'n Preek om nooit meer te vergeten Ontwikkelingssamenwerking en de Afrikaanse praktijk oom Neem een kind voor uw rekening! Prof. dr. K. H. Miskotte werd dinsdag 75 jaar TER OVERDENKING DE NIEUWSTE NAMEN, BEVOLKINGSC'JFER! VLAGGEN EN ORGAN ISA' N AFRIKA Dinsdag jongstleden is hij 75 jaar geworden: professor doctor K. H. Miskotte, bewoner van „de olde Wehme" in Voorst, emeritus-predi kant van de Ned. Hervormde Kerk, oud-hoogleraar namens die kerk aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Een feit om bij stil te staan? Hijzelf zal het ontkennen. Vriendelijk ontving hij onze fotograaf toen deze een plaatje bij hem kwam maken maar verder geen ophef. En zo heeft men in vele kranten vele verhalen óver hem kunnen lezen: van de hand van prof. dr. G. C. Berkouwer, van zijn oude Goese vriend Versee, van dr. J. J. Buskes maar geen verha len van hemzelf, geen interviews mét hem. Misschien omdat hij een ver jaardag geen aanleiding vindt om zijn mening te zeggen over allerlei vraagstukken-van-nu? Of misschien omdat hij juist een bundel heeft laten verschijnen: „Kennis en Bevinding", waarin hij als het ware met zichzelf be zig is, zich rekenschap geeft van zijn doen en laten? Of is er mis schien ook een beetje angst dat deze man die al zo dikwijls in zijn leven zo scherp-kritisch is geweest, nu fnisschien nieuwe kritiek zou gaan spuien en daar bij zijn eigen kerk niet zou spa ren? Want zo staat het in zijn pas verschenen bundel: „De praktische meditatie die een ver tolker van de bevinding is, be hoort mijns inziens juist nu een onvervreemdbaar element te zijn van de prediking zelf. Deze draagt uiteraard allereerst een kerugmatisch karakter, ze heeft •en exegetisch draagvlak, daar naast moet kennis van het bij bels abc worden overgedragen op een spontane, aan onze tijd (dat is dus ook aan onze innerlijke be leving van leven en wereld) aan paste wijze. Maar ondertoon van de bezinning op eigen bestaan: de overweging hoe we persoon lijk er aan toe zijn voor God, mag nooit worden gemist. En dat wordt, als we wel zien, tegen woordig uit de verkondiging weg gedrongen". Zo is professor Mis kotte: de man die de bevinding, het persoonlijke leven met God, nooit en te nimmer weggedron gen zal willen zien door welk goed bedoeld horizontalisme ook. Er is al heel veel over prof. Miskotte geschreven: hij zou een gereformeerdenhater zijn, hij zou in een gedachtenwereld leven die voor de gewone kerkmensen en voor vele dominees ook, toch niet te volgen is we geloven er al lemaal weinig van. Want in onze herinnering zal hij altijd zijn de man die op woensdag 9 mei 1945 de kansel besteeg van de Nieuwe Kerk in Amsterdam om er de dankdienst te leiden bij de be vrijding van Nederland. De man die toen een preek heeft gehou den, zo ongemeen boeiend, zo God verheerlijkend, zo kristalzui- ver in zijn analyse van wat ge weest was, dat het elke toehoor der altijd moet zijn bijgebleven. Als eerbewijs aan de vijfenzeven tigjarige, als ons bewijs van dankbaarheid ook, willen we er nu juist een klein deel van cite ren. Een deel waarin naar ons gevoel de mens Miskotte zich ge heel gegeven heeft en waarvoor men hem alleen maar dankbaar mag zijn. Dit: „Een uitdrukking waarvan ik veel ben gaan houden en die mij weer dichter tot de ziel van het volk heeft gebracht, is deze: „Do minee, het bestaat eenvoudig niet dat ze winnen..." Ja maar... het kon heel goed bestaan... indien deze God, de God Israëls, de Va der van onze Here Jezus Chris tus géén God zou zijn. En als zij dan op straat en in de winkels toch zeiden dat het niet kon, dan hebben deze simpele harten on bewust geloofd wat hier in de tekst staat. „Het bestaat niet..!" „Want zie, uwe vijanden o He- re, want zie, uwe vijanden zullen vergaan". De onderneming der nazi's kon niet gelukken; deze bovenmenselijke onmenselijkheid en deze onmenselijke bovenmen selijkheid was een uittarting der Allerhoogste Majesteit. Wat zijn alle aparte, incidentele hardvoch tigheden, wat betekenen beestach tigheden van de Duitsers of van de Russen of van de Spanjaar den, wat zijn alle losse gruwe len en vergrijpen zelfs van de SS naast de oerzonde, waaraan de „vijanden Gods" zich schuldig maken als zij zich opmaken om het lijfelijk teken van Gods pre sentie in de geschiedenis uit te delgen. O, de Duitse ziel is diep en dieper dan de dag gedacht had, en diep moest zij verzonken liggen in de omarming van het en diep razend moest zij ver liefd zijn op zichzelf om zózeer elke Joodse man, vrouw en kind, het gezicht, het gebaar, het boek, het liefdewerk, het krijgsoffer, èl- les van de Jood te haten. Nu, juist daarom moest haar val ook een tuimelen zijn van zo ongeme ten hoogten van zelfverheffing. De opzet der nazi's kon niet ge lukken, ondanks alle succes en ondanks de geestelijke weerloos heid van de onderworpen volken hij kon niet gelukken, eenvou dig omdat het een wet is: Gods vijanden vergaan! Daarop be staan geen uitzonderingen en daarbij is het uitstel nauwelijks te tellen. Want zie, uwe vijanden o Here, want zie, uwe vijanden zullen vergaan. O, verrukking van deze dag, o wereldomvat tend getuigenis, o luister van licht nu voor onze ogen laat ons dit uur diep vieren! Het was een zaak van geloof te zeggen: het kan niet bestaan... En dat zo- velen daarvan wel althans een vaag besef hebben gehad, is te danken aan een lang bedolven in vloed van het Evangelie onder de Westerse volken". niet zo te z(jn dat de „rijke landen" er alleen maar met de pet naar gegooid hebben als het over ontwikkelingssamen werking gaat. Heel in het kort een paar gegevens: De jaren '60 vormen naar besluit van de Algemene Vergadering der Verenigde Naties het eerste ontwikke lingsdecennium en in die tien jaren diende er naar gestreefd te worden dat de jaarlijkse economische groei van de ontwikkelingslanden aan het eind van die periode ruim 5 pet. zou bedragen. Morgen, op de laatste dag van de Vredesweek, zal het zijn als in het bijbelverhaal waarvan Lucas vertelt: tien melaatsen worden gereinigd, maar er is er maar één die te rugkomt om Jezus te bedan ken. Zo zal er na morgen mis schien één op de tien zijn die iets doen wil met de woorden die dr. C. P. van Andel Gzn, een van de voormannen van de Vredesweek, neerschreef als conclusie in „Werken voor de vrede'welvaart vor de we reld". Deze woorden: „Voor christenen is het ontwikke lingsvraagstuk geen bijkom stigheid, maar hoofdzaak. Juist in dit veld worden zij gewaar hoe de geschiedenis niet stil staat, maar hoe er in de geschiedenis een dyna misch proces aan de gang is, waar mensen bewust aan mo gen en kunnen deelhebben. Christenen kunnen het bewijs leveren dat zij aan de geschie denis kritisch en verantwoord willen deelnemen doordat zij geloof en actie combineren. Onder actie verstaan wij hier niet in de eerste plaats het or ganiseren van collecten, maar het werk van kleine groepen die zich van de maatschappe lijke situatie op de hoogte stel len, onrecht openbaar maken, andere en betere alternatieven formuleren en in ieder opzicht aan bewustwording en verzoe ning werken." Dan hopen we van harte dat die een-op-de-tien ook de moei te neemt om studie te maken van het voortreffelijke hoofd stuk over de ontwikkelingssa menwerking, dat minister Udink schreef in de memorie van toelichting op de deze week verschenen begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit zakelijke stuk neemt namelijk een beetje de nare smaak weg die we als Vredesweek-consumenten toch wel in de mond hebben gekre gen. Want het blijkt toch echt 1968 8 pet., die van Tanza nia 9 pet., die van Uganda 6 pet. Ter toelichting: de ontwikkelde landen bleven aanzienlijk onder die groei van 5 pet. Desondanks groeide de produktie per hoofd van de bevolking in de ontwikkelde landen met 3,5 pet. per jaar tegen die in de ontwikke lingslanden slechts met 2,5 pet. De oorzaak hiervan: in eerstgenoemde landen steeg de bevolking jaarlijks met 1,2 pet., in de ontwikkelingslan den met 2,5 pet. We trekken er geen conclusies uit er blijkt wel uit dat de zaken soms wat gecompliceerder liggen dan de Vredesweek- organisatoren doen blijken. Hieronder publiceren we een kaart van Afrika. Een kaart die deels politiek en deels economisch genoemd kan worden. We publiceren die kaart om te laten zien hoezeer de Afrikaanse wereld in bewe ging is. Men is er bezig, heel druk bezig, met zichzelf. Zoe kend naar politieke oplossin gen voor het vele dat de lan den, en stammen verdeeld houdt. Zoekend ook naar eco nomische samenwerking, naar het helpen van zichzelf en elk aar. Vele van die problemen kan men niet oplossen zonder de hulp van de rijke westerse landen akkoord. Maar laat men het alsjeblieft niet voor stellen alsof het Westen nog al tijd bezig is economische moord op hen te plegen want dat is niet waar! We hopen van harte dat een- van-de-tien zich na deze Vre desweek meer zal gaan verdie pen in deze boeiende wereld ontwikkeling we hopen ook dat men het wat objectiever zal willen doen dan de Vredes- week-reclamemakers het ons soms hebben voorgeschoteld. Dat zou een mooi succes zijn van de Vredesweek 1969. Jozef antwoordde Farao: Geens zins; God zal Farao's welzijn verkondigen Genesis 4116 Jozef is uit de gevangenis geroepen om Farao's dromen uit te leggen. Hij moet wel eerst even een misverstand uit de weg ruimen. Wanneer de Farao van mening is, dat Jozef maar een droom behoeft te horen om hem te kunnen uitleggen, dan vergist deze zich toch. Niet Jozef, maar God zal Farao's welzijn verkondigen. Het is geen eigen wijsheid, die Jozef verkondigt, maar door God geschonken wijsheid. Maar zo mag Jozef toch in de naam des Heren Farao's welzijn verkondigen. Nadat hij de dromen heeft uitgelegd, geeft hij ook advies en ontwikkelt tege lijk een zevenjarenplan opdat in de tijd van hongersnood Egypte, maar ook Israël en andere omringende volken niet van de honger zullen behoeven om te komen. We zien dan ook dat, toen het voedsel schaars werd, niet alleen in Egypte maar ook ver daarbuiten, de zonen van Jakob naar Egypte kwamen om koren te kopen om zich zo het le ven te redden. Nu, in 1969, dus aan het eind van het decennium, blijkt dat tenminste twee derde van de ontwikkelings landen dat percentage niet alleen gehaald hebben maar het dikwijls ver overtroffen. Voorbeelden: de economi sche groei van Kenia be droeg (naar schatting) in ia i in im mm tn God zal Farao's welzijn verkondigen. Het merkwaardige is dat voor „wel zijn" is het Hebreeuws het woord „sja- loom" staat, dat in de regel met „vre de" vertaald wordt. Dat is nu een prachtig voorbeeld, dat het woord „vre de" veel meer omvat dan alleen wat wij er in de regel onder verstaan. Vre de omvat het gehele welzijn. Wij heb ben altijd weer de neiging om te ver geestelijken, ook dit schriftgedeelte. We passen het dan toe op het woord van de Here Jezus, waar Hij gezegd heeft: Ik ben het Brood des levens; Wie van Mij eet, zal nimmermeer honge ren. Daar is in zekere zin niets op te gen. Maar het heil, de sjaloom is veel- omvattender. Het omvat zelfs het wel zijn hier op aarde. We moeten ons verschrikkelijk hoe den voor eenzijdigheden. Het gaat er om de balans in evenwicht te houden. Zeker, het gaat om het persoonlijk heil; om de vrede met God door Jezus Christus; om de verzoening van onze zonden; om de persoonlijke vraag: Hoe kom ik met God in het reine. Maar te gelijk moeten we ons bedenken, dat sjaloom, vrede een veelomvattend be grip is. Het omvat ook welzijn in een concrete en aardse zin. Het heeft met de economie van de wereld te maken. God is die wonderlijke weg met Jozef gegaan om Egypte en daardoor Israël van dé hongerdood te redden en in het leven te behouden. En Jozef is maar een zwakke af spiegeling geweest van Jezus Chris tus en het heil, door Hem bereid. Ze ker, Jezus is gestorven voor onze zon den om ons zo met God te verzoenen, maar om juist zo ook de sjaloom, de vrede in een alomvattende zin te be reiden. Het welzijn van Israël en de volken. We mogen het heil niet beper ken tot het geestelijke welzijn. We mo gen daarom Jezus Christus niet uit rangeren uit het leven der volken en van elke dag. Er is een woord van de wereld. Hoe vreemd het ook mag klinken: Christus is het woord voor de wereld, voor de volken, voor Israël. Niet slechts in geestelijke zin, maar in alomvattende zin. O, neen. Hij dringt zich niet op, maar aan wie het horen wil, verkondigt Hij de sjaloom, de vrede, het welzijn. Jozef was zo aardsgezind, dat hij een economisch zeven jarenplan ontwikkel de voor Egypte en voor Israël. Het is echt Gods bedoeling niet, dat de men sen verhongeren. Christus heeft zich vaak bezig gehouden met de broodvraag en ons leren bidden: Geef ons heden ons dagelijks brood. Als God ons welvaart gegeven heeft, dan toch alleen dank zij Christus; dank zij het heil, de vrede door Hem bereid in kruis en opstanding en dan toch alleen om anderen tot een ze gen te zijn, te helpen en te adviseren. Zo blijkt dit schriftgedeelte niet een tot de draad toe versleten, maar een hoogst en naar alle kanten actueel ge tuigenis te bevatten. Moge God ook in onze dagen door de geest verlichte mensen geven om de kloof tussen de rijke en arme landen te dempen tot welzijn van alle volken. Rhenen DS. N. KOOREMAN llllllllllllllll) lllllllifTffllHlllI MALU,6milj. MNJRETAWLlmij. MAROKKQ-13,2m. ALGERIEJ2,5rr$ TUNESIE/jBtnilj. UBIË.1,6miV S0MAUA_^5mlj. ETHlOPIE^nfc SOEDAN J3,6mdj. TSJAAD. 3/milj. NIGER-3/milj. EGYPIEJOmSj. KENIA_9,6mi(j. TANZANIAJIm. Nederland HETAANOEELVAN AFRIKA Kill MALAWU,2ral;. 0EGANDA.7,6rr4 TUNESIË RV»NDA-3,1milj. ZAMBlAJ}7miy. VERARABIS REPUBLIEK B0EftENDL%8mij. RHODES! E_4my. Aoou O MALI o O O O O O O IMAURETANIE NIGER TSJAAD Nouakchott Khartoem SOMALI LAND DEM. REP KONGO 15,8 miljoen 8QTSWANA.0,5m. 'Bamako O. SOEDAN ETHIOPIË^ oAddisAbeba GAMBIA' P0RT.GUIHI NIGERIA m&M© VOORKUST.JGHANA f O-A.// CEWTR. AFRIKAANSE REPUI KAMEROEN SIERRA CON60.880000 Z.-AFRIKAJ8müj. LIBERT KENIA S^Nairobi I DEM. REP KONGO Artcb* LESOTHOLQ7M!> GABOM50Q.OOO TANZANIA NGWANE.Q3mlj. CENTR! AFRIK. RB? 1,5miljoen ZAMBIA Loesakao. MALAGASY (MALAGASIE) InRhodesiëriepeen blanke minderheid in iw.1965eenzijrfwtJe aafonkekjhhed.* [HODESIE MALAGAS162fli. BOTSWANA KAMEROEN 5,2 miljoen Windhoek ZrAfrika heetteen geschil meLde VN. over de shah» van ZAV-Afnka. 7W-AFRIKA UZUIDAFRIW ^jurenpo Marques Pretoria VERKLARING VAN DE KAART -Grens (soms is de grens onbepaald) laatste koloniën i I |Ud van de Arabische Liga (dih bond- Mill gajcohsctep hetf h geen al te grohe :-J Lid van de CE (organisatievorm V. onderlinge samenwerking). L id van de EACSO/OostafnkaanseEc>- nomische Gemeenschap. oaOKaoaLidvandeOAE (organisatie voor de ^nerf^nAfrika.Kentaa. arbitrage O Lid van o'oXs oilidvandeOERS (organi'sah'evoorre- 2l^9pSfeiirfflfyognKm£me' mm rr i Lid van deUnfev.Slaten v.Cento-Afrika (streven naargemeensch. markt en ^militair bondgenootschap). a. Landen geassocieerd met de Euro- pese Economische Gemeenschap O Zelfstandige landen metgrote invloed van de Franse taal en economische belangen binding metFranknjk.(frana> phene staten). Zelfstandige landen met grote in- 'NGWANE 9AS2iland) in1969 onafhankelijk NIGERlA-57n4 ZUID-AFRIKA LESOTHO Kaapstad] DAHOMEy-2,5milj. AANDEEL VAN AFRIKA IN DE WERELDPRODUKITE(inca) Diamant f fik Palmolie f ra Chroom 95% \^SÊ 70% V NÉ 52% Minder danlOO Hg 100-300 Bi 300^600 (Ter vergelijking: InW.-Europa zijn de bedragen meer dan 1200) Fosfaten 35% Cacao 72% GAMBIA.330D00 SENEGAL^Smlj. KLEUREN VAN DE VLAGGEN (dea> Pi iipiH fflr£wK"aU |Egj&..- H ü|§-<&Hg!blauw El^groen gSgbnjin lltKv r~~jwif flflzwart GHANAffnfr QjyqjUflnft rVQ0RKUST_3,9m. UBER1A-I,1milj. SIERRA LE0NE2,3 GUINEE3>U Met uitzondering van Zuid-Afrika mag men alle sta ten van het werelddeel Afrika, Egypte met z'n 30 miljoen inwoners incluis, tot de „ontwikkelingslan den" rekenen. Het wil zeggen dat ze in kennis en kunde, in economisch, technologisch en welk ander wetenschappelijk gebied ook een grote en in vele gevallen zelfs een zeer grote achterstand hebben op de landen van het Westen. Hun leiders weten dat en ze begrijpen één ding heel goed: dat samenwerking nodig is om die achterstand op de snelst mogelijke manier in te lopen. En dus trachten ze in allerlei vormen gemeenschappen tot stand te brengen in hetzelfde aantal jaren als Europa er eeuwen voor no dig gehad heeft. Dat gaat met vallen en opstaan hoe kan het anders In een werelddeel waar nog niet zo heel lang geleden de ene stam de andere als zijn natuurlijke doodsvijand beschouwde. Het Biafra-con- flict is er een tragisch voorbeeld van. Twee strepen kan men over de kaart van Afrika trek ken, een horizontale en een verticale. De horizontale streep scheidt het blanke, Arabische Afrika van het zwarte Afrika. De verbondenheid tussen blank en zwart is niet erg groot de Arabische landen bepalen hun belangstelling in hoofdzaak tot de Arabische Liga, het bondgenootschap dat hen samenbindt in de strijd tegen Israël, maar dat desondanks ternauwernood een bondgenootschap genoemd kan worden, gegeven de te genstellingen die er vanouds tussen de landen en hun heersers bestaan. De verticale streep behoort eigenlijk alleen maar op pa pier zichtbaar te zijn. Op de kaart vindt men aangege ven welke landen Frans en welke Engels georiënteerd zijn: het Franse deel aan de Westkust, het Engelse aan de Oostkust. Met in het midden Kongo, vroeger Belgisch en dus ook Franstalig. Officieel heeft die ver ticale streep niets te betekenen, want het zijn zelfstan dige staten, die vrij zijn in het kiezen van hun bondge nootschappen. Maar waarnemers geloven toch dat er zich langzaam maar zeker een „scheiding der geesten" gaat aftekenenen tussen Frans- en Engels-sprekenden. Hoe dit ook zij, vrijwel alle landen zijn lid van de OAE, de organisatie voor Afrikaanse Eenheid, een soort Afrikaanse Verenigde Naties dus. Zes jaar lang heeft deze OAE getracht met de haar ten dienste staande middelen de doelstellingen te bereiken: meer samen werking tot stand te brengen door meer onderling con tact en het beslechten van geschillen door arbitrage. Erg veel is er niet bereikt, maar één groot winstpunt is er tóch: men heeft in ieder geval een kader waarbin- nen het mogelijk is met elkaar te praten de beide Duitslanden zijn nog niet zover! Van belang voor de eenheid is ook de associatie van een groot aantal Afrikaanse landen met de EEG in het kader van het verdrag van Jaoende. Deze associatie ver sterk tnamelijk niet alleen de economie (van de totale hulp die deze landen ontvangen wordt 15 pet. door de EEG verstrekt) maar vergemakkelijkt ook de wederzijdse handel. De landen in het oostelijk deel van Afrika hebben in eco nomisch opzicht een vrij natuurlijke samenwerking, omdat ze veelal lid zijn van het Britse Gemenebest. Sinds twee jaar bestaat er de EASCO, een soort Oost- Afrikaanse EEG, waartoe naar men aanneemt ook Ethiopië, Somalia, Zambia en Boeroendi wel zou den willen behoren. In het hart van dit werelddeel kent men sinds april van dit jaar de Unie van Staten van Centraal-Afrika, zelfs met een eigen Unie-president. Men werkt aan het scheppen van een gemeenschappelijke markt, men heeft een gemeenschappelijke luchtvaartmaatschappij opgericht en men zoekt ook naar een gemeen- schapppelijk defensiebeleid. Voor een juist begrip: de ze Unie is in oppervlakte groter dan Spanje, Frankrijk, Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk en de Benelux sa men! Ook in het Westen werkt men driftig aan meer eenheid. Mali en Guinee overwegen samen één staat te gaan vormen die ook al ongeveer de grootte van West-Euro pa zou gaan krijgen. Opgericht is in maart van dit jaar de OERS, die samenwerking op politiek, econo misch en cultureel gebied nastreeft. En dwars door dit alles heen lopen dan nog organisatievormen als de OCAM, wier taak het is allerlei vormen van samenwer king en eenwording te versnellen, èn een streven om heel Afrika samen te brengen in een gezamenlijke de fensie-organisatie. Er leven in Afrika vluchtelingen, vele tienduizenden zelfs. Mensen die om welke reden dan ook hun dorp, hun land verlaten hebben en elders een goed heenkomen heb- gen gezocht. Er is geen reden om daarover verbaasd te zijn. Europa heeft ook zijn Hu genoten gekend en kent vandaag de dag nog z'n Oostduitsers, z'n Tsjechen en ga zo maar door. Het verschil tussen Europa en Afrika is echter dat wij die vluchtelin gen vrij redelijk kunnen opvangen omdat we in geïndustrialiseerde, welvarende lan den leven waar arbeidskrachten altijd wel kom zijn en waar scholing en opleiding niet al te veel problemen geven. Nu is het in grote delen van Afrika ook weer niet zo dat men zich niets van deze ongelukkige medemensen aantrekt. In Oost-Afrika bij voorbeeld, in Kenia, Tanzania en Uganda, worden de vluchtelingen gewoonlijk opge vangen in kampen, waar ze de kans krij gen zelf een primitief huisje te bouwen en een stuk grond te bewerken. De Wereldge zondheidszorg van de Ver. Naties helpt een handje met het verstrekken van voedsel, landbouwzaden en werktuigen en op aller lei manieren slaagt men er meestal ook nog wel in de kinderen gewoon lager on derwijs te verstrekken, dikwijls in zelfge bouwde scholen. Maar daarna? In Uganda bijvoorbeeld mag ieder kind dat zes klassen van de la gere school heeft doorlopen, toelatings- exacen doen voor vervolgonderwijs. Ook de vluchtelingenkinderen maar het heeft meestal weinig zin om de simpele reden dat ze dat vervolgonderwijs toch niet kun nen betalen. En hier is het dat het onver mijdelijke komt: er wordt een beroep op u gedaan. Van u wordt gevraagd de kos ten voor uw rekening te nemen van de opleiding van een van die vluchtelingen kinderen. Die kosten zijn naar onze begrip pen bijzonder laag. Om een jongen of een meisje één jaar school te laten gaan, incl. kost en inwoning, is een bedrag nodig van f 650.-. Normaal gesproken duurt de oplei ding vier jaar dus met vier maal zeshon derdvijftig gulden kan een vluchtelingen kind afstuderen. Wat een Gronings echt paar de spontane toezegging ontlokte: „On ze vijf kinderen zijn toch de deur uit en verdienen allemaal r laten we dan nu maar voor twee van die kinderen zorgen." Wie er meer van wil weten: het adres is Stichting voor School- en Beroepsopleiding van Vluchtelingen, F. C. Dondersstraat 16, te Utrecht. Het is een mooi besluit van de Vredesweek!

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 17