NA EEN SPEURTOCHT ALS IN EEN DETECTTVE-ROMAN
Provo 's gaan hun laatste raads-jaar in
VANREEUWUK
Op 2 oktober 1968 viel het doek over drama
LESVLIEGTUIG
DOORSNIJDT
HOOGSPAN
NINGSKABEL
Kom... Overtuig U
Op 23 juni 1966 begon Pierre S. z'n praktijken
Opsporing kostte ruim een miljoen gulden
buschauffeur
zorgden dat
zorgvuldig
dichtklapte
Haarmode uit Parijs
Als in een politieroman valt ook het opsporings
onderzoek naar de grafschenner in drie delen uiteen.
wetenschappelijk
één miljoen
nachten lang
afvalsysteem
ijdele gek
driehoek
verjaardag
gestaakt
opnieuw
urmuuw 1
veel tijd
val
dameskleren
„hier ben ik
vrij
gearresteerd
abonnement
in lommel
het bewijs
Collection
Herfst/Winter 1969/1970
Ligne JMiglonne"
Vrouw lag 10 dagen
dood in flat
Het exclusieve huis
voor exclusieve meubelen.
Beter... mooier... goedkoper
ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1969
DE GRAFSCHENNER
KOMT MAANDAG VOOR DE RECHTER
MAASTRICHT Maandag
morgen om half tien zal voor
de rechtbank in Maastricht de graf-
schenner terechtstaan. Mr. dr. H.
van Buuren, officier van justitie te
Maastricht, heeft de 47-jarige Pier
re S. uit Maastricht niet alleen voor
een paar honderd gevallen van graf
schennis gedagvaard. Ook wordt hij
ter verantwoording geroepen voor
een bijna even zeldzaam geval, na
melijk „zaakbeschadiging". Dit be
treft dan de graven die hij heeft be
schadigd, maar ook de vernielingen
die hij in kerken heeft aangericht.
Voorts worden hem meer dan hon
derd inbraken ten laste gelegd, die
hij voornamelijk in België heeft ge
pleegd. Van de buit daarvan heeft
hij meer dan twee jaren geleefd
toen hij door ons land, België en 'n
stuk van Duitsland rondtrok om
kerken en graven te beschadigen.
Ontelbaar is het aantal grafzerken
dat hij omver heeft geworpen. On
telbaar ook de opschriften die hij
overal neerkladde met viltstiften.
In ons land heeft Pierre S 120 be
graafplaatsen en kerken geschon
den. In België pleegde hij 89 graf-
schennerijen. Hij pleegde daar ook
nog 104 inbraken. In Duitsland
schond hij 17 kerken en kerkhoven.
In Noord-Frankrijk twee. Op 2 ok
tober 1968 werd hij in Hasselt gear
resteerd. In maart van dit jaar werd
hij aan de Nederlandse justitie uit
geleverd. De Maastrichtse recht
bank zal alle hem ten laste gelegde
zaken behandelen.
Mogelijk zal een deel van deze op
merkelijke rechtzitting achter ge
sloten deuren worden behandeld.
Op zijn lijst van strafbare feiten
komt namelijk ook een groot aantal
zedenmisdrijven voor met minder
jarige jongens.
ADVERTENTIE!
HET EERSTE deel omvat de periode van deduceren en combineren. De
tijd ook waarin de politie (achteraf gezien) een vrij nauwkeurig beeld
had van de man die men zocht, zonder hem nochtans te kunnen identi
ficeren.
DE TWEEDE fase is de tijd van het misverstand. De verdenking viel op
de verkeerde man een figuur die als 't ware was voorbeschikt om voor
de grafschenner te worden aangezien, zonder dat hij dat was.
DE DERDE FASE geeft vrij onverwacht de oplossing. Ook in de affaire
van de grafschenner zit de ontknoping vol verrassingen.
Het aller-verrassendste effect was nog, dat de man die eerst de verkeerde
arresteerde op het laatste moment ook de definitieve oplossing bracht Zo
is het werkelijke leven, ook bij de politie. Als een schrijver het verzonnen
had, zou niemand het geloven.
Hoofdinspecteur mr. Th. van Osta,
korpschef van de gemeentepolitie in
Weert werd in oktober 1966 met de
coördinatie van het onderzoek naar
de grafschenner in Nederland belast.
Dat was het gevolg van het feit dat
hij na een aantal incidentele geval
len van grafschennerij opeens een lijn
in deze reeks uitzonderlijke delicten
zag. Hij kreeg de opdracht met een
speciaal recherche-team aan het on
derzoek mee te werken.
Hoofdinspecteur Van Osta formeer
de een speciale opsporingsbrigade,
wat nog nooit in ons land was ge
beurd. Daarvoor kreeg hij tien re
chercheurs ter beschikking van ge
meentelijk en rijkspolitiekorpsen.
Hij vormde een staf met de hoofd
inspecteurs Th. Haane, chef van de
recherche in Maastricht; G. Punt-
main, chef van de recherche in Bre
da en de toenmalige kapitein (nu ma
joor) der rijkspolitie W. Schaafsma,
van het district Maastricht. Het was
louter toeval dat in deze braintrust
twee politie-officieren uit Maastricht
meewerkten. Niemand kon toen voor
zien, dat de echte grafschenner uit
Maastricht afkomstig zou zijn.
Deze groep werd gesteund door tal
van wetenschapsmensen en instituten.
Allereerst natuurlijk die van de poli
tie en de justitie zelf: dactyloscopi-
■che en technische diensten, het ge
rechtelijk laboratorium, maar ook
het Criminologisch instituut van de
universiteit te Utrecht, grafologen,
psychologen en zelfs een wiskundige.
Prof. mr. W. Noach, hoogleraar in
de criminologie te Utrecht, deed voor
de groep wetenschappelijke onderzoe
kingen en trok conclusies.
De grafschenner die overal mas
sa's grafzerken omver smeet en over
al met een viltstift hele ontboezemin
gen opschreef naast vele satansleu
zen en schuttingwoorden, leverde ont
zaglijk veel studiemateriaal. Het is
vrijwel onmogelijk een volledig in
zicht te verkrijgen van de bergen
werk die zijn verzet in het zo groots
opgezette onderzoek naar de graf
schenner.
De globale schatting aan manuren
en overwerk, de kosten van adminis
tratie en onderzoek werden aan het
einde begroot op meer dan een mil
joen. Het onderzoek in de plaats zelf
waar begraafplaatsen en later ook
kerken werden geschonden, kwam
voor rekening van de plaatselijke po
litie.
Dat gold ook voor het feitelijke po-
litie-onderzoek. Het coördinatieteam
verleende assistentie, maar verzamel
de in hoofdzaak de bekend geworden
gegevens. Die werden allemaal in
kaartsystemen verwerkt, waaruit weer
een macht aan materiaal ter beschik
king kwam betreffende de werkwijze,
dagen, nachten en uren waarvoor de
gezochte voorkeur bleek te hebben en
allerlei andere afwijkingen in zijn ge
dragspatroon.
Niet te tellen zijn de nachten waarin
in vele plaatsen tegelijk begraafplaat
sen en kerken onder speciale bewa
king stonden. Duizenden politiemen
sen werden vaak voor die nachtelij
ke waakstonden opgetrommeld. Som
mige kerkhoven en kerken zijn we
ken lang onafgebroken bezet ge
weest door rechercheurs, die bij toer
beurt deze extra nachtdiensten moes
ten doen. Ze lagen verscholen tussen
de grafzerken en zaten ineengedoken
onder van regen lekkende treurwil
gen. In de kerken zaten ze in de
kansels, achter doopvonten en in de
biechtstoelen. Heel wat politiemensen
hebben in die nachten de merkwaar
digste ervaringen opgedaan.
Er werden inbrekers betrapt en an
dere personen die het daglicht vre
zen. Op een kerkhof werd een man
gevangen, die al sinds jaren een dik
ke bijverdienste had met het stropen
van hazen en konijnen, 's nachts op
het kerkhof.
Twee politiemannen in een provin
ciestad wachtten vol spanning op de
man wiens voetstappen naderbij kwa
men in de duistere kerk. Hoewel de
nachtelijke indringer heel behoedzaam
liep, leek het wel of zijn voetstap
pen onder de donkere gewelven hol
opklonken. Opeens stond hij stil. Vlak
bij de politiemannen, die in eeen
biechtstoel verscholen zaten. Er klonk
een vreemd kletterend geluid. Toen
de beide politiemannen tevoorschijn
sprongen om de vermeende graf
schenner in de kraag te pakken, had
den zij een notabel persoon uit dat
provinciestadje beet. Zij betrapten
die bekende figuur uit dat stadje op
•en merkwaardige afwijking. Vaak
ging hij 's nachts in de kerk tegen
een pilaar staan plassen.
Een ander groepje speurders dat
opdracht had een aantal kerkhoven
in een kring van dorpen te bewaken
ervoer dat sommige mensen in het
holst van de nacht zonder enige arg
waan een paar vreemdelingen dood
gemoedereerd naar het kerkhof lood
sten. De man die hun gids was, fiet
ste zelfs ijverig voor hun auto uit
tot midden op het gezochte kerkhof,
dat zij niet hadden kunnen vinden.
Zonder naar hun identiteit te vragen
of bij de plaatselijke politie alarm te
slaan, wees de man met een weids
gebaar naar de zerken en grafkrui-
sen in het geheimzinnige duister rond
om en zei: „Heren hier is de begraaf
plaats die u zoekt". Daarna fietste
hij verder.
Duizenden van zulke voorvallen zijn
geregistreerd. Het team van hoofdin
specteur Van Osta verwerkte alle ge
gevens heel systematisch volgens de
nieuwste opvattingen omtrent opspo
ringsonderzoeken.
Uit die massa gegevens kwamen,
mede door vele tips en aanwijzingen
van particulieren die de politie attent
maakten op het vreemde gedrag van
bepaalde personen, telkens nieuwe
groepjes van verdachte mensen te
voorschijn. Die werden speciaal na
getrokken en gecontroleerd. Dit alles
gebeurde heel delicaat en bijzonder
omzichtig. Maar al te vaak waren
verdenkingen volkomen onjuist geble
ken.
Er werd volgens het afvalsysteem
gewerkt. Telkens kon er een verdach
te van het lijstje worden afgeschre
ven als bleek dat de man niet ter
plaatse was geweest waar een kerk
hof was geschonden of satanleuzen
in een kerk waren gekalkt. Aan de an
dere kant kwamen er telkens weer
nieuwe verdachten bij. Sommigen zijn
dagen- en nachtenlang geschaduwd.
Een jaar nadat de speciale opspo
ringsploeg aan het werk was, had
men uit allerlei gegevens een vrij
nauwkeurig beeld van de grafschen
ner. Het enige was daar aan ontbrak
was de combinatie: graf- en kerk-
schenner tevens inbreker. Later im
mers kwam uit dat de grafschenner
ook inbreker was en van zijn buit
leefde. Hij haalde die buit vrijwel
uitsluitend in België, een omstandig
heid die mede verklaart waarom die
combinatie niet onmiddellijk in ons
land werd doorzien.
Eind 1967 werd de grafschenner, die
op 23 juni 1966 was begonnen, kort
en bondig gecatalogiseerd als een
„welgestelde, ijdele gek. Een man die
niet werkt, zeker geen vaste werk
kring heeft. Hij beschikt over voldoen
de financiële middelen om er behoor
lijk van te leven zonder daarvoor ar
beid te verrichten. Hij kan zich vrije
lijk door Nederland, België en Duits
land bewegen. Beschikt over een be
hoorlijke kennis van Frans, Duits en
Éngels."
Dit beeld paste naderhand zeer
goed op Pierre S. toen deze uitein
delijk op 2 oktober 1968 als de echte
grafschenner kon worden ontmaskerd.
Het enige dat de politie pas in de
laatste fase ontdekte was, dat hij niet
welgesteld was, doch gewoon leefde
van de buit die hij stal bij tientallen
inbraken. Wiskundig was ook de
streek vastgesteld waar de grafschen
ner zou wonen. Taalkundig was vast
gesteld, dat hij Nederlander was, of
schoon hij met gemak in het donker
twintig en meer regels in Duits of
Engels opschreef.
Gedacht werd in 1967 dat het een
gepensioneerde of wegens (geestes)-
ziekte afgekeurde leraar was. Een
Limburger, of in ieder geval een Ne
derlander die binnen de driehoek
Weert, Maastricht en Hasselt woon
de. Opvallend was dat de grafschen
ner in zijn agressieve teksten op graf
zerken vrijwel uitsluitend reageerde
op wat er over hem in bepaalde Lim
burgse bladen had gestaan. Veel was
daarmee gevonden, doch de zaak was
nog steeds niet opgelost. De oplos
sing werd steeds problematischer
toen na een eerste rustperiode van
januari tot half februari 1967 er na
13 april 1967 precies vijf maanden
niets meer van de grafschenner werd
gehoord. Het onderzoek dat op een
sinister spelletje van kat en muis
dreigde uit te draaien, liep dood in
een wazig niets.
Op de verjaardag van hoofdinspec
teur Van Osta had de grafschenner
de eerste keer het kerkhof van Weert
bezocht. De volgende verjaardag, toen
het kerkhof in Weert onder strenge
bewaking stond, kladde hij met zijn
viltstift schimpscheuten in de kerk
van Weert. Het leek toen dat hij het
speciaal op de heer Van Osta had be
grepen. Dat had weer een diepgaand
onderzoek tot gevolg in kringen die
mogelijk een hekel aan deze hoofd
inspecteur konden hebben.
Het onderzoek dreigde in een im
passe terecht te komen. Mei 1968
twee jaar nadat de grafschenner was
begonnen werd tot opheffing van
het speciaal gevormde team beslo
ten. De grafschenner was van 8 fe
bruari rustig geweest. Men veronder
stelde dat hij of dood was, of ziek,
of veroordeeld tot gevangenisstraf
voor een ander feit, of in een psy
chiatrische inrichting was opgeno
men. Toein al deze mogelijkheden
waren nagegaan en niets positiefs
was gevonden, werd tot opheffing be
sloten. Het onderzoek kwam tot stil
stand.
De lange afwezigheid van zeker niet
de slechtste rechercheurs werd in ver
scheidene politiekorpsen pijnlijk ge
voeld. De vele massale acties en ex
tra diensten hadden reeds al te zeer
de normale gang van zaken in vele
korpsen verstoord. De rechercheurs
keerden naar hun eigen korpsen te
rug. Het directe zoeken en speuren
werd gestaakt. „Wat we hebben ver
zameld blijft waardevol", zei hoofd
inspecteur Van Osta toen.
„Bij het eerste teken dat hij weer
actief wordt, kunnen wij meteen ver
der gaan". Het was toen april 1968.
Ook in Duitsland en België was het
rustig. Hoewel van die zijde geen me
dedelingen werden gedaan, gebeurde
er in de plaatsen waar het onderzoek
naar d« grafschenner was geconcen-
treerd ook niets, In Aken had com- 00110.11.0X011 011
missaris Konrad de leiding van het
speurwerk naar de grafschenner. In
België waar hij bijna even frequent
had huisgehouden als in ons land was
het onderzoek geconcentreerd in Has
selt. Het stond daar onder leiding
van kapitein Brands van de rijks
wacht,
Op 8 mei 1968 begon de grafschen- oü2f0z0tl0 vhl
tr in België met hernieuwde energie.
ner in België met hernieuwde energie.
Het leek wel een tornado die over de
kerkhoven was geraasd. In één nacht
verwoestte hjj soms drie kerkhoven
en kladde zijn vuile leuzen in twee
kerken. Met die hernieuwde activitei
ten begon tevens de tweede fase. De
periode waarin schijnbaar in België
de oplossing werd gevonden. Hans
van Ham heette de man die de Bij
zondere Opsporings Brigade van de
Rijkswacht in Hasselt op het spoor
was gekomen. Een waardin in Has
selt had de heer H. Moonen van de
BOB attent gemaakt op een vreemde
vogel. Een man die uitpuilde van de
viltstiften. Die altijd blokletters
schreef en die fanatiek had beweerd
dat het de grootste nonsens is graf
monumenten op te richten voor de
doden. Hij beheerste ook de moderne
talen en hij had een auto, een witte
Ford Taunus, waar de politie al zo
vaak naar had uitgekeken Zo'n type
auto was vaak gesignaleerd.
Hij was Nederlander, maar woon
de in Hasselt. Toch verbleef hij vaak
in Duitsland, omdat zijn vrouw in Ne-
heim onderwijzeres was aan de
school voor kinderen van Belgische
militairen in Duitsland. Deze Hans
van Ham had veel vrije tijd. Hij was
niet in dienstbetrekking en hij maak
te veel ritten met zijn auto, waar
van de afstand later vrij nauwkeurig
overeen kwam met de lengte der rou
te die de grafschenner had afgelegd.
Bovendien was hij twintig jaar ge
leden in Utrecht al eens veroordeeld
omdat hij schade in de Utrechtse
Domkerk har aangebracht. Een win
keljuffrouw van een warenhuis in
Hasselt verklaarde, dat een aldus be
schreven man bij haar vaak vilftstif-
ten kocht. Er leek geen twijfel mo
gelijk: Hans van Ham was de graf
schenner.
De politto van Hasselt vond die ver
denking bevestigd na een heimelijke
huiszoeking. Men vond daar een ei
gen huiskapel wat op een godsdien
stige afwijking wees, alsmede oud-
Hollandse boeken waaruit allerlei
termen door de grafschenner ge
bruikt zoals „aflijvigen" voor ge
storvenen gehaald konden zijn.
De heer Moonen meende in de
nacht van 12 op 13 juli 1968 (vrijdag
en zaterdag) zijn slag te kunnen
slaan. Verwacht werd, dat de gezoch
te dan wel thuis zou komen voor het
weekeinde. De val stond rond het huis
in Hasselt opgesteld, maar Van Ham
kwam niet. In dat weekeinde werd er
door de BOB van de rijkswacht in
Hasselt koortsachtig gewerkt. Zowel
in België als in ons land onderbrak
de radio het programma meerma
len met mededelingen over het onder
zoek.
's Maandags vertrok de heer Moo
nen met enkele rechercheurs naar
Werl, de Duitse woonplaats van de
familie Van Ham. Op straat werd de
heer Van Ham gearresteerd. Hij meen
de dat men hem van spionage ver
dacht. Als echtgenoot van een vrouw
die feitelijk in dienst was van het
Belgische leger, had hij toegang tot
allerlei militaire objecten. Omdat hij
echter Nederlander was, vreesde hij
moeilijkheden.
Hij probeerde in een telefooncel de
Nederlandse consul op te bellen, doch
hij werd hardhandig in een auto ge
sleurd en naar het Duitse politiebu
reau gebracht. Later werd hij aan de
Belgische legerautoriteiten overgege
ven en in de gevangenis van de Bel
gische krijgsraad in Neheim opgeslo
ten.
Alles pleitte tegen hem. Zijn vilt
stiften en zijn weigering om daarmee
bepaalde woorden op te schrijven. De
autoritten waar hij geen verklaring
van kon of wilde geven. Het feit, dat
hij zich vaak als monnik kleedde maar
ook vaak dameskleding droeg, ver
sterkte de verdenking tegen hem. Er
was de politie gerapporteerd dat een
koster eens, vlak voor de schennis in
zijn kerk werd ontdekt, een vreemde
monnik had gezien.
Ook vermoedde men dat die vrou
wenkleren een sluw camouflage
middel waren. De politie keek uit
naar een man. Iemand ln vrouwen
kleren zou makkelijk door de mazen
heenglippen. De Belgische politie
triomfeerde. Hoof inspecteur Van Osta
onthield zich van commentaar. Hij
liet wel doorschemeren, dat hij er
niet in geloofde.
Er dreigde onenigheid tussen de
Nederlandse en Belgische politie. De
Belgen zeiden dat de druiven zuur wa
ren in Nederland.
99
Begin augustus schrok ook de
Belgische politie, ten uit Roosendaal en
Breda de berichten binnenkwamen,
dat de grafschenner daar twee ker
ken had geschonden. „Van Osta hier
ben ik weer" schreef hij in Breda.
„De groeten aan Van Osta" in de
kerk van Roosendaal. Het schrift
werd identiek bevonden. De Neder
landse deskundigen twijfelden er niet
aan; dit was van de echte grafschen
ner.
De Belgische politie sprak nog van
falsificaties of afleidingsmanoeuvres.
Maar de twijfel werd ook in België
levensgroot toen begin augustus in
Herenthals grafstenen omver werden
geworpen en kerken met schunnige
woorden werden beklad. Hans van
Ham was al van Duitsland naar Has
selt overgebracht. De onderzoekrech-
ter moest over de verlenging van zijn
gevangenhouding beslissen. Hij stelde
die beslissing uit toen enkele getui
gen kwamen verklaren, dat zij voor
bepaalde nachten waarin graven wa
ren geschonden een alibi hadden voor
Hans van Ham.
Deze werd op 8 augustus plotseling
vrijgelaten. Hij kwam in een licht
blauw mini-jurkje op blote voeten de
gevangenis uit. Een bizarre man, die
zelf toegaf dat de politie die vergis
sing had kunnen maken. Kwaad was
hij toen hij de ravage zag die de po
litie bij de huiszoeking had aange
richt. Vooral de wanorde in zijn huis
kapel nam hij de politie kwalijk.
Overigens nam hij alles goedsmoeds
op. Om in stijl te blijven gaf hij een
persconferentie op het kerkhof van
Diest, waar zijn broer onderpastoor
was.
Als gevolg van deze misgreep, viel
er bij da politie een pijnlijke stilte.
De Belgen waren gegeneerd. In Ne
derland onthield de politie zich van
commentaar.
En opeens was er de ontknoping.
De grafschenner was gearresteerd!
Nu had de heer Moonen het geluk
aan zijn kant. Het noodlot dat hem
zo erg parten had gespeeld, maakte
opeens alles weer goed.
Er was feest bij de rijkswacht ln
Hasselt die gedenkwaardige derde
oktober 1968. Vier functionarissen
namen feestelijk afscheid. Midden ln
dat feest kwam het telefoontje voor de
heer Moonen, Het was van een bus
chauffeur, die meldde: ik heb de man
die u zoekt in mijn wagen. Ik ver
trek nu naar mijn laatste stopplaats,
het station van Hasselt.
Als de weerlicht gingen de heer
Moonen en twee rechercheurs naar
het station van Hasselt. Zij stonden
er al toen de bus aan kwam. De ver
dachte werd bij het uitstappen naar
zijn plaatsbewijs gevraagd.
„Ik heb een abonnement", zei de
man en toonde die kaart. In één oog
opslag had de heer Moonen gezien,
dat daarop het registratienummer
stond, dat bij een onderzoek in samen
werking met die busmaatschappij te
voorschijn was gekomen van de man
die vermoedelijk de echte grafschen
ner was.
In de kazerne van de B.O.'B. in
Hasselt bekende Pierre S. dat hij de
gezochte was. Hij bekende zelfs en
kele schennerijen meer dan de poli
tie ter ore waren gekomen. Ook bleek
toen hoezeer de politie bij het theore
tisch onderzoek gelijk had gehad.
Pierre S. had van al zijn schenne
rijen op kerkhoven en ln kerken als
mede van al zijn inbraken nauwkeu
rig boek gehouden. „Niemand kan
dat allemaal onthouden", had hoofd
inspecteur Puntman ons een jaar te
voren al gezegd. „Die man moet er
wel boek van houden, anders kun Je
niet aan vorige gevallen herinneren
zonder je ook maar één keer te ver
gissen".
De bijzondere Opsporingsbrigade
was hem op het spoor gekomen na de
verrassende ontdekking dat de graf
schenner ook de inbreker was, die in
België al zolang de gemoederen in be
roering had gebracht.
Die ontdekking was in Ixwnmel ge
daan. Daar had hij ln een pensionaat
ingebroken, maar tegelijkertijd ook
schunnige opschriften in de kapel ge
schreven. Toen die samenhang een
maal ontdekt was, kondein de resul
taten van de beide onderzoeken wor
den samengevoegd. In België waar
Pierre S. ruim tachtig inbraken heeft
gepleegd waarbij hij voor ruim 37.500
gulden aan buit heeft behaald, was
ook een speciaal team samengesteld
om die inbreker op te sporen.
Nog geen twee weken later, op 24
september, gaven de leerlingen van
de mijnwerkersschool in Hothalen de
grafschenner in feite de genadeslag.
Als echte technisch geïnteresseerde
Jongens hadden zij een eigen alarm
systeem gemaakt, voor het geval de
geheimzinnige inbreker ook hun school
zou bezoeken.
In de nacht van 24 september 1968
werkte het alarm. De jongens schoten
van alle kanten toe, doch de inbreker
wist te ontkomen. Hij liet echter een
tas achter en daarin vond de politie
het bewijs, dat inbreker en grafschen
ner één man waren.
In die tas zat een aantekenboek met
alle plaatsen waar grafschenner-in-
breker in actie was geweest. Een
kruisje achter de plaatsen betekende
een kerkhof, een torentje dat er een
kerk was geschonden en een huisje
dat er was ingebroken.
Omtrent de identiteit van de eige
naar van die tas vond de politie niets,
De heer Moonen en zijn mannen plo
zen uit, dat uit Maastricht steeds
iemand naar België kwam per auto
bus. In de abonnementenadministratie
vond men het registratienummer en
een vaag signalement. Alle chauffeurs
werden geïnstrueerd en zo liep hij te
gen de lamp.
De heer Moonen smaakte het ge
luk na zijn misgreep ook de echte
grafschenner te kunnen arresteren.
provo heeft de laatste speler in
het veld gebracht. Irene van de
Weetering heeft afscheid genomen
van de Amsterdamse gemeente
raad. Roel van Duyn doet over
twee weken zijn intrede om de
laatste speelperiode voor Provo
uit te zitten tot de nieuwe gemeen
teraadsverkiezingen van volgend
jaar. Daarna zal Provo uit de
raad verdwijnenwant de bewe
ging als zodanig is allang ter zie
le.
Irene van de Weetering slaakt
een zucht van verlichtingwant
voor haar hoeft het niet meer.
,,Niet de mens maakt hier de
dienst uit, maar de machinerie,
het ambtenaren-apparaat"zei ze.
Het gaat hier volgens het princi
pe voor u, over u, maar zonder
u", zo typeerde zij de manier
waarop de burgers worden be
stuurd.
Jrene van de Weetering kwam in
haar jaar met het witte-wijven-
plan, dat uitbreiding beoogde te ge
ven aan de consultatiebureaus
waar voorlichting, ook segsuele, zou
moeten worden gegeven aan
Irene van de Weetering Luud Schimmelpenninck
Roel van Duyn
Bernard de Vries
twaalf- tot achttienjarig en. Hoogst
teleurgesteld is Irene dat uit dat
plan, in het stuk waar B. en W.
nu mee gekomen zijn slechts
spreekuren zijn overgebleven voor
zeventienjarig en. „Dan hoeft het
voor mij niet meerals je er op
zeventienjarige leeftijd nog aan
moet beginnen".
Ooel van Duyn, die politieke we-
tenschappen studeert zal
straks zeggen dat Amsterdam
groener moet worden. Met bomen
en tuinen die de lucht zuiver hou
den. En dat we moeten ophouden
met gif te spuiten omdat insekten
er zijn om door de vogels te wor
den opgegeten. De mens moet
weer een beetje dichter bij de na
tuur komen.
De huizen van bewaring moe
ten weg, vindt Roel van Duyn. Zo
heeft hij nog meer ideeën, beschre
ven in een boek dat ,,de bood
schap van een kabouter" bevat.
Als fractie-assistente zal Irene van
de Weetering de nieuwe Provo-
afgèvaardigde bijstaan. Dat levert
ook nog een leuke cent op, zonder
dat zij in die door haar veraf
schuwde stoel hoeft te zitten.
Roel van Duyn, destijds ideo
loog van Provo, loopt met plan
nen rond om Amsterdam tot ,,Ka-
bouterlandte maken. Waarmee
ook hij een stempel wil drukken
op zijn periode uit Provo's officiële
bestaan.
Van Luud Schimmelpenninck
herinnert men zich stellig het
voorstel om in de Amsterdamse
binnenstad elektrische wit-karren
te laten rijden. Wagentjes die
iedereen ter beschikking staan, geen
vuile uitlaatgassen verspreiden, en
,in de plaats moeten komen van
auto's.
Oernard de Vries tenslotte is al
geruime tijd uit het Amster
damse gezichtsveld verdwenen
om te proberen in Italië een film
carrière op te bouwen.
In aansluiting op do campagne voor heft
korte haar ingeleid door de introductie van
de succesvolle ligne „N" presenteert heft
Syndicat de la Haute Coiffure Francais*
een collectie coiffures voor herfst en win
ter 1969/70 geïnspireerd op de legendari
sche figuur van l'Aiglon.
De Ligne l'Aiglonne omvat een serie kap
sels, die aowel aansluit op het ongedwon
gens en vrjje van het broekpak en d*
tuniekpantalou als op het meer geklede
van japon, deux-pièces en pakje. Zjj past
bovendien uitstekend bij hoge collen en
geeft het vrouwelijk silhouet bH welke
kleding ook een sprankelende, jeugdige
allure van klasse.
De coiffures vereisen een zeer goede coupe,
d.w.z. dat de kniptechniek van het aller-
Erootste belang is en voor de houdbaar-
eid een lichte Permanent-Wave-Soutien
(Modeling) gewenst is.
Het licht golvende en krullende haar ont
vangt de gloed van zowel warme als door
schijnende lichtere tinten waarbij verlopin-
gen in kleur en „coups de solell" in de
punten een glanzend aureool van licht
rondom het gezicht verlenen.
Het Syndicat de la Haute Coiffure Fran-
caise heeft met deze nienwe haarmode-
lijn zijn cclectisme overtuigend aange
toond en opnieuw bewezen creaties t*
pousseren, die door zijn cliëntèle met
enthousiasme zullen worden begroet.
Grote büval oogstte de Ligne l'Aiglonne op
18 sept. j.l. in het Hilton Hotel Parijs,
waar het 8.H.C.F. de nieuwe haarmode-
lijn 1969/70 aan de Internationale per*,
radio en televisie presenteerde.
De leden
van het Syn
dicat de la
Haute
Coiffure
Francais* «ft
Coiffure
SYNDICAT DB LA
SYNDICAT DB LA
HAUTB COIFFURE FRANCAIS!
IT COIFFURB CRÉATION
Création
zijn herken
baar aan
nevenstaand
embleem.
Zij stjn het eerst békend met de nieuw*
Franse haarmode. Ten gerieve van ons*
lezeressen vermelden wij hieronder d*
naam en het adres van het lid van het
Syndicat de la Haute Coiffure Francais*
et Coiffure Création in
APELDOORN
O. C. F. Duller, Hoofdstraat 46 e-d,
tel. 13963
DEN HAAG Een Fokker S-ll-lei
vliegtuig van de elementaire vliegop-
leiding van de Kon. Luchtmacht op Gil-
ze-Rijen, bemand met twee personeels
leden van de Marineluchtvaartdienst,
heeft donderdagmiddag omstreeks tien
over twee b(| Zaltbommel een hoogspan
ningskabel kapotgevlogen. Het vlieg
tuig heeft, nagenoeg onbeschadigd, de
vliegbasis Gilze-R(jen bereikt.
Het toestel was met een sergeant-in
structeur en een vliegtuigmaker eerste
klasse als leerling-vlieger bezig met
het uitvoeren van een laagvliegopdracht
in het daarvoor bestemde gebied, toen
het, vermoedelijk tengevolge van een
plaatselijke zichtsvermindering, tegen
de op een na bovenste kabel van een
hoogspanningsleiding aanvloog.
UTRECHT Op de zevende etage
van een flatgebouw aan de Zebradreef
èheeft de politie donderdag het stoffelijk
overschot aangetroffen van de 67-ja-
rige bewoonster, mejuffrouw G. H.
Sloof. De vrouw heeft waarschijnlijk
tien dagen dood in haar woning gele
gen, de brievenbus was na 9 septem
ber niet meer geleegd. Buren waar
schuwden de politie omdat zij mejuf
frouw Sloof een paar dagen niet meer
hadden gezien. De doodsoorzaak moet
nog worden vastgesteld.
ADVERTENTIE
Vrije bezichtiging.
's Maandags gesloten.
Op koopavonden tot 21 uur geopend.
Nederlands
grootste woninginrichting
Lange Hofstraat 1
ZUTPHEN (tegenover het stadhuis)
tel: 05750-52.73
(Ook gevestigd Groenmarkt 27/29)
«DTTERDAM - AMSTERDAM - HILVERSUM
TILBURG - VENLO - ZUTPHEN