GIJ KENT MIJN PAD De Ierse kwestie en de kerken ANDERE WERELD, ZELFDE MENSEN Interview met ds. Callagher Venster op de wereld Het beden van de toekomst DE DOMINEE IN HET DAGELIJKS LEVEN Geestelijk leven TER OVERDENKING WAT EN HOE? Verontrusting en verantwoordelijkheid JkJ HwV MIËÈÊÊÈÊËm „De Ierse kwestie" plegen we het te noemen een wat eufemistische uitdrukking waar het een conflict betreft dat druipt van haat en waarbij al verscheidene doden gevallen zyn. Maar hoe moet men het anders noemen? Een burgeroorlog? Een opstand van onderdrukten? Of is het een godsdienstoorlog zoals de benaming der twee met elkaar strtfdende partyen ltykt aan te geven? Want onveranderlijk heet de ene party de protestanten en de andere de katholieken. Als het inderdaad een vorm van godsdiensthaot is, dan zou zou dat een verbysterende ervaring zyn in een tyd die het woord oecumene graag met hoofdletters neerschryft! Het Is duideiyk dat vooral de kerken tegen deze vragen aankyken. Natuuriyk, als het een louter sociaal conflict zou betreffen, ook dan zou er een taak zyn voor de kerken, want sociale gerechtigheid is niet minder een bybelse eis. Maar wat als er inderdaad sprake is van haat van de ene mens jegens de ander omdat die ander een andere godsdienst beiydt? Dan toch zou biyken dat de kerk op een van de meest fundamentele punten zou hebben gefaald. Dan ook zou biy'ken dat dat woord oecumene wel een aardig gegeven is voor hoogdravende conferenties maar nog op geen stukken na aan verwerkeiyklng toe is. Duideiyk is dat ook vooral de Wereldraad van Kerken in Genève zich diepgaand met de Revd. R. D. Gallagher, want deze dominee vervult de wel heel moeiiy- met de Revd. R. D. Eric Callagher, want deze dominee vervult de wel heel moeliy- ke functie van president van de Ierse Raad van Kerken. Als gevolg daarvan is een interview met ds. Gallagher tot stand gekomen en aan de geïnteresseerde pers ter publikatie aangeboden. Kernpunt is de vraag welke rol de kerken spelen in deze Ierse kwestie. We drukken hieronder de vragen en antwoorden af zoals de persdienst van de Wereldraad ons die verstrekte. Welke zyn de voornaamste protestantse kerken in Noord- Ierland en hoe is hun verhouding tot ds. Ian Paisley? Het gaat in hoofdzaak om drie kerk genootschappen: de Presbyteriaanse kerk met omstreeks 380.000 leden (niet te verwarren met de „Vrije Presby teriaanse kerk" vain ds. Ian Padsley met welke zij niet en nooit, direct noch indirect, enige bemoeienis heeft gehad), de Church of Ireland (Anglicaans) met plm. 300.000 leden en de Methodisten Kerk. Dan zijn er nog een aantal klei nere kerkgenootschappen die samen on geveer hetzelfde aantal leden hebben als de Methodisten namelijk zo'n 85.000. Wie is ds. Paisley en hoe groot is zijn kerkelijke aanhang? De „Vrije Presbyteriaanse Kerk" van ds. Paisley (los van zijn politieke aanhang, hoe groot die ook mag zijn) is inderdaad erg klein. Het aantal mensen dat de diensten van zijn groep bezoekt is betrekkelijk klein - alleen de gemeente waartoe hij zich zelf iedere zondag richt is groot. De heer Paisley is zelf nooit Presbyteriaan geweest. Zijn domineesloopbaan begon in Belfast met zijn benoeming bij een Evangeli sche Zendingskerk. Hij zag kans ge bruik te maken van de onrust die bij tijd en wijle in sommige Presbyteriaan se gemeenten geheerst heeft en vorm de met een klein aantal mensen die de ze kerk verlieten de „Vrije Presbyteri aanse Kerken". Door gebruik te maken van de politiek -godsdienst ige situatie en die uit te buiten als de gelegenheid zich voordeed én door het houden van tenitsamenkomsten in die gebieden dlie voor deze onrust gevoelig zijn, zag hij kans een aantal andere gemeenten te vormen. In de meeste kranten wordt de indruk gewekt dat alle prote stanten aanhangers zijn van de heer Paisley - is dat juist? Hoewel er de laatste weken onmisken baar sprake is van een hardere aan pak-mentaliteit is het toch een ernsti- g vergissing te suggereren dat alle protestanten in Noord-Ierland Padsfley- ▼olgelingen zijn. Zonder enige twijfel spreekt hij namens de haTde-aanpak- aanhangers en spreekt hij ook vele an deren aan. Maar desondanks bestaat er een heel grote middengroep van gema tigde protestanten die niets liever zou den willen dan goede verhoudingen met de rooms-katholieken. Deze men sen zijn niet bijster geïnteresseerd in kerkelijke eenheid of welke andere leuzen in die richting op ddt ogenblik in de kerken opgeld doen. Zij zouden zich vierkant stellen tegenover elke po ging tot compromis in geloofs- of ande re principiële zaken. Bepaalde „toena dering tot Rome" - verdachtmakingen hebben toch al in de kaart gespeeld van de Paisley-aanhangers. Verwarring, argwaan, angst - die ïyken op dit ogenblik in Noord- Ierland de boventoon te voeren. Wat is de oorzaak? De politieke leiders zijn er niet in geslaagd termen als eerlijkheid en rechtvaardigheid in praktijk te brengen als het gaat over huizen, werkgelegen heid, benoemingen. Verwarring en een IAN PAISLEY geen Presbyteriaan onheilspellend stilzwijgen zijn het re sultaat geweest van dit ernstige gebrek aan een sterk, positief gericht en voor uitziend politiek beleid. Hoe groot die hierboven genoemde middengroep wel is bleek overduidelijk toen de vroegere premier vorig jaar december zijn op roep tot het Ierse volk. Die groep be staat nog altijd maar om ook. werkelijke positief en effectief te kunnen werken is een dynamisch politiek leiderschap drin gend en voortdurig nodig. Wat hebben de kerken in Noord-Ierland gedaan om politie ke hervormingen tot stand te brengen en dusdoende een eerlij ke behandeling van iedere bur ger te waarborgen? De protestantse kerken en de Ierse Raad van Kerken hebben telkens em telkens weer opgeroepen tot hervor mingen en gevraagd een eind te maken aan elke vorm van onrechtvaardigheid. Deze herhaalde oproepen dateren al van lang voor de tegenwoordige toe stand. Telkens en telkens weer hebben zij als het ware gespeld wat zij bereikt willen zien: dat er een eind moet ko men aan de discriminatie bij het aan stellen van mensen in de publieke sec tor; dat de toewijzing van woningen op de meest gewetensvolle manier dient te geschieden met de behoeften van de aanvrager als uitgangspunt; dat iedere burger voor de justitie gelijk dient te zijn; dat alle burgers moeten kunnen deel hebben aan lokale verkiezingen (zoals dat trouwens al sinds jaar en dag gebeurt bij verkiezingen voor het Britse parlement); dat de machtsgrenzen van onze eigen overheden op eerlijke en juiste wijze worden afgeperkt en nageleefd; en ten slotte dat het moge lijk moet zijn een onafhankelijk onder zoek op topniveau in te stellen naar de oorzaken van de onrust binnen onze ge meenschap. Hoe is de verhouding tussen de voornaamste protestantse kerken in Noord-Ierland en die in de Ierse Vrijstaat? Hoewel Ierland in staatkundig op zicht verdeeld is zijn de kerken niet door grenzen gescheiden. (De Angli caanse) Church of Ireland is een kerk voor heel Ierland. Evenzo is het gesteld bij de Presbyterianen en de Methodis ten: de kerkelijke leiding en de kerke lijke vergaderingen betreffen heel Ierland. Dit jaar hebben beide kerkge nootschappen hun jaarlijkse vergade ringen gehouden in Dublin, volgend jaar worden ze in Belfast gehouden. De synode van de Church of Ireland zal bijeenkomen in Dublin. Wanneer mijn geest in mij versmacht, kent Gij mijn pad. Op de weg, die ik ga, verbergen zij mij een strik; schouw ik naar rechts en zie ik uit niemand ziet naar mij om; is mij de toevlucht ontvallen niemand vraagt naar mij Psalm 142 4,5. Leest u wel in uw Bijbel, zo voor u zelf, als niemand anders er bij is? Doet u dat elke dag een ogenblik? Dan slaat u zeker ook weieens de psalmen op. In die psalmen klopt het hart van de Bijbel. Daarin komt u tegen het vragen en het roepen, het smeken en het danken van men sen net als u; mensen vol onzeker heden en schuld; maar ze proberen met dat alles God op te sporen en bij God zich te bergen. In de psal men gaat een wondere wereld voor u open. Daar belijdt de mens zijn geloof en zijn ongeloof; zijn zonde en zijn lijden; en toch zijn vertrou wen, dat hij niet beschaamd uitko men zal; zijn worstelen en toch weer stil zijn tot God! Psalm 142, een lied van een ver drukte, die uitziet naar God. „Nié mand vraagt naar mij!" In de Sta ten-vertaling staat: „Niemand zorg de voor mijn ziel". En „mijn ziel", dat is „mijn diepste zielf', het apar te van ieder mens. Hier staat dus: „Niemand vraagt naar mij, zoals ik in mijn diepste innerlijk ben. Dit is een klacht over grote, ook geeste lijke eenzaamheid. Veel mensen le ven eenzaam. Dat lijkt een dwaas woord in ons dichtbevolkte land, maar het is een angstige waarheid. Zeker, er zijn mensen die de een zaamheid willen. Evenals Thomas na Jezus' dood aan het kruis, trek ken zij zich opzettelijk terug. Ze zijn bitter teleurgesteld in mensen. Ze zul len wel oppassen weer iemand te vertrouwen. Er zijn er ook, die het liefste wat zij hadden hebben ver loren. Ach, laat een ander er maar niet over spreken. Ze vechten het liever alleen uit. Er zijn eenzamen door karakterfouten. En eenzamen door ouderdom. Ze passen niet meer in de veranderde wereld. De jonge ren vliegen aan hen voorbij. En er zijn ook eenzamen door eigen zon de, door een donkere bladzij in hun levensboek. En er is een eenzaam heid, die ons allen raakt: de diepste dingen van ons leven doen we al leen! En eindelijk: de vertechnise- ring van de wereld maakt veel men sen tot een nummer. Als de mens alleen nog maar belangrijk is als schakel tussen machines. En als dat eenmaal geheel geleid wordt door de antichristelijke dictator, ja, dan geldt het wel heel bijzonder: „Niemand vraagt naar mij!" Maar en dat is enorm belang rijk deze psalm is een gebed! En in een gebed behoeft een mens zich nooit alleen te voelen. Want daar is God dichtbij. En daar is geen mas ker. Daar kun je alles zeggen zoals het is. De psalmist weet daarvan. Hij bidt: „Gij kent mijn pad!" Een woord om stil onder te worden en mee te gaan bidden. Mijn pad! Dat is die kleine weg die ik, kleine mens, afleg in dit le ven. Mijn pad, dat ik alléén ga door het gekrioel van die miljoenen men sen, die draven en rennen, terwijl de mensheid bouwt aan Babels to renbouw van menselijke plannen en menselijke grootheid. Ze zwoegen en ze slaven. Ze willen wat groots ma ken. Maar het menselijke zal ineen storten op Christus' grote dag! Tus sen al dat menselijke door gaat ook mijn pad, ook uw pad. Uw pad, uw diepste roerselen, het blijft voor ie der verborgen, behalve voor God! Heerlijk, dat het gebed er is. Here God, U kent mijn pad; U weet alles van mij. Soms denk ik: wist U het maar niet! Dan weer ben ik heel erg dankbaar, dat U alles van mij weet. Geen nood en geen schuld behoef ik voor U te verbergen. En als ik het alles belijd, dan is het niet alleen: „U kent mijn pad", maar dan wordt het ook: „Gij zult mij het pad des levens bekend maken!" U kent mijn pad; en U wilt mij brengen op Uw pad! En dat is het pad des levens. Dat pad brengt mij bij Jezus' kruis. Daar kon Hij zeg gen: „Niemand vraagt naar Mij". Hij, de allereenzaamste onder de mensen. Zo droeg Hij onze schuld; zo proefde Hij onze schuld; zo ver zoende Hij onze schuld; o, Godde lijk wonder! Opdat ik mij zou ber gen bij Hem en in Hem bij God! U kent mijn pad. Wat is mijn pad vol schuld! Zijn Geest leert mij dat zien. Afgrond van schuld. Maar zo juist wordt het machtig te schuilen bij Zijngenade! En te zien op Jezus alleen. En te leven uit de beloften alleen! Dat is Zijn pad, het pad des levens. Dat is het leven. En als u eenzaam bent moogt u u oefenen in de gemeenschap met God en met Jezus. U oefenen door het gebed. Want die de Here verwachten put ten nieuwe kracht. En zij tonen het in hun leven; ook in hun eigen huis, waar immers ook eenzamen kunnen zijn. Zo zijn we geroepen tot dienstbe toon aan elkaar in openheid door de Heilige Geest. Zo een gemeente in deeindtijd, die weet dat haar Brui degom nadert, die in de angsten van het laatste uur de zijnen tot Zich nemen zal in heerlijkheid. Bent u van Jezus? Dan weet u: Hij kent mijn pad; en mijn pad loopt naar het nieuwe Rijk, dat komt Amerongen De. J. van Noort. Een kalender dient om datum en jaartal aan te geven, heeft dus al les te maken met tijd en tijdsbeeld. Men koopt (of ontvangt) een kalen der om er af en toe op te kijken en die blik omvat dan meestal meer dan de datum alleen al lang im mers heeft men ontdekt dat een ka lender ook nog een uitstekend me dium is om iets „over te brengen". Dat kan een reclameboodschap zijn maar ook iets van de schoonheid en ontroering van allerlei vormen van kunst die de kalendermakers er aan hebben meegegeven. Van dit alles onderscheidt zich toch nog weer de Missiekalender 1970 die enkele weken geleden is uitge komen. De makers hebben er als het ware een spiegel van gemaakt: men ziet zichzelf én men ziet naast zich de ander staan. De winkelende huisvrouw, in mini, die in de super markt een pakje diepvries-vis haalt, ziet zichzelf afgebeeld naast een langgerokte en bontgeklede neger vrouw die zojuist een paar vissen op de markt heeft gekocht. De man nen in het bootje, turend op de dob ber in het Hollandse polderlandschap worden geconfronteerd met hun acrobatische „broeders in Petrus" op Ceylon met dit verschil dan dat die Ceylonezen broodvissers zijn. En zo gaat 't door, de twaalf maand bladen die de kalender rijk is. Tel kens weer een ander kleurig tafereel, maar altijd toch een spiegel. De bedoeling is duidelijk. Om met de samenstellers te spreken: „Wij vonden het in het missionaire ka rakter van deze kalender passen om in de uitgave voor 1970 iets te laten zien van het vooroordeel dat zo ge makkelijk ontstaat als anders ge- cultureerde volkeren elkaar beoorde len op verschillen in gedragingen en gewoonten en in 't bijzonder op ver schillen in uiterlijkheden. De geko zen afbeeldingen geven daarvan een voudige voorbeelden en het daarbij afgedrukte commentaar wijst op de overeenkomsten met of op de waarde volle inhoud van het andere. De kui turen en daardoor de uitdrukkings vormen en omstandigheden mogen van elkaar verschillen zo wil de ze kalender betogen in wezen gaat het om mensen met dezelfde verlangens, dezelfde problemen en dezelfde behoeften. Zo wordt de ka lendergebruiker naar de conclusie geleid dat „het andere" lang niet zo anders en zo „gek" is als men op het eerste gezicht zou denken." Leggen we deze uitspraak naast ons uitgangspunt dat een kalender alles te maken heeft met tijd en tijds beeld, dan kan men alleen maar con stateren dat de makers hiermee mid den in de roos hebben geschoten. Want nooit heeft de roep om ook de „andere naaste" als zichzelf te zien zo luid geklonken als nu. De foto boven toont het schut blad van de kalender, een vrouw uit de Afrikaanse staat Boeroendi; die onder de Ceylonese vissers waarover hiernaast verteld wordt. Om een indruk te geven van de tekst op dit juniblad: ,,Knap werk dat vissen bij Matara op Cey lon en goed bekeken, vooral als je geen bootje bezit om midden op het water te gaan. En wat een acro batiek om vissend aan je brood te komen. Wij vissen meestal als tijd verdrijf en om de sport en de span ning, want het broodvissenis een gemotoriseerd en gemechani seerd bedrijf geworden. Zo ver komt het ooit in deze Ceylonese vissersplaats. En dan verandert er nogal wat. Moeten zij, en wij, den ken: wie dan leeft dan zorgt? En wie daar leeft daar zorgt? Of wil len wij iets van onze kennis en techniek overbrengen om ook de Ceylonees de kans te geven ooit van broodvisser sportvisser te worden?" Voor wat hoort wat. Voor deze kleurige „tijdsspiegel aan de wand" moet u f 3,50 betalen. Dat levert de uitgeefster, het Centraal Missie Comissariaat te 's-Gravenhage, winst op deze baten zijn bestemd voor de financiering van de pasto rale arbeid van de Nederlandse mis sionarissen en hun aandeel in de ont wikkeling van "de wereld door mid del van onderwijs, volksgezondheid, sociaal-economische projecten en ge meenschapsontwikkeling In het alge meen. De tekst die het thema van de uitbeeldingen in woorden samenvat, is geschreven door drs. J. G. M. Vroemen. De kalender is duidelijk, vermeldt alle feestdagen en verjaar dagen van leden van het Koninklijk Huis en leert ons zelfs dat vaderdag valt op 21 juni. Op het achterblad vindt men de jaren 1969 en 1971 in kalendervorm plus de maanstanden voor het jaar 1970. Begin dit jaar heeft drs. J. P. Versteeg zich als hoogleraar ver bonden aan de Theologische Hoge school van de Chr. Geref. Kerken in Nederland, te Apeldoorn, met een rede over „Het heden van de toe komst". Zijn vakken zijn die van de nieuwtestamentische wetenschap en in dit verband wijst prof. Versteeg er op dat reeds Jezus het grote ge vaar signaleerde van tijdgenoten, die wel de Schriften onderzochten, maar toch tot Hem niet wilden ko men om leven te hebben. „Het he den van de toekomst" is thans in druk verschenen en wordt uitgege ven (f 2,75) door J. H. Kok N.V. te Kampen. Drs. Versteeg noemt als een van de meest boeiende facetten van het tijdsprobleem de verhouding van heden en toekomst. „De Geest des Heren is representatie van de volheid der verlossing door Jezus Christus en zo is voor de gelovigen dt toekomst heden geworden". Prof. dr. K. J. Popma oud-Apel- doorner bijzonder hoogleraar in de wijsbegeerte te Groningen en Utrecht, heeft opnieuw een opval lend boek geschreven. De titel: „Venster op de wereld" zegt slechts weinig omtrent de inhoud, maar de ze is zo apart en boeiend, dat het boek vooral in reformatorisch-ker- kelijke en politieke kringen ongetwij feld een bestseller zal worden. Te meer nog omdat prof. Popma er kennelijk plezier in heeft zeer na drukkelijk te bonzen op tal van hei lige huisjes, hoewel hij dat nooit doet als iemand die alles beter wil we ten. Zijn vriendelijke humor is kos telijk. Zijn gedachten zijn oorspron kelijk en kritisch en zijn opvattingen over b.v. kerk en theologie gaven al dikwijls aanleiding tot felle reacties. In het onderhavige boek gaat het over prof. Popma's maatschappijbe schouwing. Een typerend citaat er uit: „Waarom moet de praktische politicus zijn wereldvisie verzorgen? Omdat hij anders in de praktijk van zijn politiek bedrijf vroeg of laat wartaal gaat uitslaan. Zo moesten ook onze zusters en broeders theo logen eens echt gaan nadenken over de wijsgerige bepaaldheid van hun eigen vak. Het lijkt er nog niet veel op. Misschien komt het nog. La ten we hopen en bidden dat het niet te laat komt"... „Venster op de wereld" is een uit gave van J. H. Kok N.V. te Kam pen en kost f 13,75. De tijd is voorbij dat een dominee kon volstaan met het uitbreiden van zijn kennis, louter gericht op theo logische vraagstukken. Het veran derde maatschappijbeeld doet hem dagelijks mensen ontmoeten wier godsdienstige instelling en wier re latie tot de kerkgemeenschap waar toe zij behoren, sterk beïnvloed wordt door bijvoorbeeld de techniek. Deze situatie heeft het Gerefor meerd Sociaal en Economisch Ver band er toe gebracht een bijzondere cursus te organiseren aan de Theo logische Hogeschool van de Geref. Kerken (vrijgemaakt) te Kampen. Een veelomvattende stof, die er op gericht is de aanstaande dominees heel wat praktische maatschappij- kennis bij te brengen. En onder die titel: „Praktische Maatschappijken nis" heeft een van de docenten, dr. A. J. Hendriks, de stof danook ge bundeld tot een waardevol boek werkje. Waardevol, beslist niet al leen voor theologen-in-spe. De studenten die in de organisa tie van de cursus betrokken werden, hoorden veel over o.m. gezinsvor ming in Nederland, over de econo- misch-technische ontwikkeling, over ruimtelijke ordening, over stede- bouw, het industriële klimaat, enz. Wanneer straks een van hen bij een gemeentelid op huisbezoek komt, die om een voorbeeld te noemen in de computerindustrie werkt, zal het hem niet vreemd zijn te horen dat één machine binnenkort 10 miljoen berekeningen per secon de kan uitvoeren en dat een „nano"- seconde zich verhoudt tot een gewo ne seconde als 1 seconde zich ver houdt tot 32 jaar De grote waarde van dit weten is voor de zielzorger dat hij zich be ter verplaatsen kan in de denkwe reld van zijn gemeenteleden. Het boekje geeft ook tal van en quête-uitkomsten, informeert over de maatschappelijke veranderingen ten plattelande en veel meer. Het is een uitgave van genoemd Gerefor meerd Sociaal en Economisch Ver band, Ameidestraat 466-XII, Rotter dam 8. Prof. dr. G. C. Berkouwer (V.U. Amsterdam) heeft onder de titel „Verontrusting en verantwoordelijk heid" een boek geschreven dat ge richt is op de verontrusting in de Gereformeerde Kerken. Een veront rusting die zó ver gaat dat b.v. een heer G. J. Tsj. Kooistra te Tzum in Friesland in een brochure schrijft geen honderd gereformeerde domi nees meer te weten die niet vrijzin nig zijn. De heer Kooistra is dan ook bezig met de stichting van een nieuwe kerkgemeenschap, de „Evan- gelysk Grifformearde Tsjerke fan Fryslênd" Dr. Berkouwer's boek is geen ge makkelijk leesbare lectiiur, maar voor betrokkenen alleszins ide moei te waard om door te worstelen. Hij geeft hun waarop zij recht hebben: respect en gaat diep in op de vele gestelde problemen. Maar hij neemt krachtig stelling tegen de woord voerders van de verontrusten. Brengt hen met krachtige argumen ten onder het oog, dat zij een grote verantwoordelijkheid dragen met hun oproepen tot verontrusting. De gemeente, aldus prof. Berkouwer, moet beschermd worden tegen ver warring en onzekerheid, de gevolgen van verontruste uitingen. Jammer voor de gemeente is dat de taal van de professor haar over het algemeen te „geleerd" is. Het zijn veelal de „eenvoudigen" in de kerk die onder hand door de bomen het bos niet meer zien. „Verontrusting en verantwoorde lijkheid" is een uitgave van J. H. Kok N. V. te Kampen en kost f 9,75. /^Londonderry f LONDONDERRY^ Ballyrr*nolp§|§fl§l NOORDj-° TYRONE loughBanaór=§== IERLAND. ...j t feSjggj ••••"-> ^Portodowrfe-urgan iAs> i i ^WKNoownTJABI IERLAND

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 13