Holderdebolder9 wij hebben een koe op zolder Boer wordt: agrarisch ondernemer „Draagbare" parkeergarage Vee in komt silo JAPANSE HIPPIES HOUDEN SING-IN HARTJE IN LAAT JE VRIJEN IN HET LAND VAN DE GRIMMIGE GLIMLACH LANGHARIGEN VERMOMD MET EEN PRUIK Bar in voormalige kerk Niet nog meer geref. kerken in buitenland Politiecontrole op Damslapers „reëel en legaal" X VERKNOEID NIEMAND WAKKER DE BOER OP Humor is voorrecht van onderdrukten GROTE KNOBRELS DAG SIKKELS VRIJDAG 29 AUGUSTUS 1969 LOS ANGELES Charles Bentley is miljonair geworden omdat hij op ze kere dag geen parkeerplaats kon vin den. Dat gebeurde in Los Angeles in 1964. Ongeduldig rondrijdend zag hij, voor een stoplicht staande, een leeg ter rein, uitstekend om te parkeren, maar bestemd om bebouwd te wor den. Jammer, dacht hij, dat ze geen draagbare parkeerplaatsen hebben. Het kostte hem een jaar om een me thode te vinden voor het verbin den van staal en beton, toen richtte hij zijn maatschappij op. In 1967 kreeg hij opdracht van de stad Los Angeles een draagbare par keergarage voor het overheidsperso neel te bouwen. Het werd een suc ces en spoedig volgde de opdracht voor nog twee. Elk van de garages van twee verdiepingen kan 570 wa gens bergen. Uit heel Amerika en ook uit Europa, Azië en Zuid-Amerika ontvangt hij brief na brief om inlichtingen. Bentley schat dat zijn maatschappij Portable Parking Structures In ternational aan het eind van het jaar aan bruto-inkomsten tien mil joen dollar zal hebben ontvangen. Een middelgrote garage met een nut tige oppervlakte van ongeveer 2780 vierkante meter kan in 21 dagen ge bouwd en opgeleverd worden voor 67 dollar per vierkante meter, of 625 dollar per parkeerplaats. Een gewo ne betonnen parkeergarage kost ge woonlijk 1500 a 2000 dollar per plaats. De constructies kunnen in vijf dagen afgebroken worden en el ders worden opgebouwd voor 21.5 dol lar per vierkante meter. Bentley, Hongaar van geboorte, vlucht te in 1957, met vrouw en dochter en vrijwel niets op zak uit Hongarije naar de nieuwe wereld. Zes jaar werkte hij in Canada als ingenieur. In 1963 kwam hij naar Los Angeles. Walter H. King, directeur van het par- keerbureau van Los Angeles, is en thousiast, zeggende: „Ze zijn goed koop en buitengewoon duurzaam, en zij kunnen van de ene plaats naar de andere worden verhuisd, zodat een stad het maximale nut heeft van zijn belegging". Sommige architecten en stedebouw kundigen hebben kritiek, omdat de constructies zo lelijk zijn. AMSTERDAM De controle van de politie op de Damslapers is volgens mr. J. F. Hartsuiker, de Amsterdamse offi cier van justitie, een reële en legale ac tie. Volgens mr. Hartsuiker, blijkt dat uit het feit dat vijftig procent van de aan gehouden Damslapers bestaat uit bui tenlanders zonder middelen van be staan, minderjarigen en mensen die in het bezit zijn van verdovende midde len. Van verscheidene kanten is gepro testeerd tegen de acties van de politie. Twee Amsterdamse raadsleden hebben er al schriftelijk vragen over gesteld, evenals een lid van de Tweede Ka mer. Mr. Hartsuiker is van mening dat het slapen op of rondom de Dam valt on der het hoofdstuk: handhaving van de openbare orde. Hij vindt dat een zaak voor de politie en niet van de jus titie. Tot nu toe werden 602 Damsla pers aangehouden, 161 werden uitge wezen. TOKIO Japanse hippies en duizenden studenten, voor het grootste gedeelte linksgezind en pacifistisch, hebben een nieuwe uitweg gevonden om lucht te geven aan hun protesten tegen de oorlog in Viëtnam, het veiligheidsverdrag tus sen Japan en de V.S. en de gevestigde orde kortom, tegen alles waar ze het niet mee eens ztyn. ZU zetten in heel Japan „sing-ins" op touw, op overvolle pleinen om mensenme nigten aan te trekken en het de autoriteiten lastig te maken. Een van hun meest geliefde plaat sen van samenkomst is Sjinjoekoe, het meest bekende „hippie-district" van Tokio, waar elke zaterdagavond op gi taren tokkelende jongelui zich verza melen, populaire liedjes zingen en in microfoons schreeuwen om stoom af te blazen. Het is verscheidene weken geleden begonnen, toen een paar langharige hippies besloten, de hete zaterdag avond door te brengen met gitaarspel en het croonen van volksliedjes van het genre „we shall overcome". Geleidelijk verzamelde zich een me nigte. Een aantal omstanders ging mee zingen. De volgende zaterdag werd de ver toning herhaald en er kwamen meer mensen. De „sing-ins" sloegen zó aan, dat duizenden studenten, die tal van groe peringen van de Zengakoeren, de mi litante linkse studentenorganisaties, ver tegenwoordigden, gingen meedoen. Een pacifistische groep studenten, bekend als het Japanse comité voor Het begrip „nieuw" mag dan afgesleten zyn en misschien zelfs irri terend werken in een tyd, waarin alles met „geweld" vernieuwd moet worden, het is iets anders wanneer dat nieuwe alleen maar charmant is. WU hebben het over „Hartje-in", een uit Frankryk afkomstig sie raad, dat daar „Coeur a Coeur" heet en dat tege- ïykertyd in Frankryk, Engeland en Nederland wordt geïntroduceerd. Het is 'n sieraad voor verliefden, die nog niet verloofd zyn. Een sieraad dat zy sa men kunnen delen. In 'n gouden hartje, dat „zy" als hangertje of aan een bedelarmband draagt, sit een zilveren hartje opgesloten. Dat zilveren hartje nu geeft „zy" aan de jongeman aan wie ze dus letteriyk haar hart heeft verloren, en „hy" draagt het aan een ketting (kettinkje) of sleutelhanger. Maar dat niet alleen. Want „zy" draagt nu een gouden hartje waar het zilveren hartje uit verdwenen is; dat betekent dat andere jongemannen geen moei te meer behoeven te doen. En draagt „zy" het gouden hartje met het zilveren hartje er nog in, dan is een eventuele veroveraar nog welkom. Het is in onze dagen, waarin zoveel verandert en zoveel vertrouwds op losse schroeven komt te staan, een merkwaardig verschynsel dat zelfs de modernste mensen geen afstand doen van de verlovingsringen en trouwringen. Deze zyn blijkbaar een universeel en altyd geldend onder pand. Voor hen, die nog niet officieel verloofd zyn, maar toch aangeraakt door de liefde, is er nu ook zo'n uiterljjk teken: „Hartje-in", een even zinvol als waardevol sieraad, een biymoedig symbool van ernstige bedoelingen. Behalve Frankryk, En geland en Nederland zullen nog andere lan den dit sieraad gaan lan ceren (via de juweliers); op vakantie doet het dus ook dienst.... In Nederland ver- krijgbaar vanaf circa half september. vrede in Vietnam (Beheiren) evenwel, beweert de Sing-Ins, die in de volks mond „de volksguerrilla's van Tokio" worden genoemd, te hebben georgani seerd. Wie ook de „eer" moge toekomen, het zingen van protestliederen in groe pen is de nieuwste rage onder de graag protesterende linkse studenten van Ja pan. Ze komen met zyn tweeën of vieren, gekleed in T-shirts, korte broeken en jagen de temperatuur tot kookhitte omhoog. Vloedgolven van toespraken en lie deren tegen de oorlog en tegen het imperialisme rollen van het plein, dat zij „het bevrijde gebied" noemen, door de aangrenzende straten. Toeschou wers en voorbygangers zeggen: „Het is veel beter, dat ze lawaai maken, dan met stokken slaan en met stenen gooien". Maar de politie is het hiermee niet eens. Het hoofd van de politie in het dis trict Sjinjoekoe b.v. zegt: „De volks guerrilla's" belemmeren het verkeer en hinderen het publiek op een van de drukste spoorwegstations ter we reld". Hij merkte verder op, dat er altijd agi tatoren zijn, die weten hoe zij hun voordeel kunnen doen met een menig te, hoe vreedzaam die ook moge zijn, wij proberen de agents-provocateurs scherp in het oog te houden", zei hij, „maar het is erg moeilijk ze uit een grote menigte te plukken". „Per slot van rekening", vervolgde hij, „zijn de liedjes zingende jongelui ook linksen of met links sympathiserenden en wor den ze gemakkelijk wild bij de min ste aansporing". Een leider van de Beheiren scheen de bezorgdheid van de politie te recht vaardigen toen hij zei: „De volksguer rilla's zijn slechts een van de vele middelen om tegen de oorlog en de im perialisten te protesteren en wij zijn niet van plan, onze activiteiten voor altijd te beperken tot het dingen van onschuldige liedjes". Een gebaarde man, die merkwaar dig veel leek op de Cubaan Ché Gue vara, wiens portret hij droeg, gaf toe, dat de „volksguerrilla's" bitter weinig bereiken maar zei: „Het is belangrijk, je stem te laten horen". Een slanke studente in spijkerbroek antwoordde op de vraag, waarom zij daar was, dat zij dit niet wist, behalve dan, dat het „erg leuk" was en haar vriendje voegde hieraan toe: „We zijn hier gekomen omdat we nergens an ders heen konden. Hier kun je tenmin ste gelijkgezinden vinden en je dicht bij medemensen voelen, die er over eenkomstige opvattingen op na houden over oorlog en alle andere dingen". Niet alle leden van de volksguerril la's hebben zulke vage ideeën. Zij houden staande, dat de Sings-Ins een wettige vorm van protest zijn. Het zin gen in groepsverband van populaire liedjes is een geliefde bezigheid van Japanse studenten en lijkt dat te zul len blijven. Terwijl de politie sterk ge kant is tegen zulke lastige volksverza melingen, zijn linkse leiders er blij mee. Zij houden staande, dat het niet maar alleen een voorbijgaand ver schijnsel is, zoals zovele andere bui tenissigheden, welke Japanse studen ten bewonderend hebben overgeno men van hun collega's in het westen. „Wij zullen hier in Sjinjoekoe en el ders blijven doorgaan met het zingen van protestliederen tot wij tenslotte het veiligheidsverdrag hebben vernie tigd en een einde hebben gemaakt aan de oorlog in Vietnam," zei een leider van de Beheiren. Dit is geen grapje: als u ergens een koe in een weiland ziet staan, kijk nog maar eens goed, want uw kleinkinde ren zullen zo'n koe niet meer tegen komen. En als u ergens op een rom melmarkt een schilderijtje tegen komt dat u niet erg imponeert, maar dat wel koe-gras-boom laat zien, schal' het maar aan; het nageslacht zal er in be wondering naar kijken. Want: „De koeien gaan uit het Nederlandse landschap verdwy- nen". zegt in Den Haag de heer F. A. M. Wilbers. „Tegen de tijd dat er geen ruimte meer is voor de koeien om rond te stappen, gaan we het gras naar de koe toebrengen. Zomer en winter op stal. In betonnen flatgebouwen zeg maar flats, op één, twee en drie hoog. De koeien gaan wat dat betreft de kippen en de varkens achterna". Ik ben blij dat het waarschijnlijk na mijn tijd zal zijn, zucht ik hard op in het kantoor van de Stichting Public Relations Land- en Tuinbouw, waarvan de heer Wilbers directeur is. „Natuurlijk", zegt hij, „het is zon de voor wie van het schilderachtige boerderijtje en de romantiek houdt. Maar die boer kan niet meer vooruit in het schilderachtige boerderijtje. En zijn zoon vertikt het om zo zijn vader op te volgen. Landschappelijk gezien wordt het allemaal minder boei end, maar ze zullen er steeds meer ko men: de étal van betonblokken, de si lo's in het land, fabrieksachtig, inder daad, met de koe op twee hoog". Stichting Public Relations Land- en Tuinbouw dus. Ik wilde dat ik eens een goed woord voor „public relations" hoorde, zeg ik. „Een hoogleraar heeft het reputatiebehartiging genoemd", al dus de heer Wilbers, „ikzelf heb wel eens „faam verzorging" gebruikt". Vijfeneenhalf jaar bestaat de Stich ting nu en zij won vorig jaar de Euro pese prijs voor Public Relations. Iedereen heeft steeds de mond vol over communicatiestoornissen en zo", zegt de heer Wilbers. „Wij hebben nu eens getracht op papier te zetten, wat je dan wèl moet doen. In een boekje, dat heet „Repetitie voor Reputatie". Het kwam deze maand uit, ineens uit verkocht en nu komt er een tweede druk". Men zou eens een bandrecorder bij een vergadering moeten laten draaien en naderhand alle aanwezigen laten horen, wat er, gezegd werd. Dan hoor je pas, hoeveel miljoenen manuren er in ons land verknoeid worden door hetzelfde te zeggen en door elkaar te zwetsen", vindt de heer Wilbers. De agrarische wereld in Nederland omvat bijna een miljoen mensen en ze worden in Den Haag vertegenwoordigd door een Stichting, die drie mannen en twee vrouwen als staf heeft. Alleen al de club boeren van Rotter dam, die wij dus ook vertegenwoordi gen, zet per jaar 1200 miljoen om. Denk eens in dat is 300 miljoen meer dan een KLM. De Plattelandsvrouwen zijn bij ons toegetreden, de Plattelands- jongeren, alles wat met de agrarische zaak te maken heeft". Maar het moet van twee kanten ko men, vinden de heer Wilbers en zijn adjunct-directeur de heer R. E. Ma- thon: de boer begrijpt soms de stads mens niet en de stadsmens snapt door gaans niets van de boer. „Pak Van Dale maar", aldus de heer Wilbers, „en zoek maar onder „Boer". Je vindt als uitleg: landbouwer of vee houder, bewoner van het platteland, een lomperd of ongemanierd persoon, met een hoofdletter is het een kolo nist in Zuid-Afrika, het is een kaart in het kaartspel of een hoorbare lo zing van gassen, jawel. Zelfs de heer Vondeling sprak van „boerenbedrog al zal hij dat niet onvriendelijk tegen de boeren hebben bedoeld. Maar men zegt het toch maar". „Als iemand hardop een neger „nikker" noemt, is de wereld te klein en als iedereen het over boerenkinkel en boerenlummel heeft, ligt niemand R. E. MATHON F. WILBERS spoten. Hij belt een ander nummer en informeert of de getallen van de com puter al bekend zijn in verband met melkproduktie. Hij draait het nummer van zijn boekhouder, hij belt de K.I.- man, hij belt de wieder. Hij doet dat werk zelf allemaal steeds minder, hij is de man die de zaken in elkaar schuift. „Sikkels blinken, Sikkels afgelopen", aldus de heer s „Ja, het klinken" is Wilbers. Omdat de heer Wilbers en de zijnen vinden, dat het contact twee kanten uit moet, daarom reizen zij zo'n tach tigduizend kilometer per jaar door ons land en houden in zalen lezingen en praatjes. ,)Want de boer moet ook gaan kijken in de haven en op kantoren en op scheepswerven. En daarna bij de mensen thuis. Kijken, hoe zij leven, want soms denken ze dat de stadsmens niks te doen heeft en elke ochtend uitslaapt", zeggen ze. En intussen heeft de Stichting Pu blic Relations Land- en Tuinbouw tweehonderdenvijftig Nederlandse boe ren bereid gevonden om andere Neder landers hun bedrijf te laten zien. Schoolkinderen gaan met hun on derwijzer of leraar naar de boerderijen om te kijken hoe dat nu allemaal zit, hoe die boer in Nederland van 1969 leeft en werkt. Maar ook particulieren kunnen dat doen. De Stichting heeft telefoon: 070-18.38.10 en iedere vader en elke moeder kan een boerderij ergens Nederland gaan bekijken. „De misverstanden liggen aan twee kanten", zegt de heer Wilbers, „en die willen we zoveel mogelijk opruimen. Turf is niet meer „het voornaamste middel van bestaan in Drente" en groen is niet meer alleen zeeklei op de kaarten. We hebben een kaart in voor bereiding en die gaat naar de veertien- eneenhalf duizend scholen van Neder land. Op die kaart is groen: „gras". In Praag staan twee Tsjechen te praten. Zij onderbreken hun ge sprek bij het passeren van een Ne derlandse vrachtwagen. „Het zal wel weer spinazie zijn", zegt de één mistroostig. „Spinazie?" herhaalt de ander, „waarom zouden wij spi nazie in Nederland kopen". Omdat er veel meer ijzer in zit dan in de ertsen die Rusland ons stuurt". Gekneveld door de aanwezigheid van de Russische legers hebben de Tsjechen hun geweldloos verzet be wapend met de satire. Romeinse schrijvers beweerden al, dat de sa tire een snijdender en dodelijker wapen is, dan een vergiftigde pijl. De Tsjechen weten dit. Als land genoten van „de dappere soldaat Schweik" hanteren zij dit wapen met meesterschap. Vooral in deze dagen van nationale rouw, bij de herdenking van de Russische over weldiging. Al lijkt deze satire on der die omstandigheden dan ook vaak op galgenhumor. Zo wordt verteld, dat na hun dood de Rus Leonid Breznjef, de Chinees Mao Tse-toeng en de Tsjech Alexander Dubcek door de „opperste rechter" voorlopig wer den ondergebracht in een concen tratie- en opvoedingskamp, dat vroe ger vagevuur placht te heten. Ter gelegenheid van de le mei, het ro de feest van de arbeid, roept deze opperste rechter het onverbeterlij ke drietal bij zich. „Ik zie", zo zegt hij, „dat met u niets te beginnen is. U bent te kop pig en te eigenwijs. Slechts uw wijsheid kan u nog redden. Ik zal deze peilen aan de inhoud van een wens, die gij alle drie moogt doen". Natuurlijk spreekt Brezjnjef als eerste: „Mogen alle anarcho-fascis- tische scheurmakers en heel het volksleger van de Chinese volksre publiek vernietigd worden!" Mao Tse-toeng, zwaaiend met zijn rode boekje, wenst: „Moge door een ontzettende aardbeving Rusland met al zijn atoombases en andere duivel se uitvindingen worden wegge vaagd". Na het vernemen van deze wen sen glimlacht Dubcek en zegt be scheiden: „Als gij de wensen van mijn beide kameraden wilt inwilli gen, blijft mij niets meer te wensen over". Uiteraard is de Russische bezet ting het mikpunt van deze vlijm scherpe humor. Slechts enkele dagen geleden ver schenen op de muren in de Tsjechi sche steden aanplakbiljetten met een „proclamatie aan de Russische wapenbroeders". Hierop stond te le zen: „Zes jaar lang hebben wij op jullie gewacht. Tien jaar lang zijn wij de dikste vrienden geweest. In de volgende duizend jaar zullen wij jullie haten". Het peil van de Russische bezet tingstroepen komt het best tot ui ting in het volgende raadseltje: Weet u waarom de Russische sol daten altijd met drieën patrouille ren en uitgaan? „Dat komt, omdat één van hen kan lezen, omdat de ander kan schrijven en omdat de derde die vervloekte intellectuelen in de ga ten moet houden". Neen, het is meer dan duidelijk, dat de Tsjechen bepaald niet van de Russen houden. „Weet u welke nationaliteit Eros bezit, de god van de liefde?" kan men u in Tsjecho-Slowakije vra gen. „De Russische: met een wapen in de hand praat hij over liefde". Ook de censuur is de Tsjechen een doorn in het oog. Julius Caesar en Napoleon ont moeten elkaar in het hiernamaals, juist op het ogenblik, dat bekend wordt, dat de eerste Amerikanen op de maan geland zijn. „Als ik de technische middelen van de Amerikanen had bezeten", pocht Julius Ceasar, „zou ik de he le wereld veroverd hebben". „Neen", zegt Napoleon, „om de ge hele wereld te veroveren en in mijn bezit te houden had ik het persbureau Tass nodig gehad. Dan zou nooit iemand geweten hebben dat ik de slag bij Waterloo verlo ren had". Tenslotte een illustratie van de verhouding tussen de burgers van Praag en de Russische soldaten. Een inwoner van Praag staat te gen de leuning van een brug over de Moldau en prevelt zachtjes voor zich uit: „27.27.27. Een passerende hulpvaardige Russische soldaat vraagt hem bezorgd wat dat betekent. De Tsjech kijkt hem aan, geeft hem een dreun onder ter. Daarna prevelt hij verder: „28.. 28... 28. Washington Boh W.oodford, een 31 jarige wetenscappelijke werker met met lang haar, hij heeft het hareit tot op de schouders hangen. Het hindert hem niet in zijn werk bij het ontwikke len van wetenschappelijke instrument- LUNTEREN De generale synode van de Gereformeerde Kerken is er te gen om nog meer aparte gereformeerde kerken voor Nederlanders in het bui tenland te stichten. In de synodezitting in Lunteren werd besloten te onderzoe ken of in dit opzicht samenwerking mo gelijk is met de Nederlandse Hervormde Kerk. Overigens wilde de synode de Ne derlanders in het buitenland zoveel mo gelijk laten opnemen in de kerken van het land, waarin zy vertoeven. De synode droeg de deputaten voor de gereformeerden in het buitenland ook op te onderzoeken of de geestelijke verzorging in de toekomst niet geheel aan deze kerken kan worden overgela ten. Op het ogenblik zijn er dertien Neder landse gereformeerde kerken in het bui tenland. o.a. in Londen. Parijs, het Ruhrgebied en Zwitserland. Er zijn acht tien predikanten aan verbonden. In som mige landen, o.a. in het atoomcentrum te Ispra Varese in Italië, werkt men sa men in oecumenische gemeenten van Nederlanders. en, maar hij dacht, fdat het hem moei lijkheden zou kunnen berokken als hij een potentiele klanten zou bezoeken. Hij kocht daarom een damespruik, kortte die in tot respectabelé lengte en stopte zijn eigen haar eronder. Dit was zo'n succes, dat hij een on dergrondse business in pruiken os be gonnen en hij schat zeven of acht te gen 55 dollar per stuk verkocht heeft aan langharigen. die soms te maken krijgen met conformistisce zakenlieden of een weekend militaire herhalingsoe fening moeten doen. „Een knaap had hier al een vaan waar zijn lange haar hem geen last berokke- de maar hij wilde er nog een bij: aan een benzinepomp", aldus Woodford. „Als je een benzinepomp hebt, wil je ggen jongen met labg haar als pomp bediende. De klanten gaan naar een an dere pomp. Wooford hdeft een gebruik gevonden voor zijn eigen pruik. Toen hij uit New York vertrok, zegt hij, werd hij ervoor gewaarschuwd, dat de autoriteiten van New Jersey bij de graspaal mannen met lang haar tegen houden. „Ik ging de holland tunnel in met lang haar en toen ik er uit kwam was het kort. Woodford zei aan de grens geen last gehad te hebben. De Commissie Samenwerkende Ver zetsorganisaties heeft telegrafisch bij minister Polak (Justitie) geprotesteerd tegen een eventueel voornemen om de drie in ons land opgesloten Duitse oor logsmisdadigers voorwaardelijk in vrij heid te stellen. vult de heer Mathon er van wakker" aan. Ja, wat weten de mensen van de stad van de boer? „Meneer, kunt u mij twee goede dia's sturen, die het ver schil tussen graan en koren laten zien", wordt rustig bij de Stichting in Den Haag gevraagd. „Komt melk van een koe? Die komt toch uit een fles" beweert een jongen van twaalf. „Maar zo'n jongen weet wel een hoop van de maan", zegt de heer Mathon. De heer Wilbers: „In Bergen op Zoom hebben we aan leerlingen van een vijfde klas gymnasium gevraagd: schrijf eens in honderd woorden op wat je denkt als je het woordje „boer" hoort. Wel, je staat te kijken. Want een boer blijkt dan een man met gro te knobbels op z'n tenen vanwege het klompen dragen en 's avonds liggen er tenminste acht kinderen ergens boven te blèren. De boer komt altijd vroeg uit zijn bedstee en dap moet hij iets met vee doen. Verder is hij een kla ger die het weer nooit goed vindt en meer weten ze niet te vertellen". Nederland heeft nu nog 180.000 boe ren. „Maar dat worden er 80.000, dat staat als een paal boven water", aldus de heer Mathon. „Dat zijn dan wel boeren om „u" tegen te zeggen", zegt de heer Wilbers. Klein voorbeeldje: de lagere land bouwschool in Veendam schreef dit jaar aan nieuwe leerlingen in: twee stuks. De omwenteling is in volle gang. De boer van vandaag kijkt eens naar de lucht, pakt de telefoon en vraagt of zijn land per vliegtuig kan worden be- In de voormalige St.-Jozefkerk in Rotterdam, die verkocht werd, is thans een boetiekcentrum gevestigd, waar boeken, grammofoonplaten e.d. te koop zijn. Er is een bar ingericht (foto) en er zijn plannen voor een beatkelder.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 8