'n Preek om nooit
meer te vergeten
Ontwikkelingssamenwerking
en de Afrikaanse praktijk
oom
Neem een kind
voor uw rekening!
Prof. dr. K. H. Miskotte
werd dinsdag 75 jaar
TER OVERDENKING
DE NIEUWSTE NAMEN, BEVOLKINGSC'JFER!
VLAGGEN EN ORGAN ISA'
N AFRIKA
Dinsdag jongstleden is hij 75 jaar geworden: professor doctor K. H.
Miskotte, bewoner van „de olde Wehme" in Voorst, emeritus-predi
kant van de Ned. Hervormde Kerk, oud-hoogleraar namens die
kerk aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Een feit om bij stil te staan?
Hijzelf zal het ontkennen. Vriendelijk ontving hij onze fotograaf
toen deze een plaatje bij hem kwam maken maar verder geen
ophef. En zo heeft men in vele kranten vele verhalen óver hem
kunnen lezen: van de hand van prof. dr. G. C. Berkouwer, van zijn
oude Goese vriend Versee, van dr. J. J. Buskes maar geen verha
len van hemzelf, geen interviews mét hem.
Misschien omdat hij een ver
jaardag geen aanleiding vindt
om zijn mening te zeggen over
allerlei vraagstukken-van-nu? Of
misschien omdat hij juist een
bundel heeft laten verschijnen:
„Kennis en Bevinding", waarin
hij als het ware met zichzelf be
zig is, zich rekenschap geeft van
zijn doen en laten? Of is er mis
schien ook een beetje angst dat
deze man die al zo dikwijls in
zijn leven zo scherp-kritisch is
geweest, nu fnisschien nieuwe
kritiek zou gaan spuien en daar
bij zijn eigen kerk niet zou spa
ren? Want zo staat het in zijn
pas verschenen bundel: „De
praktische meditatie die een ver
tolker van de bevinding is, be
hoort mijns inziens juist nu een
onvervreemdbaar element te zijn
van de prediking zelf. Deze
draagt uiteraard allereerst een
kerugmatisch karakter, ze heeft
•en exegetisch draagvlak, daar
naast moet kennis van het bij
bels abc worden overgedragen op
een spontane, aan onze tijd (dat
is dus ook aan onze innerlijke be
leving van leven en wereld) aan
paste wijze. Maar ondertoon van
de bezinning op eigen bestaan:
de overweging hoe we persoon
lijk er aan toe zijn voor God,
mag nooit worden gemist. En dat
wordt, als we wel zien, tegen
woordig uit de verkondiging weg
gedrongen". Zo is professor Mis
kotte: de man die de bevinding,
het persoonlijke leven met God,
nooit en te nimmer weggedron
gen zal willen zien door welk
goed bedoeld horizontalisme ook.
Er is al heel veel over prof.
Miskotte geschreven: hij zou een
gereformeerdenhater zijn, hij zou
in een gedachtenwereld leven die
voor de gewone kerkmensen en
voor vele dominees ook, toch niet
te volgen is we geloven er al
lemaal weinig van. Want in onze
herinnering zal hij altijd zijn de
man die op woensdag 9 mei 1945
de kansel besteeg van de Nieuwe
Kerk in Amsterdam om er de
dankdienst te leiden bij de be
vrijding van Nederland. De man
die toen een preek heeft gehou
den, zo ongemeen boeiend, zo
God verheerlijkend, zo kristalzui-
ver in zijn analyse van wat ge
weest was, dat het elke toehoor
der altijd moet zijn bijgebleven.
Als eerbewijs aan de vijfenzeven
tigjarige, als ons bewijs van
dankbaarheid ook, willen we er
nu juist een klein deel van cite
ren. Een deel waarin naar ons
gevoel de mens Miskotte zich ge
heel gegeven heeft en waarvoor
men hem alleen maar dankbaar
mag zijn. Dit:
„Een uitdrukking waarvan ik
veel ben gaan houden en die mij
weer dichter tot de ziel van het
volk heeft gebracht, is deze: „Do
minee, het bestaat eenvoudig niet
dat ze winnen..." Ja maar... het
kon heel goed bestaan... indien
deze God, de God Israëls, de Va
der van onze Here Jezus Chris
tus géén God zou zijn. En als zij
dan op straat en in de winkels
toch zeiden dat het niet kon, dan
hebben deze simpele harten on
bewust geloofd wat hier in de
tekst staat. „Het bestaat niet..!"
„Want zie, uwe vijanden o He-
re, want zie, uwe vijanden zullen
vergaan". De onderneming der
nazi's kon niet gelukken; deze
bovenmenselijke onmenselijkheid
en deze onmenselijke bovenmen
selijkheid was een uittarting der
Allerhoogste Majesteit. Wat zijn
alle aparte, incidentele hardvoch
tigheden, wat betekenen beestach
tigheden van de Duitsers of van
de Russen of van de Spanjaar
den, wat zijn alle losse gruwe
len en vergrijpen zelfs van de SS
naast de oerzonde, waaraan de
„vijanden Gods" zich schuldig
maken als zij zich opmaken om
het lijfelijk teken van Gods pre
sentie in de geschiedenis uit te
delgen. O, de Duitse ziel is diep
en dieper dan de dag gedacht
had, en diep moest zij verzonken
liggen in de omarming van het
en diep razend moest zij ver
liefd zijn op zichzelf om zózeer
elke Joodse man, vrouw en kind,
het gezicht, het gebaar, het boek,
het liefdewerk, het krijgsoffer, èl-
les van de Jood te haten. Nu,
juist daarom moest haar val ook
een tuimelen zijn van zo ongeme
ten hoogten van zelfverheffing.
De opzet der nazi's kon niet ge
lukken, ondanks alle succes en
ondanks de geestelijke weerloos
heid van de onderworpen volken
hij kon niet gelukken, eenvou
dig omdat het een wet is: Gods
vijanden vergaan! Daarop be
staan geen uitzonderingen en
daarbij is het uitstel nauwelijks
te tellen. Want zie, uwe vijanden
o Here, want zie, uwe vijanden
zullen vergaan. O, verrukking
van deze dag, o wereldomvat
tend getuigenis, o luister van
licht nu voor onze ogen laat
ons dit uur diep vieren! Het was
een zaak van geloof te zeggen:
het kan niet bestaan... En dat zo-
velen daarvan wel althans een
vaag besef hebben gehad, is te
danken aan een lang bedolven in
vloed van het Evangelie onder
de Westerse volken".
niet zo te z(jn dat de „rijke
landen" er alleen maar met
de pet naar gegooid hebben als
het over ontwikkelingssamen
werking gaat. Heel in het kort
een paar gegevens:
De jaren '60 vormen naar
besluit van de Algemene
Vergadering der Verenigde
Naties het eerste ontwikke
lingsdecennium en in die
tien jaren diende er naar
gestreefd te worden dat de
jaarlijkse economische groei
van de ontwikkelingslanden
aan het eind van die periode
ruim 5 pet. zou bedragen.
Morgen, op de laatste dag
van de Vredesweek, zal het
zijn als in het bijbelverhaal
waarvan Lucas vertelt: tien
melaatsen worden gereinigd,
maar er is er maar één die te
rugkomt om Jezus te bedan
ken. Zo zal er na morgen mis
schien één op de tien zijn die
iets doen wil met de woorden
die dr. C. P. van Andel Gzn,
een van de voormannen van
de Vredesweek, neerschreef
als conclusie in „Werken voor
de vrede'welvaart vor de we
reld". Deze woorden: „Voor
christenen is het ontwikke
lingsvraagstuk geen bijkom
stigheid, maar hoofdzaak.
Juist in dit veld worden zij
gewaar hoe de geschiedenis
niet stil staat, maar hoe er in
de geschiedenis een dyna
misch proces aan de gang is,
waar mensen bewust aan mo
gen en kunnen deelhebben.
Christenen kunnen het bewijs
leveren dat zij aan de geschie
denis kritisch en verantwoord
willen deelnemen doordat zij
geloof en actie combineren.
Onder actie verstaan wij hier
niet in de eerste plaats het or
ganiseren van collecten, maar
het werk van kleine groepen
die zich van de maatschappe
lijke situatie op de hoogte stel
len, onrecht openbaar maken,
andere en betere alternatieven
formuleren en in ieder opzicht
aan bewustwording en verzoe
ning werken."
Dan hopen we van harte dat
die een-op-de-tien ook de moei
te neemt om studie te maken
van het voortreffelijke hoofd
stuk over de ontwikkelingssa
menwerking, dat minister
Udink schreef in de memorie
van toelichting op de deze week
verschenen begroting van het
ministerie van Buitenlandse
Zaken. Dit zakelijke stuk
neemt namelijk een beetje de
nare smaak weg die we als
Vredesweek-consumenten toch
wel in de mond hebben gekre
gen. Want het blijkt toch echt
1968 8 pet., die van Tanza
nia 9 pet., die van Uganda
6 pet. Ter toelichting: de
ontwikkelde landen bleven
aanzienlijk onder die groei
van 5 pet.
Desondanks groeide de
produktie per hoofd van de
bevolking in de ontwikkelde
landen met 3,5 pet. per jaar
tegen die in de ontwikke
lingslanden slechts met 2,5
pet. De oorzaak hiervan: in
eerstgenoemde landen steeg
de bevolking jaarlijks met 1,2
pet., in de ontwikkelingslan
den met 2,5 pet. We trekken
er geen conclusies uit er
blijkt wel uit dat de zaken
soms wat gecompliceerder
liggen dan de Vredesweek-
organisatoren doen blijken.
Hieronder publiceren we
een kaart van Afrika. Een
kaart die deels politiek en deels
economisch genoemd kan
worden. We publiceren die
kaart om te laten zien hoezeer
de Afrikaanse wereld in bewe
ging is. Men is er bezig, heel
druk bezig, met zichzelf. Zoe
kend naar politieke oplossin
gen voor het vele dat de lan
den, en stammen verdeeld
houdt. Zoekend ook naar eco
nomische samenwerking, naar
het helpen van zichzelf en elk
aar. Vele van die problemen
kan men niet oplossen zonder
de hulp van de rijke westerse
landen akkoord. Maar laat
men het alsjeblieft niet voor
stellen alsof het Westen nog al
tijd bezig is economische
moord op hen te plegen want
dat is niet waar!
We hopen van harte dat een-
van-de-tien zich na deze Vre
desweek meer zal gaan verdie
pen in deze boeiende wereld
ontwikkeling we hopen ook
dat men het wat objectiever
zal willen doen dan de Vredes-
week-reclamemakers het ons
soms hebben voorgeschoteld.
Dat zou een mooi succes zijn
van de Vredesweek 1969.
Jozef antwoordde Farao: Geens
zins; God zal Farao's welzijn
verkondigen Genesis 4116
Jozef is uit de gevangenis geroepen
om Farao's dromen uit te leggen. Hij
moet wel eerst even een misverstand
uit de weg ruimen. Wanneer de Farao
van mening is, dat Jozef maar een
droom behoeft te horen om hem te
kunnen uitleggen, dan vergist deze zich
toch. Niet Jozef, maar God zal Farao's
welzijn verkondigen. Het is geen eigen
wijsheid, die Jozef verkondigt, maar
door God geschonken wijsheid. Maar zo
mag Jozef toch in de naam des Heren
Farao's welzijn verkondigen.
Nadat hij de dromen heeft uitgelegd,
geeft hij ook advies en ontwikkelt tege
lijk een zevenjarenplan opdat in de tijd
van hongersnood Egypte, maar ook
Israël en andere omringende volken
niet van de honger zullen behoeven om te
komen. We zien dan ook dat, toen het
voedsel schaars werd, niet alleen in
Egypte maar ook ver daarbuiten, de
zonen van Jakob naar Egypte kwamen
om koren te kopen om zich zo het le
ven te redden.
Nu, in 1969, dus aan het
eind van het decennium,
blijkt dat tenminste twee
derde van de ontwikkelings
landen dat percentage niet
alleen gehaald hebben maar
het dikwijls ver overtroffen.
Voorbeelden: de economi
sche groei van Kenia be
droeg (naar schatting) in
ia i in im mm tn
God zal Farao's welzijn verkondigen.
Het merkwaardige is dat voor „wel
zijn" is het Hebreeuws het woord „sja-
loom" staat, dat in de regel met „vre
de" vertaald wordt. Dat is nu een
prachtig voorbeeld, dat het woord „vre
de" veel meer omvat dan alleen wat
wij er in de regel onder verstaan. Vre
de omvat het gehele welzijn. Wij heb
ben altijd weer de neiging om te ver
geestelijken, ook dit schriftgedeelte.
We passen het dan toe op het woord
van de Here Jezus, waar Hij gezegd
heeft: Ik ben het Brood des levens; Wie
van Mij eet, zal nimmermeer honge
ren. Daar is in zekere zin niets op te
gen. Maar het heil, de sjaloom is veel-
omvattender. Het omvat zelfs het wel
zijn hier op aarde.
We moeten ons verschrikkelijk hoe
den voor eenzijdigheden. Het gaat er
om de balans in evenwicht te houden.
Zeker, het gaat om het persoonlijk
heil; om de vrede met God door Jezus
Christus; om de verzoening van onze
zonden; om de persoonlijke vraag: Hoe
kom ik met God in het reine. Maar te
gelijk moeten we ons bedenken, dat
sjaloom, vrede een veelomvattend be
grip is. Het omvat ook welzijn in een
concrete en aardse zin. Het heeft met
de economie van de wereld te maken.
God is die wonderlijke weg met Jozef
gegaan om Egypte en daardoor Israël
van dé hongerdood te redden en in
het leven te behouden.
En Jozef is maar een zwakke af
spiegeling geweest van Jezus Chris
tus en het heil, door Hem bereid. Ze
ker, Jezus is gestorven voor onze zon
den om ons zo met God te verzoenen,
maar om juist zo ook de sjaloom, de
vrede in een alomvattende zin te be
reiden. Het welzijn van Israël en de
volken. We mogen het heil niet beper
ken tot het geestelijke welzijn. We mo
gen daarom Jezus Christus niet uit
rangeren uit het leven der volken en
van elke dag.
Er is een woord van de wereld. Hoe
vreemd het ook mag klinken: Christus
is het woord voor de wereld, voor de
volken, voor Israël. Niet slechts in
geestelijke zin, maar in alomvattende
zin. O, neen. Hij dringt zich niet op,
maar aan wie het horen wil, verkondigt
Hij de sjaloom, de vrede, het welzijn.
Jozef was zo aardsgezind, dat hij een
economisch zeven jarenplan ontwikkel
de voor Egypte en voor Israël. Het is
echt Gods bedoeling niet, dat de men
sen verhongeren. Christus heeft zich
vaak bezig gehouden met de broodvraag
en ons leren bidden: Geef ons heden ons
dagelijks brood. Als God ons welvaart
gegeven heeft, dan toch alleen dank zij
Christus; dank zij het heil, de vrede door
Hem bereid in kruis en opstanding en
dan toch alleen om anderen tot een ze
gen te zijn, te helpen en te adviseren.
Zo blijkt dit schriftgedeelte niet een tot
de draad toe versleten, maar een
hoogst en naar alle kanten actueel ge
tuigenis te bevatten. Moge God ook in
onze dagen door de geest verlichte
mensen geven om de kloof tussen de
rijke en arme landen te dempen tot
welzijn van alle volken.
Rhenen DS. N. KOOREMAN
llllllllllllllll) lllllllifTffllHlllI
MALU,6milj. MNJRETAWLlmij. MAROKKQ-13,2m. ALGERIEJ2,5rr$ TUNESIE/jBtnilj. UBIË.1,6miV
S0MAUA_^5mlj. ETHlOPIE^nfc SOEDAN J3,6mdj. TSJAAD. 3/milj. NIGER-3/milj.
EGYPIEJOmSj.
KENIA_9,6mi(j.
TANZANIAJIm.
Nederland
HETAANOEELVAN AFRIKA
Kill
MALAWU,2ral;.
0EGANDA.7,6rr4
TUNESIË
RV»NDA-3,1milj.
ZAMBlAJ}7miy.
VERARABIS
REPUBLIEK
B0EftENDL%8mij.
RHODES! E_4my.
Aoou
O MALI
o O O O
O O O
IMAURETANIE
NIGER
TSJAAD
Nouakchott
Khartoem
SOMALI LAND
DEM. REP KONGO
15,8 miljoen
8QTSWANA.0,5m.
'Bamako O.
SOEDAN
ETHIOPIË^
oAddisAbeba
GAMBIA'
P0RT.GUIHI
NIGERIA
m&M©
VOORKUST.JGHANA
f O-A.// CEWTR. AFRIKAANSE REPUI
KAMEROEN
SIERRA
CON60.880000
Z.-AFRIKAJ8müj.
LIBERT
KENIA
S^Nairobi
I
DEM. REP KONGO
Artcb*
LESOTHOLQ7M!>
GABOM50Q.OOO
TANZANIA
NGWANE.Q3mlj.
CENTR! AFRIK. RB?
1,5miljoen
ZAMBIA
Loesakao.
MALAGASY
(MALAGASIE)
InRhodesiëriepeen
blanke minderheid in
iw.1965eenzijrfwtJe
aafonkekjhhed.*
[HODESIE
MALAGAS162fli.
BOTSWANA
KAMEROEN
5,2 miljoen
Windhoek
ZrAfrika heetteen
geschil meLde VN.
over de shah» van
ZAV-Afnka.
7W-AFRIKA
UZUIDAFRIW
^jurenpo Marques
Pretoria
VERKLARING VAN DE KAART
-Grens (soms is de grens onbepaald)
laatste koloniën
i I |Ud van de Arabische Liga (dih bond-
Mill gajcohsctep hetf h geen al te grohe
:-J Lid van de CE (organisatievorm V.
onderlinge samenwerking).
L id van de EACSO/OostafnkaanseEc>-
nomische Gemeenschap.
oaOKaoaLidvandeOAE (organisatie voor de
^nerf^nAfrika.Kentaa. arbitrage
O Lid van
o'oXs oilidvandeOERS (organi'sah'evoorre-
2l^9pSfeiirfflfyognKm£me'
mm rr i Lid van deUnfev.Slaten v.Cento-Afrika
(streven naargemeensch. markt en
^militair bondgenootschap).
a. Landen geassocieerd met de Euro-
pese Economische Gemeenschap
O Zelfstandige landen metgrote invloed
van de Franse taal en economische
belangen binding metFranknjk.(frana>
phene staten).
Zelfstandige landen met grote in-
'NGWANE 9AS2iland)
in1969 onafhankelijk
NIGERlA-57n4
ZUID-AFRIKA
LESOTHO
Kaapstad]
DAHOMEy-2,5milj.
AANDEEL VAN AFRIKA IN DE WERELDPRODUKITE(inca)
Diamant f fik Palmolie f ra Chroom
95% \^SÊ 70% V NÉ 52%
Minder danlOO
Hg 100-300
Bi 300^600
(Ter vergelijking: InW.-Europa
zijn de bedragen meer dan
1200)
Fosfaten
35%
Cacao
72%
GAMBIA.330D00 SENEGAL^Smlj. KLEUREN VAN DE VLAGGEN (dea>
Pi iipiH fflr£wK"aU
|Egj&..- H ü|§-<&Hg!blauw El^groen gSgbnjin
lltKv r~~jwif flflzwart
GHANAffnfr QjyqjUflnft rVQ0RKUST_3,9m. UBER1A-I,1milj. SIERRA LE0NE2,3 GUINEE3>U
Met uitzondering van Zuid-Afrika mag men alle sta
ten van het werelddeel Afrika, Egypte met z'n 30
miljoen inwoners incluis, tot de „ontwikkelingslan
den" rekenen. Het wil zeggen dat ze in kennis en
kunde, in economisch, technologisch en welk ander
wetenschappelijk gebied ook een grote en in vele
gevallen zelfs een zeer grote achterstand hebben op
de landen van het Westen. Hun leiders weten dat en
ze begrijpen één ding heel goed: dat samenwerking
nodig is om die achterstand op de snelst mogelijke
manier in te lopen. En dus trachten ze in allerlei
vormen gemeenschappen tot stand te brengen in
hetzelfde aantal jaren als Europa er eeuwen voor no
dig gehad heeft. Dat gaat met vallen en opstaan
hoe kan het anders In een werelddeel waar nog niet
zo heel lang geleden de ene stam de andere als zijn
natuurlijke doodsvijand beschouwde. Het Biafra-con-
flict is er een tragisch voorbeeld van.
Twee strepen kan men over de kaart van Afrika trek
ken, een horizontale en een verticale. De horizontale
streep scheidt het blanke, Arabische Afrika van het
zwarte Afrika. De verbondenheid tussen blank en
zwart is niet erg groot de Arabische landen bepalen
hun belangstelling in hoofdzaak tot de Arabische Liga,
het bondgenootschap dat hen samenbindt in de strijd
tegen Israël, maar dat desondanks ternauwernood een
bondgenootschap genoemd kan worden, gegeven de te
genstellingen die er vanouds tussen de landen en hun
heersers bestaan.
De verticale streep behoort eigenlijk alleen maar op pa
pier zichtbaar te zijn. Op de kaart vindt men aangege
ven welke landen Frans en welke Engels georiënteerd
zijn: het Franse deel aan de Westkust, het Engelse
aan de Oostkust. Met in het midden Kongo, vroeger
Belgisch en dus ook Franstalig. Officieel heeft die ver
ticale streep niets te betekenen, want het zijn zelfstan
dige staten, die vrij zijn in het kiezen van hun bondge
nootschappen. Maar waarnemers geloven toch dat er
zich langzaam maar zeker een „scheiding der geesten"
gaat aftekenenen tussen Frans- en Engels-sprekenden.
Hoe dit ook zij, vrijwel alle landen zijn lid van de OAE,
de organisatie voor Afrikaanse Eenheid, een soort
Afrikaanse Verenigde Naties dus. Zes jaar lang heeft
deze OAE getracht met de haar ten dienste staande
middelen de doelstellingen te bereiken: meer samen
werking tot stand te brengen door meer onderling con
tact en het beslechten van geschillen door arbitrage.
Erg veel is er niet bereikt, maar één groot winstpunt
is er tóch: men heeft in ieder geval een kader waarbin-
nen het mogelijk is met elkaar te praten de beide
Duitslanden zijn nog niet zover!
Van belang voor de eenheid is ook de associatie van een
groot aantal Afrikaanse landen met de EEG in het
kader van het verdrag van Jaoende. Deze associatie ver
sterk tnamelijk niet alleen de economie (van de totale
hulp die deze landen ontvangen wordt 15 pet. door de
EEG verstrekt) maar vergemakkelijkt ook de wederzijdse
handel.
De landen in het oostelijk deel van Afrika hebben in eco
nomisch opzicht een vrij natuurlijke samenwerking,
omdat ze veelal lid zijn van het Britse Gemenebest.
Sinds twee jaar bestaat er de EASCO, een soort Oost-
Afrikaanse EEG, waartoe naar men aanneemt
ook Ethiopië, Somalia, Zambia en Boeroendi wel zou
den willen behoren.
In het hart van dit werelddeel kent men sinds april van
dit jaar de Unie van Staten van Centraal-Afrika, zelfs
met een eigen Unie-president. Men werkt aan het
scheppen van een gemeenschappelijke markt, men
heeft een gemeenschappelijke luchtvaartmaatschappij
opgericht en men zoekt ook naar een gemeen-
schapppelijk defensiebeleid. Voor een juist begrip: de
ze Unie is in oppervlakte groter dan Spanje, Frankrijk,
Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk en de Benelux sa
men!
Ook in het Westen werkt men driftig aan meer eenheid.
Mali en Guinee overwegen samen één staat te gaan
vormen die ook al ongeveer de grootte van West-Euro
pa zou gaan krijgen. Opgericht is in maart van dit
jaar de OERS, die samenwerking op politiek, econo
misch en cultureel gebied nastreeft. En dwars door
dit alles heen lopen dan nog organisatievormen als de
OCAM, wier taak het is allerlei vormen van samenwer
king en eenwording te versnellen, èn een streven om
heel Afrika samen te brengen in een gezamenlijke de
fensie-organisatie.
Er leven in Afrika vluchtelingen, vele
tienduizenden zelfs. Mensen die om welke
reden dan ook hun dorp, hun land verlaten
hebben en elders een goed heenkomen heb-
gen gezocht. Er is geen reden om daarover
verbaasd te zijn. Europa heeft ook zijn Hu
genoten gekend en kent vandaag de dag
nog z'n Oostduitsers, z'n Tsjechen en ga
zo maar door. Het verschil tussen Europa
en Afrika is echter dat wij die vluchtelin
gen vrij redelijk kunnen opvangen omdat
we in geïndustrialiseerde, welvarende lan
den leven waar arbeidskrachten altijd wel
kom zijn en waar scholing en opleiding
niet al te veel problemen geven. Nu is het
in grote delen van Afrika ook weer niet zo
dat men zich niets van deze ongelukkige
medemensen aantrekt. In Oost-Afrika bij
voorbeeld, in Kenia, Tanzania en Uganda,
worden de vluchtelingen gewoonlijk opge
vangen in kampen, waar ze de kans krij
gen zelf een primitief huisje te bouwen en
een stuk grond te bewerken. De Wereldge
zondheidszorg van de Ver. Naties helpt een
handje met het verstrekken van voedsel,
landbouwzaden en werktuigen en op aller
lei manieren slaagt men er meestal ook
nog wel in de kinderen gewoon lager on
derwijs te verstrekken, dikwijls in zelfge
bouwde scholen.
Maar daarna? In Uganda bijvoorbeeld
mag ieder kind dat zes klassen van de la
gere school heeft doorlopen, toelatings-
exacen doen voor vervolgonderwijs. Ook
de vluchtelingenkinderen maar het heeft
meestal weinig zin om de simpele reden
dat ze dat vervolgonderwijs toch niet kun
nen betalen. En hier is het dat het onver
mijdelijke komt: er wordt een beroep op
u gedaan. Van u wordt gevraagd de kos
ten voor uw rekening te nemen van de
opleiding van een van die vluchtelingen
kinderen. Die kosten zijn naar onze begrip
pen bijzonder laag. Om een jongen of een
meisje één jaar school te laten gaan, incl.
kost en inwoning, is een bedrag nodig van
f 650.-. Normaal gesproken duurt de oplei
ding vier jaar dus met vier maal zeshon
derdvijftig gulden kan een vluchtelingen
kind afstuderen. Wat een Gronings echt
paar de spontane toezegging ontlokte: „On
ze vijf kinderen zijn toch de deur uit en
verdienen allemaal r laten we dan nu
maar voor twee van die kinderen zorgen."
Wie er meer van wil weten: het adres is
Stichting voor School- en Beroepsopleiding
van Vluchtelingen, F. C. Dondersstraat 16,
te Utrecht. Het is een mooi besluit van de
Vredesweek!