GIJ KENT MIJN PAD
De Ierse kwestie
en de kerken
ANDERE WERELD,
ZELFDE MENSEN
Interview
met
ds. Callagher
Venster
op de wereld
Het beden van
de toekomst
DE DOMINEE IN HET
DAGELIJKS LEVEN
Geestelijk leven
TER OVERDENKING
WAT
EN
HOE?
Verontrusting en
verantwoordelijkheid
JkJ HwV MIËÈÊÊÈÊËm
„De Ierse kwestie" plegen we het te noemen een wat eufemistische uitdrukking
waar het een conflict betreft dat druipt van haat en waarbij al verscheidene
doden gevallen zyn. Maar hoe moet men het anders noemen? Een burgeroorlog?
Een opstand van onderdrukten? Of is het een godsdienstoorlog zoals de benaming
der twee met elkaar strtfdende partyen ltykt aan te geven? Want onveranderlijk
heet de ene party de protestanten en de andere de katholieken. Als het inderdaad
een vorm van godsdiensthaot is, dan zou zou dat een verbysterende ervaring zyn in
een tyd die het woord oecumene graag met hoofdletters neerschryft!
Het Is duideiyk dat vooral de kerken tegen deze vragen aankyken. Natuuriyk, als
het een louter sociaal conflict zou betreffen, ook dan zou er een taak zyn voor de
kerken, want sociale gerechtigheid is niet minder een bybelse eis. Maar wat als er
inderdaad sprake is van haat van de ene mens jegens de ander omdat die ander
een andere godsdienst beiydt? Dan toch zou biyken dat de kerk op een van de
meest fundamentele punten zou hebben gefaald. Dan ook zou biy'ken dat dat woord
oecumene wel een aardig gegeven is voor hoogdravende conferenties maar nog op
geen stukken na aan verwerkeiyklng toe is.
Duideiyk is dat ook vooral de Wereldraad van Kerken in Genève zich diepgaand
met de Revd. R. D. Gallagher, want deze dominee vervult de wel heel moeiiy-
met de Revd. R. D. Eric Callagher, want deze dominee vervult de wel heel moeliy-
ke functie van president van de Ierse Raad van Kerken. Als gevolg daarvan is een
interview met ds. Gallagher tot stand gekomen en aan de geïnteresseerde pers
ter publikatie aangeboden. Kernpunt is de vraag welke rol de kerken spelen in
deze Ierse kwestie. We drukken hieronder de vragen en antwoorden af zoals de
persdienst van de Wereldraad ons die verstrekte.
Welke zyn de voornaamste
protestantse kerken in Noord-
Ierland en hoe is hun verhouding
tot ds. Ian Paisley?
Het gaat in hoofdzaak om drie kerk
genootschappen: de Presbyteriaanse
kerk met omstreeks 380.000 leden (niet
te verwarren met de „Vrije Presby
teriaanse kerk" vain ds. Ian Padsley
met welke zij niet en nooit, direct noch
indirect, enige bemoeienis heeft gehad),
de Church of Ireland (Anglicaans) met
plm. 300.000 leden en de Methodisten
Kerk. Dan zijn er nog een aantal klei
nere kerkgenootschappen die samen on
geveer hetzelfde aantal leden hebben
als de Methodisten namelijk zo'n 85.000.
Wie is ds. Paisley en hoe groot
is zijn kerkelijke aanhang?
De „Vrije Presbyteriaanse Kerk"
van ds. Paisley (los van zijn politieke
aanhang, hoe groot die ook mag zijn)
is inderdaad erg klein. Het aantal
mensen dat de diensten van zijn groep
bezoekt is betrekkelijk klein - alleen de
gemeente waartoe hij zich zelf iedere
zondag richt is groot. De heer Paisley
is zelf nooit Presbyteriaan geweest.
Zijn domineesloopbaan begon in Belfast
met zijn benoeming bij een Evangeli
sche Zendingskerk. Hij zag kans ge
bruik te maken van de onrust die bij
tijd en wijle in sommige Presbyteriaan
se gemeenten geheerst heeft en vorm
de met een klein aantal mensen die de
ze kerk verlieten de „Vrije Presbyteri
aanse Kerken". Door gebruik te maken
van de politiek -godsdienst ige situatie
en die uit te buiten als de gelegenheid
zich voordeed én door het houden van
tenitsamenkomsten in die gebieden dlie
voor deze onrust gevoelig zijn, zag hij
kans een aantal andere gemeenten te
vormen.
In de meeste kranten wordt
de indruk gewekt dat alle prote
stanten aanhangers zijn van de
heer Paisley - is dat juist?
Hoewel er de laatste weken onmisken
baar sprake is van een hardere aan
pak-mentaliteit is het toch een ernsti-
g vergissing te suggereren dat alle
protestanten in Noord-Ierland Padsfley-
▼olgelingen zijn. Zonder enige twijfel
spreekt hij namens de haTde-aanpak-
aanhangers en spreekt hij ook vele an
deren aan. Maar desondanks bestaat er
een heel grote middengroep van gema
tigde protestanten die niets liever zou
den willen dan goede verhoudingen
met de rooms-katholieken. Deze men
sen zijn niet bijster geïnteresseerd in
kerkelijke eenheid of welke andere
leuzen in die richting op ddt ogenblik
in de kerken opgeld doen. Zij zouden
zich vierkant stellen tegenover elke po
ging tot compromis in geloofs- of ande
re principiële zaken. Bepaalde „toena
dering tot Rome" - verdachtmakingen
hebben toch al in de kaart gespeeld van
de Paisley-aanhangers.
Verwarring, argwaan, angst -
die ïyken op dit ogenblik in Noord-
Ierland de boventoon te voeren.
Wat is de oorzaak?
De politieke leiders zijn er niet in
geslaagd termen als eerlijkheid en
rechtvaardigheid in praktijk te brengen
als het gaat over huizen, werkgelegen
heid, benoemingen. Verwarring en een
IAN PAISLEY
geen Presbyteriaan
onheilspellend stilzwijgen zijn het re
sultaat geweest van dit ernstige gebrek
aan een sterk, positief gericht en voor
uitziend politiek beleid. Hoe groot die
hierboven genoemde middengroep wel
is bleek overduidelijk toen de vroegere
premier vorig jaar december zijn op
roep tot het Ierse volk. Die groep be
staat nog altijd maar om ook. werkelijke
positief en effectief te kunnen werken is
een dynamisch politiek leiderschap drin
gend en voortdurig nodig.
Wat hebben de kerken in
Noord-Ierland gedaan om politie
ke hervormingen tot stand te
brengen en dusdoende een eerlij
ke behandeling van iedere bur
ger te waarborgen?
De protestantse kerken en de Ierse
Raad van Kerken hebben telkens em
telkens weer opgeroepen tot hervor
mingen en gevraagd een eind te maken
aan elke vorm van onrechtvaardigheid.
Deze herhaalde oproepen dateren al
van lang voor de tegenwoordige toe
stand. Telkens en telkens weer hebben
zij als het ware gespeld wat zij bereikt
willen zien: dat er een eind moet ko
men aan de discriminatie bij het aan
stellen van mensen in de publieke sec
tor; dat de toewijzing van woningen op
de meest gewetensvolle manier dient
te geschieden met de behoeften van de
aanvrager als uitgangspunt; dat iedere
burger voor de justitie gelijk dient te
zijn; dat alle burgers moeten kunnen
deel hebben aan lokale verkiezingen
(zoals dat trouwens al sinds jaar en
dag gebeurt bij verkiezingen voor het
Britse parlement); dat de machtsgrenzen
van onze eigen overheden op eerlijke
en juiste wijze worden afgeperkt en
nageleefd; en ten slotte dat het moge
lijk moet zijn een onafhankelijk onder
zoek op topniveau in te stellen naar de
oorzaken van de onrust binnen onze ge
meenschap.
Hoe is de verhouding tussen de
voornaamste protestantse kerken
in Noord-Ierland en die in de
Ierse Vrijstaat?
Hoewel Ierland in staatkundig op
zicht verdeeld is zijn de kerken niet
door grenzen gescheiden. (De Angli
caanse) Church of Ireland is een kerk
voor heel Ierland. Evenzo is het gesteld
bij de Presbyterianen en de Methodis
ten: de kerkelijke leiding en de kerke
lijke vergaderingen betreffen heel
Ierland. Dit jaar hebben beide kerkge
nootschappen hun jaarlijkse vergade
ringen gehouden in Dublin, volgend
jaar worden ze in Belfast gehouden. De
synode van de Church of Ireland zal
bijeenkomen in Dublin.
Wanneer mijn geest in mij versmacht, kent Gij mijn pad. Op de weg,
die ik ga, verbergen zij mij een strik; schouw ik naar rechts en zie
ik uit niemand ziet naar mij om; is mij de toevlucht ontvallen
niemand vraagt naar mij Psalm 142 4,5.
Leest u wel in uw Bijbel, zo voor
u zelf, als niemand anders er bij is?
Doet u dat elke dag een ogenblik?
Dan slaat u zeker ook weieens de
psalmen op. In die psalmen klopt
het hart van de Bijbel. Daarin komt
u tegen het vragen en het roepen,
het smeken en het danken van men
sen net als u; mensen vol onzeker
heden en schuld; maar ze proberen
met dat alles God op te sporen en
bij God zich te bergen. In de psal
men gaat een wondere wereld voor
u open. Daar belijdt de mens zijn
geloof en zijn ongeloof; zijn zonde
en zijn lijden; en toch zijn vertrou
wen, dat hij niet beschaamd uitko
men zal; zijn worstelen en toch
weer stil zijn tot God!
Psalm 142, een lied van een ver
drukte, die uitziet naar God. „Nié
mand vraagt naar mij!" In de Sta
ten-vertaling staat: „Niemand zorg
de voor mijn ziel". En „mijn ziel",
dat is „mijn diepste zielf', het apar
te van ieder mens. Hier staat dus:
„Niemand vraagt naar mij, zoals ik
in mijn diepste innerlijk ben. Dit
is een klacht over grote, ook geeste
lijke eenzaamheid. Veel mensen le
ven eenzaam. Dat lijkt een dwaas
woord in ons dichtbevolkte land,
maar het is een angstige waarheid.
Zeker, er zijn mensen die de een
zaamheid willen. Evenals Thomas
na Jezus' dood aan het kruis, trek
ken zij zich opzettelijk terug. Ze zijn
bitter teleurgesteld in mensen. Ze zul
len wel oppassen weer iemand te
vertrouwen. Er zijn er ook, die het
liefste wat zij hadden hebben ver
loren. Ach, laat een ander er maar
niet over spreken. Ze vechten het
liever alleen uit. Er zijn eenzamen
door karakterfouten. En eenzamen
door ouderdom. Ze passen niet meer
in de veranderde wereld. De jonge
ren vliegen aan hen voorbij. En er
zijn ook eenzamen door eigen zon
de, door een donkere bladzij in hun
levensboek. En er is een eenzaam
heid, die ons allen raakt: de diepste
dingen van ons leven doen we al
leen! En eindelijk: de vertechnise-
ring van de wereld maakt veel men
sen tot een nummer. Als de mens
alleen nog maar belangrijk is als
schakel tussen machines. En als
dat eenmaal geheel geleid wordt
door de antichristelijke dictator, ja,
dan geldt het wel heel bijzonder:
„Niemand vraagt naar mij!"
Maar en dat is enorm belang
rijk deze psalm is een gebed! En
in een gebed behoeft een mens zich
nooit alleen te voelen. Want daar is
God dichtbij. En daar is geen mas
ker. Daar kun je alles zeggen zoals
het is. De psalmist weet daarvan.
Hij bidt: „Gij kent mijn pad!" Een
woord om stil onder te worden en
mee te gaan bidden.
Mijn pad! Dat is die kleine weg
die ik, kleine mens, afleg in dit le
ven. Mijn pad, dat ik alléén ga door
het gekrioel van die miljoenen men
sen, die draven en rennen, terwijl
de mensheid bouwt aan Babels to
renbouw van menselijke plannen en
menselijke grootheid. Ze zwoegen en
ze slaven. Ze willen wat groots ma
ken. Maar het menselijke zal ineen
storten op Christus' grote dag! Tus
sen al dat menselijke door gaat ook
mijn pad, ook uw pad. Uw pad, uw
diepste roerselen, het blijft voor ie
der verborgen, behalve voor God!
Heerlijk, dat het gebed er is. Here
God, U kent mijn pad; U weet alles
van mij. Soms denk ik: wist U het
maar niet! Dan weer ben ik heel erg
dankbaar, dat U alles van mij weet.
Geen nood en geen schuld behoef ik
voor U te verbergen. En als ik het
alles belijd, dan is het niet alleen:
„U kent mijn pad", maar dan wordt
het ook: „Gij zult mij het pad des
levens bekend maken!"
U kent mijn pad; en U wilt mij
brengen op Uw pad! En dat is het
pad des levens. Dat pad brengt mij
bij Jezus' kruis. Daar kon Hij zeg
gen: „Niemand vraagt naar Mij".
Hij, de allereenzaamste onder de
mensen. Zo droeg Hij onze schuld;
zo proefde Hij onze schuld; zo ver
zoende Hij onze schuld; o, Godde
lijk wonder! Opdat ik mij zou ber
gen bij Hem en in Hem bij God! U
kent mijn pad. Wat is mijn pad vol
schuld! Zijn Geest leert mij dat zien.
Afgrond van schuld. Maar zo juist
wordt het machtig te schuilen bij
Zijngenade! En te zien op Jezus
alleen. En te leven uit de beloften
alleen! Dat is Zijn pad, het pad des
levens. Dat is het leven. En als u
eenzaam bent moogt u u oefenen in
de gemeenschap met God en met
Jezus. U oefenen door het gebed.
Want die de Here verwachten put
ten nieuwe kracht. En zij tonen het
in hun leven; ook in hun eigen huis,
waar immers ook eenzamen kunnen
zijn.
Zo zijn we geroepen tot dienstbe
toon aan elkaar in openheid door de
Heilige Geest. Zo een gemeente in
deeindtijd, die weet dat haar Brui
degom nadert, die in de angsten
van het laatste uur de zijnen tot
Zich nemen zal in heerlijkheid.
Bent u van Jezus? Dan weet u:
Hij kent mijn pad; en mijn pad loopt
naar het nieuwe Rijk, dat komt
Amerongen De. J. van Noort.
Een kalender dient om datum en
jaartal aan te geven, heeft dus al
les te maken met tijd en tijdsbeeld.
Men koopt (of ontvangt) een kalen
der om er af en toe op te kijken
en die blik omvat dan meestal meer
dan de datum alleen al lang im
mers heeft men ontdekt dat een ka
lender ook nog een uitstekend me
dium is om iets „over te brengen".
Dat kan een reclameboodschap zijn
maar ook iets van de schoonheid
en ontroering van allerlei vormen
van kunst die de kalendermakers er
aan hebben meegegeven.
Van dit alles onderscheidt zich
toch nog weer de Missiekalender 1970
die enkele weken geleden is uitge
komen. De makers hebben er als
het ware een spiegel van gemaakt:
men ziet zichzelf én men ziet naast
zich de ander staan. De winkelende
huisvrouw, in mini, die in de super
markt een pakje diepvries-vis haalt,
ziet zichzelf afgebeeld naast een
langgerokte en bontgeklede neger
vrouw die zojuist een paar vissen
op de markt heeft gekocht. De man
nen in het bootje, turend op de dob
ber in het Hollandse polderlandschap
worden geconfronteerd met hun
acrobatische „broeders in Petrus" op
Ceylon met dit verschil dan dat
die Ceylonezen broodvissers zijn.
En zo gaat 't door, de twaalf maand
bladen die de kalender rijk is. Tel
kens weer een ander kleurig tafereel,
maar altijd toch een spiegel.
De bedoeling is duidelijk. Om met
de samenstellers te spreken: „Wij
vonden het in het missionaire ka
rakter van deze kalender passen om
in de uitgave voor 1970 iets te laten
zien van het vooroordeel dat zo ge
makkelijk ontstaat als anders ge-
cultureerde volkeren elkaar beoorde
len op verschillen in gedragingen en
gewoonten en in 't bijzonder op ver
schillen in uiterlijkheden. De geko
zen afbeeldingen geven daarvan een
voudige voorbeelden en het daarbij
afgedrukte commentaar wijst op de
overeenkomsten met of op de waarde
volle inhoud van het andere. De kui
turen en daardoor de uitdrukkings
vormen en omstandigheden mogen
van elkaar verschillen zo wil de
ze kalender betogen in wezen
gaat het om mensen met dezelfde
verlangens, dezelfde problemen en
dezelfde behoeften. Zo wordt de ka
lendergebruiker naar de conclusie
geleid dat „het andere" lang niet
zo anders en zo „gek" is als men
op het eerste gezicht zou denken."
Leggen we deze uitspraak naast ons
uitgangspunt dat een kalender alles
te maken heeft met tijd en tijds
beeld, dan kan men alleen maar con
stateren dat de makers hiermee mid
den in de roos hebben geschoten.
Want nooit heeft de roep om ook de
„andere naaste" als zichzelf te zien
zo luid geklonken als nu.
De foto boven toont het schut
blad van de kalender, een
vrouw uit de Afrikaanse staat
Boeroendi; die onder de Ceylonese
vissers waarover hiernaast verteld
wordt. Om een indruk te geven van
de tekst op dit juniblad: ,,Knap
werk dat vissen bij Matara op Cey
lon en goed bekeken, vooral als je
geen bootje bezit om midden op het
water te gaan. En wat een acro
batiek om vissend aan je brood te
komen. Wij vissen meestal als tijd
verdrijf en om de sport en de span
ning, want het broodvissenis
een gemotoriseerd en gemechani
seerd bedrijf geworden. Zo ver
komt het ooit in deze Ceylonese
vissersplaats. En dan verandert er
nogal wat. Moeten zij, en wij, den
ken: wie dan leeft dan zorgt? En
wie daar leeft daar zorgt? Of wil
len wij iets van onze kennis en
techniek overbrengen om ook de
Ceylonees de kans te geven ooit
van broodvisser sportvisser te
worden?"
Voor wat hoort wat. Voor deze
kleurige „tijdsspiegel aan de wand"
moet u f 3,50 betalen. Dat levert de
uitgeefster, het Centraal Missie
Comissariaat te 's-Gravenhage,
winst op deze baten zijn bestemd
voor de financiering van de pasto
rale arbeid van de Nederlandse mis
sionarissen en hun aandeel in de ont
wikkeling van "de wereld door mid
del van onderwijs, volksgezondheid,
sociaal-economische projecten en ge
meenschapsontwikkeling In het alge
meen. De tekst die het thema van de
uitbeeldingen in woorden samenvat,
is geschreven door drs. J. G. M.
Vroemen. De kalender is duidelijk,
vermeldt alle feestdagen en verjaar
dagen van leden van het Koninklijk
Huis en leert ons zelfs dat vaderdag
valt op 21 juni. Op het achterblad
vindt men de jaren 1969 en 1971 in
kalendervorm plus de maanstanden
voor het jaar 1970.
Begin dit jaar heeft drs. J. P.
Versteeg zich als hoogleraar ver
bonden aan de Theologische Hoge
school van de Chr. Geref. Kerken
in Nederland, te Apeldoorn, met een
rede over „Het heden van de toe
komst". Zijn vakken zijn die van de
nieuwtestamentische wetenschap en
in dit verband wijst prof. Versteeg
er op dat reeds Jezus het grote ge
vaar signaleerde van tijdgenoten,
die wel de Schriften onderzochten,
maar toch tot Hem niet wilden ko
men om leven te hebben. „Het he
den van de toekomst" is thans in
druk verschenen en wordt uitgege
ven (f 2,75) door J. H. Kok N.V. te
Kampen. Drs. Versteeg noemt als
een van de meest boeiende facetten
van het tijdsprobleem de verhouding
van heden en toekomst. „De Geest
des Heren is representatie van de
volheid der verlossing door Jezus
Christus en zo is voor de gelovigen
dt toekomst heden geworden".
Prof. dr. K. J. Popma oud-Apel-
doorner bijzonder hoogleraar in
de wijsbegeerte te Groningen en
Utrecht, heeft opnieuw een opval
lend boek geschreven. De titel:
„Venster op de wereld" zegt slechts
weinig omtrent de inhoud, maar de
ze is zo apart en boeiend, dat het
boek vooral in reformatorisch-ker-
kelijke en politieke kringen ongetwij
feld een bestseller zal worden. Te
meer nog omdat prof. Popma er
kennelijk plezier in heeft zeer na
drukkelijk te bonzen op tal van hei
lige huisjes, hoewel hij dat nooit doet
als iemand die alles beter wil we
ten. Zijn vriendelijke humor is kos
telijk. Zijn gedachten zijn oorspron
kelijk en kritisch en zijn opvattingen
over b.v. kerk en theologie gaven al
dikwijls aanleiding tot felle reacties.
In het onderhavige boek gaat het
over prof. Popma's maatschappijbe
schouwing. Een typerend citaat er
uit: „Waarom moet de praktische
politicus zijn wereldvisie verzorgen?
Omdat hij anders in de praktijk van
zijn politiek bedrijf vroeg of laat
wartaal gaat uitslaan. Zo moesten
ook onze zusters en broeders theo
logen eens echt gaan nadenken over
de wijsgerige bepaaldheid van hun
eigen vak. Het lijkt er nog niet
veel op. Misschien komt het nog. La
ten we hopen en bidden dat het niet
te laat komt"...
„Venster op de wereld" is een uit
gave van J. H. Kok N.V. te Kam
pen en kost f 13,75.
De tijd is voorbij dat een dominee
kon volstaan met het uitbreiden van
zijn kennis, louter gericht op theo
logische vraagstukken. Het veran
derde maatschappijbeeld doet hem
dagelijks mensen ontmoeten wier
godsdienstige instelling en wier re
latie tot de kerkgemeenschap waar
toe zij behoren, sterk beïnvloed
wordt door bijvoorbeeld de techniek.
Deze situatie heeft het Gerefor
meerd Sociaal en Economisch Ver
band er toe gebracht een bijzondere
cursus te organiseren aan de Theo
logische Hogeschool van de Geref.
Kerken (vrijgemaakt) te Kampen.
Een veelomvattende stof, die er op
gericht is de aanstaande dominees
heel wat praktische maatschappij-
kennis bij te brengen. En onder die
titel: „Praktische Maatschappijken
nis" heeft een van de docenten, dr.
A. J. Hendriks, de stof danook ge
bundeld tot een waardevol boek
werkje. Waardevol, beslist niet al
leen voor theologen-in-spe.
De studenten die in de organisa
tie van de cursus betrokken werden,
hoorden veel over o.m. gezinsvor
ming in Nederland, over de econo-
misch-technische ontwikkeling, over
ruimtelijke ordening, over stede-
bouw, het industriële klimaat, enz.
Wanneer straks een van hen bij
een gemeentelid op huisbezoek komt,
die om een voorbeeld te noemen
in de computerindustrie werkt,
zal het hem niet vreemd zijn te
horen dat één machine binnenkort
10 miljoen berekeningen per secon
de kan uitvoeren en dat een „nano"-
seconde zich verhoudt tot een gewo
ne seconde als 1 seconde zich ver
houdt tot 32 jaar
De grote waarde van dit weten is
voor de zielzorger dat hij zich be
ter verplaatsen kan in de denkwe
reld van zijn gemeenteleden.
Het boekje geeft ook tal van en
quête-uitkomsten, informeert over
de maatschappelijke veranderingen
ten plattelande en veel meer. Het is
een uitgave van genoemd Gerefor
meerd Sociaal en Economisch Ver
band, Ameidestraat 466-XII, Rotter
dam 8.
Prof. dr. G. C. Berkouwer (V.U.
Amsterdam) heeft onder de titel
„Verontrusting en verantwoordelijk
heid" een boek geschreven dat ge
richt is op de verontrusting in de
Gereformeerde Kerken. Een veront
rusting die zó ver gaat dat b.v. een
heer G. J. Tsj. Kooistra te Tzum in
Friesland in een brochure schrijft
geen honderd gereformeerde domi
nees meer te weten die niet vrijzin
nig zijn. De heer Kooistra is dan
ook bezig met de stichting van een
nieuwe kerkgemeenschap, de „Evan-
gelysk Grifformearde Tsjerke fan
Fryslênd"
Dr. Berkouwer's boek is geen ge
makkelijk leesbare lectiiur, maar
voor betrokkenen alleszins ide moei
te waard om door te worstelen. Hij
geeft hun waarop zij recht hebben:
respect en gaat diep in op de vele
gestelde problemen. Maar hij neemt
krachtig stelling tegen de woord
voerders van de verontrusten.
Brengt hen met krachtige argumen
ten onder het oog, dat zij een grote
verantwoordelijkheid dragen met
hun oproepen tot verontrusting. De
gemeente, aldus prof. Berkouwer,
moet beschermd worden tegen ver
warring en onzekerheid, de gevolgen
van verontruste uitingen. Jammer
voor de gemeente is dat de taal van
de professor haar over het algemeen
te „geleerd" is. Het zijn veelal de
„eenvoudigen" in de kerk die onder
hand door de bomen het bos niet
meer zien.
„Verontrusting en verantwoorde
lijkheid" is een uitgave van J. H.
Kok N. V. te Kampen en kost f 9,75.
/^Londonderry
f LONDONDERRY^ Ballyrr*nolp§|§fl§l
NOORDj-°
TYRONE
loughBanaór=§==
IERLAND. ...j t feSjggj
••••"-> ^Portodowrfe-urgan
iAs> i i ^WKNoownTJABI
IERLAND