Babygolf verrast I aim van Let pennetje Stewardessen zijn geen vliegend wild Mr. Ca Is selecteerde zelf de Veel Britten zijn na huwelijk aan de beeldbuis gekluisterd beste dames voor Osaka Maar ook „uitgestelde kinderen' zijn erbij Al denken sommige mannen van wel.... Ookoudere mannen zullen aan nauw aangesloten overhemden moeten geloven GASTVROUWEN OP WERELDTENTOONSTELLING Geen luxe leventje TOT VELER VERBAZING GAAT IN NEDERLAND HET GEBOORTECIJFER WEER FORS OMHOOG Legale abortus 't Wat kost u Buitenlanders Niet op groen rTyot grote verbazing van velen zijn de geboortecijfers in de eerste helft van dit jaar met sprongen geste gen. Er zijn in deze periode ruim 126.000 kinderen geboren. Dat is bijna tweeduizend meer dan in dezelfde maanden van 1965, het eerste van een reeks jaren waarin sprake was van ge boortedaling. Ir. R. van Hasselt in Voorst, die een zekere stabilisatie van de bevolking had voorspeld, heeft nu noodgedwongen een omzwaai moeten maken. Als secre taris van de Stichting Welzijn en Be volkingsgroei. schrijft hij nu in het con tactorgaan Tal en Last, dat aan de voortdurende daling van het geboorten- cijfer sedert 1964 een abrupt einde schijn te zijn gekomen. Hoewel het aantal huwelijken al een reeks van jaren toeneemt, met als ge volg meer eerstgeborenen, had ir. Van Hasselt zich vastgebeten in het feit, dat het aantal geboorten uit vrouwen van 25 jaar en ouder terugliep. In Tal en Last veronderstelt hij nu, dat een deel van de dit jaar geboren kinderen „uitgestelde kinderen" zijn. Zonder de terugslag in de economie in 1967 zouden zij vorig jaar al zijn gebo ren. Een kleine voldoening komt een schrijvend mens zo af en toe wel eens te pas: dat geeft weer frisse moed om verder te gaan met dat pennetje op papier. Want laten wij eerlijk zijn en bekennen dat het een eigenaardige bezigheid is, elke week zo'n kolommetje in de krant. Over dit, over dat, over van alles wat een vrouw maar kan interesseren, opbeuren, stimuleren. Met liefde gedaan, daar niet van, en elke week weer een aangename bezigheid. Maar als dat kolommetje dan in de krant verschijnt; wat gebeurt er daarna? In welke handen, onder welke ogen komt het terecht? Wie leest het, wie doet er wat mee, hoe dan ook? Wordt er werkelijk een vrouw door geïnteresseerd, opgebeurd, gestimuleerd? Zeker, er komen reacties op, er wordt regelmatig door deze en gene een brief geschreven, en dat heus niet enkel door vrouwenhand. Dat is voor het pennetje een aansporing cm vooral voort te gaan. Maar denkt het hoofd boven de schrijvende hand: heeft iemand er nu ook wel eens enig profijt van gehad? Een ogenblik van opbeuring, van waardering is al een hele beloning voor het pennetje. Maar te weten dat een vrouw er blijvend baat bij heeft gevonden. Het dossier is vol genoeg: ook het kleinste kattebelletje is te goed om na lezing in de prullemand te deponeren. Hoeveel te meer de onverwachte brief met een stukje levensgeschiedenis, dat een volslagen onbekende mij de eer doet toe te vertrouwen. Zo'n epistel is het waard om, na een passend tijdsverloop en ontdaan van alle bijzonderheden, die de identiteit van de schrijfster kunnen verraden, eens openlijk in deze kolom te vermelden. Wie weet of het een volgende weifelaarster niet het vereiste duwtje geeft om over een drempel heen te stappen. Laat ik daarom de schrijfster van zo'n bekentenis eens het woord geven: tot haar geruststelling kan ik verzekeren dat haar naam van de brief is geknipt en ook voor mij dus volslagen onbekend. „Enige jaren geleden schreef u een stukje waarin u erop aandrong iets anders te doen naast de sleur van het huishoudelijk werk, en ook om de latere jaren te vullen, wanneer de kinderen de deur uitgingen. Ik ben erover gaan nadenken, en heb uw raad opgevolgd." De schrijfster vertelt dan plezierig hoe zij er dertig jaar over gedaan heeft om een opgelegde vrijetijdsbesteding in een werkelijke levensvulling om te zetten. Op haar tiende jaar kreeg zij pianoles, terwijl zij toen tevens al een aardige stem bezat als erfenis van vaderskant. Zeven jaar lang stapte zij plichtsgetrouw en niet zonder animo met de tas vol zware muziekboeken naar haar lerares. Toen kwam een kloeke boerenzoon haar leven binnenstapppen, en die werd (,,u weet hoe dat op die leeftijd gaat") de allerbelangrijkste in haar leven. Vier jaar later trouwde zij, kreeg een boerenplaats en drie kinderen die haar handen zoveel werk gaven dat de pianoklep voorgoed gesloten bleef. Maar heel en al zonder muziek kon zij toch niet leven: eenmaal per week fietste zij naar een oefenavond van de plaatselijke zangverenigingDat onvolprezen plattelandsinstituut, dat in het buitenland terecht zoveel bewondering wekt. Dat duurde zo een jaar of vijftien toen kreeg zij het eerste duwtje tegen de schouder. Op een winteravond woonde zij in de stad een concert bij, en hoorde een zangeres prachtig zingen". Als zij nog eens les ging nemen„Niet om zangeres te ivorden, maar voor mijn eigen plezier. Het bleef erbij. Totdat ik op een zaterdagavond uw stukje in de krant las: Denk erom dat je op oudere leeftijd niet met lege handen blijft zitten". Toen is zij naar de muziekschool in de nabije stad gegaan om zanglessen te nemen, „mede op aandringen van mijn man". Bij welke toevoeging wij even dankbaar een kruisje willen zetten, uit erkentelijkheid voor deze echtgenoot, die blijkbaar nog iets meer kon dan vee houden hoe veeleisend dat op zichzelf al is. Er zijn niet zo heel veel mannen, die hun vrouw na de koperen bruiloft nog animeren en in staat stellen om huis en bedrijf een middag in de steek te laten teneinde zich aan zoiets improduktiefs als zanglessen te wijden. Want de eigen wil en volharding zijn belangrijk, maar zonder de instemming en waardering van de partner is de aardigheid er lelijk af. Dan blijft het zure gezicht van hèm haar dwars door het muziekpapier aankijken totdat zij die stille tegenwerking niet meer harden kan. Maar deze buitenman was blijkbaar een buitenbeen, want drie jaar lang liet hij haar een hele middag onbekommerd naar de stad trekken om naar hartelust te kwinkeleren, al stond het concertpodium vooral niet in het verschiet. En nu zingt zijn in de huiselijke kring en ik vermoed zo ook wel eens daarbuiten met eigen pianobegeleiding liederen van Mozart, Handel, Brahms, Dvorak „en mijn man en ik en de kinderen beleven er veel plezier aan". En of zij Saskia nu hartelijk mag bedanken (fiks onderstreept) voor „het laatste stootje dat u haar meegaf". Dat mag niet alleen, maar Saskia dankt wederkerig van harte voor het stootje dat het pennetje weer opgewekt en met frisse moed in dezelfde trant doet verder schrijven. VVWvWWVWVW»AA»VSAAWWVVVVWVV^VVWVWWWVWVN^VWVWWWWVWWVWVWW*A Het eerste halfjaar van 1969 zijn 5555 kinderen meer geboren dan in dezelfde periode van 1968. Dat is ook meer dan het dubbele van de schatting door het CBS voor het hele jaar. „Dit hoge geboortecijfer", aldus de heer Van Hasselt, „niet alleen van eer stelingen maar ook van later geborenen kan niet uitsluitend door de betere eco nomische omstandigheden en het geste gen aantal huwelijken worden verklaard. Er moeten ook mentaliteitsveranderin gen in het spel zijn." Volgens hem, hebben de veranderde opvattingen over seksualiteit wel tot een vrijer geslachtsverkeer geleid, maar nog niet tot een volledige aanvaarding van contraceptie. Het gevolg is, dat zo wel binnen als buiten hot huwelijk nog heel wat ongewenste zwangerschappen ontstaan. Het aantal buitenechtelijke geboor ten in het eerste halfjaar van 1969 be droeg 2782. Dat betekent een stijging van ruim elf procent, vergeleken met 1968. Toch ziet de heer Van Hasselt nog wel een paar lichtpuntjes. Van een vrije verkoop van voorbehoedsmiddelen ver wacht hij een daliing van het aantal on gewenste zwangerschappen. „Bovendien", aldus de heer Van Has selt, „is de moraal met betrekking tot de abortus provocatus snel aan het ver anderen. De tüd is waarschijnlijk niet ver meer. dat de abortus provoca tus gelegaliseerd zal worden." „Ook in de medische wereld wint de opvatting terrein, dat in vele gevallen aan - »n afbreken van de zwahgerSchap de voorkeur moet worden gegeven bo ven het ter wereld laten komen van een ongewenst kind." (Over deze opvatting van de heer Van Hasselt zal in medische kringen zeer verschillend worden gedacht. Red) „Als de geboortencijfers zo snel blij ven toenemen", zei de heer Van Has selt „voorzie ik een onleefbare volte in ons land. In zoverre betreur ik de ont wikkeling ook persoonlijk." Hi; verwacht echter dat het geboor- tencijfer meer en meer bepaald zal gaan worden door het aantal werkelijk door de ouders gewenste kinderen. Wordt de ontwikkeling te veel ver traagd. dan is de kans groot dat. het geboortengofje van thans aangroeid tot een vloedgolf. rveel mannen denken, dat alle stewardessen, die ze In vliegtuigen tegenkomen, „wild gevogelte" zijn, waarop de jacht open is. Ze vergissen zich. Bfj de Lufthansa zjjn 120 van de 700 stewardessen ge trouwd en vijftien procent van de stewardessen verlaat de maatschappij elk jaar, vanwege een te sluiten huwe lijk. Bij de K.L.M. verdwijnt per jaar een kwart van de vlie gende stewardessen. Omdat ze gaan trouwen. „T?/j ik had me daar een stewardess in het vliegtuig, jonge, jonge!" Nou, als iemand met zo'n verhaal bij me komt, dan geloof ik het tevoren al niet. Dat is er voor mij dan een uit de rij: „En kamermeisjes in dat hotel..." Veel mannen zijn dromers, sommi gen dagdromers. Het zou allemaal zo leuk geweest zijn, maar toevallig droeg die stewardess een hele brede verlo vingsring, had die dag ook nog een beetje een moeilijk humeur omdat ze voor een ander moest invallen en me neer-zelf heeft rustig in zijn stoel bij het raam gezeten, zei alleen maar „Graag"toen hem werd gevraagd of hij nog wat koffie wilde en voelde zich weer behaaglijk op het moment, dat het vliegtuig geland was. Zo is meestal de waarheid. Soms niet. Soms reizen er mannen in vlicguigen, die inderdaad denken, dat ze op het moment, dat de riemen worden omgedaan, al op het jaagpad achter de stewardess aan moeten. „Joh die meisjes verwachten niet anders". Die mannen bedoel ik. Je ziet het al meteen in een vliegtuig, nog voor er naar de startbaan wordt getaxied. Vooral als je achterin zit. „W/IJDE" overhemden vind ik een ver schrikking", bekend Ge rard van de Herick, een 29-jarige jongeman uit Dordrecht, die zich „shirt-, pant- and trend- maker" noemt. Anders gezegd, een ontwerper van overhemden en pan talons, die zijn eigen ideeën tracht door te voeren. Zjjn afschuw van de wjjd bloezende overhemden is bijna ca tastrofaal voor Gerard geweest, toen hjj jaren geleden naar eigen zeg gen als eerste het getail>- leerde hemd op de markt bracht. Het werd een grote financiële strop, maar een echte trendmaker komt zoiets gemakkelijker te boven. Het aangesloten over hemd is nu onder tie jeugd gemeengoed ge worden. Er is bovendien een grote verscheiden heid ontstaan door het gebruik van kleuren en dessins. „Ik heb het hemd nu definitief van het tweede plan naar vo ren gehaald", zegt Van den Herick. „Het moet een op zich zelf staand kledingstuk worden, dat niet langer versiering is, maar ook voor verschil lende gelegenheden de rol van het kostuum kan overnemen." Zit er werkelijk zo'n toekomst in het over hemd, vragen we Gerard. Er is in de mannenmode immers een tendens om colbert en overhemd te combineren in een nieuw soort gemakkelijk zittend jack van jersey bijvoor beeld. Van den Herick trekt zich niets aan van der gelijke tendensen. Hij zegt: „Het overhemd zal altijd een volwaardig kledingstuk blijven. Qua stofbeeld zal het mis schien nog beter voldoen dan breigoed. We moeten ook proberen de winke liers over te halen zich wat modieuzer te kleden. Waarom altijd dat witte hemd? Omdat het zo netjes is, meent men. Ik verzeker u dat in snel tempo de smaak zal ver anderen." En de man boven de dertig? Ook die kan aan gesloten hemden dragen, al is hij breder gewor den. De getailleerde overhemden worden ten slotte geleverd tot maat 46. Een sombere man mompelde tijdens de show met een blik op zijn maagstreek: „Je kunt twee dingen doen: óf geen biertjes meer drinken, óf een wijd hemd dragen". Er zijn voor het voor jaar van 1970 veel batis ten hemden, soms be drukt met kleine dessins en katoenen kant over hemden, in kleuren als crème, cognac, paars. De sportieve vrijetijdshem- den hebben meestal kor te mouwen en zijn ge maakt van manlijke rui ten. Ook wordt een fijne badstof gebruikt en vrij sober bedrukte stoffen, bijvoorbeeld bloemmotie ven of kasjmiers in wit met marineblauw. MR. CALS: „Bent u van plan om in Japan met jonge of met oudere mannen om te gaan?" Tn Groot-Brittannië wordt de meeste vrije tjjd „besteed" aan televisiekijken, aldus is gebleken uit een door de re^- gering ingesteld onderzoek. Vooral aan de beeldbuis ge kluisterd zyn die lieden, die getrouwd zjjn en kinderen hebben; de heer en mevrouw Doorsnee, zou men kunnen zeggen. Voordat de mensen trouwen zijn sport, vooral zwemmen, •n dansen het meest in trek. Als een meisje getrouwd is, dan neemt alras de sport de vierde plaats in, na hobby's en bepaalde liefhebberijen, tv- kijken en uitgaan en bezoeken afleggen. En de mannen in Groot-Brittannië blijken niet te veel te zijn veranderd in de loop der eeuwen. Als zij getrouwd zijn, dan zoeken zij in hun vrije tijd meestal andere mannen op om cafés te bezoeken en plezier te beleven, behalve aan drinken en praten, aan biljarten, kaarten en darts spelen; dat is pijltjes gooien naar een rond bord aan de muur. Wie in deze dagen „Cals" zegt, zegt „Osaka" de Japanse stad waar op 15 maart volgend jaar de Expo open gaat. Maar wie „Cals" zegt weet waarschijnlijk niet, dat de oud-premier per soonlijk de twaalf Nederlandse meisjes heeft uit gezocht, die in dat Osaka in het Nederlandse pa viljoen een half jaar lang ons land gaan vertegen woordigen. De heer Jo Cals, hoogste man van de Neder landse inzending in Osaka, is daarbij niet over één nacht ijs gegaan. Men zegt dat zeshonderd meisjes naar die tijdelijke „Japanse baan" gesol liciteerd hebben; in elk geval zijn het er vele hon derden geweest en na een test bleven er tweehon derd over. Selectie na selectie en de spoeling werd steeds dunner. Tenslotte stonden er dertig meisjes aan de kant en. die heeft de heer Cals allemaal bij zich laten komen. Ook Caroline Keulen, de dochter van een arts in Heemstede, die public-relationswerk doet voor een uitzendorganisatie in Amsterdam. „De heer Cals vroeg je het hemd van het lijf", vertelt Caroline. „Hij vroeg bijvoorbeeld of ik in Ja pan met jongere of met oudere mannen zou om gaan. Niet van mijn leeftijd, bedoel ik, zei de heer Cals. Nee, u bent wel wat oud, antwoordde ik". Caroline, die tijdelijk met haar blauwe ogen op Femina-beurs in Rotterdam haar uitzendorganisatie vertegenwoordigt is zelf vijfentwintig jaar. Zeven maanden naar Japan, want eind februari gaan de twaalf Nederlandse meisjes weg, om eerst tot half maart te acclimatiseren. Caroline Keulen heeft eerst haar gymnasium alpha afgemaakt en toen ging ze naar Parijs, waar ze een half jaar technisch vertaalster was. Vervolgens kreeg ze daar een baan bij Man power; de leiding bij het uitzenden van meisjes die gastvrouwe-werk of secretaresse-werk gingen doen. Zelf was ze gastvrouwe op de Parijse autosalon en ze versloeg een conferentie van de NATO. Ze ver scheen op tv en ze was, kortom, twee jaar zeer ac tief. Na Parijs werd het Engeland: secretaresse op een bank in Manchester. Het vorig jaar werd ze terug gevraagd in Parijs bij Manpower. In januari kwam ze voor dezelfde organisatie in Den Haag werken en in juli is ze overgeplaatst naar Amsterdam. „Ik heb het pas eens uitgerekend", vertelt Caro line, „sinds mijn achttiende jaar ben ik zeventien keer verhuisd". Vraagje voor Caroline Keulen: Kun je gastvrou- we-zijn leren of moet je het uit jezelf hebben? „Hostess moet je zijn", zegt ze. „Je moet be schaving hebben. Je moet met mensen kunnen om gaan en je moet altijd doen, of je niet moe bent". Laatste vraag: Nog leuke dingen die u nu al weet voor die zeven maanden Japan straks? „We krijgen allemaal een eigen appartement. Je werkt zes dagen van negen tot drie, dan een dag vrij, dan weer zes dagen van drie 's middags tot negen uur 's avonds. We krijgen een uniform: blauw, oranje en zilvergrijs zijn de kleuren. Het vervoer heen en terug en het vervoer in Japan is vrij. En we krijgen in Japan ook veertien dagen vakantie". Wie gelooft, dat vliegende stewar dessen zich meteen alles kunnen permitteren en kopen wat ze willen, vergist zich. Twee-en-twintig jaar moet een meisje zijn om bij de KLM-vIiegend stewardess te worden. Haar beginsa laris per maand is 937 gulden en dat kan na een aantal jaren oplopen tot maximaal 1239 gulden per maand. Dat is in het begin meer dan bij de Westduitse Lufthansa, waar de stewardessen de eerste vier maan den 820 gulden per maand verdie nen; daarna wordt het 890 gulden per maand en dat bedrag kan oplo pen tot 1700 gulden per maand. Dan wandelt de stewardess naar vo ren om nog eens te controleren of alle veiligheidsriemen wel gesloten zijn en dan zie je achter elkaar die mannen- hoofden over het middenpad buigen, de blik naar beneden. Nauwelijks in de lucht, beginnen ze hun grapjes. Heel rustig: „Heb ik ook niet met u gevlogen tussen Frankfort en Amsterdam?" Het meisje moet ont kennend antwoorden, want op die lijn heeft ze nooit een voet gezet. „Dan ken ik u van een tussenlanding in Montreal". Ook dat klopt niet, want daar is ze nooit geweest, maar het is toch aardig om te zeggen, want het be wijst, dat meneer reizen gewend is. Buigen! Buigen zal CAROLINE KEULEN in Japan gedu rende zeven maanden heel wat moeten doen. Daarom oefent ze al een beetje. Ik ken een stewardess in Amster dam, die onder de passagiers van New York naar Nederland een Sjeik had. Hij liet zijn secretaris vragen: „Wat kost u?" De stewardess bleek niet t« koop en de sjeik werd niet boos, maar bestelde bij haar vier flesjes Franse parfum, voor dik honderd gulden. Hij betaalde en gaf de flesjes aan de stewardess. „Voor jou", zei hij. Dat was het begin, want voor Schiphol be reikt was, sliep de sjeik vanwege alle drankjes en had de stewardess voor vijfhonderd gulden parfums en lotions in een tas, die ze eerlijk met de colle ga's deelde. Vrij veel mannen zijn voor stewar dessen vervelend, dat kunnen ze u zelf vertellen. Meestal zijn dat mannen die voor de tweede of derde keer per vlieg tuig op reis zijn. Hun verhalen, ergens boven de Atlan tische Oceaan, wanneer iedereen heeft gegeten en het rustig is, lopen uiteen. „Mijn vrouw houdt zoveel van me, dat het een last is, ik zou wel eens gewoon plezier met iemand willen hebben, gaan we morgenavond in New York naar een musical?" Dat is een manier, maar een doorzichtige. „Mijn dokter zegt me, dat een opge wekte vriendin mijn huwelijk zou kun nen redden". Jawel. Ook in trek is de ze: „Wij zijn zeer modern. Ik heb er niets op tegen wanneer mijn vrouw eens een vriend heeft en ze laat ook mij he lemaal vrij". En hoe zijn buitenlanders in vlieg tuigen? Twee Amerikaanse stewardessen, Trudy Baker en Rachel Jones, hebben dat eens even opgeschreven en hun be vindingen zelfs in een boek „Koffie, thee... of mij, meneer?" verteld. Amerikanen, zeggen ze, nemen de sex niet au sérieux en zijn 'n beetje bang om tot romantische avonturen te ko men. Fransen hebben het nadeel dat zt bekend staan als de beste verleiders ter wereld, vinden Trudy en Rachel. Men verwacht een hoop, soms valt het tegen. Maar haast hebben ze nooit en zelfs gewaagde zinnen klinken in het Frans onweerstaanbaar. Italianen kleden iedereen met de ogen uit. Trudy heeft nog nooit een Ita liaanse passagier gehad, die dat niet deed. Duitsers, vinden Trudy en Rachel, doen alles voor Duitsland en zullen een stewardess onmiddellijk vertellen, dat ze iets geweldigs doet voor de Duita- Amerikaanse vriendschap, als ze met hem uit gaat. Engelsen zitten stilletjes in hun tweed- pak in een vliegtuig en zijn passief. Die passiviteit werkt opwindend op een stewardess, want zij ziet zich al zitten, voor een Engels kasteel, met een collie aan haar voeten. Russen houden van dikke meisjes en omdat alle stewardessen in Amerika slank moeten zijn, zijn de Russen niet geïnteresseerd. Scandinavische mannen lijden er ge woon onder, dat de meisjes in hun lan den de naam hebben de geweldigste vrouwelijke wezens op de wereld te zijn. Ook al denken zij er zelf misschien anders over, iedere vrouw bekijkt een Scandinaviër met een gezicht van: Thuis heb je toch alles. Veel mannen denken vooral als ze beginnende „vliegers" zijn dat het licht bij stewardessen steeds op groen staat. Veel mannen weten na een paar keer „Wilt u de veiligheidsriemen dichtmaken" gehoord te hebben dat stoppen voor „rood" doorgaans de prak tijk is.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 13