70 Onvoorzien en niet te voorspellen acties houden aandacht van de hele wereld gevangen In twee jaar tijds hebben de Arabische ter reurorganisaties hun doel bereiktzij zijn over de hele wereld bekend geworden en zij worden gevreesd om hun onberekenbare acties. Dit was het doel van El-Fatah en van de an dere Arabische organisaties die na de verloren oorlog tegen Israël in de zomer van 7967 werden opgericht. De werkwijze van deze terreurorganisatie wijkt af van het gebruikelijke model dat ver zetsbewegingen kiezenzij werken niet alleen in het door de vijand bezette en in het vijande lijke land, maar zij bewegen zich wereldwijd. Elk land dat op enigerlei wijze met de Arabische vijand Israël is verbonden, kan een terreurdaad van de Arabische organisaties verwachten. Startpunt Jongeren Verdeeldheid Sympathie Boekenwurmen Vliegvelden Niet in Frankrijk Kwetsbaar Groepjes Studenten Modern ■■I zaterdag 20 september 1969 Het 16-jarige Ara bische jongetje dat maandag een aanslag pleegde in Den Haag. De 23-jarige Leila Ali Khaled, die een Ame rikaans vliegtuig dwong naar Damascus te vlie gen. Op het vliegveld van Zürich werd in februari een Arabi sche terrorist door een Israëlische veiligheidsagent dood geschoten. TERREUR ALS PROPAGANDA Uit de acties van de Arabische ter reurorganisaties is inmiddels wel gebleken dat de terreurdaden vooral gericht zijn op het lawaai dat zij veroorzaken. Daardoor blijft de hele wereld er doorlopend aan denken dat de Arabieren het niet eens zijn met de loop der geschiedenis in het Midden-Oosten. Dk propagandistisch karakter bleek weer eens duidelijk van de week toen na de aanslagen in Den Haag. Brussel en Bonn, door het Volksfront ter bevrijding van Palestina in Frankrijk een verkla ring werd gepubliceerd waarin werd ver teld: „Het Volksfront slaat toe waar en wanneer het wil. Dit is opnieuw gebleken in Den Haag. Brussel en Bonn waar een geweldige schade werd aangericht aan Is raëlische eigendommen". Naar schatting worden thans zo'n 25.000 jonge Arabieren in kampen in Jordanië, Syrië, Libanon an andere Arabische lan den opgeleid om „waar ook ter wereld" te worden ingezet. mensen, die ijverig de communistische leer meesters bestuderen en die naast de op stand tegen Israël ook de opstand tegen de klassieke Arabische heersers de olie sjeiks en de priesterkaste in Saoedi-Arabië voorbereiden. Hoewel de strijd tegen Israël voor al les gaat, raken de verzetsgroepen onderling niet zelden slaags. Omdat men gewend is met wapens om te gaan. worden de ideo logische geschilpunten niet zelden met mi trailleurkogels aangevallen en verdedigd. De echte, getrainde strijders van de El- Fatah verlaten het Midden-Oosten echter zelden of nooit. Voor de terro ristische acties in 't buitenland worden veel al zeer jonge mensen uitgezocht, die zo geestdriftig de Arabische zaak zijn toege daan dat ze grote risico's willen nemen en- vatbaar zijn voor holle leuzen. Voordat zij op een actie naar het bui tenland worden gebonden, wordt hun ver teld dat ze niet bang moeten zijn voor arrestatie. In de niet-Israëlische landen zullen ze na arrestatie hoogstwaarschijn lijk spoedig worden vrijgelaten en mocht dat niet gebeuren dan behoeven zij slechts te wachten op de zegevierende Arabische legers die hen wel zullen komen bevrijden. Een van de onderdelen van het Volks front is de Ho Tsji Minh-brigade, die in een kamp in Libanon wordt opgeleid. Al le leden van deze brigade zijn jonger dan zestien jaar. maar zij zijn zeer bedreven in het wapengebruik. speciaal in het wer pen van handgranaten en in het aanbren gen van explosieven. Er heerst echter grote verdeeldheid in de rijen der Arabische vrijheidsstrijders. Men kan zes of zeven organisaties onderschei den die wel alle tegen Israël zijn. maar die elkaar onderling ook naar het leven staan. Bijzonder goed georganiseerd is de uiterst linkse vleugel van het Arabische verzet: de aanhangers van dit rode ver zet hebben weinig waardering voor de terroristische daden van de jeugdbenden die worden geleid door Arabieren uit de maatschappelijke middenklas. „Wat de middenstanders die kinderen in Europa la ten doen is alles bluf. koude drukte, zon der enig praktisch resultaat voor ons on gelukkig volk", zeggen de linkse verzets Als startpunt voor de acties in Europa gebruiken de organisaties bij voorkeur Li banon, waar de belangrijkste luchthaven van de Arabische wereld, Beiroet, ligt. Op het vliegveld van Beiroet kan iedere verzetsgroep ongehinderd een kaartje ko pen naar een Europees land en men kan zich op de luchthaven tevens voorzien van de vreemde valuta die men voor een be paalde actie denkt nodig te hebben. Natuurlijk kost 't Arabische verzet han denvol geld. Dit geld wordt bijna als be lasting geïnd in de Arabische landen. Zo is het bekend dat sinds de oorlog in de zomer van 1967 door Koeweit ruim 120 miljoen gulden aan de verzetsorganisaties werd be taald; Libië gaf meer dan 75 miljoen gul den en Saoedi-Arabië ongeveer 60 miljoen gulden. Ook de rijkste oliesjeiks aan de Perzische Golf worden regelmatig gemaand toch vooral de Palestijnse bevrijdingsbe weging te blijven steunen. Voorts worden de organisaties gratis voorzien van wapens uit Egypte. Syrië. Irak, Algerije en China Ook uit Indonesië, uit Maleisië en Pakistan schijnen geld en wapens te komen. Tenslotte vinden de Arabische guerrilla's veel sympathie bij uiterst linkse groepen in Europa vooral in studentenkring vin den zij aanhangers die hen niet alleen met ield steunen maar die ook bereid zijn per soonlijk aan de desperate acties mee te doen. Deze zomer reisden enkele tientallen Duitse studenten naar het Midden-Oosten. Men vreesde dat zij zich daar zouden laten inlijven bij de El-Fatah. Onlangs zijn de studenten teruggekomen naar 't schijnt nogal teleurgesteld. Zij hadden in het Mid den-Oosten een weerklank verwacht voor hun maatschappijopvattingen, maar zij vonden er slechts een enghartig nationalis me, de grootste gruwel voor een linkse stu dent. Ook de Arabieren schijnt het bezoek van de Duitse studenten niet zo goed te zijn bekomen: men spreekt in de Arabische kampen nog steeds wat verbaasd over „die were!»' de boeken- •rnien" Hoewel de Arabische verzetsorganisaties in het Midden-Oosten bloedige en zeer fa natieke acties tegen Israël ontketenden, stelt 't optreden van hun .jeugdbewegingen' in het buitenland niet zo erg veel voor. De acties zijn meer berekend op het kweken van onrust en het baren van opzien, dan dat zij erop zijn gericht terroristisch effent te oogsten. Op 26 december 1968 viel een comman do op het vliegveld van Athene met machi nepistolen een toestel van de Israëlische luchtvaart aan; een passagier werd gedood en een stewardess gewond. Op 18 februari 1969 vond hetzelfde plaats op het vliegveld van Zürich; hier werd een lid van de bemanning gedood en enkele passagiers werden gewond. Door 't snel reageren van een lid van de Israëli sche geheime dienst viel er toen ook een dode onder de terroristen. Op 23 juli 1968 dwongen Arabische ter roristen een vliegtuig van de Israëliërs koers te zetten naar Algiers; op 29 aug. 1969 werd een Amerikaans vliegtuig op weg naar Tel Aviv, gedwongen koers te zetten naar Damascus. Opvallend is dat er in Frankrijk geen Arabische terreurdaden worden bedreven. Frankrijk voert een pro-Arabische politiek en de Arabieren voelen er niets voor de goodwill in Frankrijk te verspelen. Zij begrijpen dat Frankrijk niet lang sympathie zou blijven voelen voor de Ara bieren wanneer Arabische kinderen naar Frankrijk werden gestuurd om daar met handgranaten te gaan gooien. Veel kwetsbaarder is Engeland, waar de Joodse gemeenschap ruim vierhonderddui zend mensen telt. In de afgelopen twee jaar zijn er doorlopend in Engeland aanslagen uitgevoerd, meestal op loodse instellingen of de eigendommen van Joden. Veel slacht offers vallen er bij dergelijke aanslagen niet, maar zij blijven een bron van grote onrust en dat is nu precies wat de Arabie ren voor ogen staat. Het is bijna onmogelijk de leden van dt Arabische jongetjes uit een vluchtelingenkamp in Jor danië worden al op jeugdige leeftijd geschoold als guerrilla strijders. Uit hun rangen rekruteren de Arabische terreur organisaties de mannetjes die het vuile werk bij de aanslagen moeten opknappen. Arabische verzetsorganisaties tijdig te her kennen. Europa is niet in oorlog et\ dus wordt niet iedere vreemdeling die 'n Euro pees land binnenkomt, aan een uitgebreid onderzoek onderworpen. Dat zou technisch onmogelijk zijn. Trouwens zelfs het uitgebreidste onder zoek zou falen, want de Arabische terroris ten komen een land binnen via de gewone lijntoestellen als student of als jong echt paar op huwelijksreis. De Arabieren vermijden het tot nu toe angstvallig om in Europese landen actie groepen op te richten en hoofdkwartieren in te stellen. Voor elke actie sturen zij een speciale groep meestal niet groter dan drie of vier man van het Midden-Oosten naar Europa. Deze groepjes krijgen door gaans drie opdrachten mee. Als zij één van deze taken hebben volbracht, kunnen zij als helden naar het Midden-Oosten te rugkeren, tenzij ze natuurlijk door de ac tie hup vrijheid hebben verloren. Dan zijn ze martelaar geworden. De Arabische studenten en de Arabische arbeiders die voor langere tijd in Europa vertoeven, zijn doorgaans niet direct bij de terreurdaden betrokken. Wel wordt er on der hen propaganda gevoerd voor de Ara bische zaak en zij worden ook gebruikt voor agitatie in het land waar zij te gast zijn. In West-Duitsland pogen Arabische stu denten, gesteund door Westduitse studen ten, vergaderingen van Israëliërs te versto ren. Als de Israëlische ambassadeur er gens het woord zal voeren kan hij er op re kenen dat deze groepen hem het spreken onmogelijk zullen pogen te maken door spreekkoren aan te heffen, waarbij dan wordt geroepen: El Fatah of Ho Tsji Minh, al naar gelang de ideologische geaardheid van de schreeuwende groep. De guerrilla van de El-Fatah en van de indere Arabische organisaties is modern in gesteld, maar soms breekt er iets door van Je valse romantiek die vroeger dergelijke organisaties omhulde. El-Fatah wordt in Londen vertegenwoor digd door een mooie, jonge vrouw die als camouflage een keurige baan heeft op een reisbureau. ZE

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 11