notities
Oude Nimrod - „Stillgoing strong
Machinist geeft zijn
gedachten vorm
Tussen „tochtgat" en
1
n
1
w
H
üj
s
n
m
m
HP
8
11
n
gg
8
11
Ut
11
ÈL
3
SCHAKEN
door H. KRAMER
4
IA
i
r
a
m
A
1!
u
H
DAMMEN
door J. M. BOM
BRIDGE qAfr door G. J. R. FÖRCH
KRUISWOORDRAADSEL
|Vbg altijd had ik hem willen
vragen, het hoeveelste veld
al belopen heeft, of van
welk jaar zijn eerste jachtakte
dateert, maar 't is erbij geble
ven. Doch wel ging de Fries
D» A. Anema reeds van zijn
jongelingsjaren ter jacht ge
schort Merkwaardiger nog is
het feit dat hij even goed
schrijven als jagen kan en dat
hij beide kwaliteiten beschei
den verbergt achter de schuil
naam „Amateur", die echter
niet heeft kunnen verhinderen,
dat men in alle kringen van
jagerij en natuurbescherming
weet, wie er achter zit. Heel
zijn lange leven was hij met
de natuur zeer innig verbon
den en leverde vaak het over
tuigend bewijs, dat de weide-
»fk denkende en handelende
Jagersman in ae eerste plaats
respect voor het' levende we
zen in de wereld, waarin het
woont, weet op te brengen.
Dit wordt door velen vergeten
en toch is het behoud van de
levende natuur (of het restant,
waar we ons thans mee moe
ten zien te redden) voor een
niet gering deel te danken
aan de goede leden van het
groene gilde. Zij willen im
mers bos en veld, weide, duin
en water reeds uit eigen be
lang graag zo ongerept moge
lijk houden en Amateur stond
vooraan in deze gelederen.
De pogingen, om natuur en
wild in onze steeds meer ge
materialiseerde samenleving te
beschermen, sijpelen overal
in zijn werk door en daar
hij over een schat van erva
ringen en relaties beschikt,
kan hij gevarieerd en veel
schrijven, zonder ooit in her
halingen te vervallen. Bijna
tot de dag van heden volg ik
zijn publikaties in „De Neder
landse Jager"; ze bleven fris
oorspronkelijk, romantisch en
vooral anekdotisch in de goe
de zin van het woord. Om dit
met zoveel smaak, zo amusant
en geestig vol te houden over
vele tientallen jaren, valt niet
mee, want als je het op de
keper beschouwt, is dit geeste
lijke arbeidsterrein vrij be
perkt.
"IVochtans schijnt Douwe Anes
Anema het nooit geheel te
kunnen afgrazen; zijn jaren
gaan al boven de tachtig, maar
steeds breekt het onweerstaan
bare etgroen er weer doorheen.
Hij put onvermoeid z'n levens
vreugde uit het buitenzijn, de
plattelanders, de jacht en de
visserij, waar schier geen ein
de aan komt.
Pas las ik van zijn „scher
pe" en „weelderige" pen, waar
mee hij zich alom in het land
een reputatie verwierf, die er
niet om loog. Dit is min of
meer de spijker op de kop
getroffen. Twintig jaar geleden
schreef hij in het fraaie boek
„Tiro-Tiroo", dat hij veertig
jaren jaagde op alle wild en
in alle velden van Nederland
en hij vervolgde dit voorwoord
met: ,,Ik heb een halve eeuw
zien jagen, helpen jagen; ik
heb heel wat meegemaakt in
het jachtveld en mag dus ge
acht worden, er iets over te
kunnen meedelen". Evenmin
zijn andere boeken (vooral in
„De jacht en al haar vreug
den") heeft hem ooit 't schrij
ven van een venarotisch leer
boek voor de geest gestaan en
dit is maar gelukkig ook, want
de beginnende en de gevorder
de weidgezel steekt evenveel
op van vlot vertelde belevenis
sen in losse verhalen, „gebab
bel in de ruimte" noemt de
speelse oude rakker het zelf,
om te vervolgen met de La
tijnse spreuk „Scribitur ad nar-
randum", d.w.z. dat er werd
geschreven om te vertellen en
niet om te leren. Toch zit er
in zijn schijnbaar luchtige 6tof
veel lering, richtlijnen en les
sen uit de groene praktijk,
maar hij loopt nooit met zijn
kennis te koop.
A Is geboren Fries (zoon van
een plattelandsdoktor praat
en schrijft hij graag over
greide en veer, haar en pluim
ze behoeven heus niets uit
staande te hebben met de ja-
gerij plank en gewas kent
hij er van jongsaf. Boven
al laat hij de buitenman voor
ons optreden: de jachtopzich
ters, de deelgenoten van het
jachtveld, de eizoekers, de boe
ren, de vissers, de kooikers,
de herbergiers, de stropers, de
schippërs, ja wie niet, stoffe
ren zijn boeken op gezellige
wijs en schenken een prettige
variatie met de overige stof.
Ik denk aan „Jansen met
de bolhoed", Jan Hylkema to
Luinjebest zijn helaas over
leden jachtvriend en meni
ge andere figuur, die gemeen
goed werden voor de Neder
landse jager en natuurliefheb
bers. Graag verkeert hij onder
eigen volk.
De lezer sjouwt gezellig mee
door dik en dun, begint in het
geboetseerde jagers jargon mee
te praten en benijdt de blij
moedigheid van deze wonder
lijke journalist met zijn sterke
proza. Eens heeft een bewon
deraar ervan geschreven, dat
zolang er Nederlandse litera
tuur zal worden gelezen, daar
toe behoren zal de Camera
obscura, Jonathan van Haze-
broek, de literaire schetsen
van Busken Huet en de op
stellen van Potgieter. Het is
geen gering compliment, Ama
teur wat verderop met deze
meesters te vergelijken en hij
zal er zelf om glimlachen,
want hij weet, wat hij waard
is. Rechtschapen, geestig en
eerlijk komt hij bij ons in zijn
werk naar voren, ook ruig en
volks, zonder pourparlers en
recht-op-de-man-af, zoals een
zoon van het Friese land be
taamt.
TAat Anema zo onverhoeds in
de belangstelling komt te
staan, ligt hieraan dat het 1
november a.s. een halve eeuw
geleden zal wezen, dat hij zijn
intrede deed bij het dagblad
„De Telegraaf", dat hij sinds
dien steeds trouw is gebleven.
Alle rubrieken, die betrekking
hebben op landbouw en vee
teelt, fauna en flora, werden
door hem tot nog vrij kort voor
het jubileum bij dit blad ver
zorgd. Daarbij sloten zich jacht,
visserij, honden enz. harmoni
eus aan; z'n artikelen bleven
onveranderd smeuig en ze be
hoorden mij reeds veertig jaar
geleden. Geleidelijk groeide
zijn meer blijvende oeuvre:
Tiro-Tiroo, Wartoe-wartoe, De
jacht en al haar vreugde,
Dit is pas hengelen!... ziehier
een paar van zijn boektitels.
Doch nu ter zake.
Een klein comité van vrien
den en collega's gaat hem na
deze vijftig jaar huldigen en
dit nog wel in de krant. Ama
teur zal echter zijn werkzaam
heden slechts ten dele staken,
want als geboren journalist
zal hij voor z'n gebied belang
stelling blijven tonen en er
over blijven publiceren, want
het bloed kruipt, waar het
niet gaan kan. Men wil hem
niet slechts in de traditionele
bloemetjes zetten en huldigen,
maar hem op zijn verdere weg
'ji duurzaam blijk van waar
dering en vriendschap meege
ven.
Kom, ik zet er de plaats van
samenkomst en het giro-no.
maar bij: Cantine der Spaar
bank, Singel 542-548 te Am
sterdam, 1 november van 3-5
uur. Postgiro 15368. Het spijt
me, dat ik nog te zeer gehan
dicapt ben, om deze reis aan te
kunnen, want we hebben het
samen altoos perfect kunnen
vinden. Langs deze weg alva«t
mijn proficiat!
A. B. Wigman
T"Ae Veluwse gemeente Ede gaat volgend
jaar mei uitgebreid aandacht schenken
aan de grote groep hobbyisten die ons land
herbergt. Dat gebeurt met een tentoonstel
ling, die Gouden Handen 1970" gaat heten.
,,Deze tentoonstelling wil laten zien wat de
ludieke mens van nu na de betaalde arbeid
verricht", zo meldt het perscommuniqué.
Het draait allemaal om creativiteit. Drie
duizend werkstukken denken de organisa-
toren te kunnen lenen zien.
Die van de Edese machinist J. H. Botte-
ma (30) zullen er ook bij zijn. Zijn ijzer
smeedwerk stond dezer dagen al op de ta
fel in hotel Buitenzorg in Ede waar de ini
tiatiefnemers van de tentoonstelling, het
bestuur van de Edese Winkeliers Vereni
ging, en ook burgemeester J. Slot van Ede
de komende manifestatie bekend maakten.
Machinist Bottema ,,tutteltin zijn vrije
ijtd, zoals hij dat noemt. Een ander zou
zeggen knutselen, maar de Edenaar spreekt
van tuttelen. ,,Hoe ik aan dat woord kom
weet ik niet, maar misschien heeft het iets
te maken met al die kleine onderdeeltjes
waarmee ik werk. Neem nu maar eens
dat dier, daar zitten sluitringen, moeren,
kogellagers, stukjes pijp en nog meer
van dat spul in".
ATijf jaar geleden begon de machinist met
ijzer te werken. Hij was toen machinist
op een schip. ,,Aan boord had ik veel vrije
tijd en omdat, ik niet van praten of lezen
houd, begon ik te knutselen. IJzer was er
genoeg." Nu wil dat allemaal niet zeggen
dat de heer Bottema nooit eerder iets in
zijn vrije tijd deed. ,,Ik tekende en deed zo
nu en dan wat aan houtsnijden", zegt hij.
Dat houtsnijden doet hij nou nog, maar
steeds vaker werkt hij met ijzer, in welke
vorm dan ook. ,,Het leukste is als je onder
delen vindt die je direct aan iets doen den
ken zoals die kogellagers, dat moeten ge
woon ogen zijn. Je laat *het materiaal bé-
palen wat je gaat maken, van te voren
weet je niet wat er uit de bus komt. Elke
keer ben je blij als je ziet dat je geslaagd
bent in je plan iets fijns te maken, als de
vorm je aanstaat."
Uren achter elkaar kan Bottema „tutte
len." Zijn vrouw: „Mijn aandeel in zijn
werk is onze twee kinderen zoet te houden,
want pappa mag niet gestoord worden
bij zijn bezigheden". Als het eindresultaat
op tafel staat en iedereen kijkt ernaar,
dan geeft dat voldoenine. Bottema: „Je
hebt je gedachte vorm gegeven."
"jVTooit eerder stond het ijzersmeedwerk
van de Edese machinist op een expositie.
Volgend jaar mei zal het te bewonderen
zijn. En als iemand iets van hem wil kopen?
Bottema: „Ik maak die dingen niet om, ze
te verkopen. Als je dat gaat doen loop je
het risico jezelf te herhalen. Je gaat onder
delen voorbewerken omdat je vooruit weet
dat je een st.uk of wat van die stukjes
verkoopt. Voor mij zou dat een obsessie
worden. Prduceren is er bij mij niet bij.
Ik maak iets één keer en daar blijft het
bij. Een tweede keer zou het me niet luk
ken precies zoiets in elkaar te zetten".
tTet is niet te becijferen, hoe
veel produktieverlies de af
gelopen warme zomer teweeg-
heeft gebracht in oververhitte
werkruimten. Wie maar even
van zijn stoel af kon. ging
een flesje prik halen in de
kantine, of een paar keer extra
naar het toilet. Kortom, er viel
van alles te verzinnen, maar
de oorzaak was in alle geval
len gelijk: een gevoel van on
behaaglijkheid in het „binnen
klimaat" van onze bedrijfsge
bouwen. Nu leverden de afge
lopen zomer en het nauwelijks
minder warme najaar wel ex
treme voorbeelden op, maar
in beginsel speelt dit probleem
het hele jaar door, in vele ge
bouwen.
Ir. D. van Zuilen, directeur
van het Instituut voor Gezond
heidstechniek TNO te Delft
sprak daarover met een aantal
belangstellenden aan de voor
avond van een belangrijke
uitbreiding in het bedrijf van
Maars N.V. in Harderwijk,
snelgroeiend producent van
verlichtingsarmaturen en in
terieursystemen. Maars is o.m.
geïnteresseerd in het bevor
deren van een goed woonkli
maat door het aanbrengen van
flexibele bouweenheden; bij
voorbeeld complete plafonds
met verlichting en verplaats
bare scheidingswanden. Aan de
problemen rondom luchtver
versing wordt daarbij intensief
aandacht geschonken, omdat
het een groeiend probleem van
da toekomst is. De TNO-des-
kundige ir. Van Zuilen werd
dan ook tercht als een gast
beschouwd, wiens woorden
mochten vallen als lavende
druppels op een groot en dor
stig gebied in ons land: het
binnenklimaat, waarin zovelen
zich helemaal niet meer lek
ker kunnen voelen.
Zoals vele andere dingen
was het vroeger allemaal veel
eenvoudiger. We hadden een
buitenklimaat, dat gedurende
een groot deel van het jaar
niet te harden was daarom
gingen we in tenten en later
in hutten wonen. Die woon-
gelegenheden worden gemoder
niseerd, maar één ding raakte
daarbij nogal eens in het ver
geetboek: namelijk, dat de ge
compliceerde gebouwen van nu
niet alleen mooi hoeven te zijn,
maar dat ze ook de vanouds
begeerde bescherming moeten
geven! Wat nu echter in een
gebouw bereikt wordt, is alleen
maar het resultaat van een
aantal factoren. Ir. Van Zui
len dacht aan een frisse at
mosfeer en een temperatuur
van ca 21 gr. in de winter
en maximaal 26 gr. in de zo
mer. Daar komt in veel geval
len nog weinig van terecht.
Er zjjn bjjv. elektrische
machines en verlichtingsappa-
raturen, die de temperatuur
danig beïnvloeden, terwjjl daar
niets anders tegenover staat
Voor anderen betekent dat
open raam echter weer een
tochtgat, waar zij niet in kun
nen werken. Dit probleem is
groter geworden naarmate we
gebouwen van meer moderne
signatuur gingen bouwen. De
veelgesmade oude gebouwen
met hun kleine ramen gaven
eigenlijk veel meer bescher
ming tegen de temperatuur
wisselingen van buitenaf. Het
vele glas van nu geeft minder
isolatiemogelijkheden en daar
komt nog bij, dat de gebou
wen vaak veel hoger zijn dan
vroeger. Natuurlijke ventila
tie doet in zo'n gebouw niet
veel meer.
Deze ontwikkelingen heb-
heb ertoe geleid, dat mecha
nische ventilatie steeds meer de
plaats moet innemen van na
tuurlijke ventilatie. En ook
tot koeling moet dienen gedu
rende een groot deel van het
jaar, na de verwarming in de
winterperiode. Het wordt steeds
duidelijker: air - conditioning,
door ir. Van Zuilen aangeduid
met het goed Nederlandse
woord „luchtbehandeling" ver
dient de maximaal mogelijke
aandacht. Bjj de klassieke
bouwmethoden konden buiten
temperaturen van boven 18
temperaturen tot ca 25 gr. vol
doende opvangen worden; bij
de bouwmethoden van nu
denk alleen maar aan al dat
glas zijn luchtbehandelings
installaties nodig bij buiten-
gr., wil men de gewenste bin-
nentemperatuur kunnen hand
haven. Het gaat daarbij niet
alleen om de zomer, maar ook
om voor- en najaar, het groot
ste deel van het jaar dus, wat
onze landelijke weerpessimis-
ten ook mogen zeggen. Dit
staat vast: de gewenste hoe
veelheden lucht die we nodig
hebben om 'n frisse atmosfeer
te handhaven kunnen feitelijk
alleen nog door het gebruik
van mechanische voorziening
worden gegarandeerd.
'"Poch komt 't nog vaak voor
dat In nieuwe gebouwen
geen voorzieningen worden ge
troffen op dit gebied zelfs
bjj de bouw van moderne zie
kenhuizen komt 't voor. De re
den daarvan?
Vaak is men zich nog niet
bewust van de betekenis, die
de binnentemperatuur heeft
voor de mensen, die in zo'n
gebouw moeten werken. Maar
ook schrikt men vaak terug
voor de kosten. Die stichtings-
kosten zijn inderdaad hoog in
verhouding tot die van een
eenvoudige verwarmingsinstal
latie. Maar, zo drukte ir. Van
Zuilen zijn toehoorders op 't
hart, de gevolgen van die na
latigheid worden vaak onder
schat. Een klimaat waarin de
mensen zich niet behaaglijk
voelen kost geld. dat is een
harde waarheid. De exploita
tiekosten van een bedrijf, de
personeelslasten, kunnen hoger
worden in verhouding tot de
vaste lasten van een gebouw-
met zijn installaties. Want een
mens is nu eenmaal geen ap
paraat, dat met een druk op
de knop zijn optimale presta
ties kan verrichten. Wanneer
het tot stand brengen van een
behoorlijk binnenklimaat ook
maer een geringe produktivi-
teits verhoging (dr. Van Zuilen
sprak over een Va tot 1 procent
met zich meebrengt, zijn in
feite de kosten al goed ge
maakt. Daar kunnen we gek
tegenaan kijken, maar het zijn
wel onverdachte wetenschap-
oelijke studies, die deze feiten
vaststellen.
tiet verkrygen van een zo
goed mogeiyke oplossing is,
dat mag duidelijk zijn, geen
eenvoudige zaak. Vereist is een
goede aanpassing tussen ge
bouw en installatie en daarbij
zullen opdrachtgever, archi
tect en ontwerper van voor
zieningen tot klimaatregeling
hecht moeten samenwerken.
Niet zelden mankeert daaraan
het een en ander. Bij de dis
cussie over de causerie van ir.
Van Zuilen werd opgemerkt
dat hierin een zwaar punt ligt
voor vele architecten. Zij zijn
vanaf den beginne gewoon ge
weest, naar hun artiestieke
norm een gebouw te ontwer
pen „van binnen en van bui
ten". Nu moet dan worden
vastgesteld, dat zij gezien
de hedendaagse eisen het
niet meer alleen kunnen doen.
Een „mooi" gebouw kan een
onding zijn voor de mensen
die erin moeten werken. Som
mige architectenbureaus heb
ben dat al ingezien; zij namen
in hun team een „klimatoloog'
op, die vanaf de eerste penne-
schets meespreekt. Bij hen be
staat begrip voor het nu vast
staande feit, dat het interieur
van een gebouw niet meer na
derhand kan worden aange
past aan het exterieur. In vele
gevallen wordt ook het TNO
bij het maken van het pro
ject betrokken: men heelt dan
de beschikking over resultaten
van onderzoekingen o.m. ge
daan in windtunnel en kli
maatkamer.
Overigens wanneer aller
wegen al het begrip doorbreekt
dat aan de klimatologische
kant van het interieur meer
moet worden gedaan, dan nog
resten andere problemen: ver-
lichtings- en geluidssituaties.
Bij deze gelegenheid werd daar
niet verder op ingegaan, maar
op dit gebied valt ook nog
heel wat te doen.
Lang wie weet hoe lang.
of hoe kort zal het nog du
ren, voordat we echt de men
sen zijn geworden die geëvo
lueerd zijn uit hun holen en
grotten
Iedere schaker moét-we^ een of meer ope
ningen door en door kennen, want anders
zal hij al bij voorbaat ernstig in het nadeel
zijn. De jonge Finse kampioen Westerinen
is bijvoorbeeld een groot kenner van de Ko-
nings-Indische verdediging. Nu zijn er ver
scheidene grote kenners van deze verdedi
ging, maar er is één variant waarin de Fin
toch wel onbetwistbaar als de grootste spe
cialist wordt beschouwd. We zien hem deze
variant in de hieronder besproken partij met
bewonderenswaardige virtuositeit toepassen.
Wit: SAIDY. Zwart: WESTERINEN. (Na-
thanya 1969).
Konings-Indischc verdediging.
I. d2—d4, Pg8—f6 2. c2—c4, g7-g6 3.
Pbl-c3, Lf8—g7 4. e2—e4, d7-d6 5. f2—f3,
0-0 6. Lel—e3, Pb8-c6 7. Pgl-e2, Ta8-b8
(De theorie schrijft hier of op de volgende
zet a7—a6 voor. Westerinen doet het zonder
a6).
8. Ddl—d2, Tf8-e8 (Want op 9. d5, Pe5
10. Lx a7, Ta8 stelt zwart zich op c4 schade
loos).
9. Pe2—cl, e7—e5 10. d4-d5, Pc6^d4! (Dn
pointe van het systeem: wit mag niet 11.
Lxd4, eXd4 12. Dxd4 spelen wegens 12.
Pxe4!).
II. Pcl-b3, c7—c5!? 12. d5xc6 e.p.,
b7Xc6! 13. Pb3 X d4, e5 X d4 14. Le3 X d4,
d6-d5 15. c4xd5, c6xd5 (Voor de ge
offerde pion heeft zwart nu een gevaarlijk
initiatief, vooral omdat de witte koning zich
nog in de frontlijn bevindt).
16. e4—e5? (Het beste is 16. LbS om zo
snel mogelijk de ontwikkeling der strijd
krachten te voltooien. Op 16.Te6 kan
dan 17. «5, Pd7 18. f4, f6 19. Lxd7, LXd7
20. 0-0 volgen. Na 16PXe4!? 17.
fXe4, Txb5 18. Pxb5, TXe4f moet wit
niet 19. Kf2? spelen zoals in de partij Kraid-
man-Westerinen, Lugano 1968, maar 19.
Kdl!).
16Pf6-h5 17. Lfl—b5(?) (Om met
omwisseling van zetten de variant te berei
ken die in de aantekening bij de 16e zet is
aangegeven).
17 .Te8xe5t! 18. Kel-f2 (Na 18.
Lxe5,. Lxe5 kan wit niet lang rokeren we
gens 19. .-..., Lf4 en niet kort wegens 19.
Lxc3 20. DXc3,Txb5).
18a7—a6 19. U>5-e2, Tb8xb2!
(De zwartspeler voert de aanval elegant en
dwingend).
20. Dd2xb2. Dd8-h4f 21. K12-fl.
Dh4xd4 22. Tal-cl (Gedwongen want 22.
Tdl faalt op 22Txe2! 23. Dxe2,
DXc3).
22.Lc8—<17 23. Lc2x «6, Ph5-f4 24.
Tcl-dl, Dd4—e3 25. Db2-d2, Pf4xg2! 26.
De2xg2 (Niet 26. KXg2 wegens 26
Tg5f 27. Kfl, Lh3| en mat).
26De3 X c3 27. h2-h4, Te5-e3 28.
Lb5~e2, Lg7-d4 (Nog sterker is 28.
Lb5! 29. L X b5, T X f3f 30. Kgl, Tg3).
29. Tdlxd4, Dc3 X d4 30. h4-h5,
Dd4—d2 3 k Dg2—h2
De opgave van de week: zwart speelt en
wint
WESTERINEN
f
a
'V V
l
t
Wb
1
m
b
c
d
f
A
h
SAIDY
De oplossing komt in de volgende ru
briek.
OPLOSSING
Wit (PLACHETKA): Khl, Dg3, ip'en
h5, Pe4, pionnen b3, c4, f6, h2.
Zwart (BOUDY): Kg8, Dc8, Te2 en f8.
Lé3, pionnen a7, dó, f7, g6.
Er volgde: 34. Dg3-h4ü. g6xh5 35.
Tfl-glf!, Kg8-h7 (Of: 35LXgl 36.
Dg5f en mat.) 36. Dh4xh5f, Le3-h6 37.
Tgl-g7f en mat.
Tot dusver publiceerde Tsjegolev slecht» frag-
menuriich in periodieken. Zojuist echter heeft hij
een boekje het licht doen zien, waarin hij de top
punten van zijn (niet geringe) kwaliteiten bijeen
heeft gebracht Hieronder een zeer fraaie partij,
die hij speelde tegen de huidige wereldkampioen
Andria'Andreiko.
WIT: W. Tijegolev; ZWART: A. Andreiko
1. 33-29 16-21; 2. 31-26 11-16; 3. 39-33 7-11;
4 44-39 18-22; 5. 32-28. Een opening, die bij
de opkomst van de "RS"-systemen hoogtij vierde,
maar tegenwoordig niet meer zoveel voorkomt.
Wit dreigt nu door de ruil 28-23 (19 x 28) 29-24
(20X29) 34X32 de zwarte opbouw rechts van zijn
kracht te ontdoen.
5. 20-25; 6. 37-32 13-18; 7. 41-37 1-7; 8.
50-44 9-13; Na (19-23) 28 x 19 (14x23) 37-31
(21-27) 32 x21 (16 x 27) is zwart slechts schijn
baar in de aanval. De moderne strategie "wacht
liever aP\
37-31 21—27;Na (19-23) 28x 19 (14 x 23) kan
nu volgen: 31-27 (22 x 31) 36 x 27 (23-28)
32X23 (21X32) 38X27 (17-21) 26x17 (11X31)
en de witte stelling geniet de voorkeur.
10. 32X21 16x27; 11. 46-41 3-9; 12. 29-24
19x30; 13. 35x24 Dwingt een verklaring af.
Niet goed zou zijn (13-19) 24X13 (8x19) 41-37
18-23) wegens 37-32! (11-16) 32 x 21 (16 x 27)
'6-21! enz. met winst.
Daar op (14-19) weer 41-37 (19X30) 28-23
(18x29) 33x35 met voordeel volgt kiest zwart
nu een twijfelachtig systeem, dat de ex-wereld
kampioen prachtig weerlegt: 13. .- 11—16? 14.
42-37 7-11; 15. 48-42 16-21; Deze overgang
naar het gevaarlijke "Bonnard"-iysteem is de
consequentie uit de voorgaande opbouw.
16. 37—32 13-19; Vrijwel gedwongen;' Na
(14-19) volgt: 41—37 (19x30) 28-23 (18X29)
-14) 32—28!
(18X29)
33x35 (10-14) 32-28! (22x33) 39x28!! en wint
schijf 27, want de dam door (15—20) 31X22
(25-30) 35x15 (14-20) 15x24 (13-18) 22x13
(8X50) wordt weerlegd door 28-22 (17 x 28)
26 x 8 (2 X13) 43-39 (50 X 33) 38 X 29.
17. 24X13 8X19; 18. 41-37 19—?4; Denkt hier
mee de "Springer-contra-attaque" tot een gevaar
lijke onderneming te hebben gemaakt (zie dia
gram)
Schitterend wordt zwart nu naar een gedecideer
de nederlaag gespeeld: J9. 28—?31 18x29; 20.
34x23 Er dreigt nu 23—18! altijd met «chijfwinst,
dat steeds volgt, behalve na het gedwongen: 20.
2-8;
Het schijnt, dat wit toch nog moeilijkheden krijgt
met zijn verdere opbouw. Er volgt echter: 21.
47—41 25-30; 22. 40-35!! Belet (22-28) wegens
31X22 (28X19) door 22-18! (12x23) 32-28
(23X32) 38x7. Zwarts enig speelbare zet is: 22.
14-20; Aan onze lezers deze week de opgave:
Met welke prachtige combinatie maakte wit de
.partij uit?
WIT: Kerkhoven: 25. 28, 30, 31,33,35,36, 38,
39,43, 45.46,48 (13 kt.). ZWART: F. Ivens: 3. 4.
6, 7, 8, 11, 12, 13, 14, 18, 19, 21, 24 (13 at). Op
.31-26 volgt: (18-23!) 26x17 (23 X 32) 38 x 27
(11X31!) 36 X 27 (14-20) 25 x 23 (13—18) 30x 19
(18X49!) winst.
Op 39-34 met schijnbare bedreiging van schijf 24
volgt: (21-26) 34-29 (26x37) 29x9 (3X14) be-,
let 38-32 door (14—20) en op elke andere volgt
(18—22) 28 x 17 (11X22) en de overheersende po
litie van schijf 37 verzekert zwart de' winst.
>e opgave van vorige week betrof een tegenspel-
robleem. De oostspeler had:
V 6 4
O A
0 8 7 4 2
4 B 9 5
N-Z waren kwetsbaar en het biedverloop was;
noord oost zuid w«t
1 ha P"
1 sch pas 2 kl pas
2 ha pas 4 ha pas
pas pas
Op tafel verscheen:
4 H B 109 5
O V 5 4
O B 5 3
4 V 10
West kwam uit met ruiten heer en vervolgd: met
ruiten aas. Bij deze twee slagen speelde de leider
ruiten 10 en ruiten vrouw. De west-speler ver
volgde met een derde ruiten, die voor ruiten boer
op tafel was en waarbij uit de zuidhand klaver 4
verdween. Nu werd er van tafel harten 4 ge
speeld, oost legde de 2, znid speelde de boer en
west de 8. In de vierde slag speelde zuid harten
10 uit de hand, west legde ruiten 9, op tafel werd
harten 5 gespeeld en oost nam harten aas.
De situatie is nu:
Wat moet oost naspelen? Het antwoord is eigen
lijk heel eenvoudig: harten 6. O-W hebben reeds
drie slagen vergaard, zodat elke slag die mi nog
binnenkomt de downslag is. Als west nog schap
pen aas heeft, dan komt die altijd wel binnen.
Heeft' west nog een klaverslag in petto, dan gaat
deze slag niet verloren, tenzij de schoppens vrij
gespeeld kunnen worden en zo een parkeerplaats
voor de verliezende klaver gecreéera kan worden.
Dit kan natuurlijk alleen, als de leider schoppen
aas met een kleintje heeft, en dat houdt in dat hij
oorspronkelijk slechts een driekaart klaver heeft
gehad, hetgeen niet erg waarschijnlijk is gezien
het 2 klaverbod dat hij losgelaten heeft, maar je
kunt nooit weten. De dreiging dat het contract
nog gemaakt wordt, zit dus in de schoppenkleur.
maar zuid kan nooit meer aan eventueel vrijge-
troefde schoppens toekomen.- als er op tafel geen
rentree meer is en dat betekent dat harten vrouw
direkt van tafel moet verdwijnen, nu de schop
penkleur nog niet vrij is het contract altijd down.
Inderdaad leidt het door oost naspelen van harten
in slag vijf tot het down gaan van het contract,
want zuid had:
4 AS
<7 H B 10 9 7 3
O V 10
4 A 7 4
Het 2 klaver bod was een beetje een fantasietje,
maar oost moest toch rekening houden met de
mogelijkheid dat zuid schoppen aas x had.
Het probleem voor deze week ontleen ik aan de J
oktoDcr-drive, die vorige week zondag, ter gele
genheid van Leidens ontzet gespeeld werd in,
waar kan het ook anders, Leiden.
In een van de spellen kwamen O-W in 3 SA.
.doordat de oostspeler het 1 SA openingsbod van
zijn partner meteen tot 3 SA verhoogde; de O-W
iden waren:
Noord kwam uit met schoppen 4, op tafel werd
de 5 gelegd, zuid speelde de boer en de leider
nam het aas. Nu werd klaver boer uit de hand ge
speeld, bij noord verscheen de 10, op tafel na
tuurlijk de 5 en zuid legde de 2. Klaver 6 was de
volgende kaart die west speelde, noord gooide nu
harten 3 bij, op tafpl werd klaver heer gelegd en
zuid nam het aas.-Nu speelde zuid ruiten boer na,
die meteen met het aas werd genomen en waarbij
noord ruiten 2 legde. West speelt nu harten 6. bij
noord de 8, op tafel de boer en zuid neemt direkt
met het aas. Zuid speelt nu harten na. Hoe moet
west het spel verder afspelen?
HORIZONTAAL:
1. plaats in Brabant, 4. plaats in Zuid-Holland.
9. plaats in Gelderland, 12. jongensnaam', 14.
drank, 15. voormalig water in Zeeland, 16. deel
van het jaar. 18. klap, 20. zoogdier, 21. bloedver
wanten. 23. verticale doorsnede, 26. voertuig, 28.
sprookjesfiguren, 30. voorzetsel. 31. deel van
Azië, 33. Europeaan, 34. soort onderwijs, 35. plas,
36. maat, 38. afgemat, 39. lichaamsdeel, 41. pak
ken, 42. bewijsstuk, 43. meisjesnaam, 44. neven
stroom, 45. muziekinstrument, 46. titel, 47. af
gunst. 48. titel, 50. godheid. 51. baat, 53. wat niet
ontbreken mag, 55. oud, 57. veronderstellen,- 59.
doende, 60. vreemde munt, 62. gebladerte, 64. go
din, 66. stel, 68. Bijbelse figuur, 69. zijrivier van
de Donau, 70. bouwvallige huizen, 71. bovenste
deel.
VERTICAAL:
1. familielid, 2. deel van een boom, 3. houten
paal, 5. voorzetsel, 6. rivier in Nederland. 7.
strook, 8. noot, 9. plaats in Duitsland, 10. schiet
schijf, .11. hulde, 13. werktuigen of instrumenten,
15. zoogdier, 17. met bepaalde stof insmeren, 19.
voorzetsel, 20. geschenk dat moeite kost, 22. wol
pluisje, 24. smeren. 25. voedsel, 27. vertrek, 29.
datum van de veiling, 32. riviermond, 34. familie
lid, 35. smeer, 37. sein, 38. wapen, 40. rivier in
Nederland, 41. kwaad, 42.-speelhuizen. 44. van de
hoofdbaan afslaande weg, 45. plaats in Brabant,
47. jongensnaam, 49. plakmiddel, 51. familie-een
heid, 52. plaats in Friesland, 54. ad rem, 55. Euro
pese hoofdstad, 56. dierenverblijfplaats, 58. tiran,
59. titel, 61. keurig, 63. snel, 65. voertuig, 67.
voorzetsel.
OPLOSSING CRYPTOGRAM
HORIZONTAAL:
1. mestvork, 4. boskat, 8. laatsten, 9. ideaal 10.
evenaren, 11. proper, 13. rondtoeren, 17. exami
neren, 21. immens, 22. stellage, 23. uitwas, 25.
trappen, 26. rieken, 27. snee, 28.
VERTICAAL:
1. mollen, 2. staven, 3. roekelozen, 5. onderrok,
6. klappen, 7. tolerant, 12. adverteren, 14. pedi
cuur, 15. DklmatiC, 16. tien, 18. slipje, 19. lagen,
20. wensen, 24. are.
i, 26. rieken, 27. snee, 28. sen.
OPLOSSING