Holderdebolder9 wij hebben een koe op zolder
Boer wordt: agrarisch ondernemer
„Draagbare"
parkeergarage
Vee
in
komt
silo
JAPANSE HIPPIES
HOUDEN SING-IN
HARTJE IN
LAAT JE VRIJEN
IN HET LAND VAN DE
GRIMMIGE GLIMLACH
LANGHARIGEN VERMOMD
MET EEN PRUIK
Bar in voormalige kerk
Niet nog meer
geref. kerken
in buitenland
Politiecontrole
op Damslapers
„reëel en legaal"
X
VERKNOEID
NIEMAND WAKKER
DE BOER OP
Humor is voorrecht van onderdrukten
GROTE KNOBRELS
DAG SIKKELS
VRIJDAG 29 AUGUSTUS 1969
LOS ANGELES Charles Bentley is
miljonair geworden omdat hij op ze
kere dag geen parkeerplaats kon vin
den.
Dat gebeurde in Los Angeles in 1964.
Ongeduldig rondrijdend zag hij, voor
een stoplicht staande, een leeg ter
rein, uitstekend om te parkeren,
maar bestemd om bebouwd te wor
den. Jammer, dacht hij, dat ze geen
draagbare parkeerplaatsen hebben.
Het kostte hem een jaar om een me
thode te vinden voor het verbin
den van staal en beton, toen richtte
hij zijn maatschappij op.
In 1967 kreeg hij opdracht van de
stad Los Angeles een draagbare par
keergarage voor het overheidsperso
neel te bouwen. Het werd een suc
ces en spoedig volgde de opdracht
voor nog twee. Elk van de garages
van twee verdiepingen kan 570 wa
gens bergen.
Uit heel Amerika en ook uit Europa,
Azië en Zuid-Amerika ontvangt hij
brief na brief om inlichtingen.
Bentley schat dat zijn maatschappij
Portable Parking Structures In
ternational aan het eind van het
jaar aan bruto-inkomsten tien mil
joen dollar zal hebben ontvangen.
Een middelgrote garage met een nut
tige oppervlakte van ongeveer 2780
vierkante meter kan in 21 dagen ge
bouwd en opgeleverd worden voor
67 dollar per vierkante meter, of 625
dollar per parkeerplaats. Een gewo
ne betonnen parkeergarage kost ge
woonlijk 1500 a 2000 dollar per
plaats. De constructies kunnen in
vijf dagen afgebroken worden en el
ders worden opgebouwd voor 21.5 dol
lar per vierkante meter.
Bentley, Hongaar van geboorte, vlucht
te in 1957, met vrouw en dochter
en vrijwel niets op zak uit Hongarije
naar de nieuwe wereld. Zes jaar
werkte hij in Canada als ingenieur.
In 1963 kwam hij naar Los Angeles.
Walter H. King, directeur van het par-
keerbureau van Los Angeles, is en
thousiast, zeggende: „Ze zijn goed
koop en buitengewoon duurzaam, en
zij kunnen van de ene plaats naar
de andere worden verhuisd, zodat
een stad het maximale nut heeft
van zijn belegging".
Sommige architecten en stedebouw
kundigen hebben kritiek, omdat de
constructies zo lelijk zijn.
AMSTERDAM De controle van de
politie op de Damslapers is volgens mr.
J. F. Hartsuiker, de Amsterdamse offi
cier van justitie, een reële en legale ac
tie.
Volgens mr. Hartsuiker, blijkt dat uit
het feit dat vijftig procent van de aan
gehouden Damslapers bestaat uit bui
tenlanders zonder middelen van be
staan, minderjarigen en mensen die in
het bezit zijn van verdovende midde
len.
Van verscheidene kanten is gepro
testeerd tegen de acties van de politie.
Twee Amsterdamse raadsleden hebben
er al schriftelijk vragen over gesteld,
evenals een lid van de Tweede Ka
mer.
Mr. Hartsuiker is van mening dat het
slapen op of rondom de Dam valt on
der het hoofdstuk: handhaving van
de openbare orde. Hij vindt dat een
zaak voor de politie en niet van de jus
titie. Tot nu toe werden 602 Damsla
pers aangehouden, 161 werden uitge
wezen.
TOKIO Japanse hippies en duizenden studenten, voor het grootste gedeelte
linksgezind en pacifistisch, hebben een nieuwe uitweg gevonden om lucht te
geven aan hun protesten tegen de oorlog in Viëtnam, het veiligheidsverdrag tus
sen Japan en de V.S. en de gevestigde orde kortom, tegen alles waar ze het
niet mee eens ztyn.
ZU zetten in heel Japan „sing-ins" op touw, op overvolle pleinen om mensenme
nigten aan te trekken en het de autoriteiten lastig te maken.
Een van hun meest geliefde plaat
sen van samenkomst is Sjinjoekoe, het
meest bekende „hippie-district" van
Tokio, waar elke zaterdagavond op gi
taren tokkelende jongelui zich verza
melen, populaire liedjes zingen en in
microfoons schreeuwen om stoom af
te blazen.
Het is verscheidene weken geleden
begonnen, toen een paar langharige
hippies besloten, de hete zaterdag
avond door te brengen met gitaarspel
en het croonen van volksliedjes van
het genre „we shall overcome".
Geleidelijk verzamelde zich een me
nigte. Een aantal omstanders ging mee
zingen.
De volgende zaterdag werd de ver
toning herhaald en er kwamen meer
mensen.
De „sing-ins" sloegen zó aan, dat
duizenden studenten, die tal van groe
peringen van de Zengakoeren, de mi
litante linkse studentenorganisaties, ver
tegenwoordigden, gingen meedoen.
Een pacifistische groep studenten,
bekend als het Japanse comité voor
Het begrip „nieuw"
mag dan afgesleten zyn
en misschien zelfs irri
terend werken in een
tyd, waarin alles met
„geweld" vernieuwd
moet worden, het is iets
anders wanneer dat
nieuwe alleen maar
charmant is.
WU hebben het over
„Hartje-in", een uit
Frankryk afkomstig sie
raad, dat daar „Coeur a
Coeur" heet en dat tege-
ïykertyd in Frankryk,
Engeland en Nederland
wordt geïntroduceerd.
Het is 'n sieraad voor
verliefden, die nog niet
verloofd zyn.
Een sieraad dat zy sa
men kunnen delen. In 'n
gouden hartje, dat „zy"
als hangertje of aan een
bedelarmband draagt,
sit een zilveren hartje
opgesloten. Dat zilveren
hartje nu geeft „zy" aan
de jongeman aan wie ze
dus letteriyk haar
hart heeft verloren, en
„hy" draagt het aan een
ketting (kettinkje) of
sleutelhanger. Maar dat
niet alleen. Want „zy"
draagt nu een gouden
hartje waar het zilveren
hartje uit verdwenen is;
dat betekent dat andere
jongemannen geen moei
te meer behoeven te
doen. En draagt „zy" het
gouden hartje met het
zilveren hartje er nog
in, dan is een eventuele
veroveraar nog welkom.
Het is in onze dagen,
waarin zoveel verandert
en zoveel vertrouwds op
losse schroeven komt te
staan, een merkwaardig
verschynsel dat zelfs de
modernste mensen geen
afstand doen van de
verlovingsringen en
trouwringen. Deze zyn
blijkbaar een universeel
en altyd geldend onder
pand.
Voor hen, die nog niet
officieel verloofd zyn,
maar toch aangeraakt
door de liefde, is er nu
ook zo'n uiterljjk teken:
„Hartje-in", een even
zinvol als waardevol
sieraad, een biymoedig
symbool van ernstige
bedoelingen.
Behalve Frankryk, En
geland en Nederland
zullen nog andere lan
den dit sieraad gaan lan
ceren (via de juweliers);
op vakantie doet het dus
ook dienst....
In Nederland ver-
krijgbaar vanaf circa
half september.
vrede in Vietnam (Beheiren) evenwel,
beweert de Sing-Ins, die in de volks
mond „de volksguerrilla's van Tokio"
worden genoemd, te hebben georgani
seerd.
Wie ook de „eer" moge toekomen,
het zingen van protestliederen in groe
pen is de nieuwste rage onder de graag
protesterende linkse studenten van Ja
pan.
Ze komen met zyn tweeën of vieren,
gekleed in T-shirts, korte broeken en
jagen de temperatuur tot kookhitte
omhoog.
Vloedgolven van toespraken en lie
deren tegen de oorlog en tegen het
imperialisme rollen van het plein, dat
zij „het bevrijde gebied" noemen, door
de aangrenzende straten. Toeschou
wers en voorbygangers zeggen: „Het
is veel beter, dat ze lawaai maken, dan
met stokken slaan en met stenen
gooien".
Maar de politie is het hiermee niet
eens.
Het hoofd van de politie in het dis
trict Sjinjoekoe b.v. zegt: „De volks
guerrilla's" belemmeren het verkeer
en hinderen het publiek op een van
de drukste spoorwegstations ter we
reld".
Hij merkte verder op, dat er altijd agi
tatoren zijn, die weten hoe zij hun
voordeel kunnen doen met een menig
te, hoe vreedzaam die ook moge zijn,
wij proberen de agents-provocateurs
scherp in het oog te houden", zei hij,
„maar het is erg moeilijk ze uit een
grote menigte te plukken". „Per slot
van rekening", vervolgde hij, „zijn de
liedjes zingende jongelui ook linksen
of met links sympathiserenden en wor
den ze gemakkelijk wild bij de min
ste aansporing".
Een leider van de Beheiren scheen
de bezorgdheid van de politie te recht
vaardigen toen hij zei: „De volksguer
rilla's zijn slechts een van de vele
middelen om tegen de oorlog en de im
perialisten te protesteren en wij zijn
niet van plan, onze activiteiten voor
altijd te beperken tot het dingen van
onschuldige liedjes".
Een gebaarde man, die merkwaar
dig veel leek op de Cubaan Ché Gue
vara, wiens portret hij droeg, gaf toe,
dat de „volksguerrilla's" bitter weinig
bereiken maar zei: „Het is belangrijk,
je stem te laten horen".
Een slanke studente in spijkerbroek
antwoordde op de vraag, waarom zij
daar was, dat zij dit niet wist, behalve
dan, dat het „erg leuk" was en haar
vriendje voegde hieraan toe: „We zijn
hier gekomen omdat we nergens an
ders heen konden. Hier kun je tenmin
ste gelijkgezinden vinden en je dicht
bij medemensen voelen, die er over
eenkomstige opvattingen op na houden
over oorlog en alle andere dingen".
Niet alle leden van de volksguerril
la's hebben zulke vage ideeën. Zij
houden staande, dat de Sings-Ins een
wettige vorm van protest zijn. Het zin
gen in groepsverband van populaire
liedjes is een geliefde bezigheid van
Japanse studenten en lijkt dat te zul
len blijven. Terwijl de politie sterk ge
kant is tegen zulke lastige volksverza
melingen, zijn linkse leiders er blij
mee. Zij houden staande, dat het niet
maar alleen een voorbijgaand ver
schijnsel is, zoals zovele andere bui
tenissigheden, welke Japanse studen
ten bewonderend hebben overgeno
men van hun collega's in het westen.
„Wij zullen hier in Sjinjoekoe en el
ders blijven doorgaan met het zingen
van protestliederen tot wij tenslotte
het veiligheidsverdrag hebben vernie
tigd en een einde hebben gemaakt
aan de oorlog in Vietnam," zei een
leider van de Beheiren.
Dit is geen grapje: als u ergens een
koe in een weiland ziet staan, kijk nog
maar eens goed, want uw kleinkinde
ren zullen zo'n koe niet meer tegen
komen. En als u ergens op een rom
melmarkt een schilderijtje tegen komt
dat u niet erg imponeert, maar dat wel
koe-gras-boom laat zien, schal' het
maar aan; het nageslacht zal er in be
wondering naar kijken.
Want: „De koeien gaan uit het
Nederlandse landschap verdwy-
nen". zegt in Den Haag de heer F. A.
M. Wilbers. „Tegen de tijd dat er geen
ruimte meer is voor de koeien om rond
te stappen, gaan we het gras naar de
koe toebrengen. Zomer en winter op
stal. In betonnen flatgebouwen zeg
maar flats, op één, twee en drie hoog.
De koeien gaan wat dat betreft de
kippen en de varkens achterna".
Ik ben blij dat het waarschijnlijk
na mijn tijd zal zijn, zucht ik hard
op in het kantoor van de Stichting
Public Relations Land- en Tuinbouw,
waarvan de heer Wilbers directeur is.
„Natuurlijk", zegt hij, „het is zon
de voor wie van het schilderachtige
boerderijtje en de romantiek houdt.
Maar die boer kan niet meer vooruit
in het schilderachtige boerderijtje.
En zijn zoon vertikt het om zo zijn
vader op te volgen. Landschappelijk
gezien wordt het allemaal minder boei
end, maar ze zullen er steeds meer ko
men: de étal van betonblokken, de si
lo's in het land, fabrieksachtig, inder
daad, met de koe op twee hoog".
Stichting Public Relations Land- en
Tuinbouw dus. Ik wilde dat ik eens
een goed woord voor „public relations"
hoorde, zeg ik. „Een hoogleraar heeft
het reputatiebehartiging genoemd", al
dus de heer Wilbers, „ikzelf heb wel
eens „faam verzorging" gebruikt".
Vijfeneenhalf jaar bestaat de Stich
ting nu en zij won vorig jaar de Euro
pese prijs voor Public Relations.
Iedereen heeft steeds de mond vol
over communicatiestoornissen en zo",
zegt de heer Wilbers. „Wij hebben nu
eens getracht op papier te zetten, wat
je dan wèl moet doen. In een boekje,
dat heet „Repetitie voor Reputatie".
Het kwam deze maand uit, ineens uit
verkocht en nu komt er een tweede
druk".
Men zou eens een bandrecorder bij
een vergadering moeten laten draaien
en naderhand alle aanwezigen laten
horen, wat er, gezegd werd. Dan hoor
je pas, hoeveel miljoenen manuren er
in ons land verknoeid worden door
hetzelfde te zeggen en door elkaar te
zwetsen", vindt de heer Wilbers.
De agrarische wereld in Nederland
omvat bijna een miljoen mensen en ze
worden in Den Haag vertegenwoordigd
door een Stichting, die drie mannen
en twee vrouwen als staf heeft.
Alleen al de club boeren van Rotter
dam, die wij dus ook vertegenwoordi
gen, zet per jaar 1200 miljoen om.
Denk eens in dat is 300 miljoen meer
dan een KLM. De Plattelandsvrouwen
zijn bij ons toegetreden, de Plattelands-
jongeren, alles wat met de agrarische
zaak te maken heeft".
Maar het moet van twee kanten ko
men, vinden de heer Wilbers en zijn
adjunct-directeur de heer R. E. Ma-
thon: de boer begrijpt soms de stads
mens niet en de stadsmens snapt door
gaans niets van de boer.
„Pak Van Dale maar", aldus de heer
Wilbers, „en zoek maar onder „Boer".
Je vindt als uitleg: landbouwer of vee
houder, bewoner van het platteland,
een lomperd of ongemanierd persoon,
met een hoofdletter is het een kolo
nist in Zuid-Afrika, het is een kaart
in het kaartspel of een hoorbare lo
zing van gassen, jawel. Zelfs de heer
Vondeling sprak van „boerenbedrog
al zal hij dat niet onvriendelijk tegen
de boeren hebben bedoeld. Maar men
zegt het toch maar".
„Als iemand hardop een neger
„nikker" noemt, is de wereld te klein
en als iedereen het over boerenkinkel
en boerenlummel heeft, ligt niemand
R. E. MATHON
F. WILBERS
spoten. Hij belt een ander nummer en
informeert of de getallen van de com
puter al bekend zijn in verband met
melkproduktie. Hij draait het nummer
van zijn boekhouder, hij belt de K.I.-
man, hij belt de wieder. Hij doet dat
werk zelf allemaal steeds minder, hij
is de man die de zaken in elkaar
schuift.
„Sikkels blinken, Sikkels
afgelopen", aldus de heer
s
„Ja, het
klinken" is
Wilbers.
Omdat de heer Wilbers en de zijnen
vinden, dat het contact twee kanten
uit moet, daarom reizen zij zo'n tach
tigduizend kilometer per jaar door ons
land en houden in zalen lezingen en
praatjes. ,)Want de boer moet ook gaan
kijken in de haven en op kantoren
en op scheepswerven. En daarna bij de
mensen thuis. Kijken, hoe zij leven,
want soms denken ze dat de stadsmens
niks te doen heeft en elke ochtend
uitslaapt", zeggen ze.
En intussen heeft de Stichting Pu
blic Relations Land- en Tuinbouw
tweehonderdenvijftig Nederlandse boe
ren bereid gevonden om andere Neder
landers hun bedrijf te laten zien.
Schoolkinderen gaan met hun on
derwijzer of leraar naar de boerderijen
om te kijken hoe dat nu allemaal zit,
hoe die boer in Nederland van 1969
leeft en werkt.
Maar ook particulieren kunnen
dat doen. De Stichting heeft telefoon:
070-18.38.10 en iedere vader en elke
moeder kan een boerderij ergens
Nederland gaan bekijken.
„De misverstanden liggen aan twee
kanten", zegt de heer Wilbers, „en die
willen we zoveel mogelijk opruimen.
Turf is niet meer „het voornaamste
middel van bestaan in Drente" en
groen is niet meer alleen zeeklei op de
kaarten. We hebben een kaart in voor
bereiding en die gaat naar de veertien-
eneenhalf duizend scholen van Neder
land. Op die kaart is groen: „gras".
In Praag staan twee Tsjechen te
praten. Zij onderbreken hun ge
sprek bij het passeren van een Ne
derlandse vrachtwagen. „Het zal
wel weer spinazie zijn", zegt de één
mistroostig. „Spinazie?" herhaalt
de ander, „waarom zouden wij spi
nazie in Nederland kopen".
Omdat er veel meer ijzer in zit
dan in de ertsen die Rusland ons
stuurt".
Gekneveld door de aanwezigheid
van de Russische legers hebben de
Tsjechen hun geweldloos verzet be
wapend met de satire. Romeinse
schrijvers beweerden al, dat de sa
tire een snijdender en dodelijker
wapen is, dan een vergiftigde pijl.
De Tsjechen weten dit. Als land
genoten van „de dappere soldaat
Schweik" hanteren zij dit wapen
met meesterschap. Vooral in deze
dagen van nationale rouw, bij de
herdenking van de Russische over
weldiging. Al lijkt deze satire on
der die omstandigheden dan ook
vaak op galgenhumor.
Zo wordt verteld, dat na hun
dood de Rus Leonid Breznjef, de
Chinees Mao Tse-toeng en de
Tsjech Alexander Dubcek door de
„opperste rechter" voorlopig wer
den ondergebracht in een concen
tratie- en opvoedingskamp, dat vroe
ger vagevuur placht te heten. Ter
gelegenheid van de le mei, het ro
de feest van de arbeid, roept deze
opperste rechter het onverbeterlij
ke drietal bij zich.
„Ik zie", zo zegt hij, „dat met u
niets te beginnen is. U bent te kop
pig en te eigenwijs. Slechts uw
wijsheid kan u nog redden. Ik zal
deze peilen aan de inhoud van een
wens, die gij alle drie moogt doen".
Natuurlijk spreekt Brezjnjef als
eerste: „Mogen alle anarcho-fascis-
tische scheurmakers en heel het
volksleger van de Chinese volksre
publiek vernietigd worden!"
Mao Tse-toeng, zwaaiend met zijn
rode boekje, wenst: „Moge door een
ontzettende aardbeving Rusland met
al zijn atoombases en andere duivel
se uitvindingen worden wegge
vaagd".
Na het vernemen van deze wen
sen glimlacht Dubcek en zegt be
scheiden: „Als gij de wensen van
mijn beide kameraden wilt inwilli
gen, blijft mij niets meer te wensen
over".
Uiteraard is de Russische bezet
ting het mikpunt van deze vlijm
scherpe humor.
Slechts enkele dagen geleden ver
schenen op de muren in de Tsjechi
sche steden aanplakbiljetten met
een „proclamatie aan de Russische
wapenbroeders". Hierop stond te le
zen: „Zes jaar lang hebben wij op
jullie gewacht. Tien jaar lang zijn
wij de dikste vrienden geweest. In
de volgende duizend jaar zullen wij
jullie haten".
Het peil van de Russische bezet
tingstroepen komt het best tot ui
ting in het volgende raadseltje:
Weet u waarom de Russische sol
daten altijd met drieën patrouille
ren en uitgaan?
„Dat komt, omdat één van hen
kan lezen, omdat de ander kan
schrijven en omdat de derde die
vervloekte intellectuelen in de ga
ten moet houden".
Neen, het is meer dan duidelijk,
dat de Tsjechen bepaald niet van
de Russen houden.
„Weet u welke nationaliteit Eros
bezit, de god van de liefde?" kan
men u in Tsjecho-Slowakije vra
gen.
„De Russische: met een wapen
in de hand praat hij over liefde".
Ook de censuur is de Tsjechen
een doorn in het oog.
Julius Caesar en Napoleon ont
moeten elkaar in het hiernamaals,
juist op het ogenblik, dat bekend
wordt, dat de eerste Amerikanen op
de maan geland zijn.
„Als ik de technische middelen
van de Amerikanen had bezeten",
pocht Julius Ceasar, „zou ik de he
le wereld veroverd hebben".
„Neen", zegt Napoleon, „om de ge
hele wereld te veroveren en in
mijn bezit te houden had ik het
persbureau Tass nodig gehad. Dan
zou nooit iemand geweten hebben
dat ik de slag bij Waterloo verlo
ren had".
Tenslotte een illustratie van de
verhouding tussen de burgers van
Praag en de Russische soldaten.
Een inwoner van Praag staat te
gen de leuning van een brug over
de Moldau en prevelt zachtjes voor
zich uit: „27.27.27. Een
passerende hulpvaardige Russische
soldaat vraagt hem bezorgd wat
dat betekent. De Tsjech kijkt hem
aan, geeft hem een dreun onder
ter. Daarna prevelt hij verder: „28..
28... 28.
Washington Boh W.oodford, een 31
jarige wetenscappelijke werker met
met lang haar, hij heeft het hareit tot
op de schouders hangen. Het hindert
hem niet in zijn werk bij het ontwikke
len van wetenschappelijke instrument-
LUNTEREN De generale synode
van de Gereformeerde Kerken is er te
gen om nog meer aparte gereformeerde
kerken voor Nederlanders in het bui
tenland te stichten. In de synodezitting
in Lunteren werd besloten te onderzoe
ken of in dit opzicht samenwerking mo
gelijk is met de Nederlandse Hervormde
Kerk. Overigens wilde de synode de Ne
derlanders in het buitenland zoveel mo
gelijk laten opnemen in de kerken van
het land, waarin zy vertoeven.
De synode droeg de deputaten voor
de gereformeerden in het buitenland
ook op te onderzoeken of de geestelijke
verzorging in de toekomst niet geheel
aan deze kerken kan worden overgela
ten.
Op het ogenblik zijn er dertien Neder
landse gereformeerde kerken in het bui
tenland. o.a. in Londen. Parijs, het
Ruhrgebied en Zwitserland. Er zijn acht
tien predikanten aan verbonden. In som
mige landen, o.a. in het atoomcentrum
te Ispra Varese in Italië, werkt men sa
men in oecumenische gemeenten van
Nederlanders.
en, maar hij dacht, fdat het hem moei
lijkheden zou kunnen berokken als hij
een potentiele klanten zou bezoeken.
Hij kocht daarom een damespruik,
kortte die in tot respectabelé lengte en
stopte zijn eigen haar eronder.
Dit was zo'n succes, dat hij een on
dergrondse business in pruiken os be
gonnen en hij schat zeven of acht te
gen 55 dollar per stuk verkocht heeft
aan langharigen. die soms te maken
krijgen met conformistisce zakenlieden
of een weekend militaire herhalingsoe
fening moeten doen.
„Een knaap had hier al een vaan waar
zijn lange haar hem geen last berokke-
de maar hij wilde er nog een bij: aan
een benzinepomp", aldus Woodford.
„Als je een benzinepomp hebt, wil
je ggen jongen met labg haar als pomp
bediende. De klanten gaan naar een an
dere pomp.
Wooford hdeft een gebruik gevonden
voor zijn eigen pruik.
Toen hij uit New York vertrok, zegt
hij, werd hij ervoor gewaarschuwd, dat
de autoriteiten van New Jersey bij de
graspaal mannen met lang haar tegen
houden.
„Ik ging de holland tunnel in met
lang haar en toen ik er uit kwam was
het kort.
Woodford zei aan de grens geen last
gehad te hebben.
De Commissie Samenwerkende Ver
zetsorganisaties heeft telegrafisch bij
minister Polak (Justitie) geprotesteerd
tegen een eventueel voornemen om de
drie in ons land opgesloten Duitse oor
logsmisdadigers voorwaardelijk in vrij
heid te stellen.
vult de heer Mathon
er van wakker"
aan.
Ja, wat weten de mensen van de
stad van de boer? „Meneer, kunt u mij
twee goede dia's sturen, die het ver
schil tussen graan en koren laten
zien", wordt rustig bij de Stichting in
Den Haag gevraagd. „Komt melk van
een koe? Die komt toch uit een fles"
beweert een jongen van twaalf. „Maar
zo'n jongen weet wel een hoop van
de maan", zegt de heer Mathon.
De heer Wilbers: „In Bergen op
Zoom hebben we aan leerlingen van
een vijfde klas gymnasium gevraagd:
schrijf eens in honderd woorden op
wat je denkt als je het woordje „boer"
hoort. Wel, je staat te kijken. Want
een boer blijkt dan een man met gro
te knobbels op z'n tenen vanwege het
klompen dragen en 's avonds liggen er
tenminste acht kinderen ergens boven
te blèren. De boer komt altijd vroeg
uit zijn bedstee en dap moet hij iets
met vee doen. Verder is hij een kla
ger die het weer nooit goed vindt en
meer weten ze niet te vertellen".
Nederland heeft nu nog 180.000 boe
ren. „Maar dat worden er 80.000, dat
staat als een paal boven water", aldus
de heer Mathon. „Dat zijn dan wel
boeren om „u" tegen te zeggen", zegt
de heer Wilbers.
Klein voorbeeldje: de lagere land
bouwschool in Veendam schreef dit
jaar aan nieuwe leerlingen in: twee
stuks.
De omwenteling is in volle gang. De
boer van vandaag kijkt eens naar de
lucht, pakt de telefoon en vraagt of
zijn land per vliegtuig kan worden be-
In de voormalige St.-Jozefkerk in Rotterdam, die verkocht werd, is thans een boetiekcentrum gevestigd, waar
boeken, grammofoonplaten e.d. te koop zijn. Er is een bar ingericht (foto) en er zijn plannen voor een beatkelder.