I m ZOEKLICHT op NFDERLAND richtte een „straal" op de Zuid-Veluwezoom KWALITEIT! SCHAKEN door H. KRAMER OPLOSSING DAMMEN door J. M. BOM OPLOSSING BRIDGE AAfr door H. W. FILARSKI CRYPTOGRAM Ook mensen ,Uit de tijd" De jacht (die straks weer begint) en haar voor- en tegenstanders De begrafenis van een ja ger: het everzwijn in zijn pij, het haas met de rouw krans, de herten die de kist dragen en de vos. Zij allen zijn bedroefd. In onze loggia hangt een ijzeren gietstuk in haut- relief, voorstellende de begra fenisstoet van de jager en ge maakt naar een oleogravure, die men in oude jachtboeken vindt en die voorts omlijst in onderwetse buitencafés of het achteraf-huis van de wild schut aan de wand hangt. Er zal wellicht in menig oog wei nig moois aan wezen, maar origineel en genoeglijk mag deze voorstelling toch wel worden genoemd. Ik ben blij met de haast onverwoestbare gestalte, die de DRU eraan gaf, want zo'n stuk kun je gerust buiten in weer en wind han gen en wordt het wat roes tig, dan doet een borstel met schoensmeer wonderen. Ook is het min of meer oorspron kelijk, want mijnheer Viskil liet er slechts enkele privé gieten en ik geloof niet, dat deze aardige ornamenten in de handel zijn. onder 't voorbijgaan mijn oog er toevallig even op mijn oog er toevallig even op rust, moet ik er vaak aan den ken, welk een eigenaardige verhouding van toegenegen heid en vernietiging er be staat tussen de jager en zijn wild. Onze plaat in gelagka mers en boswachterijen moge een waardeloze reproduktie zijn geweest, gelijk mijn plê- tre niet vergeleken mag wor den met meesterschap in brons het grond-idee was echt en waar: ook de dieren erkennen de jager als hun vriend. Allemaal zijn ze op deze lijkstoet bedroefd: het everzwijn in zijn pij, het haas met de rouwkrans, de herten, die de kist dragen en zelfs de arglistige vos met de zakdoek: zij jubelen niet om de dood van hun vervolger en dat zou toch heel normaal zijn ge weest. Steeds zijn de groot ste jagers beschermers der dierenwereld geweest en als deze teruggedrongen werd, ligt dit in de meeste geval len aan de culturele ontwik keling der volkeren. De ge schiedenis van het jaagbare gedierte is niet zelden een tragedie van het dierenrijk. Menige indrukwekkende vier voeter is in het verleden eer der ten offer gevallen aan uit roeiing van de bossen, droog- malen van moerassen en ont ginning van veld en bos, dan aan een onoordeelkundige be oefening der jacht. De mens weigerde de schepselen van moeder Natuur een plaats aan de rijk-gedekte dis, hij trok het recht van de sterkste tot zich en begon alles naar wet en schade af te meten op- zichzelf een onmogelijke maatstaf voor het bestaan in de levende natuur en een richtsnoer, dat tot bedenkelij ke gevolgtrekkingen leidt. We zijn er evenwel reeds zozeer in verstrikt, dat we nauwelijks in andere normen kunnen den ken en ons eerst van al afvra gen, of ons enige schade wordt toegebracht. Inderdaad valt het niet mee, zich boven dit enghartige standpunt te plaat sen en wanneer iemand de jonge borderplanten steevast door de konijnen ziet afgevre- ten, een andere buitenman met lede ogen moet aanschou wen, hoe de reeën met ve gen en nederrijden zijn dure fruithout maltraiteren en een boer slag op slag verliezen on der de hoenders constateert wegens de vos, wel, dan kan ik mij voorstellen, dat zij zeg gen „die meneer Wigman heeft goed praten, maar ik probeer mij tegen zulke last posten te verweren..." Intussen raakt dit alles nog slechtlï zeer zijdelings ons onderwerp, dat een ethische instelling van de jager tot na tuur en wild als voorwaarde tot ware weidelijkheid stelt. Een volledig toegerust jagers man. wildkundig en schiet - vaardig, expert in bersen en lokken, valt deze eretitel nog niet toe, wanneer hij geen achting, eerbied en ontzag voor de schepping vermag op te brengen, indien ridderliik- heid tegenover haar- en ve derwild, hulp en steun in het veld bij moeilijke tijden, mo rele verantwoordelijkheid en tal van andere gunstige eigen schappen, die hart en ge moed sieren, hem een geslo ten boek zijn. In onze tijd van al te snel verworven aards be zit, breidt zich het aantal ge weerdragers zonder jachtken- nis schrikbarend uit en zij brengen de klad in deze no bele ontspanning voor li- In twradc ronde van b«t 'IBM*toernooi opende d« jonge Roemeen Gtoeorohiu zijn partij tegen de Hongaar Poëtisch met het alou de koningsgambiet. Deze opening, die hon derd jaar geleden heel veel voorkwam, is te genwoordig praktisch uit de toernooipraktijk verdwenen. Alleen de Amerikaan Booby Fi scher heeft het gambiet af en toe bij verrassing toegepast en niet zonder succes. Onlangs heeft de jonge Zuidslaaf Planic het voorbeeld van de Amerikaan gevolgd. Hij behaalde er een ver rassende overwinning mee op zijn landgenoot Matanovic. De poging van Gheorghiu om Portisch er mee te overrompelen, leed evenwel schip breuk: de Hongaar bestreed het gambiet met een tegengambiet en hij bracht zijn tegenstan der daarmee al spoedig in onoverkomelijke moeilijkheden. Wit: GHEORGHIU. Zwart: PORTISCH (Amsterdam 1969). Koningsgambiet. 1. e2-e4, e7-e5 2. f2—f4, e5xf4 3. Lfl-c4. (De vroeger bijna uitsluitend toegepaste voort zetting 3. PD heeft zijn bekoring verloren). 3Pg8-f6! (In de hierboven geciteerde partij Planic - Matanovic, Ljubjana 1969 volg de minder sterk: 3Pe7 4. Pc3, c6'5. DD, Pg6 6. d4, Lb4 7. Pge2. 0-0 8. 0-0. Df6 9. e5, De7 10. Lxf4 met voordeel voor wit.) 4. Ddl—e2 (Op 4. e5 volgt zeer sterk 4 dS! De tekstzet is een poging de opmars dS te verhinderen. Na 4. Pc3, c6! 5. DD. d5 6. exd5, Ld6 staat zwart namelijk comfortabel). 4d7—d5! 5. e4xd5 Lf8-e7 6. Pgl-D, 0—0 7. 0-0, c7—c6! (De meest radicale oplos sing). 8. d5xe6, Pb8xc6 9. c2-c3, U7-d6 10. d2—d4, Lc8-e4. (Zwart heeft de mobilisatie van zijn strijdkrachten al nagenoeg voltooid. Het vasthouden van de pion op f4 verzekert zwart van actief spel via de open e-lijn - punt e3! terwijl juist de kansen van wit - op -lijn niet verwezenlijkt kunnen worden). II. Pbl-d2, Tf8-e8 12. De2-f2, Lg4-h51 (Dreigt Pg4.) 13. h2-h3, h7—h6 14. Lc4-b5(?) (Een slag in de lucht. Juist was direct 14. Ld3). 1.4Ld6-c7 15. Tfl-el, Dd8-d5 16. Lb5-d3 (op 16. c4 volgt 16DD 17. d5, Txel 18. Dxel, Pb4.). 16Lh5-g6 17. Ld3xg6, f7xg6 18. b2-b3, gö—g5 19. Lcl-b2, g5-g4 20. n3xg4. Pf6xg4 21. Df2—fl, Pg4-e3 22. Dfl-f2 (ook 22. Dd3, Pe5' is niet aanlokkelijk.) 22g7—g5 23. c3—c4, Dd5-D 24. Pd2-fl, g5-g4 25. PO—e5 (Een uiterste po ging om de vloedgolf te keren). 25Pe3xfl 26. Telxfl, Pc6xe5 27. d4xe5. DD-h5 28. Df2xf4, Lc7-b6+ 29. Lb2-d4 (Volgens de zwartspeler bood alleen 29. c5, Lxc5 30. Tf2 nog kans op tegenspel). 29. Te8-f8 30. Df4-e3. Lb6xd4 31. •De3xd4, g4—g3 32. Tfl-f6, Ta8-d8 33 Dd4—f4 In deze stelling volgde: 33Dh5-h2 34. Kgl-fl, TfBxfb 35. e5xf6, Dh2-hl+ 36. Kfl-e2, Dhlxg2+ en wit verloor door tijdso verschrijding. Opgave van de week: wat zijd de gevolgen van 33Tf8xf6 34. e5xf6, Td8-dl Wiioaiojh. c.>aiu, 1UO—UIT Dg4+ 30. K«2, Dg3 31. 8 De oplossing komt in de volgende rubriek. Th2, DO 33. Tg2, Dxg2 mat GHEORGHIU De stand was: Wit (Wasjoekow): Kh2, Dh6, Tal en f2. Lh7, pionnen a2, b2, c3, d5, h4; Zwart (Damjanovic): Kc7, Dc4, Tg3 en g8, pionnen a5, b7, d6, e5, f6, f7. Mat in 6 zetten ia mogelijk door: 28Th3 29. Kxh3, Dg4 30. Kh2, Dg3+ 31. Khl, Dh3+ 32. zYLTIJD is er in een wedstrijd wei een "als" op te zoeken, waardoor de uitslag heel anders zou zijn geweest dan hij in werkelijkheid is geworden. Er was toch zeer beslist een grote "als" in de eerste landenwedstrijd Rusland - Nederland dit jaar. En deze "als" kwam niet van een bordbezet ting, waar de uitslag vooraf al gunstig voor de Russen was getaxeerd, maar van ons derde bord: es-wereldkampioen P. Roozenburg. Hoewel tevo ren kon worden gerekend op een zeer agressieve Tsjegolev - was deze immers niet gepasseerd voor het Internationaal Brintatoernooi? - werd kwaliteit van de Nederlander afdoende geacht om zijn opponent van een positieve score af te houden. Welnu, ten slotte is dit ook gebeurd, maar nie mand kan zeggen wat er gebeurd zou zijn, als Roozenburg zijn eerste partij niet had verloren, echter.... hij verloor wél en dat bracht de Russen toch een vnj gelukkig gelijkspel in deze enerve rende openingsronde. Hieronder het verloop van deze partij. WIT: W. Tsjegolev; ZWART: Dn. P. Roozen burg. 1 32-28 19-23; 2. 28x19 14x23; 3. 37-32 10-14; 4. 41—37 13—19; Sluit bij voorbaat gun stige "RS-systemen" voor wit uit. I 5. 46-41 8-13; 6. 35-30 2-8;.7. 30-25 4-10; !8. 40-35 18-22; Roozenburg houdt uit tactische j overwegingen de strijd voorlopig overzichtelijk. 9. '34-30 12-18; 10. 39-34 7-12; II. 34-29 23x34; 12. 30x39 1-7; 13. 45-40 19-23; 14. 32-28 23x32; 15. 38x27. De tactische oorlog beweegt zich rondom de nog onontwikkelde zwarte linker vleugel. Zwart leidt nu een laVeerpartij in: 15. 20-24; 16. 43-38 17-21; 17.49-43 21x32; 18. 37x17 12x21; 19. 33-28 21-26; 20. 41-37 16-21; 21. 37-32 26x37; 22. 32x41 7—12; 23. 41-37 11-16; 24. 38—32 6-11; 25.43-38 11-17; 26. 36—31 21-26; 27. 31-27 17-21; 28. 50-45 12-17. Het zwarte laveersysteem bevalt'wit blijkbaar helemaal niet, vandaar dat hij de partij herleidt tot een flanksysteem met het doel zwarts linker vleugel "onder vuur" te nemen. 29. 28-23 18x29; 30. 27-22 17x28; 31. 32x34 13-18; 32. 34-29 24x33; 33. 38x29 De „switch" is gelukt aan wit, maar hij heeft daarmee nog niets positiefs bereikt. 33. 8-13; 34. 39-33 18-22; 35.35—30 13—18; 36.40—35 (zie diagram) De stellingen moeten gelijk worden geacht. Zwarts enige zorg is, hoe hij de materiaalconcen- tratie rechts onder controle houdt! In dit opzicht heeft wit het gemakkelijker: zijn linkervleugel ia geheel ingericht op defensie tegen een flankaan- val. Zwarts positie is echter actiever. Hierdoor ge biologeerd, wordt plotseling de avonturier, die men in Roozenburg al dood gewaand had, weer springlevend en met één zet steekt hij de lont in het kruit. Helaas ontploft het aan de verkeerde kant: 36. 15-20? Het beste u (21-27) of ook (14-20) 25x14 (10x19) met volkomen gelijke kansen. Heel fraai weerlegt Tsjegolev zwarts opzet: 37. 42-38 10-15; 38. 45-40 9-13; 39. 44-39 3-8; 40. 39-34 22-28; 41.33x22 18x27. Schijnbaar is het witte aanvalsblok rechts door zwarts opstelling machteloos, echter de Moscoviet stoot krachtig tegen: 42. 29-23! 27-31; 43. 48-42 14-19. Als opgave voor de lezers deze week ditmaal een# een positionele opgava: Waarom was deze voortzetting vrijwel gedwongen? 44.25x14 19x10; 45. 30—24! Zwarts opzet ismis-, lukt: in de komende bewegingsoorlog staan nu beide vleugels slecht en hoewel hij zich nog taai verdedigt, maakt de Rus geen fout: 45. 8-12; 46. 35-30! 31-36; 47. 40-35 13—18; 48. 34-29 18—22; 49. 30-25 22—27; Deze tegenaanval sor teert geen effect; 50. 25-201 12-17; 51. 38-32 27x38; 52. 42x33 21-27; 53. 37-321 27x38; 54. 33x42 26-31; 55. 23-19! 17-21; 56. 20-14; en na enkele zetten staakte zwart de hopeloze «rijd. De stand was: WIT (Varkevisser): 25.27,28,32.33.37.38.39. 40.44 (10 at.) ZWART (Gantwarg): 9, 13. 14, 16, 17. 18, 19, 23.24,26 (10 stukken). Wit won gedecideerd door 40-35'! (l7-"2l) 35-30! Met dit klassieke offer wordt zwarts for matie plotsklaps krachteloos: (24x35) 39-34!! Zwart probeerde het nog met: (18-22) 27x29 (13-18) maar 44-391 (18—22) 27x18 (21x12) 32-27! (12-17) 33-281 (9-13) 39-33 ra iwan gaf op. 1 wee bijna identieke situaties werden in de af gelopen twee weken behandeld - en er zijn jaren van ervaring voor nodig om het onderscheid tus sen de ene en de andere te kunnen maken. De laatste probleemstelling, waarvan u vorige week uitsluitend de west en noord-spellen zag, waarbij de vraag hoe of west moet tegenspelen, was geba seerd op de volgende uitleg: ■■■■1 ABS ten vier naar oom# ruitenhecr dan door oost mijn bod bood toch aeven harten en ruiten twee na. Nu ia het onvermijdelijk dat NZ het. daar ik géén renonce in ruiten beiatl vier slagen in ruiten verliezen; d.w.z. één down Het geval deed mij denken aan dit ipel» gaan. op ge uw krachten eens moet beproeven! Interessant is het te zien, wat er gebeurt als oost onder ruitenaas niet ue negen bijspeelt. Zou west toch ruiten naspelen, dan wint oost met ruiten- heer en vervolgt met ruiten negen: zuid speelt een kleine ruiten bij en de ruitens bij OW zijn geblokkeerd zodat NZ daarna hun negen slagen maken! Voor de liefhebbers van de z.g. 'omge keerde' signalen' een nare situatie: de ruiten ne gen zou 'betekenen' dat oost géén belangstelling voor het ruiten-naspel heeft Maar in bridge be staan situaties waarbij men niet moet 'signaleren', doch moet 'spelen' en dit ia er dan één van! Zuid gever, allen kwetsbaar, Zuid één Sansa- tout - noord drie Sansatout - een normaal bied- verloop. West begint met harten tien, noord wint de slag met hartenaas. Uiteraard begint de spelleider nu de klavcraanval: vrouw uit noord - en west w:nt met klaverheer. Wat nu - was de vraag? In de vorige probleemstelling (zie 2 augustus) was wests 'enige' kans om een kleine ruiten te spelen, daar west toen ruiten AB84 had. In déze probleemstel ling echter, waarin west'moet spelen op de moge lijkheid van de ruitenheer (met negen of boer) bij oost, is de juiste voortzetting: ruitenaas, waaron der oost de negen moet bijspelen, vervolgens rui- Het interessante van bridge is, dat men vaak de te volgen bied- of speelwijze moet instellen op de kwaliteit der tegenstanders. Ik kan mij herinne ren. dat ik eens 'vijf ruiten' bood in een situatie waarin de tegenpartij zéér kennelijk een goede ruitenklcur bezat en op weg was naar tenminste klein- of grootslem in harten. Mijn partner had klaver geboden, voor welke kleur ik mooie steun bezat, zodat er voor ons akijd een veilige uitweg was naar zes of zelfs zeven klaveren. Ik hoopte, dat mijn vijf-ruitenbod de tegen partij zou suggereren dat ik renonce in die kleur had, zodat zij géén zeven harten zouden bieden, denkende dat ik de uitkomst van mijn partner in ruiten zou kunnen aftroeven. Mijn tegenstander ontging echter ten enen male de 'subtiliteit' van A V 3 O BI7I4J O 7 9 A H 4 Zuid gever, allen kwetsbaar. Zuid één harten - OW pasten - noord twee Sansatout (forcing) - zuid drie harten - noord vijf harten - zuid zes harten. Geen mooi wetenschappelijk biedverloop, maar zulke dingen gebeuren in bridge en u zult er mee moeten leren t« leven. Tegen zes harten start west met hartenaas (1), noord de negen, oost de vijf en zuid de drie. In slag 2 speelt west harten twee na. Hoe verderf U mag de vraag splitsen in twee delen: a) Hoe speelt 'u dit contract tegen 'gewone' bridgers en b) Hoe speelt u het, als op de westplaats éen groot expert zit?? HOR'ZONTAAL: I. 1 oorbare bloem (8) 5. i roeien tegen het vuil (6) 9 Zij tracht het maximum in het weinige te hereiken (8) 10. Populair op de fles (6) 11. Daar is veel vraag naar (8) 12. Het gemis in viezigheid (6) 14. Deze heren zijn licht ontvlambaar, maar zij doen het slechts per procuratie (10) 18. 21 juni, 21 december (10) 22. Dit gaat er vele bevatten (6) 23. Niet de kortste wegen naar boven of naar beneden (8) 24. Hier en daar (6) 125. Stenen letters (8) 26. Speurders uit het oosten (6) 27. Zij liep met soep (8) VERTICAAL 1Deze aanduider is zo even verschenen (6) 2. Vreemd vrouwelijk familielid van vader (6) 3. Wie hier woont mist de civilisatie (6) 4 Ook de beste verpleegster laat hem wel eens vallen (10) 6. Wij, U en zij (8) 7. Mobiele modderdam (8) 8. Na de top (8) 13. Zij wijzen ons de goede weg (10) 15. Valse vouw (8) 16. Een provo geeft weinig licht (8) 17. Mag zich eigenlijk pas na zonsondergang doen horen (8) 19 De Jantjes dragen er iets van op de rug (6) 20. Iets dat lang en slap neerhangt heeft iets steriels (6) 21. Gezellige, aardige lieve (6) OPLOSSING HORIZONTAAL: 1. komiek, 6. klasse, II. Islam, 13, praat, 14. non, 16. stalles, 17. aap, 19. in, 20. eten, 21. anti, 23. de, 24. neen, 26. riant, 28. over, 30. grein, 32. Est, 33. stiot, 34. angel, 36. haast, 37. voordat; 38. speer, 40. Ka- rel. 43. Baarn, 44. nap, 46. nieuw, 48. Anne, 49. Silas. 51. Elbe, 52. It., 53. none, 55. alom, 57. b.d., 58. Lea, 60. roteren, 61. tea, 62. Andes, 64. dczcr, 66. nimmer, 67. Pelita. VERTICAAL: I. koning, 2. min. 3ta, 4. Eist, 5. kater. 6. krent, 7. last, 8. Aa, 9. sta, 10u expert, 12. manie, .13. plant, 15. onera, 18. adept, 20. enig, 22. iota, 25. eenspan, 27. astraal, 29. visueel, 31. neven, 33. Satan, 35. lor, 36. hak, 38. santé, 39. eren, 41. riem, 42. lubbe, 43. ballon, 44. niets, 45. paard, 47. W* da na, 49. snoer, 50. sleep, 54. orde, 56. onza^ ,59. aam, 61. tri, 63. nm., 65. el, ««al chaam en geest. Soms haalde ik op voordrachten of in een napraatje zulk een punt naar voren, doch vaak bleek het een hachelijke zaak, waar bij ik alle overreding moest laten gelden, want tal van menspjv vereca»"1 fint jachtSedrlJTmet doden en beoefenaars ervan met ruwe, harteloze creaturen, die Gods mooie schepping in rauwe plompheid schenden met hun schietgeweer en onbe schaafd, lomp optreden, luid ruchtigheid en ongemanierde handelingen. Dovendien spreken ze een u taaltje, dat geen ontwikkeld - taaltje, dat geen ontwikkeld mens verstaat, kunnen moei lijk aanspraak maken op ho gere moraal en geijkte om gangsvormen naar regel en zede van beschaving. In het oog der tegenstanders kennen ze geen verfijning en cultuur; tekenen van goede kom-af ontbreken doorgaans of kun nen moeilijk samengaan met het z.g. bloeddorstig hand werk, welks barbarij een ge cultiveerde geest verafschuwt. Meermalen wordt men gecon fronteerd met lieden, die in de jager een synthese van bloedige sport, landloperij en niks-nutterij zien, een in fa natieke ongebondenheid vage bonderend slag mensen, ja loers en hebzuchtig, met een hang naar avontuur. Natuurlijk bestaan er zulke typen en zij verdienen het predikaat van weidman in ge nen dele. Maar velen van hun broeders in het groene gilde tonen zich daarentegen geluk kig waardige vertegenwoordi gers van Sint Hubertus en eren het schepsei in de Schepper. Zij verkeren stil en tevreden in het veld en heb ben vreugde in het hart over wat zich aan viervoeter of vo gel vertoont, zonder dat de eerste gedachte is. hoe zij deze kunnen bemachtigen. Zij bezitten altruïsme en gezonde natuurzin. verbonden met lief de tot het buitenspoor en vaar is de buit maar bijkom stig; kernachtig zeggen de Engelsen „There is more in shooting, than the size of the bag". Mr. T. Lebret ver taalde dit in zijn boek „Sui zende wieken" met „het gaat niet om de knikkers, maar om het spel" en hij spreekt ver der over het ongemak, dat een aangename afwisseling vormt met de bureaustoel. Daarbij citeert hij toepasse lijk prof. dr. N. Tinbergen, die aanvoert, dat veldbiologen evenmin als jagers door ver standelijke motieven het ter rein worden ingedreven, maar omdat zij het niet laten kun nen, omdat dauwtrappen en wat daarbij te pas komt, hun lust en hun leven is. Wie zich werkelijk jager mag noemen, beleeft meer dan de helft van zijn genot aan de omgeving, verrijkend zijn kennis van de levensgewoonten der dieren, die hij denkt buit te maken. Elke geweerdrager kan men deze hoedanigheden evenwel helaas niet toeschrijven en hij brengt onze sprot in dis krediet. Dij het ovendenken van dit allee mogen wij er niet aan voorbijzien, dat dank zij rle zeggen altijd maar dat Hilversum alleen uitzendt voor de randstad, maar wat is dit dan? Tel kens op maandag honderd en-acht minuten reportages uit alle provincies in Zoek licht op Nederland" van de NOS, in september voor de honderdste keer en dat is nog maar een enkel voor beeld". NOS-producer Ben Dinger- dis noemt dit .Zoeklicht op Nederland" gaarne een voor beeld van echte belangstel ling voor de regio. ,,We pro beren hiermee de belangstel ling van mensen voor elkaar te wekken, van mensen die in verschillende streken wo nen. Dat is het verschil met de regionale omroepen, die hoofdzakelijk voor eigen pu bliek werken we hebben dus allebei een eigen taak. Neem nu het geval, dat we in Alkmaar komen, zoals vo rige week, en daar gaan pra ten over de schouwburgplan nen. Ze hebben daar het enorme probleem, dat zo'n cultureel centrum pas na ja ren er komt een verzor gingsgebied van drie miljoen inwoners financieel wat gunstiger uitkomt, maar dat het er nu eigenlijk al moet zijn. Allerlei gedachten zijn weer van belang voor be stuurders en particulieren in andere streken van het land. Die luisteren er ook echt naar. we krijgen heel veel reacties". Daarbij kan de heer Din- gerdis wijzen op een luister dichtheid tussen 2 en Vit voor Zoeklicht op Nederland". Dat beteknt tussen de 180.000 en 400.000 luisteraars. Zij horen korte, zeer puntig uitgedraaide reportages en een concert uit de regio. En velen van hen reageren erop. waardoor .Zoeklicht op Ne derland" ook werkelijk een contactpunt wordt. TZ o kwam er afgelopen maandag een onderwerp de ether uitdwarrelen waar we de laatste tijd niet zo veel meer over horen, maar waarvoor toch nog wel be langstelling bestaat: de wet telijk toegestane wildklem- men voor de bestrijding van schadelijk gedierte in het jachtveld. Wim Buurlage sprak met de pachtopzichter Van Veldhuizen in het natio nale park Veluwezoom, die er nogal pittige dingen over zei. Hij opperde onder meer als bezwaar, dat de dieren zelf niet precies weten voor wie van hen de klemmen be stemd zijn vandaar dat er nogal eens dieren in terecht komen die men er liever niet in zou zien. Als voorbeeld noemde hij fazanthennen met kuikens, die op de maden in de heerjagers-grootgrondbezit ters menig landschap werd gespaard en dat zonder hun inzicht vele vertegenwoordi gers onzer fauna uit het beeld daarvan zouden zijn verdwe nen of tot een fractie inge- schrompeld. Men heeft kos ten noch moeite gespaard om een rijk en welvoorzien jacht veld te behouden en niet zel den volgde men daarbij een nobele traditie van vader op zoon. De Veluwe en de duin streek tonen er tot op de hui dige dag nog de vruchten van, maar tensiotte konden de eigenaars niet op tegen het toenemen der bevolking, de schrikbarend hoge lasten, de landbouwvoorlichtingsdienst de cultivering van de woeste gronden en de veranderde maatschappelijke verhoudin gen. Nochtans hield de oude garde, allengs versterkt door jongere gelijkgezinden vol en wist met hoge offers redelijke wildstanden te bewaren. Voor hen blééf alle moeilijkhe- het aas van de klem afko- me. De fazant moet dan worden afgemaakt en de kui kens erbij. ,,Als ieder en eer lijk vertelde wat hij alzo in zijn klemmen vindt, zouden er verbazingwekkende gege vens tevoorschijn komen", aldus de heer Van Veldhui zen. Een tweede bezwaar is, dat de dieren vaak op een gru welijke manier aan hun eind komen, rukkend en trekkend aan het beklemde lichaams deel, soms hun eigen poot uitdraaiend of afbijtend in hun pogingen om vrij te ko men. En op plaatsen waar de klemmen niet alleen in holen, maar ook op de vlak te worden gezet, is het niet denkbeeldig dat er mensen in terechtkomen. In Drenthe, zo zei de heer Van Veldhuizen, is dat on langs nog met een kind ge beurd. Hij zou de klemmen vervangen willen zien door vallen. Zit daar een schade lijk dier in dan kan men het afmaken, andere gevangen dieren kunnen weer worden losgelaten. Dit alles zonder martelingen. den ten spijt de jacht een sport van uithoudingsvermo gen, een remplagant voor de drukte van beurs, veem, ha ven en fabriek, bijdragende tot de vorming van karakter en geestelijk welbehagen en stimulerend de levenskracht. Captains of industry vinden er een tegenwicht voor de da gelijkse beslommeringen, zij strijden voor de vervlakking van hun dierbaar bezit, dat dreigt onder te gaan in mas sarecreatie en behoeden de levende have ervan met grote zorg en kosten. Menigeen, die in Nederland nog de rust van het woud probeert te ontdek ken, zal deze in zo'n jachtge bied kunnen aantreffen. Daar om moeten we niet al te gauw met onze verguizing klaar staan, maar als redelijk denkend mens proberen te be seffen, dat het belang van een weidelijk gedreven jagerij geenzins onderschat mag wor den. A. B. Wigman. In Gelderland bleken er over deze uitzending nogal uiteenlopende meningen te bestaan. Chef-jachtopzichter L ieftink van het nationale park De Hoge Veluwe ver telde ons, dat hij het hele maal eens is met zijn colle ga. Hij zegt: ,,Het wordt tijd dat onze beschermde dieren op werkelijk alle mogelijke manieren gespaard blijven en wat het schadelijke wild betreft: bestrijden is nog iets anders dan beulen". Hij kon zich echter wel voorstel len dat de problemen in jacht velden met klein wild groter zijn, maar toch: ,,die klem men. nee, die zijn eigenlijk uit de tijd". Op particuliere terreinen daarentegen worden stem men gehoord van deskundi gen. die het aan de jacht opzichters zelf wijten, dat de klemmen zulke beroerde ta ferelen opleveren. Zij reke nen het tot de taak van de jachtopzichter, de klemmen voortdurend in de gaten te houden en daarmee niet te wachten totdat het al dag is. Klemmen zijn geen gereed schap voor mensen, die niet zelf voortdurend in het veld zijn. In ieder geval is er weer eens een gesprek over aan de gang gekomen. Als zo'n gesprek nog even wordt voort gesprek nog even wordt voort dat wellicht geen kwaad.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 15