EIGEN EN ANDERMANS DADEN IN DE STRIJD OM GERECHTIGHEID
1
Het sociale vraagstuk
vroeger en nu
Al 200!
Synoodkreet, G.V.B.
en Vrouwenbond
mochten meepraten
tra
tieó
WAT BETEKENT DE X?
WAT BETEKENT DE Y?
Vredesberaad
Vrouwenwensen
Geref. Synode
in Lunteren
TER OVERDENKING
„We eten de dossiers wel op
Met grote rode letters staat het op de voor
pagina van de Vredeskrant „Geen liefdadig
heid maar gerechtigheid". En dwars daarop, in
zwarte letters, drie woorden „Ontwikkelings
werk als thuiswerk". Vorige week hebben we.
ter voorbereiding van de Vredesweek die van
21 tot 28 september wordt gehouden, de schrij
vers van het Interkerkelijk Vredesberaad aan
het woord gelaten over die rode letters die de
mentale instelling ten opzichte van het ont
wikkelingswerk weergeven. Ditmaal dan de
zwarte letters de daden die die mentale in
stelling moeten begeleiden. Daarom ditmaal
informatie over de „Actie X - Y" zoals we die
in de Vredeskrant vonden en over al het an
dere „thuiswerk" dat naar de mening van het
IKV de kerken en de kerkeleden behoren te
verrichten willen zij inderdaad op deze wereld
iets waar proberen te maken van de bjjbelse
gerechtigheid.
Het is een indringende kreet ontwikke
lingswerk als thuiswerk. Omdat die woorden
heel precies aangeven dat men er zich niet
met wat mooie woorden van af kan maken.
Een kreet ook die aangeeft dat men binnen
het IKV beseft dat er niet alleen financieel,
maar ook mentaal iets fout zit met dat ont
wikkelingswerk. De roep om ontwikkelings
hulp is een veelgehoorde roep het woord is
heel plezierig te gebruiken om er ministers en
andere gezagsdragers mee om de politieke
oren te slaan en bovendien fungeert het heel
gemakkelijk als een soort scheidingslijn tussen
.conservatieven" en „radicalen" wat die
twee woorden dan ook betekenen mogen
\atuurl|jk is dat niet de manier waarop de
kerken over ontwikkelingshulp willen praten,
zjj het dat ook zjj niet helemaal aan die etiket-
-VWWWWVAAAAA,
Elk jaar groeit het nationale inkomen in de rijke landen met
5 procent elk jaar groeit het nationale inkomen van de arme
landen met 4 procent. De kloof tussen beide wordt dan ook
elk jaar groter, verhoudingsgewijs zowel als in bedragen. Om
te zorgen dat de groeipercentages tenminste dezelfde zijn
moeten de rijke landen zeker 2 procent van hgn nationale in
komen aan ontwikkelingshulp besteden. En niet op een ma
nier waardoor ze er zelf beter van worden door dat geld te
lenen en terug te vragen met rente, door de arme landen te
verplichten het geleende of gekregen geld bij de rijken te be
steden en door allerlei andere hulpvoorwaarden te stellen die
in de kraam der rijke landen te pas komen. Dat is de X wat
we moeten doen 2 procent van ons nationale inkomen op
een eerlijke manier overdragen aan de arme landen. Dat kan
niet van de ene dag op de andere. Maar we kunnen er wel
naar toe groeien. In 1968 hadden we in elk geval de oude af
spraak in de Verenigde Naties moeten nakomen om 1 procent
ter beschikking te stellen. In 1972, vier jaar later, is het abso
luut noodzakelijk tenminste die vereiste 2 procent op tafel te
leggen. We moeten dus met een procent per jaar omhoog
1969 1V4 procent, 1970 IV2 procent, 1971 13/4 procent, om in
1972 de 2 procent te halen. Dat is de X wat we moeten doen.
Geeft de X aan wat we móéten doen, de Y geeft aan wat wij,
de Nederlandse regering, in feite doen. En dat is te weinig.
Onze regering blijft beneden de maat, ons parlement ver
zuimt de regering te dwingen om de Y te verhogen tot zij ge
lijk wordt aan de X. Want wij zouden moeten doen wat wij
doen moeten Ten eerste geeft de regering nog geen 1 pro
cent van het nationale inkomen aan de ontwikkelingshulp (om
precies te zijn 0,81 procent), terwijl het dit jaar al IV4 procent
had moeten zijn. Vervolgens heeft ze zich nog niet verplicht
elk jaar weer bestaat de mogelijkheid om in het hulpprogram
te schrappen. Tenslotte wordt het ontwikkelingsgeld nog zo
gegeven dat het niet geheel aan de arme landen ten goede
komt een groot deel wordt geleend en dient besteed te wor
den in óns land. De Y zoals die nu nog is geeft aan dat we als
volk nog geen rechtvaardige bijdrage leveren aan het welzijn
van heel de wereld en aan de opheffing van de schrijnende
onrechtvaardigheid, waarvan het merendeel van de mensheid
de dupe is. We moeten alle mogelijke druk organiseren om de
Y te verbeteren en tot X te maken de regering .te dwingen
te doen wat ze móét doen. En daarmee zijn we dan terecht
gekomen bij de actie X - Y, een actie die hieronder omschre
ven wordt en die in de vredesweek gestalte moet krijgen.
Sinds kort is in verschillende welvarende landen een soort
„wereldbelastingbeweging" aan de gang. In het Engels wordt
zij genoemd ,,Self-tax-movement", in het Duits „Selbsteuer-
bewegung", en in Nederland heet zij .Actie X - Y". Deze inter
nationale beweging wil erop aansturen dat de regeringen van
de rijke landen zichzelf in het verband van de Verenigde Na
ties verplichten een percentage van hun inkomen in een we
reldfonds te storten om daaruit de armoede in de wereld te
bestrijden. Een soort wereldbelastingstelsel wil deze bewe
ging. Niet de vrijblijvende liefdadigheid, maar de georgani
seerde rechtvaardigheid is nodig om een einde te maken aan
,,de ongerechtigheid en de veronachtzaming van eeuwen",
zoals de arme landen het in een gemeenschappelijke verkla
ring hebben genoemd. Ook u kunt meedoen aan deze inter
nationale wereldbelastingactie. Dan helpt u de druk vergroten
op onze regeringen om te doen wat ze moeten doen bij te
dragen tot wat meer gerechtigheid in de wereld. U onderte
kent deze doelstellingen met een daad regelmatig op per
soonlijke verantwoordelijkheid doen wat de regering voorals
nog te kort doet, te weten regelmatig dat percentage van uw
inkomen ter beschikking stellen dat de regering nog te kort
doet. Dat is de X - Y van uw persoonlijk inkomen. De helft
van uw bijdrage zal door de Actie X - Y worden overgemaakt
aan het Kapitaalontwikkelingsfonds van de Verenigde Naties,
dat als onderdeel van het VN-ontwikkelingsprogramma niet de
aandacht krijgt die het verdient Dit fonds doet schenkingen
en verschaft leningen met lange looptijden, zonder of tegen
geringe rente, om de economische groei van de ontwikke
lingslanden te bevorderen De andere helft van uw bijdrage
aan de Actie X - Y is bestemd voor ontwikkelingsprojecten,
ontworpen en uitgevoerd door Nederlandse ontwikkelingsor
ganisaties en door de gespecialiseerde organen van de Ver
enigde Naties. Het gaat bij de Actie X - Y om een vrijwillige
aanvulling op de overheidsbijdrage voor ontwikkelinssamen-
werking. Het is daarom niet juist om het aan deze actie ge
schonken bedrag in mindering te brengen op hetgeen u al ge
woon bent te geven voor missie, zending, werelddiaconaat,
..Kom over de Brug". Vastenactie. NOVIB, de actie Wij en Zij.
enz.
Wie aan deze actie wil meedoen geve zich op bij de NOVIB.
Van Blankenburgstraat 6 te Den Haag, giro 645300. Over 1969
wordt gerekend op 0.44 procent van het eigen inkomen.
Jaren geleden was de situatie in
ons eigen land en in het westen
precies zo als nu in de wereld-
als-geheel. Toen waren er hier
steeds minder mensen die steeds
rijker werden, en alleen die rij
ken hadden wat te vertellen. Er
was toen nog .Census-kiesrecht',
dat wil zeggen: men kon slechts
meebeslissen en meestemmen
als men een bepaald inkomen had.
De armen, de arbeiders waren
stemloos. Zij mochten, nee moes
ten enorme werkdagen maken en
ook hun kinderen laten werken
om aan een minimum-loon te ko
men dat net genoeg was om niet
van honger om te komen.
Zo is nu de situatie in de we
reld als-geheel. In de wereld van
het noorden (West- en Oost-Euro
pa, Noord-Amerika en Australië)
leeft een steeds kleiner deel van
de wereldbevolking.
Dat deel wordt steeds rijker en
welvarender. Als dat zo doorgaat
zal teg enhet jaar 2000 slechte
20 pet. van de mensheid (één op
de vijf mensen) in dat rijke Noor
den wonen. Daartegenover groeit
het deel der mensen dat in de
arme landen woont. Dat is de we
reld van het Zuiden (Afrika, Azië
Latijs-Amerika) waar straks 80
pet van de mensheid (vier van de
vijf mensen) zal wonen. Een jaar
of vijftien geleden waren wij in
het Noorden al tien maal zo rijk
als zij in het Zuiden. Op dit mo
ment is dat al elf maal. De kloof
wordt steeds groter in de hele
wereld. Precies zoals destijds bin
nen ons eigen volk. De arme we
reld heette toen: het proletariaat
van de arbeiders. Het heet nu: het
proletariaat van de DERDE WE
RELD. En ook nu weer hebben
de armen geen stemrecht. Be
slissen doen de rijke landen.
Af en toe zijn ze wel bereid om
met de arme landen te gaan sa-
menziten in de Verenigde Naties.
En dan wordt er wel over de pro
blemen gepraat. Maar als het dan
op stemmen aankomt, en de ar
men besluiten met grote meerder
heid van stemmen (en de arme
landen zijn immers in de meer
derheid) om iets aan de tegenstel
ling te doen, dan zeggen de rij
ken: jullie hebben niets te beslis
sen over ons geld, onze fabrie
ken, onze welvaart.
De vergelijking gaat nog ver
der op. Toentertijd is de arbeids-
beweging ontstaan. Die vocht voor
haar zaak. Door druk, strijd, sta
king, overleg bereikte zij dat er
algemeen kiesrecht kwam, onaf
hankelijk van iemands inkomen.
Ze bereikte dat er collectieve ar
beidsovereenkomsten kwamen.
Dat de regering niet slechts zorg
de dat de bestaande verhoudin
gen (van eigendom en inkomen)
werden beschermd, maar juist
er een rechtvaardiger verdeling
kwam van de kansen om te leven
te werken te studeren, deel te heb
ben in de welvaart. Via de be
lastingen werd een stuk nationaal
inkomen herverdeeld. Via socia
le zaken werden nieuwe wetten
tot stand gebracht. Via economi
sche zaken werd een vooruitstre
vender werkgelegenheidsbeleid
gemaakt en via onderwijsminis
ters werden de mogelijkheden om
te studeren verruimd. Datzelfde
moet nu ook in heel de wereld
gebeuren. Er moet een wereldre
gering komen waarin alle volke
ren, onafhankelijk van hun inko.
men, stem hebben. Er moet een
wereldbelasting komen, via welke
het inkomen van de wereld recht
vaardiger kan worden verdeeld.
Om het bovenstaande gaat het
in de Aktie X-Y.
Vermoedelijk zullen al
enkele honderden dominees
zich gebogen hebben over
de preekschets die het In
terkerkelijk Vredesberaad
aan de predikanten heeft
doen toekomen met het ver
zoek volgende week zondag
de gemeente te bepalen by
het thema van de Vredes
week. En al in zo'n 200
plaatsen hebben commissies
van allerlei pluimage zich
bezig gehouden met de
(lang niet gemakkelijke)
vredescahiers die bedoeld
zijn om de gesprekken op
gang te brengen die op al
lerlei manieren en met al
lerlei bevolkingsgroepen
gevoerd moeten worden tij
dens die Vredesweek. De
lijst van werkgroepen in de
verschillende plaatsen zo
als die in de Vredeskrant
staat afgedrukt, toont over
duidelijk aan dat men zich,
uitgaande van heel ver
schillende standpunten,
toch gezamenlijk kan inzet
ten voor hetzelfde doel. In
Wageningen en andere uni
versiteitssteden vindt men
studentenorganisaties als
werkgroepen, in Apeldoorn
is het de Studiegroep «oor
Vrede en Maatschappijver
nieuwing en in Vcenendaal
Sola Fide 69 70. Elders heeft
de plaatselijke Raad van
Kerken zelf de organisatie
ter hand genomen of een
oecumenische jeugdraad en
in Ophemert bijvoorbeeld
hebben de christelijke plat
telandsvrouwen er zich
voor gespannen
jesplakkerij ontkomen Als de kerken pra
ten over ontwikkelingswerk als thuiswerk
dan richten zij zich niet tot de toch al ge-
interesseerden maar tot hun leden en via
hen tot alle Nederlandse burgers. En die
gewone Nederlandse burger onderscheidt
zich in niets van de burgers in andere wes
terse landen dat woord ontwikkelingshulp
spreekt hem niet erg aan. De een denkt er
zus over en de ander zo. maar dit komt
men toch vrij algemeen tegen
a. Dat ontwikkelingshulp wel een aardige
en zelfs noodzakelijke vorm van liefda
digheid is want het gaat ten slotte
niet aan je medemensen van honger te
laten omkomen maar er zijn grenzen
aan die hulp. Het hoeft ook weer niet
zo te zijn dat je jezelf daarvoor van al
lerlei moet ontzeggen. Er moet ten
slotte in Nederland ook nog van alles
gebeuren en daarvoor betalen we toch
warempel wel belasting genoeg!
b. Dat ontwikkelingshulp een bodemloze
put is omdat het nu eenmaal niet mo
gelijk is om de lasten en armoe van
twee-derde van de wereld op je nek te
nemen en (veel gehoord argument) om
dat het grootste deel van het geld toch
terecht komt in de zakken van diege
nen die het het minst nodig hebben: de
politieke en maatschappelijke „bazen"
in die nieuwe landen die met het ge
kregen geld zichzelf verrijken en hun
eigen landgenoten uitbuiten.
c. Dat ontwikkelingswerk in de vorm van
geldgeverij nooit enige zir. heeft omdat
deze onderontwikkeldheid en armoede
van binnen uit moeten worden bestre
den. Er zijn wereldomvattende econo
mische maatregelen voor nodig die het
bevattingsvermogen van de gewone
man toch te boven gaan. Ontwikkelings
hulp is een zaak van deskundigen
laat ons als leken er maar liever bui
ten!
Lijnrecht hiertegen staat de mening van
het Interkerkelijk Vredesberaad lo
gisch omdat de basis van waaruit men re
deneert een totaal andere is. Basis is na
melijk dat ontwikkelingswerk niets met
liefdadigheid maar alles met rechtvaar
digheid te maken heeft. We citeren weer
de Vredeskrant:
„De arme volken zijn bezig op te
staan. Het gaat om het recht der armen
op gerechtigheid, op gelijkwaardigheid.
Op leven en ontwikkeling. Op een dak
boven het hoofd, op scholing en arbeid.
Om dat te verwerkelijken moeten in de
eerste plaats wij veranderen. Omdat wij
de macht in de wereld hebben. Omdat
wij de beslissingen nemen, ook over hen.
Omdat wij het zijn die vooral verant
woordelijk zijn voor de slechte taakver
deling in de wereld, voor de onverdeelde
opeenhoping van welvaart. Omdat wij
de grondstoffen voor deze welvaart ont
stolen hebben aan de arme landen, en
omdat wij dat nog dagelijks doen. Hoe
wij als groepen ons in de samenleving
opstellen, hoe onze politieke partijen,
hoe werkgevers en werknemers, pers,
radio en televisie en ons onderwijs wer
ken is hierbij van beslissende betekenis.
De mening van onze individuele burgers
wordt immers voor een belangrijk deel
bepaald door hetgeen de kerk zegt, door
hetgeen politici beweren, door de wijze
waarop pers, radio en televisie voorlich
ten, door het genoten onderwijs, enz.
Het is de taak van de kerken om als
„waarheidscentra" te gaan fungeren.
Opcjat het keiharde geweld van het kei
harde egoïsme niet meer met de „man
tel der eigenliefde" bedekt wordt. Vóór
alles is deze onthulling, deze opheldering
vereist. Om dan tot vernieuwing van on
ze organisaties, onze handelsovereenkom
sten, onze taakverdeling in de wereld te
komen, zoals die in deze krant aange
duid worden".
Tot zover de Vredeskrant. Er is reden
om volgende week, aan de vooravond van
de Vredesweek, op dit alles nog eens uit
voeriger in te gaan.
Beeld van het hedendaagse leven: de
monstraties, spandoeken, kreten. De
kerken kunnen er niet aan voorbijgaan
en zullen zich telkens weer moeten bezin
nen op de vraag hoe vrede en gerechtig
heid gediend kunnen worden.
..Dat de vrouw in de gemeente zwijge hoeveel jaar is het geleden dat men
in Gereformeerde kring zich strak aan de letter van deze bijbelse woorden hield
Maar toen de Generale Synode der Gereformeerde Kerken in Nederland vorige
week in Lunteren aan haar zware tweejaarlijkse taak begon bleek een van de
afgevaardigde leden een vrouw te zijn mevrouw M. Korthals-Pas uit Baarn. Ze
kreeg van de praeses een bos bloemen aangeboden Invloed van „de blije we
reld"
Men kan dit een grappige bijkomstigheid vinden maar dan toch wel een bij
komstigheid die kenmerkend is voor de geest waarin de gereformeerde synode
anno 1969 haar werk verricht. Want niet alleen de vrouw praat mee, ook de jon
geren hebben de kans gekregen hun zegje te zeggen en ze hebben dat gedaan op
een wijze die voor geen tweeërlei uitleg vatbaar was. Zodat het officiële pers
bulletin van deze synode met recht en reden beginnen kan met deze moderne
volzien „De nieuwe generale synode is begonnen met een duidelijk streven naar
openheid voor de inspraak van kritische groeperingen uit de kerk". Die kritische
groeperingen waren dan de werkgroep „Synoodkreet", Gereformeerd Vredes
beraad en de Gereformeerde Vrouwenbond.
Eerst iets over die werkgroep Synood
kreet. Zoals men zich wellicht zal her
inneren is dit een groep van jongeren
die de huidige synode kritisch wil gaan
begeleiden. Men heeft daarmee een be
gin gemaakt door een hearing te hou-
den op 12 mei de avond voordat de
synode werd geopend en men heeft
nu een boekje uitgegeven onder de titel
„Vragen met voorrang". Vorige week
dan heeft de werkgroep van de synode
toestemming gekregen die voorrangs-
vragen nader te komen toelichten.
Uiteraard heeft de jeugd het er niet
bij laten zitten en men is maar direct
met concrete voorstellen op tafel ge
komen. Zo deed drs. M. J. Faber het
voorstel om de budgetten van alle ker
ken en kerkelijke instanties eens door
te lichten. Een werkcommissie zou moe
ten vragen om een overzicht van de in
komsten en uitgaven. Deze commissie
moest dan nog staande deze synode rap
port uitbrengen. De leden van Synood
kreet vonden het een bezwaar dat de
synode bij de bespreking van de ont
wikkelingssamenwerking zoveel aan
dacht besteedde aan de financiën. Het
was eerder een kwestie van mentaliteit,
meenden zij. Drs. J. H. Andriessen
vroeg of het mislukken van een wereld
handelsconferentie niet belangrijker is
dan het mislukken van tien acties. De
heer G. J. van Apeldoorn, die binnen
kort naar Ghana zal vertrekken, nam
de situatie van dit land als voorbeeld.
Ghana is sterk afhankelijk van de prij
zen van cacaobonen, maar deze fluctue
ren. De westerse mogendheden zouden
met hun handelspolitiek de situatie voor
Ghana gunstiger kunnen maken, maar
dat doen ze niet.
Een ander concreet punt dat men
noemde was de rietsuikeractie. De heer
Faber zou willen dat de synode daar
van kennis nam en de plaatselijke ker
ken stimuleerde aan deze actie mee te
doen. Zij moest ook alle functionarissen
die bij kerkelijke instanties in dienst
zijn, opwekken aan deze actie deel te
nemen en dan moest ook nagegaan wor
den of het EEG-landbouwbeleid niet
eens getoetst moet worden. Synoodkreet
stelde ook de structuur van de gemeen
te aan de orde. De heer S. J. Noorda
zou graag willen dat de deskundige le
den van de plaatselijke gemeenten
meer ingeschakeld werden. De meeste
mensen weten niet zoveel van de pro
blemen af. De sunodale structuur van
de kerk moet beperkt worden tot inter
ne zaken. Wanneer er binnen de plaat
selijke gemeenten mogelijkheden en ka
ders zijn, zullen er cellen gevormd wor
den die weer in een groter verband
bijeenkomen. Toen de heer T. van der
Kooy begrip vroeg voor de generatie
van de Synodeleden en erop wees dat
er voorstellen in overweging zijn om
de synode voortdurend te laten ver
gaderen en haar dus de gelegenheid
te geven altijd te functioneren, bracht de
heer Noorda daar tegen in, dat men
dan toch weer ging institutionaliseren.
De structuur moet minder formeel-juri
disch zijn. De heer Noorda nam zijn
eigen actie als voorbeeld. Synoodkreet
heeft geen voorzitter, geen secretaris
en geen penningmeester. Dit ontlokte
de heer van der Kooy de verzuchting:
„Bewaar mij dat we dat hier ook zou
den krijgen!" Het was ook maar een
voorbeeld, antwoordde de heer Noor
daWe moeten niet tevoren aange
ven hoe het allemaal worden moet,
merkte drs. Andriessen op. Dan is het
leven eruit.
Als praktische suggestie deden de
jongelui van Synoodkreet het voorstel
voor hen die bezwaren hebben tegen
de nieuwe actie van de Stichting Steun
Kerkbouw een alternatief bedenken.
Er zijn mensen die het bouwen van
nieuwe kerken, althans in deze vorm,
niet 't allernoodzakelijkst vinden. De
deelnemers van Synoodkreet waren
uiteraard niet geheel voldaan over het
gesprek met de synode. Dat was ook
niet te verwachten, omdat bij een eer
ste ontmoeting niet alle wensen konden
worden ingewilligd. Ze krijgen echter
waarschijnlijk wel de kans om de sy
node nog eens te vertellen wat zij al
lemaal op het hart hebben, want ds.
J. M. Bloemkolk sprak de wens uit dat
deze vorm van communicatie zou wor
den gecontinueerd. Deze wijze van ge
sprek moet mogelijk zijn.
Het oorlogsvraagstuk werd op de sy
nodale tafel gelegd door het Gerefor
meerde Vredesberaad. De woordvoer
der daarvan was dr. O. Jager. Vroe
ger was het misschien nog mogelijk
om van een rechtvaardige oorlog te
spreken, zei hij, maar dat is nu ach
terhaald. De vernietiging is nu zo vol
komen dat geen enkele oorlog meer de
kans heeft om rechtvaardig te zijn.
Men vernietigt alles wat men wenst te
verdedigen. Eén partij moet het initia
tief nemen zoals God dat deed met ons.
Wij leven van het unilaterale, het een
zijdige van de verzoening. Zo'n partij
die het initiatief neemt, kan wel heel
wat nadelep ondervinden, maar die
staan in geen enkele verhouding tot de
gevolgen van een kernoorlog, die een
misdaad is tegen God en mensen.
Daartegenover stond het standpunt
van de heer L. van der Put, die depu-
taat van de Gereformeerde Kerken voor
dit vraagstuk is. Uiteraard vinden ook
de deputaten, aldus de heer Van der
Put, dat een kernoorlog ongeoorloofd
is en dat elke vorm van oorlog in strijd
is met de taak die God de mensen geeft.
Maar de nucleaire wapens zijn een mid
del om de oorlog te bedwingen. De mo
gendheden begrijpen wel hoe gevaarlijk
deze wapens zijn en hebben daarom de
oorlog als politiek middel afgeschreven.
Terwijl de fysische veiligheid van elke
streek op ieder ogenblik bedreigd
wordt, neemt de politieke veiligheid toe.
Het monster van de grote oorlog, ook
van de niet-nucleaire oorlog, is het best
te bedwingen achter de tralies van de
stelsels die van nucleaire bewapening
uitgaan. Men werd het uiteraard niet
eens, maar de hele problematiek zou
nog aan de orde komen bij de behan
deling van het rapport van de depu
taten. Met een deel daarvan heeft de
synode inmiddels al een begin gemaakt.
De Gereformeerde Vrouwenbond wil
de drie kwesties aan de orde stellen,
namelijk de structuur van de gemeen
te, de echtscheiding en de ontwikke
lingssamenwerking. Mevrouw L. F. Nij-
land-Kerkhof ging in op de structuur
van de gemeente. Daarbij sprak zij er
haar teleurstelling over uitd at men
aan de vrouwelijke predikanten slechts
speciale taken had toebedacht en dat
zo'n predikant bij haar huwelijk ont
heven wordt. Bij de bespreking van de
echtscheiding zei de presidente van de
bond, mevrouw J. G. Kraayenveld-Wou
ters, dat de kerk de gemeenteleden er
op moest wijzen dat zij geen discrimi
nerende houding mogen aannemen te
genover hen die gescheiden zijn.
vwwvwwwwwwwwwwwvw
„Ik wandel niet in grootse dingen"
Psalm 131 Ic
Als we eerlijk zijn, zullen we erkennen
dat we uit zijn op grote dingen. Het kleine
is zo gewoon en we willen graag wat schit
teren als kleine of grote sterren. Het is
natuurlijk wel leuk als je eens op kunt
treden op een familie- of verenigingsfeest,
maar het is geweldiger als je voor de tv
of op een groot song-festival mag optre
den. Er is niets op tegen om in het 5e
elftal een balletje mee te trappen, maar
als je in het eerste mee doet, heb je veel
meer publiek. Ook al sport je voor je
plezier, kampioen worden, op het ere
schavotje staan, is geweldig. Daar trai
nen we dan ook voor.
We hebben in ons leven allerlei aspira
ties om op de maatschappelijke ladder zo
hoog mogelijk te komen. We willen graag
een zeer mooi huis hebben en zo goed
mogelijk ingericht.
In de wetenschap is er de aspiratie
steeds verder te komen en niepwe ontdek
kingen te doen. We zijn op de maan ge
weest en willen nu verder. In de weten
schap binden we de strijd aan tegen al
lerlei wat niet in orde is: ziekte, honger,
misoogsten, onrecht, oorlog enz. We pro
beren dat er uit te krijgen. In allerlei op
zichten zijn onze aspiraties groots. We
willen vooruit, ons ontwikkelen.
Over deze dingen zeggen we geen woord
kwaad. Zolang dit niet gaat ten koste van
een ander, geen misdadige doelstelling
heeft en er niet op uit is God te verdrin
gen, is het niet erg.
Wat gebeurt er echter als dit niet lukt?
Als we tegenslagen krijgen, enz.? Dan
komt de klap meestal hard aan. Mensen
blijven soms hun hele leven lang teleur
gesteld omdat zij niet bereiken kunnen
wat zij willen. Mensen worden daardoor
verbitterd en ontevreden, chagrijnig en
haatdragend. Het leven is voor hen vaak
zinloos geworden. Daar is niemand mee
gediend en geholpen. Het is dan ook goed
te begrijpen waarom de Bijbel ons er tel
kens voor waarschuwt niet te hoge aspi
raties te hebben, niet alles op alles te
zetten, niet ons zelf daarin te verliezen
en ongelukkig te maken.
Hoe kan dat? Dat kan door ootmoedig
te leven. Zoals een man dat in Psalm
131 onder woorden brengt: „Here, mijn
hart is niet hovaardig, mijn ogen zijn niet
trots, ik wandel niet in grootse dingen,
noch in dingen die te wonderbaar voor
mij zijn". Hij heeft geleerd zichzelf niet
te verliezen in de jacht naar steeds meer,
naar steeds groter. Hij heeft geleerd eens
op te houden en te zeggen: nu niet meer.
„Immers heb ik mijn ziel tot rust en stil
te gebracht als een gespeend kind bij zijn
moeder; als een gespeend kind is mijn
ziel in mij".
Hij heeft dat geleerd in de omgang met
God. Hij begint zijn woorden met „Here".
In de omgang met God en Jezus Christus
leert de mens, na verandering van zijn
leven, met vallen en opstaan, wat onbe
zorgd leven is. Als we de klappen te bo
ven willen komen, teleurstellingen willen
verwerken, is daar niet allereerst moed
en eigen kracht voor nodig. Om te begin
nen is daar voor nodig geloof in, vertrou
wen op, omgang met de Heer.
Laten we niet denken dat dit alleen de
groten der aarde aangaat. Elk mens heeft
aspiraties, elk mens zal moeten leren zo
le leven: ik wandel niet in grootse dingen.
De Zuidamerikaanse monnik Ernesto
Cardenal zegt het dan zo in zijn verta
ling van Psalm 131:
Mijn hart is niet hoogmoedig Heer
ik hoef geen miljonair te zijn
geen partijleider
geen minister-president
ik mik niet op hoge posten
ik aas niet op decoraties
ik heb geen landgoed
geen chequeboek geen levens
verzekering.
toch ben ik veilig
als een kind dat slaapt in de armen van
zijn moeder...
Israel vertrouw op de Heer.
Rhenen, P. L. J. Wapenaar.
<L