Het huwelijk is er voor
het geluk van de mens
Eet matig, licht verteerbaar
en.... neem er de tijd voor
Nooit op zondag
Meisjes met
een bankrekening
Zo maar
wat mode
plaatjes
uit ons
eigen land
Nieuw boek met nieuwe ideeën:
huwelijksverzekering en proefperiode
De psyche
Niet lekker
Als steai
Nadenken
Origineel
Mooie benen
behoren aan
intelligente meisjes
O, DIE RUSSEN
AMSTERDAM „Neen, u hoeft te
gen ons geen mevrouw te zeggen. Ge
woon juffrouw is genoeg. Van dat „ge-
mevrouw" moeten we niets hebben".
Mej. I. Oosterbaan zegt dit met een
gezicht van „al die dikdoenerij is niks
voor ons".
Precies zo denkt mejuffrouw M. van
Saane er over. Allemaal onzin. Strijd
vinden ze beter. Als secretaresse en
voorzitster van het vrouwen-actiecomi
té voor vervroegd a.o.w.-pensioen z(jn
de dames nu al zeven jaar in de weer,
vrouwen recht te geven op vroeger pen
sioen.
In het huis van mej. Van Saane in de
Michel Angelostraat in Amsterdam
broeit het van strijd. Op het bureau van
de bejaarde, maar zeer vitale vrouw,
liggen de dossiers opgestapeld, waarin
de strijd tegen wat zij onrechtvaardig
vinden in boekdelen stencils is uitge
schreven.
Hoe komt zij en ook mejuffrouw Oos
terbaan zo strijdlustig. „Wij zijn beiden
ongehuwd door het leven gegaan, maar
daarom verdragen we het nog niet, dat
we sociaal onrecht moeten ondergaan".
Mej. van Saane die naaister was,
een tehuis voor werkende vrouwen had
en nu aan enkele heren in haar huis
huisvesting biedt had wel willen
trouwen. „Maar ik was nogal bijde
hand en dan krijg je niet zo gemakke
lijk een man", zegt ze.
Ook mej. Oosterbaan had 't zoete van
een getrouwd bestaan wel willen kie
zen, maar zij vond niet de ware man
om met veel idealen door het leven te
gaan. Het grootste deel van haar loop
baan ligt op kantoor, zij was onder an
dere directie-secretaresse.
Als het gesprek op de actie van het
vrouwencomité komt, is het moeilijk de
dames in hun spraakvloed te beteuge
len. Soms samen, soms de één vlak na
de ander aanvullend en uitdiepend
vertellen zij van hun ervaringen en sta
pelen ze argumenten op tegen wat zij
onrechtvaardig vinden aan de a.o.w.
„Het lijkt nergens op", zegt mej.
Oosterbaan, „dat een ongetrouwde of
gescheiden vrouw op haar a.o.w. moet
wachten tot ze 65 is. De meeste vrou
wen die werken, merken wel dat het
moeilijker gaat als ze tussen de vijf-
lig en de zestig zijn. Daarom zou een
vrouw recht op die sociale uitkering
moeten hebben als ze 60 is".
Mej. Van Saane constateert daarbij
dat de regeling zo als die nu is, vreem
de toestanden oproept. „Als een vrouw
met een man trouwt die vele jaren
ouder is, zelfs al 65, dan krijgt ze met
een a.o.w. Het doet er dan niet toe of
die vrouw 30, 40 of 50 jaar is", voert
ze aan.
„Het meest onrechtvaardige daarbij
is", vult mej. Oosterbaan aan, „dat
een ongetrouwde vrouw die meestal
twee taken heeft, in haar werk en thuis,
en veel meer werk verzet dan die ge
trouwde vrouw, op dat pensioen moet
wachten tot ze 65 is. En dit terwijl ze
door al het werk veel meer versleten
raakt".
Als de thee met rietsuiker ver
wisseld wordt voor glaasjes met abri-
kozensap, vertellen de dames wat ze
reeds ondernamen om hun wensen er
door te krijgen. Er gingen verscheide
ne brieven naar de Kamerleden, aan
minister Roolvink schreven ze een
open brief en enkele jaren geleden
werd een enquête gehouden, waar 758
vrouwen aan meewerkten,
ven gekregen van vrouwen die het met
onze actie eens waren. Nog nimmer
schreef een vrouw dat ze er tegen
was", zei mej. Van Saane.
De moeilijkheden waar ouder worden
de werkende, ongehuwde vrouwen on-
dergebukt gaan en die in de enquête
naar voren kwamen, heeft het comité
ter kennis gebracht van minister Rool
vink. „Hij deed deze gevallen af met
een briefje waarin stond dat hij er met
belangstelling kennis van had geno
men", zegt mej. Van Saane.
In het gesprek dwalen de dames nog
al eens af. Dat wil zeggen ze gaan niet
aldoor verder in op de feiten van hun
actie, ze noemen talloze voorbeelden
van gevallen waarin ongehuwde vrou
wen sociaal het kind van de rekening
werden. „Maar ik geloof dat het on
recht op een goede dag in recht zal ver
anderen", zegt mej. Oosterbaan. „Het
it toch ook op den duur niet te verdra-
ien dat ongehuwde vrouwen die zoveel
voor hun a.o.w. moeten betalen, in fei
te achtergesteld zijn op de getrouw
de vrouwen die niets betalen en die in
heel veel gevallen veel eerder dan hun
vijfenzestigste jaar, al a.o.w. krijgen".
Mej. Van Saane is er wel eens moe
deloos onder geworden dat al die strijd
geen resultaat oplevert „Soms heb ik
ook wel het idee gehad er mee op te
houden en dacht ik: het helpt toch alle-
Het Duitse Spaarkas en Giro Genootschap heeft een
onderzoek ingesteld naar het aantal jeugdige spaarders en be
leggers in de leeftijdsgroep tot 20 jaar. Daarvan bleken meer
dan de helft 51 procent meisjes te zijn. Voorlopig telt
deze groep 130.000 „giro-teenagers" zij zullen een niet te
verwaarlozen deel van de clientèle van de banken worden,
wanneer deze groep inleggers zich blijft uitbreiden in het
tempo, dat de groei thans heeft aangenomen (CONSU).
maal niks", zegt ze mismoedig. ,Ik
vind dat we er altijd mee door moeten
gaan. We moeten er steeds op hameren
net zo lang tot de minister zegt: „Nou
geef die vrouwen dan maar eerder pen
sioen".
De strijd gaat verder. Mej. Ooster
baan zal ongetwijfeld nog menigmaal
haar vingers plaatsen op de schrijfma
chine om te pleiten voor de ongehuw
de vrouwen. Mej. Van Saane draagt
haar strijdbijl het huis uit: Voor de
ramen van haar woning hangen plakka
ten die speciale rechten voor de vrou
wen opeisen die ze nu nog niet heb
ben.
Er zyn vrouwen
in Nederland die
vinden, dat ze,
sociaal gezien, in
de hoek zitten
waar de klappen
vallen. Twee
van die dames
zijn mej. M. van
Saane (68) en
mej. I. Ooster
baan (61) in
Amsterdam. Zij
ijveren al jaren
met hun vrouwen»-
actiecomité
voor vervroegd
a.o.w.-pensioen
voor de
ongehuwde vrouw.
Zij raken er
niet over uitge>-
praat, dat de on
gehuwde vrou
wen in ons land
er zo bekaaid
afkomen en zo
veel missen wat
de gehuwde
wel hebben.
Onlangs hield het vrouwenactiecomi
té een protestoptocht door de binnen
stad van Amsterdam, die niet veel
vrouwen op de been bracht. Maar het
protest speciaal gericht aan het
adres van minister Roolvink (Sociale
Zaken) was er niet minder scherp
om.
In het Boek Echtscheiding dat nu bij Unieboek in Baarn is verschenen, staat
de gedachte centraal dat het huwelijk er is voor het geluk van mensen. De
mens dient niet ondergeschikt te worden gemaakt aan het instituut van het
huwelijk.
Als een man en/of vrouw in hun huwelijk geen harmonie meer kunnen vinden
dan is er geen sprake meer van dat het huwelijk aan zijn functie beantwoordt
en dan dient het ontbonden te kunnen worden.
Deze gedachte is sinds enkele jaren niet meer revolutionair te achten, maar wel
valt het (nog) op dat een groep rooms-katholieke deskundigen er toe komen
vanuit hun verschillende specialiteit deze conclusie te publiceren.
De kerkrechtelijke opvatting van het
huwelijk is in de rooms-katholieke kerk
nog altijd volledig met deze stelling in
tegenspraak. In Nederland laten jaar
lijks tweeduizend rooms-katholieke
echtparen hun huwelijk voor de burger
lijke rechter ontbinden: de rooms-ka
tholieke kerkelijke rechtbanken verkla
ren jaarlijks nog geen 30 huwelijken ju
ridisch ongeldig en deswege onverbin
dend. Volgens de normen van het ker
kelijk recht kan slechts dan in een in
scheiding worden toegestemd wanneer
het huwelijk ongeldig is gesloten of
wanneer er geen geslachtsgemeenschap
tussen de partners heeft plaats gehad.
Zelfs al heeft de vrouw de geslachtsge
meenschap bewusteloos ondergaan, dan
is het huwelijk onontbindbaar.
De maatschappelijke praktijk is
zoals uit de cijfers tweeduizend en der
tig blijkt sterker dan de kerkelijke
theorie. Om aan de gewetensnood bij
duizenden katholieken, die na de bur
gerlijke scheiding in feite buiten de
kerk komen, tegemoet te komen, is in
Nederland een groeiend aantal priesters
bereid niet de rechtsgeldigheid maar de
bestaande situatie als norm te aanvaar
den.
In het boek pleiten enkele rooms-
katholieke moraal-theologen voor veel
verdergaande maatregelen: het kerke
lijk huwelijk met zijn juridische gevol
gen, dient te worden afgeschaft. De
kerk moet volstaan met het inzegenen
van het burgerlijk huwelijk zonder
daar kerkrechtelijke gevolgen aan te
verbinden.
Het boek Echtscheiding omvat meer
dan slechts beschouwingen over het
rooms- katholieke huwelijk. In een so
ciologische benadering wordt geconsta
teerd dat bij mensen met een creatief
beroep meer scheiding voorkomt dan
bij andere maatschappelijke groepen.
Het hoogste percentage wordt gevon
den bij artsen en psychiaters.
Prof. dr. C. den Hartog, van de
landbouwhogeschool in Wageningen
heeft steun gekregen van 4818 Duit
se mannen. Prof. dr. Den Hartog
heeft al meermalen gewaarschuwd,
dat we teveel vet en aardappelen
eten en die Duitse mannen hebben
nu geklaagd dat hun vrouwen inder
daad teveel aardappelen koken.
„En dan krijgen we ook iede
re dag te horen, dat we lekker
maar net zoveel moeten eten tot
we nauwelijks van onze stoel kun
nen opstaan", hebben die mannen
daarbij gezegd, in een onderzoek
dat men in Duitsland instelde naar
juiste of onjuiste eetgewoonten.
Er zijn al tal van experts op voe-
dingsgebied die nu meteen zullen zeg
gen, dat op zo'n manier eten volko
men verkeerd is, vooral waar het die
vele aardappelen betreft. „Het is
niet alleen verkeerd voor de gezond
heid", roepen daarbij psychologen,
„een veel te volle maag kan ook al
lerlei spanningen in het familiele
ven veroorzaken. Men slaapt bij
voorbeeld niet lekker, men slaapt
wellicht helemaal niet en bekijk
dan de volgende morgen het resul
taat eens."
En daar komen dan de berekenin
gen: mannen die zware handenarbeid
verrichten eten doorgaans aan het
diner zes tot acht aardappelen (gro
te, uiteraard). Mannen die meer denk
werk dan handenarbeid moeten doen
stellen zich doorgaans met twee tot
vier aardappelen tevreden.
Nu stelt men drie aardappelen als
grens voor wat men „een gewone
licht verteerbare maaltijd", mag
noemen.
Maar wat is nu verder die „gewo
ne, lichtverteerbare maaltijd?"
Ten behoeve van het onderzoek
naar de Duitse eetgewoonten heeft
men die vraag voorgelegd aan acht
duizend getrouwde vrouwen tussen
de twintig en 35 jaar. En toen kon
meer dan de helft geen goed ant
woord geven of zelfs helemaal geen
antwoord. „In ieder geval geen lek
kere maaltijd", zeiden een heleboel.
Men heeft die vrouwen vervolgens
dit voorgehouden: een gewone, licht
verteerbare maaltijd houdt in: op
de eerste plaats niet overdadig veel
aardappelen, en daarvoor in de
plaats ook eens rijst, macaroni of
iets anders. Vlees of iets anders dat
maar met zeer weinig vet is klaar
gemaakt, dus ook geen vette jus.
Ook geen zware gebonden sausen.
Soep moet liefst licht en helder zijn,
dus alweer niet gebonden. Niet te
zware, lang gekookte groenten (dus
ook geen sausjes), geen geweldi
ge grote, zware omeletten als en-
trée, maar liever een licht pasteitje,
geen geweldige porties pudding als
toetje.
„En dan niet uw man en kinde
ren maar voller en voller stoppen",
zei men erbij.
„En zeker niet, zoals wel uw ge
woonte blijkt te zijn, slechts tien
minuten uittrekken voor de hoofd
maaltijd".
De vrouw des huizes moet het
(rustige) tempo bepalen voor het
op tafel brengen en eten van een
onderdeel van de maaltijd. Eet men
alles binnen tien minuten, dan kan
zelfs de meest lichte kost als een
steen op de maag gaan liggen.
Er kwamen ook nog wel positie
ve resultaten in Duitsland tevoor
schijn. Men blijkt daar meer en
meer kleine maaltijden per dag in
plaats van drie grote of middelgrote,
te.
En zeer veel vrouwen laten tijdens
het koken niemand in de keuken
toe, zelfs niet om even het deksel
van een pannetje op te lichten.
Waarom? Om de spanning erin te
houden.
De harmonie in het huwelijk wordt
doorgaans beter gewaarborgd wan
neer er tussen de partners eenheid van
geloof, stand, leeftijd, opleiding, be
roepsmilieu, ras, volksaard en ruimte
lijk milieu heerst.
Sociologisch is weersproken dat een
verruiming van echtscheidingsmoge
lijkheden het aantal echtscheidingen
drastisch zou doen toenemen. In Neder
land worden jaarlijks zes- tot zeven
duizend echtscheidingen uitgesproken.
Dit cijfer is niet noemenswaardig toe
genomen nu in de laatste jaren de juri
dische, sociale en religieuze taboes te
gen de scheiding aan het afnemen zijn.
Een cijfer dat tot denken zet, heeft
een ruim opgezette enquête aan het
licht gebracht: in driehonderdduizend
Nederlandse huwelijken is de moge
lijkheid van echtscheiding eens of meer
overwogen.
In de Westerse wereld is het door
gaans de man, die het initiatief tot de
scheiding neemt. De vrouw kan zich
doorgaans moeilijk bij de mislukking
neerleggen, vooral als de man 'n nieuw
huwelijk overweegt.
Op vele plaatsen in het boek blijkt
een duidelijke geïrriteerdheid jegens
kerk en overheid die met hun wetten
volwassen mensen hun norm als eis
willen opleggen.
In het boek staat: „De wetgever er
kent wel de volwassenheid en de
rechtsgeldigheid van het besluit tot hu
wen, maar miskent de volwassenheid
en de rechtsgeldigheid van het besluit
van dezelfde twee mensen, die inmid
dels ouder en ervarener zijn geworden,
wanneer zij willen scheiden".
De moraal-theologen in het boek ge
ven antwoord aan hen die menen dat
de dwang er wel moet zijn omdat men
anders maar-aan-doet: „Men behoeft
niet bang te zijn voor zedelijke ontaar
ding van de mens, of een maatschap
pelijke chaos en dergelijke spookbeel
den die de mensheid altijd voor invoe
ring van iets nieuws heeft gehad".
Een veel gehoord argument dat het
huwelijk voor de kinderen in stand
moet blijven, wordt in het boek ook
slechts zeer voorwaardelijk aan
vaard, want „voor kinderen is een
scheiding van de ouders soms gunsti
ger dan het blijven voortleven in een
gezin vol disharmonie tussen de ou
ders".
In het boek toont men zich weinig ge
lukkig met de bestaande kerkrechtelij
ke en maatschappelijke benadering van
de scheiding. Ter oplossing van enkele
problemen die aan het instituut huwe
lijk en aan het proces van scheiding
kleven, worden enkele originele sugges
ties gedaan:
Laat alle huwenden op hun trouw
dag een verzekering sluiten tegen de
financiële gevolgen van een onver
hoopte scheiding, zodat de moeilijkhe
den rondom de alimentatie bij een
scheiding opgeheven worden.
Aanvaard juridisch, kerkrechtelijk
en sociaal het proefhuwelijk. Een man
en een vrouw leven eerst twee jaar te
zamen en zorgen er in die tijd voor dat
er geen kinderen komen. Nadat zij el
kaar twee jaar in de situatie van het
huwelijk hebben leren kennen, besluit
zij al dan niet definitief te huwen.
Wie ziet niet graag een fris jong meis
je met lange, goedgevormde benen? Nu
is er, behalve het esthetisch element,
nóg een reden voor meisjes, die aldus
door Moeder Natuur zijn bevoorrecht,
om zich te verheugen op het bezit van
dergelijke onderdanen. Dr. Martin Cole
van de Amerikaanse universiteit van
Aston (Alabama) heeft na een langdurig
onderzoek vastgesteld, dat deze meisjes
intelligenter zijn dan haar minder goed
uitgeruste lotgenoten. Hij mat en cata
logiseerde duizenden paren meisjes
benen. Een andere Amerikaan, dr. B.
Sheldon, gaat nog verder en zegt, dat hij
het karakter van de bezitster van fraaie
onderdanen uit de vorm daarvan kan
aflezen. Lange en slanke benen wijzen
op creativiteit, een gevoelvolle natuur.
De bezitster van lange doch welgeron-
de benen zijn psychologisch stabiel. Voor
meisjes met een iets te fors onderstel is
er toch nog één troost: zij zijn meestal
vrolijk van aard en houden van grapjes
en spel.
In een Schotse havenplaats, die vaak
bezocht wordt door Russische vissers
schepen, hebben textielzaken en win
kels, die lingerie en andere artikelen
voor vrouwelijk gebruik verkopen een
merkwaardige hausse geconstateerd in
de verkoop van... korsetten. De Russi
sche vissers zijn gebrand op speciaal
die modellen (met veters!) die men in
het Verenigd Koninkrijk zelfs aan de
straatstenen niet meer kwijtraakt.
De attractie van deze korsetten voor
de vrouwen of de vriendinnetjes van de
vissers is voor de verkopers niet duide
lijk, maar ook niet belangrijk. Ze doen
lucratieve zaken!
Nog iets: het orgaan van het Centra
le Comité van de communistische par
tij in Rusland, Agitor, bevatte onlangs
een artikel waarin buitenechtelijke vrij
ages werden aangeprezen als de zuiver
ste vorm van liefde, omdat het „rotte
beginsel van privé-bezit" daarbij na
drukkelijk wordt verworpen. (CONSU).
VROUWEN OP DE BRES VOOR
VROEGERE AOW-UITKERING
Verveelt u zich 's zondags ook zoT De vraag kwam,
terloops en volstrekt onverwacht, uit de luidspreker en
ik behoefde er dus geen antwoord op te geven. Maar moest
er de naald wel even bij neerleggen.
Zit een vrouw daar op zaterdagavond, met een fikse werkweek
achter de rug, naar de zondag te verlangen, en luidt die pret
alvast in met een onderhoudend radio-programma: cabaretliedjes van
over de grens. Gepresenteerd door een spreker die de kunst
verstaat zo nonchalant-weg te doen alsof hij voor de microfoon maar
wat ironisch zit te improviseren. Het is al een plezier op zichzelf
naar zijn stem met het aardige accent te luisteren tot hij opeens,
als inleiding op het laatste liedje, die geeuwende vraag op tafel
gooit: Verveelt u zich 's zondags ook zo?
En daar overheen nog dat chanson triste over de zondag, die lange
rek van traag kruipende uren vol grauwe herinneringen aan
gedwongen kerkgang in stijve warme kleren, van omhangen voor
de dode huizen in de uitgestorven straat, van
landerige, eindeloze verveling.
Het zal alles wel waar zijn, er zijn ook nu nog ouders genoeg die het
ver gebracht hebben in de kunst van het „verveling om zich
heen strooien op zondagmiddag" zoals Theo Thijssen ergens van een
mama zegt. Maar is het werkelijk onvermijdelijk om als
volwassene, en dus min of meer eigen baas over eigen leven, nog
altijd onder de druk van die zondagse verveling te lijden? Is
het ook niet een soort moderne aanstellerij om te doen alsof het
moedeloos mediteren over de leegte van het leven de aangewezen
zondagse tijdpassering is?
Verveelt u zich 's zondags ook zo? Ik geef de vraag maar nieuwsgierig
door. Aan de moeder die op zaterdagavond de gaspit uitdraait
onder de vleespan, en denkelijk niet met tegenzin denkt aan de
enige dag van de week die voor haar een stukje vakantie betekent.
Laten wij voor haar hopen dat zij geen man getroffen heeft
die een wagentje voor de deur heeft staan vanwege alle collega's
met wagentjes voor hun deur. Want dan wordt het op zondag
eruit halen wat erin zit, asfalt vreten met het uitzicht
op andermans nummerbord.
Maar als zij, wat echt geen zeldzaamheid is, een man getroffen
heeft die 's zondags op zijn gemak of zijn liefhebberijen gesteld is, dan
kan zij "eindelijk eens een paar uur haar schade van al die dingen
die zij zo dolgraag doet maar die er altijd bij inschieten. Lezen of
handwerken of brieven schrijven of pianospelen of een eind
gaan wandelen met de kinderen. Hoe minder tijd zij voor
zichzelf heefthoe intenser zij geniet van die paar uur die zij naar
believen kan besteden. Zich vervelen op zondag zij
heeft wel wat beters te doen.
En wat zegt de vrouw met de drukke baan, als iemand haar op
zaterdagavond zou opbellen: Verveelt u zich 's zondags ook zo?
Wat? op zondag, de dag die werkelijk helemaal van haar is.
Alleen al het wakker worden met de gedachte: ik hoéf vandaag niet$,
helemaal niets. Alleen maar doen waar ik zin in heb. Niet vroeg
opstaan, niet door alle wind en weer jakkeren om op tijd aan
het werk te zijn. Niet haastig tussentijds wat eten en gauw gauw een
paar boodschappen doen. Niet moe van de werkdag nog met
tegenzin de etensboel afruimen en het bed opmaken.
Heerlijk op je gemak ontbijten zoals de huismoeders die zij op gure
weekdagen zo hartgrondig kan benijden. Maar hoe grauwer en killer
die dagen worden, hoe behaaglijker zij zich 's zondags op
de bank kan nestelen, met een kop koffie en een sigaret en al de
nog ongelezen kranten en tijdschriften om zich heen gestrooid. Blijven
lezen in een boek dat haar boeit, zonder op de klok te hoeven
letten. Een grammofoonplaat opzetten, al nieriënd maar wat
'Omtreuzelen. Zomaar ergens heen gaan, naar een museum of een
tentoonstelling. Of gewoon uren gaan wandelen in de vrije natuur die
zij op werkdagen nauwelijks ziet.
Een werkende vrouw die zich verveelt op zondag misschien dat zij
bestaat, maar ik ben er nog nooit een tegengekomen. Integendeel; ik
ken genoeg alleenstaande vrouwen voor wie een kerkgang
alleen al iets feestelijks beduidt. Weer eens mensen, véél mensen
om zich heen zienkans hebben op een praatje of een eindje oplopen
met deze en gene bij het uitgaan van de dienst.
Verveelt u zich 's zondags ook zo?
Ik had de naald weer opgevat en bleef over die vraag
doorpiekeren. Mij vervelen ik zou niet weten hoe ik dat moest
doen. Als ik alleen maar denk aan al die boeken die ik zo
dolgraag zou lezen en waaraan ik nooit zal toekomen, al ging ik
er zondag aan zondag van opstaan tot naar bed gaan voor zitten, tot
mijn honderdste verjaardag.
Het is natuurlijk belachelijk en uit de tijd om zoiets hardop
te zeggen. Verveling is een modewoord, een tijdverschijnsel, een ziekte
waaraan men bijna verplicht is te lijden. Verveelt u zich 's zondags
niet? dan moet u zich toch heus eens onder behandeling laten stellen.
Wees wijs en laat iedereen praten die meent dut de
moderne mens alleen nog maar doelloos kan omhangen en van
alles genoeg hebben. Het lieve leven is toch maar zo kort,
en er zijn nog zo ontzaglijk veel mooie en boeiende dingen om te doen
en te beleven. Zich vervelen? geen moment en nóóit op zondag.
SASKTA.
In het Amsterdamse Confectiecentrum werd de door Dick Holthaus ontwor
pen Collection Twenty Seven" getoond. Rechts op de bovenste foto een beige
linnen mantel zonder kraag gedragen over een bijpassende japon en op de
zelfde foto links een groen/wit Jacquard jurkje met ritssluiting en een grote
wit-vïlten hoed.
De nieuwe voorjaarsmode voor de man. Links op de bovenste foto een wit
katoenen zomerpak met brede revers met 2 rijen goudkleurige knopen. Mid
den: een 2-rijige zwarte Maxi regenmantel en rechts: een bruin „Donegal"
tweedpak, kraagloos met riem en accolade kleppen.
Hierondereen van de modellen door Dick Holthaus ontworpen voor de Col
lection Twenty Seven". Links op de foto een doorknoopjapon met koperen
rugceituur en rechts een linnen jurkje met a-symmetrische voorlijn.
Op de foto linksonder draagt Teddy Scholten het broekpak dat Frans Mole
naar (links) voor haar ontwierp en dat ze vanavond zal dragen in de t.v.-show
„revue van de Nederlandse Plaat".
1