EIGEN EN ANDERMANS DADEN IN DE STRIJD OM GERECHTIGHEID 1 Het sociale vraagstuk vroeger en nu Al 200! Synoodkreet, G.V.B. en Vrouwenbond mochten meepraten tra tieó WAT BETEKENT DE X? WAT BETEKENT DE Y? Vredesberaad Vrouwenwensen Geref. Synode in Lunteren TER OVERDENKING „We eten de dossiers wel op Met grote rode letters staat het op de voor pagina van de Vredeskrant „Geen liefdadig heid maar gerechtigheid". En dwars daarop, in zwarte letters, drie woorden „Ontwikkelings werk als thuiswerk". Vorige week hebben we. ter voorbereiding van de Vredesweek die van 21 tot 28 september wordt gehouden, de schrij vers van het Interkerkelijk Vredesberaad aan het woord gelaten over die rode letters die de mentale instelling ten opzichte van het ont wikkelingswerk weergeven. Ditmaal dan de zwarte letters de daden die die mentale in stelling moeten begeleiden. Daarom ditmaal informatie over de „Actie X - Y" zoals we die in de Vredeskrant vonden en over al het an dere „thuiswerk" dat naar de mening van het IKV de kerken en de kerkeleden behoren te verrichten willen zij inderdaad op deze wereld iets waar proberen te maken van de bjjbelse gerechtigheid. Het is een indringende kreet ontwikke lingswerk als thuiswerk. Omdat die woorden heel precies aangeven dat men er zich niet met wat mooie woorden van af kan maken. Een kreet ook die aangeeft dat men binnen het IKV beseft dat er niet alleen financieel, maar ook mentaal iets fout zit met dat ont wikkelingswerk. De roep om ontwikkelings hulp is een veelgehoorde roep het woord is heel plezierig te gebruiken om er ministers en andere gezagsdragers mee om de politieke oren te slaan en bovendien fungeert het heel gemakkelijk als een soort scheidingslijn tussen .conservatieven" en „radicalen" wat die twee woorden dan ook betekenen mogen \atuurl|jk is dat niet de manier waarop de kerken over ontwikkelingshulp willen praten, zjj het dat ook zjj niet helemaal aan die etiket- -VWWWWVAAAAA, Elk jaar groeit het nationale inkomen in de rijke landen met 5 procent elk jaar groeit het nationale inkomen van de arme landen met 4 procent. De kloof tussen beide wordt dan ook elk jaar groter, verhoudingsgewijs zowel als in bedragen. Om te zorgen dat de groeipercentages tenminste dezelfde zijn moeten de rijke landen zeker 2 procent van hgn nationale in komen aan ontwikkelingshulp besteden. En niet op een ma nier waardoor ze er zelf beter van worden door dat geld te lenen en terug te vragen met rente, door de arme landen te verplichten het geleende of gekregen geld bij de rijken te be steden en door allerlei andere hulpvoorwaarden te stellen die in de kraam der rijke landen te pas komen. Dat is de X wat we moeten doen 2 procent van ons nationale inkomen op een eerlijke manier overdragen aan de arme landen. Dat kan niet van de ene dag op de andere. Maar we kunnen er wel naar toe groeien. In 1968 hadden we in elk geval de oude af spraak in de Verenigde Naties moeten nakomen om 1 procent ter beschikking te stellen. In 1972, vier jaar later, is het abso luut noodzakelijk tenminste die vereiste 2 procent op tafel te leggen. We moeten dus met een procent per jaar omhoog 1969 1V4 procent, 1970 IV2 procent, 1971 13/4 procent, om in 1972 de 2 procent te halen. Dat is de X wat we moeten doen. Geeft de X aan wat we móéten doen, de Y geeft aan wat wij, de Nederlandse regering, in feite doen. En dat is te weinig. Onze regering blijft beneden de maat, ons parlement ver zuimt de regering te dwingen om de Y te verhogen tot zij ge lijk wordt aan de X. Want wij zouden moeten doen wat wij doen moeten Ten eerste geeft de regering nog geen 1 pro cent van het nationale inkomen aan de ontwikkelingshulp (om precies te zijn 0,81 procent), terwijl het dit jaar al IV4 procent had moeten zijn. Vervolgens heeft ze zich nog niet verplicht elk jaar weer bestaat de mogelijkheid om in het hulpprogram te schrappen. Tenslotte wordt het ontwikkelingsgeld nog zo gegeven dat het niet geheel aan de arme landen ten goede komt een groot deel wordt geleend en dient besteed te wor den in óns land. De Y zoals die nu nog is geeft aan dat we als volk nog geen rechtvaardige bijdrage leveren aan het welzijn van heel de wereld en aan de opheffing van de schrijnende onrechtvaardigheid, waarvan het merendeel van de mensheid de dupe is. We moeten alle mogelijke druk organiseren om de Y te verbeteren en tot X te maken de regering .te dwingen te doen wat ze móét doen. En daarmee zijn we dan terecht gekomen bij de actie X - Y, een actie die hieronder omschre ven wordt en die in de vredesweek gestalte moet krijgen. Sinds kort is in verschillende welvarende landen een soort „wereldbelastingbeweging" aan de gang. In het Engels wordt zij genoemd ,,Self-tax-movement", in het Duits „Selbsteuer- bewegung", en in Nederland heet zij .Actie X - Y". Deze inter nationale beweging wil erop aansturen dat de regeringen van de rijke landen zichzelf in het verband van de Verenigde Na ties verplichten een percentage van hun inkomen in een we reldfonds te storten om daaruit de armoede in de wereld te bestrijden. Een soort wereldbelastingstelsel wil deze bewe ging. Niet de vrijblijvende liefdadigheid, maar de georgani seerde rechtvaardigheid is nodig om een einde te maken aan ,,de ongerechtigheid en de veronachtzaming van eeuwen", zoals de arme landen het in een gemeenschappelijke verkla ring hebben genoemd. Ook u kunt meedoen aan deze inter nationale wereldbelastingactie. Dan helpt u de druk vergroten op onze regeringen om te doen wat ze moeten doen bij te dragen tot wat meer gerechtigheid in de wereld. U onderte kent deze doelstellingen met een daad regelmatig op per soonlijke verantwoordelijkheid doen wat de regering voorals nog te kort doet, te weten regelmatig dat percentage van uw inkomen ter beschikking stellen dat de regering nog te kort doet. Dat is de X - Y van uw persoonlijk inkomen. De helft van uw bijdrage zal door de Actie X - Y worden overgemaakt aan het Kapitaalontwikkelingsfonds van de Verenigde Naties, dat als onderdeel van het VN-ontwikkelingsprogramma niet de aandacht krijgt die het verdient Dit fonds doet schenkingen en verschaft leningen met lange looptijden, zonder of tegen geringe rente, om de economische groei van de ontwikke lingslanden te bevorderen De andere helft van uw bijdrage aan de Actie X - Y is bestemd voor ontwikkelingsprojecten, ontworpen en uitgevoerd door Nederlandse ontwikkelingsor ganisaties en door de gespecialiseerde organen van de Ver enigde Naties. Het gaat bij de Actie X - Y om een vrijwillige aanvulling op de overheidsbijdrage voor ontwikkelinssamen- werking. Het is daarom niet juist om het aan deze actie ge schonken bedrag in mindering te brengen op hetgeen u al ge woon bent te geven voor missie, zending, werelddiaconaat, ..Kom over de Brug". Vastenactie. NOVIB, de actie Wij en Zij. enz. Wie aan deze actie wil meedoen geve zich op bij de NOVIB. Van Blankenburgstraat 6 te Den Haag, giro 645300. Over 1969 wordt gerekend op 0.44 procent van het eigen inkomen. Jaren geleden was de situatie in ons eigen land en in het westen precies zo als nu in de wereld- als-geheel. Toen waren er hier steeds minder mensen die steeds rijker werden, en alleen die rij ken hadden wat te vertellen. Er was toen nog .Census-kiesrecht', dat wil zeggen: men kon slechts meebeslissen en meestemmen als men een bepaald inkomen had. De armen, de arbeiders waren stemloos. Zij mochten, nee moes ten enorme werkdagen maken en ook hun kinderen laten werken om aan een minimum-loon te ko men dat net genoeg was om niet van honger om te komen. Zo is nu de situatie in de we reld als-geheel. In de wereld van het noorden (West- en Oost-Euro pa, Noord-Amerika en Australië) leeft een steeds kleiner deel van de wereldbevolking. Dat deel wordt steeds rijker en welvarender. Als dat zo doorgaat zal teg enhet jaar 2000 slechte 20 pet. van de mensheid (één op de vijf mensen) in dat rijke Noor den wonen. Daartegenover groeit het deel der mensen dat in de arme landen woont. Dat is de we reld van het Zuiden (Afrika, Azië Latijs-Amerika) waar straks 80 pet van de mensheid (vier van de vijf mensen) zal wonen. Een jaar of vijftien geleden waren wij in het Noorden al tien maal zo rijk als zij in het Zuiden. Op dit mo ment is dat al elf maal. De kloof wordt steeds groter in de hele wereld. Precies zoals destijds bin nen ons eigen volk. De arme we reld heette toen: het proletariaat van de arbeiders. Het heet nu: het proletariaat van de DERDE WE RELD. En ook nu weer hebben de armen geen stemrecht. Be slissen doen de rijke landen. Af en toe zijn ze wel bereid om met de arme landen te gaan sa- menziten in de Verenigde Naties. En dan wordt er wel over de pro blemen gepraat. Maar als het dan op stemmen aankomt, en de ar men besluiten met grote meerder heid van stemmen (en de arme landen zijn immers in de meer derheid) om iets aan de tegenstel ling te doen, dan zeggen de rij ken: jullie hebben niets te beslis sen over ons geld, onze fabrie ken, onze welvaart. De vergelijking gaat nog ver der op. Toentertijd is de arbeids- beweging ontstaan. Die vocht voor haar zaak. Door druk, strijd, sta king, overleg bereikte zij dat er algemeen kiesrecht kwam, onaf hankelijk van iemands inkomen. Ze bereikte dat er collectieve ar beidsovereenkomsten kwamen. Dat de regering niet slechts zorg de dat de bestaande verhoudin gen (van eigendom en inkomen) werden beschermd, maar juist er een rechtvaardiger verdeling kwam van de kansen om te leven te werken te studeren, deel te heb ben in de welvaart. Via de be lastingen werd een stuk nationaal inkomen herverdeeld. Via socia le zaken werden nieuwe wetten tot stand gebracht. Via economi sche zaken werd een vooruitstre vender werkgelegenheidsbeleid gemaakt en via onderwijsminis ters werden de mogelijkheden om te studeren verruimd. Datzelfde moet nu ook in heel de wereld gebeuren. Er moet een wereldre gering komen waarin alle volke ren, onafhankelijk van hun inko. men, stem hebben. Er moet een wereldbelasting komen, via welke het inkomen van de wereld recht vaardiger kan worden verdeeld. Om het bovenstaande gaat het in de Aktie X-Y. Vermoedelijk zullen al enkele honderden dominees zich gebogen hebben over de preekschets die het In terkerkelijk Vredesberaad aan de predikanten heeft doen toekomen met het ver zoek volgende week zondag de gemeente te bepalen by het thema van de Vredes week. En al in zo'n 200 plaatsen hebben commissies van allerlei pluimage zich bezig gehouden met de (lang niet gemakkelijke) vredescahiers die bedoeld zijn om de gesprekken op gang te brengen die op al lerlei manieren en met al lerlei bevolkingsgroepen gevoerd moeten worden tij dens die Vredesweek. De lijst van werkgroepen in de verschillende plaatsen zo als die in de Vredeskrant staat afgedrukt, toont over duidelijk aan dat men zich, uitgaande van heel ver schillende standpunten, toch gezamenlijk kan inzet ten voor hetzelfde doel. In Wageningen en andere uni versiteitssteden vindt men studentenorganisaties als werkgroepen, in Apeldoorn is het de Studiegroep «oor Vrede en Maatschappijver nieuwing en in Vcenendaal Sola Fide 69 70. Elders heeft de plaatselijke Raad van Kerken zelf de organisatie ter hand genomen of een oecumenische jeugdraad en in Ophemert bijvoorbeeld hebben de christelijke plat telandsvrouwen er zich voor gespannen jesplakkerij ontkomen Als de kerken pra ten over ontwikkelingswerk als thuiswerk dan richten zij zich niet tot de toch al ge- interesseerden maar tot hun leden en via hen tot alle Nederlandse burgers. En die gewone Nederlandse burger onderscheidt zich in niets van de burgers in andere wes terse landen dat woord ontwikkelingshulp spreekt hem niet erg aan. De een denkt er zus over en de ander zo. maar dit komt men toch vrij algemeen tegen a. Dat ontwikkelingshulp wel een aardige en zelfs noodzakelijke vorm van liefda digheid is want het gaat ten slotte niet aan je medemensen van honger te laten omkomen maar er zijn grenzen aan die hulp. Het hoeft ook weer niet zo te zijn dat je jezelf daarvoor van al lerlei moet ontzeggen. Er moet ten slotte in Nederland ook nog van alles gebeuren en daarvoor betalen we toch warempel wel belasting genoeg! b. Dat ontwikkelingshulp een bodemloze put is omdat het nu eenmaal niet mo gelijk is om de lasten en armoe van twee-derde van de wereld op je nek te nemen en (veel gehoord argument) om dat het grootste deel van het geld toch terecht komt in de zakken van diege nen die het het minst nodig hebben: de politieke en maatschappelijke „bazen" in die nieuwe landen die met het ge kregen geld zichzelf verrijken en hun eigen landgenoten uitbuiten. c. Dat ontwikkelingswerk in de vorm van geldgeverij nooit enige zir. heeft omdat deze onderontwikkeldheid en armoede van binnen uit moeten worden bestre den. Er zijn wereldomvattende econo mische maatregelen voor nodig die het bevattingsvermogen van de gewone man toch te boven gaan. Ontwikkelings hulp is een zaak van deskundigen laat ons als leken er maar liever bui ten! Lijnrecht hiertegen staat de mening van het Interkerkelijk Vredesberaad lo gisch omdat de basis van waaruit men re deneert een totaal andere is. Basis is na melijk dat ontwikkelingswerk niets met liefdadigheid maar alles met rechtvaar digheid te maken heeft. We citeren weer de Vredeskrant: „De arme volken zijn bezig op te staan. Het gaat om het recht der armen op gerechtigheid, op gelijkwaardigheid. Op leven en ontwikkeling. Op een dak boven het hoofd, op scholing en arbeid. Om dat te verwerkelijken moeten in de eerste plaats wij veranderen. Omdat wij de macht in de wereld hebben. Omdat wij de beslissingen nemen, ook over hen. Omdat wij het zijn die vooral verant woordelijk zijn voor de slechte taakver deling in de wereld, voor de onverdeelde opeenhoping van welvaart. Omdat wij de grondstoffen voor deze welvaart ont stolen hebben aan de arme landen, en omdat wij dat nog dagelijks doen. Hoe wij als groepen ons in de samenleving opstellen, hoe onze politieke partijen, hoe werkgevers en werknemers, pers, radio en televisie en ons onderwijs wer ken is hierbij van beslissende betekenis. De mening van onze individuele burgers wordt immers voor een belangrijk deel bepaald door hetgeen de kerk zegt, door hetgeen politici beweren, door de wijze waarop pers, radio en televisie voorlich ten, door het genoten onderwijs, enz. Het is de taak van de kerken om als „waarheidscentra" te gaan fungeren. Opcjat het keiharde geweld van het kei harde egoïsme niet meer met de „man tel der eigenliefde" bedekt wordt. Vóór alles is deze onthulling, deze opheldering vereist. Om dan tot vernieuwing van on ze organisaties, onze handelsovereenkom sten, onze taakverdeling in de wereld te komen, zoals die in deze krant aange duid worden". Tot zover de Vredeskrant. Er is reden om volgende week, aan de vooravond van de Vredesweek, op dit alles nog eens uit voeriger in te gaan. Beeld van het hedendaagse leven: de monstraties, spandoeken, kreten. De kerken kunnen er niet aan voorbijgaan en zullen zich telkens weer moeten bezin nen op de vraag hoe vrede en gerechtig heid gediend kunnen worden. ..Dat de vrouw in de gemeente zwijge hoeveel jaar is het geleden dat men in Gereformeerde kring zich strak aan de letter van deze bijbelse woorden hield Maar toen de Generale Synode der Gereformeerde Kerken in Nederland vorige week in Lunteren aan haar zware tweejaarlijkse taak begon bleek een van de afgevaardigde leden een vrouw te zijn mevrouw M. Korthals-Pas uit Baarn. Ze kreeg van de praeses een bos bloemen aangeboden Invloed van „de blije we reld" Men kan dit een grappige bijkomstigheid vinden maar dan toch wel een bij komstigheid die kenmerkend is voor de geest waarin de gereformeerde synode anno 1969 haar werk verricht. Want niet alleen de vrouw praat mee, ook de jon geren hebben de kans gekregen hun zegje te zeggen en ze hebben dat gedaan op een wijze die voor geen tweeërlei uitleg vatbaar was. Zodat het officiële pers bulletin van deze synode met recht en reden beginnen kan met deze moderne volzien „De nieuwe generale synode is begonnen met een duidelijk streven naar openheid voor de inspraak van kritische groeperingen uit de kerk". Die kritische groeperingen waren dan de werkgroep „Synoodkreet", Gereformeerd Vredes beraad en de Gereformeerde Vrouwenbond. Eerst iets over die werkgroep Synood kreet. Zoals men zich wellicht zal her inneren is dit een groep van jongeren die de huidige synode kritisch wil gaan begeleiden. Men heeft daarmee een be gin gemaakt door een hearing te hou- den op 12 mei de avond voordat de synode werd geopend en men heeft nu een boekje uitgegeven onder de titel „Vragen met voorrang". Vorige week dan heeft de werkgroep van de synode toestemming gekregen die voorrangs- vragen nader te komen toelichten. Uiteraard heeft de jeugd het er niet bij laten zitten en men is maar direct met concrete voorstellen op tafel ge komen. Zo deed drs. M. J. Faber het voorstel om de budgetten van alle ker ken en kerkelijke instanties eens door te lichten. Een werkcommissie zou moe ten vragen om een overzicht van de in komsten en uitgaven. Deze commissie moest dan nog staande deze synode rap port uitbrengen. De leden van Synood kreet vonden het een bezwaar dat de synode bij de bespreking van de ont wikkelingssamenwerking zoveel aan dacht besteedde aan de financiën. Het was eerder een kwestie van mentaliteit, meenden zij. Drs. J. H. Andriessen vroeg of het mislukken van een wereld handelsconferentie niet belangrijker is dan het mislukken van tien acties. De heer G. J. van Apeldoorn, die binnen kort naar Ghana zal vertrekken, nam de situatie van dit land als voorbeeld. Ghana is sterk afhankelijk van de prij zen van cacaobonen, maar deze fluctue ren. De westerse mogendheden zouden met hun handelspolitiek de situatie voor Ghana gunstiger kunnen maken, maar dat doen ze niet. Een ander concreet punt dat men noemde was de rietsuikeractie. De heer Faber zou willen dat de synode daar van kennis nam en de plaatselijke ker ken stimuleerde aan deze actie mee te doen. Zij moest ook alle functionarissen die bij kerkelijke instanties in dienst zijn, opwekken aan deze actie deel te nemen en dan moest ook nagegaan wor den of het EEG-landbouwbeleid niet eens getoetst moet worden. Synoodkreet stelde ook de structuur van de gemeen te aan de orde. De heer S. J. Noorda zou graag willen dat de deskundige le den van de plaatselijke gemeenten meer ingeschakeld werden. De meeste mensen weten niet zoveel van de pro blemen af. De sunodale structuur van de kerk moet beperkt worden tot inter ne zaken. Wanneer er binnen de plaat selijke gemeenten mogelijkheden en ka ders zijn, zullen er cellen gevormd wor den die weer in een groter verband bijeenkomen. Toen de heer T. van der Kooy begrip vroeg voor de generatie van de Synodeleden en erop wees dat er voorstellen in overweging zijn om de synode voortdurend te laten ver gaderen en haar dus de gelegenheid te geven altijd te functioneren, bracht de heer Noorda daar tegen in, dat men dan toch weer ging institutionaliseren. De structuur moet minder formeel-juri disch zijn. De heer Noorda nam zijn eigen actie als voorbeeld. Synoodkreet heeft geen voorzitter, geen secretaris en geen penningmeester. Dit ontlokte de heer van der Kooy de verzuchting: „Bewaar mij dat we dat hier ook zou den krijgen!" Het was ook maar een voorbeeld, antwoordde de heer Noor daWe moeten niet tevoren aange ven hoe het allemaal worden moet, merkte drs. Andriessen op. Dan is het leven eruit. Als praktische suggestie deden de jongelui van Synoodkreet het voorstel voor hen die bezwaren hebben tegen de nieuwe actie van de Stichting Steun Kerkbouw een alternatief bedenken. Er zijn mensen die het bouwen van nieuwe kerken, althans in deze vorm, niet 't allernoodzakelijkst vinden. De deelnemers van Synoodkreet waren uiteraard niet geheel voldaan over het gesprek met de synode. Dat was ook niet te verwachten, omdat bij een eer ste ontmoeting niet alle wensen konden worden ingewilligd. Ze krijgen echter waarschijnlijk wel de kans om de sy node nog eens te vertellen wat zij al lemaal op het hart hebben, want ds. J. M. Bloemkolk sprak de wens uit dat deze vorm van communicatie zou wor den gecontinueerd. Deze wijze van ge sprek moet mogelijk zijn. Het oorlogsvraagstuk werd op de sy nodale tafel gelegd door het Gerefor meerde Vredesberaad. De woordvoer der daarvan was dr. O. Jager. Vroe ger was het misschien nog mogelijk om van een rechtvaardige oorlog te spreken, zei hij, maar dat is nu ach terhaald. De vernietiging is nu zo vol komen dat geen enkele oorlog meer de kans heeft om rechtvaardig te zijn. Men vernietigt alles wat men wenst te verdedigen. Eén partij moet het initia tief nemen zoals God dat deed met ons. Wij leven van het unilaterale, het een zijdige van de verzoening. Zo'n partij die het initiatief neemt, kan wel heel wat nadelep ondervinden, maar die staan in geen enkele verhouding tot de gevolgen van een kernoorlog, die een misdaad is tegen God en mensen. Daartegenover stond het standpunt van de heer L. van der Put, die depu- taat van de Gereformeerde Kerken voor dit vraagstuk is. Uiteraard vinden ook de deputaten, aldus de heer Van der Put, dat een kernoorlog ongeoorloofd is en dat elke vorm van oorlog in strijd is met de taak die God de mensen geeft. Maar de nucleaire wapens zijn een mid del om de oorlog te bedwingen. De mo gendheden begrijpen wel hoe gevaarlijk deze wapens zijn en hebben daarom de oorlog als politiek middel afgeschreven. Terwijl de fysische veiligheid van elke streek op ieder ogenblik bedreigd wordt, neemt de politieke veiligheid toe. Het monster van de grote oorlog, ook van de niet-nucleaire oorlog, is het best te bedwingen achter de tralies van de stelsels die van nucleaire bewapening uitgaan. Men werd het uiteraard niet eens, maar de hele problematiek zou nog aan de orde komen bij de behan deling van het rapport van de depu taten. Met een deel daarvan heeft de synode inmiddels al een begin gemaakt. De Gereformeerde Vrouwenbond wil de drie kwesties aan de orde stellen, namelijk de structuur van de gemeen te, de echtscheiding en de ontwikke lingssamenwerking. Mevrouw L. F. Nij- land-Kerkhof ging in op de structuur van de gemeente. Daarbij sprak zij er haar teleurstelling over uitd at men aan de vrouwelijke predikanten slechts speciale taken had toebedacht en dat zo'n predikant bij haar huwelijk ont heven wordt. Bij de bespreking van de echtscheiding zei de presidente van de bond, mevrouw J. G. Kraayenveld-Wou ters, dat de kerk de gemeenteleden er op moest wijzen dat zij geen discrimi nerende houding mogen aannemen te genover hen die gescheiden zijn. vwwvwwwwwwwwwwwvw „Ik wandel niet in grootse dingen" Psalm 131 Ic Als we eerlijk zijn, zullen we erkennen dat we uit zijn op grote dingen. Het kleine is zo gewoon en we willen graag wat schit teren als kleine of grote sterren. Het is natuurlijk wel leuk als je eens op kunt treden op een familie- of verenigingsfeest, maar het is geweldiger als je voor de tv of op een groot song-festival mag optre den. Er is niets op tegen om in het 5e elftal een balletje mee te trappen, maar als je in het eerste mee doet, heb je veel meer publiek. Ook al sport je voor je plezier, kampioen worden, op het ere schavotje staan, is geweldig. Daar trai nen we dan ook voor. We hebben in ons leven allerlei aspira ties om op de maatschappelijke ladder zo hoog mogelijk te komen. We willen graag een zeer mooi huis hebben en zo goed mogelijk ingericht. In de wetenschap is er de aspiratie steeds verder te komen en niepwe ontdek kingen te doen. We zijn op de maan ge weest en willen nu verder. In de weten schap binden we de strijd aan tegen al lerlei wat niet in orde is: ziekte, honger, misoogsten, onrecht, oorlog enz. We pro beren dat er uit te krijgen. In allerlei op zichten zijn onze aspiraties groots. We willen vooruit, ons ontwikkelen. Over deze dingen zeggen we geen woord kwaad. Zolang dit niet gaat ten koste van een ander, geen misdadige doelstelling heeft en er niet op uit is God te verdrin gen, is het niet erg. Wat gebeurt er echter als dit niet lukt? Als we tegenslagen krijgen, enz.? Dan komt de klap meestal hard aan. Mensen blijven soms hun hele leven lang teleur gesteld omdat zij niet bereiken kunnen wat zij willen. Mensen worden daardoor verbitterd en ontevreden, chagrijnig en haatdragend. Het leven is voor hen vaak zinloos geworden. Daar is niemand mee gediend en geholpen. Het is dan ook goed te begrijpen waarom de Bijbel ons er tel kens voor waarschuwt niet te hoge aspi raties te hebben, niet alles op alles te zetten, niet ons zelf daarin te verliezen en ongelukkig te maken. Hoe kan dat? Dat kan door ootmoedig te leven. Zoals een man dat in Psalm 131 onder woorden brengt: „Here, mijn hart is niet hovaardig, mijn ogen zijn niet trots, ik wandel niet in grootse dingen, noch in dingen die te wonderbaar voor mij zijn". Hij heeft geleerd zichzelf niet te verliezen in de jacht naar steeds meer, naar steeds groter. Hij heeft geleerd eens op te houden en te zeggen: nu niet meer. „Immers heb ik mijn ziel tot rust en stil te gebracht als een gespeend kind bij zijn moeder; als een gespeend kind is mijn ziel in mij". Hij heeft dat geleerd in de omgang met God. Hij begint zijn woorden met „Here". In de omgang met God en Jezus Christus leert de mens, na verandering van zijn leven, met vallen en opstaan, wat onbe zorgd leven is. Als we de klappen te bo ven willen komen, teleurstellingen willen verwerken, is daar niet allereerst moed en eigen kracht voor nodig. Om te begin nen is daar voor nodig geloof in, vertrou wen op, omgang met de Heer. Laten we niet denken dat dit alleen de groten der aarde aangaat. Elk mens heeft aspiraties, elk mens zal moeten leren zo le leven: ik wandel niet in grootse dingen. De Zuidamerikaanse monnik Ernesto Cardenal zegt het dan zo in zijn verta ling van Psalm 131: Mijn hart is niet hoogmoedig Heer ik hoef geen miljonair te zijn geen partijleider geen minister-president ik mik niet op hoge posten ik aas niet op decoraties ik heb geen landgoed geen chequeboek geen levens verzekering. toch ben ik veilig als een kind dat slaapt in de armen van zijn moeder... Israel vertrouw op de Heer. Rhenen, P. L. J. Wapenaar. <L

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 13