Moesje Bruijning kreeg niet
veel voor haar goudvondst
In Amerika liggen negen
dode mensen „op ijs".
In de hoop later weer tot
even te worden gewekt
machinebedieners
personeel voor de mengerij
BITTERE SLAG VOOR DUITSE
„IMAGO-VERBETERAARS"
GEBR. VAN HEUGTEN N.V.
GOUVERNEUR SCHEEPTE
SURINAAMSE VROUW
MET SMOESJE AF
terinnering aan 1932
WEG-TERUG IS
ECHTER NOG
ONMOGELIJK
Nauwere
samenwerking
met Rusland
Extra toezicht
op Arabische
en Israëlische
schepen
Nederland wil
band met Libië
ongewijzigd laten
H
Eigendom
Afscheid
Weemoedig
Drie fasen
Hoge kosten
Boek
Niet nieuw
Kom werken bij Nederlands grootste tapijtfabriek
SCHERPENZEEL
WIJ BIEDEN U
INLICHTINGEN
Organen
Schiekarton gaat
uitbreiden
E
UliNdUAl? y itMtMbtK 1969,
6 Gouverneur Rutgers (links) tras persoonlijk naar het door
mevrouw Bruijning (midden) gevonden goud komen kijken.
Maast de gouverneur is half zichtbaar de toenmalige minister
van Financiën Bruijning (geen familie). Naast de goudzoekster
sêaat de adjudant van de gouverneur, en haar dochter Geor-
fiNwa. f
Tj OTTERDAM „lk vraag geen geld. Ik heb geen
buitensporige wensen", zegt „Moesje"' Bruijning, Su
rinaamse, 72 jaar oud. „Mijn enige wens is een beetje be
hoorlijke oude dag en, als ik dood ga, dat men mij in Su
riname begraaft".
Alexandrina Paulina Bruijning heeft eens in de jaren
dertig ruim honderdtwintig kilo's zelf gevonden en ge
wassen goud bezeten. Met twaalfduizend gulden werd zij
afgescheept. De partij goud was toen ruim vier ton waard.
Nu leeft zij van haar AOW bij haar dochter in de Rotter
damse wijk Spangen. Van het fortuintje is niets meer over.
De gouverneur in Suriname, de heer Rutgers, beloofde
dat zij er wel meer van zou horen. Moesje heeft nooit meer
iets gehoord. Zij vindt zelf dat zij door de regering is af
gescheept met die twaalfduizend gulden. „Maar", zegt zij
in gebroken Nederlands, „onder het kolonialisme kon je
niks zeggen. Je moest maar tevreden zijn met wat je
kreeg".
Die honderdtwintig kilo goud zou nu zo'n zeshonderd
duizend gulden waard zijn.
Het verhaal van „Moesje" Bruijning begint in 1932.
„Ik woonde met mijn man in Paramaribo. Hij was gouddel
ver van beroep, in de Surinaamse goudmijnen. Voortdurend
waren wij want ik hielp hem bij het zoeken naar goud
in het oerwoud. Vijf jaar lang zijn we samen in het oerwoud
geweest, zonder ooit iets te vinden. Ja, af en toe vond je
een tiende gram, maar daar kon je net voedsel van kopen".
„We wilden juist vertrekken om in
een ander gebied ons geluk te gaan
beproeven toen we In juli 1932 een aar
dige hoeveelheid goud gevonden. Het
werd steeds meer en na drie dagen al
hadden we vele tientallen kilo's. Het is
nooit precies gewogen, maar men schat
te het top ruim 120 kilo."
„Elke avond brachten we het naar
onze hut van pinabladeren. Op een ze
ker moment hebben we de directeur
van de mijn erbij gehaald. De mijnen
waren van de concessiehouders. Die
zaten echter in Paramaribo en hadden
voor het oerwoud een directeur aange
steld."
..Alles wat je vond was je eigendom.
Alleen was je verplicht het goud te vpr-
kopen aan de concessiehouders. In Pa
ramaribo konden we ons geld halen.
Twaalduizend gulden. Dat was alleen
voor fjjn goud. Thuis hadden we nog
klompen goud. Gouveneur Rutger is
persoonlijk naar onze hut in het oer
woud gekomen. Hij zei dat er een paar
klompen naar Nederland gestuurd moes
ten worden om koningin Wilhelmina er
van te overtuigen dat er wei bodem
schatten waten in Suriname. Colijn had
namelijk een paar jaar eerder beweerd,
dat Suriname niets waard was en dat
Nederland zijn geld beter in Oost-Indië
kon investeren. Hij had gezegd dat er
nlleen maar apen in Suriname woonden."
„Toen dat goud in Nederland was is er
een foto gemaakt die nu nog in het
Tropenmuseum moeten hangen. Op die
foto bewonderen prins Hendrik, konin
gin Wilhelmina en de toenmalige prin
ses Juliana mijn goud. Juliana zal het
zich vast nog wel herinneren."
„Volgens gouverneur Rutgers zou
den mijn man en ik er nog wel meer
van horen. We hebben er nooit meer
iets van gehoord". „Toch hadden we
toen een klein fortuin, twaalfduizend
gulden, al was de hele partij dan
veel meer waard geweest. We kochten
voor 3000 gulden een flink huis met
wat grond. Bovendien schonken we de
Zuiderkerk van de Evangelische Broe
dergemeente in Paramaribo elektrisch
licht. Dat kostte een paar honderd
gulden", aldus „Moesje" Bruijning.
De Evangelische Broedergemeente
in Zeist kon zich dat wel herinneren.
De schenking is ook opgenomen in het
schoolboekje Aan de zoom van het
oerwoud, van ds. Legene.
„Van de rest van het geld", zegt
„Moesje" Bruijning, „zijn we ge
trouwd in de Zuiderkerk en hebben
we geleefd. Maar drie jaar later is
mijn man overleden, onder meer van
verdriet. Hij voelde zich bedrogen. We
waren inmiddels gescheiden".
„Van armoe heb ik het huis en de
grond moeten verkopen. Opnieuw
ben ik toen het oerwoud ingetrokken
om goud te zoeken. Nooit meer heb
ik iets gevonden. Twintig jaar gele
den heb ik afscheid van het oerwoud
genomen.
Tot vorig jaar heb ik in Paramari
bo loten verkocht en gevent met groen
te en vruchten. Toen haalde mijn doch
ter Cornelly me naar Rotterdam. Zij
was daar in 1965 al naar toe gegaan
als verpleegster. Vier jaar lang heeft
ze gespaard om me over te laten ko
men".
„Ik heb het hier best naar mijn zin
maar natuurlijk verlang ik terug naar
Suriname. Ik hoop dat ik er begra
ven word", besluit „Moesje" weemoe
dig haar verhaal. Ze friemelt wat ver
legen aan een gouden ketting, die ze
van haar „eigen" goud heeft laten
maken. En ze zegt: „Die zal ik nooit
verkopen. Het is nog mijn enige herin
nering."
MoesjeBruijning, thuis bij haar dochter in de Rotterdamse wijk Spangen.
NEW YORK Sault Kent zat op zekere avond laat op zijn gemak naar de
tv. te kijken, toen de telefoon ging: Mijn man is zojuist gestorven"zei
een vrouwenstem, „en u moet hem bevriezen!"
Als secretaris van de New-Yorkse vereniging van cryonici koudmakerswist
Kent precies wat hij moest doen. De volgende dag was Andrew Mihokde
echtgenoot van de vrouw die had opgebeld, stijf bevroren bij een temperatuur
van 110 graden onder nul.
Een groeiend aantal Amerikanen heeft de vereniging verzocht hen nu hun dood
te bevriezen. Ze gokken op een wetenschappelijke doorbraak, waardoor ze te
eniger tijd weer ontdooid en tot leven teruggebracht kunnen worden. Ook re
kenen ze op de ontdekking van een geneesmiddel voor de kwaal, waaraan ze
stierven. Volgens woordvoerders van de cryonici, hebben zich sinds 1967 min
stens negen personen in de Ver. Staten laten bevriezen.
TTe cryonici geven eerlijk toe, dat het
vandaag de dag nog niet mogelijk
Is een eenmaal bevroren lichaam tot
het leven terug te brengen. Volgens
sommige wetenschappelijke waarne
mers is het hele idee biologische on
zin. Niet alleen ligt doeltreffend ont
dooien nog buiten het bereik van de
wetenschap, maar binnen zeven tót
tien minuten nadat de bloedcirculatie
stopt, sterven de hersenen af. Tenzij
de hersenen onmiddellijk na het intre
den van de dood zouden worden ge
koeld of bevroren, bestaat de kans, dat
een bevroren man als een zwakzinni
ge terug zou komen.
De „vereniging van koudmakers" telt
ongeveer honderd leden in New York
en een iets kleiner aantal in de sta
ten Michigan en Californië. Minstens
twintig leden van de New Yorkse ver
eniging hebben getekend om bij hun
dood te worden bevroren.
De vereniging zegt, dat ze de oorlog
tegen de dood met alle beschikbare we
tenschappelijke middelen wil voeren
en dat op het ogenblik bevriezen de
beste mogelijkheden biedt.
Anders dan wanneer men een dood
lichaam laat bederven, heeft bevrie
zen dit positieve effect, dat het lichaam
intact blijft. Als er een manier bestond
om een lichaam te ontdooien, zou dit
niet in mindere conditie verkeren dan
bij de dood.
Wanneer een lid van de vereniging
van cryonici sterft, moet de ver
eniging snel handelen, aangezien een
lichaam begint te bederven zo gauw
het leven er uit geweken is. Aller
eerst moet het bewijs van overlijden
vlug getekend worden, zodat het uit
drie fasen bestaande bevriezingsproces
kan beginnen.
Een wetenschapsman van de vereni
ging heeft doorgaans de leiding bij de
bevriezingsoperaties. Met hulp van ver
scheidene assistenten, doet hij het li
chaam in een plastic zak en doet er
dan ijs bij in.,
In de rouwkapel wordt het bloed uit
het lichaam gehaald en wordt de
overledene overvloedig ingespoten met
een speciale oplossing om te voorkomen
dat tijdens het bevriezen de weefsels
beschadigen. Er wordt geen balsem
vloeistof gebruikt. Dit zou de weefsels
vernielen. Vervolgens wordt het li
chaam met een mengsel van zout en
ijs bestreken om het nog kouder te
maken. De eerste fase is nu voltooid
en de temperatuur van het lichaam
is iets onder het vriespunt.
Daarna wordt het lichaam in droog
ijs verpakt, waardoor de temperatuur
daalt tot ongeveer 110 graden onder
nul. De plastic zak verhindert, dat het
droge ijs in contact met het lichaam
komt. Zodoende wordt het weefsel niet
beschadigd. Hiermee is dan de tweede
fase voltooid.
In de derde fase wordt het lichaam
in een grote metalen container gelegd,
gevuld met vloeibare stikstof. De con
tainer, die op een reusachtige ther
mosfles lijkt, wordt luchtledig ge
maakt. De vloeibare stikstof doet de
temperatuur van het lichaam dalen
tot 320 graden onder nul.
T)e kosten van dit uitgebreide afkoe-
lingssysteem bedragen ongeveer
15.000 dollar, de onderhoudskosten niet
meegerekend. Volgens Kent, de 29-ja-
rige redacteur van het vaktijdschrift
der koudmakers, vinden dezen de ho
ge kosten geen punt. In feite zegt Kent
openlijk, dat hij er niets tegen heeft
om met dit denkbeeld geld te verdie
nen.
De vereniging oppert tevens de ge
dachte om nog eens tienduizend dollar
in een trustfonds voor de overledenen
te plaatsen. Hiermee zou de capsule on
derhouden kunnen worden, zegt Kent
en zou de overledene, eenmaal tot
het leven teruggebracht, een bestaan
hebben.
Kent ziet verzekeringspolissen als een
geschikt middel voor levensonderhoud
voor iemand, die is bevroren. De ver
eniging hoopt het aloude gezegde
„dat je het niet met je mee kunt ne
men" te weerleggen.
De huidige wetten verbieden het na
laten van geld aan een dode, maar
iemand zou het kunnen nalaten aan
een vertrouwde vriend, een vereniging
of een zaak, die tot de ontdooiing de
zorg voor zijn lichaam op zich zou
nemen en hem, wanneer hij tot het
leven is teruggebracht, het geld te
ruggeven.
I~Ie vereniging .van cryonici heeft
haar wortels in de Vereniging tot
verlenging van het leven die in 1964 in
Washington werd gesticht door Ev.
Cooper, het huidige hoofd, kort na
de publikatie van Robert Ettinger's
boek „De vooruitzichten op onsterfe
lijkheid".
Ettinger ontsnapte in de Koreaanse
oorlog ternauwernood aan de dood. In
zijn boek onderzoekt hij de vorderin
gen die men op het gebied van het
uitschakelen van de dood tot 1964
heeft gemaakt. Ettinger woont nu in
Detroit en is hoofd van de afdeling
Michigan der cryonici.
De eerste persoon, die bevroren
werd, was James H. Bedford, een 74-ja
rige professor in de natuurkunde in
Los Angeles en lid van de pas gestichte
vereniging van cryonici in Californië.
Dat was op 12 januari 1967. Sindsdien
zijn er negen anderen geweest, of
schoon één persoon naderhand werd
ontdooid, omdat zijn nabestaanden be
zwaren hadden.
Producent ven HEUGA TAPIJTTEGELS
Gebr. Van Heugten N.V. vraagt wegens uitbreiding van de produktTt
voor haar fabriek te
en
voor wisselende 3-ploegendiensten,
minimum-leeftijd 18 jaar.
Mannen met fabriekservaring vanaf Q\ jaar minstens 210,—
per week bruto.
Mannen zonder fabriekservaring vanaf 21 jaar minstens 200.—
per week bruto.
(Vaste lonen, geen tarief).
volledige reisgeldvergoeding
gratis verstrekking van werkkleding
i
van 19.00-21.00 uur bij s de heer W. Dïepeveen,
de Savornin Lohmanstraat 98, VEENENDAALj
of dagelijks bij de portier fabrieksterrein „Glashorst"
te SCHERPENZEEL, telefoon 03497-1814, toestel 112;
of bij de Personeelsafdeling, Koppelweg 2, AMERSFOORT,
telefoon 03490 -21554, toestel 128.
het potentieel om levens te kunnen
redden onbegrensd.
Mannen als Debakey hebben het
idee van vriesbanken geopperd, waar
menselijke organen voor onbeperkte
tijd goed gehouden kunnen worden,
zoals een biefstuk in de koelkast thuis.
Maar Debakey heeft nooit voorgesteld
om een geheel organisme te bevriezen.
Intussen zeggen de cryonici, dat ze
niet willen wachten totdat de weten
schap een middel vindt om mensen
met succes te ontdooien. Ze zeggen dat
er nu, op dit ogenblik, mensen sterven
en dat daar iets aan gedaan moet wor
den. Nu bevriezen; wat er later moet
gebeuren zien we wel weer, zeggen ze."
Ze zijn er zeker van, dat de weten
schap op een goede dag met de op
lossing komt.
DEN HAAG Nederland gaat nau
wer samenwerken met Rusland op tech
nisch wetenschappelijk en economisch
gebied.
Dat is het resultaat van een missie
van de Centrale Kamer van Handelsbe
vordering naar Moskou.
De Sow jetkamer van Koophandel en
de CHK zullen de wederzijdse handel
zo veel mogelijk proberen te stimuleren.
Bij de samenwerking is ook betrokken
de Russische staatscommissie voor we
tenschappen en techniek, die alle hulp
zal verlenen aan Nederlandse firma's,
die contact zoeken.
"Liet idee om bevroren en later weer
tot het leven teruggebracht te
worden is niet nieuw. In Scots Maga
zine uit 1758 staat een verhaal varö
een doodgevroren man, die in afwach
ting van de begrafenis in een lijkkist
werd gelegd, maar tot verbazing van
iedereen plotseling tot het leven te
rugkeerde.
In 1926 meldden de kranten, dat men
in Zwitserland het lichaam van een
bevroren man in een klomp ijs had ge
vonden. Weer tot leven gewpkt, be
weerde hij, dat hij de zoon was van
Roger Dodsworth, een beroemde in
1654 gestorven antiquair. De zoon zei,
dat hij in 1660 onder een lawine was
bedolven.
Ook de twintigste eeuw heeft haar
verhalen over het bevriezen van lij
ken. Zo wordt gezegd dat John Ring-
ling North van het beroemde circus
zich bij zijn dood liet bevriezen in de
hoop op onsterfelijkheid.
In het concentratiekamp Dachau
werden gruwelijke experimenten uit
gevoerd. Daar werden levende mensen
bevroren; geen van hen keerde tot
het leven terug.
Tegenwoordig verdiept men zich in
de uitwerking, die bevriezen op levende
weefsels heeft. Cryobiologie wordt als
een rechtmatige wetenschap be
schouwd en de vereniging voor cryo
biologie telt onder haar leden Michael
Debakey, de hartchirurg uit Houston.
Fke cryobiologen zijn echter op het
ogenblik niet geïnteresseerd in het
bevriezen van hele menselijke licha
men. Wat zij onderzoeken is de uit
werking van lage temperaturen op or
ganen zoals het hart en de lever.
Wanneer men eenmaal betrouwbare
methoden heeft, gevonden om de ver
schillende in de mens aanwezige weef
sels te bevriezen en te ontdooien, is
ROTTERDAM Sinds begin van
dit jaar houdt de Rotterdamse rivier
politie speciaal toezicht op de Israëli
sche evenals aan de Arabische schepen.
De Israëlische schepen liggen vaak
in de Tweede Katendrechtse haven en
in de Lekhaven omdat daar toevallig
de bedrijven van de betrokken carga
doors zyn gevestigd.
Hoofdinspecteur G. H. Postma deel
de ons desgevraagd mee: „De namen
van de Israëlische en Arabische schepen
staan op een lijstje aan boord van on
ze boten die in de haven surveilleren.
Die namen zijn ook bekend bij de
wachtcommandant op het bureau en hij
wijst er de mensen speciaal op als zij
een surveillancedienst gaan uitvoeren.
Op die tochten wordt aan zulke schepen
meer keren aandacht geschonken dan
aan schepen van andere nationaliteiten.
Er zijn ook maatregelen genomen om
te voorkomen dat Israëlische en Arabi
sche schepen te dicht bij elkaar lig
plaats krijgen. Dat hangt evenwel af
van de plaatsen waar cargadoors en
stuwadoors hun bedrijven hebben. Als
de schepen toch op korte afstand van
elkaar aan de kade komen, houden ri
vierpolitie en S.V.Z. extra toezicht".
Intussen is het al een paar keer voor
gekomen dat de politie werd gewaar
schuwd voor een verdacht voorwerp in
de buurt van een Israëlisch schip.
Hoofdinspecteur Postma: „Gelukkig
was/het steeds loos alarm. Bij onder-
k bleek het dan om een vat of een
zoek
ballonnetje te gaan. Het had evengoed
een drijvende bom kunnen zijn of er
had een kleefmijn aan vast kunnen zit
ten".
DEN HAAG De Nederlandse rege
ring heeft het nieuwe bewind in Libië
feitelijk erkend. Zij wil de bestaande
betrekkingen met het land op dezelfde
voet voortzetten.
De regering heeft de tijdelijk zaakge
lastigde in Tripoli J. C. Lanjouw ge
vraagd haar standpunt over te brengen
aan de regering van Libië.
Een aantal jonge officieren nam vori
ge week maandag het bewind in Libië
in handen. Zij dwongen de bejaarde ko
ning Idris af te treden. De koning ver
blijft nu in Griekenland.
SCHIEDAM Het Amerikaanse con
cern American Can Company, waartoe
ook Schiecarton behoort, gaat haar
vouwdozenfabricage voor Europa ge*
heel in Nederland concentreren. Schie
carton zal daartoe op korte termijn
haar produktie-apparaat uitbreiden met
een aantal ultra-moderne machines.
et echtpaar, dat ons aanziet, is
zonder twijfel een Duits echtpaar.
Hij, een buikig heer met speknek,
vraagt zijn eega ,,Roe komt het
dat de Duitsers niet meer worden
grootgebracht met zuurkool? Wat
is er gebeurd mei Fritz?" En de
echtgenote, compleet met knotje,
knoopschoenen en een boezem als
een borstwering, antwoordt: Maar
Max Heinrich, dan moet je eens
vlug dit boekje lezen!"
Dit beeld siert de omslag van een
brochure die de Westduitse voor
lichtingsdienst op grote schaal in
Amerika heeft laten verspreiden.
Het is een nieuwe poging van West-
Duitsland om eindelijk te worden
verlost van het sterotiepe beeld dat
buitenlanders hebben van „de Duit
sers".
Dit stereotiep (of imago) zit onze
Oosterburen allang dwars. Eigen
lijk gaat het terug op het oerbeeld
van de Germaanen, de Teutoon, een
fors, maar niet erg snugger per
soon, gehuld in een berevel en het
hoofd bedekt door een ijzeren punt-
helm, waaruifaan weerszijden koe
hoorns steken.
Behalve het hanteren van een knots,
is de voornaamste bezigheid van
dit heerschap het drinken van
gerstebier. Deze oer-duitser gold
van ouds als een onaangenaam
personageheel eerlijk gezegd als
een barbaar. Gelukkig werd zijn
onbehouwenheid nog enigszins goed
gemaakt door zijn domheid.
T~|e latere sterotiepen stammen re-
gelrecht af van dit oorspronkelijke
imago. In de negentiende eeuw kreeg
de oer-Teutoon een pandjesjas aan.
Bier bleef hij drinken, maar de ge
hoornde helm moest hij natuurlijk
afzetten. Daaronder kwam een
glimmende schedel vrij, met kort
geknipt haar en een strakke schei
ding in het midden.
Zo ontstond Max-Heinrich, die nu aan
zijn Adeltraud vraagt wat er in he
melsnaam met Fritz gebeurd is.
Adeltraud ziet gehoorzaam naar
hem op, met haar opgerolde vlecht
jes waarin de geur van Bratwurst
en zuurkool hangt.
Toen de gorlog kwam werd Max-Hein
rich uiteraard in uniform gestoken.
Met een helm als een ijzeren pot
tot vlak over de ogen, en grof-
groen soldatenpak en klossende spij
kerlaarzen.
r/o klost hij vandaag de dag nog
over de Amerikaanse televisie
schermen, in spannende avontuur-
films die in de oorlog spelen. Even
als zijn voorganger is deze geüni
formeerde Teutoon wel lomp, maar
tevens oliedom. Hij drinkt nog
steeds bier van heb ik jou daar, en
na een paar pulletjes laat hij zich,
vet lachend, al zijn militaire gehei
men ontfutselen door de eerste de
beste Westelijke verspieder. Als er
dan alarm wordt gegeven in de
Duitse vesting lopen al die bierbui
ken zo hard tegen elkaar op en on
dersteboven, dat de geallieerden
eigenlijk geen hand meer hoeven
uit te steken.
De in Amerika wonende Duitse emi
granten begonnen hier zo genoeg
van te krijgen, dat zijlenslotte een
vereniging stichtten tegen het be
lachelijk maken van hun stamgeno
ten op het beeldscherm. Deze ver
eniging heeft nog een harde en moei
lijke weg voor zich, want ook de
Amerikaanse tv-kijkers houden nu
eenmaal van lachen.
Max-Heinrich mocht in 1945 zijn uni
form weer uittrekken en werd op
nieuw de domme burger met de
bierbuik. Toen het „Welvaartwon-
der" zijn intrede had gedaan, kwam
op die buik nog een veel te dure
camera te hangen, tijdens bezoeken
aan het buitenland waqr Max-Hgin-
rich luidruchtig riep om bier en
Sauerbraten.
Vegen dit imago nu is de Westduit
se voorlichtingsdienst te velde
getrokken, met zijn in pop-artstijl
uitgevoerde brochure. Daarin lezen
we over Fritz( „Het is moeilijk om
het niet op te merken: Fritz eet
geen zuurkool meer. Hij kleedt zich
niet meer met een leren broekje.
Fritz draagt geen laarzen meer en
hij klapt niet langer met zijn hak
ken. Hij verlangt niet terug naar
een of andere Keizer en hij zegt
niet meer gehoorzaam „Jawohl".
Het boekje vertelt dan verder hoe de
Duitse vrouw, die vroeger behekst
werd door de zogenaamde drie K's
(Keuken, Kinderen, Kerk) nu i«
geëmancipeerd tot de moderne Lo
relei van het Frauleinwunder
gen soort bruingebrande halfgodin
aan het stuur van een snelle sport
wagen. Moraal van het boekje:
Duitsland is een oud land dat bezig
is jong te worden
en bittere slag voor de samenstel
lers van dit werkje moet het re
sultaat zijn van een opiniepeiling
die de Westduitse wereldomroep
heeft gehouden onder buitenlandse
luisteraars. Het leeuwedeel van de
ondervraagden karakteriseert de
Duitsers als mensen die verslaafd
zijn aan hard werken en bezeten
van de jacht op succes.
Duitsers, aldus buitenlanders over de
gehele wereld, zijn overdreven gron
dig en pietluttig, verzot op militai
re marsmuziek en verkikkert op
hun protserige auto's die zij oppoet
sen alsof hun leven ervan afhangt.
Bovendien, zo meent men, zijn Duit
sers dol op takshonden, zijn zij ge
weldige bierdrinkers en voeden zij
zich voornamelijk met zuurkool en
knakworst.
Kortom de Westduitse imago-verbete
raars hebben nog een zware moei
zame taak voor de boeg.