Moesje Bruijning kreeg niet veel voor haar goudvondst In Amerika liggen negen dode mensen „op ijs". In de hoop later weer tot even te worden gewekt machinebedieners personeel voor de mengerij BITTERE SLAG VOOR DUITSE „IMAGO-VERBETERAARS" GEBR. VAN HEUGTEN N.V. GOUVERNEUR SCHEEPTE SURINAAMSE VROUW MET SMOESJE AF terinnering aan 1932 WEG-TERUG IS ECHTER NOG ONMOGELIJK Nauwere samenwerking met Rusland Extra toezicht op Arabische en Israëlische schepen Nederland wil band met Libië ongewijzigd laten H Eigendom Afscheid Weemoedig Drie fasen Hoge kosten Boek Niet nieuw Kom werken bij Nederlands grootste tapijtfabriek SCHERPENZEEL WIJ BIEDEN U INLICHTINGEN Organen Schiekarton gaat uitbreiden E UliNdUAl? y itMtMbtK 1969, 6 Gouverneur Rutgers (links) tras persoonlijk naar het door mevrouw Bruijning (midden) gevonden goud komen kijken. Maast de gouverneur is half zichtbaar de toenmalige minister van Financiën Bruijning (geen familie). Naast de goudzoekster sêaat de adjudant van de gouverneur, en haar dochter Geor- fiNwa. f Tj OTTERDAM „lk vraag geen geld. Ik heb geen buitensporige wensen", zegt „Moesje"' Bruijning, Su rinaamse, 72 jaar oud. „Mijn enige wens is een beetje be hoorlijke oude dag en, als ik dood ga, dat men mij in Su riname begraaft". Alexandrina Paulina Bruijning heeft eens in de jaren dertig ruim honderdtwintig kilo's zelf gevonden en ge wassen goud bezeten. Met twaalfduizend gulden werd zij afgescheept. De partij goud was toen ruim vier ton waard. Nu leeft zij van haar AOW bij haar dochter in de Rotter damse wijk Spangen. Van het fortuintje is niets meer over. De gouverneur in Suriname, de heer Rutgers, beloofde dat zij er wel meer van zou horen. Moesje heeft nooit meer iets gehoord. Zij vindt zelf dat zij door de regering is af gescheept met die twaalfduizend gulden. „Maar", zegt zij in gebroken Nederlands, „onder het kolonialisme kon je niks zeggen. Je moest maar tevreden zijn met wat je kreeg". Die honderdtwintig kilo goud zou nu zo'n zeshonderd duizend gulden waard zijn. Het verhaal van „Moesje" Bruijning begint in 1932. „Ik woonde met mijn man in Paramaribo. Hij was gouddel ver van beroep, in de Surinaamse goudmijnen. Voortdurend waren wij want ik hielp hem bij het zoeken naar goud in het oerwoud. Vijf jaar lang zijn we samen in het oerwoud geweest, zonder ooit iets te vinden. Ja, af en toe vond je een tiende gram, maar daar kon je net voedsel van kopen". „We wilden juist vertrekken om in een ander gebied ons geluk te gaan beproeven toen we In juli 1932 een aar dige hoeveelheid goud gevonden. Het werd steeds meer en na drie dagen al hadden we vele tientallen kilo's. Het is nooit precies gewogen, maar men schat te het top ruim 120 kilo." „Elke avond brachten we het naar onze hut van pinabladeren. Op een ze ker moment hebben we de directeur van de mijn erbij gehaald. De mijnen waren van de concessiehouders. Die zaten echter in Paramaribo en hadden voor het oerwoud een directeur aange steld." ..Alles wat je vond was je eigendom. Alleen was je verplicht het goud te vpr- kopen aan de concessiehouders. In Pa ramaribo konden we ons geld halen. Twaalduizend gulden. Dat was alleen voor fjjn goud. Thuis hadden we nog klompen goud. Gouveneur Rutger is persoonlijk naar onze hut in het oer woud gekomen. Hij zei dat er een paar klompen naar Nederland gestuurd moes ten worden om koningin Wilhelmina er van te overtuigen dat er wei bodem schatten waten in Suriname. Colijn had namelijk een paar jaar eerder beweerd, dat Suriname niets waard was en dat Nederland zijn geld beter in Oost-Indië kon investeren. Hij had gezegd dat er nlleen maar apen in Suriname woonden." „Toen dat goud in Nederland was is er een foto gemaakt die nu nog in het Tropenmuseum moeten hangen. Op die foto bewonderen prins Hendrik, konin gin Wilhelmina en de toenmalige prin ses Juliana mijn goud. Juliana zal het zich vast nog wel herinneren." „Volgens gouverneur Rutgers zou den mijn man en ik er nog wel meer van horen. We hebben er nooit meer iets van gehoord". „Toch hadden we toen een klein fortuin, twaalfduizend gulden, al was de hele partij dan veel meer waard geweest. We kochten voor 3000 gulden een flink huis met wat grond. Bovendien schonken we de Zuiderkerk van de Evangelische Broe dergemeente in Paramaribo elektrisch licht. Dat kostte een paar honderd gulden", aldus „Moesje" Bruijning. De Evangelische Broedergemeente in Zeist kon zich dat wel herinneren. De schenking is ook opgenomen in het schoolboekje Aan de zoom van het oerwoud, van ds. Legene. „Van de rest van het geld", zegt „Moesje" Bruijning, „zijn we ge trouwd in de Zuiderkerk en hebben we geleefd. Maar drie jaar later is mijn man overleden, onder meer van verdriet. Hij voelde zich bedrogen. We waren inmiddels gescheiden". „Van armoe heb ik het huis en de grond moeten verkopen. Opnieuw ben ik toen het oerwoud ingetrokken om goud te zoeken. Nooit meer heb ik iets gevonden. Twintig jaar gele den heb ik afscheid van het oerwoud genomen. Tot vorig jaar heb ik in Paramari bo loten verkocht en gevent met groen te en vruchten. Toen haalde mijn doch ter Cornelly me naar Rotterdam. Zij was daar in 1965 al naar toe gegaan als verpleegster. Vier jaar lang heeft ze gespaard om me over te laten ko men". „Ik heb het hier best naar mijn zin maar natuurlijk verlang ik terug naar Suriname. Ik hoop dat ik er begra ven word", besluit „Moesje" weemoe dig haar verhaal. Ze friemelt wat ver legen aan een gouden ketting, die ze van haar „eigen" goud heeft laten maken. En ze zegt: „Die zal ik nooit verkopen. Het is nog mijn enige herin nering." MoesjeBruijning, thuis bij haar dochter in de Rotterdamse wijk Spangen. NEW YORK Sault Kent zat op zekere avond laat op zijn gemak naar de tv. te kijken, toen de telefoon ging: Mijn man is zojuist gestorven"zei een vrouwenstem, „en u moet hem bevriezen!" Als secretaris van de New-Yorkse vereniging van cryonici koudmakerswist Kent precies wat hij moest doen. De volgende dag was Andrew Mihokde echtgenoot van de vrouw die had opgebeld, stijf bevroren bij een temperatuur van 110 graden onder nul. Een groeiend aantal Amerikanen heeft de vereniging verzocht hen nu hun dood te bevriezen. Ze gokken op een wetenschappelijke doorbraak, waardoor ze te eniger tijd weer ontdooid en tot leven teruggebracht kunnen worden. Ook re kenen ze op de ontdekking van een geneesmiddel voor de kwaal, waaraan ze stierven. Volgens woordvoerders van de cryonici, hebben zich sinds 1967 min stens negen personen in de Ver. Staten laten bevriezen. TTe cryonici geven eerlijk toe, dat het vandaag de dag nog niet mogelijk Is een eenmaal bevroren lichaam tot het leven terug te brengen. Volgens sommige wetenschappelijke waarne mers is het hele idee biologische on zin. Niet alleen ligt doeltreffend ont dooien nog buiten het bereik van de wetenschap, maar binnen zeven tót tien minuten nadat de bloedcirculatie stopt, sterven de hersenen af. Tenzij de hersenen onmiddellijk na het intre den van de dood zouden worden ge koeld of bevroren, bestaat de kans, dat een bevroren man als een zwakzinni ge terug zou komen. De „vereniging van koudmakers" telt ongeveer honderd leden in New York en een iets kleiner aantal in de sta ten Michigan en Californië. Minstens twintig leden van de New Yorkse ver eniging hebben getekend om bij hun dood te worden bevroren. De vereniging zegt, dat ze de oorlog tegen de dood met alle beschikbare we tenschappelijke middelen wil voeren en dat op het ogenblik bevriezen de beste mogelijkheden biedt. Anders dan wanneer men een dood lichaam laat bederven, heeft bevrie zen dit positieve effect, dat het lichaam intact blijft. Als er een manier bestond om een lichaam te ontdooien, zou dit niet in mindere conditie verkeren dan bij de dood. Wanneer een lid van de vereniging van cryonici sterft, moet de ver eniging snel handelen, aangezien een lichaam begint te bederven zo gauw het leven er uit geweken is. Aller eerst moet het bewijs van overlijden vlug getekend worden, zodat het uit drie fasen bestaande bevriezingsproces kan beginnen. Een wetenschapsman van de vereni ging heeft doorgaans de leiding bij de bevriezingsoperaties. Met hulp van ver scheidene assistenten, doet hij het li chaam in een plastic zak en doet er dan ijs bij in., In de rouwkapel wordt het bloed uit het lichaam gehaald en wordt de overledene overvloedig ingespoten met een speciale oplossing om te voorkomen dat tijdens het bevriezen de weefsels beschadigen. Er wordt geen balsem vloeistof gebruikt. Dit zou de weefsels vernielen. Vervolgens wordt het li chaam met een mengsel van zout en ijs bestreken om het nog kouder te maken. De eerste fase is nu voltooid en de temperatuur van het lichaam is iets onder het vriespunt. Daarna wordt het lichaam in droog ijs verpakt, waardoor de temperatuur daalt tot ongeveer 110 graden onder nul. De plastic zak verhindert, dat het droge ijs in contact met het lichaam komt. Zodoende wordt het weefsel niet beschadigd. Hiermee is dan de tweede fase voltooid. In de derde fase wordt het lichaam in een grote metalen container gelegd, gevuld met vloeibare stikstof. De con tainer, die op een reusachtige ther mosfles lijkt, wordt luchtledig ge maakt. De vloeibare stikstof doet de temperatuur van het lichaam dalen tot 320 graden onder nul. T)e kosten van dit uitgebreide afkoe- lingssysteem bedragen ongeveer 15.000 dollar, de onderhoudskosten niet meegerekend. Volgens Kent, de 29-ja- rige redacteur van het vaktijdschrift der koudmakers, vinden dezen de ho ge kosten geen punt. In feite zegt Kent openlijk, dat hij er niets tegen heeft om met dit denkbeeld geld te verdie nen. De vereniging oppert tevens de ge dachte om nog eens tienduizend dollar in een trustfonds voor de overledenen te plaatsen. Hiermee zou de capsule on derhouden kunnen worden, zegt Kent en zou de overledene, eenmaal tot het leven teruggebracht, een bestaan hebben. Kent ziet verzekeringspolissen als een geschikt middel voor levensonderhoud voor iemand, die is bevroren. De ver eniging hoopt het aloude gezegde „dat je het niet met je mee kunt ne men" te weerleggen. De huidige wetten verbieden het na laten van geld aan een dode, maar iemand zou het kunnen nalaten aan een vertrouwde vriend, een vereniging of een zaak, die tot de ontdooiing de zorg voor zijn lichaam op zich zou nemen en hem, wanneer hij tot het leven is teruggebracht, het geld te ruggeven. I~Ie vereniging .van cryonici heeft haar wortels in de Vereniging tot verlenging van het leven die in 1964 in Washington werd gesticht door Ev. Cooper, het huidige hoofd, kort na de publikatie van Robert Ettinger's boek „De vooruitzichten op onsterfe lijkheid". Ettinger ontsnapte in de Koreaanse oorlog ternauwernood aan de dood. In zijn boek onderzoekt hij de vorderin gen die men op het gebied van het uitschakelen van de dood tot 1964 heeft gemaakt. Ettinger woont nu in Detroit en is hoofd van de afdeling Michigan der cryonici. De eerste persoon, die bevroren werd, was James H. Bedford, een 74-ja rige professor in de natuurkunde in Los Angeles en lid van de pas gestichte vereniging van cryonici in Californië. Dat was op 12 januari 1967. Sindsdien zijn er negen anderen geweest, of schoon één persoon naderhand werd ontdooid, omdat zijn nabestaanden be zwaren hadden. Producent ven HEUGA TAPIJTTEGELS Gebr. Van Heugten N.V. vraagt wegens uitbreiding van de produktTt voor haar fabriek te en voor wisselende 3-ploegendiensten, minimum-leeftijd 18 jaar. Mannen met fabriekservaring vanaf Q\ jaar minstens 210,— per week bruto. Mannen zonder fabriekservaring vanaf 21 jaar minstens 200.— per week bruto. (Vaste lonen, geen tarief). volledige reisgeldvergoeding gratis verstrekking van werkkleding i van 19.00-21.00 uur bij s de heer W. Dïepeveen, de Savornin Lohmanstraat 98, VEENENDAALj of dagelijks bij de portier fabrieksterrein „Glashorst" te SCHERPENZEEL, telefoon 03497-1814, toestel 112; of bij de Personeelsafdeling, Koppelweg 2, AMERSFOORT, telefoon 03490 -21554, toestel 128. het potentieel om levens te kunnen redden onbegrensd. Mannen als Debakey hebben het idee van vriesbanken geopperd, waar menselijke organen voor onbeperkte tijd goed gehouden kunnen worden, zoals een biefstuk in de koelkast thuis. Maar Debakey heeft nooit voorgesteld om een geheel organisme te bevriezen. Intussen zeggen de cryonici, dat ze niet willen wachten totdat de weten schap een middel vindt om mensen met succes te ontdooien. Ze zeggen dat er nu, op dit ogenblik, mensen sterven en dat daar iets aan gedaan moet wor den. Nu bevriezen; wat er later moet gebeuren zien we wel weer, zeggen ze." Ze zijn er zeker van, dat de weten schap op een goede dag met de op lossing komt. DEN HAAG Nederland gaat nau wer samenwerken met Rusland op tech nisch wetenschappelijk en economisch gebied. Dat is het resultaat van een missie van de Centrale Kamer van Handelsbe vordering naar Moskou. De Sow jetkamer van Koophandel en de CHK zullen de wederzijdse handel zo veel mogelijk proberen te stimuleren. Bij de samenwerking is ook betrokken de Russische staatscommissie voor we tenschappen en techniek, die alle hulp zal verlenen aan Nederlandse firma's, die contact zoeken. "Liet idee om bevroren en later weer tot het leven teruggebracht te worden is niet nieuw. In Scots Maga zine uit 1758 staat een verhaal varö een doodgevroren man, die in afwach ting van de begrafenis in een lijkkist werd gelegd, maar tot verbazing van iedereen plotseling tot het leven te rugkeerde. In 1926 meldden de kranten, dat men in Zwitserland het lichaam van een bevroren man in een klomp ijs had ge vonden. Weer tot leven gewpkt, be weerde hij, dat hij de zoon was van Roger Dodsworth, een beroemde in 1654 gestorven antiquair. De zoon zei, dat hij in 1660 onder een lawine was bedolven. Ook de twintigste eeuw heeft haar verhalen over het bevriezen van lij ken. Zo wordt gezegd dat John Ring- ling North van het beroemde circus zich bij zijn dood liet bevriezen in de hoop op onsterfelijkheid. In het concentratiekamp Dachau werden gruwelijke experimenten uit gevoerd. Daar werden levende mensen bevroren; geen van hen keerde tot het leven terug. Tegenwoordig verdiept men zich in de uitwerking, die bevriezen op levende weefsels heeft. Cryobiologie wordt als een rechtmatige wetenschap be schouwd en de vereniging voor cryo biologie telt onder haar leden Michael Debakey, de hartchirurg uit Houston. Fke cryobiologen zijn echter op het ogenblik niet geïnteresseerd in het bevriezen van hele menselijke licha men. Wat zij onderzoeken is de uit werking van lage temperaturen op or ganen zoals het hart en de lever. Wanneer men eenmaal betrouwbare methoden heeft, gevonden om de ver schillende in de mens aanwezige weef sels te bevriezen en te ontdooien, is ROTTERDAM Sinds begin van dit jaar houdt de Rotterdamse rivier politie speciaal toezicht op de Israëli sche evenals aan de Arabische schepen. De Israëlische schepen liggen vaak in de Tweede Katendrechtse haven en in de Lekhaven omdat daar toevallig de bedrijven van de betrokken carga doors zyn gevestigd. Hoofdinspecteur G. H. Postma deel de ons desgevraagd mee: „De namen van de Israëlische en Arabische schepen staan op een lijstje aan boord van on ze boten die in de haven surveilleren. Die namen zijn ook bekend bij de wachtcommandant op het bureau en hij wijst er de mensen speciaal op als zij een surveillancedienst gaan uitvoeren. Op die tochten wordt aan zulke schepen meer keren aandacht geschonken dan aan schepen van andere nationaliteiten. Er zijn ook maatregelen genomen om te voorkomen dat Israëlische en Arabi sche schepen te dicht bij elkaar lig plaats krijgen. Dat hangt evenwel af van de plaatsen waar cargadoors en stuwadoors hun bedrijven hebben. Als de schepen toch op korte afstand van elkaar aan de kade komen, houden ri vierpolitie en S.V.Z. extra toezicht". Intussen is het al een paar keer voor gekomen dat de politie werd gewaar schuwd voor een verdacht voorwerp in de buurt van een Israëlisch schip. Hoofdinspecteur Postma: „Gelukkig was/het steeds loos alarm. Bij onder- k bleek het dan om een vat of een zoek ballonnetje te gaan. Het had evengoed een drijvende bom kunnen zijn of er had een kleefmijn aan vast kunnen zit ten". DEN HAAG De Nederlandse rege ring heeft het nieuwe bewind in Libië feitelijk erkend. Zij wil de bestaande betrekkingen met het land op dezelfde voet voortzetten. De regering heeft de tijdelijk zaakge lastigde in Tripoli J. C. Lanjouw ge vraagd haar standpunt over te brengen aan de regering van Libië. Een aantal jonge officieren nam vori ge week maandag het bewind in Libië in handen. Zij dwongen de bejaarde ko ning Idris af te treden. De koning ver blijft nu in Griekenland. SCHIEDAM Het Amerikaanse con cern American Can Company, waartoe ook Schiecarton behoort, gaat haar vouwdozenfabricage voor Europa ge* heel in Nederland concentreren. Schie carton zal daartoe op korte termijn haar produktie-apparaat uitbreiden met een aantal ultra-moderne machines. et echtpaar, dat ons aanziet, is zonder twijfel een Duits echtpaar. Hij, een buikig heer met speknek, vraagt zijn eega ,,Roe komt het dat de Duitsers niet meer worden grootgebracht met zuurkool? Wat is er gebeurd mei Fritz?" En de echtgenote, compleet met knotje, knoopschoenen en een boezem als een borstwering, antwoordt: Maar Max Heinrich, dan moet je eens vlug dit boekje lezen!" Dit beeld siert de omslag van een brochure die de Westduitse voor lichtingsdienst op grote schaal in Amerika heeft laten verspreiden. Het is een nieuwe poging van West- Duitsland om eindelijk te worden verlost van het sterotiepe beeld dat buitenlanders hebben van „de Duit sers". Dit stereotiep (of imago) zit onze Oosterburen allang dwars. Eigen lijk gaat het terug op het oerbeeld van de Germaanen, de Teutoon, een fors, maar niet erg snugger per soon, gehuld in een berevel en het hoofd bedekt door een ijzeren punt- helm, waaruifaan weerszijden koe hoorns steken. Behalve het hanteren van een knots, is de voornaamste bezigheid van dit heerschap het drinken van gerstebier. Deze oer-duitser gold van ouds als een onaangenaam personageheel eerlijk gezegd als een barbaar. Gelukkig werd zijn onbehouwenheid nog enigszins goed gemaakt door zijn domheid. T~|e latere sterotiepen stammen re- gelrecht af van dit oorspronkelijke imago. In de negentiende eeuw kreeg de oer-Teutoon een pandjesjas aan. Bier bleef hij drinken, maar de ge hoornde helm moest hij natuurlijk afzetten. Daaronder kwam een glimmende schedel vrij, met kort geknipt haar en een strakke schei ding in het midden. Zo ontstond Max-Heinrich, die nu aan zijn Adeltraud vraagt wat er in he melsnaam met Fritz gebeurd is. Adeltraud ziet gehoorzaam naar hem op, met haar opgerolde vlecht jes waarin de geur van Bratwurst en zuurkool hangt. Toen de gorlog kwam werd Max-Hein rich uiteraard in uniform gestoken. Met een helm als een ijzeren pot tot vlak over de ogen, en grof- groen soldatenpak en klossende spij kerlaarzen. r/o klost hij vandaag de dag nog over de Amerikaanse televisie schermen, in spannende avontuur- films die in de oorlog spelen. Even als zijn voorganger is deze geüni formeerde Teutoon wel lomp, maar tevens oliedom. Hij drinkt nog steeds bier van heb ik jou daar, en na een paar pulletjes laat hij zich, vet lachend, al zijn militaire gehei men ontfutselen door de eerste de beste Westelijke verspieder. Als er dan alarm wordt gegeven in de Duitse vesting lopen al die bierbui ken zo hard tegen elkaar op en on dersteboven, dat de geallieerden eigenlijk geen hand meer hoeven uit te steken. De in Amerika wonende Duitse emi granten begonnen hier zo genoeg van te krijgen, dat zijlenslotte een vereniging stichtten tegen het be lachelijk maken van hun stamgeno ten op het beeldscherm. Deze ver eniging heeft nog een harde en moei lijke weg voor zich, want ook de Amerikaanse tv-kijkers houden nu eenmaal van lachen. Max-Heinrich mocht in 1945 zijn uni form weer uittrekken en werd op nieuw de domme burger met de bierbuik. Toen het „Welvaartwon- der" zijn intrede had gedaan, kwam op die buik nog een veel te dure camera te hangen, tijdens bezoeken aan het buitenland waqr Max-Hgin- rich luidruchtig riep om bier en Sauerbraten. Vegen dit imago nu is de Westduit se voorlichtingsdienst te velde getrokken, met zijn in pop-artstijl uitgevoerde brochure. Daarin lezen we over Fritz( „Het is moeilijk om het niet op te merken: Fritz eet geen zuurkool meer. Hij kleedt zich niet meer met een leren broekje. Fritz draagt geen laarzen meer en hij klapt niet langer met zijn hak ken. Hij verlangt niet terug naar een of andere Keizer en hij zegt niet meer gehoorzaam „Jawohl". Het boekje vertelt dan verder hoe de Duitse vrouw, die vroeger behekst werd door de zogenaamde drie K's (Keuken, Kinderen, Kerk) nu i« geëmancipeerd tot de moderne Lo relei van het Frauleinwunder gen soort bruingebrande halfgodin aan het stuur van een snelle sport wagen. Moraal van het boekje: Duitsland is een oud land dat bezig is jong te worden en bittere slag voor de samenstel lers van dit werkje moet het re sultaat zijn van een opiniepeiling die de Westduitse wereldomroep heeft gehouden onder buitenlandse luisteraars. Het leeuwedeel van de ondervraagden karakteriseert de Duitsers als mensen die verslaafd zijn aan hard werken en bezeten van de jacht op succes. Duitsers, aldus buitenlanders over de gehele wereld, zijn overdreven gron dig en pietluttig, verzot op militai re marsmuziek en verkikkert op hun protserige auto's die zij oppoet sen alsof hun leven ervan afhangt. Bovendien, zo meent men, zijn Duit sers dol op takshonden, zijn zij ge weldige bierdrinkers en voeden zij zich voornamelijk met zuurkool en knakworst. Kortom de Westduitse imago-verbete raars hebben nog een zware moei zame taak voor de boeg.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 6