NA EEN SPEURTOCHT ALS IN EEN DETECTTVE-ROMAN Provo 's gaan hun laatste raads-jaar in VANREEUWUK Op 2 oktober 1968 viel het doek over drama LESVLIEGTUIG DOORSNIJDT HOOGSPAN NINGSKABEL Kom... Overtuig U Op 23 juni 1966 begon Pierre S. z'n praktijken Opsporing kostte ruim een miljoen gulden buschauffeur zorgden dat zorgvuldig dichtklapte Haarmode uit Parijs Als in een politieroman valt ook het opsporings onderzoek naar de grafschenner in drie delen uiteen. wetenschappelijk één miljoen nachten lang afvalsysteem ijdele gek driehoek verjaardag gestaakt opnieuw urmuuw 1 veel tijd val dameskleren „hier ben ik vrij gearresteerd abonnement in lommel het bewijs Collection Herfst/Winter 1969/1970 Ligne JMiglonne" Vrouw lag 10 dagen dood in flat Het exclusieve huis voor exclusieve meubelen. Beter... mooier... goedkoper ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1969 DE GRAFSCHENNER KOMT MAANDAG VOOR DE RECHTER MAASTRICHT Maandag morgen om half tien zal voor de rechtbank in Maastricht de graf- schenner terechtstaan. Mr. dr. H. van Buuren, officier van justitie te Maastricht, heeft de 47-jarige Pier re S. uit Maastricht niet alleen voor een paar honderd gevallen van graf schennis gedagvaard. Ook wordt hij ter verantwoording geroepen voor een bijna even zeldzaam geval, na melijk „zaakbeschadiging". Dit be treft dan de graven die hij heeft be schadigd, maar ook de vernielingen die hij in kerken heeft aangericht. Voorts worden hem meer dan hon derd inbraken ten laste gelegd, die hij voornamelijk in België heeft ge pleegd. Van de buit daarvan heeft hij meer dan twee jaren geleefd toen hij door ons land, België en 'n stuk van Duitsland rondtrok om kerken en graven te beschadigen. Ontelbaar is het aantal grafzerken dat hij omver heeft geworpen. On telbaar ook de opschriften die hij overal neerkladde met viltstiften. In ons land heeft Pierre S 120 be graafplaatsen en kerken geschon den. In België pleegde hij 89 graf- schennerijen. Hij pleegde daar ook nog 104 inbraken. In Duitsland schond hij 17 kerken en kerkhoven. In Noord-Frankrijk twee. Op 2 ok tober 1968 werd hij in Hasselt gear resteerd. In maart van dit jaar werd hij aan de Nederlandse justitie uit geleverd. De Maastrichtse recht bank zal alle hem ten laste gelegde zaken behandelen. Mogelijk zal een deel van deze op merkelijke rechtzitting achter ge sloten deuren worden behandeld. Op zijn lijst van strafbare feiten komt namelijk ook een groot aantal zedenmisdrijven voor met minder jarige jongens. ADVERTENTIE! HET EERSTE deel omvat de periode van deduceren en combineren. De tijd ook waarin de politie (achteraf gezien) een vrij nauwkeurig beeld had van de man die men zocht, zonder hem nochtans te kunnen identi ficeren. DE TWEEDE fase is de tijd van het misverstand. De verdenking viel op de verkeerde man een figuur die als 't ware was voorbeschikt om voor de grafschenner te worden aangezien, zonder dat hij dat was. DE DERDE FASE geeft vrij onverwacht de oplossing. Ook in de affaire van de grafschenner zit de ontknoping vol verrassingen. Het aller-verrassendste effect was nog, dat de man die eerst de verkeerde arresteerde op het laatste moment ook de definitieve oplossing bracht Zo is het werkelijke leven, ook bij de politie. Als een schrijver het verzonnen had, zou niemand het geloven. Hoofdinspecteur mr. Th. van Osta, korpschef van de gemeentepolitie in Weert werd in oktober 1966 met de coördinatie van het onderzoek naar de grafschenner in Nederland belast. Dat was het gevolg van het feit dat hij na een aantal incidentele geval len van grafschennerij opeens een lijn in deze reeks uitzonderlijke delicten zag. Hij kreeg de opdracht met een speciaal recherche-team aan het on derzoek mee te werken. Hoofdinspecteur Van Osta formeer de een speciale opsporingsbrigade, wat nog nooit in ons land was ge beurd. Daarvoor kreeg hij tien re chercheurs ter beschikking van ge meentelijk en rijkspolitiekorpsen. Hij vormde een staf met de hoofd inspecteurs Th. Haane, chef van de recherche in Maastricht; G. Punt- main, chef van de recherche in Bre da en de toenmalige kapitein (nu ma joor) der rijkspolitie W. Schaafsma, van het district Maastricht. Het was louter toeval dat in deze braintrust twee politie-officieren uit Maastricht meewerkten. Niemand kon toen voor zien, dat de echte grafschenner uit Maastricht afkomstig zou zijn. Deze groep werd gesteund door tal van wetenschapsmensen en instituten. Allereerst natuurlijk die van de poli tie en de justitie zelf: dactyloscopi- ■che en technische diensten, het ge rechtelijk laboratorium, maar ook het Criminologisch instituut van de universiteit te Utrecht, grafologen, psychologen en zelfs een wiskundige. Prof. mr. W. Noach, hoogleraar in de criminologie te Utrecht, deed voor de groep wetenschappelijke onderzoe kingen en trok conclusies. De grafschenner die overal mas sa's grafzerken omver smeet en over al met een viltstift hele ontboezemin gen opschreef naast vele satansleu zen en schuttingwoorden, leverde ont zaglijk veel studiemateriaal. Het is vrijwel onmogelijk een volledig in zicht te verkrijgen van de bergen werk die zijn verzet in het zo groots opgezette onderzoek naar de graf schenner. De globale schatting aan manuren en overwerk, de kosten van adminis tratie en onderzoek werden aan het einde begroot op meer dan een mil joen. Het onderzoek in de plaats zelf waar begraafplaatsen en later ook kerken werden geschonden, kwam voor rekening van de plaatselijke po litie. Dat gold ook voor het feitelijke po- litie-onderzoek. Het coördinatieteam verleende assistentie, maar verzamel de in hoofdzaak de bekend geworden gegevens. Die werden allemaal in kaartsystemen verwerkt, waaruit weer een macht aan materiaal ter beschik king kwam betreffende de werkwijze, dagen, nachten en uren waarvoor de gezochte voorkeur bleek te hebben en allerlei andere afwijkingen in zijn ge dragspatroon. Niet te tellen zijn de nachten waarin in vele plaatsen tegelijk begraafplaat sen en kerken onder speciale bewa king stonden. Duizenden politiemen sen werden vaak voor die nachtelij ke waakstonden opgetrommeld. Som mige kerkhoven en kerken zijn we ken lang onafgebroken bezet ge weest door rechercheurs, die bij toer beurt deze extra nachtdiensten moes ten doen. Ze lagen verscholen tussen de grafzerken en zaten ineengedoken onder van regen lekkende treurwil gen. In de kerken zaten ze in de kansels, achter doopvonten en in de biechtstoelen. Heel wat politiemensen hebben in die nachten de merkwaar digste ervaringen opgedaan. Er werden inbrekers betrapt en an dere personen die het daglicht vre zen. Op een kerkhof werd een man gevangen, die al sinds jaren een dik ke bijverdienste had met het stropen van hazen en konijnen, 's nachts op het kerkhof. Twee politiemannen in een provin ciestad wachtten vol spanning op de man wiens voetstappen naderbij kwa men in de duistere kerk. Hoewel de nachtelijke indringer heel behoedzaam liep, leek het wel of zijn voetstap pen onder de donkere gewelven hol opklonken. Opeens stond hij stil. Vlak bij de politiemannen, die in eeen biechtstoel verscholen zaten. Er klonk een vreemd kletterend geluid. Toen de beide politiemannen tevoorschijn sprongen om de vermeende graf schenner in de kraag te pakken, had den zij een notabel persoon uit dat provinciestadje beet. Zij betrapten die bekende figuur uit dat stadje op •en merkwaardige afwijking. Vaak ging hij 's nachts in de kerk tegen een pilaar staan plassen. Een ander groepje speurders dat opdracht had een aantal kerkhoven in een kring van dorpen te bewaken ervoer dat sommige mensen in het holst van de nacht zonder enige arg waan een paar vreemdelingen dood gemoedereerd naar het kerkhof lood sten. De man die hun gids was, fiet ste zelfs ijverig voor hun auto uit tot midden op het gezochte kerkhof, dat zij niet hadden kunnen vinden. Zonder naar hun identiteit te vragen of bij de plaatselijke politie alarm te slaan, wees de man met een weids gebaar naar de zerken en grafkrui- sen in het geheimzinnige duister rond om en zei: „Heren hier is de begraaf plaats die u zoekt". Daarna fietste hij verder. Duizenden van zulke voorvallen zijn geregistreerd. Het team van hoofdin specteur Van Osta verwerkte alle ge gevens heel systematisch volgens de nieuwste opvattingen omtrent opspo ringsonderzoeken. Uit die massa gegevens kwamen, mede door vele tips en aanwijzingen van particulieren die de politie attent maakten op het vreemde gedrag van bepaalde personen, telkens nieuwe groepjes van verdachte mensen te voorschijn. Die werden speciaal na getrokken en gecontroleerd. Dit alles gebeurde heel delicaat en bijzonder omzichtig. Maar al te vaak waren verdenkingen volkomen onjuist geble ken. Er werd volgens het afvalsysteem gewerkt. Telkens kon er een verdach te van het lijstje worden afgeschre ven als bleek dat de man niet ter plaatse was geweest waar een kerk hof was geschonden of satanleuzen in een kerk waren gekalkt. Aan de an dere kant kwamen er telkens weer nieuwe verdachten bij. Sommigen zijn dagen- en nachtenlang geschaduwd. Een jaar nadat de speciale opspo ringsploeg aan het werk was, had men uit allerlei gegevens een vrij nauwkeurig beeld van de grafschen ner. Het enige was daar aan ontbrak was de combinatie: graf- en kerk- schenner tevens inbreker. Later im mers kwam uit dat de grafschenner ook inbreker was en van zijn buit leefde. Hij haalde die buit vrijwel uitsluitend in België, een omstandig heid die mede verklaart waarom die combinatie niet onmiddellijk in ons land werd doorzien. Eind 1967 werd de grafschenner, die op 23 juni 1966 was begonnen, kort en bondig gecatalogiseerd als een „welgestelde, ijdele gek. Een man die niet werkt, zeker geen vaste werk kring heeft. Hij beschikt over voldoen de financiële middelen om er behoor lijk van te leven zonder daarvoor ar beid te verrichten. Hij kan zich vrije lijk door Nederland, België en Duits land bewegen. Beschikt over een be hoorlijke kennis van Frans, Duits en Éngels." Dit beeld paste naderhand zeer goed op Pierre S. toen deze uitein delijk op 2 oktober 1968 als de echte grafschenner kon worden ontmaskerd. Het enige dat de politie pas in de laatste fase ontdekte was, dat hij niet welgesteld was, doch gewoon leefde van de buit die hij stal bij tientallen inbraken. Wiskundig was ook de streek vastgesteld waar de grafschen ner zou wonen. Taalkundig was vast gesteld, dat hij Nederlander was, of schoon hij met gemak in het donker twintig en meer regels in Duits of Engels opschreef. Gedacht werd in 1967 dat het een gepensioneerde of wegens (geestes)- ziekte afgekeurde leraar was. Een Limburger, of in ieder geval een Ne derlander die binnen de driehoek Weert, Maastricht en Hasselt woon de. Opvallend was dat de grafschen ner in zijn agressieve teksten op graf zerken vrijwel uitsluitend reageerde op wat er over hem in bepaalde Lim burgse bladen had gestaan. Veel was daarmee gevonden, doch de zaak was nog steeds niet opgelost. De oplos sing werd steeds problematischer toen na een eerste rustperiode van januari tot half februari 1967 er na 13 april 1967 precies vijf maanden niets meer van de grafschenner werd gehoord. Het onderzoek dat op een sinister spelletje van kat en muis dreigde uit te draaien, liep dood in een wazig niets. Op de verjaardag van hoofdinspec teur Van Osta had de grafschenner de eerste keer het kerkhof van Weert bezocht. De volgende verjaardag, toen het kerkhof in Weert onder strenge bewaking stond, kladde hij met zijn viltstift schimpscheuten in de kerk van Weert. Het leek toen dat hij het speciaal op de heer Van Osta had be grepen. Dat had weer een diepgaand onderzoek tot gevolg in kringen die mogelijk een hekel aan deze hoofd inspecteur konden hebben. Het onderzoek dreigde in een im passe terecht te komen. Mei 1968 twee jaar nadat de grafschenner was begonnen werd tot opheffing van het speciaal gevormde team beslo ten. De grafschenner was van 8 fe bruari rustig geweest. Men veronder stelde dat hij of dood was, of ziek, of veroordeeld tot gevangenisstraf voor een ander feit, of in een psy chiatrische inrichting was opgeno men. Toein al deze mogelijkheden waren nagegaan en niets positiefs was gevonden, werd tot opheffing be sloten. Het onderzoek kwam tot stil stand. De lange afwezigheid van zeker niet de slechtste rechercheurs werd in ver scheidene politiekorpsen pijnlijk ge voeld. De vele massale acties en ex tra diensten hadden reeds al te zeer de normale gang van zaken in vele korpsen verstoord. De rechercheurs keerden naar hun eigen korpsen te rug. Het directe zoeken en speuren werd gestaakt. „Wat we hebben ver zameld blijft waardevol", zei hoofd inspecteur Van Osta toen. „Bij het eerste teken dat hij weer actief wordt, kunnen wij meteen ver der gaan". Het was toen april 1968. Ook in Duitsland en België was het rustig. Hoewel van die zijde geen me dedelingen werden gedaan, gebeurde er in de plaatsen waar het onderzoek naar d« grafschenner was geconcen- treerd ook niets, In Aken had com- 00110.11.0X011 011 missaris Konrad de leiding van het speurwerk naar de grafschenner. In België waar hij bijna even frequent had huisgehouden als in ons land was het onderzoek geconcentreerd in Has selt. Het stond daar onder leiding van kapitein Brands van de rijks wacht, Op 8 mei 1968 begon de grafschen- oü2f0z0tl0 vhl tr in België met hernieuwde energie. ner in België met hernieuwde energie. Het leek wel een tornado die over de kerkhoven was geraasd. In één nacht verwoestte hjj soms drie kerkhoven en kladde zijn vuile leuzen in twee kerken. Met die hernieuwde activitei ten begon tevens de tweede fase. De periode waarin schijnbaar in België de oplossing werd gevonden. Hans van Ham heette de man die de Bij zondere Opsporings Brigade van de Rijkswacht in Hasselt op het spoor was gekomen. Een waardin in Has selt had de heer H. Moonen van de BOB attent gemaakt op een vreemde vogel. Een man die uitpuilde van de viltstiften. Die altijd blokletters schreef en die fanatiek had beweerd dat het de grootste nonsens is graf monumenten op te richten voor de doden. Hij beheerste ook de moderne talen en hij had een auto, een witte Ford Taunus, waar de politie al zo vaak naar had uitgekeken Zo'n type auto was vaak gesignaleerd. Hij was Nederlander, maar woon de in Hasselt. Toch verbleef hij vaak in Duitsland, omdat zijn vrouw in Ne- heim onderwijzeres was aan de school voor kinderen van Belgische militairen in Duitsland. Deze Hans van Ham had veel vrije tijd. Hij was niet in dienstbetrekking en hij maak te veel ritten met zijn auto, waar van de afstand later vrij nauwkeurig overeen kwam met de lengte der rou te die de grafschenner had afgelegd. Bovendien was hij twintig jaar ge leden in Utrecht al eens veroordeeld omdat hij schade in de Utrechtse Domkerk har aangebracht. Een win keljuffrouw van een warenhuis in Hasselt verklaarde, dat een aldus be schreven man bij haar vaak vilftstif- ten kocht. Er leek geen twijfel mo gelijk: Hans van Ham was de graf schenner. De politto van Hasselt vond die ver denking bevestigd na een heimelijke huiszoeking. Men vond daar een ei gen huiskapel wat op een godsdien stige afwijking wees, alsmede oud- Hollandse boeken waaruit allerlei termen door de grafschenner ge bruikt zoals „aflijvigen" voor ge storvenen gehaald konden zijn. De heer Moonen meende in de nacht van 12 op 13 juli 1968 (vrijdag en zaterdag) zijn slag te kunnen slaan. Verwacht werd, dat de gezoch te dan wel thuis zou komen voor het weekeinde. De val stond rond het huis in Hasselt opgesteld, maar Van Ham kwam niet. In dat weekeinde werd er door de BOB van de rijkswacht in Hasselt koortsachtig gewerkt. Zowel in België als in ons land onderbrak de radio het programma meerma len met mededelingen over het onder zoek. 's Maandags vertrok de heer Moo nen met enkele rechercheurs naar Werl, de Duitse woonplaats van de familie Van Ham. Op straat werd de heer Van Ham gearresteerd. Hij meen de dat men hem van spionage ver dacht. Als echtgenoot van een vrouw die feitelijk in dienst was van het Belgische leger, had hij toegang tot allerlei militaire objecten. Omdat hij echter Nederlander was, vreesde hij moeilijkheden. Hij probeerde in een telefooncel de Nederlandse consul op te bellen, doch hij werd hardhandig in een auto ge sleurd en naar het Duitse politiebu reau gebracht. Later werd hij aan de Belgische legerautoriteiten overgege ven en in de gevangenis van de Bel gische krijgsraad in Neheim opgeslo ten. Alles pleitte tegen hem. Zijn vilt stiften en zijn weigering om daarmee bepaalde woorden op te schrijven. De autoritten waar hij geen verklaring van kon of wilde geven. Het feit, dat hij zich vaak als monnik kleedde maar ook vaak dameskleding droeg, ver sterkte de verdenking tegen hem. Er was de politie gerapporteerd dat een koster eens, vlak voor de schennis in zijn kerk werd ontdekt, een vreemde monnik had gezien. Ook vermoedde men dat die vrou wenkleren een sluw camouflage middel waren. De politie keek uit naar een man. Iemand ln vrouwen kleren zou makkelijk door de mazen heenglippen. De Belgische politie triomfeerde. Hoof inspecteur Van Osta onthield zich van commentaar. Hij liet wel doorschemeren, dat hij er niet in geloofde. Er dreigde onenigheid tussen de Nederlandse en Belgische politie. De Belgen zeiden dat de druiven zuur wa ren in Nederland. 99 Begin augustus schrok ook de Belgische politie, ten uit Roosendaal en Breda de berichten binnenkwamen, dat de grafschenner daar twee ker ken had geschonden. „Van Osta hier ben ik weer" schreef hij in Breda. „De groeten aan Van Osta" in de kerk van Roosendaal. Het schrift werd identiek bevonden. De Neder landse deskundigen twijfelden er niet aan; dit was van de echte grafschen ner. De Belgische politie sprak nog van falsificaties of afleidingsmanoeuvres. Maar de twijfel werd ook in België levensgroot toen begin augustus in Herenthals grafstenen omver werden geworpen en kerken met schunnige woorden werden beklad. Hans van Ham was al van Duitsland naar Has selt overgebracht. De onderzoekrech- ter moest over de verlenging van zijn gevangenhouding beslissen. Hij stelde die beslissing uit toen enkele getui gen kwamen verklaren, dat zij voor bepaalde nachten waarin graven wa ren geschonden een alibi hadden voor Hans van Ham. Deze werd op 8 augustus plotseling vrijgelaten. Hij kwam in een licht blauw mini-jurkje op blote voeten de gevangenis uit. Een bizarre man, die zelf toegaf dat de politie die vergis sing had kunnen maken. Kwaad was hij toen hij de ravage zag die de po litie bij de huiszoeking had aange richt. Vooral de wanorde in zijn huis kapel nam hij de politie kwalijk. Overigens nam hij alles goedsmoeds op. Om in stijl te blijven gaf hij een persconferentie op het kerkhof van Diest, waar zijn broer onderpastoor was. Als gevolg van deze misgreep, viel er bij da politie een pijnlijke stilte. De Belgen waren gegeneerd. In Ne derland onthield de politie zich van commentaar. En opeens was er de ontknoping. De grafschenner was gearresteerd! Nu had de heer Moonen het geluk aan zijn kant. Het noodlot dat hem zo erg parten had gespeeld, maakte opeens alles weer goed. Er was feest bij de rijkswacht ln Hasselt die gedenkwaardige derde oktober 1968. Vier functionarissen namen feestelijk afscheid. Midden ln dat feest kwam het telefoontje voor de heer Moonen, Het was van een bus chauffeur, die meldde: ik heb de man die u zoekt in mijn wagen. Ik ver trek nu naar mijn laatste stopplaats, het station van Hasselt. Als de weerlicht gingen de heer Moonen en twee rechercheurs naar het station van Hasselt. Zij stonden er al toen de bus aan kwam. De ver dachte werd bij het uitstappen naar zijn plaatsbewijs gevraagd. „Ik heb een abonnement", zei de man en toonde die kaart. In één oog opslag had de heer Moonen gezien, dat daarop het registratienummer stond, dat bij een onderzoek in samen werking met die busmaatschappij te voorschijn was gekomen van de man die vermoedelijk de echte grafschen ner was. In de kazerne van de B.O.'B. in Hasselt bekende Pierre S. dat hij de gezochte was. Hij bekende zelfs en kele schennerijen meer dan de poli tie ter ore waren gekomen. Ook bleek toen hoezeer de politie bij het theore tisch onderzoek gelijk had gehad. Pierre S. had van al zijn schenne rijen op kerkhoven en ln kerken als mede van al zijn inbraken nauwkeu rig boek gehouden. „Niemand kan dat allemaal onthouden", had hoofd inspecteur Puntman ons een jaar te voren al gezegd. „Die man moet er wel boek van houden, anders kun Je niet aan vorige gevallen herinneren zonder je ook maar één keer te ver gissen". De bijzondere Opsporingsbrigade was hem op het spoor gekomen na de verrassende ontdekking dat de graf schenner ook de inbreker was, die in België al zolang de gemoederen in be roering had gebracht. Die ontdekking was in Ixwnmel ge daan. Daar had hij ln een pensionaat ingebroken, maar tegelijkertijd ook schunnige opschriften in de kapel ge schreven. Toen die samenhang een maal ontdekt was, kondein de resul taten van de beide onderzoeken wor den samengevoegd. In België waar Pierre S. ruim tachtig inbraken heeft gepleegd waarbij hij voor ruim 37.500 gulden aan buit heeft behaald, was ook een speciaal team samengesteld om die inbreker op te sporen. Nog geen twee weken later, op 24 september, gaven de leerlingen van de mijnwerkersschool in Hothalen de grafschenner in feite de genadeslag. Als echte technisch geïnteresseerde Jongens hadden zij een eigen alarm systeem gemaakt, voor het geval de geheimzinnige inbreker ook hun school zou bezoeken. In de nacht van 24 september 1968 werkte het alarm. De jongens schoten van alle kanten toe, doch de inbreker wist te ontkomen. Hij liet echter een tas achter en daarin vond de politie het bewijs, dat inbreker en grafschen ner één man waren. In die tas zat een aantekenboek met alle plaatsen waar grafschenner-in- breker in actie was geweest. Een kruisje achter de plaatsen betekende een kerkhof, een torentje dat er een kerk was geschonden en een huisje dat er was ingebroken. Omtrent de identiteit van de eige naar van die tas vond de politie niets, De heer Moonen en zijn mannen plo zen uit, dat uit Maastricht steeds iemand naar België kwam per auto bus. In de abonnementenadministratie vond men het registratienummer en een vaag signalement. Alle chauffeurs werden geïnstrueerd en zo liep hij te gen de lamp. De heer Moonen smaakte het ge luk na zijn misgreep ook de echte grafschenner te kunnen arresteren. provo heeft de laatste speler in het veld gebracht. Irene van de Weetering heeft afscheid genomen van de Amsterdamse gemeente raad. Roel van Duyn doet over twee weken zijn intrede om de laatste speelperiode voor Provo uit te zitten tot de nieuwe gemeen teraadsverkiezingen van volgend jaar. Daarna zal Provo uit de raad verdwijnenwant de bewe ging als zodanig is allang ter zie le. Irene van de Weetering slaakt een zucht van verlichtingwant voor haar hoeft het niet meer. ,,Niet de mens maakt hier de dienst uit, maar de machinerie, het ambtenaren-apparaat"zei ze. Het gaat hier volgens het princi pe voor u, over u, maar zonder u", zo typeerde zij de manier waarop de burgers worden be stuurd. Jrene van de Weetering kwam in haar jaar met het witte-wijven- plan, dat uitbreiding beoogde te ge ven aan de consultatiebureaus waar voorlichting, ook segsuele, zou moeten worden gegeven aan Irene van de Weetering Luud Schimmelpenninck Roel van Duyn Bernard de Vries twaalf- tot achttienjarig en. Hoogst teleurgesteld is Irene dat uit dat plan, in het stuk waar B. en W. nu mee gekomen zijn slechts spreekuren zijn overgebleven voor zeventienjarig en. „Dan hoeft het voor mij niet meerals je er op zeventienjarige leeftijd nog aan moet beginnen". Ooel van Duyn, die politieke we- tenschappen studeert zal straks zeggen dat Amsterdam groener moet worden. Met bomen en tuinen die de lucht zuiver hou den. En dat we moeten ophouden met gif te spuiten omdat insekten er zijn om door de vogels te wor den opgegeten. De mens moet weer een beetje dichter bij de na tuur komen. De huizen van bewaring moe ten weg, vindt Roel van Duyn. Zo heeft hij nog meer ideeën, beschre ven in een boek dat ,,de bood schap van een kabouter" bevat. Als fractie-assistente zal Irene van de Weetering de nieuwe Provo- afgèvaardigde bijstaan. Dat levert ook nog een leuke cent op, zonder dat zij in die door haar veraf schuwde stoel hoeft te zitten. Roel van Duyn, destijds ideo loog van Provo, loopt met plan nen rond om Amsterdam tot ,,Ka- bouterlandte maken. Waarmee ook hij een stempel wil drukken op zijn periode uit Provo's officiële bestaan. Van Luud Schimmelpenninck herinnert men zich stellig het voorstel om in de Amsterdamse binnenstad elektrische wit-karren te laten rijden. Wagentjes die iedereen ter beschikking staan, geen vuile uitlaatgassen verspreiden, en ,in de plaats moeten komen van auto's. Oernard de Vries tenslotte is al geruime tijd uit het Amster damse gezichtsveld verdwenen om te proberen in Italië een film carrière op te bouwen. In aansluiting op do campagne voor heft korte haar ingeleid door de introductie van de succesvolle ligne „N" presenteert heft Syndicat de la Haute Coiffure Francais* een collectie coiffures voor herfst en win ter 1969/70 geïnspireerd op de legendari sche figuur van l'Aiglon. De Ligne l'Aiglonne omvat een serie kap sels, die aowel aansluit op het ongedwon gens en vrjje van het broekpak en d* tuniekpantalou als op het meer geklede van japon, deux-pièces en pakje. Zjj past bovendien uitstekend bij hoge collen en geeft het vrouwelijk silhouet bH welke kleding ook een sprankelende, jeugdige allure van klasse. De coiffures vereisen een zeer goede coupe, d.w.z. dat de kniptechniek van het aller- Erootste belang is en voor de houdbaar- eid een lichte Permanent-Wave-Soutien (Modeling) gewenst is. Het licht golvende en krullende haar ont vangt de gloed van zowel warme als door schijnende lichtere tinten waarbij verlopin- gen in kleur en „coups de solell" in de punten een glanzend aureool van licht rondom het gezicht verlenen. Het Syndicat de la Haute Coiffure Fran- caise heeft met deze nienwe haarmode- lijn zijn cclectisme overtuigend aange toond en opnieuw bewezen creaties t* pousseren, die door zijn cliëntèle met enthousiasme zullen worden begroet. Grote büval oogstte de Ligne l'Aiglonne op 18 sept. j.l. in het Hilton Hotel Parijs, waar het 8.H.C.F. de nieuwe haarmode- lijn 1969/70 aan de Internationale per*, radio en televisie presenteerde. De leden van het Syn dicat de la Haute Coiffure Francais* «ft Coiffure SYNDICAT DB LA SYNDICAT DB LA HAUTB COIFFURE FRANCAIS! IT COIFFURB CRÉATION Création zijn herken baar aan nevenstaand embleem. Zij stjn het eerst békend met de nieuw* Franse haarmode. Ten gerieve van ons* lezeressen vermelden wij hieronder d* naam en het adres van het lid van het Syndicat de la Haute Coiffure Francais* et Coiffure Création in APELDOORN O. C. F. Duller, Hoofdstraat 46 e-d, tel. 13963 DEN HAAG Een Fokker S-ll-lei vliegtuig van de elementaire vliegop- leiding van de Kon. Luchtmacht op Gil- ze-Rijen, bemand met twee personeels leden van de Marineluchtvaartdienst, heeft donderdagmiddag omstreeks tien over twee b(| Zaltbommel een hoogspan ningskabel kapotgevlogen. Het vlieg tuig heeft, nagenoeg onbeschadigd, de vliegbasis Gilze-R(jen bereikt. Het toestel was met een sergeant-in structeur en een vliegtuigmaker eerste klasse als leerling-vlieger bezig met het uitvoeren van een laagvliegopdracht in het daarvoor bestemde gebied, toen het, vermoedelijk tengevolge van een plaatselijke zichtsvermindering, tegen de op een na bovenste kabel van een hoogspanningsleiding aanvloog. UTRECHT Op de zevende etage van een flatgebouw aan de Zebradreef èheeft de politie donderdag het stoffelijk overschot aangetroffen van de 67-ja- rige bewoonster, mejuffrouw G. H. Sloof. De vrouw heeft waarschijnlijk tien dagen dood in haar woning gele gen, de brievenbus was na 9 septem ber niet meer geleegd. Buren waar schuwden de politie omdat zij mejuf frouw Sloof een paar dagen niet meer hadden gezien. De doodsoorzaak moet nog worden vastgesteld. ADVERTENTIE Vrije bezichtiging. 's Maandags gesloten. Op koopavonden tot 21 uur geopend. Nederlands grootste woninginrichting Lange Hofstraat 1 ZUTPHEN (tegenover het stadhuis) tel: 05750-52.73 (Ook gevestigd Groenmarkt 27/29) «DTTERDAM - AMSTERDAM - HILVERSUM TILBURG - VENLO - ZUTPHEN

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 7