komt.
Mede dank zij de strijd der Tsjechen.
26 t/m 30 oktober 1967: Demonstraties
in Praag tegen partijleider en presi
dent Novotny. De politie grijpt in met
harde tegenmaatregelen.
3 t/m 5 januari 1968: Het Centrale Co
mité van de Tsjechoslowaakse com
munistische partij komt in plenaire
zitting bijeen.
4 en 5 januari: Plannen lekken uit dat
Novotny een putch in de zin heeft
om met hulp van het leger de door
hem voorgestane harde lijn te hand
haven. Tevens wordt bekend dat het
leger niet bereid is die medewerking
te verlenen.
5 januari: Novotny wordt afgezet als
partijleider en vervangen door de tot
dan toe vrij onbekende Alexander
Dubcek. Novotny blijft nog president
van Tsjecho-Slowakije.
29 januari: Dubcek naar Moskou. Hij
verzekert er de leiders in het Krem
lin van de trouw van Tsjechoslowa-
kije aan hun bondgenootschap met de
Russen. Niettemin begint Dubcek in
eigen land met het aan de dijk zet
ten van stalinisten.'
25 februari: Generaal Sejna vlucht naar
Amerika. Hij geeft toe dat hij met an
dere stalinistische officieren heeft ge
probeerd Novotny aan de macht te
houden.
21 maart: Novotny treedt af als presi
dent. De Tsjechoslowaken stellen Svo-
boda in de plaats. Hij heeft aan de
kant der Russen in de Tweede We
reldoorlog gevochten.
23 maart: Oosteuropese topconferentie
in Dresden. Opnieuw bezweert Dub
cek de bondgenoten dat Tsjechoslowa-
kije met hen is. Niet overtuigd be
gint de Oostduitse pers 'n hetze tegen
de leiders in Praag.
5 april: Dubcek maakt zijn actie-pro
gram bekend. Vrije pers, vrijheid
van meningsuiting, en betere contac
ten met het westen kondigt hij aan.
4 en 5 mei: Dubcek opnieuw naar Mos
kou. De besprekingen zijn geheim.
17 mei: Kosigin vliegt naar Praag. Hij
weet gedaan te krijgen dat Tsjecho-
slowakije instemt met manoeuvres in
dat land door de troepen van het
Warschaupact.
27 juni: De Tsjechoslowaakse liberalen
geven „Het manifest van 2000 woor
den" uit. De aansporing daarin tot
snellere hervormingen door stakin
gen en demonstraties schokt Moskou.
14 juli: Topconferentie van de landen
van het Warschau-pact. Dubcek wei
gert daarbij aanwezig te zijn. Tsje-
choslowakije wordt gewaarschuwd,
dat er wel eens een militaire inter
ventie zou kunnen komen. De Russi
sche troepen blijven na de manoeu
vres in Tsjechoslowakije achter.
29 juli: Ontmoeting in Ciema tussen de
Russische en Tsjechoslowaakse lei
ders. De Tsjechoslowaken lijken de
Russen overtuigd te hebben van hun
welgezindheid.
3 augustus: Conferentie in Bratislava.
Gezamenlijke verklaring over de een
hei van de landen van het Oostblok.
Russische troepen op terugmars uit
Tsjechoslowakije.
9 augustus: Tito krijgt ovatie in Praag.
Na hem komt Ceausescu de Tsjecho
slowaken een hart onder de riem ste
ken.
12 augustus: Ulbricht in Tsjechoslowa
kije. De Oostduitse leider krijgt geen
garantie dat de Tsjechoslowaken het
langzaamaan zullen doen met de
liberalisering.
14 augustus: De Russische pers hervat
de aanvallen op Praag, Dubcek, heet
het, is niet capabel voor zijn taak.
20 augustus: De troepen van het War
schau-pact trekken Tsjechoslowakije
binnen.
21 - 31 augustus: Tien zwarte dagen in
het boek der historie. Terwijl de we
reld ontzet toekijkt hoe een heldhaf
tig volk zich verzet tegen zijn onder
drukkers, worden de Tsjechische lei
ders (al dan niet vrijwillig meegeno
men naar ergens in Rusland) onder
zware druk gezet. De Russen moéten
hen blijven accepteren want zij vin
den onder de Tsjechen geen quislings.
26 - 29 augustus: De Slowaakse commu
nistische partij vergadert in Bratisla
va en kiest Husak tot haar secretaris.
Het is het eerste (kleine) politieke
succes van de Russische onderdruk
kers.
31 augustus: Het Tsjechische kabinet
wordt gereorganiseerd al te libe
raal denkende ministers worden aan
de kant gezet Jiri Pekka wordt af
gezet als hoofd van radio en tv.
14 september: Dubcek geeft voor radio
en televisie een uiteenzetting van de
politieke situatie en maant de bevol
king tot gehoorzaamheid.
19 september: Jiri Hajek, de man die de
Tsjechische zaak in de Uno bracht,
ontslagen als minister van buitenland
se zaken.
16 oktober: In Moskou wordt een ver
drag gesloten tussen Russische en
Tsjechische leiders waardoor het ver
blijf der Russische troepen in Tsjecho-
Slowakije wordt gelegaliseerd.
30 - 31 oktober: Breznjev ontwikkelt tij
dens het congres van de Russische
communistische partij zijn nieuwe
doctrine, waarin aan de landen van
het Oostblok slechts een gedeeltelijke
souvereiniteit wordt toegekend.
16 januari 1969: Jan Palach steekt zich
zelf in brand om met dit offer van zijn
leven te protesteren tegen de steeds
wurgender greep van de Russen op
zijn land en volk.
Zo hecht kan geen
ijzeren gordijn zijn
dat gebeurtenissen als
in Tsjecho-Slowakije
hebben plaats gevonden
en nog plaats vinden en
waar ook zoveel Russen
bij betrokken zijn sol
daten en in de afgelo
pen week ook sportlie
den ook doordringen
tot de gewone Russi
sche burger. En ook die
Russische burger is niet
meer de slaafse volge
ling van vroeger. Daar
om hebben de leiders
het nuttig gevonden een
film te laten vervaardi
gen die de veelzeg
gende titel draagt:
..Tsjecho-Slowakije
jaar van proef" (fo-
tot links. Men tracht
er de Russische visie op
de gang van zaken in te
rechtvaardigen. Maar
wanneer beelden zoals
de rechter foto die
toont: het Wenceslaus-
plein in Praag in de af
gelopen week protes
terende burgers die
slechts door de .tanks
der broeders" in be
dwang gehouden kun
nen worden als zulke
foto's ook in Moskou
wereldkundig worden,
zal dan een propagan
dafilm kunnen voorko
men dat ook de Rus die
per over dit alles gaat
doordenken
Toen de korte weg naar meer vrijheid
nog mogelijk scheen: eind juli 1968 zaten
Dubcek en de zijnen tegenover de Russen
in het grensplaatsje Ciema en leek het
er op dat vooral president Svoboda, held van
de Sovjet-Unie, zijn oude kameraden ervan
had overtuigd dat ook de Dubcek-koers een
goede communistische koers was.
niet immuun voor het doordringen van
de vijandige stemming".
Als gevolg van dit alles zijn er vol
gens sommige Duitse berichten in het
afgelopen jaar tussen het ijzeren gordijn en
de Poolse rivier de Weichsel 17 Sovjet-divi
sies bijgekomen, hoofdzakelijk opgesteld in
Tsjecho-Slowakije en Oost-Duitsland. De
beeld is hermetisch afgesloten door hoofd
westgrens van Tsjecho-Slowakije bij voor-
zakelijk uit Oost-Duitsland naar Tsjecho-Slo
wakije gedirigeerde Russische troepen. Men
wil geen stromen vluchtelingen zoals dat
met Hongarije het geval was en daarom staat
het in de omgeving van Eger, Marianské-
Lazné, Primda en Domazlice vol met meer of
minder verdekt opgestelde Sovjet-tanks en
pantservoertuigen. In de grote steden wordt
bij dag en nacht gepatrouilleerd en reserve
troepen staan klaar in Oost-Duitsland bij
Chemnitz, in Polen, in West-Rusland en de
Oekraine om zo nodig door de lucht ge
transporteerd te worden. Zelfs parachutisten
worden in gereedheid gehouden om com
mando-overvallen uit te voeren op bijzonde
re doelen waar men dit nodig mocht vin
den.
Heel deze spanning en inspanning is dan
nog verhoogd naarmate de datum van 21
augustus, verjaardag van de invasie, dichter
bij kwam. Juist dit demonstreert hoezeer de
rollen zijn omgekeerd. Vorig jaar mei kwam
de Russische premier Kosygin voor een „ge
neeskundige behandeling" naar het Tsjechi
sche kuuroord Karlovy Vary dit jaar
moesten de Tsjechische president Ludvich
Svoboda en partijleider Husak „voor hun
gezondheid" naar de Krim komen. Daar zijn
zij door Breznjev en Podgomy onder handen
genomen over „de verdere versterking der
alzijdige broederlijke samenwerking". De al
zijdigheid van die samenwerking kwam al
lereerst tot uiting op militair terrein: de
Tsjechische strijdkrachten zijn thans on
der controle gesteld van een commissie on
der leiding van een Russische generaal, A.
A. Jepisjev. Hij was dan ook een der eerste die
president Svoboda bij zijn terugkeer uit de
Krim ontmoette. Deze controle-commissie is
de afgelopen weken door het gehele land op
inspectie gegaan langs de Tsjechische en
Russische troepen. Zij bestaat uit drie man:
generaal Jepisjev, die chef is van het hoofd
directoraat voor politieke zaken van alle Sov
jet-strijdkrachten, generaal-majoor Jamtsji-
kov, opperbevelhebber der verenigde War-
schau-Pact-trpepen in Tsjecho-Slowakije en
dan nog de commandant van de centrale le
gergroep der Sovjet-strijdkrachten. Om geen
risico's te nemen hebben alle Tsjechische
vliegtuigen het bevel gekregen aan de grond
te blijven. En om voorbeelden te kunnen stel
len zijn „snelrechtbanken" in het leven ge
roepen die iedere Tsjech of Slowaak die te
veel blijk geeft van zijn ongenoegen met hel
verblijf der „broederlijke strijdkrachten" vlot
kunnen bestraffen.
Zo waren de omstandigheden waaronder de
Tsjechen en Slowaken in de afgelopen week
de trieste verjaardag van de bezetting heb
ben moeten vieren: een volk onder de mi
litaire knoet van Moskou. Is het te verwon
deren dat twintig Tsjechische kerkelijke lei
ders hebben gewaarschuwd niet tot onover-
wogen daden te komen, die misschien ook
nog op de godsdienstvrijheid weerslag zou
den hebben? Ze zeiden erbij dat zijzelf zich
nooit van de problemen hadden teruggetrok
ken ten overvloede want hoe kan een
.nan als kardinaal Josef Beran bij voorbeeld
zich bij de situatie neerleggen? Zat hij niet
van 1938 tot 1945 in het Duitse concentratie
kamp Dachau en daarna nog eens van 1947
tot 1950 in een communistische gevangenis?
Hebben deze mensen dan nog hoop op een
verandering in de situatie? En hoe? Mis
schien in deze richting: toen in Washington
het twintigjarig bestaan van de Navo werd
herdacht sprak president Nixon deze woor
den: „Onder de veranderende omstandighe
den zijn de Atlantische verbondenen bereid
de hand te -reiken aan de Warschau-Pact
landen". En misschien mag men uit Sovjet
reacties afleiden dat men daar niet onge
voelig voor is. Er is iets op gang zij het
dat men dat nog op allerlei manieren kan uit
leggen. Het Chinese Ren-min ri-bao (Volks
dagblad) schreef op 14 augustus jongstleden
heel boosaardig: „Dat wat men het tijdperk
der onderhandelingen noemt is niets anders
dan de herverdeling van de wereld tussen
de Sovjet-revisionisten en de Amerikaanse
imperialisten". Maar heel anders vertaalde het
de voorzitter van het Tsjechoslowaakse par
lement, ir. Oldrich Cernik, toen hij zei: „We
staan in de periode 1969-1970 op de drempel
van het doorvoeren der economische her
vormingen en zullen gelijke relaties onder
houden met alle naties, ook de niet-commu-
nistische." Inmiddels is die periode verscho
ven naar het jaar 1971, maar dat schijnt
dan ook een bindende afspraak te zijn die
op de Krim is gemaakt.
Zo bezien is er hoop. De Sovjet-leiders
moéten zich wel realiseren dat het Tsje
chische leger en het is niet het enige in
Oost-Europa bij eén eventueel conflict geen
betrouwbare partner meer is: eerder een vij
and dan een steun. En Breznjev zal ze dan
ook graag willen inruilen tegen een ontwa
pend West-Europa. Maar dat is nog een lan
ge weg
TJF7"oensdag 21 augustus 1968. Die nacht
zijn in een bliksemsnelle actie Russi
sche tanks het grondgebied van een ..broe
derland" binnengerold. Zij hebben Praag en
alle andere belangrijke steden van Tsjecho-
Slowakije bezet. Het parlementsgebouw is
omsingeld en dreigend zijn de vuurmonden
gericht op de ingang. In dat gebouw verga
deren de leiders met de vertegenwoordigers
van het Tsjechoslowaakse volk. Zij samen
vormen de wettige regering van dit land. En
samen formuleren zij het dramatische pro
test tegen de bezetting, de dramatische op
roep ook tot de landen van Europa en van
de gehele wereld met dit protest in te stem
men, om er een zaak van te maken die kans
maakt voor het forum der Verenigde Naties
te worden behandeld. Radio-Praag riep de
wereld op. En de wereld luisterde, ademloos
en vol ontzetting. Maar de wereld deed
niets
De berichten over de Russische inval be
reikten de regeringen der Westeuropese Na-
vo-landen pas ongeveer vijf uur nadat de
eerste tanks het land waren binnengetrok
ken. De reden hiervoor kan zijn dat de Na-
vo-opperbevelhebber vóór alles het even
wicht in Europa bewaard wilde zien en bang
was voor ondoordachte reacties. Het kan ook
zijn dat men niet voldoende waarde hechtte
aan de binnenkomende berichten hierover.
Ook beide oorzaken zijn mogelijk. Toen de
Deense regering openlijk tegen deze traag
heid protesteerde kreeg men slechts ten ant
woord dat „het systeem van rapportering en
waarschuwing zou worden verbeterd".
Blijft de vraag of deze oproep, de heldhafti
ge strijd van een Dubcek en een Svoboda,
van heel het Tsjechoslowaakse volk tot op
de dag van vandaag toe, dan helemaal niets
hebben uitgewerkt. Zo is het bepaald niet
en daarom heeft het zin de situatie zoals
die nu ligt wat nader onder de loep te nemen
aan de hand van allerlei gebeurtenissen en
uitspraken zoals die openbaar zijn geworden.
Allereerst dan de Russen zelf. Voor de lei
ders moet het heel duidelijk zijn: hoezeer
ze ook vasthouden aan de schijnvertonin
gen die ze zo af en toe met enkele colla
borateurs weten te organiseren, ze zijn er
geheel en al van doordrongen dat ze niet
welkom zijn in Tsjecho-Slowakije en dat
is dan zacht uitgedrukt!
Anders ligt het waarschijnlijk met de be
volking van de Sovjet-Unie die constant een
zijdig wordt voorgelicht. Een voorbeeld
De tijd zal moeten leren of dr Gustav
Husak bereid en in staat is om de lange
re weg te gaan, de weg die zijn voorganger
Dubcek heeft gewezen maar niet heeft kun-
ten volbrengen. Husak is een man, die als el-
Oosteuropese leider, door Moskou met veel
eerbetoon ontvangen pleegt te worden
maar of hij in staat zal zijn het Russische
denken mee om te buigen naar het Dubcek-
patroon is de vraag.
hiervan is de overeenkomst die onlangs door
de Slowaakse staats-schrijversbond werd ge
sloten met die van de Sovjet-Unie. In het
Russische blad Literatoernaja Gazeta van 6
augustus werd dit feit in grootse opmaak
verkondigd de Slowaakse bladen wijdden
er slechts enkele regels aan. Toch schrij
ven de Russische kranten zelf alle dagen
over de noodzaak van dicipline en eenheid
onder de eigen bevolking het moreel van
de kameraden is blijkbaar toch wel zorg
wekkend verzwakt! Trouwens, het woord
„bezetting" mag door de Tsjechische pers
en radio niet meer gebruikt worden. In plaats
daarvan spreekt men nu over „de huidige
politieke toestand".
De communistische leiders van de meeste
andere Oosteuropese landen doen aan deze
Russische (tragi)komedie mee. Zo zonden op
2 augustus het Centrale Comité van de Pool
se communistische partij en de Poolse rege
ring 'n telegram aan de Sovjet-leiders Brezn
jev, Podgorny en Kosygin, waarin onder meer
stond:
„...wij erkennen dat de vriendschap en
de hechte samenwerking met de Sovjet-
Unie hel fundament vormen van de on
afhankelijkheid en de bloei van onz§ staat
en wij zullen gee krachten sparen om
in de volgende kwart eeuw de vriend
schappelijke betrekkingen met de commu
nistische partij van de Sovjet-Unie met het
gehele Sovjet-volk nog verder te verster
ken op basis van het proletarisch inter
nationalisme tot heil van onze beide lan
den".
Of met die „volgende kwart eeuw" bedoeld
wordt dat men hoopt er over 25 jaar vanaf
te zijn, vermeldt de historie niet.
Roemenië (en ook Joegoslavië) vormt een uit
zondering. De Roemeense minister van de
fensie I. Ionitsa liet op het tiende partijcon
gres begin deze maand een heel andere toon
horen. Volgens het dagblad Scintia (De
Vonk) kon deelneming aan het Warschau-
Pact uitsluitend berusten op de principes van
niet-inmenging. nationale onafhankelijkheid
en rechtgelijkheid. Op datzelfde congres zei
de Tsjechische afgevaardigde ir. Josef Kemp-
ny over zijn land (zij het in wat andere be
woordingen) dat de na januari 1968 ingesla
gen koers van liberalisering juist was, doch
dal de pers en de radio te enthousiast en te
vrij gereageerd hadden, waardoor de bezet
ting werd veroorzaakt. Hij zei dat de man die
Dubcek opvolgde, dr. Gustav Husak, diezelfde
lijn doortrekt. Waaraan hij de betekenisvol
le woorden toevoegde: „De betrekkingen tus
sen Tsjecho-Slowakije en Roemenië worden
steeds beter".
Gegeven deze situatie hebben de landen
van het Warschau-Pact zich in maart van
dit jaar tijdens geheieme besprekingen in
Boedapest, bezonnen op de vraag welke ge
dragslijn men moest gaan volgen. De Rus
sische delegatie was op topsterkte: Breznjev
en Kosygin, de minister van defensie A.A.
Gretsjko, de opperbevelhebber der Warschau-
pact-strijdkrachten maarschalk Jakoebovsky
en zijn chef-staf, legergeneraal S.
M. Sjtemjenko. Hoezeer het militaire element
gewicht in de schaal heeft gelegd is geble
ken uit de enorme troepenbewegingen die in
de afgelopen maanden in de Sovjet-Unie en
Oost-Europa hebben plaats gevonden.
Immers, bij de Hongaarse opstand in 1956
waren er 19 Sovjet-divisies nodig geweest
om deze te onderdrukken. Bij een eventuele
opstand in Tsjecho-Slowakije zou men ze
ker niet minder militair potentieel nodig
hebben. Eerder het tegendeel, want het
Tsjechische leger kan met zijn veertien
divisies een geduchtere tegenstander vor
men dan destijds het Hongaarse. Want wie
zou denken dat het Tsjechische leger Mos
kou blindelings zou volgen, wordt hierover
beter ingelicht door de resolutie die op
14 augustus j.l. werd uitgegeven door func
tionarissen van het hoofddirectoraat voor
politieke zaken van dit leger Hierin wordt
gezegd dat men ook over het leger waak
zaam moet zijn, want „ook het leger is
u] i immrnmm