ZO BEVEELT RITA DE VRIES ONS DE VREDESWEEK AAN 3^2 Antwoord aan alle Ritas De kerk, de mensen en het onrecht Overdenken In „Vragenreeks" wil men recht op de onzeker-1wijfelende mens af Om over na te denken in de Vredesweek NIEUW PROGRAMMA IKOR-CVK „\fooruit dan, maar eeriijkdelen en niet uerbrassenP' Ja, de Vredesweek is er weer, van 21 tot 28 september. Eén week denkt iedereen alleen die ene week aan de vrede of denkt u er iedere dag aan? Kijkt u naar het journaal, naar documentaires of zet u 'n mooie film aan? Leest u wel eens over de ellende die er is? Kijkt u wel eens verder dan uw neus lang is? Misschien vragen sommigen onder u wat de Vredesweek nu eigenlijk is. Zelf weet ik het ook niet, net als u. Ieder kan voor zichzelf uitmaken wat dit eigenlijk inhoudt. U moet eens de Vredeskrant lezen. Weet u wat u ook eens moet lezen? Een boek geschreven door S. Bosgra en A. Dijk, dat heet: „Angola, Mozam- bipue, Guinee", de strijd tegen het Portugese kolonialisme. Ik zal u even een stukje voorleggen, het is het citaat uit het dagboek over An gola van Mario Moutinho de Padua: „Vijfde dag na het vertrek uit Ne- gage Bungo. Geleidelijk reconstru eerde ik het verhaal over de offi ciële moorden in Negage. Twee man nen kwamen al dood op de plaats van executie aan, tengevolge van de slagen waarmee de ondervraging gepaard ging. Twee anderen, de lei der en een krankzinnige, werden le vend onthoofd. Aan de anderen werd „het recht" voltrokken door een of andere blanke, d.w.z.: ieder die wil de mocht hen neerschieten of in stukken snijden. Wellicht met de bedoeling om onze soldaten te har den..." Verder zal ik niet gaan, want ik wil u niet in uw gemoedsrust storen, want de feiten die volgen waren niet bepaald prettig. Hier komt geen gerechtigheid aan te pas het is moorden en uitroei en. Kent u het zesde gebod: „Gij zult niet doden?" Denkt u daar nu eens rustig over na. Het zal moei lijk zijn om te zeggen nee of ja. Nu is er de Vredesweek. Een week lang zult u er met de neus bovenop gedrukt worden. Waar bo venop? Wel, op de ellende, op ont wikkelingshulp, op gerechtigheid, op vrede! Wat doen eigenlijk de kerken? Wat doen de politieke partijen? Wat doen wij? Een citaat uit de Vredeskrant. Het heet „Misverstanden". Achter veel vragen ligt de mening dat ont wikkelingshulp toch niets helpt. De ze mening is juist zolang men niet denkt aan de noodzaak dat er bij ons iets moet veranderen. We doen alsof ailleen hun maatschappij in beweging moet komen. Alsof zij, de armen en onderontwikkelden, door ons moeten worden opgevoed tot. onze levensstijl. Wie goed toe kijkt merkt dat dit een misverstand is. Zo'n hulp wordt door arme lan den niet gevraagd". Kijk eens naar China er zullen nog meer staten volgen. Meneer, mevrouw, iedereen: Kijk eens ver der dan uw neus lang is en doe wat! RITA DE VRIES Driemaal in de afgelopen weken hebben we een illustratie gebruikt uit het omvangrijke documentatiemateriaal dat het Interkerkelijk Vredesberaad ter voorbereiding van de Vresdesweek en uiteraard meer nog om het doel de vrede te dienen heeft doen verschijnen. De plaat hierboven zal men zich nog wellicht herinneren van de vorige week een verpauperd Cubaans gezin werd in de mond gelegd „God in de hemel en Fidel hier beneden". In die afgelopen weken hebben we ook ruimschoots geciteerd uit dat documentatie materiaal. Misschien is in de gedachten blijven hangen het gesprek tussen „meneer De Blank" en „Mister Black", waarbij de uit de ontwikkelingslanden komende broeder Black geen kans zag om de (welvarende) broeder De Blank van de nood van zjjn land en werelddeel te overtuigen. Het slot van het gesprek, toen broeder Black vertwijfeld uitriep „Wat moeten we dan doen in Godsnaam luidde „Bidden jongen, veel bid den maar Is dit een rechtvaardige wijze om ons, de mensen in het welvarende Westen en dan speciaal de christenen in het welvarende Westen, te typeren Zijn de mensen, de chris tenen in Nederland inderdaad zo spijkerhard dat ze het verdienen op deze wijze aan de kaak gesteld te worden Nu weten we weldeze Vredesweek is vaktechnisch gezien een reclamecampagne en in een campagne van deze aard zweren de reclamemensen bij het schok-effect. De mensen moeten immers wakker geschud worden door keiharde beelden en keiharde taal We zijn bang dat de reclamemensen hier totaal misgetast hebben. Dat menigeen wel wakker geschud wordt, maar niet met de gewenste gedachte in het hoofd de kerken hebben gelijkEerder zal het tegendeel het geval zijn. Omdat juist de kerken hadden moeten weten dat je met onrechtvaardigheid niet de gerechtigheid kunt dienen En dat je met liefdeloze hardheid moeilijk de liefde tot de medemens kunt oproepen. Jammer Dit schreef Rita de Vries onder haar brief die u hierboven vindt afgedrukt„Meneer, ik hoop van harte dat u dit plaatst. Het is nodig. En ik hoop ook dat, als u het plaatst het niet ingekort is". We hebben de brief van Rita geplaatst en we hebben er geen re gel in geschrapt. We hebben alleen een cor rectie aangebracht„Gij zult niet doden" is niet het tiende gebod zoals zij schreef maar het zesde. Er blijkt uit dat Rita de Vries waarschijnlijk beter thuis is in de boe ken over het Portugese kolonialisme dan in de Bijbel maar is dat erg Ja, is dat erg? Is het een bezwaar dat de Vredesweek, hoewel georganiseerd door het Interkerkelijk Vredesberaad namens een groot aantal Nederlandse kerken, zoveel weerklank vindt en dikwijls ook nauwe sa menwerking zoekt met mensen en organisa ties die normaal met de kerk niet zo erg veel van doen hebben? Ons dunkt van niet. Werken voor de vrede, voor een rechtvaar diger samenleving in alle verbanden van het leven, is gelukkig niet alleen een zaak van kerken en van kerkelijke organisaties. Het is een zaak die allen raakt, onverschillig of men nu wel dan niet ter kerke gaat en of men nu wel dan niet de bijbel aanvaardt als het Woord van God. Ontwikkelingshulp, het stramien waarop dit jaar de activiteiten van de Vredesweek zijn geborduurd, is een zaak die aller aandacht waard is. Die geen mens onverschillig kan laten. En dat nog niet eens in de eerste plaats - we schreven het al eerder - omdat het niet aangaat dat de een in deze wereld leeft in overvloed terwijl de ander omkomt van de honger, maarvooral omdat het on recht dat zulke situaties in het leven roept, ieder mens een gruwel moet zijn. Let wel: in onze ogen zijn bezit en welvaart géén on recht - men mag er blij en dankbaar voor zijn. Maar bezit en welvaart leggen ook ver plichtingen op: er de naaste in te laten mee delen. Daar schuilt niets revolutionairs in - het is alleen maar humaan èn christelijk! Nu kan men over de manier waarop van die ontwikkelingshulp boeken volschrijven en uren volpraten. Het lijkt ons toe dat de fer vente voorstanders van een meer efficiënte produktieplanning en -verdeling soms wat ge makkelijk heenlopen over de bijzonder inge wikkelde structuur van ons kapitalistische westen. Hoeveel stappen liggen er tussen de welvaart van vandaag en de economische crisis zoals we die in de dertiger jaren heb ben gekend? - de economen mogen het zeg gen! En als het welvarende westen in de si tuatie gedompeld wordt van die dertiger ja ren, waar blijven dan de ontwikkelingslan den? Het is juist gesteld dat wij een stuk van onze welvaart moeten gebruiken om te delen met de ontwikkelingslanden - maar hoe? En dit nu is wat tegenstaat in de wijze waarop het Interkerkelijk Vredesberaad en allen die met de kerken in dezen samenwer ken, zijn zienswijze propageert en aan de man tracht te brengen: het feit dat het nog allemaal lang niet zo goed loopt als het zou moeten lopen wordt onmiddellijk gediskwali ficeerd als onwil-der-rijken, als puur egoïs me van de kant van het westen. Politici die niet precies willen zoals de Vredesweek-aan- hangers willen zijn machtsmisbruikers en za kenlieden zijn alleen al daarom egoïstische winstmakers die alleen maar oog hebben voor het eigenbelang en blind zijn voor al het andere. Dat er ook nog andere factoren in het geding zijn en dat de mensen die in dezen beslissingen moeten nemen altijd een zware verantwoordelijkheid op zich laden, daaraan wordt wat al te gemakkelijk voor bijgegaan. En natuurlijk: dat egoïsme en machtsmisbruik moeten gesignaleerd worden als ze er zijn. Maar dan wel graag wat min der eenzijdig en wat minder demagogisch dan nu gebeurt, vooral in de populaire pu- blikaties van het Vredesberaad - in het meer wetenschappelijk gedeelte komt men geluk kig wat meer nuances tegen. Want de kerken vooral dienen heel goed te beseffen waaraan men bezig is: aan propa ganda voor de revolutie. Versta ons goed: 1. Gij zult niet doodslaan. 6e gebod. 2. Wie het zwaard neemt zal door het zwaard vergaan. Christus. 3. Mijn Rijk is NIET van deze wereld. Christus. 4. Zalig zijn de vreedzamen, want zij zullen Gods kinderen ge naamd worden. Christus. 5. Hebt uw vijanden lief. Christus. 6. Oorlog is volkerenmoord. 7. Oorlog is misdaad. 8. Het geweten der wereld dient zonder enig voorbehoud de oorlog als zonde te veroorde len. 9. „De mensheid zal één van tweeën moeten doenze zal de leer van Christus moeten aannemen, of zichzelve in on derlinge strijd moeten vernieti gen". Léo Tolstoï 10. Het vraagstuk van oorlog en vrede is een zedelijk godsdien stig vraagstuk. W. HOLWERDA wij zijn er bijzonder blij mee dat men voor ontwikkelingshulp pleit en in het krijt treedt voor de mensen en volkeren aan wie onrecht gedaan wordt. In dit opzicht staan we van ganser harte achter de Vredesweek en hopen we dat die ten volle zal slagen. En we be grijpen heel goed dat juist de kerk van de rijke landen en volken vraagt een sprong te nemen - in economisch opzicht een beetje een sprong in het duister want dat is het toch wél. Maar ter wille van de gerechtigheid mag en moet de kerk dat vragen. En ze kan het met te meer aandrang doen omdat juist de kerk weet heeft van het vertrouwen op God die deze wereld bestuurt en alles ten goede kan leiden. Zichzelf verliezen om God te vinden is de boodschap van de kerk en dat is een revolutionaire gedachte. Dat de ker ken die gedachte ook in wereldverband wil len toepassen is juist. Maar er wordt in deze wereld met dat woord revolutie op een heel andere manier omgegaan dan de kerken het bedoelen. Voor verreweg de meesten is revolutie niet een zichzelf wegcijferen terwille van de naaste maar de naaste vernietigen terwille van zichzelf. En die naaste is dan de rijke, de machthebber, noem het wat ons betreft de establishment. Revolutie in deze geest is ver nietiging van het bestaande om... ja waar om? Om een communistische maatschappij op te bouwen? Een Fidel Castro-maatschap- pij? Of nog weer iets heel anders, iets vaags waarvan het goed is te dromen zonder dat men zelfs de contouren ziet? Al deze soorten van revolutionairen zijn er. Ze hebben ge meen dat het bestaande vernietigd moet worden... en ze voelen zich vandaag de dag daarbij allemaal gesteund door de kerk. Dat is niet zo, natuurlijk is het niet zo. Maar de kerk heeft zich hun taal eigen gemaakt zon der duidelijk te kunnen maken dat zij aan dezelfde woorden een andere, een bijbelse interpretatie geeft. Daarom gebruikt de een de Vredesweek voor heel andere doelen dan de ander. En gelooft Rita de Vries dat de Vredesweek er is om hard tegen Portugal aan te schoppen. Terecht misschien en vele kerkleden zullen met haar meevoelen - maar we vrezen dat het christelijke element in haar kritiek ontbreekt. Daarmee zijn we bij het moeilijke punt: moeten wij, moeten de kerken, moeten de po litici of wie er nog meer verantwoordelijk heid dragen, zich neerleggen bij het onrecht dat in de wereld gebeurt, omdat-het-nu-een- maal-zo-is? Omdat je dat onrecht tegenkomt in heel de wereld maar ook in de eigen stad, de eigen straat, het eigen huis? Want zo is het toch: iedere dag doet ieder mens een an der mens onrecht. Soms onwillend en onwe tend maar meestal willens en wetens! En dat moet niet zo zijn. Daarentegen hebben christenen en niet-christenen samen te strij den. Dan zal de humanist hopen dat de we reld langzaam maar zeker beter wordt door het gpede voorbeeld en de christen zal zijn hoop stellen op de alles vernieuwende kracht van het evangelie. Daarom is het goed dat kerken en niet- kerken samen oproepen tot mentaliteitsver andering en daarom is het gelukkig dat dit een Rita de Vries en alle andere Rita's aan spreekt. Maar de kerken mogen en moeten meer bieden dan alleen maar een aards per spectief van verbeteringen: zij kunnen het perspectief bieden van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde waar God zal zijn alles in allen. Dat is geen „zoethouderij", geen „opium voor het volk" of hoe men het betite len wil: het is de kern van het leven hier op aarde. Omdat God de kern is van alle leven. Mentaliteitsverandering? Best! Maar dan in navolging van Christus die ten hemel voer. Het is aan de kerken dit duidelijk te maken - soms lukt dat helaas niet al te goed! Misschien hebt u zich al eens afge vraagd, wat nu eigenlijk de zin en func tie van een overdenking is. Wij kunnen ons immers nauwelijks voorstellen hoeveel er wekelijks wel geschreven worden. Ze staan namelijk in bijna el ke kerkbode, en we vinden ze ook in ver schillende streek- of dagbladen. Maar waarom, wat is hiervan nu de reden en bedoeling? U weet waarschijnlijk hoe het gaat. Iemand heeft al over iets ge dacht, bijvoorbeeld over een woord uit de Bijbel. Dat zet hij op papier, en daarmee vraagt hij aan de lezers om hier ook eens over na te willen denken. En wanneer dat is gebeurd, vindt de één het wel een goede gedachte terwijl een ander het er helemaal niet mee eens is. Maar beiden leggen ze dan die overdenking naast zich neer, om hun aandacht op een volgend bericht of ar tikel te kunnen richten. Dat is wel een merkwaardige gang van zaken. En toch gaat het zo maar al te vaak. En toch gaat het zo maar al te vaak. En waar om? Was dit nu werkelijk de functie of bedoeling van die meditatie: dat wij hier eens even over zouden nadenken, zonder er verder iets nog mee te doen? Daarmee is er nu zomaar een woord gevallen, wat we op het terrein van de kerk of van ons geloof slechts zelden te genkomen. Want als het daarover gaat is er bij ons immers veel meer sprake van denken dan van doen. Iemand heeft eens gezegd: „Een jood gelooft niet alleen met z'n hoofd of mond, maar ook met zijn handen en voeten." En wanneer een christen dat nu doet, is dit blijkbaar zo opvallend dat men zelfs zoveel jaren later nog zijn naam weet. Als christen moet men volgens ons vooral z'n „denkhoofd" gebruiken, en kan men verder wel zijn handen thuis houden. Dat is in feite het ver schil tussen onze gang van zaken en de gedachtengang van God. Ook Hij laat het namelijk niet alleen bij woorden, maar Hij brengt die in praktijk. Want, zegt de dichter van psalm 33: „Hij sprak en het was er, Hij gebood en het stond er." Wanneer God dus iets zegt, doet Hij het ook. En juist omdat Hij zo is, omdat Hij denkt terwijl er dan te gelijk iets gebeurt, is het wel merk waardig dat wij Hem hierin toch niet navolgen. Misschien mag ik dit met een enkel voorbeeld duidelijk maken. Wij belijden onder andere ons geloof in Je zus Christus onze Heer, of in de verge ving van zonden. Maar meestal is dat voor ons alleen een theorie, waar we praktisch niets mee doen. Wij zeggen immers wel dat Jezus onze Heer is, maar daar komt in ons dagelijkse le ven soms zo weinig van terecht. Want waaruit word het nu toch duidelijk, dat Hij het in dat leven dus ook voor het zeggen heeft? En natuurlijk, we gelo ven in de vergeving. Maar hoeveel mensen nemen die toch niet voor zich zelf aan! Ik denk nog aan een ander voorbeeld. Wij kennen het gebed, zoals Christus ons dat eenmaal voorgezegd heeft. Maar wanneer we nu bidden: „Onze Vader," sluiten we dan op dat moment vaak niet de ogen voor al die mensen die hetzelfde zeggen! Of als we vra gen: „Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo op aarde," verklaren we ons dan tegelijk bereid om eraan mee te werken dat Gods wil hier inderdaad gebeurt? En wanneer we bidden: „Leid ons niet in verzoeking," proberen wij die zelf dan ook steeds weer te ontlo pen! Nu kunnen we voor dit alles ze ker wel een reden of verklaring vinden. Als we er dan maar voor zorgen, dat wij zelf niet buiten schot blijven. Want het gaat om ons, om ons bidden en ge loven, én wat wij daarmee doen. Op zekere dag kwam er een wetge leerde bij Jezus met de vraag: „wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?" Dat was voor deze weten schapsman een vraag naar de theorie. En toen Jezus erop inging, had hij daarom misschien ook wel een overden king of een leeruitspraak verwacht. Maar nadat Hij het die wetgeleerde zelf liet zeggen, dat de weg en opdracht hiervoor is: heb God lief boven alles, en de naaste als uzelf, zei Jezus alleen maar: „Doe dat, en gij zult leven!" Zo zijn er meer voorbeelden te noemen van een vraag naar de thorie, waarop Jezus een heel praktisch antwoord heeft gegeven. Daarom stemt Zijn woord niet slechts tot nadenken, maar zet dit ons ook altijd aan het werk. En dat is, evenals van het geloof of van ons gebed, nu juist de functie en be doeling van een meditatie. Daarmee wor den wij namelijk niet alleen gevraagd om er eens over na te denken, maar om hier ook iets mee te doen. En laat ik u nu aan het eind van deze overden king daarvoor dan dit woord van Jezus mogen doorgeven: „De Zoon des men sen, als Hij komt, zal Hij het geloof vinden op aarde?" Veenendaal Ds. G. C. Vijzelaar. „We eten de dossiers wel op Vragen? Ja, maar dan moeten ze ook doorstoten tot in de kern van het gebied, waar zoveel pro blemen van het religieuze den ken liggen. Een gesprek over de vervreemding tussen het bijbelse scheppingsgeloof en het weten schappelijk denken. Een confron tatie met de grote profeten van de vorige eeuw, zoals Marx, Freud, Darwin en Nietzsche, die nog nauweüjk tot in 't hart van het christendom zijn gehoord. Dat wil het nieuwe televisiepro gramma „Vragenreeks", waar mee IKOR-CVK in samenwer king met het vormingscentrum Kerk en Wereld dit najaar be ginnen. Het zal een soort catechese voor ouderen worden met gefilm de programma's van een half uur, waarop een discussie volgt onder le' 'ng van drs. L. Leer touwer, wetenschappelijk mede werker aan de theologische fa culteit van de universiteit in Groningen. Men hoopt dan op vragen en commentaar van veel kijkers, die uitgenodigd worden om verder met het discussieteam te praten tijdens twee weekends in het vormingscentrum Kerk en Wereld, Driebergen (15-16 novem ber en 13-14 december). De pro gramma's worden vanaf 2 okto ber elke week uitgezonden via Nederland 2 Bij het opzetten van de serie is onder meer gedacht aan de overwegingen van dr. J. M. de Jong in zijn boek „Geloof en Na tuurwetenschap". Hij stelt daar in vast, dat het geloof in God de Schepper om een nieuwe bevesti ging vraagt, maar nu ten over staan van een nuchter en eerlijk kennen van de natuurwereld. Hoe wel onmacht en onwil om te ge loven ook wel andere wortels heb ben, ligt toch 'n belangrijke con flictsituatie in de tegenwoordige confrontatie van bijbel en weten schap. Wat de diverse wetenschap pen aan informatie hebben ver gaard verschilt zo drastisch van de bijbelse informatie, dat voor tallozen dit credo zelf ongeloof waardig is geworden. „Het ge bed stagneert, het handelen wordt onzeker en richtingloos," alcius dr. De Jong; „tenslotte ondergaat men dan in een wereld, die al leen het constateerbare en het meetbare telt. een reductie en een omvorming, die een vervreem ding van de eigen, meest men selijke mogelijkheden en funkties tengevolge heeft." Het is niet zo heel eenvoudig gezegd - in de oorspronkelijke tekst van dr. De Jong staat het er trouwens nog veel ingewikkel der - maar de televisie is wél een medium, dat het uitstekend kan vertalen. Daar willen de ma kers van het programma „Vra genreeks" heen. Direct al in de films geven zij actuele informa tie over wetenschap en maat schappij, die de kijker voor vra gen zal stellen Enkele onder werpen: de mens als schepper; schepping en evolutie; displaced persons; rebellie en protest; de stad van de mens; geboorte en dood; bekering en vernieuwing. Alles gefilmd naar het dagelijks leven, ergens in Nederland, maar toch op een andere manier dan de televisiekijkers dat dagelijkse leven in de gewone programma's zien: namelijk denkend en voe lend vanuit vragen, waarvoor het evangelie de mensen stelt. Daarna volgt de discussie, waar aan tien tot twintig mensen per programma deelnemen en dan niet alleen theologen. Men hoopt op de ongetwijfeld aanwezige mo gelijkheid, de vragen controversi eel te benaderen. Ook zal er ruim te zijn voor de visie van minder heden, van de enkeling zelf«. „Een experiment en eeto avon tuur" zo noemde dr. A. Th. van Leeuwen, directeur van Kerk «n Wereld, die 'n werkzaam aandeel heeft gehad in de voorbereiding, deze nieuwe serie tijdens een persconferentie; „Kerk en theo logie zijn eigenlijk nog nauweüjk aan de grote vragen toegekomen, waarvoor experimenterende en avonturierende denkers uit de vorige eeuw ons hebben gesteld. Daar zijn dan nog Auschwitz en Herosjima bijgekomen, om enke le dingen te noemen. Laten we het medium televisie, dat zich er zo goed voor leent, gebruiken om de vragen recht op ons af te la ten komen. Juist dit medium dat aan de ene kant individueel is en aan de andere kant tocl miljoenen bereikt, breekt werel den voor ons open die tot nu tc voor gelovigen gesloten warer Het is een uitdaging, waaraan w ons niet mogen onttrekken".

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 15