Het huwelijk is er voor het geluk van de mens Eet matig, licht verteerbaar en.... neem er de tijd voor Nooit op zondag Meisjes met een bankrekening Zo maar wat mode plaatjes uit ons eigen land Nieuw boek met nieuwe ideeën: huwelijksverzekering en proefperiode De psyche Niet lekker Als steai Nadenken Origineel Mooie benen behoren aan intelligente meisjes O, DIE RUSSEN AMSTERDAM „Neen, u hoeft te gen ons geen mevrouw te zeggen. Ge woon juffrouw is genoeg. Van dat „ge- mevrouw" moeten we niets hebben". Mej. I. Oosterbaan zegt dit met een gezicht van „al die dikdoenerij is niks voor ons". Precies zo denkt mejuffrouw M. van Saane er over. Allemaal onzin. Strijd vinden ze beter. Als secretaresse en voorzitster van het vrouwen-actiecomi té voor vervroegd a.o.w.-pensioen z(jn de dames nu al zeven jaar in de weer, vrouwen recht te geven op vroeger pen sioen. In het huis van mej. Van Saane in de Michel Angelostraat in Amsterdam broeit het van strijd. Op het bureau van de bejaarde, maar zeer vitale vrouw, liggen de dossiers opgestapeld, waarin de strijd tegen wat zij onrechtvaardig vinden in boekdelen stencils is uitge schreven. Hoe komt zij en ook mejuffrouw Oos terbaan zo strijdlustig. „Wij zijn beiden ongehuwd door het leven gegaan, maar daarom verdragen we het nog niet, dat we sociaal onrecht moeten ondergaan". Mej. van Saane die naaister was, een tehuis voor werkende vrouwen had en nu aan enkele heren in haar huis huisvesting biedt had wel willen trouwen. „Maar ik was nogal bijde hand en dan krijg je niet zo gemakke lijk een man", zegt ze. Ook mej. Oosterbaan had 't zoete van een getrouwd bestaan wel willen kie zen, maar zij vond niet de ware man om met veel idealen door het leven te gaan. Het grootste deel van haar loop baan ligt op kantoor, zij was onder an dere directie-secretaresse. Als het gesprek op de actie van het vrouwencomité komt, is het moeilijk de dames in hun spraakvloed te beteuge len. Soms samen, soms de één vlak na de ander aanvullend en uitdiepend vertellen zij van hun ervaringen en sta pelen ze argumenten op tegen wat zij onrechtvaardig vinden aan de a.o.w. „Het lijkt nergens op", zegt mej. Oosterbaan, „dat een ongetrouwde of gescheiden vrouw op haar a.o.w. moet wachten tot ze 65 is. De meeste vrou wen die werken, merken wel dat het moeilijker gaat als ze tussen de vijf- lig en de zestig zijn. Daarom zou een vrouw recht op die sociale uitkering moeten hebben als ze 60 is". Mej. Van Saane constateert daarbij dat de regeling zo als die nu is, vreem de toestanden oproept. „Als een vrouw met een man trouwt die vele jaren ouder is, zelfs al 65, dan krijgt ze met een a.o.w. Het doet er dan niet toe of die vrouw 30, 40 of 50 jaar is", voert ze aan. „Het meest onrechtvaardige daarbij is", vult mej. Oosterbaan aan, „dat een ongetrouwde vrouw die meestal twee taken heeft, in haar werk en thuis, en veel meer werk verzet dan die ge trouwde vrouw, op dat pensioen moet wachten tot ze 65 is. En dit terwijl ze door al het werk veel meer versleten raakt". Als de thee met rietsuiker ver wisseld wordt voor glaasjes met abri- kozensap, vertellen de dames wat ze reeds ondernamen om hun wensen er door te krijgen. Er gingen verscheide ne brieven naar de Kamerleden, aan minister Roolvink schreven ze een open brief en enkele jaren geleden werd een enquête gehouden, waar 758 vrouwen aan meewerkten, ven gekregen van vrouwen die het met onze actie eens waren. Nog nimmer schreef een vrouw dat ze er tegen was", zei mej. Van Saane. De moeilijkheden waar ouder worden de werkende, ongehuwde vrouwen on- dergebukt gaan en die in de enquête naar voren kwamen, heeft het comité ter kennis gebracht van minister Rool vink. „Hij deed deze gevallen af met een briefje waarin stond dat hij er met belangstelling kennis van had geno men", zegt mej. Van Saane. In het gesprek dwalen de dames nog al eens af. Dat wil zeggen ze gaan niet aldoor verder in op de feiten van hun actie, ze noemen talloze voorbeelden van gevallen waarin ongehuwde vrou wen sociaal het kind van de rekening werden. „Maar ik geloof dat het on recht op een goede dag in recht zal ver anderen", zegt mej. Oosterbaan. „Het it toch ook op den duur niet te verdra- ien dat ongehuwde vrouwen die zoveel voor hun a.o.w. moeten betalen, in fei te achtergesteld zijn op de getrouw de vrouwen die niets betalen en die in heel veel gevallen veel eerder dan hun vijfenzestigste jaar, al a.o.w. krijgen". Mej. Van Saane is er wel eens moe deloos onder geworden dat al die strijd geen resultaat oplevert „Soms heb ik ook wel het idee gehad er mee op te houden en dacht ik: het helpt toch alle- Het Duitse Spaarkas en Giro Genootschap heeft een onderzoek ingesteld naar het aantal jeugdige spaarders en be leggers in de leeftijdsgroep tot 20 jaar. Daarvan bleken meer dan de helft 51 procent meisjes te zijn. Voorlopig telt deze groep 130.000 „giro-teenagers" zij zullen een niet te verwaarlozen deel van de clientèle van de banken worden, wanneer deze groep inleggers zich blijft uitbreiden in het tempo, dat de groei thans heeft aangenomen (CONSU). maal niks", zegt ze mismoedig. ,Ik vind dat we er altijd mee door moeten gaan. We moeten er steeds op hameren net zo lang tot de minister zegt: „Nou geef die vrouwen dan maar eerder pen sioen". De strijd gaat verder. Mej. Ooster baan zal ongetwijfeld nog menigmaal haar vingers plaatsen op de schrijfma chine om te pleiten voor de ongehuw de vrouwen. Mej. Van Saane draagt haar strijdbijl het huis uit: Voor de ramen van haar woning hangen plakka ten die speciale rechten voor de vrou wen opeisen die ze nu nog niet heb ben. Er zyn vrouwen in Nederland die vinden, dat ze, sociaal gezien, in de hoek zitten waar de klappen vallen. Twee van die dames zijn mej. M. van Saane (68) en mej. I. Ooster baan (61) in Amsterdam. Zij ijveren al jaren met hun vrouwen»- actiecomité voor vervroegd a.o.w.-pensioen voor de ongehuwde vrouw. Zij raken er niet over uitge>- praat, dat de on gehuwde vrou wen in ons land er zo bekaaid afkomen en zo veel missen wat de gehuwde wel hebben. Onlangs hield het vrouwenactiecomi té een protestoptocht door de binnen stad van Amsterdam, die niet veel vrouwen op de been bracht. Maar het protest speciaal gericht aan het adres van minister Roolvink (Sociale Zaken) was er niet minder scherp om. In het Boek Echtscheiding dat nu bij Unieboek in Baarn is verschenen, staat de gedachte centraal dat het huwelijk er is voor het geluk van mensen. De mens dient niet ondergeschikt te worden gemaakt aan het instituut van het huwelijk. Als een man en/of vrouw in hun huwelijk geen harmonie meer kunnen vinden dan is er geen sprake meer van dat het huwelijk aan zijn functie beantwoordt en dan dient het ontbonden te kunnen worden. Deze gedachte is sinds enkele jaren niet meer revolutionair te achten, maar wel valt het (nog) op dat een groep rooms-katholieke deskundigen er toe komen vanuit hun verschillende specialiteit deze conclusie te publiceren. De kerkrechtelijke opvatting van het huwelijk is in de rooms-katholieke kerk nog altijd volledig met deze stelling in tegenspraak. In Nederland laten jaar lijks tweeduizend rooms-katholieke echtparen hun huwelijk voor de burger lijke rechter ontbinden: de rooms-ka tholieke kerkelijke rechtbanken verkla ren jaarlijks nog geen 30 huwelijken ju ridisch ongeldig en deswege onverbin dend. Volgens de normen van het ker kelijk recht kan slechts dan in een in scheiding worden toegestemd wanneer het huwelijk ongeldig is gesloten of wanneer er geen geslachtsgemeenschap tussen de partners heeft plaats gehad. Zelfs al heeft de vrouw de geslachtsge meenschap bewusteloos ondergaan, dan is het huwelijk onontbindbaar. De maatschappelijke praktijk is zoals uit de cijfers tweeduizend en der tig blijkt sterker dan de kerkelijke theorie. Om aan de gewetensnood bij duizenden katholieken, die na de bur gerlijke scheiding in feite buiten de kerk komen, tegemoet te komen, is in Nederland een groeiend aantal priesters bereid niet de rechtsgeldigheid maar de bestaande situatie als norm te aanvaar den. In het boek pleiten enkele rooms- katholieke moraal-theologen voor veel verdergaande maatregelen: het kerke lijk huwelijk met zijn juridische gevol gen, dient te worden afgeschaft. De kerk moet volstaan met het inzegenen van het burgerlijk huwelijk zonder daar kerkrechtelijke gevolgen aan te verbinden. Het boek Echtscheiding omvat meer dan slechts beschouwingen over het rooms- katholieke huwelijk. In een so ciologische benadering wordt geconsta teerd dat bij mensen met een creatief beroep meer scheiding voorkomt dan bij andere maatschappelijke groepen. Het hoogste percentage wordt gevon den bij artsen en psychiaters. Prof. dr. C. den Hartog, van de landbouwhogeschool in Wageningen heeft steun gekregen van 4818 Duit se mannen. Prof. dr. Den Hartog heeft al meermalen gewaarschuwd, dat we teveel vet en aardappelen eten en die Duitse mannen hebben nu geklaagd dat hun vrouwen inder daad teveel aardappelen koken. „En dan krijgen we ook iede re dag te horen, dat we lekker maar net zoveel moeten eten tot we nauwelijks van onze stoel kun nen opstaan", hebben die mannen daarbij gezegd, in een onderzoek dat men in Duitsland instelde naar juiste of onjuiste eetgewoonten. Er zijn al tal van experts op voe- dingsgebied die nu meteen zullen zeg gen, dat op zo'n manier eten volko men verkeerd is, vooral waar het die vele aardappelen betreft. „Het is niet alleen verkeerd voor de gezond heid", roepen daarbij psychologen, „een veel te volle maag kan ook al lerlei spanningen in het familiele ven veroorzaken. Men slaapt bij voorbeeld niet lekker, men slaapt wellicht helemaal niet en bekijk dan de volgende morgen het resul taat eens." En daar komen dan de berekenin gen: mannen die zware handenarbeid verrichten eten doorgaans aan het diner zes tot acht aardappelen (gro te, uiteraard). Mannen die meer denk werk dan handenarbeid moeten doen stellen zich doorgaans met twee tot vier aardappelen tevreden. Nu stelt men drie aardappelen als grens voor wat men „een gewone licht verteerbare maaltijd", mag noemen. Maar wat is nu verder die „gewo ne, lichtverteerbare maaltijd?" Ten behoeve van het onderzoek naar de Duitse eetgewoonten heeft men die vraag voorgelegd aan acht duizend getrouwde vrouwen tussen de twintig en 35 jaar. En toen kon meer dan de helft geen goed ant woord geven of zelfs helemaal geen antwoord. „In ieder geval geen lek kere maaltijd", zeiden een heleboel. Men heeft die vrouwen vervolgens dit voorgehouden: een gewone, licht verteerbare maaltijd houdt in: op de eerste plaats niet overdadig veel aardappelen, en daarvoor in de plaats ook eens rijst, macaroni of iets anders. Vlees of iets anders dat maar met zeer weinig vet is klaar gemaakt, dus ook geen vette jus. Ook geen zware gebonden sausen. Soep moet liefst licht en helder zijn, dus alweer niet gebonden. Niet te zware, lang gekookte groenten (dus ook geen sausjes), geen geweldi ge grote, zware omeletten als en- trée, maar liever een licht pasteitje, geen geweldige porties pudding als toetje. „En dan niet uw man en kinde ren maar voller en voller stoppen", zei men erbij. „En zeker niet, zoals wel uw ge woonte blijkt te zijn, slechts tien minuten uittrekken voor de hoofd maaltijd". De vrouw des huizes moet het (rustige) tempo bepalen voor het op tafel brengen en eten van een onderdeel van de maaltijd. Eet men alles binnen tien minuten, dan kan zelfs de meest lichte kost als een steen op de maag gaan liggen. Er kwamen ook nog wel positie ve resultaten in Duitsland tevoor schijn. Men blijkt daar meer en meer kleine maaltijden per dag in plaats van drie grote of middelgrote, te. En zeer veel vrouwen laten tijdens het koken niemand in de keuken toe, zelfs niet om even het deksel van een pannetje op te lichten. Waarom? Om de spanning erin te houden. De harmonie in het huwelijk wordt doorgaans beter gewaarborgd wan neer er tussen de partners eenheid van geloof, stand, leeftijd, opleiding, be roepsmilieu, ras, volksaard en ruimte lijk milieu heerst. Sociologisch is weersproken dat een verruiming van echtscheidingsmoge lijkheden het aantal echtscheidingen drastisch zou doen toenemen. In Neder land worden jaarlijks zes- tot zeven duizend echtscheidingen uitgesproken. Dit cijfer is niet noemenswaardig toe genomen nu in de laatste jaren de juri dische, sociale en religieuze taboes te gen de scheiding aan het afnemen zijn. Een cijfer dat tot denken zet, heeft een ruim opgezette enquête aan het licht gebracht: in driehonderdduizend Nederlandse huwelijken is de moge lijkheid van echtscheiding eens of meer overwogen. In de Westerse wereld is het door gaans de man, die het initiatief tot de scheiding neemt. De vrouw kan zich doorgaans moeilijk bij de mislukking neerleggen, vooral als de man 'n nieuw huwelijk overweegt. Op vele plaatsen in het boek blijkt een duidelijke geïrriteerdheid jegens kerk en overheid die met hun wetten volwassen mensen hun norm als eis willen opleggen. In het boek staat: „De wetgever er kent wel de volwassenheid en de rechtsgeldigheid van het besluit tot hu wen, maar miskent de volwassenheid en de rechtsgeldigheid van het besluit van dezelfde twee mensen, die inmid dels ouder en ervarener zijn geworden, wanneer zij willen scheiden". De moraal-theologen in het boek ge ven antwoord aan hen die menen dat de dwang er wel moet zijn omdat men anders maar-aan-doet: „Men behoeft niet bang te zijn voor zedelijke ontaar ding van de mens, of een maatschap pelijke chaos en dergelijke spookbeel den die de mensheid altijd voor invoe ring van iets nieuws heeft gehad". Een veel gehoord argument dat het huwelijk voor de kinderen in stand moet blijven, wordt in het boek ook slechts zeer voorwaardelijk aan vaard, want „voor kinderen is een scheiding van de ouders soms gunsti ger dan het blijven voortleven in een gezin vol disharmonie tussen de ou ders". In het boek toont men zich weinig ge lukkig met de bestaande kerkrechtelij ke en maatschappelijke benadering van de scheiding. Ter oplossing van enkele problemen die aan het instituut huwe lijk en aan het proces van scheiding kleven, worden enkele originele sugges ties gedaan: Laat alle huwenden op hun trouw dag een verzekering sluiten tegen de financiële gevolgen van een onver hoopte scheiding, zodat de moeilijkhe den rondom de alimentatie bij een scheiding opgeheven worden. Aanvaard juridisch, kerkrechtelijk en sociaal het proefhuwelijk. Een man en een vrouw leven eerst twee jaar te zamen en zorgen er in die tijd voor dat er geen kinderen komen. Nadat zij el kaar twee jaar in de situatie van het huwelijk hebben leren kennen, besluit zij al dan niet definitief te huwen. Wie ziet niet graag een fris jong meis je met lange, goedgevormde benen? Nu is er, behalve het esthetisch element, nóg een reden voor meisjes, die aldus door Moeder Natuur zijn bevoorrecht, om zich te verheugen op het bezit van dergelijke onderdanen. Dr. Martin Cole van de Amerikaanse universiteit van Aston (Alabama) heeft na een langdurig onderzoek vastgesteld, dat deze meisjes intelligenter zijn dan haar minder goed uitgeruste lotgenoten. Hij mat en cata logiseerde duizenden paren meisjes benen. Een andere Amerikaan, dr. B. Sheldon, gaat nog verder en zegt, dat hij het karakter van de bezitster van fraaie onderdanen uit de vorm daarvan kan aflezen. Lange en slanke benen wijzen op creativiteit, een gevoelvolle natuur. De bezitster van lange doch welgeron- de benen zijn psychologisch stabiel. Voor meisjes met een iets te fors onderstel is er toch nog één troost: zij zijn meestal vrolijk van aard en houden van grapjes en spel. In een Schotse havenplaats, die vaak bezocht wordt door Russische vissers schepen, hebben textielzaken en win kels, die lingerie en andere artikelen voor vrouwelijk gebruik verkopen een merkwaardige hausse geconstateerd in de verkoop van... korsetten. De Russi sche vissers zijn gebrand op speciaal die modellen (met veters!) die men in het Verenigd Koninkrijk zelfs aan de straatstenen niet meer kwijtraakt. De attractie van deze korsetten voor de vrouwen of de vriendinnetjes van de vissers is voor de verkopers niet duide lijk, maar ook niet belangrijk. Ze doen lucratieve zaken! Nog iets: het orgaan van het Centra le Comité van de communistische par tij in Rusland, Agitor, bevatte onlangs een artikel waarin buitenechtelijke vrij ages werden aangeprezen als de zuiver ste vorm van liefde, omdat het „rotte beginsel van privé-bezit" daarbij na drukkelijk wordt verworpen. (CONSU). VROUWEN OP DE BRES VOOR VROEGERE AOW-UITKERING Verveelt u zich 's zondags ook zoT De vraag kwam, terloops en volstrekt onverwacht, uit de luidspreker en ik behoefde er dus geen antwoord op te geven. Maar moest er de naald wel even bij neerleggen. Zit een vrouw daar op zaterdagavond, met een fikse werkweek achter de rug, naar de zondag te verlangen, en luidt die pret alvast in met een onderhoudend radio-programma: cabaretliedjes van over de grens. Gepresenteerd door een spreker die de kunst verstaat zo nonchalant-weg te doen alsof hij voor de microfoon maar wat ironisch zit te improviseren. Het is al een plezier op zichzelf naar zijn stem met het aardige accent te luisteren tot hij opeens, als inleiding op het laatste liedje, die geeuwende vraag op tafel gooit: Verveelt u zich 's zondags ook zo? En daar overheen nog dat chanson triste over de zondag, die lange rek van traag kruipende uren vol grauwe herinneringen aan gedwongen kerkgang in stijve warme kleren, van omhangen voor de dode huizen in de uitgestorven straat, van landerige, eindeloze verveling. Het zal alles wel waar zijn, er zijn ook nu nog ouders genoeg die het ver gebracht hebben in de kunst van het „verveling om zich heen strooien op zondagmiddag" zoals Theo Thijssen ergens van een mama zegt. Maar is het werkelijk onvermijdelijk om als volwassene, en dus min of meer eigen baas over eigen leven, nog altijd onder de druk van die zondagse verveling te lijden? Is het ook niet een soort moderne aanstellerij om te doen alsof het moedeloos mediteren over de leegte van het leven de aangewezen zondagse tijdpassering is? Verveelt u zich 's zondags ook zo? Ik geef de vraag maar nieuwsgierig door. Aan de moeder die op zaterdagavond de gaspit uitdraait onder de vleespan, en denkelijk niet met tegenzin denkt aan de enige dag van de week die voor haar een stukje vakantie betekent. Laten wij voor haar hopen dat zij geen man getroffen heeft die een wagentje voor de deur heeft staan vanwege alle collega's met wagentjes voor hun deur. Want dan wordt het op zondag eruit halen wat erin zit, asfalt vreten met het uitzicht op andermans nummerbord. Maar als zij, wat echt geen zeldzaamheid is, een man getroffen heeft die 's zondags op zijn gemak of zijn liefhebberijen gesteld is, dan kan zij "eindelijk eens een paar uur haar schade van al die dingen die zij zo dolgraag doet maar die er altijd bij inschieten. Lezen of handwerken of brieven schrijven of pianospelen of een eind gaan wandelen met de kinderen. Hoe minder tijd zij voor zichzelf heefthoe intenser zij geniet van die paar uur die zij naar believen kan besteden. Zich vervelen op zondag zij heeft wel wat beters te doen. En wat zegt de vrouw met de drukke baan, als iemand haar op zaterdagavond zou opbellen: Verveelt u zich 's zondags ook zo? Wat? op zondag, de dag die werkelijk helemaal van haar is. Alleen al het wakker worden met de gedachte: ik hoéf vandaag niet$, helemaal niets. Alleen maar doen waar ik zin in heb. Niet vroeg opstaan, niet door alle wind en weer jakkeren om op tijd aan het werk te zijn. Niet haastig tussentijds wat eten en gauw gauw een paar boodschappen doen. Niet moe van de werkdag nog met tegenzin de etensboel afruimen en het bed opmaken. Heerlijk op je gemak ontbijten zoals de huismoeders die zij op gure weekdagen zo hartgrondig kan benijden. Maar hoe grauwer en killer die dagen worden, hoe behaaglijker zij zich 's zondags op de bank kan nestelen, met een kop koffie en een sigaret en al de nog ongelezen kranten en tijdschriften om zich heen gestrooid. Blijven lezen in een boek dat haar boeit, zonder op de klok te hoeven letten. Een grammofoonplaat opzetten, al nieriënd maar wat 'Omtreuzelen. Zomaar ergens heen gaan, naar een museum of een tentoonstelling. Of gewoon uren gaan wandelen in de vrije natuur die zij op werkdagen nauwelijks ziet. Een werkende vrouw die zich verveelt op zondag misschien dat zij bestaat, maar ik ben er nog nooit een tegengekomen. Integendeel; ik ken genoeg alleenstaande vrouwen voor wie een kerkgang alleen al iets feestelijks beduidt. Weer eens mensen, véél mensen om zich heen zienkans hebben op een praatje of een eindje oplopen met deze en gene bij het uitgaan van de dienst. Verveelt u zich 's zondags ook zo? Ik had de naald weer opgevat en bleef over die vraag doorpiekeren. Mij vervelen ik zou niet weten hoe ik dat moest doen. Als ik alleen maar denk aan al die boeken die ik zo dolgraag zou lezen en waaraan ik nooit zal toekomen, al ging ik er zondag aan zondag van opstaan tot naar bed gaan voor zitten, tot mijn honderdste verjaardag. Het is natuurlijk belachelijk en uit de tijd om zoiets hardop te zeggen. Verveling is een modewoord, een tijdverschijnsel, een ziekte waaraan men bijna verplicht is te lijden. Verveelt u zich 's zondags niet? dan moet u zich toch heus eens onder behandeling laten stellen. Wees wijs en laat iedereen praten die meent dut de moderne mens alleen nog maar doelloos kan omhangen en van alles genoeg hebben. Het lieve leven is toch maar zo kort, en er zijn nog zo ontzaglijk veel mooie en boeiende dingen om te doen en te beleven. Zich vervelen? geen moment en nóóit op zondag. SASKTA. In het Amsterdamse Confectiecentrum werd de door Dick Holthaus ontwor pen Collection Twenty Seven" getoond. Rechts op de bovenste foto een beige linnen mantel zonder kraag gedragen over een bijpassende japon en op de zelfde foto links een groen/wit Jacquard jurkje met ritssluiting en een grote wit-vïlten hoed. De nieuwe voorjaarsmode voor de man. Links op de bovenste foto een wit katoenen zomerpak met brede revers met 2 rijen goudkleurige knopen. Mid den: een 2-rijige zwarte Maxi regenmantel en rechts: een bruin „Donegal" tweedpak, kraagloos met riem en accolade kleppen. Hierondereen van de modellen door Dick Holthaus ontworpen voor de Col lection Twenty Seven". Links op de foto een doorknoopjapon met koperen rugceituur en rechts een linnen jurkje met a-symmetrische voorlijn. Op de foto linksonder draagt Teddy Scholten het broekpak dat Frans Mole naar (links) voor haar ontwierp en dat ze vanavond zal dragen in de t.v.-show „revue van de Nederlandse Plaat". 1

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 11