Inkomsten uit
toeristen
verkeer in '68
hoger dan ooit
Voedingsdeskundige dr. J. F. de Wijn
Boerenleenbank
Kritiek Dean Aeheson
op ratjetoe-beleid
inzake Vietnam
5KDE3A
Goedkoop
de^winter
AFVALWATERZUIVERING
wacht
nog even-
de nieuwe
komt!
Astronauten in
auto van
Tom Manders
BADPLAATSEN
STIJGING
GERINGER
FRACTIE
TEVREDEN
VETARM
VERVETTING
TIJDVERDRIJF
de bank voor iedereen
Gedeputeerde Staten van Gelderland
maken bekend
AARZELEND
TEGENSTRIJDIG
zet maar plus achter stoda
ZATERDAG II OKTOBER 1969
DEN HAAG Volgens de opgave
van de Nederlandse Bank beliepen de
inkomsten aan deviezen uit het toeris
me naar Nederland in 1968 niet minder
dan f 1.238.000.000, een bedrag dat
nooit eerder werd bereikt. Met dit be
drag werd t.o.v. 1967 een toename
aan deviezen uit het toeristenverkeer
verkregen van 14 pet, een niet ongun
stig resultaat wanneer men in aanmer
king neemt dat in de vijf aan 1965
voorgaande, toeristisch zeer voorspoe
dige jaren, de gemiddelde jaarlijkse
stijging 15 pet bedroeg, aldus het jaar
verslag van de Algemene Vereniging
voor Vreemdelingenverkeer over 1968.
Op korte termijn lijkt de ontwikke
ling van het prijspeil in ons land, die
mede van invloed is op de door de toer-
risten benodigde diensten en artikelen,
de aantrekkelijkheid voor een bezoek
van buitenlandse toeristen te verminde
ren, terwijl anderzijds een aantal Ne
derlanders hierdoor zal worden bewo
gen een vakantie in een der goedkope
re toeristenlanden door te brengen.
Anders ligt de situatie ten aanzien
van de verder afgelegen gebieden:
Amerika en andere landen overzee,
maar ook Zuid-Europa. Het bezoek uit
deze landen stijgt, althans in de hotels,
sneller dan dat uit meer nabijgelegen
streken, waaruit de algemeen in het
internationaal toerisme herkenbare nei
ging, steeds verder van huis te gaan*
blijkt. Toeristen uit deze landen bezoe
ken Nederland gewoonlijk als onder
deel van een hoofdvakantie, waarin
verscheidende Europese landen worden
aangedaan. Hun betrekkelijk hoge uit
gaven per dag, de daarmee gepaard
gaande betrekkelijk geringe prijsgevoe
ligheid en hun belang voor onize natio
nale luchtvaartmaatschappij, maken
hen tot een aantrekkelijk doelwit voor
toeristische propaganda. Hun bezoek
vertoont echter een vrij sterke concen
tratie in de zomermaanden.
Moeilijk ligt de situatie ook ten aan
zien van de badplaatsen die (tengevol
ge van het doorslaggevend belang van
de temperatuur van het zeewater) een
korter seizoen kennen dan de vakantie-
streken in het binnenland. De aanleg
van overdekte, of in elk geval ver
warmde zeewaterbaden en andere slecht-
weersvoorzieningen zal noodzakelijk
zijn om de vooral hier zo urgente sei
zoenverlenging mogelijk te maken.
Minder direct noodzakelijk dan de
spreiding van het toerisme in deze tijd,
maar van groot belang voor de bedrij
vigheid in verschillende streken met
een nog te eenzijdige economie, is de
ruimtelijke spreiding.
De ontwikkeling van het binnenlands
toerisme is in dit opzicht gunstig. In
het bijzonder de drie noordelijke pro
vincies alsmede Noord-Brabant en
Noord-Limburg hebben een zeer aan-
iienlijke stijging van het binnenlands
vakantiebezoek kunnen noteren. De be
langstelling van de meeste buitenlandse
bezoekers is in het algemeen gericht op
de randstad, de kust en de in de ogen
van vele Nederlanders toeristisch min
der belangrijke poldergebieden. De
bos- en heidestreken, die in het binnen
lands toerisme zo'n grote rol spelen,
zijn slechts voor, weinig buitenlanders
interessant.
De mogelijkheden tot grotere ruimte
lijke spreiding van het buitenlands be
zoek zijn daarom beperkt, voorzover zij
aanwezig zijn Bijvoorbeeld te aan
zien van de watersport verdienen zij
zeker te worden benut, aldus het jaar
verslag.
MINDER SCHOOLMELK
NIET MEER BEWEGING;
ZEIST Hoewel voor de volks
gezondheid vetarme melk te verkie
zen zou zijn, is er geen sprake van
dat de schoolmelk in Nederland
nadelig is.
Dat is de conclusie die zich laat
trekken uit het nuchter-weten-
schappelijk betoog waarmee de
I voedingsdeskundige en arts dr. J. F.
I de Wijn klaarheid wil scheppen in
j de verwarring die er is ontstaan
j rondom de schoolmelk.
I Zich baserend op koele statistie-
ken vecht hij het uitgangspunt aan
i van de artsen die dé schoolmelk wil-
I len afschaffen omdat die hart- en
i vaatziekten zou bevorderen. „De
hoeveelheid melk en zuivelproducten
die de Nederlander gebruikt is de
laatste dertig jaar eerder af- dan toe-
genomen. (Wij drinken een stuk
I minder melk dan in 1938, maar
eten meerxkaas). De hart- en vaat-
ziekten hebben in 'dezelfde periode
i echter een grote stijging doorge-
maakt. Er lijkt dus geen verband
te bestaan tussen die ziekten en het
melkgebruik".
Dr. De Wijn neemt aan dat het
aandeel dat de voeding heeft in de
oorzaken van hart- en vaatziekten
geringer is dan veelal wordt ge-
dacht. Natuurlijk, melk is rijk aan
verzadigde vetzuren, die in tegen-
I stelling tot onverzadigde vetzuren
de vervetting van ons lichaam en
dus ook van de belangrijke bloedba-
l nen in de hand werken.
„IMaar een ander zou dat ook kun-
nen vertellen van de suiker, waar-
i van het gebruik wèl schrikbarend is
gestegen. Suiker die niet door het
lichaam wordt verbruikt, wordt in
j de vorm van vet in het lichaam op-
geslagen".
Dan maakt dr. De Wijn een klein
rekensommetje: „In de drinkmelk
j zit 3,2 procent vet. Er wordt één
liter schoolmelk per week gegeven
dus dat komt neer op ongeveer 4,5
gram vet per dag. Gemiddeld krij-
z gen ook kinderen echter in totaal on-
geveer 120 gram vet per dag binnen,
zodat de schoolmelk daar maar een
fractie van vormt",
j „Er is dus geen enkele reden om
te zeggen dat we met die 4,5 gram
vet in dé schoolmelk onze kinderen
vergiftigen. Daarmee zouden we
een voedingsmiddel in diskrediet
brengen waar wij een geweldig stuk
gezondheid aan te danken hebben".
De voedingsdeskundige wijst het aan
op een kleurige statistiek: „Melk
j levert in Nederland maar tien pro-
j cent van onze calorieën, maar bijna
de helft van de dierlijke eiwitten,
I zestig tot zeventig procent van alle
kalk die we nodig hebben, meer dan
de helft van onze behoefte aan vita-
mine B2 en veel fosfaten".
Dat zou die melk ook doen als zij
minder vet was, dat geeft dr. De
j Wijn direct toe. En daarom vindt
hij in het bijzonder voor volwas-
senen de sinds een jaar vetarme
melk te verkiezen. „We waren er
zeer tevreden mee toen onze melk
DEN HAAG Het Centraal schoolmelkcomité heeft advies gevraagd over 't vet
gehalte van de melk. Het comité deed dit btf de Voedingsraad in Den Haag en bij
het Centraal Instituut voor Voedingsonderzoek TNO in Zeist.
Dit is gebeurd na de uitlatingen van de Rotterdamse arts Mellema, die school
melk de basis heeft genoemd voor hart- en vaatziekten.
De arts dr. J. F. de Wijn is wetenschappelijk medewerker van het Centraal
Instituut voor Voedingsonderzoek TNO in Zeist en doceert sociale voedings
leer aan de medische faculteit van de universiteit in Leiden. Hij heeft zit
ting in de Voedingsraad, een advieslichaam van de regering, waaraan van
de zijde van de gemeente Utrecht de vraag is voorgelegd of de verstrek
king van schoolmelk nog wel goed is.
Aanleiding tot'de vraag was een publikatie van de Utrechtse hartspecialist
prof. F. L. Meijler, die zich tegen de schoolmelk verklaarde, omdat het
vet daarin medeschuldig zou zijn aan de veel voorkomende hart- en vaat
ziekten. Een dergelijk standpunt is ook verkondigd door de arts A. W. Mel
lema, directeur van de bloedtransfusiedienst in Rotterdam.
2,5 procent vet bevatte. Alleen om
politieke en economische redenen
de koelhuizen vol boter is het vet
gehalte verhoogd, zeker niet op
voorstel van voedseldeskundigen en
medici".
„Dat zie je meer. Hoewel suiker
ook een van de boosdoeners is,
heeft de regering de suikeraccijns
verlaagd". Daarom verzucht dr. De
Wijn: „Je zou graag willen dat de
volksgezondheid een groter aandeel
zou hebben in de overwegingen voor
het beleid op deze punten".
Dr. De Wijn zou het Centrale
schoolmelkcomité ook wel in over
weging willen geven in plaats van
de gewone melk, vetarme melk,
karnemelk of vetarme yoghurt te
gaan verstrekken. Weliswaar wordt
dan het gehalte aan de (in vet op
losbare) vitamines A en D lager,
maar die krijgen we toch wel ge
noeg in andere voedingsmiddelen
naar binnen.
De voedseldeskundige van TNO
zou de schoolmelk zeker niet willen
afschaffen. Het eiwitgebrek onder
een deel van de bevolking dat ruim
twintig jaar geleden aanleiding was
voor de invoering van de school
melk doet zich wel niet meer voor,
maar dr. De Wijn ziet andere voor
delen: „De kinderen leren wennen
aan regelmatig melk drinken en dat
is de opvoedkundige waarde van de
schoolmelk. Bovendien heeft het
kind in de loop van de ochtend trek
in iets, net als wij in onze koffie.
Als er dan schoolmelk wordt gege
ven voorkomen we dat er bijvoor
beeld patat of pinda's worden gege
ten, die zijn veel vetter dan melk
of bijvoorbeeld een koek, die voor
de tanden weer rampzalig is".
Een veel groter probleem dan de
schoolmelk is de vervetting die ont
staat doordat we steeds minder
zware lichamelijke arbeid verrich
ten en dat we niet voldoende compen
seren door sport of andere lichaams
beweging. Wetenschappelijk is vast
gesteld dat 'de eetlust eerst terug
loopt als we minder lichamelijk
werk verzetten, maar dat die lijn
bij een bepaalde hoeveelheid licht
werk omslaat.
Als we ons lichaam dan nog min
der gaan vermoeien, gaan we toch
weer meer eten, waarschijnlijk als
tijdverdrijf. De calorieën die we dan
teveel binnen krijgen, worden als
in het lichaam opgeslagen. Dat ge
vaarlijke punt kan ook op de scho
len al worden bereikt, meent dr. De
Wijn.
„Het blijft een zotte situatie dat
je op school maar twee uur lichame
lijke opvoeding per week krijgt, hoe
wel je als arts zegt dat dat elke dag
moet zijn. Dat is iets waar we ons
meer druk over moeten maken dan
ov$r de schoolmelk".
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Kies rente
voor uw geld
5 voor Bedrijfs-, Ambtenaren- en 'Zilvervloot'sparen. 3 Jh'% op privé-rekeningen
I ÏIIHÏIIIlllllll
•j - Bflïn
1100 vestigingen
miii li in
i ri 'éi
ADVERTENTIE
dat van IS oktober 1969 tot 13 november 1969 op de
secretarieën van alle gemeenten en waterschappen van
Gelderland voor een ieder ter inzage liggen
1. een ontwerp-statenbesluit tot vaststelling van een
verordening op de waterverontreiniging in Gelderland
en tot oprichting van drie zuiveringsschappen met
bijbehorend reglement, alsmede tot wijziging van het
Gelders waterschapsreglement;
2. drie ontwerp-gemeenschappelijke statenbesluiten tot
wijziging van de reglementen van het polderdistrict
Tielerwaard, het waterschap van de Berkel en het
waterschap van de Dinge.
De stukken behelzen het plan tot oprichting van drie
zuiveringsschappen omvattende de gehele provincie, die
o.a. tot taak zullen krijgen de stichting en exploitatie
van zuiveringsinstallaties en de bevoegdheid tot het
heffen van een belastiftg van dé Gelderse inwoners en
bedrijven ter bestrijding van de kosten van de zuivering
van het afvalwater.
Bezwaren tegen de ontwerpen kunnen schriftelijk wor
den ingediend bij Provinciale Staten, huis der provincie,
Markt 11, te Arnhem tot 20 november 1969. Desgewenst
kunnen bezwaarschriften, na kennisgeving van de wens
daartoe, mondeling worden toegelicht in een op een
nader te bepalen datum te houden zitting van een uit
provinciale staten gevormde commissie.
WASHINGTON De gewezen Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken
Dean Aeheson schrijft In zjjn memoires, dat de Amerikaanse hulp aan anti-com
munistische krachten in Vietnam 19 jaar geleden als gevolg van een „ratjetoe**-
beleid is begonnen en dat van het eerste begin af de mogelijkheid van een neder
laag werd voorzien.
In een nieuw boek over zijn officiële
loopbaan en de vier kritieke jaren
1949-'53 gedurende welke hij president
Harry S. Truman's minister was, zegt
Aeheson, dat de hulpverlening aan
Frankrijk en aan de van dit land af
hankelijke regering onder prins Bao
Dai in 1950 wegens het gevaar van
mislukking met tegenzin werd onderno
men. Ook maakt hij melding van de
waarschuwing, die de Amerikaanse ge-
zamelijke stafchefs een jaar later lie
ten horen tegen „elke verklaring, waar
bij gewapende strijdkrachten van de
Verenigde Staten aan Indo-China zou
den worden gebonden." Op dat tijdstip
waren nog weinig vorderingen gemaakt
tegen de opstandige krachten van Ho
Tsji Minh, die door de Russen en Chi
nezen gesteund werden.
Acheson's verhaal over die dagen uit
het begin der interventie door middel
van economische en militaire hulp
weerspiegelt vele van de problemen,
onzekerheden en mislukkingen, welke
tot vandaag in de oorlog zijn blijven
bestaan.
Aeheson stond toen reeds achter de
beperkte steun die president Truman
aan de Fransen verleende. In latere
jaren was hij bekend als een „havik"
wat Vietnam betrof. Maar in 1968 was
hij ook een dergenen die meehielpen
president Lyndon B. Johnson er toe te
bewegen, een einde te maken aan de
bombardementen van het noorden en
vredesonderhandelingen te beginnnen.
Thans bepleit hij de politiek van presi
dent Nixon van de Amerikaanse terug
trekking.
Het boek van Aeheson heet: „Present
at the creation: my years in the State
Department" en wordt uitgegeven door
W. W. Norton and Co. Inc., New York.
In de lente van 1950, schrijft Aeheson,
hadden wij op het State Department na
enige aarzeling hulpverlening voor
Frankrijk en de geassocieerde staten
(Vietnam, Laos en Cambodja) aanbe
volen ter bestrijding van Ho's opstand,
die door de Chinezen en Russen werd
gesteund. De hulp zou beperkt blijven tot
economische en militaire bevoorrading
geen Amerikaanse militaire interventie
inhouden. Zouden de Chinese of Rus
sische troepen rechtsstreeks intervenië
ren, dan zou de situatie opnieuw wor
den bezien.
Die aarzeling, aldus Aeheson, sproot
voort uit de opvatting van sommigen
mijner collega's, dat, zelfs met onze
materiële en financiële hulp, het be
wind van Bao Dai te velde zou worden
verslagen door de Vietminh, die door de
Russen en Chinezen werden gesteund.
Wij allen erkenden de grote waarschijn
lijkheid van deze ontwikkeling, tenzij
Frankrijk snel zijn gezag aan de ge
associeerde staten zou overdragen en
met Amerikaanse hulp belangrijke in
heemse troepen zou organiseren, oplei
den en uitrusten om aan deze de hoofd-
last van de strijd over te dragen.
(Het doel van Nixon's program voor
vietnamisering is nog steeds om de nu
veel grotere anti-communistische troe
permacht in Zuid-Vietnam zo uit te rus
ten en op te leiden dat zij het leeuwen
deel van de strijd op zich kunnen ne
men, en de Amerikaanse troepen te
ruggetrokken kunnen worden.)
Truman keurde de economische en
militaire steun voor Indo-China, zoals het
gebied toen bekend stond, in 1950 goed.
Dat was vier jaar voordat de Fran
sen door Ho werden verslagen en ge
dwongen werden weg te trekken. Daar
na raakten de Ver. Staten, die in een
periode van vrees voor Chinees expan
sionisme probeerden te verhinderen dat
de communisten de macht overnamen,
er steeds sneller bij betrokken. Ameri
kaanse troepen kwam in 1965 naar
Vietnam.
Maar in 1950 volgden de Ver. Staten
een tegenstrijdige politiek: de Fransen
werden geholpen om de communistische
opstand in Indo-China te bestrijden,
maar tegelijk werden de inheemse
besturen gesteund in hun streven naar
onafhankelijkheid. Zowel gedurende
als na deze periode, aldus Aeheson, is
ons gedrag bekritiseerd als een „ratje
toe-beleid", dat er evenmin op was ge
richt de Fransen af te brengen van po
gingen om hun koloniale rol te herstel
len waartoe ze niet bij machte waren,
als om hen voldoende te helpen dit
te bereiken, of liever nog, Ho te ver
slaan en zich dan elegant terug te trek
ken.
Maar de reden voor die warboel was,
zegt Aeheson, dat Frankrijk als kolo
niale mogendheid in Indo-China nog
steeds een bondgenoot in Europa was
en hij, Aeheson, was in zijn ambtspe
riode of later nooit in staat geweest een
betere koers te bedenken dan de koers
die gevolgd werd.
Acheson's individuele helden zijn wij
len generaal George C. Marshall, onder
wie hij als onderminister van Buiten
landse Zaken diende, en Harry S. Tru
man, aan wie Aeheson zijn boek heeft
opgedragen en die hij „de aanvoerder
met het machtige hart" noemt.
Van de antagonisten in Acheson's
controversiële jaren geeft hij de mees
te ruimte en een aantal van zijn
scherpste woorden aan wijlen generaal
Douglas MacArthur, die na een histo
risch geschil over de oorlogsvoering,
door Truman in 1951 van zijn comman
do's in het verre oosten en de Ko
reaanse oorlog werd ontheven.
ADVERTENTIE
SCHIPHOL De drie Amerikaanse
maanreièzigers zijn bij hun bezoek
aan Amsterdam rondgereden in de
wagen van Tom (Dorus) Manders.
„Ik ben er trots op, zei Manders op
Schiphol, waar hij twee uit Montreal
terugkerende artiesten, Fred Kaps
en Cas Oosthoek, kwam afhalen. „La
ter zal ik de foto aan mijn kleinkin
deren tonen en zeggen: die mannen
waren de eersten oa de maan en
hier zitten ze in mijn auto."
Voor het bezoek van de astronauten
had de Amerikaanse ambassade die
de intocht zoveel mogelijk op z'n A-
mirikaanse wilde laten verlopen, drie
identieke, grote, licht-gekleurde, open
Amerikaanse wagens nodig en die
bleken in Nederland uiterst schaars.
Zelf General Motors in Rotterdam
had geen voertuigen beschikbaar,
die aan de eisen voldeden. Wel kende
men echter een aantal gebruikers van
de Chevrolet Impala convertible, die
voor de grote eer in aanmerking kwa
men, doch die waren het eigendom
van particulieren.
Tom Manders was een van hen.
Via de dealer wist men hem te bena-
naderen en evenals twee andere be
zitters van dezelfde wagens, de heren
J. J. Pinckaers in Margraten en T. J.
van Bergen uit Eek en Wiel, stemde
hij er terstond in toe zijn voertuig
een dag af te staan.
Gisteren zijn auto's weer bij hun, de
rechtmatige eigenaars terugbezorgd.