De wereld: te klein voor milieu-verontreiniging Sex bij 't Velume zwart wild m Maandag: dag van de sportieve groenrok Speciaal nummer van Natuur en Landschap! Steeds meer bos en veld verandert van eigenaar SCHAKEN f door H. KRAMER Zelf bedreiging Nieuwe gevaren Beheer Met bet jaar 2000 in zicht! DAMMEN door J. M. BOM OPLOSSING BRIDGE door G. J. R. FÖRCH KRUISWOORDRAADSEL Er is nu al DDT gevonden bij pinguins aan de Zuid pool en sommige Eskimo's blij ken een zo hoge concentratie van radio-actieve stoffen bij zich te hebben, dat de maxi maal toegestane belasting is overschreden. Waar het alle maal precies vandaan komt, kan nog een raadsel blijven, maar wel staat vast dat de wereld te klein is geworden voor de gevaarlijke stoffen, die wij als afval om ons heen verspreiden. Het herfstnummer van Na tuur en Landschap, tijd schrift van de Contactcom missie voor Natuur- en Land- scapsbescherming, is hele maal aan dit wereldprobleem gewijd: de consequenties van menselijk ingrijpen in het mi lieu. Wetenschappelijke onder zoekers van naam hebben bijdragen geleverd aan dit nummer. I~\e biologen J. A. Eijgen- raam, prof. dr. H. Klomp en drs. J. Rooth stellen vast, dat jacht en vangst niet ver antwoordelijk zijn voor de snelle achteruitgang van ve le vogelsoorten. Veel meer ligt de oorzaak in „terreinver overing" door industrialisatie en stedebouw, alsmede in de toenemende vervuiling en ver giftiging van het milieu. Reeds in een beginstadium van vervuilingsprocessen kun nen vergaande wijzigingen in flora en fauna optreden. Een treffend voorbeeld daarvan is onder meer waargenomen in het waterwildreservaat Zwar- temeer bij de IJsselmond. Door de aanvoer van orga nisch materiaal in het Zwar te Water en de Overijsselse Vecht ging de beroeiing sterk achteruit, hetgeen van grote invloed is geweest op de vogelstand: in tien jaar tijd daalde het aantal vogels van 70.000 tot nog geen 16.000. Dit is nog maar een enkel voor beeld van wat overal in ons land gebeurt. „Wij verkeren in de bedenkelijke situatie, dat de mens de grootste biologi sche bedreiging van zijn ei gen soort is geworden", aldus deze onderzoekers. /"kok de zee is niet veilig voor onze afvalstoffen, zo be toogt vervolgens drs. J. H. Koeman. De lozing van afval via pijpleidingen in zee kan tot ongunstige verschuivingen in de samenstelling van de planktonpopulaties leiden. De resultaten van een weten schappelijk onderzoek naar massale vergiftigingsver schijnselen in zee hebben het vermoeden gewekt, dat een plotselinge „opbloei" van eencellige vergiften wordt ge stimuleerd door de lozing van zouten en organische afval stoffen. De gezondheid van de mens vereist, dat deze ont wikkeling nauwlettend wordt gevolgd, aldus drs. Koeman. Dij de algehele milieuver- giftiging zijn de aanbren gers van het gevaar al lang niet meer alleen de bekende synthetische chemicaliën, zo als de gechloreerde koolstof fen. Sinds kort zijn ook ge chloreerde bifenylverbin- dingen in de aandacht geko men, nadat zij op tal van plaatsen in de wereld waren aangetroffen in de weefsels van watervogels. De giftige werking hiervan is nog maar nauwelijks bekend, maar in tussen werden langs onze kust hoge residu's aangetroffen in eidereenden. Er zijn aanwijzin gen dat deze stoffen via de Rijn in de Noordzee terecht komen en vandaar o.m. in de Waddenzee. Het gaat hier om stoffen, die in smeer- en iso latiemiddelen worden ge bruikt, alsmede in verven en lakken. jQr. A. C. Perdeck gaat in op de manier, waarop het millieu beïnvloed wordt. Op vallend is het, dat de pro- duktie en de consumptie aan zienlijk sneller toenemen dan de bevolkingsgroei. Bedenke lijk is daarbij ook, dat nog nauwelijks sprake kan zijn van doelmatig beheer van onze natuurlijke hulpbron nen. Het blijven parasiteren hierop kan catastrofaal wor den voor de hele mensheid, aldus dr. Perdeck. In toenemende mate wordt behoefte gevoeld aan weten schappelijk gefundeerd in zicht in de relatiepatronen van plant, dier en mens in hun milieu. Het verwerven en overdragen van deze kennis is een eerste voorwaarde voor rationeel gebruik en behoud van de biosfeer. JOOR de rechtgeaarde jagersman blijft 3 november een dag, waarop hij zich gaarne bezint op het weidelijk verle den en hoopvol kijkt in de toekomst. Het is na Allerheiligen en Allerzielen een hoogtijdatumdan laat men zich graag in aangename gedachtenwisseling over het voorbije jaar in bos en veld, duin en water onderdompelen en laat alle geluk en tegenslag, gunsten en nukken van Diana nog eens met een tintel in het oog of een ongelovig opgetrokken wenkbrauw de revue passeren. Het is een ongeschreven ofschoon enigszins verwaterde wet, dat elke sportieve groenrok zich op de naamdag van zijn schutspatroon Hubertus te velde bevindt, liefst alleen en slechts in gezelschap van zijn aanhankelijke hond of met een paar gelijkgezinden. Men moet van elkaar weten, dat ieder de zinrijke traditie van de derde november hooghoudt en haar niet willen verwaterd zien door nuchtere verstandelijkheid, realiteit en prozaïsche zakelijkheid, waarvan alle poëzie verre blijft staan. TTET is in onze koude, onverschillige tijd zeer plezant, wan neer er nog geen hart van kurk in de borst klopt en men wat verwarmende romantiek kan opbrengen. Deze valt voor de jager met zijn onmisbare hang naar het buitenleven op menig terrein te vinden. Want de menselij ke omgang met wildschut en drijvers, met polsstokdrager, en goedhartige landelijke be volking vormt een zeer essen tieel stuk van de omzwervin gen door de levende natuur en in de dwarreling van de pijpesmoor of de sigarenrook wazigt op Huiberts-avond me nige stoere kop en struise fi guur, die men gaarne een ogenblik in de herinnering te rughaalt, want aan zulke hel pers en handreikers blijft wel de goede gedachtenis verbon den. Op zulk een avond, wellicht na een drijfjacht op zwijnen, neemt het verleden de jager bij de hand en hij verdiept zich in de Edda met haar fiere geest en daalt een ontvan kelijk hart, in tot haar innerlijke grootheidzij vormt het boek van alle tijden. Bij het lezen wijkt het alledaagse en banale vèr terug en een primitieve verering voor menig groot, his torisch weidman rijst op: Odin, Dzjingisch Chan, Karei de Grote, Barbarossa, Hackelberg, koning Arthur, de Zweedse vorsten uit het verleden en vele anderen. Vergeelde bladen, kronieken en oude zangen weerspiegelen hun drift en passie; hun ruime ziel, die zich uitstrekt naar idealen, en hun dichterlijke geest reiken tot over de ontvan kelijke nazaten van onze dagen, wanneer zij op de dag aller jagers, temidden van herinneringen in de stille beslotenheid van hun buitenwoning met overgave en toegenegen zin weten in te keren. Nauwelijks zullen zij wellicht de overbekende geschiedenis van de beschermheilige met het kruisdragend hert overpein zen, doch rustig nalezen, dat deze viervoeter niet slechts in de christelijke iconografie wordt beschouwd als de hemelse afgezant (Cervus emissus), doch als edelste aller bosbewo- ners overal het andere grofwild verdrong. STEEDS vervulde het in kerkelijke en wereldlijke kringen een voorname rol; zo voert Roy Modus in een middel eeuwse Franse jachtkroniek aan, dat het zich met de tien takken van het gewei tegen drie vijanden verdedigt, nl. men sen, honden en wolven, terwijl voorts deze tien enden de Tien Geboden zouden symboliseren. In een fraai miniatuur uit de 14e eeuw wordt dit afgebeeld. De Duitse School geeft even zeer de voorkeur aan het edele hert als kenteken van Sint Hubertus, maar hier wordt het veelal een dwergachtig dier, rustend op een gesloten evangelieboek, dat de schutspatroon in de hand houdt. Zo is er velerlei, dat sinds de oudste tijden met hem annex was, eerst beleden door de hoogste adel, daarop door de gegoede burgerij der steden in het zuiden, met de ambachten en gilden, om te eindigen bij de tegen woordige jagers en buitenvrienden, die nog voldoende gevoel bezitten voor een wonderlijke traditie, welke zich dertien eeuwen kon blijven handhaven en tot op de dag van heden bestendig bleef. Is dit niet voldoende, om er op de derde november enige aan dacht aan te schenken? lyten zou kunnen zeggen, dat 1 de maand november een periode is met weinig ups- and-downs in de planten- en dierenwereld. Futloze weken, neveling, slappe zonneschijn en sfeer zonder pit. Toch zit er nog een scherpe rimpel en frons in het reliëfloze gezicht van nevelmaand, al behoort er een goede dosis geluk bij, om er na Hubertusdag wat van te ervaren. Want de everzwijnen verto nen hun onbehouwen minne- liet areaal particulier bos in stilletjesaan gedaald beneden H de 50%, zo blijkt uit recente gegevens van staat^osbeheer, dat er nog aan toevoegt: „de versnippering Ruim 50% van het bosareaal en bijna 75% van de natuur-terrei nen worden al door verschillende instanties beheerd. In totaal ziet het beeld er als volgt uit: Vereniging tot behoud Eigenaren Staatsbosbeheer (Min. v. CRM): Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten Stichting Gelders Landschap: Stichting Nationale Park De Hoge Veluwe: Kroondomein: Ministerie van Defensie: Gemeenten: Particulieren: Bos Natuurterrein ha ha 10.218 13.2 3.073 8.6 400 0.5 775 2.2 4.900 6.3 3.857 10.8 2.632 3.4 880 2.5 1.572 2.0 3.649 10.2 7.775 10.0 1.800 5.1 2.045 2.7 8.222 23.1 9.509 12.3 3.560 10.0 38.382 49,6 9.799 27.5 77.433 100.0 35.615 100.0 spel hoe luidruchtig en onbe houwen zich de rauwe vrijage ook moge afspelen, geenszins aan jan-en-alleman; voorts treft men het zwarte borstel- wild nauwelijks buiten het Veluwse gewest aan, gelijk dit ook met herten het geval is. De ruwe ongemanierdheid van de kapitale beren vindt een uitlaat in het verdrijven van beluste jongelingen zo te zeggen nog met de baard in de keel welke zij kwalijk bij het gezelschap der dames kunnen verdragen. 'TodXs allerwegen in het gro- te gezin van moeder Na tuur geldt ook hier het recht van de sterkste; medegevoel noch goedertierenheid wordt betracht, wanneer er hete driften woelen en een wilde passie alles in haar ban slaat. Dit zien we aan de zwarte evers, wier verschijning in de loop van november en decem ber weinig vertrouwenwek kend is: de kleine ogen zijn met bloed belopen, om de snuit schuimt blazige zever en de ivoren houwers knarsen drei gend tegen elkaar. Ontmoeten een paar van zulke gramstorige, ijverzuchti ge gezellen elkaar, dan kan het ontstaan van een verwoed duel nauwelijks twijfelachtig wezen. Ze dringen zich met flank en schouder vast tegen elkaar, laten de vervaarlijke kop zakken en slaan met kracht en geweld de slagtan den in de onderkaak omhoog, zodat er bloedige schrammen en wonden in het borstelige zwoerd gestriemd worden. Wie na vaak langdurige strijd uitgeput het veld moet ruimen, ziet er niet zelden, zó toegetakeld uit, dat hij bij sterk tranende naaldbomen heul zoekt, door de kwetsuren aan de harsige stam te wrij- Zal deze bruid door een minnaar gevonden worden? ven, zodat er met het onder- haar der wollige winterpels een vast verband wordt aan gelegd, een stelpend en ge neeskrachtig pantser of harnas. Gehard en robuust als zich dit potige wild vertoont, zijn ook hun vechtkunsten en me dicamenten, de lompe, onbe houwen wijze van doen, het brute optreden en nog veel meer, dat de beschaafde mens niet ligt, doch deson danks omweeft het vanouds een sluier van sfeer en ro mantiek, die sterk op onze verbeelding werkt. Mocht men van zulke tafe- len in het vroege voorjaar vernemen (maart) dan werd de beertijd of „ruizigheid" on der invloed van veel beukeno- ten en eekmast en klimaat opgeschoven, want hij is niet absoluut aan een vaste limiet verbonden, al komt de perio de november/december het meeste voor. Een milde winter met veel voedsel vergroot later de worpen, zoals we misschien in 1970 wel zullen ervaren. A. B. Wigman 1/en aanzienlijke zorg in deze situatie is, dat er een steeds gro- Vj tere opvangcapaciteit voor dag- en verblijfsrecreatie moet komen. Zoals bekend, rekent het provinciaal bestuur van Ge der- land erop. dat in het jaar 2000 op topdagen anderhalf miljoen toeristen naar deze provincie zullen komen, dat is een verdub beling, vergeleken bij 1969. In de dit jaar verschenen provinciale nota over de openluchtrecreatie wordt ervan uitgegaan, dat het rijk tot 2000 een bedrag van 580 miljoen in de Gelderse natuur gebieden moet investeren, waarvan 135 miljoen bestemd zou die nen te worden voor verwerving en uitbreiding van natuurgebie den. Vanzelfsprekend zal in die gebieden de rust zoveel mogelijk gewaarborgd moeten blijven. In de recreatienota wordt gesteld, dat met het oog daarop bij het uitstippelen van het beleid in de eerste plaats het scheppen van opvangcapaciteit in daartoe ge schikte gebieden aandacht verdient. Deze centra, voornamelijk bestemd voor dagrecreanten, mogen niet te ver van de grote ag glomeraties af liggen en moeten bovendien de nodige attracties bieden. De recreatieve voorzieningen van deze centra dienen in de eerste plaats afgestemd te zijn op de wensen van de streek - bewoners en niet op die van de dagrecreanten. Dat cr in het algemeen veel meer en veel beter wordt gespeeld dan honderd jaar geleden, is een gemak kelijk te verdedigen stelling. Bijzon der moeilijk te bewijzen is of de top- spelers var nu sterker spelen dan die van toen. Wat het positiespel betreft zal dat bewijs wel te leveren zijn, maar wat betreft het combinatiespel zeker niet. En zelfs over de openin gen is verschil van mening mogelijk. Wie het niet geloven wil, spele er de onderstaande partij maar eens op na, een partij van precies honderd jaar geleden tussen twee spelers die als de sterksten ter wereld golden. Wit: A. Anderssen. Zwart: J. H. Zukertort (Barmen 1869). Evansgam- biet. 1. e2-e4. e7—e5 2. Pgl-f3, Pb8-c6 3. Lfl—c4, Lf8-c5 4 b2-b4 (Destijds even gebruikelijk als thans Spaans of Siciliaans.) 4Lc5xb4 5. c2-c3, Lb4-a5 6. d2-d4, e5xd4 7. 0-0, La5-b6 (Het verstandigst: na 7dxc3 8. Db3, Df6 9. c5, Dg6 10. Pxc3 heelt wit goede aanvalskansen voor de ge offerde pionnen). 8. c3xd4, d7—d6 9. d4—d5 (Tegen woordig staat 9. Pc3 als het beste be-t kend. Na 9. Lg4 10. Lb5, K18 11. Le3, Pge7 12. a4. a5 13. Lc4, Lh5! zijn de kansen ongeveer gelijk). 9Pc6-a5 10. Lel—b2, Pg8-e7! 11. Lc4vd3 (Anderssen zelf heeft aangetoond, dat 11. Lxg7 niet goed is wegens 11Tg8 12. Lf6. Pxc4 13. Da4f, Dd7 14. Dxc4, Txg2f! en wint). 110-0 12. Pbl—c3, Pe7-g6 13. Pc3-e2, c7-c5 14. Ddl-d2, f7f6! (Een stevige voort zetting die het wit niet gemakkelijk maakt een offensief te beginnen). 15. Kgl-hl, Lb6—c7 16. Tal-el^ Ta8—b8 (Met de bedoeling de pion- nenmeerderheid op de damevleugel te mobiliseren). 17. Pe2-g3. b7-b5 18. Pg3-f5, b5-b4? (Sterker is 18c4! 19. Le2, b4 20. Ld4, c3 zoals in een late re partij tussen dezelfde spelers. Sinds die tijd zijn er twee ontdekkin gen gedaan: op de 19e zet doet zwart verstandig eerst 19Te8! te spelen omdat wit na 19. b4 in 20. Lxc4, Pxc4 21. Txc4, La6 22. Txc7, Dd7 23. P3d4 een kansrijke mogelijk heid heeft). 19. Tfl-gl. Lc7-b6 20. g2-g4, Pg6-e5 21. Lb2xe5 (Anderssen was van mening dat een paard sterker is dan een loper.) 21. d6xe5 22. Tgl-g3, Tf8-f7 23. g4-g5», Lc8—xf5 24 e4xf5, Dd8xd5 (In de hoop op 25. Lc4, Dxd2 26. Lxf7f, Kxf7 27. Pxd2, Td8). 25. g5xf6, Tb8-d8 (Sterker is 25. Txf6 26. Tcgl, Kh8! 26. Tel—gl!, Kg8-h8 (Niet 26 Dxd3 wegens 27. Dh6!) 27. f6xg7f, Kh8-g8 (Na 27 Txg7 wint 28. Dh6ü, b.v. 28. Txg3 29. Df6f! of 28Tdg8 29. Txg7, Dxf3t 30. T7g2, Txg2 31. Df8f ZUKERTORT ANDERSSEN en mat. De stelling wemelt van com binaties. Een mogelijkheid tot uitgli jden is b.v. 28Tdg8 29. f$?t Dxf3f! 30. Txf3, Txgl mat). 28. Dd2-h6!, Dd5-d6 De opgave van de week: wit kon digde mat aan in 5 zetten. Oplossing in volgende rubriek. OPLOSSING Wit (Troianescu): Kg], Dd2, Tfl, Pa4 en e6, pionnen a3, b4. d5, e3, f2, g2. Zwart (Taimanov): Kh8, Db5, Tc8, Lg7 en g4, pionnen a7, b7, d6, el, f3 en h6. Er volgde; 27. Pe6xg7, f3xg2ü 28. Tfl—el (28. Kxg2, Lh3t -29. Kxh3, Dxflf) 28. Lg4-h3U, dreigend 29. Dflt! Wit gaf het op. Naast de verschillende persoonlijke wed strijden, die ten slotte voeren naar de "top ss edstrijd van het jaar", het nationale kam pioenschap, is door de invoering van de erc- klassecompetitie in landelijk verband, enige jaren geleden een gelegenheid meer gescha pen voor de topspelcrs, elkaar ook in team verband te ontmoeten. Uit de belangrijke wedstrijd tussen het hoofdstedelijke V.A.D. (ontstaan uit de fusie van Gezellig Samenzijn en Jozef Blanke naar) en het als gevaarlijke outsider geldende LDV uit Leiden hieronder de zeer interessante partij tussen twee van onze he dendaagse "leidende figuren" in het wed strijdwezen: WIT: T. Sijbrands (V.A.D.). ZWART: C. V arkevisser (L.D.V.) I. 32-28 18-22: 2. 37-32 12-18; 3. 41-37 7-12; 4. 46-41 1-7; 5.. 34-29 19-23: 6. 28x 19 14x34; 7. 39X30. In te genstelling tot de Russische spelmethoden, die vaak de opening afraffelen, wordt hier te lande meestal scherp gespeeld. Zwart versmaadt de vereenvoudiging door (22-27) enz. en vervolgt met: 7.13—19; X 44-39 9-13: 9. 50-44 20-25; 10. 32-28 25x34; 11.40 X 29. De eerste schermutselin gen over het bezit van het centrum zijn in wits voordeel uitgevallen. Zwart formeert thans zijn positie om het middenbord op nieuw in zijn bezit te nemen. II. 10-14; 12. 39-34 5-10; 13. 43-39 16-21. Zwart vreest blijkbaar, na (19—23) 28x 19 (14x23) een aanval tegen zijn linkervleugel. Zijn actie om zelf een vleugelaanval te openen, vertraagt echter zijn opbouw, waarvan wit heel handig profi teert. 14. 31—26 21-27; 15. 48-43 3-9. Hel sys teem met (27-31) "36x27 (22x31) heeft veel van zijn aantrekkingskracht verloren door het oppermachtige witte centrum. Het meest consequent was o.i. toch (19-23). 16. 37-32 11-16; 17. 32x21 16x27; 18. 38-32 27X38; 19.43x32 15-20: 20. 42-38 19-23; 21. 28X19 13x24. Probeert langs deze weg al zijn stukken links actief te ma ken. Zwart vergeet echter, dat de hele ma noeuvre nogal wat tijd kost en wit in de tus sentijd eèn gevaarlijke omsingeling van zijn rechtervleugel kan creëren. 22. 32—28 14—19; 23. 36-31 20-25 24. 29 x 20 25 X 14; 25.49-43 19-23; 26. 28 x 19 14X23; 27. 44-40 8-13; 28. 34-29 23x34 29.40x296-11; Duidelijk heeft zwart niet alleen de strijd om het centrumbezit verloren, maar zijn rechtervleugel wordt nu door wit als het wa re "afgeknepen": 30. 38-32! 13-19; 31. 41-36 9-14; 32.43-38 19-23. Praktisch ge dwongen;.^. 39-34 2-8; 34. 35-30 8-13. Zwart heeft al zijn kaarten op deze formatie gezet, maar wordt hardhandig uit de droom geholpen: 35. 31-27! 22x31; 36. 36x27! Dreigt met de dodelijke omarming door •33-28; 36.17-22; 37. 47-42 22x31; 38.26X37 12-17. Als opgave voor de lezers deze week: Hoe maakte wit fraai de partij uit? WIT: (Leeuwenberg) 24, 26. 29. 30, 31, 33,34, 35, 36, 37,38, 39.40, 43,45, 46. 48. 49 (18 stukken). ZWART: (Weerheym) 2, 3, 4, 7, 8, 9, 10. 12, 13, 15, 16, 17. 18, 20, 22, 23, 25, 27 (18 stukken). Een zeldzaam verschijnsel, dat met nog achttien stukken elk op het bord, een vrijwel analytisch aantoonbare winst bestaat: 46—41!! Hierna is steeds (23—28) belet door 29-23! Dus: (7-11) 37-32! (2-7 A) 32x21 (16X27) 41-37 (11-16 of?) 37-32 (7-11) 32X21 (16X27) 48-42! (11-16) 42-37 16—21 gedw.) 37—32 en zwart kan opgeven. A. Na (16-21) 41-37 is (2-7) 49-44 (11-16) verloren door 33-28 enz. dus: (16-21) 41-37 (13-19) 24x13' (8X19) 29-24 (20x29) 33X 13 en wint, want (3-9) wordt afgestraft met: 39-33 (8 X 19) 33-28 (22X42)31X24(42X31)36X29! Het probleem van vorige week stelde uw inzicht in de gegevens die u uit een bepaald biedverloop kunt halen op de proef. De noordspeler had in handen «XXX O X X X o A V B x x x x N-Z waren kwetsbaar en het volgende biedverloop ontwikkelde zich: noord 'oost zuid west 2 SA 3 o 3 4 c? pas pas 45 o Pas Pas Hierbij dient de kanttekening te wor den gemaakt dat de N-Z spelers het Na- politaanse systeem gebruikten, met als gevolg dat de 2 SA opening een dichte zevenkaart (ten minste AHVxxxx) in een hoge kleur belooft met niets noe menswaards in de andere kleuren. De vragen die ik u voorlegde waren Bent u het met het bieden van noord eens? En wat doet u in de gegeven bied- situatie met de kaart die noord heeft? Allereerst moet gezegd worden dat noord tot nog toe inderdaad zeer goed heeft geboden. Na het 3 harten bod van west weet hij, dat schoppen de dichte kleur van zijn partner is. Hij heeft zelf een aardige ruitenkaart en een singleton klaver, zodat er zeker reden is voor een 3 schoppen bod. Nu biedt oost 4 harten en door dit bod weet hij dat beide tegen standers het een en ander in harten heb ben, en daaruit valt af te leiden dat zuid niet veel hartens heeft, hooguit een dou- bleton, dus moet 4 schoppen een kans hebben. De tegenpartij laat het er echter niet bij en oost neemt het 4 schoppen nog weer uit mét 5 harten, wat nu? Hier doet zich een heel grappig ver schijnsel voor. Op elk bod dat de te genpartij weer in harten doet, kan noord het vermoeden baseren dat zij weer een hartje meer hebben dan hij tot op dat ogenblik hoopte, waaruit dan direkt volgt dat zuid een hartje minder zal heb ben dan noord tot nog toe aannam. Na het 5 harten bod staat het wel vast dat z,uid hooguit een singleton harten heeft en misschien zelfs wel'een renonce, zo dat noord nu weet dat het gezamenlijk bezit van zijn partij toch weer fraaier is dan hij bij zijn 4 schoppen bod durfde veronderstellen. Hij weet nu dat het aantal verliezers in elk geval beperkt blijft tot één har tenslag, één klaverslag en misschien één ruitenslag als ruitenheer mis zit. Maar hij weet ook met bijna mathematische zekerheid, dat de tegenstanders hun 5 harten contract zullen gaan thuisbren gen, dus is de investering van eventueel ééntje down in 5 schoppen alleszins ver antwoord. Het bod dat noord in de geschetste si tuatie moet doen, is dus 5 schoppen. Dit bod heeft slechts één nadeel en dat is het feit dat de tegenpartij hierna misschien 6 harten biedt en dan zijn er opnieuw pro blemen. Mocht dit gebeuren, dan is zelfs een 6 schoppen bod op zijn plaats, om dat het 6 harten bod er nu wel op duidt dat er ergens een renonce schoppen zit en dat kon wel weer eens ten gevolge hebben, dat 6 harten inderdaad gemaakt wordt. Noord neemt dus met zijn 5 schoppen bod het risico dat hij later nog een redbod moet doen dat 2 onder de tram zou kunnen gaan, maar ook dat kan geen ramp worden genoemd.' De gehele spelverdeling was zodat u ziet dat een 5 schoppen bod in derdaad zeer goed uitpakt. Mocht de te genpartij nog tot 6 harten besluiten, dan is het daaropvolgende 6 schoppen maar eentje down, zodat er altijd nog winst wordt geboekt t.o.v. het gewoon laten spelen van 5 harten. Degeen die in de praktijk deze noot kreeg te kraken, was Cees Sint, wiens naam-u hier waarschijnlijk nog wel eens zult tegenkomen, want hij is een van mijn favoriete partners. Dit keer even wel speelde hij met Max Rebattu; zoals te verwachten is, nam hij de goede be slissing en bood 5 schoppen, wat het eindbod werd. Hij had geen enkele moeite met het binnenbrengen van dit contract en maakte met de 650 punten die hij hiervoor kreeg, een fabuleuze score. Het nieuwe probleempje dat ik voor u heb, kwam voor in een huiselijk par* tijtje. Het ligt op het moeilijkste terrein .dat het bridgespel kent, het tegenspel. U hebt als zuidspeler in handen: A V 9 8 2 o 9 7 6 3 o 8 7 5 2 De westspeler is gever en opent 3 SA, waarmee het bieden meteen weer voor bij is. Dit 3 SA bod geeft aan dat de man die het biedt, een dichte zevenkaart heeft in een lage kleur met daarnaast geen azen, maar wel eventueel een ver dwaalde heer. Partner komt uit met rui tenaas en op tafel verschijnt; 7 5 4 3 o A H 2 o H 10 6 4 8 5 U gooit in de eerste slag ruiten 2 bij en bij'de leider valt de boer. Nu ziet partner van verder spelen af en speelt schoppen boer na. Hoe stelt u zich uw verdere tegenspel voor? Horizontaal: 1. vis; 6. vis; 10. vuur; 11. plaats in Gelderland; 13. vertrek; 15. mesthoop; 16. vogel; 18. rivier in rusland; 20. gewicht; 21. deel van een fuik; 23. voge leigenschap; 25. gelijk (Gr.); 26. zoogdier; 28. grondsoort; 30. blank; 31. hap; 32. dol; 34. volk van een staat; 36. bewaarplaats; 28. beteuterd: 40. godin; 41. een zekere; 43. meubelstuk; 44. vreemd geval; 45. hootd- deksel; 46. jongensnaam; 47. biet: 49. zoog dier: 50. kunststof; 52. vcrvoeronderncming; 55. geluidnabootsing; 57. boom: 58. steen; 60. voedingsmiddel; 62. getal; 63. duwtje; 65. internationale organisatie; 67. jongens naam; 68. lachwekkende figuur; 70. ver voermiddel; 73. vis; 75. mist; 77. ontken ning; 78. plaats op Java; 79. gevleugelde ter miet; 80. aanspoorder. Verticaal: 1. vis; 2. vis; 3. voorzetsel; 4. ti tel; 5. ontspanning: 6. met de zijnen (alk.); 7. vis; 8. boom; 9. bepaalde huidbewer king; 10. bevreesd; 11. daar; 12. voegwoord; 14. dierenvrt'blijfplaats; 15. wagenvracht; 16. plaats in Duitsland; 17. g,etal; 19. rivier in Nederland; 22. windrichting (alk.); 24. noot; 27. hinderlijk persoon; 29. meetkun dige lijn; 30. heilig reukwerk; 31. deel van mannenkleding; 33. deel van Azië'; 35. ge heel de uwe; 36. enig; 37. stoffig; 39. schaak- term; 41. plaats in Brabant; 42. bloem; 48. verfstof; 49. draagzak; 50. bladader; 51. li chaamsdeel; 53. Militair; 54. plaats in Duits land; 56. zuiver; 57. noot; 59. voorzetsel; 61. ?oed gekookte; 63. Vrucht; 64. plaats in Limburg; 66. bakplaats; 69. meisjesnaam; 71. voorzetsel; 72. voorzetsel; 74. lied; 76. ooit onderwijs; 78. meisjesnaam. OPLOSSING CRYPTOGRAM Horizontaal: 1. slaapmuts; 6. tegen; 9. loskade; Verticaal: 1. salade; 2. afstaan; 3. paashaas; 4. 10. rondweg; 11. dracht; 12. ommekeer; 14. inba- uren; 5. strompelen; 6. toneel; 7. geweerd: 8. ne* keren; 15. adie; 18. N.A.V.O.; 20. ondereind; 24. gorijen; 13. kernachtig; 16. ontstaan; 17. be- spotlach; 25. specht; 27. arglist; 28. notitie; 29. spotte; 19. vroeger; 21. nuchter; 22. vleien; 23. Noren; 30. galgebrok. streek; 26. knal.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1969 | | pagina 17